de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 63e jaargang - nummer 7 - juli / augustus 2007
DHC KRIJGT VASTE VORM Lange weg voor Defensie Helikopter Commando OVERZICHT ‘ANDERE’ MISSIES Over luchtmachters in Afrika en de Balkan
OPEN DAGEN TREKKEN WEER VEEL PUBLIEK
COLOFON UITGAVE Commando Luchtstrijdkrachten, Bureau Luchtmachtcommunicatie HOOFDREDACTIE Luitenant-kolonel Hans Breemans
INHOUD
4
DHC in de steigers Het traject naar een volledig operationeel Defensie Helikopter Commando is lang. Niet verwonderlijk, gezien de vele partijen en belangen. Toch wordt de route steeds helderder.
8
Luchtmachtgeneraal in Kabul Generaal-majoor Freek Meulman zit voor een jaar in de Afghaanse hoofdstad als Deputy Commander Air op het Hoofdkwartier ISAF. Een lange periode, maar volgens de generaal noodzakelijk om het vertrouwen te winnen en zaken te kunnen doen.
11
Patriots besproeid Na een chemische of biologische aanval moet materieel weer worden schoongemaakt. Geen kleine klus, als het gaat om een hele Patriot-batterij.
14
RC South stuurt aan Goede coördinatie is van levensbelang in het werk voor het ISAF Regional Command South. Generaal-majoor Ton van Loon (KL) en een aantal luchtmachtcollega’s kunnen erover meepraten.
18
Relativeren in Congo Werken in Afrika betekent aanpassen aan Afrika. Die les kreeg kolonel Joep á Campo al snel onder de knie tijdens zijn werk voor de missie EUSEC in de Democratische Republiek Congo.
22
De andere missies Gezien de omvang van de missie gaat logischerwijs veel aandacht naar ISAF in Afghanistan. Toch leveren luchtmachters ook bijdragen aan andere missies in de wereld. Tijd voor een overzicht.
26
Les in menselijke factoren Vier maanden op elkaars lip in Uruzgan. Dat kan lastig zijn, zeker als het gaat om een samengesteld detachement. Om beter op elkaar ingespeeld op pad te gaan, krijgt technisch personeel van het 298 en 300 Squadron sinds kort een cursus op het Centrum voor Mens en Luchtvaart.
30
Operations Manual Vliegen moet veilig gebeuren en daar is dan ook heel veel regelgeving voor. Dat staat straks allemaal geordend bij elkaar in de Operations Manual, die een aircrew ook snel en gericht kan raadplegen op een netwerkomgeving.
32
Open Dagen De weergoden waren Vliegbasis Volkel niet altijd gunstig gezind tijdens de Open Dagen. Het publiek vergaapte zich dan ook niet alleen aan de spectaculaire vliegshows, maar ook aan dreigende wolken.
EINDREDACTIE Luc Haen REDACTIE Arno Marchand, June Smit VORMGEVING EN LITHOGRAFIE TDS printmaildata DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 29.000 ex. REDACTIESECRETARIAAT Telefoon 076 544 71 30 Fax 076 544 71 31 INTERNET www.luchtmacht.nl E-MAIL
[email protected] BEZOEKADRES Luchtmachttoren, Luchtmachtplein 1, 4822 ZB Breda POSTADRES Postbus 8762, 4820 BB Breda
ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht wordt verzocht de adreswijziging te laten muteren in PeopleSoft. Postactieven, reservisten, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers wordt verzocht de adresdrager met vermelding van het juiste adres op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven Abonnementenadministratie Vliegende Hollander Postbus 8762, 4820 BB Breda Telefoon 076 544 7133 of 544 7136
Vaste rubrieken
12
BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement horend bij de status van postactieve.
In den vreemde In gesprek met rij-instructeur sergeant 1 Remco Burger op het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden in Oirschot.
24
Een abonnement op de Vliegende Hollander kost 17,02 per jaar (buitenland 21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Telefoon: 0251 31 39 39 Fax: 0251 31 04 05 E-mail:
[email protected] Opzegtermijn bedraagt zes weken.
Vervlogen tijden De Luftwaffe had in 1940 moeite om het Nederlands luchtruim in handen te krijgen. De Fokker D.XXI speelde daarin een belangrijk rol. Oud-vlieger Guus Kiel vertelt over het begin en einde van de luchtstrijd boven Nederland.
37 38 46
Leeswijzer
Aanhaling uit en overname van (delen van) artikelen in dit blad is toegestaan, met toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389 DE VLIEGENDE HOLLANDER
2
Journaal Mensen & Mutaties
Omslagfoto Veel dichterbij kon het publiek niet komen tijdens de Open Dagen op Vliegbasis Volkel, die ondanks het onstuimige weer toch 240.000 bezoekers trokken. Foto: Henry Westendorp, AVDD
‘Het wordt een CLSK-eenheid, die paars wordt ingevuld.’
4
Foto: Marjon van Westing, Werkeenheid Grondfotografi Foto: Richard Frigge, e Gilze-Rijen AVDD
‘Als ze het terrein voldoende beheersen, kunnen ze de poort uit.’
12
Foto: Jolanda Dam-Bloothoofd, Werkcentrum Fotografi Foto: June e LCKLu Smit
‘Een westers tempo afdwingen, heeft geen zin in Congo.’
18
Foto: Richard Foto: Joep Westenborg à Campo
‘Ook menselijk falen, zelfinzicht en vermoeidheid komen aan bod.’
26
Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Foto: Sergeï Soesterberg Kusters 3
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Defensie Helikopter Commando krijgt steeds vastere vorm
Werk in uitvoering Voeg drie helikoptervelden samen in één organisatie, geef een gezamenlijke opdracht waarbij ze ingrijpende keuzes moeten maken en de kans op een langdurig proces is aanwezig. Toch is 1 januari 2008 de startdatum voor het Defensie Helikopter Commando op Vliegbasis Gilze-Rijen en Marine Vliegkamp De Kooy. Tekst: Luc Haen
“PAS OP, BOUWVERKEER”. De borden op Vliegbasis Gilze-Rijen maken duidelijk dat hier gewerkt wordt. De reden voor alle bouwnijverheid is de aanleg van een infrastructuur voor het Defensie Helikopter Commando (DHC). In de Luchtmachttoren in Breda wordt ook hard gewerkt aan het DHC, maar dan aan het personele en materiële plaatje. Toch gaat het hele proces niet van een leien dakje, want zowel in Gilze als in Breda zijn er hobbels op de weg. In Gilze is dat onder andere het tekort aan staal als gevolg van mondiale bouwnijverheid. Dat levert vertraging op
in de bouw, waardoor de verhuizing van Vliegbasis Soesterberg naar Vliegbasis Gilze-Rijen is uitgesteld. In Breda heeft de Projectgroep DHC de uitdaging om de verschillende deelnemende partijen en hun belangen op één lijn te krijgen en dat in een organisatie die al bol staat van reorganisaties en uitzendingen Structuur ‘De omstandigheden zijn niet ideaal’, beaamt projectleider DHC kapitein ter zee Gerhard Polet. ‘De behoefte binnen de helikoptergemeenschap van de Ne-
derlandse krijgsmacht aan meer uniformiteit en minder loketten is duidelijk. Minder duidelijk is de periode tussen de start van het DHC in januari 2008 en de verhuizing van Vliegbasis Soesterberg naar Vliegbasis Gilze-Rijen in oktober 2008. Waar liggen dan de verantwoordelijkheden en dan met name wat betreft het operationele deel. Het proces ging tot nu toe ook niet zonder slag of stoot. Er werd soms door de partijen begrijpelijkerwijs vooral gelet op de verschillen met de THG-structuur (Tactische Helikopter Groep, red.) en de Groep Maritieme Heli-
De bouwwerkzaamheden op Vliegbasis Gilze-Rijen zijn nog in volle gang. Toch zijn de contouren van de onderkomens voor de DHC-vloot al duidelijk zichtbaar. Foto: Marjon van Westing, Werkeenheid Grondfotografie Vliegbasis Gilze-Rijen
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
gebied van personeel een leverings- en wervingsverplichting ten aanzien van het marinepersoneel binnen het DHC. Het CZSK blijft op deze manier dus nog steeds stakeholder. Die werving voor ‘marinevliegers’ wordt niet moeilijker als CZSK geen eigen vliegend onderdeel meer heeft. Vliegers op de NH90 boordhelikopter blijven wel maritieme taken verrichten, vanaf fregatten en LPD’s.
Een nieuweling binnen het DHC wordt de NH-90. Daarvan komen er twee types: de NATO Fregat Helikopter (NFH) en de Marinised Tactical Transport Helikopter (MTTH),
kopters op De Kooy, maar het aantal overeenkomsten is veel groter. De squadrons blijven binnen het DHC bijvoorbeeld vrijwel onaangetast. Wat dat betreft vinden de grootste veranderingen plaats binnen de staffuncties.’ Daarnaast verhuizen het depotonderhoud en fase-onderhoud vanaf De Kooy. Dat wordt geconcentreerd op Vliegbasis Gilze-Rijen met een overloopcapaciteit op Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW). Het fase-onderhoud voor de NH-90 komt in de toekomst voor een belangrijk deel op Vliegbasis Gilze-Rijen terecht. Voor alle wapensystemen geldt dat grote modificatieprojecten en de overloop van het fase-onderhoud door LCW worden uitgevoerd. Daarbij wordt wel aandacht besteed aan een min of meer gelijkmatig werkaanbod richting LCW om de capaciteit daar zeker te stellen. Bijsturing Over welke veranderingen hebben we het dan in vergelijking met de THG? Polet: ‘Op vier punten doen we aan bijsturing. Allereerst de planningsystematiek en organisatie, er komt een betere afstemming met de planning van klanten. Daarnaast moeten we de Militaire Luchtvaart Eisen borgen en dat doen we in een structuur van vier gelijkwaardige poten, in plaats van in twee poten, zoals beschreven voor de THG. Operaties en Onderhoud (en logistiek) kenden we in de THG natuurlijk al. Nieuw zijn Opleiding & Expertise en Vliegveldfaciliteiten & Ondersteuning. Als derde punt van bijsturing komt er een Opleidings- en Expertisecentrum voor helikopteroperaties. Dat was gefragmenteerd aanwezig in de THG-organisatie, maar gaan we in het DHC organisatorisch concentreren. Voorheen lag deze taak bij de HSO (hoofd stafgroep operaties) die vooral focus had op operaties.
Voor het DHC blijven Operaties natuurlijk ook de primaire focus, want dat is je eindproduct. Maar door de vorming van het cluster Opleidingen en Expertise brengen we het nu wel meer in balans. Het laatste veranderpunt is een verdere verbetering van Staf DHC. De oefen- en inzetvoorbereiding bijvoorbeeld, deze tak moest er voorheen naast worden gedaan. Daar is nu een aparte afdeling voor gemaakt met voldoende mancapaciteit.’ Luchtmachtblauw We gaan weliswaar drie onderdelen bij elkaar voegen, maar het gaat bij de reorganisatie van het DHC, voornamelijk om aanpassingen aan het bestuurlijke deel. Er is wel een reductie, maar die is niet groot: zo´n 22 functies van de 2237. Het wordt een CLSK-eenheid, die paars wordt ingevuld, waarbij het grootste deel luchtmachtblauw is. In cijfers: van de in totaal 2237 VTE’en komen er vierhonderd van de marine. Nog eens honderd marinemensen gaan op basis van detachering werken bij het DHC. Zoals gezegd, we concentreren ook het hoger onderhoud, zoals de fase-inspecties, op één locatie. Vanaf 2009 vindt dat voor alle types plaats op Vliegbasis Gilze-Rijen. Marinevliegkamp De Kooy wordt vanaf 1 januari een CLSK-veld en gaat dan Maritiem Vliegkamp De Kooy heten. Vanaf die datum is het CZSK dus ook geen vliegend bedrijf meer en doet dus geen eigenhandig zaken meer met de Militaire Luchtvaart Autoriteit of de Defensie Materieel Organisatie op het gebied van vliegoperaties. Het specialisme ‘vliegen’ wordt dan alleen nog maar door het CLSK uitgevoerd. Dat neemt niet weg dat het CZSK ook in de toekomst nadrukkelijk betrokken blijft bij het DHC. Het houdt namelijk op het
NH-90 Wat materieel betreft: er komt een andere samenstelling qua helikoptertypes. De SAR-taken van de AB-412 gaan over naar de NH-90. Daarvan zijn twee types: de NATO Fregat Helikopter (NFH), oftewel de boordhelikopter, waarvan er twaalf op De Kooy komen en de Marinised Tactical Transport Helikopter (MTTH), waarvan er acht op Gilze-Rijen komen. De laatste wordt ingezet voor zowel amfibische operaties als voor ondersteuning van landoperaties, waarbij ze een capaciteit leveren die vergelijkbaar is met die van de Cougar. Polet: ‘Oorspronkelijk was het de bedoeling twintig boordheli´s voor de marine te kopen. De helikopterstudie uit 2003 gaf echter het advies om het contract open te breken en daar twaalf fregatheli´s plus acht transportheli´s van te maken.’
Eenheden DHC 4 operationele squadrons: - 298 Squadron met Chinooks - 300 Squadron met Cougars en NH-90 - 301 Squadron met Apaches - 860 Squadron met NH-90 2 opleiding- en expertise squadrons: - 7 O&E squadron (De Kooy) - 299 O&E squadron * 3 materieel logistiek squadrons: - 930 onderhoudssquadron - 932 logistiek squadron - 990 matlog squadron * (De Kooy) 2 basis squadrons, voor kazerneorganisatie en vliegveldorganisatie: - 931 F&O squadron (faciliteit en ondersteuning) - 991 F&O squadron * (De Kooy) * Naamgeving moet nog geaccordeerd worden
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Boodschap Toch is de grootste hobbel in het proces een emotionele, namelijk de acceptatie van een nieuwe structuur. Om die hobbel te nemen is een goede en heldere communicatie nodig. Polet: ‘Mensen van Soesterberg waren al bezig met verhuisplannen naar het Brabantse land, maar kregen vervolgens te horen dat ze een jaar later gaan. Er wordt nu hard gewerkt om een eenduidige boodschap vanuit alle betrokken partijen richting het personeel uit te dragen, namelijk: hier gaan we voor! Om dat te ondersteunen wordt onder andere ruimte gemaakt op de CLSK-website, waar alle relevante informatie met betrekking tot het DHC wordt gepubliceerd. Terecht, want het DHC wordt het grootste operationele bedrijf van de luchtmacht. Het onderlinge begrip tussen de partijen is sinds het begin van het project al veel beter geworden, omdat de projectgroep nu al twee jaar in het gebouw van de staf CLSK zit en dus ook is meeverhuisd van Den Haag naar Breda. Voor een beter begrip van elkaars wijze van opereren hebben we ook chefs staf uitgewisseld tussen De Kooy en Gilze-Rijen. Echter, ondanks de successen die we boeken, moeten we met z’n allen de schouders blijven zetten onder duidelijke en eenduidige communicatie.’ DE VLIEGENDE HOLLANDER
‘Het gaat om inkomens van mensen, die moet je zeker stellen.’ ‘We hebben hier op Gilze al zo veel reorganisaties meegemaakt, je gaat er bijna aan wennen.’ De toon is licht cynisch, maar van verslapte aandacht is geen sprake bij sergeant Ronald Vermeer, voorzitter van de BGMC DHC (buitengewoon gemeenschappelijke medezeggenschapscommissie). ‘Een BGMC wordt in het leven geroepen als het bij een reorganisatie om meerdere onderdelen gaat’, vervolgt hij. ‘Onze doelstelling is: zorg dat al het personeel dat bij de reorganisatie betrokken is een baan krijgt. Dat wil niet zeggen dat ze ook op hetzelfde onderdeel blijven. Het gaat om inkomens van mensen,
die moet je zeker stellen.’ In de BGMC zitten vertegenwoordigers van Vliegbasis Soesterberg, Vliegbasis Leeuwarden (in verband met het overdragen van de SAR-taken), Marinevliegkamp De Kooy, Logistiek Centrum Woensdrecht (75 functies gaan van Marheli naar DMO/LCW), 11 Luchtmobiele Brigade (leveren acht man beladers/verkenners) en vertegenwoordigers van de Opco´s CLSK en CZSK. Compromisgehalte ‘Oorspronkelijk was het de bedoeling om het reorganisatieplan rond de THG uit te voeren en daar De Kooy aan toe te
Marinevliegkamp De Kooy is vanaf 1 januari 2008 een luchtmachtveld en heet vanf die datum Maritiem Vliegkamp De Kooy. Foto: Barry Wijnandts
Planning DHC
Drie locaties Het vinden van personeel om alle posities te bezetten tijdens de transitie is volgens Polet ook een behoorlijke uitdaging. ‘Je wilt op Vliegbasis Gilze-Rijen een HSO (hoofd stafgroep operaties, red.) en een HSOOD (hoofd stafgroep operatie ondersteunende diensten, red.), maar om die mensen te krijgen moet je ze wel ergens anders weghalen. En ze weghalen bij Vliegbasis Soesterberg terwijl de uitzending in Afghanistan nog loopt, is geen optie. Je wilt wel een gemeenschappelijke DHC-structuur, maar je moet toch tijdens 2008 drie locaties laten doordraaien. Het meest eenvoudige zou zijn geweest dat de hele club in één keer overgaat naar Vliegbasis Gilze-Rijen, maar daarvoor had daar wel alle infra op tijd klaar moeten zijn. De voor de hand liggende conclusie zou dan zijn: “we laten de vorming van het DHC samenvallen met de verhuizing van Vliegbasis Soesterberg”. Dat is echter niet mogelijk, omdat is afgesproken dat 1 januari 2008 de start is van het DHC.’
2003
2005
2007
Helikopterstudie Start project DHC September: aanwijzen commandant DHC
R E P O R TA G E
Gebroederlijk naast elkaar: de Apache, de Chinook en de Cougar, hier tijdens de ‘Gunnery’ in Duitsland. Vanaf oktober 2008 vliegen deze drie types vanaf dezelfde thuisbasis op Vliegbasis Gilze-Rijen. Foto: Eric Vorstenbosch, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg.
voegen’, legt Vermeer uit. ‘Toch kwam er een nieuwe werkgroep voor het DHC en nu ligt er een heel ander plan. De CLSK-squadrons zijn weliswaar gelijk gebleven, maar de toplaag is behoorlijk veranderd. De aansturing is daardoor anders en daarmee de bedrijfscultuur. De leden van de projectgroep hebben dit plan met TNO doorgelicht. Wij zeggen als BGMC niet dat het plan niet klopt, maar we gaan het wel door een extern en onafhankelijk bureau laten toetsen. We willen weten of de LE´s 145 en 147 zijn geborgd zoals het moet, of de aansturing van de organisatie zo gaat werken en dan met name wat betreft De Kooy. Het DHC is een paarse organisatie en dat betekent compromissen sluiten. Maar tot hoever wil je gaan? De invoeringsdatum van 1 januari 2008 is hard volgens Polet (projectleider DHC, red.). Als BGMC zeggen we: ja dat kan, maar belangrijk is dat het een goed plan is en dan mag de datum toch niet van
2008
2009
invloed zijn op de kwaliteit. Nogmaals, het is niet zo dat we zeggen: het kan niet. Maar het is voor ons te complex om dat soort vragen te kunnen beantwoorden. De projectgroep heeft er twee jaar fulltime aan gewerkt, wij doen het als BGMC erbij.’ Vragen Het aangeboden voorlopig reorganisatieplan (VRP) van 15 juni 2007 roept volgens Vermeer nogal wat vragen op bij de BGMC, omdat de BGMC niet betrokken is geweest bij de ontwikkeling van het DHC. ‘Er zijn wel stukken ontvangen, maar is er niet over gesproken’, aldus Vermeer. ‘Daarbij zijn er gewoon zaken die in het belang zijn voor het personeel. De uitfasering van de Lynx, de SAR-taken en invoering NH-90 lopen tot 2013, maar het SBK (Sociaal Beleidskader, red.) stopt begin 2013. De personele gevolgen kunnen juist aan het eind van het traject zitten. Moet het
2010
SBK dan doorlopen? Paarse vullingen, hoe gaat dat? Blijven die stoelen altijd van dat krijgsmachtdeel? Er zijn ook nog verschillen in rang en salaris. Een adjudant bij ons is een sergeant-majoor bij de marine. Die verschillen hadden al uitgezocht moeten worden in het concept VRP.’ Al met al moet er nogal wat werk worden verzet en dat niet bepaald in ideale omstandigheden. Vermeer: ‘De vorming van een paars DHC is een politiek besluit en op de werkvloer heb je daar niet zo veel last van. Je wordt afgerekend op het werk en niet op de kleur van je uniform, of dat nu lichtblauw, donkerblauw of groen is. Maar ondertussen draaien we uitzendingen, vacatures zijn niet gevuld en dan komen al die reorganisaties er nog eens bij. Dat maakt het allemaal niet eenvoudiger. Daarom moeten we als BGMC kritisch blijven kijken naar het proces, met gezond verstand en in goed overleg.’ •
2012
Januari: formele start Invoering eerste Overheveling SAR- Voorlopig geplande DHC NH-90’s taken van AB-412 afstoting Alouette Oktober: verhuizing naar NH-90 Vliegbasis GilzeRijen
2013
DHC volledig operationeel
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Generaal-majoor Meulman DCOM Air op Hoofdkwartier ISAF
‘Leren is hier het sleutelwoord’ Als generaal-majoor Freek Meulman zich in januari in desert-gevechtspak meldt op de Vliegbasis Eindhoven, is hij daar één van de vele militairen die op uitzending gaan. Toch is er een aanzienlijk verschil. De uitzending van de voormalig Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten duurt namelijk een jaar. Op het Hoofdkwartier ISAF in Kabul is hij als Deputy Commander Air verantwoordelijk voor de ISAF luchtoperaties in Afghanistan en tevens belast met de wederopbouw van de Afghaanse civiele luchtvaartsector. Tekst: Arno Marchand Foto’s: Ruud Mol
‘Natuurlijk is het een eer om gevraagd te worden voor een dergelijke internationale organisatie. Je bent betrokken bij de opbouw van een land en dat gaat de geschiedenisboeken in. Iedere dag bouw je een stukje van het land op en daarin speel je een rol. Dat moet je ook niet
DE VLIEGENDE HOLLANDER
8
overdrijven hoor. Iedereen doet zijn of haar ding. Maar toen ik voor de functie werd gevraagd, heb ik er wel even over nagedacht. Een jaar is zéker lang, maar of dat te lang is, moet je achteraf vragen. Maar je begrip van tijd wordt, zeker naarmate je hier langer zit, anders. Je
werkt hier namelijk zeven dagen per week en maakt heel lange dagen. Er is ongelofelijk veel te doen. De agenda staat iedere dag vol. Als DCOM Air (Deputy Commander Air, red.) stuur ik de ISAF-luchtcomponent aan. Naast de DCOM Air zijn er nog twee Plaatsver-
INTERVIEW
vangend Commandanten. Net als hen ben ik een adviseur van de Commandant ISAF, maar tevens zijn eerste plaatsvervanger.’ Wederopbouw ‘De taak voor de DCOM Air bestaat uit twee hoofddelen. Uiteraard gaat het om de aansturing van ISAF-luchtoperaties. Aan de ene kant zorgt dit Hoofdkwartier, in directe samenwerking met het Combined Air Operations Center in Qatar, voor voldoende slagkracht, maar zijn we onder meer ook verantwoordelijk voor luchttransport, vlucht- en grondveiligheid en airspace management. De verantwoordelijkheid geldt overigens alleen voor fixed wing-operaties, dus voor luchttransport en fast jets. Er is geen directe lijn naar de helikopterinzet, want die ligt bij de Regional Commander. Maar daarnaast moet in het kader van het wederopbouwproces ook de civiele luchtvaart in Afghanistan weer worden opgebouwd. In de zogenoemde Afghan Compact uit 2006 is overeengekomen dat er twee internationale luchthavens in dit land komen: Kabul en Herat. Daarnaast komen er zeven regionale luchthavens, waaronder Kandahar. Ook is er betrokkenheid
bij de opbouw van de Afghan National Army Air Corps, zeg maar de Afghaanse luchtmacht.’ Professioneel ‘Binnen de air-kant van het hoofdkwartier draait alles dus om de planning, tasking, inzet en rapportage van luchtstrijdkrachten en de opbouw van de civiele luchtvaart. Dat is een continu proces, 24/7, 365 dagen per jaar. Heel interessant. Ik zit zelf niet fysiek in het Combined Joint Operations Centre, want daar zit het personeel van het Air Coordination Element. Als ik kijk naar wat Nederland bijdraagt aan ISAF, en in het bijzonder wat de Koninklijke Luchtmacht daadwerkelijk doet, ben ik heel erg tevreden. Heel erg professioneel. Niet alleen kinetisch, ofwel met de daadwerkelijke inzet van wapensystemen, maar ook door show of force, show of presence, luchttransport of inzet van personeel. Op transportgebied stellen landen nationale capaciteiten ter beschikking voor de Inter Theatre Air Support, de shuttle. Met uitzondering van de rotatieperioden is er in principe voldoende capaciteit voor dagelijkse vluchten beschikbaar, alleen gaat de shuttle niet altijd zoals je wilt, en wanneer je wilt. Om
de beperking bij de rotatie van eenheden adequaat op te vangen, heeft Nederland bijvoorbeeld recentelijk gedurende enige weken een eigen C-130 ingezet voor de rotatie. Dat scheelde echt enorm. Het was dé manier om op een geplande wijze troepen uit het gebied te krijgen.’ Knap staaltje werk ‘Een ander belangrijk punt is inzet van luchtstrijdkrachten in het kader van humanitaire steun. De recente hulp bij overstromingen was nou typisch een voorbeeld waarbij wij als ISAF de bevolking snel en adequaat kunnen helpen. Het feit dat we als luchtstrijdkrachten hier zo goed op hebben gereageerd, is me écht bijgebleven. Minister van Defensie Wardak belde mij op en zei “we hebben een groot probleem. Duizenden mensen lopen gevaar.” We hebben toen een militaire operatie direct kunnen omzetten in een humanitaire. Je zag loadmasters met kinderen op hun arm. Het bijzondere zit ‘m in dus in de flexibele inzet van operaties, waarvoor we soms niet direct zijn opgeleid en getraind zoals bij de overstromingen. Een knap staaltje werk. Zéker als die plaatsvindt in een deel van het land dat onveilig is. De veiligheids
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
situatie is heel erg verschillend. In het noorden zijn het vooral stammentegenstellingen en criminaliteit, bijvoorbeeld door warlords en de narcotica. In westen is het relatief rustig maar niet veilig, en het zuidwesten relatief onrustig. Dat geldt zeker ook voor het oosten van het land met de vele in- en exfiltraties en aanslagen met IED’s (Improvised Explosive Devices, red.). In Kabul tenslotte is het relatief rustig, maar wel vinden er steeds
dus soms militair optreden nodig, waarmee de cirkel weer rond is. Overigens met zo min mogelijk collateral damage, of nevenschade. Dat is voor de bevolking heel slecht, maar voor ons ook.’ Uithoudingsvermogen ‘Je kunt je afvragen hoelang de ISAF missie gaat duren. Ik denk nog behoorlijk wat jaren. Zonder de hulp van ISAF en de internationale gemeenschap redt
grote verantwoordelijkheden met zich mee en daarmee de nodige uitdagingen. Op het Hoofdkwartier alleen al werken zo’n veertienhonderd man. Sommigen zijn ervaren met dit soort uitzendingen, anderen minder. Dat merk je zéker. Leren is hier het sleutelwoord en dat doen we nog elke dag. Ik vind het heel uniek om dit te kunnen meemaken. Ik denk dat dit ook voor de andere Nederlanders hier in Kabul en op andere plaatsen in
meer aanslagen plaats. Naast de militaire operaties die worden uitgevoerd in gebieden waar de insurgents (opstandelingen, red.) actief zijn, wordt er ook veel gedaan aan wederopbouw van het land. Wat zie je daar fysiek van? Bijvoorbeeld de bouw van scholen, het slaan van waterputten, het aanleggen van irrigatiekanalen en de bouw van hospitalen, Grootschalige wederopbouw kun je pas doen als er in gebieden een zekere mate van veiligheid is te garanderen. Daarom is de inktvlek benadering van de Nederlanders absoluut op zijn plaats: het creëren van relatief veilige gebieden, wederopbouwprojecten naar wens van de lokale bevolking en vervolgens verder uitbreiding van de veilige zone. Maar gebeurt alles in de snelheid die wij willen? Nee, zéker niet altijd. Want daarvoor ontbreken simpelweg te vaak de middelen en mogelijkheden. Vooral als het om dat laatste gaat, is er
Afghanistan het de komende jaren nog niet zelf. De commitment die we zijn aangegaan, vraagt om uithoudingsvermogen. Het samenhouden van de coalitie in Afghanistan voor adequate ondersteuning van de Afghaanse regering is daarmee teven het eigen centre of gravity geworden. Afghanistan is een complex land waarin dertig jaar lang oorlog heeft gewoed. Veel is verdwenen of stuk, hoewel er in de laatste jaren heel hard is gewerkt om het land weer op te bouwen. Er moet nog heel veel gebeuren voordat de Afghanen op het gebied van veiligheid en stabiliteit hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Daarnaast is op veel plaatsen wederopbouw van belang. De NAVO heeft hoog ingezet in Afghanistan. En terecht. Voor de NAVO is de missie in Afghanistan van groot belang voor haar eigen toekomst en geloofwaardigheid. Het brengt
Afghanistan geldt: een heel betrokken en professionele groep van militairen en soms burgers, die er alles aan gelegen is hun steentje bij te dragen en dat lukt uitstekend. We zitten nu in de derde fase van de NAVO-stabilisation Phase waarin de Afghan National Security Forces zodanig toegerust worden dat ze vrede en stabiliteit kunnen handhaven en garanderen. Maar voor we zover zijn, duurt nog wel even. Pas als dat gelukt is, kan de NAVO zich terugtrekken. Mijn jaar Kabul is daartoe slechts een druppel op de welbekende gloeiende plaat. Maar wel één die ook kan worden getypeerd als een behoorlijke uitdaging, een unieke ervaring, en een prachtgelegenheid om een zinvolle bijdrage ISAF-missie en daarmee de wederopbouw van Afghanistan te leveren. Best één dus om trots op te mogen zijn.’ •
DE VLIEGENDE HOLLANDER
10
R E P O RTTIATGE EL
NBC-ontsmetting door landmacht en luchtmacht
Patriots door ‘wasstraat’ ‘We zorgen voor onszelf, dat zijn we gewend.’ Sergeant Arnold Kampstra heeft het allemaal vooraf gepland en geregeld. Zijn mannen hijsen zich in een rubberen outfit en maken zich op voor een bijzondere schoonmaakbeurt. Tekst & foto´s: Harry van den Dries
De eenheid van Kampstra maakt deel uit van de 101 NBC Verdedigingscompagnie (Nucleair Biologisch Nucleair, red.) uit Wezep. Samen met luchtmachtcollega’s van de Groep Geleide wapens (GGW) uit de Peel hebben ze op een verlaten vliegveld in het Belgische Braschaat een ontsmettingstraat ingericht. Het oefenscenario geeft aan dat een Patriot-batterij van de GGW een sproeiaanval met een ‘blaartrekker’ heeft ondergaan. Nooit eerder is geprobeerd iets van zulke afmetingen te ontsmetten. Soldaat Pleijsier ziet het als een uitdaging. ‘Die bakken zijn niet alleen groot, er zit ook heel veel vitaals op’, zegt hij. ‘Dingen die wij niet zo maar mogen besproeien met onze neutraliserende emulsie.’ Even later rijden drie megamobielen in de richting van de ontsmettingstraat. De rubber pakken worden gesloten en de gasmaskers gaan op; it’s showtime! Aliens Allereerst wordt met een hogedrukspuit het loszittende vuil van de voertuigen verwijderd. Dit alles gebeurt zodanig dat de wind alle vuil uit de ontsmettingsstraat richting besmet gebied blaast. De eerste van de drie GGW voertuigen, inmiddels een paar kilo lichter, wordt vervolgens ingesopt met de ontsmettende vloeistof. Hij moet helemaal wit worden van de emulsie die ter plaatse in een container wordt aangemaakt. Zelfs de cabine wordt volgespoten met een stoomachtig goedje. De ontsmetters zien er uit als aliens: dikke gesloten rubberen pakken, compleet met laarzen, handschoenen en het welbekende gasmasker. De buitentemperatuur is inmiddels opgelopen tot ruim 25 graden. Sergeant Peereboom van de GGW vertelt dat dit pak tien maal zo veel effect heeft dan alle Sonja Bakker methoden samen. ‘Terug!’, roept een scheidsrechter. ‘Dat ding is nog niet helemaal wit dus terug.’ Het goedje moet 30 minuten inwerken. Om de tijd te doden besproeien de deelnemers elkaar even met wat verkoelend water. Het koelt de buitenkant wat af, terwijl het in het pak toch ruim boven de veertig graden blijft. Een half uur kan lang duren.
In dikke rubberen pakken beginnen de ontsmetters aan hun schoonmaaktaak. De witte emulsie neutraliseert de chemicaliën op de voertuigen.
Snuffelaar Dan is toch het moment aangebroken dat het voertuig mag worden afgespoeld. Al het wit moet er weer af. Een behoorlijke klus, maar gelukkig tevens de laatste fase. Een ontsmettingsmedewerker komt aanlopen met een groen apparaat. ‘Dat is onze snuffelaar’, legt hij uit. Een Chemical Agent Monitor die aangeeft of de ontsmetting is gelukt. Het apparaat geeft geen blokjes aan, wat betekent dat de operatie is geslaagd en het eerste voertuig weer inzetbaar is. Nog twee te gaan. Een half uur later is de klus geklaard en trekken de mannen uit Wezep en de Peel hun rubberen outfit uit. Ze zien er anders uit dan drie uur geleden, veel slanker en ook wat meer kleur. Uit een laars wordt een halve liter zweet gegoten. ‘Ja, als je kleding doorweekt is, zakt het naar beneden’, zegt Kampstra. Maar schone voeten hebben we, dat is zeker.’ •
11
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Naam: Leeftijd: Rang: Functie: Lokatie:
Remco Burger 32 jaar sergeant 1 rij-instructeur Strijpse Kampen in Oirschot
Tonen van de perfecte rit Tekst en foto’s: June Smit
Eén team, één taak. Toch werkt niet iedere luchtmachter binnen het CLSK-team. Deze maand een gesprek met sergeant 1 Remco Burger. Hij maakt als rij-instructeur deel uit van het luchtmachtpeloton dat op het OTCRij in Oirschot is geplaatst. Het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden (OTCRij) zorgt sinds 1998 voor de Militaire Rijbewijzen voor alle defensieonderdelen. Ook luchtmachters kunnen hier dus terecht. Met zo’n 250 instructeurs, zestig examinatoren, 520 voertuigen en een eigen verkeersoefenterrein is het OTCRij de grootste en modernste militaire rijschool ter
wereld. ‘Op het verkeersoefenterrein leren de cursisten alle basisvaardigheden’, zegt sergeant 1 Remco Burger. ‘We kunnen hier alle kanten op. Het terrein is 123 hectare en bevat verkeersfacetten van binnen de bebouwde kom, zoals oversteekplaatsen, rotondes en spoorwegovergangen. Maar ook is er een stukje autoweg aangelegd, een waadbaan, een voertuigbeheersingsbaan om Het luchtmachtpeloton verzorgt sinds 1998 rijopleidingen voor de luchtmacht op het OTCRij. Het bestaat te voelen wat er gebeurt als je voertuig uit vijftien rij-instructeurs en drie examinatoren. Verder zijn er op het OTCRij nog een liaisonofficier werkzaam en werken er nog twee instructeurs bij de zogenoemde bedrijfsschool voor bijscholingen, in een slip raakt, in- en uitvoegstroken en opleidingen vervoer gevaarlijke stoffen en instructeur- en examinatoropleidingen. - mijn favoriete gedeelte - de bult, waar een stukje Bosnië wordt nagebootst. Als ze het terrein voldoende beheersen, kunnen ze de poort uit.’ Netheid ‘Ik werk hier nu 4,5 jaar als rij-instructeur. Hiervoor zat ik negen jaar op Vliegbasis Soesterberg. Na onder andere vier uitzendingen, een functie bij het distributiecentrum en als Ops, heb ik gesolliciteerd voor rij-instructeur. Omdat ik materieel logistiek ben opgeleid, liggen hier ook mijn roots. Voor mijn gevoel zit ik helemaal op mijn plek. Als instructeur heb je nooit met dezelfde mensen te maken en iedereen heeft weer zijn eigen streken. Wat ik erg leuk vind aan het werk, is dat je meteen resultaat ziet. Je begint ergens mee, na-
Vliegende Hollander 0012 +++
IN DEN VREEMDE
melijk een cursist opleiden voor een bepaald rijbewijs, en een paar weken later sluit je het weer af. We krijgen hier leerlingen in alle leeftijden, van achttien tot in de vijftig jaar oud en dat maakt het werk nog interessanter. De jonge vent heeft namelijk nog geen ervaring en verkeersinzicht. Iemand die ouder is heeft dat inzicht al wel, maar moet vaak zijn rijstijl aanpassen om de juiste ‘netheid’ te krijgen.’ Camera’s ‘Ik verzorg zowel de B-, C-, D- als E-opleiding. Daarnaast geeft de luchtmacht hier ook cursussen voor bedienaar van de lier, de Autolaadkraan, de Afvalstoffen Ophaal Wagen en de Bomlaadkraan. Rijbewijs A, voor de motor, doen we als luchtmacht niet. Naast praktijk hoort ook theorie. Dat gedeelte geven we hier niet meer voor de klas, maar via Computer Gestuurd Onderwijs, het zogenoemde CGO. Dat is een systeem waarmee elke leerling zich op zijn eigen tempo de stof eigen kan maken, met eventueel hulp op afstand. Het is supermodern en omdat wij de enige rijschool ter wereld zijn die hiervan gebruik maakt, wordt het ook bewaakt met camera’s. Op de rijscholen op de velden, waar ze de basisopleidingen nog verzorgen, geven ze nog wel theorie voor de klas. Zij werken met syllabi van het OTCRij. We krijgen ook mensen van het veld die al wel als militair zijn opgeleid, maar voor een bepaald specialisme een rijbewijs nodig hebben. Daarnaast krijgen wij mensen van de velden wanneer de lokale rijschool daar geen capaciteit voor heeft.’ Kazerneregels ‘Wat de rijscholen op de velden ook niet gewend zijn, is het werken met lesroosters. Dat hebben wij overgenomen van de landmacht en dat werkt prima, net als het appèl dat dagelijks gehouden wordt. Daarnaast is het hier onder andere een regel om de baret op te zetten vóórdat we naar buiten gaan en deze ook tijdens het autorijden op te houden. De Het OTCRij is de enige rijschool ter wereld die gebruik maakt van Computer Gestuurd Onderwijs, waarbij de cursist in zijn eigen tempo de theorie tot zich kan nemen.
Elke categorie bevat techniek, waarbij de leerling technische kennis van het voertuig opbouwt. Daarnaast leert hij of zij iets over het onderhoud.
meeste cursisten kijken daar raar van op, die zijn zulke kazerneregels niet gewend. Dat is een cultuurverschil. Toen wij hier net zaten was dat voor ons ook heel erg wennen. Je ziet dat de ene luchtmachter de andere niet is. Zo hebben ze op de Peel weer een ander referentiekader dan op de Tactische Helikopter Groep.’ Vak apart ‘Van alle categorieën vind ik de buscursus het mooist. Bus rijden is een vak apart. De dimensies zijn bijvoorbeeld anders dan bij een vrachtwagen, maar ook de spiegels staan anders en je moet een beetje tegen de druk van passagiers kunnen. Voor een bus moet je echt de rust hebben. In Nederland hebben we dat meestal niet, maar we proberen het de deelnemers wel mee te geven. Tijdens de lessen gaat weinig mis, omdat je de fouten vaak al aan ziet komen. Daar ben je ook voor opgeleid tijdens een pittige opleiding die bijna zeven maanden duurt. Daarin leer je zowel het rijden zelf als rijden op instructeurniveau. Daarnaast krijg je ook theorie, wetgeving, techniek en onderhoud. Aan het einde van de opleiding moet je de perfecte rit laten zien.’ Specialist ‘Uiteindelijk zou ik wel examinator willen worden, maar daarvoor moet ik nog wat doorgroeien in het vak en alle voertuigen een keer hebben gedaan. Het werk als rij-instructeur begint eigenlijk pas na een paar jaar. Pas dan word je specialist op een voertuig en vergaar je alle instructiebevoegdheden. Voorlopig ben ik daar nog niet aan toe. Een examinator is namelijk ook groepscommandant met een aantal rij-instructeurs onder zijn hoede. Het afnemen van examens is maar één van de taken. Tot die tijd werk ik liever direct met mensen en ben ik erg happy met wat ik doe.’ •
Vliegende Hollander 0013 +++
IN DEN VREEMDE
R E P O R TA G E
Commandant generaal-majoor Van Loon: ‘Afghanistan heeft recht op enig optimisme’
De drie-eenheid van RC-South
Na een half jaar leiding te hebben gegeven aan het Regional Command South van de International Security Assistance Force, keerde landmacht generaal-majoor Ton van Loon begin mei terug naar Nederland. In zijn kielzog zo’n tweehonderd Nederlandse militairen van zijn staf, waaronder tientallen luchtmachters. Een beeld van het takenpakket van Regional Command South en welke rol luchtmachters daarin speelden. Tekst en foto’s: Arno Marchand
Persoonlijk overleg met de lokale bevolking is zeer belangrijk om wederopbouw in Afghanistan mogelijk te maken. Foto: Sjoerd Hilckmann, AVDD
DE VLIEGENDE HOLLANDER
14
R E P O R TA G E
‘Wij steunen de Afghaanse regering bij de wederopbouw van het land, het creëren van een veilige en stabiele omgeving en de opbouw van goed bestuur’, zegt generaal-majoor Ton van Loon, voormalig commandant Regional Command South (RC-South). Volgens hem vormen deze zaken een drie-eenheid: ‘Zonder elkaar hebben ze geen verband of houvast. Maar het is een complexe situatie. De bevolking heeft jarenlang de grootst mogelijke ellende over zich heen gekregen. Er gebeurt veel qua wederopbouw, maar alles gaat langzaam. Vergeet niet dat bijna negentig procent van de Zuid-Afghaanse bevolking analfabeet is. Daarbij doen de Taliban er alles aan om te voorkomen dat de situatie stabiliseert. Maar we zorgen er met ISAF voor dat de bevolking de betrokkenheid van de Afghaanse regering merkt, onder ander door écht Afghaanse deelname in de hulpverlening door eigen militairen en politie.’ Tienduizend militairen RC-South stuurt de internationale troepenmacht in Zuid-Afghanistan aan, in de provincies Day Kundi, Helmand, Kandahar, Nimroz, Uruzgan en Zabul. Daarin zijn zo’n tienduizend militairen werkzaam uit onder andere Australië, Canada, Denemarken, Estland, GrootBrittannië, Nederland, Roemenië en de Verenigde Staten. Het Nederlandse deel bestaat voor de ene helft uit de Task Force Uruzgan (TFU) dat als hoofdstandplaatsen Deh Rawod en Tarin Kowt (TK) heeft. Van de Air Task Force, het vliegende deel van de Nederlandse bijdrage, staat het Apachedetachement eveneens op TK, terwijl de rest van de wapensystemen en ondersteuning op Kandahar Air Field (KAF) hun thuisbasis hebben. Hoewel het een separaat deel op KAF vormt, is op deze grote internationale vliegbasis ook het Hoofdkwartier RC-South gevestigd.
Generaal-majoor Ton van Loon is terug op Nederlandse bodem met een dubbel gevoel. Blij om weer thuis te zijn, maar hij zou in Afghanistan nog zoveel meer willen doen.
Sergeant-majoor Jeroen, sectionlauncher crewchief 803 Squadron, Groep Geleide Wapens ‘Om maar meteen een misverstand uit de weg te helpen, het werk in de Joint Effect Cell heeft niets te maken met battle damage assessment wat je aan de hand van de naam zou verwachten. Wij kijken hoe we de juiste dingen moeten doen, en als we die doen kijken we of we die goed doen. Dat klinkt heel cryptisch, maar het betekent het volgende. Als een operatie gestart moet worden, kijken wij wat de opdracht inhoudt. We worden betrokken in het maken van de plannen. Bij de uitvoering van de operaties krijgen wij informatie over hoe het verloop is, of alles loopt zoals het zou moeten. Is dat niet het geval, dan zorgen we voor bijsturing. Na een operatie controleren we of het beoogde effect is gehaald, en zo nee, waarom niet. Een heel leerzame plek. Ik kan hier alleen maar positief over praten. Ik heb eerst op een andere plek gezeten, maar daar ervoer ik alleen maar wat er binnen het hek gebeurde, en niet daarbuiten. Nu dus wel. Ik heb ook bijgetekend om uiteindelijk zeven maanden op uitzending te zijn. Een supertijd. Ik heb ook heel goede ondersteuning vanuit De Peel gehad, want mijn uitzending drukt daar op de sterkte. Ik kijk er dus ook naar uit om terug naar huis te gaan hoor. Wat ik dan als eerste ga doen? Mijn meisje ten huwelijk vragen!’
Baas in eigen land Om meer grip te krijgen, moeten de Taliban of de opposing military forces (OMF) soms hard worden aangepakt. ‘En dat doen we dan ook’, gaat Van Loon verder. ‘In de zomer van 2006 was dat met de operatie Medusa, gevolgd door Baaz Tsuka. In die laatste vielen overigens nul slachtoffers aan de zijde van zowel de ISAF, de Afghaanse strijdkrachten als onder de burgerbevolking. Dat mag dus een succes genoemd 15
R E P O R TA G E
Sergeant Dave, planning cel/ops Vliegbasis Leeuwarden en majoor Roel, Hoofd TACTESS Vliegbasis Gilze-Rijen
Sergeant-majoor Marvin, Luchtmacht Meteorologische Groep (LMG), Vliegbasis Woensdrecht ‘Eigenlijk heb ik het hier gemakkelijk, want ik val slechts drie weken in voor een LMG-collega die op recuperatie in Nederland is. Het werk dat we hier doen, is voornamelijk voor de mannen op de grond, de task forces. Dat doen we voor alle naties die gekoppeld zijn aan het Joint Operations Center van het Hoofdkwartier RC-South. We hebben dus niets te maken met de inzet van het luchtwapen, want die hebben hun eigen meteodiensten. Soms werken we wel samen. Bij goed weer is dat niet zo noodzakelijk, maar bij slechter weer juist wel. Dan zie je dat onze prognoses soms wat uit elkaar lopen. Dat komt doordat we andere bronnen gebruiken, of dezelfde bronnen net wat anders interpreteren. Als meteoman maak je twee producten: voorspellingen over het weer in de bovenlucht - dat is voor de vliegers en daar hebben de mannen op de grond geen boodschap aan - en het weer boven de grond. De task forces willen namelijk weten of het daar gaat waaien, en of er dan bijvoorbeeld zandstormen te verwachten zijn. Daarom maken we voorspellingen voor vier uur. Dit is een mooie ervaring op meteogebied. Je werkt in en met een ander klimaat, met andere omstandigheden en andere extremen. Dat is alleen maar extra bagage die je meeneemt voor volgende uitzendingen. Een goede meteoroloog kan dan ook niet in twee jaar worden opgeleid. Daar heb je ervaring voor nodig.’ DE VLIEGENDE HOLLANDER
16
Als liaison-officers van de Air Task Force (ATF) is hun werkplek het Combined Joint Operations Center. ‘Heeft het RC-South helikopters nodig, dan regelen wij dat’, zegt Dave. ‘Gisteren bijvoorbeeld had de Task Force Uruzgan behoefte aan luchtondersteuning. Er was al een B-1 bommenwerper langs geweest, maar dat was niet afdoende. Wij hebben er vervolgens twee Apaches op gezet, die met Hellfires de OMF hebben geneutraliseerd.’ ‘Eigenlijk zijn wij de spreekbuis voor de ATF’, zegt Roel. ‘Voornamelijk op helikoptergebied. Wij vormen de schakel tussen de helikopters en RC-South. Wij geven bijvoorbeeld na een verzoek, een call aan de Apache Quick Reaction Force op Tarin Kowt. Er is alleen meer vraag dan dat we kunnen en zouden willen leveren. Alle toestellen vliegen hier al veel meer dan gepland en gaan dus ook over hun geplande uren per jaar heen. Daarom bewaken wij hiervandaan ook de status van de helikopters. We weten qua operaties precies wat er gaat gebeuren. We zijn dus echt een spin in het web op helikoptergebied.’ (Op de foto sergeant Dave links; majoor Roel rechts)
worden. Tijdens operatie Achilles in Noord-Helmand hebben de Britten daar echt zwaar gevochten. In overleg met de Afghaanse president Kharzai hebben we besloten dat er daar wat moest gebeuren, zodat de Afghaanse regering ook echt de baas is in eigen land. We zijn dus de Taliban offensief tegemoet getreden. We hebben ook hun hardliners aangesproken: “Dit kun je niet winnen, geef het op”. Maar als ze met alle geweld opbouw willen verhinderen, dan grijpen we in.
In sommige gevallen zijn commandanten bewust uitgeschakeld om daarmee bij anderen de wil om te vechten weg te nemen.’ Hoogste prioriteit ‘Daarbij heeft het voorkomen van civiele slachtoffers altijd de hoogste prioriteit’, vervolgt de generaal, die op 1 mei het commando overdroeg aan de Britse generaal-majoor Jacko Page. ‘Het is volstrekt terecht dat Kharzai zegt geen
R E P O R TA G E
burgerslachtoffers meer te willen. Wij zitten er dan ook juist om burgers te beschermen. Hoe meet je echter of je zinnige dingen hebt gedaan? Daarvoor gebruik je cijfers. In Kandahar bijvoorbeeld zijn tienduizend families weer teruggekeerd. Je kunt ook de hoeveelheid slachtoffers meten, maar dat hebben we bewust niet gedaan. Want ben je beter bezig als je meer slachtoffers onder de Taliban maakt? Neen. Je besluit offensief te werk te gaan, en dan vallen er gewoon slachtoffers. De Taliban zijn
dus nog steeds een factor van betekenis, maar het gaat langzaamaan steeds beter met Afghanistan. Het is heel belangrijk voor het land, de stabiliteit in de regio en de internationale gemeenschap dat Afghanistan er weer bovenop komt. Nu is de leiding van de operatie door de Britten overgenomen, maar het moet niet uitmaken welke troepen dat doen. De NAVO moet voorlopig voor de continuïteit zorgen. Het duurt nog lang voordat het vrede is, maar het land heeft recht op enig optimisme.’ •
Sergeant Marthijn en sergeantmajoor Martin, 710 Control and Reporting Center (CRC) Squadron, AOCS Nieuw Milligen
Luitenant-kolonel Denny, Commandant 322 Squadron, Vliegbasis Leeuwarden Als Deputy Chief van de Regional Air Operations Coordination Cell is Denny onder andere de primair verantwoordelijke op de ALO-desk, dat staat voor Air Liaison Officer. Die zorgt ervoor dat aangevraagde luchtsteun voor het RC-South terugkomt in een Air Tasking Order (ATO), zodat dat Forward Air Controllers op de grond contact kunnen krijgen met de hen toegezegde luchtsteun. Het Combined Air Operations Center in Quatar bepaalt wat er mogelijk is met welke middelen. ‘Als eerste steunen wij de missies met een ATO en zorgen er dus voor dat FAC’ers ook inderdaad contact krijgen met de hen toegezegde luchtsteun en stellen daarna zeker dat wat hen is toegewezen, ook wordt uitgevoerd. Dát is liaisonwerk. Zorgen dat alles goed verloopt. Ten tweede stellen wij zeker dat er luchtsteun komt wanneer grondeenheden een TIC hebben, dat staat voor troops in contact. De grondeenheden bepalen of er luchtsteun nodig is, en als dat zo is, kijken wij naar de responstijd van de beschikbare middelen in het theater. Omdat onze situational awareness in het gebied groot is, worden onze adviezen aan de hogere echelons die uiteindelijk beslissen, negen van de tien keer opgevolgd. Het leukste en ook het nuttigste, is het aanwezig zijn in de planning cell. Je ziet dat daar grondoperaties worden gepland, terwijl pas op het eind wordt bepaald of er luchtsteun nodig is. Ik zeg, je moet dat gezamenlijk plannen met de mogelijkheden die het luchtapparaat biedt. Dit is in mijn ogen dus nog niet echt een joint, of geïntegreerde operatie, maar meer het ondersteunen van grondoperaties.’
Beiden werken een half jaar in de Air Space Coordination Cell (ASCC) wat weer een onderdeel is van het Joint Operations Center, het JOC. ‘Dit werk heeft indirect te maken met wat we op het AOCS doen’, zegt Martin. ‘Als een firing base of operating base wil vuren om steun aan de grondtroepen te verlenen, komen ze bij ons om dat gebied hot te laten verklaren. Wij zorgen dan dat vliegtuigen uit het gebied gaan. Dat heet deconflicteren.’ ‘Wij onderhouden met een soort chatprogramma contact met alle players in dat gebied, zowel in lucht als op de grond’, zegt Marthijn: ‘Wij sturen hen een hot-verklaring voor een bepaald gebied. Daaromheen komt dan ook nog eens een Restricted Operations Zone.’ Martin: ‘We doen dit samen met een Brits CRC in Helmand en een Amerikaans CRC hier op KAF, maar ook met het civiele luchtverkeersleidingscentrum in Afghanistan. Een gebied kan niet permanent hot zijn, vanwege de zogeheten flexible use of airspace. Anders zouden vliegtuigen altijd om dat gebied moeten vliegen.’ (Op de foto de afvaardiging van het AOCS NM met sergeant Marthijn midden achterin en sergeant-majoor Martin linksvoor. Eigen foto)
17
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Missie EUSEC: adviseren aan en samenwerken met Congolese Defensie
‘Wij hebben een horloge, de Congolezen hebben de tijd’ Werken aan de wederopbouw van de democratie in Democratic Republic Congo vraagt tijd, flexibiliteit en vooral veel geduld. ‘Wie hier vooruitgang met westerse snelheid voor ogen heeft, die loopt snel tegen teleurstellingen aan’, aldus kolonel Joep à Campo, adviseur op het Congolese Ministerie van Defensie in de hoofdstad Kinshasa. Tekst: Wiedeke Borgsteede
DE VLIEGENDE HOLLANDER
18
| Foto’s: Joep à Campo
R E P O R TA G E
Ruim vijf maanden geleden landde kolonel Joep à Campo vanuit een toen nog grijs Nederland in het broeierige Kinshasa. Nog steeds bevalt zijn werk uitstekend binnen de kleinschalige, maar veelzijdige missie EUSEC (European Union Security Sector Reform) in het groene hart van Afrika. Deze missie wordt op dit moment voor eenderde door de Fransen en voor eenderde door de Belgen gevuld. Het overige derde deel wordt onder andere ingevuld door collega’s uit Portugal, Luxemburg, Groot-Brittannië en Duitsland. ‘Uiterst leerzaam om samen te werken met onder andere Franse, Belgische en Portugese collega’s, die veel ervaring hebben in deze regio’, vindt à Campo. Hij benadrukt dat het belangrijk is je terdege in de Afrikaanse cultuur te verdiepen als je in Congo werkt.‘We hebben onze lessen geleerd met pogingen onze cultuur op te leggen in deze regio. Het wordt nu de uitdaging om de Afrikaanse cultuur te begrijpen en met hen samen vanuit hun gedachtegoed te trachten verbetering en vooruitgang te creëren.’ Hoofdtaken EUSEC heeft drie hoofdtaken. In de eerste plaats de integratie van allerlei milities en rebellen in het leger. Deze strijders kunnen zich melden en hebben dan de keus uit een vertrekpremie of opname in het Congolese leger, de FARDC (Forces Armées de la Republique Democratic du Congo). Inmiddels zijn er veertien gemengde brigades, tezamen bijna 50.000 man. ‘De vijftiende brigade zal een dezer maanden ook gereed zijn’, zegt à Campo. ‘Als het hele proces wordt doorgezet, zou er een leger moeten overblijven van zo’n honderdduizend man. Een proces dat tot nu goed verloopt.’ De tweede hoofdtaak is het reorganiseren van de FARDC. Eerst inventariseren wat er op materieel- en personeelsgebied zowel kwalitatief als kwantitatief aanwezig is. Vervolgens wat onbruikbaar is afstoten en een plan ontwikkelen om de capaciteit op te schroeven. ‘Met name daar ligt de uitdaging. We zijn hier als adviseur, maar als je het daarbij laat, gebeurt er dus helemaal niets. Het is douwen, trekken, voorstellen doen, schrijven. Jij moet de machine op gang houden en dat alles zonder dat jij de enige eigenaar wordt van hun problemen.’ Ondanks de ellende van de ellende van de afgelopen jaren in Congo ziet kolonel Joep à Campo nog genoeg lachende gezichten onder Congolese bevolking.
De werkomstandigheden voor het Congolese leger zijn niet te vergelijken met Europese maatstaven.
Spooksoldaten Een derde taak, specifiek voor de submissie EUSEC FIN (European Union Security Sector Reform Finance), is het scheiden van de commandolijn en de betalingslijn. De soldaten werden slecht of niet betaald, een reden om aanvullende inkomsten, met het persoonlijk wapen op de man, op straat zeker te stellen. à Campo: ‘Heb je bovendien in Nederland soms het gevoel dat er meer werknemers op de loonlijst staan dan er daadwerkelijk zijn, laat staan werken, hier is dat ook echt zo. Er werd dus een groot bedrag doorgestuurd voor de betaling van zogenaamde spooksoldaten. Inmiddels zijn de commando- en betalingslijnen gescheiden, waardoor het salaris per persoon aanzienlijk heeft kunnen stijgen. Behalve natuurlijk voor de vroegere doorgevers en afromers in de commandolijn, die zijn dus niet blij. Bovendien wordt er een registratiesysteem ingevoerd op basis van vingerafdrukherkenning om te voorkomen dat mensen die net hun salaris hebben gehad meteen weer achter in de rij aansluiten met een andere naam.’ Telefoons Dat de zaken in Congo anders gaan dan in Nederland werd à Campo al snel duidelijk. ‘Tijdens mijn eerste vergadering hier werd ik een beetje minachtend bekeken: ik had alleen maar strepen en een naamplaatje op mijn overhemd. De tweede keer HSV-speldje en batons erbij en het was al meteen een stuk beter. Dus voorafgaande aan de derde vergadering in de doos met Luco-goodies gedoken en ik deed niet meer voor ze onder. Dacht ik. Blijkbaar was er nóg een element dat de maximale invloed bepaalt die je in een vergadering kunt hebben. Ze hebben hier nauwelijks te eten, maar er worden wel minimaal twee telefoons per persoon op tafel gelegd. Voor een voorzitter is dat nog steeds te weinig, toonde mijn co-chairman. Mijn Nederlandse en EUSEC telefoons samen maakten nog nauwelijks indruk. Gelukkig realiseerde ik me dat ik nog een oude gsm als reserve had meegenomen. Ook zonder simkaartje is hij nog altijd waardevol tijdens de vergaderingen.’ Samenwerking met FARDC Iedere ochtend rijdt à Campo door het drukke Kinshasa naar het Congolese Ministerie van Defensie, wat iedere dag op zich weer een hele uitdaging is. ‘De auto’s of wat daarvoor 19
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Rookwolken boven Kinshasa eind maart maken duidelijk dat van echte stabiliteit nog geen sprake is. Foto: Marlous Mooij
moet doorgaan schieten links en rechts over de weg’, zegt hij. ‘Zelfs in onze stevige terreinauto’s voel je je niet echt veilig. Als ik bij het ministerie aankom, passeer ik drie in hun stoelen hangende erewachten, die met Afrikaanse snelheid omhoog komen. Vervolgens betreed ik het smerige gebouw en loop als eerste naar het Congolese Opcen, waar dagelijks de ontwikkelingen worden doorgenomen met generaal Kifwa, een horizontaal ingestroomde rebel. In principe werkt EUSEC samen met het FARDC aan vier zaken. De eerste zaak is het ontwikkelen van een lange termijnvisie. Wat wil het Congolese Ministerie van Defensie met het oog op de toekomst? Daarvoor is een bestandopname van de huidige situatie nodig. Zaak twee is om dit in kaart te brengen door middel van audits door het hele land samen met de Congolezen. Als derde zaak is het belangrijk om de toekomstige omvang en de organisatiestructuur van het FARDC vast te stellen. Aan de hand van deze drie zaken kijk je tot slot welke middelen er nodig en vooral betaalbaar zijn om de lange termijnvisie te kunnen realiseren, zaak vier dus.’ Werk in uitvoering Gelukkig voor à Campo heeft het vele overleg de komende periode plaatsgemaakt voor wat veldwerk. ‘Momenteel ga ik veel het land in om de audits te begeleiden die we samen met het FARDC hebben opgezet. Een welkome afwisseling en ontzettend interessant. Je moet je realiseren dat het relatief gezien nog maar kort geleden is dat er een verschrikkelijke oorlog woedde in Congo die miljoenen slachtoffers maakte. In de jaren ’90 waren het de vele militiegroeperingen en rebelleneenheden die het land onveilig maakten en met name in het oosten gebeurt dit nog steeds. Inmiddels is er wel enige stabiliteit en is een groot deel van deze eenheden opgenomen in het Congolese leger en in de geïntegreerde brigades van het FARDC. Echter, tijdens onze werkzaamheden bleek dat het totaal niet duidelijk was welke eenheden nu waar precies zitten en welke middelen er ter beschikking zijn. Zo zijn er vele militairen die wel betaald krijgen zonder functie. Totaal niet efficiënt. We zijn dit nu in kaart aan het brengen, wat DE VLIEGENDE HOLLANDER
20
geen gemakkelijke opgave is in een land van 2200 bij 2000 kilometer. Leg de kaart van Congo maar eens over die van Europa heen en je ziet dat het land ongeveer zo groot is als Frankrijk, Italië, Duitsland, Polen en Spanje samen. Ook zijn er voor de FARDC-eenheden die we bezoeken altijd belangen om niet eerlijk mee te werken. Meer mensen opgeven dan je daadwerkelijk hebt, levert namelijk extra financiën op. Daarnaast is het altijd gemakkelijk om wat extra materieel achter de hand te houden voor als je je oude rebellenvriendjes nog eens tegenkomt.’ Kananga Ondanks het vele geregel en de administratie die aan een audit voorafgaan, gaat kolonel à Campo bij voorkeur het land in. Onlangs stond er een audit in Kananga, in hartje Congo, op het programma samen met twee Congolese collega’s. ‘De commandant van de regio die wij bezochten, had vervoer geregeld’, vertelt de luchtmachtkolonel. ‘Bij aankomst stond er een taxi met een chauffeur, waarschijnlijk de grootvader van de commandant, die ons enkele dagen zou gaan rondrijden. Natuurlijk tegen een flinke vergoeding in US Dollars. Mijn Congolese vrienden hadden al in het voertuig plaatsgenomen en de ogen reeds gesloten nog voordat de onderhandelingen met de chauffeur waren afgerond. Binnen de eenheden die we bezoeken is keer op keer de spanning voelbaar. “Wees op je hoede: een ‘controle’ uit Kinshasa!” De werkomstandigheden die we aantreffen zijn bedroevend. Eenheden zonder wapens, zonder voertuigen, zonder communicatie en... over het algemeen zonder werk. De troosteloosheid straalt er van af. De militairen zijn vaak getekend en mager. Tien dagen per maand één maaltijd per dag, dat is het. Ga je naar de Tien dagen per maand krijgen de militairen van het Congolese leger één maaltijd.
R E P O R TA G E
‘Het is geweldig om hier ‘s avonds door de wijken te lopen’, zegt à Campo. ‘De mensen zitten op straat, hebben niets maar hebben toch reden genoeg om vrolijk en gastvrij te zijn.’
families, dan is het nog erger. Ze leven onder erbarmelijke omstandigheden, in hondenhokken. De vliegbasis is al niet beter. Die bestaat uit vijftig personen die door de VN het veld zijn ‘afgedrukt’. Ze zitten zonder taak in een afgelegen meteogebouwtje. Er zijn geen vliegtuigen en geen auto’s. Gelukkig krijgen ze af en toe wel wat benzine. Die verkopen ze dus op de zwarte markt om vervolgens eten te kopen.’ Plafond Het meest indrukwekkend vond à Campo het bezoek aan de medische dienst. ‘Een geweldig team dat zonder middelen het beste ervan probeert te maken. Eerst werd ons het resultaat getoond van een samenwerkingsproject. De façade was geschilderd om er een levensgrote plaquette op te zetten van het samenwerkingsprogramma. Verder was er nog een plafond in de operatiekamer gerealiseerd. Zes dagen heeft het gehangen, maar daarna kwam het in zijn geheel naar beneden. Waarom? Het was op rotte balken getimmerd. Er komen veel hulpinstanties voorbij, maar het leidt voor de mensen regelmatig tot weinig structurele vooruitgang en verbetering. Als ik weer op de terugweg ben naar Kinshasa pieker ik over wat ik heb gezien. Waar moet je in dit land beginnen? Eerst structureel de top veranderen of gewoon handen uit de mouwen steken om vandaag mensen te helpen? Mijn Congolese vrienden hadden al weer geheel andere overwegingen. Ze legden de gehele terugvlucht synchroon snurkend af.’
Uitdaging Ondanks geen gemakkelijke randvoorwaarden, vindt à Campo het een enorme uitdaging om hier te werken. ‘Het politieke spel vertraagt de opbouw en in Afrika gaan zaken een stuk langzamer. “De blanken hebben een horloge, de Congolezen hebben de tijd”, is hier een veelgebruikte uitdrukking die absoluut in de praktijk opgaat. En waar we in zekere mate ook een voorbeeld aan kunnen nemen. Wij moeten voor de opbouw van Congo de tijd durven nemen. Er is grote armoede, maar geen droogte en in principe voldoende voedsel. Daar mogen de Congolezen zich gelukkig mee prijzen. Daarbij zit het land vol met waardevolle delfstoffen. Het is dan ook oprecht jammer dat ze er nog steeds een rommeltje van maken. Het is niet te bevatten dat hier in het afgelopen decennium vier miljoen mensen in het conflict zijn omgekomen. De oorlog is nu voorbij, maar nog altijd voel je de spanning en heerst er veel cynisme over de toekomst. Een westers tempo en een westerse manier van werken afdwingen, heeft geen zin in Congo. Daarmee boek je hier weinig of hoogstens tijdelijke vooruitgang. Het is dus ook ontzettend belangrijk om een positieve instelling te behouden. Afstand houden en kleine, haalbare doelstellingen creëren, daar gaat het om. Wij mogen dan wel een horloge hebben, maar ook wij hebben de tijd en die moeten we nemen. Aanpassen aan Afrika, daar gaat het om.’ • 21
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
‘Andere’ missies Buiten de ISAF-missie, waar op dit moment ruim 270 luchtmachters aan meewerken, is de luchtmacht ook in andere delen van de wereld actief. Een overzicht van deze ‘andere’ missies. Tekst: June Smit
Balkan Hongarije
• European Force (EUFOR) Totaal: 90 Nederlandse militairen, onder wie 22 luchtmachters Locaties: Banja Luka (Regional Coordination Centre), Sarajevo, LOT (Liaison Observation Team)-huizen in Travnik, Livno, Drvar, Mrkonjicgrad Doel: De voormalig strijdende partijen ervan weerhouden het conflict opnieuw aan te gaan en erop toe te zien dat de Dayton-akkoorden worden nageleefd. Sinds: 1 oktober 2004 Bijzonderheden: EUFOR is een voortzetting van de opeenvolgende NAVO-vredesmachten Implementation Force (IFOR) en Stabilisation Force (SFOR). Tot maart 2007 bestond de missie uit 280 Nederlandse militairen.
• European Union Monitoring Mission (EUMM)
Slovenië Roemenië Croatië
Vojvodina
Bosnië Herzegovina
Servië
Montenegro Kosovo
Macedonië
Italië Albanië
Griekenland
het-vuren en de terugtrekking van het Joegoslavische leger uit Slovenië. Al snel hielpen de waarnemers ook de partijen bij het zoeken naar een oplossing voor hun geschillen, verzamelden gegevens over de lokale verhoudingen en boden hulp bij de evacuatie van vluchtelingen en gewonden.
• Kosovo Force (KFOR) Totaal: 3 Nederlandse militairen, onder wie 1 luchtmachter Totaal: 4 Nederlandse militairen, onder Locaties: Sarajevo wie 1 luchtmachter Doel: De missie concentreert zich op Locaties: Pristina politieke ontwikkelingen en veiligheid, Doel: waarborgen van veiligheid en stabievenals het monitoren van grensoverliteit in Kosovo schrijdingen, interetnische aangelegenheSinds: maart 1999 den en de terugkeer van vluchtelingen. Bijzonderheden: KFOR is de militaire Sinds: 22 december 2000 tot augustus component van de United Nations Mis2007 sion in Kosovo (UNMIK) en is gestart Bijzonderheden: EUMM begon als om de militaire acties en de etnische European Community Monitor Mission zuiveringen door Joegoslavische leger- en (ECMM), waarbij de waarnemers toepolitieeenheden en ongeregelde milities zagen op de handhaving van het staaktin Kosovo een halt toe te roepen.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
22
ACHTERGROND
Midden-Oosten • United Nations Truce and Supervision Organization (UNTSO) Totaal: 11 Nederlandse militairen, onder wie 3 luchtmachters Locaties: Tiberias (Israël), Damascus (Syrië), Tyre (Libanon) Doel: Het onderzoeken van klachten over de toepassing of schending van de
Turkije
Turkije
• NATO Training Mission Iraq (NTMI)
Syrië Libanon Irak Israël Jordanië
Egypte
Algemene Wapenstilstandsakkoorden, het verlenen van assistentie bij het uitvoeren van de bestandsakkoorden en indien nodig aan beide partijen rapporteren over waargenomen activiteiten langs de bestandsgrenzen. Sinds: 1948, Nederlandse deelname sinds 7 juli 1956 en daarmee de langstlopende missie voor Nederland Bijzonderheden: Uitzending voor een jaar, totaal 156 militaire waarnemers.
Saudi Arabië
Totaal: 9 Nederlandse militairen, onder wie 3 luchtmachters Locaties: Bagdad Doel: Irakese militairen en veiligheidsfunctionarissen opleiden, zodat de Irakese regering in de toekomst haar eigen veiligheidsorganisatie kan opleiden en trainen om veiligheid en stabiliteit te bevorderen. Sinds: 8 oktober 2004
Soedan
Afrika • United Nations Mission in Sudan (UNMIS) Tsjaad
Soedan
Ethiopië Centraal Afrika
Democratische Republiek Congo Tanzania
• European Union Security Sector Reform Mission (EUSEC) Totaal: 3 Nederlandse militairen, onder wie 1 luchtmachter Locaties: Congo, Kinshasa Doel: de integratie van diverse milities en rebellen in het leger, het reorganiseren van Congolese leger en het scheiden van de commandolijn en de betalingslijn. Sinds: 8 juni 2005
Totaal: 32 Nederlandse militairen, onder wie 3 luchtmachters Locaties: zuidelijk deel, maar varieert per rotatie Doel: UNMIS ondersteunt de uitvoering van het vredesakkoord dat na een jarenlange burgeroorlog op 9 januari 2005 werd gesloten, onder meer door het toezien op de handhaving van het staakt-hetvuren, de partijen te ondersteunen bij de ontwapening, demobilisatie en reïntegratie van de verzetsstrijders, de reorganisatie van het politiekorps en de handhaving van de rechtsorde en de mensenrechten. Daarnaast coördineert UNMIS de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden en het ruimen van mijnen. Sinds: april 2006 Bijzonderheden: UNMIS bestaat sinds 24 maart 2005 uit een stabilisatiemacht van 10.000 militairen. Nederlandse bijdrage geldt na verlenging voor twee jaar. •
23
DE VLIEGENDE HOLLANDER
vervlogen tijden Vlieger overleeft neerschieten van eigen Fokker D.XXI
Fokker met ‘slobkousen’ Als de Duitse inval op 10 mei 1940 plaatsvindt, staat sergeant-vlieger Guus Kiel paraat bij de 1e Jachtgroep Veldleger op het Vliegveld Ypenburg bij Den Haag. ‘Spanning voelden we al een hele tijd. Eigenlijk verlangde de hele groep wel naar actie.’ En zo trok hij in een escadrille met nog twee collega’s in hun Fokker D.XXI’s, om 3.48 uur ten strijde tegen de Luftwaffe, vlak voordat de slag om Ypenburg begon. Tekst: Arno Marchand | Foto’s: uit archief Guus Kiel
mobilisatie. ‘Ik werd als reservist opgeroepen om op de toen nieuwe de D.XXI te vliegen. Die vloog fantastisch’. De D.XXI was ontworpen voor de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (ML KNIL), dat toch afzag van een bestelling. Een voor zijn tijd opmerkelijk grote jager met dito wendbaarheid en goed klimvermogen, maar met een te lage maximum snelheid (ruim 415 km/u) in vergelijking met buitenlandse jagers, en een vast onderstel. Dat was nog een eis van de ML KNIL. Om de wielen zaten wel gestroomlijnde kappen, de zogenoemde slobkousen. ‘Er was altijd wel wat met de D.XXI vanwege de zuinigheid bij reparaties. Mijn collega Linzel vloekte daar op.’ Engelandvaarder Jan Linzel is naast Kiel, de enige nog levende vlieger van de D.XXI.
Type: Dienstperiode: Aantal:
Fokker D.XXI 1938 tot en met 1940 36 voor de Luchtvaart Afdeling
Lijkenvingers
Met een opvallend genoeg licht Duits accent, begint de 94-jarige drager van het Vliegerkruis Guus Kiel zijn verhaal. ‘Ik ben gewoon Nederlands hoor, maar mijn vader was kunstschilder en ging naar de beroemde academie in München. Een van zijn vrienden was Ernst Udet, een Aas uit de Eerste Wereldoorlog en een grootheid in Duitsland. Door hem trok mij als kind dat vliegen al. In 1932, toen ik een jaar of achttien was, ging ik op zijn advies naar Nederland waar ik al snel een oproep voor dienstplicht kreeg, ondanks dat ik broederdienst had. Maar ik had niets te doen en geen cent te makken, dus ik ging toch. Ik mocht kiezen voor de Luchtvaart Afdeling dus ik dacht dat ik ging vliegen, maar dat werd natuurlijk gronddienst.’
Mobilisatie Inmiddels opgeklommen tot sergeant wordt Kiel luchtschutter en -fotograaf, maar hij wil meer. ‘Aansluitend aan de dienstplicht ging ik in 1933 de onderofficiersopleiding voor vliegers in, want ik had geen rode cent. Ik heb nog wel eens mazzel gehad hoor. Ik moest eens met een Fokker D.VII landen op een grote oranje lap op de grond, met de motor uit. Maar ik zag daar bij het aanvliegen ineens een brandweer en ambulance staan, en mensen zwaaien met twee handen en een collega met een vliegtuigwiel boven z’n hoofd. Dat bleek mijn wiel te zijn…’ In 1937 zwaaide hij af en werd uiteindelijk maandvlieger. Tot de eerste V L I E G E N DE
‘Eerlijk gezegd hoopte ik dat er maar een beetje snel actie kwam, want dan konden we tenminste aan de slag’, zegt Kiel. Op 10 mei 1940, rond kwart voor vier in de ochtend, kómt het alarm. ‘Wij kleedden ons snel om en renden naar de kisten. De mecano’s stonden al klaar, en we hoorden de Duitse vliegtuigen al boven ons. Ik dacht dat ze naar Engeland zouden gaan, maar net over de kustlijn keerden ze dus om, om Nederland aan te vallen. Ik hoorde samen met Jaap Eden bij het eerste escadrille dat de lucht in ging, onder leiding van eerste luitenant Boy Ruijs de Perez. Die gebaarde iets met Dit Fokker-type staat te boek als D.XXI (met punt), maar werd door zijn handen van de fabriek zelf ook officieel als “ga”. Ik wist niet D-XXI (met streepje) en zelfs als wat hij bedoelde, D.21 (in cijfers) aangeduid. maar ik ging maar.’ De mitrailleurs van Ruijs bleken niet te werken en hij heeft zolang het kon als afleiding voor de twee andere vliegers gefungeerd. ‘Jaap en ik bleven zoveel mogelijk bij elkaar, want alleen was je de
24
H O L L A N D E R
vervlogen tijden sigaar. We schoten als gekken en je zag de lichtspoormunitie in de toestellen verdwijnen. We noemden die sporen lijkenvingers. Maar ik vroeg me af, waarom vallen die kisten nou niet naar beneden? Iedereen bleek daar achteraf last van te hebben gehad. Ik schoot uiteindelijk een Junkers 52 transportvliegtuig neer. Op een gegeven moment was Jaap weg en op de grond zag ik alleen maar rook en bombardementen. Het was een wild gedoe. Mijn kist was ondertussen leeg en alle vliegers hadden een kaartje gekregen met daarop uitwijkvliegvelden als Valkenburg en Ockenburg. Ik koos het hulpvliegveld Ruijgenhoek in de duinen bij Noordwijkerhout. Ik was daar alleen nog nooit geweest. Dat was zo goed gecamoufleerd dat het leek of het landbouwterrein was met alleen maar sloten, die in werkelijkheid waren dichtgestort met teer.’
Warme melk Rond 5.15 uur landde Kiel. Op de grond telde iemand al ruim tweehonderd kogelgaten in zijn toestel, maar hij deed het nog. ‘Ik kon alleen geen munitie meer laden want de leidingen daarvan in mijn kist waren doorgeschoten. Er was daar nog een vlieger geland die volkomen van de kaart vertelde dat Schiphol volledig was gebombardeerd. En een derde vlieger kwam binnen voor brandstof en munitie. Ik zei “kom op, dan kunnen we met z’n drieën weer een escadrille vormen”. Hij wilde echter eerst een glas warme melk. Ik dacht, krijg wat, dus ik stapte in mijn bijgetankte kist om op weg te gaan naar Vliegveld Waalhaven bij Rotterdam. Ik dacht onderweg, ik kijk nog even boven Ypenburg. De lucht was immers weer stil.’ Maar schijn bedriegt, want ter hoogte van Vliegveld Valkenburg wordt Kiel aangevallen door vijf Messerschmitt 110 tweemotorige-jagers. ‘Ineens knalt mijn hele dashboard eruit. Ik raakte gewond in mijn arm die verlamd aanvoelde, een schampschot raakte mijn hoofd, en ik verloor de controle over het vliegtuig. Later kwam ik erachter dat er ook een kogel langs mijn ruggegraat door mijn leren vliegerjas was gegaan. Half bewusteloos zag ik de grond op me afkomen, maar wonderbaarlijk genoeg landde de kist zichzelf, totdat het met een gigantische klap in een greppel bij Den Deijl over de kop sloeg. Die Duitsers waren
Niet alleen Guus Kiel zelf, maar ook zijn vliegbrevet heeft de tand des tijds overleefd.
V L I E G E N DE
Tekenaar van onder andere het stripalbum Buck Danny, Francis Bergèse, legde Guus Kiel in zijn D.XXI vast, net nadat hij de Junkers 52 heeft neergeschoten. Voor zover Kiel zich herinnert, hebben tekenaar en vlieger elkaar nooit ontmoet. echter nog niet klaar met me en maakten allemaal nog een strafingrun om het karwei af te maken.’ Dankzij de ingenieuze bouwstijl van de Fokker, raakte de Duitse kogels niet de brandstoftank en ontplofte het toestel niet.
Spook Wonder boven wonder overleefde Kiel deze crash, maar zat ondersteboven gevangen in de cockpit. ‘Ik probeerde uit het toestel te klimmen maar ik bleef aan dat rotpistool hangen. Ondanks de verwondingen lukte het toch, en ik ging op mijn rug liggen. Ik was bovendien in een Duits parachutistennest terechtgekomen en dacht “schiet maar”, maar er gebeurde niets. Na vier uur wachten kroop ik uiteindelijk via twee sloten naar een villa op tweehonderdvijftig meter van het wrak van mijn D.XXI. Staat daar een vent z’n tuin te harken, midden in de oorlog! Ik dacht, die vent is gek! Of ik… “Heeft u een auto?”, vroeg ik. “Jawel, maar die krijgt u niet”, antwoordde hij. Ik dacht nog, ik trek mijn pistool, maar hij veronderstelde dat ik een Duitser was vanwege mijn accent. Het verhaal deed namelijk de ronde dat die vermomd in allerlei gedaanten rondliepen in Nederland. Ik zag al snel een ordonnans komen aanrijden en waarschuwde hem waar de Duitse parachutisten zich schuilhielden, en waarin zij burgers – inclusief de burgemeester – hadden opgesloten. Want dat had ik zien gebeuren. De motorrijder, belast met het overbrengen van berichten, bracht mij naar een kleine medische post in Den Deijl. Mijn hoofdwond was echter zo groot dat ik voor verdere behandeling naar Wassenaar moest waar ik herstelde.’ Na een paar weken bezocht ik mijn inmiddels gedemobiliseerde collega’s. Zij zagen een spook aankomen, want ze dachten dat ik was verongelukt bij Rotterdam. Ik heb toen maar heel snel een telegram naar mijn vrouw in Zandvoort gestuurd.’ Nadien vroeg Ruijs hem: ‘Je gaat nu toch niet naar die verschrikkelijke arbeidsdienst om in Duitsland te werken?’ ‘Zéker niet’, reageerde Kiel, ‘want ik wil mijn eigen pilotenbar openen.’ En die kwam er met hulp van Ruijs nog in 1940 in Amsterdam onder de naam De Vliegende Hollander. •
25
H O L L A N D E R
INTERVIEW
Speciale training voor technici 298 en 300 Squadron
Hogere inzetbaarheid door voorkennis Uitzendingen worden steeds intensiever. De verhoogde spanning, het werken op een kleine ruimte en een hoge werkdruk kunnen een gevaar vormen voor de sfeer in een detachement en voor de veiligheid van het werk. Om dit te ondervangen ontwikkelde het Centrum voor Mens en Luchtvaart speciaal voor de technische specialisten van het 298 en 300 Squadron de training Human Factors in Maintenance.
Tekst: June Smit
Kun je elkaar op de werkvloer in Nederland nog wel eens ontlopen, in het uitzendgebied kan dat niet. Die ‘gedwongen’ samenwerking kan tot spanningen leiden. Foto: archief 300 Squadron
DE VLIEGENDE HOLLANDER
26
INTERVIEW
Vier weken voor uitzending, drie dagen in burger bij elkaar voor de training. Waarom? ‘Het is een stukje teambuilding’, zegt Ralph Tier, luchtvaart –en bedrijfspsycholoog van het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML). ‘De deelnemers zitten in hetzelfde schuitje, namelijk een uitzending, en hebben daardoor een gezamenlijk doel. Daarnaast is de training een goed moment om afspraken te maken, zodat je minder op verrassingen wordt getrakteerd. Ook wat betreft thuisfront. Als je namelijk weet dat iemand een ziek kind thuis heeft, kun je daar rekening mee houden. Wanneer iemand stil is, heb je al voorkennis.’ ‘Ze krijgen daarnaast ook een stukje inzicht in psychologische processen’, vult bedrijfs- en luchtvaartpsycholoog majoor Jan-Peter Goutbeek aan. ‘Zodat ze bepaalde signalen van elkaar herkennen en af en toe eens met hun collega kunnen gaan zitten en vragen: hoe gaat het met je? Leidinggevenden leren hoe ze het beste op bepaalde karakters of situaties kunnen reageren, bijvoorbeeld als er een oma overlijdt. Inzicht in psychologische processen krijg je niet in tweeënhalve dag, maar je kunt je er wel bewust van worden.’ ‘De grootste winst is echter dat je elkaar al van tevoren hebt gezien’, zegt majoor Peter van der Vliet, Hoofd Gereedstelling en Onderhoud (HG&O) van het 300 Squadron. ‘Heb jij suikerziekte?, of zelfs: ben jij getrouwd?. Dat zijn mensen die elkaar dan al meerdere jaren kennen, maar op de werkvloer praat niet iedereen daarover.’ Het 298 Squadron nam het initiatief voor de Human Factors training. Wat was de aanleiding? ‘Tijdens het tweede detachement twee jaar geleden, liep het behoorlijk mis met de onderlinge samenwerking’, zegt majoor René Brughuis, HG&O van het 298 Squadron. ‘De afgelopen vier jaar is maar liefst zestig procent van het squadron gewisseld. Door dat grote verloop heeft het 298 Squadron al een tijd lang te maken met een lage ervaringsgraad, ook onder leidinggevenden. Ook verschillende andere factoren zoals tegengestelde karakters, 24 uur per dag bij elkaar zijn en de Chinookcrash van 27 juli 2005, zorgden voor veel spanningen op de werkvloer. Hierdoor moesten we mensen ter aanvulling sturen. Nadat het detachement was teruggekeerd, heb ik luchtvaartpsycholoog majoor Jan-Peter Goutbeek gebeld. Samen hebben we een evaluatie geregeld om na te gaan wat er
Spanningen onder technici van het 298 Squadron vormden de aanleiding voor de ontwikkeling van de training Human Factors in Maintenance. Foto: Sergeï Kusters
was misgegaan. Het is toch om een combinatie van menselijke factoren.’ Keken jullie als detachement altijd al terug op een uitzending? ‘Voor de gebeurtenissen rond Det 2 hadden we op dit gebied nog nooit aan een structurele evaluatie gedaan’, zegt Brughuis. ‘Dat zegt iets over de waan van de dag’, vult Van der Vliet aan. ‘Het is goed om onze lessons identified om te zetten in lessons learned. Als iedereen gemotiveerd is bij de detachementwissel in uitzendgebied, dan raakt de andere club ook gemotiveerd. Toen wij weggingen met het Cougardetachement, was de training nog niet klaar, maar wij ervoeren identieke problemen als het personeel van de Chinook. Een lage ervaringsgraad en spanning op de werkvloer. Dat kan
gemakkelijk escaleren.’ ‘Conflicten zijn in een uitzendgebied niet alleen heel negatief voor het welzijn’, zegt Goutbeek, die de training ontwikkelde, ‘maar ook voor de veiligheid. Daarnaast schrijven de Militaire Luchtvaarteisen voor dat aandacht wordt besteed aan Human Factors. Vandaar dat we de training hebben ontwikkeld.’ Hoe ziet de training eruit? ‘In een uitzendgebied kunnen veel stressoren aanwezig zijn, zoals dreiging, hitte, lawaai, stof en nachtdiensten’, zegt Tier. ‘Daarom behandelen we in dag één deze stressoren, de symptomen van stress en zelfopgelegde stress’, vertelt Goutbeek. ‘Ook menselijk falen, zelfinzicht en vermoeidheid komen aan bod. Dag twee gaat over groepsprocessen
Kapitein Sergeï Kusters, hoofd Bedrijfsbureau 298 Squadron:
‘Verbeterde sfeer’ ‘Ik vond de training erg nuttig, vooral de dag voor leidinggevenden. Daar werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Naar aanleiding van een enquête en onderlinge afspraken, hebben we gesproken over je sterke en zwakke punten. Hierbij werd mij verteld dat ik de neiging heb om dominant te zijn en door te drukken. Zelf had ik dat niet door, maar nu ik het weet probeer ik wat stapjes terug te doen. Tijdens de trainingen spraken we met de hele club over waar iedereen tegenop ziet en wat ieders angsten zijn. Eén persoon gaf toen aan erg tegen de raketaanvallen op te zien. Nu in het gebied probeer ik daar rekening mee te houden. Na de eerste aanval heb ik met die persoon een één op één gesprek gehad waarin we de raketaanval en de daarbij komende gevoelens hebben besproken. Ook het van tevoren afspraken maken, blijkt erg nuttig. Zo hadden we afgesproken dat er wat er ook gebeurt, orde en netheid is in de clamshelter en de containers. Toen dat niet gebeurde, hebben we iedereen bij elkaar getrokken en gezegd: dit was de afspraak. Dat was heel handig. Uiteindelijk denk ik dat de cursus de sfeer heeft verbeterd.’
27
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Sergeant 1 Bas Scholtens, vliegtuigonderhoud 300 Squadron:
‘Ergernissen aangeven’ ‘Ik ben nu twee keer uitgezonden geweest, nadat we de training hebben gehad en de groep was een stuk hechter dan voorheen. Je kunt namelijk van tevoren ergernissen in de groep aangeven. Zo hadden we een sergeant-majoor bij ons waarvan we het idee hadden dat hij niet zo veel zin in de uitzending had. Toen we dat tijdens de training aanhaalden, bleek dat ook en daar hebben we over gepraat. Uiteindelijk heeft hij ook in gebied zelf goed meegewerkt. Het mooiste is dat de mindset hetzelfde is. Er is ook een groep geweest en daar liep het niet. Op het moment dat ze daarheen werden gestuurd, kwamen er twee extra Chinooks bij en geen extra mankracht. Daarnaast was de legering niet goed geregeld, ze moesten werken op het heetst van de dag, de werkdruk werd steeds hoger en de frustraties namen toe. Als er dan niemand is die dat verhelpt, van kom op jongens we moeten nog even, dan kan het escaleren.’
en communicatie en dag drie is speciaal bedoeld voor de leidinggevenden. We maken tijdens de training veel gebruik van casussen en groepsopdrachten waarbij het accent ligt op het als groep oplossen van problemen. Dat is tijdens een uitzending ook van belang. Een voorwaarde hiervoor is dat je kritisch naar jezelf kijkt: wat zijn mijn kwaliteiten en valkuilen en wat is mijn invloed op de groep? Dit zijn vragen die aan bod komen. De gedachte hier achter is: als je wilt dat de groep goed draait moet je bij jezelf beginnen.’ ‘Jan-Peter en ik bezoeken ook de squadrons en zijn in het uitzendgebied geweest, zodat we hun werk(omstandigheden) kennen’, zegt Tier. ‘Dat is van belang want wij letten tijdens de training op de groepsdynamica. Wie is haantje de voorste, wie valt op qua analytisch vermogen, wie komt over als een bemiddelaar of regelaar? Zo kun je als team zo goed mogelijk gebruik maken van de aanwezige kwaliteiten.’ DE VLIEGENDE HOLLANDER
28
Hebben jullie al resultaat geboekt met de training? ‘De inzetbaarheid van de mensen en helikopters is na de trainingen vergroot’, zegt Van der Vliet. ‘We weten natuurlijk niet of het door de cursus komt, maar er is daadwerkelijk een verschil. Natuurlijk kan het ook door andere factoren komen. Bij het eerste detachement moesten ze bijvoorbeeld vanaf de tent naar de flightline lopen, terwijl ze nu maar een paar meter vanuit hun geairconditioneerde ruimtes hoeven. Ik heb wel al leidinggevenden horen zeggen: ik dacht altijd dat ik goed leidinggaf, maar ben erachter gekomen dat ik nog niet zo goed kan luisteren.’ Tier: ‘Ze gebruiken
Sergeant Richard Bakker, Vliegbasis Woensdrecht:
‘Nuttige kennismaking’ ‘De training was voor mij een mooie gelegenheid om de andere leden een keer te zien, al leer je ze meestal pas echt kennen als je in het gebied bent. Het is toch even wennen als je in een onbekend detachement terecht komt, je weet niet hoe iedereen is. Daarom was die kennismaking erg nuttig.’
Tijdens de training komt ook zelfopgelegde werkdruk aanbod, iets dat in het uitzendtgebied nog al eens voorkomt. Foto: archief 300 Squadron
ook bepaalde dingen uit de training op de werkvloer. Zo lieten we tijdens de cursus een filmpje zien over wat voor reactie je kunt verwachten als je bot reageert. In de film heette dat de ‘boomerang’. Na de training begonnen mensen dat woord ook te gebruiken als iemand emotioneel reageerde. Dan zeiden ze: “denk aan de boomerang”.’ Waarom alleen technici van het 300 en 298 Squadron? Goutbeek: ‘Het 300 en 298 Squadron hebben een concrete behoefte bij ons neergelegd als het gaat om human factors met het oog op het werk in Kandahar. Bij andere squadrons wordt in samenwerking met het CML ook aandacht besteed aan human factors en groepsbinding maar niet specifiek voor een uitzending. Verder gebruiken we de kennis die we op dit gebied hebben om in samenwerking met OKLu een training human factors in maintenance te ontwikkelen voor techneuten die nieuw zijn bij de KLu. Daarbij gaat het erom dat
Sergeant-majoor Maurice Knoppien OOT VOT, 298 Squadron:
‘Elkaar beter begrijpen’ ‘Het is prettig om tijdens zo’n training knelpunten in de groep te gooien. Die hebben we nu van tevoren uit kunnen praten. Op de werkvloer lukt dat niet altijd, want je hebt niet met iedereen te maken en sommigen komen van een ander veld. Zoals de training nu is geweest vond ik het een goede training. We hebben elkaar iets beter leren kennen en elkaar proberen beter te begrijpen. Iedereen heeft bepaalde karaktereigenschappen en als je weet hoe je daarmee om kunt gaan, werkt dat prettiger. Ook kom je er zo achter wat je van elkaar verwacht. Je denkt zelf soms ook dat je goed bezig bent, maar dat blijkt niet altijd zo te zijn.’
INTERVIEW
Sergeant William Joosse, AVT 300 Squadron:
Ook de Militaire Luchtvaart Autoriteit vereist dat squadrons aandacht besteden aan human factors. Foto: Sergeï Kusters
‘Weten hoe je moet reageren’ ‘Hoe breng je een groep die al heel hecht is, dichter bij elkaar? Dat was eigenlijk mijn eerste vraag toen we hoorden over de cursus. Uiteindelijk is ze dat toch gelukt, je leert namelijk beter met elkaar omgaan. We moesten bijvoorbeeld opschrijven wat wij het belangrijkst vonden tijdens zo’n uitzending. Voor de meesten is dat familie en gezin, maar sommigen zeiden hun hobby te gaan missen en anderen gaven aan het voor het geld te doen. Het is gemakkelijk om dat van tevoren te weten, dan hoef je er daar niet pas in het gebied achter te komen. Tijdens die training hoorden we ook wat je het beste wel en niet kan doen als iemand stiller wordt dan normaal. Doorgaans let je daar niet op, maar nu wordt je erop getriggerd. Dat is prettig, want we hadden ook een collega die problemen thuis had. Dan weet je toch hoe je moet reageren. Ook moesten we anoniem een lijst invullen met wat je van je chef vond. Je kon in uitzendgebied merken dat ze tips hadden gekregen, want de meesten probeerden er op te letten.’
die training KLu specifiek is zodat een deelnemer een directe relatie kan leggen tussen menselijke factoren, de cultuur bij de KLu en de maintenance taak.’ ‘De Koninklijke Luchtmacht heeft daarnaast maar één squadron van de Chinook en één van de Cougar, terwijl er van de F-16 meer zijn’, zegt Van der Vliet. ‘Het verloop is bij ons groter, wat eerder kan leiden tot spanningen. Bovendien lenen we voor een uitzending ook mensen van Woensdrecht, die normaal faseonderhoud doen. Die kunnen buiten de groep vallen, terwijl je in uitzendgebied juist een groep moet zijn. Tijdens zo’n trainingssessie wordt je bij elkaar gezet en op de werkvloer kun je elkaar gewoon mijden.’ Is training de enige oplossing om de sfeer in het uitzendgebied te verbeteren? ‘De training is maar een deeltje van wat er is veranderd binnen squadrons’, zegt Van der Vliet. ‘We proberen de mensen al zo vroeg mogelijk in te delen voor uitzen-
dingen om duidelijkheid te verschaffen en elke uitzendperiode te evalueren.’ Brughuis: ‘Maar ook om op tijd op te werken. We hebben net een jaar rust gehad en hebben die tijd optimaal benut om het personeel de juiste opleidingen te geven. Dat was voorheen niet altijd even goed op orde. Nu gaan de mensen op pad met het
gevoel dat het beter voor ze geregeld is.’ Van der Vliet: ‘Wij moeten als HG&O’s ook meer over de werkvloer lopen. We hebben te weinig mensen, en die we hebben moeten we koesteren, hoewel het meestal een golfbeweging is. Een paar jaar geleden hadden we zelfs teveel mensen, nu is het andersom.’ •
Adjudant John van der Pol, hoofdwerkeenheid VOT, 300 Squadron:
‘Handvatten voor verbetering’ ‘De dingen die ik tijdens de training over mijzelf hoorde, waren niet verrassend. Ik wist dat een actievere houding naar de jongens moest hebben. Het verschil was dat ik tijdens de cursus handvatten kreeg aangereikt hoe ik dit kon verbeteren. Dat heb ik uiteindelijk ook in de uitzending kunnen toepassen en dat werkt. Ik heb begrepen dat het elk jaar terugkomt, daar ben ik wel blij mee. De jongens die mee geweest zijn, zijn ook positief. Het was vooraf heel vreemd voor ons, het was ook helemaal nieuw. Bij ons detachement worden meestal ook mensen van buiten gevoegd, zij kregen een goede indruk van hoe wij waren en andersom. Op die manier word ik als leidinggevende niet in het uitzendgebied geconfronteerd met mensen die ik helemaal niet ken.’
29
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Alle regelgeving voor aircrews gebundeld in Operations Manual
Virtueel boekwerk voor operationeel en veilig vliegen Tekst: Luc Haen
Een boekwerk van 500 pagina´s over regelgeving doorlezen. Daar zal niet iedereen voor warm lopen. Toch wordt de Operations Manual anders dan bestaande boekwerken over regelgeving. Niet alleen staat alles geordend bij elkaar, het wordt als virtueel document op intranet of internet ook nog eens toegankelijker en daarmee gebruiksvriendelijker.
Boekwerken over regelgeving doerploegen is er straks niet meer bij. Met de virtuele uitgave van de Operations Manual komt de gebruiker met een paar maasklikken bij de juiste informatie. Foto: Marjon van Westing, Werkeenheid Grondfotografie Vliegbasis Gilze-Rije
DE VLIEGENDE HOLLANDER
30
ACHTERGROND
‘Hee Gumball, hoe zit het ook alweer met die hypobare kamer? Moeten we daar om de twee of de vijf jaar in gaan zitten voor de hoogte indoctrinatietraining?’ ’Eh… om de vijf jaar dacht ik. Moet je even opzoeken.’ Tot nu toe moesten aircrews dit soort informatie halen uit een reeks aan boekwerken over regelgeving. Een tijdrovende bezigheid, als je niet meer precies weet waar het staat. Dat is vanaf volgend jaar verleden tijd, met de komst van de Operations Manual (OM). Daarin staat voor alle operators, dus de hele aircrew, alle regelgeving per type vliegtuig. Bovendien wordt het een virtueel document op een website met een mappenstructuur, zodat iemand heel gericht kan zoeken. Als je op een bepaald type klikt, kom je automatisch bij die informatie voor dat toestel terecht. Daarnaast kan een virtueel document snel worden aangepast bij veranderende regelgeving, zodat de gebruiker weet dat de informatie up to date is. Uiteindelijk gaat de OM de regelgeving uit het vliegorderboek en de orders van blijvende aard vervangen. Antwoord Toch wordt het gebruiksvriendelijke aspect niet de enige bestaansreden voor de OM. Naast het praktische voordeel is het namelijk ook een gevolg van de opdracht van de Secretaris-Generaal om militaire luchtvaarteisen beter te borgen. ‘De eisen die gesteld worden door de Militaire Luchtvaart Autoriteit (MLA) worden verwoord in de OM’, stelt Directeur Operaties commodore Jon Abma, voorzitter van de werkgroep MAR-OPS & FCL (Military Aviation Regulations Operations & Flight Crew Licensing). ‘In de MAR staat: u zult dit. De OM vertelt: zo doe je het. Met andere woorden: de OM is het goedgekeurde antwoord op de eisen die de MLA heeft gesteld. We hadden ook alleen de civiele regelgeving kunnen gebruiken, maar wij doen als militair bedrijf ons werk toch onder bijzondere omstandigheden. Het gaat niet alleen over het vliegen van A naar B. Wij doen juist veel zaken daar tussenin, of starten vanaf A en komen daar ook weer terug.’ Toepassen ‘De maatschappij vraagt om meer verantwoording’, vult kolonel Bas Pellemans aan, Hoofd Afdeling Luchttransport & Tanker Operaties van Staf CLSK.
‘Daarom zijn de civiele Joint Aviation Civiele regelgeving dekt ook bij militair luchttransport niet helemaal de lading van het werk. Regulations (JAR, red.) vertaald naar Military Aviation Regulations (MAR, red.), met als doel het technisch en operationeel proces beter in kaart te brengen. Hoe het operationeel is georganiseerd, staat beschreven in de MAR-OPS. Dat document is de kapstok en zet de kaders. OM. Abma: ‘We hebben de kwaliteit en Hoe je het vervolgens moet toepassen veiligheid hoog in het vaandel, maar die staat in de Operations Manual, met norzijn wel afhankelijk van de missie. Dan meringen en regels. In het Standard Opemoet je soms concessies doen. Daarbij rating Manual (SOM) staat uiteindelijk gelden wel twee voorwaarden: operatiohoe het specifiek moet in dat type toestel. nele noodzaak en onvoldoende tijd om In de OM staat dus niet hoe je iets moet toestemming te vragen om af te wijken. doen in het vliegtuig, maar hij bevat wel Wel moet de commandant zijn keuze verwijzingen naar waar je die informatie achteraf verantwoorden aan de MLA. Dit kunt vinden. Je verwijst naar boek X, bijis ook een extra drempel voor commanlage Y. Die verwijzingen moet je dus wel danten. Je moet dus een heel goede reden bijhouden en dat kan ook in een virtueel hebben om iets te doen dat afwijkt van de document: je kunt tot op paragraafniveau afgesproken regelgeving.’ aanpassen, wat heel belangrijk is bij een levend document. Een boekwerk of cd Audit blijft een momentopname, een site kun je ‘We hebben de OM nu aan de velden verversen.’ gegeven, zodat zij er naar kunnen kijken’, ‘De regels die we nu hebben worden niet vervolgt de commodore. ‘Hun bevindinveel aangepast, we schrijven ze alleen gen verwerken we eerst. Voor 1 januari logischer op en vullen ze aan’, vervolgt 2008 is het zodanig geëvalueerd, dat er commodore Abma. ‘Het gaat om de een concept naar de MLA kan. In het vluchtvoorbereiding, uitvoering en afhanvoorjaar van 2008 is er een evaluatie op deling. Het is een beschrijving van de kehet eigen veld. Nadat de OM akkoord is ten van verantwoordelijkheden, dus: hoe bevonden en de verbetermaatregelen, heb je de zaken geregeld en waar leg je naar aanleiding van de bevindingen van taken en bevoegdheden neer? De OM is de evaluatie, zijn doorgevoerd wordt een overigens alleen bedoeld voor operators, audit bij de MLA aangevraagd. Als we dus voor de aircrew. Techneuten hebben daarvoor slagen, zijn we officieel gecerhun eigen manual, de MOE (Maintenantificeerd. Met de OM krijgen we een bece Organisation Exposition, red.).’ schrijving van het complete proces, waar je je ook nog voor kunt verantwoorden.’ Afwijken ‘Je proeft af en toe wel de angst voor meer Voor een vlieger, flight engineer, loadtoezicht, of voor pottenkijken’, zegt Pelmaster of cabin attendant verandert er lemans. ‘Mensen moeten soms nog wat dus niet veel in de manier waarop zij wennen aan het feit dat we steeds meer zaken doen. Ze moeten alleen hun inforverantwoording moeten afleggen over matie straks uit een ander, overzichtelijprocessen in onze organisatie.’ ker boekwerk halen. In de OM kunnen ‘Wat iedereen voor ogen moet houden, is wel meer regels staan dan de MLA eist. dat het uiteindelijk gaat om het uitvoeren Er zijn eisen die het CLSK zelf oplegt, van de missie’, besluit commodore Abma. zoals het vijfjaarlijkse bezoek aan de ‘De OM betekent niet een beperking van isobare kamer op het Centrum voor Mens de inzet, maar wel een verhoging van de en Luchtvaart. Daarnaast zijn er uitzonkwaliteit van de missie. Vandaar ook de deringen, waarbij een commandant mag breed gedragen slogan: mission first, safety afwijken van de afgesproken regels in de always.’ • 31
DE VLIEGENDE HOLLANDER
TITEL
hoor, Fotovlucht Foto: Ar noud Sc
DE VLIEGENDE HOLLANDER
32
Vliegbasis Soes
terberg
TITEL
Kruising n twee L-39 Breitling va Albatrossen Team. Foto: van het Arn o Marchan
d
ésenrs gaven acte destpr rte po ps To ie ijn ns fe en h Grav Ook de De Beckers, Deboraizi nga. ce, zoals Dennis de Hu k ar M , to fo en zoals hier op Foto: Henr y Wes
tendorp
Dit jaar geen airpower-demo maar een airfield attack. Op vrijdag ging deze niet door omdat de eerste F-16 een vogelaanvaring kreeg, en een noodlanding op Volkel moest maken.
Foto: Liepke Plancke, Fotografie Vliegbasis Volkel
De ‘tunnel’ va tussen vier anndede Turkish Stars waarbij de so re NF-5’en door lo Foto: Liepke Pl vliegt. ancke, Fotografi e Vliegbasis Vo
lkel
h. En hard. En toen regende het dusgratoc fie Vliegbasis Foto: Liepke Plancke, Foto Volkel
33
DE VLIEGENDE HOLLANDER
TITEL
ie te zien van nog een format t dus zéker geen er is ak va el Niet he ag was da . Op de zaterd dertien F-16’s estendor p W ry en Foto: H ongeluksgetal.
Jong geleerd is oud gedaan. Miss n stapt deze jongeman over een jaar of twintigchie wel écht in de cockpit, maar dan waarschijnlijk niet die van de F-16. Foto: Fabienne Wink meer in
idelijk gshow du e PC-7 e li v n e ig Forc ijn e tje vindt z van het Swiss Air Dit jonge ie d n a d nter interessa Fabienne Wink to: o F . m Tea
Mooi showelement van la Patrouille de France: het hart met een pijl. Foto: Fabienne Wink
De voorbereiding van de Open Dagen gaat niet vanzelf. Foto: Arief Rorinp andey, AVDD
DE VLIEGENDE HOLLANDER
3
TITEL
derlandse Open Dag: Voor het eerst op een Ne Poolse Luchtmacht. de van -22 een Sukhoi Su Foto: Gostar den Daas.
De Spaanse F/A-18 Hornet had met deze g. bewegingen helemaal geen rookpotten nodi Foto: Arno Marchand
Tactische Helikopter Bij de airfield attack mag deche en Cougar uiteraard Apa k, noo Chi de t Groep me ud ewo Hag der San : Foto niet ontbreken.
wacht udt met zijn baas. je de De 11-jarige Ardor’ho me ro n de Aviod Grondfotografie bij de DC-2 ‘UiveMeva ester, Werkeenheid Foto: Jan-Kees de ijen. Vliegbasis Gilze-R
3
DE VLIEGENDE HOLLANDER
TITEL
Ook dit jaar weer een groot succes op de Open Dagen: de camo-schmink. Foto: Fabienne W
g een n vogel maakt op vrijda Een aanvaring met ee klimt de r Hie k. ac att eld fi de air vroegtijdig einde aan van de g din eger onder begelei onfor tuinlijke F-16 vli nk Wi e nn bie stel. Foto: Fa brandweer uit zijn toe
trouille van la Pa y la p is d e
ink kwekkend ienne W Een indru iddag. Foto: Fab gm op vrijda
de France
Dat je met een Ch inook ook halsbre kende toeren uit kunt halen bewijst het Engelse solo di splayteam Foto: Fabienne W ink
De spectaculaire vliegdemonstratie s prikkelen alle zin tuigen, zoals deze crewchief van de Apache op ludieke wijze laat zien. Fo to: Fabienne Wink
DE VLIEGENDE HOLLANDER
3
ink
TITEL
JOURNAAL
Leeswijzer Vliegveld Deelen, van last tot lust? Onlangs verscheen in de pers het bericht dat de Duitse spionnen al in 1937 verkenningen uitvoerden in het natuurgebied ten noorden van Arnhem. Op de fiets en wandelend keken ze naar de geschiktheid van het terrein om er tijdens de bezetting van Nederland de ‘geheime’ Fliegerhorst Deelen te kunnen realiseren. Maar wat heeft de Fliegerhorst en de latere Vliegbasis Deelen voor invloed gehad op de cultuurhistorische landschapselementen in de omgeving? Daarover gaat het afstudeeronderzoek aan de Universiteit van Utrecht van Dick Veerman uit Arnhem uit maart 2004. Dat is al even geleden, maar naar wat later bleek, is er veel belangstelling voor dit onderzoek over een gebied dat inmiddels is aangemerkt als rijksmonument. Daarom heeft Veerman het in beperkte oplage laten drukken, mede in de hoop dat het bijdraagt aan een grotere waardering van ons cultuurhistorisch erfgoed. Het onderzoek behandelt in tien hoofdstukken niet alleen alle historische objecten die in het gebied nog aanwezig en intact zijn, maar ook reeds verdwenen objecten. Ter verduidelijking zijn veel kaarten en foto’s opgenomen, met beschrijvingen van het ontstaan en het doel dat ze dienden. De vorming van het Veluwemassief wordt uitgelegd en de bewoners door de eeuwen heen beschreven. Een groot gedeelte van het vliegveld was afkomstig van het Park De Hoge Veluwe en dit boek beschrijft het hoe, wat en waarom. Zo lieten de Duitsers op het terrein compleet gecamoufleerde dorpen neerzetten en plaatsten er gebouwen die uniek zijn in zowel Nederland als daarbui-
ten. Zo wordt de ‘Werft’ beschreven, het enige complete onderhoudscomplex van een vliegveld dat in Nederland bewaard is gebleven. Daar bevinden zich zeer unieke gebouwen zoals een Junkers-vliegtuighangar en allerlei bouwsels die nodig zijn om een vliegveld draaiend te houden. ‘Vliegveld Deelen, van last tot lust’, kost 25,-, telt 270 pagina’s en is voorzien van 282 foto’s, kaartjes, tekeningen en afbeeldingen, waarvan slechts twee van een (oud) zweef-vliegtuig. Voor informatie belt u met 06-16889766 of 026-3510729, of u kunt het boekwerk tegen betaling afhalen op Nrd. Parallelweg 137, 6813 DC Arnhem. Mailen kan naar
[email protected]. In het weekend kunt u het ook kopen bij het Museum Vliegbasis Deelen. (A.M.)
Dutch Profile: Fokker D.XXI De twee ‘jachtvliegtuigen’ van de Luchtvaart Afdeling in de meidagen van 1940 waren de Fokker G.I en de Fokker D.XXI. Over die laatste verscheen recent deel 5 uit de serie van Dutch Profile. De Luftwaffe verloor tijdens de inval in Nederland meer dan vierhonderd vliegtuigen, waarvan de D.XXI er tientallen voor zijn rekening nam. De complete geschiedenis van de Nederlandse D.XXI’s wordt in dit goed geïllustreerde boek beschreven. Maar dat is niet helemaal in een logische volgorde gedaan. Zo komt de ontwikkeling van het vliegtuig pas aan bod op pagina 41, terwijl het daar toch allemaal mee begint.
Daarbij ontbreekt er een index, een duidelijke indeling in hoofdstukken (wel paragrafen), en loopt de Nederlandse en Engelse tekst soms niet geheel duidelijk door elkaar. Maar dat maakt het boek niet minder interessant. Dutch Profile doet namelijk een zeer gedetailleerd verslag van de inzet van alle Nederlandse D.XXI’s, daarbij ondersteund door ruim tachtig zwart-wit foto’s waarvan veel ‘nieuwe’, en één kleurenfoto (van de replica op Schiphol die nu in het Militaire Luchtvaart Museum (MLM) op Soesterberg staat). Zelfs unieke opnames van het prototype op Andir in het voormalige Nederlands-Indië hebben auteurs Frits Gerdessen en Luuk Boerman boven water weten te krijgen. Bovendien is er uitvoerig aandacht voor modelbouwers. Voor hen is er zelfs een aparte decal-set aan te schaffen voor de schalen 1:72 en 1:48. Zeven pagina’s met kleurenschema’s maken ook nog eens een eind aan de discussie hoe de D.XXI’s er nu écht hebben uit gezien. ‘Fokker D.XXI, History, camouflage and markings’, telt 56 pagina’s, en inclusief de cover met kleurenschema’s zestig. Bestellen kan door 17,95 over te maken op giro 3127421 of bankrekening 892710551 ten name van L.H. Boerman, Kerkstraat 2, 2471 AP Zwammerdam. Meer informatie via 0172-615372,
[email protected] of www.dutchprofile. nl. Het boek is tevens verkrijgbaar in de Museumshop van het MLM, de Luchtvaart Hobby Shop in Aalsmeerderbrug, Flash Aviation in Eindhoven, en bij de Traditiekamer Marine Luchtvaartdienst op Marinevliegkamp De Kooy. (A.M.) 3
DE VLIEGENDE HOLLANDER
J
TITEL
ournaal
Gedenkzuil voor vliegers en vliegtuigbemanningen vult leemte In Nederland staan ruim 3100 (oorlog) herdenkingsmonumenten. Het gaat hierbij voor het merendeel om omgekomen militairen. Een uitzondering daarop vormt nu nog een gedenkzuil voor het grote aantal omgekomen vliegers en vliegtuigbemanningen van onze militaire luchtvaart. Nabestaanden en kameraden van de omgekomen collega’s ervaren dit als een groot gemis van erkenning. Een leemte die tot op heden niet is ingevuld. Het herdenken van specifieke categorieën militairen zoals gesneuvelde mariniers en onderzeebootbemanningen, vormt een wezenlijk onderdeel van de 38 veteranenorganisaties in ons land. Ook de Tweede Kamer stimuleert de plaatsing van herdenkingszuilen, blijkt uit een Nota uit 1999. Een herdenkingszuil met namen geeft erkenning en troost aan de nabestaanden en heeft tevens historische waarde. Als vrijwel enige categorie militairen is voor omgekomen luchtvarenden tot op de dag van vandaag nog geen gedenkzuil opgericht, met uitzondering van een aantal met namen in voormalig Nederlands-Indië gesneu-
velden. Vergeten vliegers en vliegtuigbemanningen die de ultieme prijs betaalden in de vervulling van hun ideaal, maar vooral ook ter verdediging van ons land. Het is meer dan gepast om deze groep luchtvarenden in persoon te gedenken door een gedenkzuil met daarop alle namen van diegenen die hun leven hebben geofferd. Een opoffering die een bijdrage heeft geleverd aan onze vrijheid, welvaart en relatieve veiligheid. Voor de Koninklijke Luchtmacht ligt de keuze van de plaats op de historische “bakermat”, de Vliegbasis Soesterberg voor de hand, met als extra voordeel de centrale ligging. Nu deze basis omstreeks 2009 zal gaan sluiten en dus meer toegankelijk voor het grote
Leeuwarden Open 2007
Bijeenkomst rond JSF
Wie een balletje op de green wil slaan, kan op dinsdag 2 oktober deelnemen aan de Leeuwarden Open 2007. De Vliegbasis Leeuwarden organiseert het golftoernooi voor in samenwerking met Golfclub de Groene Ster. Deelname staat open voor alle defensiemedewerkers. De greenfee voor deze dag bedraagt e70,00 (Groene Ster-leden e35,00). Daarbij is inbegrepen: koffie met suikerbrood, broodjes voor tijdens de wedstrijd, tijdens de prijsuitreiking een drankje en hapje, gevolgd door een warm/koud buffet. U kunt zich telefonisch aanmelden bij kapitein Wijnand Reumer, tel. 058-234.6014. Tegelijkertijd dient u de greenfee over te maken op giro 94.84.105, t.n.v. W. Reumer te Hurdegaryp. DE VLIEGENDE HOLLANDER
38
Om de samenwerking op het gebied van onderhoud en logistieke instandhouding van de Joint Strike Fighter (JSF) te versterken, kwam staatssecretaris Cees van der Knaap met een aantal Europese partners op 13 juni beijeen in Rome. Alle negen partners in het JSF-programma hebben inmiddels het Production Sustainment & Followon Development (PSFD) Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend. Hiermee wordt de JSF-samenwerking voortgezet in de productiefase, instandhouding en doorontwikkeling van het toestel, met een looptijd van 45 jaar. In Rome zullen Turkije, Italië, Nederland, Noorwegen en Denemarken verdere ideeën uitwisselen over hoe deze gezamenlijke belangen zo goed mogelijk kunnen worden be-
De gedenkzuil komt vlakbij het reeds bestaande KLu-monument voor de gevallenen.
publiek wordt, is het meest passend en praktisch om de herdenkingszuil in de bebossing rondom het reeds bestaande en blijvende “KLu Monument voor de Gevallenen” te plaatsen. Voor de toekomstige bezoeker zal hierdoor de geschiedenis meer tot leven komen. De onthulling door de Commandant Luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal Hans de Jong, van de eerste fase van dit project over de periode 1945 tot heden, zal plaatsvinden op 14 september op de Vliegbasis Soesterberg.
hartigd. Italië en Nederland tekenden al eerder een samenwerkingsovereenkomst, waarin is afgesproken dat Nederland onderzoekt of het mogelijk is haar vliegtuigen in Italië te laten assembleren, terwijl Italië onderzoekt of het mogelijk is haar motoren en andere vliegtuigcomponenten in Nederland te laten onderhouden. Nederland neemt sinds 2002 deel als level 2 partner in de ontwikkeling van de JSF. Op 15 december 2006 maakte de “F-35 Lightning II” (de officiële naam van de JSF) zijn eerste vlucht. Dit jaar begint de PSFD-fase. Nederland is voornemens in 2007 de overeenkomst voor de aanschaf van twee testtoestellen te ondertekenen, in 2010 volgt definitieve besluitvorming over de aanschaf van de JSF.
JOURNAAL
Eerste bulk Luchtmachtmedailles uitgereikt De eerste grote lichting Luchtmachtmedailles is uitgereikt. Op de 1-Juli Viering ontving een aantal luchtmachtmilitairen op verschillende velden de onderscheiding. De commandanten van de onderdelen bepalen zelf wanneer de volgende medailles worden uitgereikt. De luchtmachtmedaille is bedoeld voor elke luchtmachter die langer dan driehonderd nachten van huis is geweest, voor het verrichten van meerdaagse operationele diensten. Aanvragen gaan via de personeelsconsulent. Foto: Fabienne Wink
Nieuwe structuur Staf CLSK De Staf van het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) heeft met ingang van 1 juni een nieuwe structuur gekregen. Bij dit vier Directeurenmodel is de Chef Staf overgegaan in de functie van Directeur Materieel Logistiek (DML). De andere functionele directeuren zijn de Directeur Operaties (DO), Directeur Personeel en Organisatie (DP&O) en Directeur Planning & Control (DP&C). Om voldoende invulling te geven aan de gewenste integrale benadering per wapensysteem, is per wapensysteem een directeur verantwoordelijk gesteld. Hierbij is de DO verantwoordelijk voor alle helikoptertypen, de DML voor de F-16 en de PC-7, de DP&O voor luchttransport (LUTRA) en opleidingen en de DP&C voor C4ISR en geleide wapens. In de ´oude´ situatie trad de Chef Staf op als onderdeelscommandant van Staf CLSK. In het nieuwe model is het merendeel van de taken van de onderdeelscommandant herbelegd bij de Chef Kabinet. De P-bevoegdheden van de huidige Chef Staf worden, op een aantal bevoegdheden na, overgedragen aan de afdelingshoofden binnen Staf CLSK. Hiervoor wordt door zorg P&O CLSK een nieuw mandaatbesluit opgesteld.
Op Staf CLSK ontvingen 33 luchtmachters op 11 juni de Luchtmachtmedaille uit handen van commodore Jon Abma.
AOCS NM ontsmet Het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM) was op woensdag 30 mei toneel voor een civiel-militaire oefening op het gebied van ontsmetting na een zogenaamde CBRN-besmetting (chemisch, biologisch, radiologisch, nucleair). Aan de oefening namen CBRN-adviseurs van diverse militaire onderdelen en brandweermedewerkers van de Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland deel. De jaarlijks terugkerende oefening werd dit jaar aangegrepen om de ontsmettingsstraat van de brandweer van Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland te beproeven in een zogenaamd calamiteitenscenario. Een CBRN-besmetting kan onder meer ontstaan
door een ongeluk met transport van dit materiaal of een CBRN-aanval (militair of terrorisme). Wederzijdse kennisoverdracht vulde de praktijkervaring aan zodat bij een mogelijke CBRN-besmetting in de toekomst de civiel militaire samenwerking op elkaar afgestemd kan worden. Naast de procedures die gepaard gaan met de ontsmettingsstraat kwamen ook diverse aspecten van de bedrijfshulpverlening aan bod. Bedrijfhulpverleners (BHV-ers) en militairen van de luchtmachtbewaking van AOCS NM worden op regelmatige basis getraind op het gebied van alarmering, ontruiming en EHBO. Foto: AOCS NM
JOURNAAL
Ondertekening NATO Command and Control De oprichting van het NATO Command and Control (C2) Centre of Excellence (NATO C2COE) is op 14 juni door België, Duitsland, Nederland, Noorwegen, Slowakije, Spanje en Turkije en het NATO Allied Command Transformation ondertekent. Nederland is behalve deelnemer, ook gastland voor dit innovatieve kenniscentrum dat voorlopig in Ede is gehuisvest. Zodra de nationale juridische procedures zijn afgerond, zal ook Amerika op korte termijn toetreden. Dit bevestigde de militaire vertegen-
woordiger van Verenigde Staten. Nederland draagt aan het C2COE bij met elf functies, Duitsland en Noorwegen ieder met twee functies en de overige landen met één functie. Concreet zal het centrum zich vooral zal inzetten voor het uitvoeren van operationele toetsing op het gebied van Command and Control tijdens missies en oefeningen; het uitvoeren van analyses en het mede ontwikkelen van nieuwe Command and Control concepten.
Laatste F-16 in Chili De laatste zes door Nederland aan Chili verkochte F-16 jachtvliegtuigen zijn aan Chili overgedragen. In totaal heeft Chili achttien jachtvliegtuigen van Defensie gekocht. De afdeling Preventief Onequipment Onderhoud (POO) droeg op 4 mei de laatste F-16 over aan het Project Afstoting F-16 (PAF). De afgelopen twee jaar zijn alle aan Chili verkochte F-16’s door de POO gereed gemaakt voor aflevering. Met deze laatste ‘uitrol’
komt een jaar na de laatste fase-inspectie, een einde aan het F-16 onderhoud op Luchtmachtbasis Twenthe. De luchtmacht verleent de komende maanden nog technische en personele ondersteuning aan de Chileense luchtmacht om vertrouwd te raken met dit type vliegtuig. De verkoop van de F-16’s is onderdeel van de maatregelen uit de Prinsjesdagbrief 2003. Het totale Nederlandse arsenaal aan F-16
jachtvliegtuigen wordt teruggebracht van 137 naar 108 toestellen. Na het verongelukken van drie toestellen in 2006 komt het totale aantal F-16’s waarover Defensie beschikt op 105. De reductie van het aantal jachtvliegtuigen moet resulteren in lagere exploitatiekosten, een verbeterde inzetbaarheid van de resterende toestellen en ruimte voor investeringen zoals precisiewapens. Foto: Frank Visser
Krissendag Bronbeek
De officiële overdracht op Antofagasta met rechts generaal-majoor Evers (DMO).
DE VLIEGENDE HOLLANDER
40
Een kris is een dolk in een schede, meestal meegebracht uit Indonesië of het vroegere Nederlands-Indië. Veel mensen hebben nog een dergelijke dolk nog in huis. Wie graag meer wil weten over zijn kris, kan daarmee op zondag 23 september tussen 12.00 en 17.00 uur terecht bij een expertpanel in museum Bronbeek in Arnhem. Ook andere dolken of zwaarden van Indonesische of Japanse herkomst kan men aan het panel voorleggen. De experts informeren de bezoeker over authenticiteit, ouderdom en herkomst van de meegebrachte wapens. Op de Krissendag kunnen geen wapens worden verhandeld of getaxeerd. Deelnameprijs inclusief museumentree is e2,30. Wie een kris of ander wapen wil laten bespreken dient vooraf te reserveren bij: Niek B. Ravensbergen tel. (026) 376 35 55 of
[email protected]. Adres: Museum Bronbeek, Velperweg 147, Arnhem - www.bronbeek.nl.
JOURNAAL
Reünies & Herdenkingen Reünie Vliegbasis Twenthe De Luchtmachtbasis Twenthe sluit in december 2007 haar poorten. Voor die tijd krijgt (oud)personeel nog eenmaal de gelegenheid de basis te bezoeken. Op donderdag 27 september 2007 wordt hier van 14.00 tot 20.00 uur een reünie gehouden. Al het personeel dat in de periode 1945 tot heden op Twenthe werkte, wordt met partner voor deze reünie uitgenodigd. Opgave vóór 14 juli door storting van €15 p.p. op rekening 19.23.20.769 t.n.v. KB BTK Emmen, o.v.v. Reünie Tw, postcode en huisnummer. Tevens aanmelden via www.luchtmacht.nl of per brief met vermelding van naam, voorletters, adres, registratienummer, aantal personen (maximaal twee, geen kinderen), periode werkzaam op Twenthe en bij welk squadron/afdeling. Deze brief graag richten aan Bureau Reünie Sluiting Vliegbasis Twenthe, Postbus 5013, 7500 GA Enschede. Alleen bij volledige aanmelding én storting van de eigen bijdrage wordt de inschrijving geaccepteerd. Medio augustus kunt u een bevestiging tegemoet zien met meer informatie en toegangsbewijzen. Huidig personeel van de Luchtmachtbasis Twenthe hoeft niet te reageren. Herdenking Birma-Siam en Pakan Baroe spoorweg De slachtoffers van de Birma-Siam spoorweg en Pakan Baroe spoorweg worden tijdens de jaarlijkse herdenking op zaterdag 18 augustus voor de veertigste maal herdacht. Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan en kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Voor duizenden Nederlandse onderdanen, voor het grootste deel afkomstig uit het voormalige Nederlands-Indië, kwam deze capitulatie te laat. Zij lieten het leven tijdens hun krijgsgevangenschap waar zij onder mensonterende omstandigheden werkten als dwangarbeiders aan onder andere de Birma-Siam spoorweg en Pakan Baroe spoorweg. De plechtigheid begint om 12:00 uur bij het monument op het landgoed van het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek (KTOMM), gelegen aan de Velperweg te Arnhem.
Voor meer info zie www.chbss.nl of bij het Comité Herdenking Birma-Siam Spoorweg, telefoon 026-7850556 / e-mail:
[email protected]. Militaire Luchtvaart van het voormalig KNIL Datum: zondag 14 oktober Locatie: Kumpulan Bronbeek Info: J.P.Pieterse, tel. 030-6954690, e-mail:
[email protected]. Bijzonderheden: De jaarlijkse reünie houden we niet op de eerste zondag in oktober, maar op de tweede zondag. Uitnodiging wordt in augustus verzonden. Luchtmacht Meteorologische Groep (LMG) Datum en tijd: zaterdag 8 september Locatie: Vliegbasis Woensdrecht Info en aanmelding: nadere gegevens worden vermeld in een persoonlijke uitnodiging, voor meer info: kapitein Jilke Visser, tel. 0164-693103 Bijzonderheden: De Luchtmacht Meteorologische Groep bestaat 15 jaar en Meteorologische Dienst Koninklijke Luchtmacht bestaat 60 jaar. Iedereen die ooit binnen het meteo-vakgebied heeft gewerkt is welkom bij deze reünie en ontvangt een persoonlijke uitnodiging. 1 Luchtmacht Verbindings Groep (1 LVG) Datum en tijd: woensdag 10 oktober, 11.00 - 15.00 uur Locatie: Showcooking Restaurant Wok Wonderland, Stationstraat 8, BaarleNassau,. Info en aanmelding: uiterlijk 20 juli €22,50 per persoon overmaken op 1166.99.159 t.n.v. W.M. Singerling te Baarle Nassau o.v.v. Reünie 1 LVG, tel 013-5079431 Bijzonderheden: Tien jaar geleden werd de 1 LVG opgeheven, voorheen 45ste Luchtmacht Verbindings Eenheid en Luisterdienst. Alle oud-medewerkers met of zonder partner zijn van harte welkom. Incl. luxe lunchbuffet. Wapentechniek Eindhoven en GilzeRijen Datum en tijd: zaterdag 22 september,
14.00 – 01.00 uur Locatie: De Castelhoeve (www.decastelhoeve.nl), Baarle-Nassau Info en aanmelding: Cor Kneulman, tel 06-53724043 of Marc van den Hoek, tel 06-13623565 Bijzonderheden: Onder het motto van ‘35 jaar Wapentechniek Eindhoven-Gilze Rijen’ wordt een feestdag georganiseerd. Alle (oud) medewerkers van Wapentechniek op de Vliegbasis Eindhoven en Gilze Rijen (Thunderstreak, NF-5, F-16, Apache) zijn welkom. Incl. diner, evt. overnachting en ontbijt mogelijk. Eindhovense Aero Club Motorvliegen (EACm) Datum en tijd: vrijdag 28 september Info en aanmelding: Rob Donker, tel (na 19.30 uur) 0495 - 536412 of email
[email protected] Bijzonderheden: De Eindhovense Aero Club - Motorvliegen (EACm) bestaat 75 jaar. Belangstellende oud-leden nodigen we graag uit contact op te nemen.
Betaaldata salarissen 2007 In 2007 wordt het salaris uiterlijk de volgende werkdag na de onderstaande betaaldatum op uw rekening bijgeschreven: dinsdag 24 juli, vrijdag 24 augustus, maandag 24 september, woensdag 24 oktober, vrijdag 23 november, vrijdag 21 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij de Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid van het ministerie van Defensie, tel. 070-3187493. VOOR ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 2 VRAGEN AAN – BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? Mail naar
[email protected]. nl. Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
41
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Laatste eer sergeant-majoor Leunissen Het lichaam van de in Afghanistan omgekomen sergeant-majoor Jos Leunissen is op 26 juni in besloten kring en met beperkte militaire eer, gecremeerd. Leunissen kwam op maandag 18 juni om bij gevechten rond de Afghaanse plaats Chora. De kist van de sergeantmajoor werd op Vliegbasis Eindhoven uit het vliegtuig gedragen door acht collega’s van 11 Infanteriebataljon Luchtmobiel. De baar passeerde een erehaag van ruim veertig militairen van 13 Infanteriebataljon Luchtmobiel
en de Helikopter Instructiegroep van de School Grond Lucht Samenwerking. Aanwezig bij de aankomst van diens stoffelijk overschot waren onder anderen Commandant der Strijdkrachten generaal Dick Berlijn, Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Peter van Uhm en de commandant van 11 Infanteriebrigade Luchtmobiel brigadegeneraal Marc van Uhm. Militairen van de Task Force bewezen op 21 juni via een indrukwekkende ramp ceremony aan hun omgekomen kameraad
Jubileum Traditiekamer Vliegbasis Gilze-Rijen Ter gelegenheid van het tienjarige bestaan van de Traditiekamer op Vliegbasis Gilze-Rijen is de verbindingsweg, die langs de Traditiekamer loopt, officieel genoemd naar kolonel b.d. drs. A.C. Tjepkema. Onder deze commandant zijn leiding werd het initiatief tot oprichting genomen. Op initiatief van amateur-historici werd in 1995 de basis gelegd voor een traditiekamer om cultureel historisch erfgoed op luchtvaartgebied uit de regio te verzamelen, te beheren en voor het publiek tentoon te stellen. Inmiddels is de collectie uitgegroeid tot een unieke verzameling,
DE VLIEGENDE HOLLANDER
42
die jaarlijks door meer dan 1500 gasten wordt bezocht. De dagelijkse leiding is in handen van het Hoofd Staf Voorlichting en twee parttime medewerkers. Voor de uitvoering van haar taken steunt de Traditiekamer verder op vrijwilligers, die werden beloond met een tevredenheidbetuiging. De Traditiekamer is elke donderdag tussen 13.00 uur en 15.30 uur geopend voor bezoek. Op aanvraag kan voor bezoekende groepen een rondleiding worden verzorgd. Voor meer info: voorlichting Vliegbasis GilzeRijen, tel. 0161-296104. Foto: Jan Kees de Meester
Luchtmachtorkest goes Broadway Het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht heeft zich laten inspireren door musicals van Broadway, zoals Chess, Chicago, Miss Saigon, Grease en The Wizz. Uit de mooiste musicals zijn de bekendste songs bijeengebracht: van ‘Summertime’ tot ‘Summer Lovin’, van ‘Fascinating Rhythm’, tot a ‘Brand New Day’. Met onder andere zanger GertJan Heuvelmans, zangeres Vera de Bree, gastdirigent is Jos Beeren. Daarnaast brengt Lee Towers het komende seizoen met het luchtmachtorkest de show ‘Hollywood in Concert’. Hierin zingt Towers een aantal Hollywoodklassiekers. In de show worden wereldbekende nummers gespeeld door een vijftigkoppig orkest met een groep zangers en dansers. De theatertour start in januari 2008 en loopt tot juni. Kaarten zijn te bestellen bij de theaterkassa’s of bij Topticketline 09003005000. Een overzicht van de voorstellingen staat op www.luchtmachtkapel. nl/agenda.
Digitaal inschrijven voor NMK Het Bureau Internationale Militaire Sport heeft samen met DTO gewerkt aan een inschrijfsysteem voor Nationale Militaire Kampioenschappen (NMK’s). Met dit systeem kunnen deelnemers zich via de intranetsite van het Bureau Internationale Militaire Sport zelf inschrijven. Na inschrijving ontvangen de deelnemers een bevestiging in de mailbox. Link naar het inschrijfsysteem. Klik op http://www. cdcintranet.mindef.nl/bims/ om naar het BIMS intranet te gaan. Klik in de navigatie aan de linker kant op ‘inschrijven evenement’. Deelnemers kunnen zich niet voor alle NMK’s inschrijven. Zo kan men zich voor teamsporten niet inschrijven, omdat de teams van de krijgsmachtdelen al geformeerd zijn. De volgende NMK’s staan nog open: wielrennen op 24 augustus, inschrijven tot 10 augustus, survival run op 19 september, inschrijven tot 5 september, de halve marathon op 28 september, inschrijven tot 11 september, oriënteren op 3 oktober, inschrijven tot 19 september, badminton op 12 december, inschrijven tot 28 november.
JOURNAAL
Schouwenburgprijs uitgereikt op de bakermat Tijdens de uitreiking van de onderscheiding voor een wetenschappelijke militair-historische studie of publicatie, ontvingen op 30 mei de heren drs. B. Schoenmaker en drs H. Roozenbeek de Schouwenburgprijs. Zij voerden namens het NIMH (Nederlands Instituut voor Militaire Historie) de redactie over de mede door hen geschreven ‘Vredesmacht in Libanon (De Nederlandse
deelname aan Unifil 1970 – 1985)’. De stichting reikt de tweejaarlijkse prijs, in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Vereniging ‘Ons Leger’ uit voor masterscripties met een militairhistorisch onderwerp. Luitenant-generaal b.d. Dirk Starink, eveneens bestuurder van de Stichting, hield een betoog over ‘de betekenis van Soesterberg voor de Nederlandse luchtvaart’.
ISAF-medaille voor luchtmachter in Northwood Majoor Jos Hekking, werkzaam bij de stafafdeling N3 Operations als Staf Officer Force Protection and Nuclear, Biological, Chemical warfare and Damage Control (NBCD), ontving op 6 juni de Nederlandse medaille voor vredesmissies. Dit kreeg hij uit handen van de Deputy Commander Allied Maritime Component Command in Northwood vice-admiraal Pim Bedet. Hekking werd in de periode van 9 december 2005
tot en met 25 april 2006 uitgezonden in de functie van liaison officier voor UNAMA, EU and Ministry of Narcotics. Bedet had tevens de echtgenotes van de genodigden gevraagd aanwezig te zijn, waaronder Rianne Hekking. Hij sprak zijn overtuiging uit dat de heren deze medailles hadden gekregen, omdat hun echtgenotes dit mogelijk hadden gemaakt. Zij kregen daarom de zilveren broche in tulpvorm.
Nederlandse herinneringsmedaille vredesoperaties Voor hun uitzending naar Bosnië of Afghanistan, ontvingen ruim vijfhonderd militairen op 24 mei de Nederlandse herinneringsmedaille vredesoperaties in de IJsselhallen in Zwolle. De luchtmachters kregen deze uit handen van commodore Bergsma, directeur Planning en Control. De luchtmachtmilitairen maakten deel uit van de laatste groep militairen die in Bosnië diende. Dit betrof de periode van november 2006 tot en met april 2007 van de European Union Force 5 (EUFOR 5). De 255 Afghanistanmilitairen maakte van november 2006 tot en met april 2007 deel uit van de International Security Assistance Force (ISAF).
Historische Uiver vliegt weer bij Aviodrome Bijna twee jaar nadat de Uiver op de luchthaven van Den Helder door zijn landingsgestel zakte, is het historische vliegtuig weer gerestaureerd. Het oudste vliegende verkeersvliegtuig in ons land kreeg onder andere een nieuwe propeller, nieuwe banden, een zilverkleurige verflaag en een uitvoerige jaarinspectie. Het landingsgestel werd gerepareerd en is opnieuw gepolijst. In 1934 werd de DC-2 Uiver één van de hoogtepunten uit de geschiedenis van ons land. Heel Nederland was in rep en roer toen de Uiver van de KLM meedeed aan de Londen-Melbourne race. De oorspronkelijke Uiver verongelukte tijdens zijn tweede vlucht naar Nederlands Oost-Indië in december 1934. De DC-2 Uiver die in 1999 door de Nederlandse bevolking werd gekocht is het ‘zusje’ van de Uiver, die vrijwel naast de originele Uiver op de productielijn stond. De Uiver kan dagelijks worden bekeken bij het luchtvaart-themapark Aviodrome op de Luchthaven Lelystad, Pelikaanweg 50 op de Luchthaven Lelystad. Zie www.aviodrome.nl of bel 0900-AVIODROME / 0900-2846376 (25 ct. p. min.). 43
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Luchtmachttopsporters in de prijzen Zowel trampolinespringster Rea Lenders als taekwondoka Dennis Bekkers en Judoka Deborah Gravenstijn, behaalden de afgelopen periode goede resultaten. Lenders won het NK trampolinespringen in Heerenveen met een score van 38 punten, terwijl zilver werd behaald door Mirjam Steinebach met 36.6 punten en het brons naar Sylvia Shu met 36 punten ging. Ze toont een goede vorm door met deze aangepaste oefening de finale overtuigend te winnen. In november wordt het WK in Quebec gehouden en dat is tevens een kwalificatiemoment voor de Olympische Spelen. Luchtmachtsergeant Dennis Bekkers heeft met een bronzen plak in de klasse tot 67 kilo op het Wereldkampioenschap Taekwondo laten zien nog steeds bij de wereldtop te behoren. Met dit goede resultaat stelde Bekkers zich zeer nadrukkelijk kandidatuur voor de Olympische Spelen. De strijd om de
finaleplaatsen verloor de Bosschenaar uiteindelijk na de reguliere tijd (golden score) van de Cubaan Viera Abreu Gessler doordat deze na 30 seconden dit gouden punt wist te verzilveren. Bekkers is in elk geval goed op weg richting Peking. Met de bronzen WK-medaille op zak is het moeilijk denkbaar dat hij niet afgevaardigd zal worden naar de wereldkwalificatiestrijd in Manchester van eind september. Ook Judoka Deborah Gravenstijn heeft tijdens de Worldcup in Lissabon laten zien steeds meer aansluiting te krijgen bij de internationale top. De luchtmachtluitenant behaalde in haar klasse tot 57 kg een vijfde plaats in Lissabon. De Spaanse Isabel Fernandez behaalde het goud. Een tweede plaats was er voor de Duitse Yvonne Boenisch, terwijl het brons werd gedeeld door Kifayat Gasimova uit Azerbeidzjan en Sabrina Filzmoser uit Oostenrijk.
Laatste eer soldaat Smeehuijzen Op de vliegbasis Eindhoven is op 18 juni het stoffelijk overschot van soldaat eerste klas Timo Smeehuijzen (20) aangekomen. De landmachtmilitair kwam drie dagen eerder om het leven bij een zelfmoordaanslag in Tarin Kowt, Afghanistan. Het lichaam arriveerde vanaf de basis Brize Norton in Engeland, per C130 Hercules transportvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht. Na aankomst droeg een ploeg van acht militairen van 42 Bataljon Limburgse Jagers de kist aan de familie over. Aan weerszijden van de looproute stond een erehaag opgesteld. Smeehuijzen (20) werd gisteren na een herdenkingsdienst in Tarin Kowt naar Engeland overgevlogen. Daar haalde de Hercules van de luchtmacht hem vandaag dus op. De crematie vond 23 juni in Amsterdam in besloten kring plaats.
Agenda Militaire Luchtvaartmuseum Agenda Militaire Luchtvaartmuseum De dagelijkse tentoonstelling laat een aantal markante veranderingen zien in het beroep van jachtvlieger sinds de jaren van vlak voor de Eerste Wereldoorlog tot nu. De wisselwerking tussen mens en vliegtuig staat hierin centraal. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de uitstraling van de militaire luchtvaart naar andere sectoren in de samenleving. *Filmdagen Op iedere eerste zondag van elke maand worden er in de twee filmzalen van het MLM luchtvaartfilms en –documentaires getoond. *Kinderworkshop Morse Tijdens de workshop Morse neem je een kijkje in het radiostation dat ingebouwd was in de North American B-25 Mitchell. Nadat de uitleg maak je onder begeleiding je eigen morseapparaatje. Het werkstuk dat je tijdens de workshop maakt mag je mee naar huis nemen. Kosten zijn e6,- per kind. Aanmelden kan via de website of per telefoon. Data: 4, 12 en 19 juli. *Kinderworkshop Straalmotor Ben jij nieuwsgierig, en wil je weten hoe een groot en zwaar vliegtuig zomaar de lucht in kan, of hoe een vliegtuigmotor werkt? De workshop Straalmotor laat je de werking van een belangrijke uitvinding zien: de straalmotor. Het werkstuk dat je tijdens de workshop maakt mag je mee naar huis nemen. Kosten zijn e6,- per kind. Aanmelden via de website of per telefoon. Data: 5, 17 en 24 juli Voor meer informatie: www.militaireluchtvaartmuseum.nl. Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur, zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op paas- en pinksterzondag, Koninginnedag, beide kerstdagen en nieuwjaarsdag is het MLM gesloten. De expositie en het museum zijn gratis te bezoeken. Adres: Kamp van Zeist 2-4, Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail: info@ mlm.af.dnet.mindef.nl. Bezoek voor meer informatie de website www.militaireluchtvaartmuseum.nl. Het museum is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur en op zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op paas- en pinksterzondag, Koninginnedag, beide kerstdagen en nieuwjaarsdag is het MLM gesloten. De expositie en het museum zijn gratis te bezoeken. Adres: Kamp van Zeist 2-4, Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
DE VLIEGENDE HOLLANDER
44
JOURNAAL
Expositie over vliegklas van 1926 Tachtig jaar geleden voltooide de Vliegklas 1926 van de legendarische ’Vliegschool van Versteegh’ haar vliegopleiding op de bakermat van de Nederlandse luchtvaart Soesterberg. Op 21 juni opende de Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Hans de Jong in het Militaire Lucht-
vaart Museum te Soesterberg een expositie over deze vliegklas. Deze lichting droeg, na de afronding van haar opleiding, in de meest brede zin van het woord bij aan de ontwikkeling van de luchtvaart in Nederland. De tentoonstelling werpt onder andere licht op de betekenis die Vliegkamp
Soesterberg aan de ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart, in het bijzonder in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog. De expositie loopt door tot eind augustus 2008. Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur, zondag van 12.00 tot 16.30 uur.
Sportagenda Juli - augustus * Golf NOC*NSF Van 23 tot 26 augustus in Zandvoort. * Wielrennen NMK Op 24 augustus op de Vlasakkers in Amersfoort. * Hondenbiatlon CISM Van 29 augustus tot 31 augustus op Vliegbasis Woensdrecht.
Eerste diploma’s nieuwe monteuropleiding
CIMIC Centre naar Luchtmachtbasis Twenthe Het internationale kennis- en opleidingsinstituut voor civiel militaire samenwerking tijdens militaire operaties (NAVO CIMIC Centre of Excellence, CCOE) wordt definitief gevestigd op de voormalige vliegbasis Twenthe. Dat liet staatssecretaris Cees van der Knaap begin juni weten. Naast Nederland zijn Duitsland, Denemarken en Polen partner van het CCOE. In 2008 neemt ook Letland vrijwel zeker deel. Met de vestiging van het HRM Dienstencentrum en het CIMIC Centre of Excellence geeft de staatssecretaris invulling aan zijn belofte om de
regio te compenseren voor de sluiting van de vliegbasis Twenthe. Het HRM Dienstencentrum levert op termijn circa zeshonderd arbeidsplaatsen op. Het CIMIC Centre of Excellence heeft een vaste staf van ongeveer zestig medewerkers, dit zal oplopen naar tachtig. Daarnaast is er een permanente groep van minimaal zestig tot maximaal honderd militaire cursisten. Dit jaar nog nemen de eerste kwartiermakers hun intrekking op de voormalige vliegbasis. In de loop van 2008 en 2009 volgt de rest van het personeel.
Staatssecretaris van Defensie Cees van der Knaap reikte op 18 juni de eerste diploma’s vliegtuigmonteur met specialisatie helikopteronderhoud uit aan leerlingen van het Vaktechnisch Opleidingscentrum ‘Fokker’ (VTOC) op Schiphol Oost. Na de start van de tweejarige opleiding, in september 2005, zijn nu de eerste zestig leerlingen geslaagd. Zij komen bij een onderdeel van de Koninklijke Luchtmacht te werken. De door de Europese luchtvaartautoriteit gecertificeerde opleiding en de straks opgedane werkervaring bij de luchtmacht, maken de deelnemers uitermate geschikt voor een baan in de civiele luchtvaartbranche. Defensie draagt hierdoor bij aan de instroom van ervaren vliegtuigonderhoudsmonteurs in de civiele sector. De Koninklijke Luchtmacht heeft een voortdurende behoefte (jaarlijks 200) aan technisch personeel voor haar vliegtuigen en helikopters. VTOC “Fokker” leidt al sinds 1999 leerlingen op die vervolgens ook werk vinden in de luchtvaartbranche. 45
DE VLIEGENDE HOLLANDER
&
TITEL
Mensen
Mutaties
Bevorderingen militairen Generaal-majoor Groningen, S van, Mr. per 5/14/2007 (LCW STGP) Commodore Duren, ECGJ van, Ir. per 5/11/2007 (LCW STGP) Kolonel Gelissen, HPMM per 2/16/2007 (CMH: Medische Staf & Arts-Assi) Majoor Bakker, MTP per 2/7/2006 (EHV:OPS VLUCHT F50/F60), Smit, J per 5/1/2007 (LSK:BUR OPLEIDINGSPLANNEN), Thal Larsen, GH per 3/23/2007 (LSK:SIE OPERATIONEEL RECHT) Kapitein Blanken, J per 2/23/2007 (SSB:VLUCHT 3 300), Bootsman, DN per 3/1/2007 (VKL:BUR ONDERZ INT BEHEERSING), Dekker, HJ per 9/19/2006 (SSB:VLUCHT 2 300), Klein, W per 2/1/2007 (AFD LOG SYSN KENNISPOOL), Schie, FW van per 3/1/2007 (AOCS:VLUCHT A4) Eerste luitenant Arici, SM per 4/14/2007 (AOCS:CIS OPERATIONS), Vinken, SJ per 10/4/2006 (LMG:AFD LUMA METEO CENTR), Zuidema, PS per 2/19/2007 (LCW ACCTMGMT PLFMGEB SYSN) Tweede luitenant Beimin, D, Ing. per 2/16/2007 (LCW LOGMGMT HELIKOPTERS), Hulst, G.W., Ing. per 2/16/2007 (LCW LOGMGMT HELIKOPTERS), Martens, JJPJ per 2/16/2007 (LCW LOGMGMT HELIKOPTERS), Putto, CPM per 2/16/2007 (LCW LOGMGMT J&LVTGN), Vlist, D. van der, Ing. per 2/16/2007 (LSK:BUR OVERIGE MIDDELEN), Vroome, MJ de per 2/16/2007 (LCW LOGMGMT HELIKOPTERS), Wetering, D. van de per 1/26/2007 (SSB:LBB LOGISTIEK), Wuytswinkel, AJF van per 2/1/2007 (PAS: Psych Mdw Groep 1 tm 5) Adjudant Bakker, PBM per 12/22/2006 (EHV:OPS VLUCHT KDC-10), Beek, CA van per 4/1/2007 (DBV: Bureau Techniek & Mat Beh), Breen, D per 5/1/2007 (OKLU:VG OUT OF AREA), Maas, SKA per 5/1/2007 (GGW:WC ICC/ISE/DSU 951), Migchielsen, HJFM per 5/3/2007 (VKL:SIE EXPEDITIE), Mijnders, JG per 5/1/2007 (SSB: DE VLIEGENDE HOLLANDER
BUR OPLEIDING&TRAINING), Seiger, RG per 4/1/2007 (GGW:SIE ONDERH. WAPENSYST. 802), Vink, N per 4/1/2007 (GGW:GW PATRIOT FP 3 803) Sergeant-majoor Blom, PE per 5/14/2007 (LW:SIE VLIEGTUIGPLAATWERK), Bos, HA per 4/1/2007 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 298), Bruggeman, JB per 4/1/2007 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 298), Diermen, DWF van per 1/11/2007 (LMG:AFD LUMA METEO CENTR), Ende, IB van den per 5/1/2007 (VKL:WING MISSION SUPPORT), Geijsen, E per 5/1/2007 (SSB:VLUCHT 4 298) Sergeant der eerste klasse Grootenhuis, D per 5/6/2007 (PARESTO/ NO:Regiopool niet-regu), Heijden, FH van der per 5/27/2007 (VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Laarschot, JE van de per 5/19/2007 (VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Leeuwen, D van per 5/15/2007 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 300), Odink, PM per 5/29/2007 (ACO:MISSION CREW BRANCH), Rijpma, A per 5/6/2007 (HFB: Post - KBK), Schoot, RHCJ van der per 5/2/2007 (VKL: WING MISSION SUPPORT), Schut, J per 5/27/2007 (VKL:WE POO F-16), Snippert, RM per 5/28/2007 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 300), Theunisse, HHM per 5/27/2007 (VKL:WE POO F-16), Veldsink, LC per 5/19/2007 (VKL: WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Vries, ES de per 4/1/2007 (LCW LOGMGMT J&LVTGN), Zwambag, LJG per 5/27/2007 (VKL:WE POO F-16) Sergeant Alphen, V.W.M. van per 4/6/2007 (VKL: PVE GEREEDSTELLING 311), Battels, TTGT per 12/20/2006 (VKL:SIE EXPEDITIE), Boon, J. den per 5/20/2007 (GGW: GW PATRIOT CREW 1 FP 3 803), Bruin, S de per 12/15/2006 (LW:SIE VLIEGTUIGPLAATWERK), Coenen, L.J.P. per 3/1/2007 (VKL:WE AVIONICATECHNIEK), Halbersma, S per 2/12/2007 (LW: SQN MISSION SUPPORT 323), Hendriks, L.D. per 3/30/2007 (VKL:PVE METEO), Kamp, D van der per 3/26/2007 (LW: SIE WEGTRANSPORT), Kinkelder, B. de per 3/8/2007 (VKL:WE AVIONICATECHNIEK), Lamers, E per 1/16/2007 (GZRY:HONDENSECTIE), Langenhuijzen, HCG per 4/2/2007 (EHV:ME POL EN CHEMISCH AFVAL), Lin, C.C. van per 4/9/2007 (LSK:ORKEST), Malasch, RC per
4/3/2007 (VKL:WE WAPENTECHNIEK), Miceli, E.M. per 1/26/2007 (AOCS:KNT TRAINING), Mol, G.J.J. per 3/15/2007 (LCW PACER AMSTEL PROJECT), Olderen, J. van per 4/16/2007 (THG:WERKEENHEID 301 VL 3 (WT)), Podgorska, JK per 4/30/2007 (VKL:GEZONDHEIDSCENTRUM), Prophitius, G. per 1/17/2007 (AOCS:VLUCHT B4), Spork, J per 3/23/2007 (VKL:WE POO F-16), Tak, KM per 3/1/2007 (SSB:PVE BRANDWEER), Zandvliet, JF per 3/14/2007 (VKL:WE AVIONICATECHNIEK) Korporaal der eerste klasse Heimans, H per 5/18/2007 (SSB:HONDENSECTIE), Reinink, J per 5/18/2007 (TW:BEWAKINGSVLUCHT 620), Schaaf, P A M van der per 5/30/2007 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640) Korporaal Bale, R. van per 2/12/2007 (GZRY: WE VLGTGONDERH/WAPENTECHN), Bouchiba, M per 4/23/2007 (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Burgt, A.J.M. van der per 3/12/2007 (VKL:SIE WAPENTECHNIEK), Hilgerink, D.D. per 3/26/2007 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 311), Kohl, M.J.C. per 4/23/2007 (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Lenten, M. per 1/22/2007 (GZRY:WE VLGTGONDERH/WAPENTECHN), Nijenhuis, M.A. per 5/4/2007 (LW:SIE BRANDSTOFFEN), Noten, S.A.J. per 4/2/2007 (GGW: STNGRTM 3 PELB TVS BEW 650), Reijne, B. per 11/20/2006 (GZRY:WE VLGTGONDERH/WAPENTECHN), Schoenmakers, D.F.L. per 4/23/2007 (VKL:BEWAKINGSSPEC OPS VL 640), Schoonbeek, D per 3/26/2007 (VKL:WE WAPENTECHNIEK), Smeets, C.J.S. per 3/12/2007 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 312), Weerd, R de per 3/5/2007 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640) Soldaat der tweede klasse Hoekstra, R.G. per 4/26/2007 (LW: PVE BEWAKING), Maduro, K.V. per 4/23/2007 (SSB:BEWAKING DET MLT DEELEN), Vleugel, A. per 4/23/2007 (OKLU:BEWAKINGSPELOTON 3)
M E N S E N & M U T TAITTI EE LS
Actieve dienst verlaten Majoor Broek, JWJG van den, (per 5/1/2007) Cdt 130 Sqn KMSL Kapitein Bos, F, (per 5/10/2007) Procesmeteoroloog, Dries-Adelaar, LKMW van den, (per 5/1/2007) Hfd Staf Voorlichting, Hoeke, D, (per 5/14/2007) Sect Ldr Ops Sqn, Schurink-van der Klugt, AE, (per 5/1/2007) Hfd Bur Projen Milatcc Eerste luitenant Bijnen, MLA van, Ing. Ing., (per 5/1/2007) PAKKETANALIST Vaandrig Nieuwenhof, ASJ, (per 5/1/2007) Cursisten VTO KLu Adjudant Gielen, PLA, (per 5/1/2007) Hfd Onderh Triad Wapensyst, Jongkind, A, (per 5/1/2007) H-vva/Air Space Reservations Sergeant-majoor Beers, JEL van, (per 5/1/2007) KLU Herplaatsing Intern, Besselink, JW, (per 5/1/2007) Ass Launcher Crew Patriot, Helmond, LM van, (per 5/1/2007) Hfd Grondfotografie, Knijnenburg, AFJ, (per 5/1/2007) TECHN AVIONICA 1E, Mulder, OP, (per 5/1/2007) Instr Avt Chinook Sergeant der eerste klasse Beurskens-van de Ven, MJFE, (per 5/1/2007) Mat Behrdr, Blaauw, L, (per 5/1/2007) Techn F16 Avt B, Boelens, TCJ, (per 5/1/2007) Techn F16 Avt A, Bouwknegt, C, (per 5/5/2007) Groepscdt Ogrv, Dekker, BC, (per 5/26/2007) Ass Crew Chief PC-7, Duursma, EM, (per 5/1/2007) Techn F16 Avt B, Heer, PBC de, (per 5/1/2007) Launcher Crewchf Patriot, Jonkers, RLP, (per 5/1/2007) Cdt Hondengel/Plgcdt Hndensie, Linden, KJA van der, (per 5/28/2007) Mdw Gnk Verz, Oirbans, HHGH, (per 5/1/2007) TECHN AVIONICA, Por-Nijhuis, M.J.H., (per 5/1/2007) KLU Herplaatsing Extern, Rosaria, FE, (per 5/24/2007) Groeps Cdt Bewaking, Tujeehut, CAW, (per 5/26/2007) Medew Vut Heli
Apache, Broerse, F, (per 5/6/2007) Mdw Distributiecentr, Duinkerken, J, (per 5/6/2007) MDW MAGAZIJN, Fransen, KA, (per 5/1/2007) Groeps/Wacht-/Plv Pelcdt, Kosse, BW, (per 5/1/2007) Spec Wapentechn F16, Meza, RD de, (per 5/29/2007) MDW ONTV,OPSLAG&DISTR SR, Schumacher, M, (per 5/23/2007) Ass Wapendir(A10), Thyssen, MTM, (per 5/1/2007) Monteur Gronduitrusting, Timmers, GN, (per 5/18/2007) Nivo 3 Ooff OGRV, Venema, LM, (per 5/1/2007) Spec Cis Operations, Visjager, D, (per 5/19/2007) Onderbrandmeester, Vos, AJW, (per 5/21/2007) Mdw Gnk Verz Korporaal der eerste klasse Autar, R, (per 5/23/2007) Ass Cis Maint, Boonstra, AG, (per 5/14/2007) Overtollig BBT SBK, Bos, P, (per 5/31/2007) Stingerschutter/Bewaker, Bothof, JMF, (per 5/1/2007) Ass CIS Maintenance, Broeders, BGA, (per 5/12/2007) Ass Mat Behrdr, Bussing, J, (per 5/28/2007) Ass Techn Vot F16 Syst, Gemert, CAC van, (per 5/24/2007) Kpl Bewaker, Janse, BP, (per 5/1/2007) Chauf, Jonkhof, SG, (per 5/1/2007) Brandwacht, Kaak, W, (per 5/1/2007) Ass Mont Gronduitr, Kimkes, JAPH, (per 5/1/2007) Ass Techn Vot F16 Syst, Koorevaar, MRA, (per 5/12/2007) Ass Cis Maint, Loderus, JCPM, (per 5/18/2007) Brandwacht, Looten, R, (per 5/1/2007) Hondengeldr, Plomp, LD, (per 5/1/2007) Chauffeur Dvvo, Roosmalen, NTJ van, (per 5/1/2007) Chauf/Pol, Smulders, PPM, (per 5/1/2007) Brandwacht, Teunissen, E, (per 5/20/2007) Stingerschutter/Bewaker, Tjon-Affo, JG, (per 5/12/2007) Ass Mat Behrdr, Verhaaren, JPF, (per 5/1/2007) Brandwacht, Wiegman, FHJ, (per 5/1/2007) Mdw Luchtvrachtafhandeling, Zuijderwijk, RCL, (per 5/21/2007) Chauf Korporaal Buck, B, (per 5/8/2007) Sld Bewaker, Doorn, M van, (per 5/20/2007) Cursisten 2e peloton KLu, Wester, W, (per 5/4/2007) Nivo 3 Ooff VO Chinook Soldaat der eerste klasse Salih, Z, (per 5/1/2007) Sld Bewaker
KLu, Kramer, J.T., (per 5/24/2007) Nivo 2 Kpl Bewaking, Paauwe, M.J., (per 5/4/2007) Nivo 2 Kpl Bewaking, Peters, MW, (per 5/1/2007) Cursisten 2e peloton KLu, Zwarteveen, S., (per 5/4/2007) Nivo 2 Kpl Bewaking Schaal 1 Giesbers, H.C.P., (per 5/1/2007) Projectmanager MAR-OPS, Windgassen, HJ, (per 5/1/2007) Proj. Mdw Beleidsondersteuning Schaal 11 Lauret, M, (per 5/1/2007) Arbeidshyg Schaal 10 Heinis, N.H., (per 5/7/2007) Arts Schaal Datema, H, (per 5/29/2007) Hfd Sie Voertuigonderhoud, Westerhof, K., (per 5/1/2007) Proj. Mdw Leerlingendock Schaal Engel, JLMG, (per 5/1/2007) Houtbewerker/Timmerman, Roos, ME, (per 5/1/2007) KLu Herplaatsing Extern Schaal 3 Brzoskowski, RSH, (per 5/1/2007) Mdw Alg, Tandarts; Daniëls, RPTJ, (per 5/1/2007) Tandarts
Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en zijn aangeleverd door de Interim Beheer Organisatie PeopleSoft & NSK. Wendt u zich voor gegevens die niet correct in deze rubriek staan vermeld in eerste instantie tot uw eigen personeelsdienst.
Sergeant Amerongen, A.H. van, (per 5/13/2007) Nivo 3 Ooff VO Cougar, Boomaars, MAC, (per 5/15/2007) Techn Vo
Soldaat der derde klasse Dumont, K.J.M., (per 5/18/2007) Nivo 2 Kpl Transport POL, Kampschreur, F.P, Ing., (per 5/1/2007) Cursisten 2e peloton
Deze kan mutaties verwerken in PeopleSoft en indien noodzakelijk contact opnemen met de Servicedesk Defensie.
DE VLIEGENDE HOLLANDER