CMI Toetsingskader (uitgebreid)
`
(versie augustus 2007)
Bij certificering wordt getoetst op de factoren O, A, B, C, D, E-I en F. Bij recertificering wordt getoetst op de factoren C, E-I en E-II NIVEAUS ETHIEK
FACTOREN O. Integer Respectvol Geheimhou-
KENNIS & INZICHT
A. Opleiding Supervisie Intervisie
CRITERIA CMI gedragscode.
BASIS VOOR TOETSING Onderschrijven van de code
AANDACHTSPUNTEN voor de MENTOR / VERDIEPING DOSSIER Zonder onderschrijven van de CMI-gedragscode kan geen (re-)certificering plaatsvinden.
Een erkende beroepsopleiding als loopbaanadviseur op tenminste HBOniveau, of een gelijkwaardige HBO opleiding Afhankelijk van het niveau, zie hieronder
•
Het CV: studie-resultaten in combinatie met werkervaring
• •
•
schriftelijk: inhoud en samenstelling van het dossier
• • •
•
Het CV
CMI-A: 7 jaar werkervaring waarvan tenminste 3 jaar specifieke beroepservaring tenminste 18 uur per week 10 opdr.per jaar
5 categorieën competentiegebieden:
o
Uitwerking per categorie (geen limitatieve opsomming)
I. Advieswerk voor opdrachtgevers
o o
het onderhouden van relaties met opdrachtgevers het interpreteren van tendensen en actuele onderwerpen in het bedrijfsleven, bij de overheid en non-profit instellingen het begeleiden van organisaties en individuen bij veranderingsprocessen het voorbereiden van managers op het voeren van ontslaggesprekken het opzetten van en/of leidinggeven aan activiteiten voor loopbaanbegeleiding het verslag uitbrengen aan opdrachtgevers over de stand van zaken en resultaten het onderhandelen over referenties en verklaringen met betrekking tot de reden van vertrek
ding
VAARDIGHEDEN & COMPETENTIES VAARDIGHEDEN & COMPETEN TIES
B. Algemene werkervaring alg. (management)vaardig heden) C. Specifieke beroepservaring Specifieke vaardigheden en competenties
Ruime ervaring op 2 competentiegebieden IV en V en kennis en/of ervaring op de 3 andere
Diploma’s ter inzage Heeft de kandidaat kennis en inzicht in functies, organisaties en arbeidsmarkt? Heeft de kandidaat kennis over management en leiderschap? Waar heeft de kandidaat de specifieke kennis opgedaan? Hoe laat hij zien dat hij die kennis inzet?
De mentor beoordeelt of betrokkenen voorgedragen wordt voor CMI-A, CMI-B of CMI-C.
o o o o o
competentie gebieden
o o
CMI-B: 10 jaar werkervaring waarvan tenminste 5 jaar specifieke be-roepservaring tenminste 18 uur per week 10 opdr.per jaar
o
II. Advieswerk aan, en begeleiding van kandidaten of cliënten 1. Individuen
Ruime ervaring op 3 competentiegebieden (IV en V verplicht) en kennis en/of ervaring op de 2 andere competentiegebieden
o o o o o o o o o o
CMI-C 12 jaar waarvan tenminste 6 jaar specifieke beroepservaring 10 opdr. per jaar Ruime ervaring op 5. competentiegebieden.
het adviseren over en assisteren bij het omgaan met afscheidsproblematiek het omgaan met een onafhankelijke vertrouwenspositie, binnen wettelijke grenzen het werken volgens de ethische beroepsstandaard.
het onderhouden van de relatie tussen adviseur en kandidaat/cliënt het omgaan met specifieke situaties, bijvoorbeeld ‘vastgelopen medewerkers’ het oplossen van problemen met medewerkers het adviseren met betrekking tot trauma’s of stress als gevolg van ontslag het motiveren van medewerkers bij verandering van baan het herkennen van blokkades bij kandidaten/cliënten en het verwijzen naar andere deskundige hulp het identificeren van ondersteunings- en netwerkmogelijkheden en kandidaten leren hoe dit effectief te gebruiken het omgaan met een vertrouwenspositie, binnen wettelijke en ethische grenzen het afronden van advies- en begeleidingsprogramma’s en kandidaten/cliënten voorbereiden op hun toekomstige taak het werken conform de ethische beroepsstandaard
2. Groepen
o o o o o
het opzetten, leiden of uitvoeren van groepsprogramma’s het overdragen van complexe informatie aan groepen medewerkers het handhaven van voldoende overwicht op groepen aandacht geven aan individuele coaching binnen het groepsverband het aanbieden van programma’s over specifieke aan outplacement en loopbaanadvisering gerelateerde onderwerpen, zoals vervroegde uittreding, loopbaanmanagement, salarisonderhandelingen, eigen bedrijf starten, enz.
III Assessment
o
het doen van intakes en het maken van doelgerichte begeleidingsplannen de analyse en beoordeling van kandidaat/cliënt het interpreteren van en/of rapporteren over de resultaten van adviezen en begeleidingsactiviteiten
o o
. NB.1 Bij recertificering wordt ook steeds tenminste gemiddeld 10 opdrachten per jaar geëist
o o IV Begeleiding, coaching en training van kandidaten of cliënten bij het vinden van een andere passende werkkring of bestemming
o o o o o o o o o
het in kandidaten/cliënten herkennen van essentiële kennis, vaardigheden, bekwaamheden en kwaliteiten het identificeren van waarden die van belang zijn in werksituaties het vaststellen en plannen van een jobsearch campagne onderzoekmethodes netwerken en andere search-technieken het maken van effectieve CV’s en andere campagne-instrumenten het bijbrengen van vaardigheden voor sollicitatiegesprekken het aanleren van technieken voor salarisonderhandelingen het beoordelen en evalueren van aangeboden banen inzicht in zakelijke en economische tendensen en in marktontwikkelingen het vergroten van kansen op een passende werkkring
V Loopbaanbegeleiding o o o o o o o o o o o o o o o o o o
het toepassen van andere mogelijkheden voor ondersteuning en assistentie van de werkzoekende het interpreteren van gegevens over de arbeidsmarkt het verkrijgen en gebruiken van informatie over specifieke werkgevers het werken conform de ethische beroepsstandaard het ontwikkelen van individuele loopbaanplannen met duidelijke doelstellingen het coachen bij het ‘opstroom brengen’ van iemands loopbaan en leven (bijv. middels biografische analyse) het adviseren over loopbaanverandering en keuzemogelijkheden het begeleiden van de besluitvorming over loopbaankeuzes het herkennen van persoonlijke aangelegenheden die van invloed (kunnen) zijn op loopbaanbeslissingen het identificeren en benutten van mogelijkheden voor het starten van een eigen bedrijf kennis en toepassing van informatie voor loopbaanbegeleiding het interpreteren van bedrijfsculturen en organisatievormen het ontwikkelen van trainingsprogramma’s in loopbaanmanagement e. het werken conform de ethische beroepsstandaard De kandidaat geeft in de tekst aan waar hij de Big Six heeft toegepast. De kandidaat heeft een zekere rijpheid en wijsheid verworven. De kandidaat laat zich niet makkelijk van zijn stuk brengen. Heeft veel levenservaring bewust verwerkt en kan laten zien hoe dat heeft geleid tot persoonlijke groei.
ONTWIKKELINGSNIVEAU
D. Levenservaring
Beschrijving van tenminste 6 korte beschrijvingen (maximaal 200 woorden per verklaring) van relevante ervaringen die hebben bijgedragen aan de persoonlijke levenservaring
-
ONTWIKKELINGSNIVEAU
E. Professionele ontwikkeling
I. Uitoefening van de specifieke beroepservaring
Beschrijving van 2 case studies aan de hand waarvan de professionele ontwikkeling wordt beoordeeld. niveau A: 2 integrale begeleidingstrajecten niveau B: 1 integrale case ; 1case naar keuze niveau C: 1 case gericht op begeleiding van collega professionals; 1 case naar keuze Bij recertificering: Tenminste 1 case over de afgelopen 3 jaar.
II. Permanente Bijscholing (alleen voor recertificering)
Ontwikkelingsactiviteiten: - studieprogramma’s - verslagen van studieprogramma’s - voordrachten, lezingen, presentaties, interviews eigen geschreven artikelen of andere publicaties - optreden als mentor - andere activiteiten i.o.m. mentor
Voorbeelden: o Bijzondere persoonlijke ervaringen of prestaties. o Bijzondere activiteiten/ ervaringen op beroepsmatig, sociaalmaatschappelijk of bestuurlijk vlak o Activiteiten op het gebied van de persoonlijke ontwikkeling van anderen o Eigen mensbeeld bijgesteld o De mens achter de prof. o Zelfreflectie o Ontwikkelingsbereidheid
Schema voor indeling case studies o Situatie o Achtergrond van de situatie o Probleemanalyse o Werkwijze o Resultaten o Samenvatting o Conclusies
Voor zowel de cases als de ontwikkelingsactiviteiten worden ontwikkelingspunten toegekend.Voor de recertificering moeten tenminste 24 punten over drie jaar worden behaald: PUNTEN o Studieprogramma’s 2 punten o Verslagen van studieprogramma’s 2 punten o Voordrachten, lezingen en interviews 3 punten o Eigen geschreven artikelen of andere publicaties 5 punten o Casestudie 4 punten o Optreden als mentor 2 punten o Andere te benoemen activiteiten --- punten
ONTWIKKELINGSNIVEAU
F. Persoonlijke kwaliteiten
I. Communicatieve vaardigheden
1. Schriftelijke communicatieve vaardigheden
Moet blijken uit het dossier. • Schrijft de kandidaat duidelijk, vloeiend, beknopt en begrijpelijk voor de lezer. Zijn de ideeën en meningen in begrijpelijke en correcte taal op schrift gesteld?
2. Verbale en non-verbale vaardigheden
Moet duidelijk worden in de gesprekken. • Communiceert mondeling op een manier die duidelijk, vloeiend en to-thepoint is en die bovendien de aandacht vasthoudt, zowel in een groep als in een één op één situatie. Kan ideeën en meningen in toepasselijke en begrijpelijke taal aan anderen duidelijk maken in woorden en lichaamstaal, goed afgestemd op de ander.
II. Big Six
1. Emotionele balans
Voorbeelden (Uiteraard zijn de onderstaande vragen bedoeld als ´hulpvragen´, niet bedoeld om met een eenvoudig JA of NEE te beantwoorden! ): • • • • • • • •
2. Beoordelingsvermogen
•
• •
Is de kandidaat in staat om zijn werkelijke, diepere gevoelens te onderkennen en daardoor in staat tot psychologischinzicht en zelfinzicht? Onderkent de kandidaat zijn gevoelens en emoties in situaties en kan hij daarmee omgaan? Is de kandidaat in staat zijn emoties te reguleren, wanneer wel en niet te uiten? Is de kandidaat in staat tot reflectie, relativering en kan hij de rust en de concentratie opbrengen in emotionele situaties? Kan de kandidaat op het juiste moment, in de juiste situatie en juiste emotie inzetten om het doel te realiseren dat hij zich heeft gesteld? Durft de kandidaat zijn intuïtie te gebruiken? Is de kandidaat in staat mee te bewegen met de ander? Heeft de kandidaat kennis van transitieprocessen, emoties, en psychologische achtergronden van emoties? Heeft de kandidaat zijn leven bewust doorleefd, geleerd met eigen pijn om te gaan? Is de kandidaat in staat een begeleidingstraject te beoordelen, (proces en inhoud)? Kan de kandidaat zijn cliënt beoordelen, d.w.z.: a. Is hij in staat om zonder partij te zijn, te kunnen beoordelen/beslissen?
3. Extraversie
• • • • •
4. Authenticiteit
• • • •
• • • 5. Fijngevoeligheid
• • • • • •
b. In staat om overzicht en afstand te houden? (en hiertoe tactisch/strategisch te sturen)? c. In staat om integer en met wijsheid te beoordelen en te rapporteren? Kan de kandidaat problemen op juiste waarde inschatten, analyseren en in staat om een adequaat traject te ontwerpen en voor te stellen? Heeft de kandidaat kennis van organisatie, rollen en posities, management en leiderschap? Heeft de kandidaat oog voor en inzicht in de externe omgeving? Kan de kandidaat op heldere manier gedachten, ideeën en gevoelens verwoorden? Is er bij de kandidaat een balans tussen het luisteren naar de innerlijke belevingswereld en het komen tot handelen? Heeft de kandidaat bereidheid om zijn opvattingen en ideeën te toetsen bij anderen; is er openheid/bereidheid te discussiëren? Kan de kandidaat op de juiste wijze en op de juiste tijd tot interventies komen? Heeft de kandidaat kennis van/over coaching en advisering? Is de kandidaat zich bewust van zijn eigenheid? Kan hij zichzelf zijn? Is hij zich bewust van eigen normen en waarden en van die van de cliënt en de opdrachtgever? Onderkent de kandidaat de valkuilen/vervormingen van zijn eigenheid? Kan de kandidaat in elke situatie zichzelf zijn en heeft hij het vermogen om de ander helemaal zichzelf te laten zijn? Is de kandidaat in staat zijn eigenheid te gebruiken, in te zetten in situaties, autonoom en zonder zich af te laten leiden door opvattingen van anderen? Heeft de kandidaat levenservaring; rijpheid (maturity)? Heeft de kandidaat een creatieve en oorspronkelijke benadering? Is de kandidaat ‘de baas over zichzelf’, trots op zijn eigenheid, maar onderkent hij daarbij ook zijn beperkingen? Durft de kandidaat terug te komen op een eerdere beslissing? Geeft de kandidaat blijk van invoelend vermogen, heeft hij antennes? Voelt de kandidaat situaties en verhoudingen aan? Kan de kandidaat op juiste wijze gebruik maken van dit invoelend vermogen zonder zichzelf te verliezen: met professionele distantie?
6. Realiteitszin
•
• • • • • • • • • •
Is de kandidaat instaat tot empathie en actief luisteren, kan/durft hij zijn gevoel te laten spreken zonder daarbij het gevoel van de ander weg te nemen? Is de kandidaat instaat om onbevooroordeeld en zonder interpretaties te luisteren en te ontdekken waar de gevoeligheden van de ander liggen? Is de kandidaat zich bewust van de eigen projectie? Beschikt de kandidaat over voldoende realiteitszin met betrekking tot zichzelf inzake zijn werk als loopbaanbegeleider/coach? Is de kandidaat in staat om de realiteitszin van zijn cliënten te beoordelen? Beschikt de kandidaat over kennis/ervaring op het gebied van de arbeidsmarkt? Beschikt de kandidaat over kennis/ervaring van (de werking van) organisaties en organisatieculturen? Heeft de kandidaat gevoel voor markt- en klantverhoudingen? Is de kandidaat in staat om de haalbaarheid van oplossingen in te schatten en om oplossingen te concretiseren en te implementeren? Houdt de kandidaat zich aan de NOLOC gedragsregels (o.a. vertrouwelijkheid)? Is de kandidaat op de hoogte van relevante wetgeving?