Vakblad voor diakenen / 20e jaargang, nummer 4 / augustus 2007
In dit nummer: Landelijke Diaconale Dag migrantenkerken / Samen Geloven? Gewoon Doen! / minicursus: kerk en maatschappelijke stage / stichting Hulp in Praktijk / Kerkhuis Bijlmer
Colofon
17
DIAKONIA, 20E JAARGANG, NO. 4, AUGUSTUS 2007 Tijdschrift voor hen die plaatselijk actief zijn op diaconaal gebied.
UITGEVER Diakonia verschijnt zesmaal per jaar en is een uitgave van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland voor het diaconale programma van Kerk in Actie. Kerk in Actie is het missionaire en diaconale werk in binnen- en buitenland van de Protestantse Kerk in Nederland. Delen van dit werk worden uitgevoerd mede namens tien oecumenisch georiënteerde kerken en organisaties in Nederland.
REDACTIERAAD Sjon Donkers, Jac Franken, Henk van IJken, Riet van der Kooij, Gerda van Leeuwen, Henny Nagelhout (eindredacteur), Jan Ritman, Corinth van Schaik, Ruud Slabbertje (voorzitter), Irene Stok, Irene Versnel (eindredacteur ad interim) Carla van der Vlist.
5
11
OPMAAK EN DRUK Roto Smeets GrafiServices, Utrecht.
ADMINISTRATIEADRES Adressen- en periodiekenadministratie, Postbus 8504, 3503 RM Utrecht, tel. (030) 880 17 25, fax (030) 880 15 84, e-mail:
[email protected]
REDACTIEADRES Postbus 456, 3500 AL Utrecht, tel. (030) 880 17 90, fax (030) 880 14 57, e-mail:
[email protected]
20
ABONNEMENTEN De abonnementsprijs bedraagt € 12,70 per jaar. Losse nummers € 2,65.
GESPROKEN DIAKONIA Diakonia is ten behoeve van visueel gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op audiocassettes. Voor een abonnement of een proefcassette kunt u terecht bij de CBB, Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel. (0341) 56 54 77. Daar kunt u ook informatie krijgen over de uitgave in brailleschrift.
WEBSITE www.kerkinactie.nl ISSN 0167 - 1472
2
Diakonia - augustus 2007
Van de redactie
Inhoud Van de redactie
3
De Verbinding: Kerkhuis Bijlmer
5
Kleurrijk: Samen Geloven? Gewoon Doen!
7
Antenne: stichting Hulp in Praktijk
8
Actueel: Landelijke Diaconale Dag
10
Actueel: migrantenkerken
11
DiaKoos
11
Op de stoep bij: André Batenburg, diaken in Zoetermeer
12
Uit de praktijk: Ria de Jong en Hans Kapteyn, diakenen in het moderamen
14
Diakenenpanel: hoe ervaart de diaconie de samenwerking met de classis?
16
Minicursus: kerk en maatschappelijke stage
17
Collecte: Bangladesh
20
Collecte: Guatamala
21
Berichten
22
‘Mijn gebed’
24
Achter elk mens schuilt een verhaal Kerkhuis Bijlmer (pagina 4-6) is het dienstencentrum voor migrantenkerken van de Protestantse Diaconie Amsterdam. Het sluit aan bij wat in Amsterdam-Zuidoost in de omgeving leeft. Cor Ofman houdt er onder andere wekelijks een inloopspreekuur, een belangrijke schakel in het signaleren van wat zich in de buurt afspeelt. Bij Samen Kerk in Nederland, SKIN, draait alles om migrantenkerken. Deze vereniging is de spil tussen Nederlandse- en migrantenkerken, de overheid en tal van andere organisaties. Op pagina 11 leest u er meer over. In het moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland zitten twee diakenen: Ria de Jong en Hans Kapteyn. Zij ervaren dat diaconaat alle ruimte krijgt in synodale vergaderingen en roepen op om met diaconale thema’s aan de weg te (blijven) timmeren. Zo blijft de kerk betrokken bij en zichtbaar in de samenleving (pagina 14-15). Diaconaat wereldwijd, daar wordt aandacht voor gevraagd bij de collecten van Kerk in Actie. U leest erover op pagina 20-21. Ook vindt u werelddiaconaat bij André Batenburg uit Zoetermeer, die zijn leven lang al bezig is met de bestrijding van onrecht in de wereld. Als diaken in de plaatselijke ZWO-groep werkt hij aan het verbeteren van de wereld op het stukje waar hij woont. “Achter elk mens schuilt een verhaal. Het is de kunst om daarnaar te luisteren”. Dat de kerk allerlei functies heeft is geen nieuws. Wel nieuw is de kerk als stageplaats voor leerlingen van het VMBO. De verplichte stage die zij in hun opleiding doorlopen, kan een kans zijn voor plaatselijke geloofsgemeenschappen. Over nabij zijn, diaconaat in de buurt, gaat de Landelijke Diaconale Dag (pagina 10). Centraal staan initiatieven van diaconieën die werken aan leefbaarheid, zowel in de stad als op het platteland. Diaconaat, ver weg en dichtbij. Mensen die zich inzetten voor elkaar – samen geloven, gewoon dóen! Irene Versnel Eindredacteur ad interim
Bij de voorpagina: Leerling van ’t Hooghe Landt in Amersfoort tijdens een maatschappelijke stage (zie pagina 17-18-19). Foto: Jaap de Jager
Diakonia - augustus 2007
3
De Verbinding
Diaconaal spreekuur voor migranten:
“De diaconie als vliegwiel dat dingen in beweging kan zetten” “Ieder mens met zijn of haar probleem doet me wat”, zegt Cor Ofman. “Eigenlijk zou ik als diaconaal consulent vooral verbindingen moeten leggen met andere organisaties, en dat doe ik ook wel. Maar juist de één op één-contacten heb ik nodig om problemen van mensen uit de buurt te signaleren.” Tekst en foto’s Henk van IJken
C
or Ofman (55) is diaconaal consulent van de protestantse diaconie in Amsterdam. Iedere woensdag houdt hij een inloopspreekuur dat meestal meer dan een uur duurt. De meeste bezoekers hebben ernstige gezondheidsproblemen. Van de in totaal 130 bezoekers die hem vanaf januari bezochten, hebben vijftig mensen hiv/aids en vijftien psychische problemen of een trauma. “Ik werd twintig jaar geleden, als pastor bij de inloop van Open Deur aan het Begijnhof, ook al geconfronteerd met problemen van uitgeprocedeerde vluchtelingen en arbeidsmigranten”, memoreert Cor Ofman. “Maar door mijn werk bij de diaconie ben ik ook in contact gekomen met de migrantenkerken, waar deze mensen vaak als eerste terechtkomen. Ik had nooit gedacht dat ik nog eens in de Bijlmer zou gaan werken. Een constante die er ook was aan het Begijnhof, is het aidspastoraat.”
Arbeidsmigranten In Amsterdam-zuidoost (de Bijlmer) verblijven veel arbeidsmigranten, vooral uit Ghana en Nigeria, maar ook uit andere landen die behoren tot de Afrikaanse Sub-Sahara. Velen van hen zijn zonder geldige papieren naar ons land gekomen. Het gaat om mensenhandel, mensen die hier naartoe zijn gekomen voor een – al dan niet mislukte – gezinshereniging. Of mensen die voor een vakantie of een familiebezoek overkomen en niet meer weggaan. “Bijvoorbeeld omdat er een relatie en soms ook een baby groeit”, merkt Cor Ofman op. “Ze gaan niet terug, en dat kan vaak ook niet.” Hoewel er ook hoger opgeleiden onder de arbeidsmigranten in Amsterdam-zuidoost zijn, werken ze vrijwel allemaal op onregelmatige tijden en voor een laag loon in de Foto links: Cor Ofman (links) en Christopher Adjei
Diakonia - augustus 2007
schoonmaaksector. Een groot deel van hen werkt ‘zwart’. De circa honderd migrantenkerken in Amsterdam-zuidoost hebben hun handen vol aan de eerste opvang van arbeidsmigranten met problemen.
Gezondheidsproblemen Vaak gaat het om gezondheidsproblemen waardoor werken onmogelijk is. Recht op een uitkering hebben de arbeidsmigranten veelal niet doordat ze geen geldige papieren hebben. En als ze wel over een verblijfsvergunning beschikken, weten ze de weg naar het juiste loket vaak niet. Als het deze migrantenkerken en ook familieleden onderling niet meer lukt om elkaar bij te staan, kunnen ze aankloppen bij het Kerkhuis dat is gevestigd in Hoogoord, één van de flats die is blijven staan na de Bijlmerramp in 1992. Het Kerkhuis is een project van de protestantse diaconie dat een veelheid van activiteiten aanbiedt aan migranten in Amsterdam-zuidoost. Dat doet het Kerkhuis uiteraard niet buiten de migrantenkerken om. En dat blijkt ook de beste aanpak te zijn. Het gezamenlijk opgezette songfestival Sing for life, met als thema aidspreventie, trok duizend bezoekers, van wie 160 mensen zich meldden bij de vrijwillige artsen van Dokters van de Wereld die waren ingeschakeld voor het verstrekken van een MEDOC, een medisch document voor illegalen. Door deze benadering, samen met de migrantenkerken, bleek het taboe op het bespreken van seksualiteit en seksueel overdraagbare aandoeningen dat er onder migrantenchristenen is, op dat moment doorbroken te zijn (zie ook de achterpagina van deze Diakonia.
Zingeving Om de problemen van mensen te kunnen oplossen, werkt Cor Ofman samen met het Aidsfonds, de Nierstichting en de gemeen-
te Amsterdam. Zij verstrekken geld als andere instanties het laten afweten. “Met het Academisch Medisch Centrum (AMC) heb ik goed contact zodat mensen zonder ziektekostenverzekering daar toch hulp kunnen krijgen”, vult Cor Ofman aan. Ook heeft het Kerkhuis een appartement gehuurd waar tijdelijk drie vrouwen en vijf kinderen verblijven. “Maar”, zegt Cor Ofman, “eigenlijk is voor mannen hetzelfde nodig. Een man met een hersenbloeding of iemand die twee of drie dagen per week aan de nierdialyse moet, kun je evenmin aan zijn lot overlaten. Als iemand op mijn spreekuur komt en in de wachtruimte zit, weet hij of zij van de ander niet waarom er een gesprek volgt. Je bent als bezoeker redelijk anoniem, hoewel het ook belangrijk is om elkaar te ondersteunen. Ik ga een band met hen aan en zij met mij. In de eerste plaats geef ik, als dat nodig is, geld om te overleven. Maar ik heb het met hen ook over zingeving. Wat ik doe zou je diaconaal pastoraat kunnen noemen. Je geeft aandacht, probeert te begrijpen, neemt de tijd. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk dat ik naast die aandacht een financiële bijdrage – van de diaconie, particulieren of de plaatselijke overheid – kan geven, zodat mensen, ook in dat opzicht, niet met lege handen weggaan. Ik signaleer. Met mijn ervaringen doe ik een beroep op andere organisaties en de overheid. De diaconie is op die manier een vliegwiel dat dingen in beweging kan zetten.”
5
De verbinding
“Gelukkiger met mijn leven” Christopher Adjei (43) is een van de geregelde bezoekers van het diaconale spreekuur in het Kerkhuis. Hij komt uit Ghana, van waar hij in 1998 met vele anderen per schip naar Europa vertrok. In Amsterdam-zuidoost bleef hij achter, zonder voedsel of een plaats om te slapen. Een paar weken na aankomst in ons land werd hij neergeschoten. Een schot in zijn been, waarvoor hij in het AMC in Amsterdam werd behandeld. Hij genas voorspoedig. Bovendien kreeg hij een verblijfsvergunning op medische gronden. “Ik was gelukkig”, zegt hij.
Geen plaats Maar de vlucht uit Ghana, de beschieting en de moeilijke levensomstandigheden, mogelijk in combinatie met een aanleg voor depressi-
KERKHUIS AMSTERDAM-ZUIDOOST Het Kerkhuis is het dienstencentrum voor migrantenkerken van de Protestantse Diaconie Amsterdam. Het Kerkhuis bestaat vier jaar en is gevestigd in een woning in één van de Bijlmerflats. Het ondersteunt kerken in Amsterdam-zuidoost bij hun sociaalmaatschappelijk werk en bevordert contacten tussen migrantenkerken en gevestigde kerken. Amsterdam kent zo’n vierhonderd christelijke gemeenschappen. Daarvan zijn tweehonderd migrantenkerken. Vijf medewerkers in deeltijd en freelance werken aan vijf projecten: • Praise HIM- Project for Aids Prevention and Healthcare in migrant churches. Veel migranten vinden hun weg niet in het ingewikkelde gezondheidssysteem in Nederland en raken verstrikt in de bureaucratie. Samen met maatschappelijk werkers, huisartsen, geestelijk verzorgers in de psychiatrische zorg en kinderpsychiaters, Soa-Aids Nederland en de GG & GD geven de kerken voorlichting over toegang tot de gezondheidszorg. • EM2- Exposure Multicultural Ministry; het ontwikkelen van nieuwe vormen van contact tussen gevestigde en migrantenkerken: onder andere excursies, preekbeurten, gemeenteavonden, tienerspeurtochten. • Kerk op de Kaart; het inventariseren van het sociaal-maatschappelijk werk van de kerken en dit formuleren in projecten en onder de aandacht brengen van de lokale overheid. • KzD - Kerken (z)onder Dak; in samenwerking met de Stichting Bijlmerkerk worden kerken bijgestaan in het zoeken naar een goede accommodatie. • See you in the Bible - Amsterdammers lezen samen. Met de Nederlandse Zendingsraad en de Vrije Universiteit christenen uit verschillende kerken en culturen met elkaar in contact brengen om de bijbel te lezen en elkaar te leren kennen. Verder zijn er allerlei activiteiten, waaronder een volkstuin, Nederlandse les, Franse les door Franstalige Afrikanen, een kinderbijbelclub, een meidenclub, computerles en een internetcafé. Op de woensdag is er een Raad- en Daadbalie, met een spreekuur waar wekelijks zo’n dertig mensen met problemen op het gebied van gezondheid, schulden, onderdak, werk en vreemdelingenrecht worden geholpen. Daarin zit een spreekuur hiv/ aids waar Dokters van de Wereld de uitgifte van het Medoc verzorgen, een medisch paspoort dat ongedocumenteerden en onverzekerden betere toegang tot gezondheidszorg geeft. Het Kerkhuis verzorgt daarnaast Afrikaanse maaltijden, vertalingen Nederlands-Engels, optredens van gospelkoren en hulp bij het schrijven van projecten en fondswerving en boekhouding. Ook enkele netwerken zijn mede door het Kerkhuis opgezet: het OOGOverlegorgaan (Overheid-Geloofsgemeenschappen in Amsterdam-zuidoost), het Armoedeplatform, het Amsterdams Netwerk Rechtvaardigheid Ongedocumenteerden (ANRO), het Ouderproject en de Voedselbank. Kerk in Actie is een van de financiers van het Kerkhuis.
viteit, eisten psychisch hun tol. “Ik voelde me achtervolgd. Er was geen plaats meer waar ik kon slapen”, blikt Christopher Adjei terug. Hij kwam een jaar geleden voor het eerst bij het diaconale spreekuur van het Kerkhuis. “Nu krijg ik medicijnen voor mijn psychische problemen”, zegt hij. “De kerk gaf mij ook te eten en zorgde voor een plaats, ergens in Amsterdam, waar ik kan wonen. De huur voor de kamer wordt elke maand door de kerk betaald. Daarmee ben ik goed geholpen, want behalve dat heb ik niets. Ik heb geen werk. Voordat ik werd neergeschoten, had ik wel
6
werk, maar sindsdien heb ik nooit meer gewerkt. Ik ga nu wel naar school en leer Nederlands als dagactiviteit, elke maandag en woensdag.”
Problemen delen Christopher Adjei: “Naar het diaconale spreekuur ga ik met brieven die ik niet kan lezen, formulieren van gemeentelijke en andere instanties die moeten worden ingevuld en ook bij sommige schulden die ik had, riep ik hulp in. Cor Ofman hielp me met het zoeken naar oplossingen. Elk probleem dat ik tegenkom,
deel ik hier met hem in het Kerkhuis. En hier probeert men het op te lossen. Voor die tijd hielp niemand mij. Mijn gezondheid is wisselend: soms goed, soms niet goed. Dan loop ik de hele dag door de stad. Toch ben ik gelukkiger met mijn leven dan eerst. Ik slaap ook beter.” Foto: Christopher Adjei www.kerkhuis.nl www.diaconie.org www.skinkerken.nl
Diakonia - augustus 2007
Kleurrijk Het platform 'Samen geloven? Gewoon doen!' ondersteunt diaconieën en Kerken die mensen met een beperking bij het kerkelijke leven willen betrekken.
Samen Geloven? Gewoon Doen! Het landelijk oecumenisch platform ‘Samen geloven? Gewoon doen!’ werkt vanuit de visie dat binnen een christelijke gemeenschap ieder mens welkom is. Een gemeenschap waarin iedereen mee kan doen en zijn of haar gaven en talenten kan inzetten, en die wordt gekenmerkt door de verscheidenheid van mensen met mogelijkheden
Diakonia - augustus 2007
en beperkingen. Het platform wil lokale geloofsgemeenschappen die zich herkennen in deze visie, ondersteunen bij het vormgeven van een ‘inclusieve’ geloofsgemeenschap. Dat doet het platform ondermeer door het verzamelen, beschrijven en toegankelijk maken van ‘goede voorbeel-
den’. Ook ontwikkelt het platform materiaal op het gebied van catechese, liturgie, gemeente- en parochieopbouw en pastoraat. Daarnaast organiseert het platform werkdagen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, inspireren en van elkaars ervaringen leren. Voor de tweede helft van 2007 staan er twee regionale ontmoetingsdagen op het programma met als thema ‘Samen op pad’. De dagen zijn bestemd voor gemeenteen parochieleden met en zonder verstandelijke beperking. Op het programma staat een
viering en de mogelijkheid om praktijkervaring op te doen in diverse workshops. Tijdens de dagen zullen aanbevelingen worden opgesteld die in 2008 landelijk aan de kerken worden aangeboden. Samen geloven? Gewoon doen! wordt gesteund door Kerk in Actie, omdat wij het belangrijk vinden dat mensen met een handicap een volwaardige plek hebben/krijgen in de kerken. www.kerkinactie. nl>wereldwijde hulp> Trefwoord: Samen geloven
7
Antenne
Stichting HiP als steun in de rug voor de kerk “Steeds meer mensen hebben hulp nodig, steeds minder mensen krijgen daadwerkelijk de hulp die ze nodig hebben.” Met deze zin start de informatie die stichting Hulp in Praktijk (kortweg HiP) geeft over haar werk. HiP mobiliseert christenen in het geven van hulp aan de medemens. Zij zet de talenten en mogelijkheden van vrijwilligers uit diverse kerken in een database. Als er bij de helpdesk een vraag binnenkomt, weten ze in de meeste gevallen snel iemand te vinden die in actie kan en wil komen. Tekst Joke Tan Foto’s stichting HiP
H
oe werkt HiP als steun in de rug van de kerk? Walter Willigenburg, directeur van HiP, vertelt: “Hulpvragers kunnen, ongeacht hun culturele of religieuze achtergrond, om hulp vragen. Hulpgevers zijn leden van de plaatselijke kerken. Ook kunnen hulpverlenende instanties worden ingeschakeld, met name voor de complexe hulpvragen waar inzet van professionals nodig is. De hulpvragen zijn divers. Denk aan bezoekjes, mantelzorgrespijt, het invullen van papieren, sjouwen van meubels of lampen ophangen tot een boodschap doen of op de koffie gaan. HiP doorbreekt de anonimiteit in de samenleving door de hulpbieder in contact te brengen met de hulpvrager. Belangrijk is ook dat de hulp niet onder de ‘vlag’ van HiP wordt verleend, maar vanuit de lokale kerk.”
Vraag en aanbod bij elkaar HiP is geconcentreerd op de hulpvraag en de hulpaanbieder. Het hulp verlenen is niet
ingewikkeld, er komen geen stapels papieren of reglementen aan te pas en het staat los van kerkelijke richtingen, culturen en achtergronden. Het kerkelijk vrijwilligerswerk wordt door de korte lijnen zeer effectief. Hulpvraag en -aanbod worden gewoon plaatselijk en regionaal bij elkaar gebracht. De introductie van HiP gaat in grote lijnen als volgt: na een kennismaking met alle kerken in een plaats volgt desgewenst een presentatie. Nadat een kerkelijke gemeente of parochie besloten heeft in HiP te participeren, wordt een contactpersoon aangewezen. Gemeenteleden kunnen zich vervolgens als hulpbieder inschrijven. Als er bij HiP een vraag binnenkomt die past bij wat de individuele hulpbieders kunnen en willen doen, legt HiP het contact. De contactpersoon binnen de kerk krijgt bericht dat een lid van zijn kerk hulp gaat bieden. HiP is zeer transparant, de diaconie weet precies wat er gebeurt. Steeds meer kerken uit diverse richtingen
van de ´kerkelijke kaart´ nemen deel aan HiP. Dat zijn Rooms Katholieke parochies, kerkelijke gemeenten uit de gereformeerde gezindte, evangelische gemeenten, en ook steeds meer gemeenten van de Protestantse Kerk in Nederland.
Ondersteunende rol HiP helpt diaconieën bij het uitoefenen van hun taak. Diaconieën uit twee protestantse kerken in de omgeving van Utrecht zien daar voordelen in. Dick Toet is diaken van de Emmakerk, een gemeente van de protestantse Kerk in Soest. Hij vertelt over de hulp die de diaconie probeert te verlenen: “In een middelgrote plaats als Soest leeft een groeiende bevolkingsgroep in armoede. Te denken valt aan ouderen met alleen AOW, eenoudergezinnen, arbeidsongeschikten, allochtonen en vluchtelingen. Regelmatig krijgt de diaconie hulpvragen. In samenwerking met Caritas van de Willibrordparochie, de Sociale Dienst van de gemeente Soest en andere instellingen op maatschappelijk gebied proberen we hulp te bieden. Vaak helpt het al om mensen de weg te wijzen in de soms onoverzichtelijke wirwar van formulieren. Daarnaast vraagt men om hulp bij vervoer, huishoudelijke hulp, boodschappen doen, enzovoort. In het licht van het bovenstaande hoeft het geen verbazing te wekken dat wij als kerk sympathiek staan ten opzichte van de doelstelling van Hulp in Praktijk. Veel kerkgenootschappen in Soest hebben zich daaraan gecommitteerd. Ik zie het vooral als een mogelijkheid tot ondersteuning van het diaconale werk, met name in die situaties, waarin de beschikbare expertise tekort schiet. De samenwerking met HiP verloopt goed. Van tijd tot tijd is er contact.”
Aanvulling zoeken Dick den Hertog vertegenwoordigt de diaconie van de protestantse kerk in Zuilen te Utrecht. Hij legt uit wat volgens hem de kracht van HiP is: “Er wordt een verbinding gelegd, zodat iemand met zijn of haar kennis en beschikbare tijd en eigen werkgebied kan worden gekoppeld aan iemand die deze hulp nodig heeft. Ook is het een pré dat er rekening wordt gehouden met de privacy van hulpverlener en hulpontvanger. Het is duidelijk niet de bedoeling van HiP
8
Diakonia - augustus 2007
het werk in de wijken ‘over te nemen’ of vrijwilligers ‘af te nemen’. Het is juist zoeken naar aanvulling, die een positieve draai kan geven aan het toch al vele werk dat op weinigen neerkomt. Daarnaast kan ook de diaconie zelf gebruik maken van de diensten die HiP verleent. Wij hebben daar tot op heden nog geen gebruik van gemaakt, maar dit zal zeker in de nabije toekomst gebeuren. Nu zien we nog teveel dat we binnen eigen gelederen oplossingen zoeken die vaak lang op zich laten wachten. Meestal hoor je dan geluiden als ’geen tijd’, ‘te druk ‘ en ‘nu even niet’. Daarnaast schiet onze specialistische kennis vaak te kort. Met de inzet van HiP hopen wij dat gebrek te kunnen opvangen.”
HiP en Present, samen actief In het aprilnummer van Diakonia staat een artikel over het kerkelijk vrijwilligerswerk van Stichting Present. Waarin verschilt dit van wat HiP doet? Walter Willigenburg: “Die vraag krijgen we vaker. Onderling hebben we het meer over waarin we elkaar aanvullen dan over eventuele verschillen. HiP en Present kunnen prima tegelijkertijd in dezelfde omgeving werken, zonder elkaar voor de voeten te lopen.” Present werkt alleen met groepen vrijwilligers, HiP zet zowel individuen als groepen
Boven: Directeur Walter Willigenburg in. HiP richt zich op de hele breedte van de hulpverlening, Present richt zich op speciale projecten. HiP is een communicatienetwerk, vormt een diaconale infrastructuur waarlangs kerken en organisaties kunnen werken. Present werkt volgens een concept van lokale afdelingen die onder haar verantwoordelijkheid hulp verlenen. Zij werkt nauw samen met maatschappelijke organisaties. Bij HiP wordt de hulp verleend vanuit de lokale kerk of hulporganisatie; HiP brengt alleen hulpvrager en hulpbieders tot elkaar. Willigenburg: “Het is geen kwestie van kiezen. Onze dienstverlening kan aanvullend zijn. Een vrijwilliger van HiP kan in een situatie komen waar een groep van Present dé oplossing voor is. Andersom attendeert Present de hulpverlener op HiP.”
www.stichtinghip.nl Boven: Boodschappen doen
Diakonia - augustus 2007
9
Actueel
Diaconaat in de buurt 17 november is het weer zo ver. Diakenen uit alle hoeken van het land komen dan samen in de Jaarbeurs in Utrecht voor de Landelijke Diaconale Dag. Vorig jaar genoten ruim 1200 diakenen van het samenzijn. Ook dit jaar biedt Kerk in Actie een programma vanuit een praktische, diaconale invalshoek. Het thema is ‘diaconaat in de buurt’. Tekst Hans Arwert en Henny Nagelhout Foto Freek Visser/Kerk in Actie
V
anouds is het voor diakenen niet zo makkelijk om mensen op te sporen die diaconale aandacht nodig hebben. Het nabij zijn, in de buurt zijn van deze kwetsbare mensen vinden diakenen vaak een van de moeilijkste opgaven in hun werk. Daarom is tijdens de Landelijke Diaconale Dag alle aandacht gericht op diaconaat ‘in de buurt’. Want dáár bevinden zich die kwetsbare mensen, vaak vlak bij ons, in onze eigen buurt. En dan gaat het niet alleen over probleemwijken in grote steden, maar ook over diaconaat in de leefomgeving van dorpen en kleinere steden, in ons land én in ontwikkelingslanden. Welke rol heeft de diaconie eigenlijk in de eigen buurt? Hoe kun je als diaken kwetsbare mensen bereiken, hen sterker maken, misschien zelfs de onderlinge samenhang in een wijk helpen verbeteren? En welke mogelijkheden biedt de diaconale opdracht om nabij te zijn, in de buurt te zijn bij mensen die het zelf niet goed redden? Hoe kun je de leefbaarheid in de woonomgeving helpen verbeteren, zodat kwetsbare mensen beter tot hun recht komen? Hoe gaat een diaconie te werk in buurtschappen, in dorpen, in oude en nieuwe stadswijken? Wat kan het diaconaat wereldwijd doen op plaatsen waar sociale verbanden door oorlogen en armoede ernstig verstoord zijn? Om antwoorden op deze vragen op het spoor te komen, is het van belang om te
10
luisteren naar het verhaal van de mensen om wie het gaat. Om hen nabij te zijn, te ontmoeten en op gelijkwaardige wijze samen op te trekken. Dat gaat dan ook gebeuren op de Landelijke Diaconale Dag op 17 november in Utrecht. In een gevarieerd programma met interviews, workshops, informatiemarkt en theater komen verschillende aspecten aan bod. Doekle Terpstra, o.a. voorzitter van ICCO leidt het thema in. Presentatrice Jacobine Geel voert gesprekken ‘aan de keukentafel’ met diaconale betrokkenen uit stad, platteland en overzee. Het STUT thea-
ter speelt “Maxima komt”, een theaterproductie gebaseerd op verhalen uit de buurt, verhalen van achter de voordeur. Meer informatie staat in de uitnodigingsfolder die bij deze Diakonia is gevoegd. Diakenen en leden van zwo-groepen zijn van harte welkom. Kent u mensen die belangstelling hebben voor het thema, neem hen dan gerust mee. Deelname kost € 25,-. Opgave kan het gemakkelijkst via de website van Kerk in Actie (www.kerkinactie.nl). U kunt ook de aanmeldstrook van de folder invullen en opsturen.
Diakonia - augustus 2007
Actueel
Lezers van Diakonia worden van harte uitgenodigd om ideeën, tips en reacties aan andere diakenen door te geven. Reageren kan via postbus 456, 3500 AL Utrecht, e-mail
[email protected]
SKIN zoekt vrienden Samen Kerk in Nederland, SKIN, is de landelijke vereniging van migrantenkerken in Nederland. Deze vereniging is inmiddels tien jaar actief als landelijk verband van migrantenkerken in Nederland. Ruim zeventig kerken, die het geestelijk thuis vormen van Nederlanders met wortels in andere landen, sloten zich bij de vereniging aan. Tekst Huub Lems Foto Jaap de Jager Ook de variatie aan kerkelijke tradities is groot. Van orthodox tot evangelisch, van broedergemeente tot doopsgezind, van pinksterkerk tot presbyteriaans. Van groot tot klein verzorgen de kerken hun geestelijke maar vaak ook sociale rol in een ’taal’ die de mensen letterlijk en figuurlijk aanspreekt.
Het werk van SKIN
De kerken vormen een grote variëteit. Er zijn kerken met bijvoorbeeld Indonesische, Molukse en Antilliaanse achtergronden die al langere tijd in ons land gevestigd zijn, en kerken met Europese achtergronden zoals de Schotse kerk en de Armeens Apostolische Kerk. Er zijn tal van Afrikaanse kerken die zich veel recenter gevestigd hebben.
DiaKoos
Diakonia - augustus 2007
SKIN vormt het gezicht van de migrantenkerken naar de landelijke overheid. Als belangenbehartiger voert zij het gesprek over de verblijfsstatus van voorgangers en over de bijdrage van deze kerken aan de samenleving. Een andere rol is opkomen voor de positie van ongedocumenteerden en geestelijke verzorging in detentie of ziekenhuizen. SKIN maakt de migrantenkerken en de 800.000 migrantenchristenen in Nederland bekend en stimuleert onderlinge ontmoeting met o.a. jeugdactiviteiten (Flevofestival) en korenfestivals.
Afbakenen van taken SKIN stimuleert het vormen van plaatselijke SKIN-verenigingen in de grote steden. Deze
kunnen met het gemeentebestuur om de tafel over zaken als huisvesting van migrantengemeenten, de situatie in bepaalde wijken, samenwerking met plaatselijke kerken en het sociale vangnet. SKIN bemoeit zich niet met huisvestingsproblemen voor het houden van kerkdiensten of met financiële steun aan migrantenkerken. Ondanks die afbakening van taken kan de kleine staf van SKIN het werk nauwelijks aan.
Stichting Vrienden Migrantenkerken Omdat migrantenkerken niet in staat zijn het werk zelf te bekostigen, besloot SKIN tot de oprichting van de Stichting Vrienden Migrantenkerken. Doel is het werven van vrienden en donateurs om het belangrijke werk van de vereniging te kunnen voortzetten en te kunnen uitbreiden. In het comité van aanbeveling zitten onder andere oudpolitici Ruud Lubbers en Jan Pronk, kamerleden Kathleen Ferrier en Cynthia Ortega, diakenen Nienke van Dijk (Den Haag) en Paul van Oosten (Amsterdam) en verder o.a. Bas Plaisier, synodescriba en Ineke Bakker, tot voor kort algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, nu directeur Oikos. Vriend worden? Stichting Vrienden Migrantenkerken, t.a.v. J.M. Runia, antwoordnummer 53019, 3503 RM Utrecht, of stuur een mailtje naar
[email protected]
Tekst Sjon Donkers Tekeningen Lex Dirkse
11
Op de stoep bij: André Batenburg, Zoetermeer André Batenburg is de afgelopen vier jaar als werelddiaken actief betrokken geweest bij de ZWO-groep. Al in zijn kinderjaren kon hij niet tegen onrechtvaardigheid. Zo had hij een Molukse vriend die door andere jongens gepest werd. André proefde daarin onrecht. De wereld moest anders, beter. Tekst en foto Sjon Donkers n zijn studietijd in Utrecht was hij actief in het werk van Amnesty International. Toch hield hij daar na een tijd weer mee op. “Ik miste de hoop, die het geloof wel heeft. Een vaste grond, zou je kunnen zeggen. Dat is voor mij dan ook het grote verschil dat het diaconaat maakt. En daarmee houd je het langer vol.”
I
“Het mooie van werelddiaconaat is dat je ook in aanraking komt met andere godsbeelden. Dat dwingt je om na te denken over je eigen religie en cultuur. Vaak houden andere religies ons een spiegel voor waaruit onze eenzijdigheid blijkt, maar volgens de Koran geloven joden, christenen en moslims in één God.”
Toen hij door zijn voorgangster werd gevraagd ZWO-diaken te worden, heeft hij dat ervaren als een roeping. “Geroepen zijn vind ik belangrijk in dit werk. Ik zag haar dan ook als een engel Gods. Maar heb nog wel flink moeten nadenken. Kan ik dat wel? Wil ik dat wel? Als je ‘ja’ zegt moet je het ook waarmaken.”
Dat nadenken over gods- en mensbeelden begon vroeg. Al op jonge leeftijd las hij schrijvers als Dostojevski, maar ook filosofen als Socrates. Nu staan boeken van Wittgenstein, Spinoza, Nietzsche en Levinas in zijn boekenkast. “In de grote literatuur zie je hoe mensen tegen elkaar aankijken, hoe mensen met elkaar omgaan. En filosofen zetten je nog verder aan het denken.” Hij leest ook levensgeschiedenissen, zoals van Vincent van Gogh. “Ik vind het boeiend hoe hij omging met het ongenoegen dat hij had met hoe de wereld in elkaar zit. Wellicht herken ik er mijn eigen ongenoegen in.”
Aandachtig leven Mij valt zijn bedachtzaamheid op. Voor iedere vraag neemt hij de tijd alvorens er een zorgvuldig geformuleerd antwoord komt. Als hij vertelt dat hij binnenkort met een groep uit de wijkkerk naar het klooster in Berkel-Enschot gaat, komt bij mij het beeld op van een Benedictijnse monnik: iemand die met aandacht in het leven staat. Die oog en oor heeft voor kleine en grote zaken. Eerst een denker en vervolgens een doener. “Mijn moeder dacht dat ik dominee zou worden omdat ik ’s avonds voor het slapen gaan altijd psalmen lag te zingen, maar het werd zuivere wiskunde. Al op mijn 16e las ik een wiskundeboekje van mijn broer over de onvolledigheidstelling. Dat ging over begrippen als waarheid en bewijsbaarheid en het vermoeden dat je nooit alles kunt bewijzen wat waar is. Gods waarheid kunnen we wel benaderen, maar we zullen het nooit geheel omvatten.” Na zijn studie zuivere wiskunde is hij gaan werken in de ICT als informatiearchitect bij de provinciale overheid, waar het analytisch denken hem van pas komt.
Filosofen Behalve tegen onrecht kan André ook slecht tegen generaliseren en discrimineren. Dat ontstaat zo vaak uit onwetendheid.
12
Verhalen “Onze predikant heeft tijdens een middagpauzedienst eens verteld over vijf liturgische regels: dagelijks gebed, wekelijks kerkbezoek, maandelijks een diaconale dag, jaarlijks een maand bezinning - zoals met de veertigdagentijd of advent - en eens in je leven een jaar iets speciaals doen.” Hij vertelt vervolgens over het inloophuis dat de wijkdiaconie is gestart in de wijkkerk. “En dat loopt steeds beter! Ik heb me voorgenomen om daar minstens één keer in de maand op vrijdagmorgen te zijn. Daar krijg ik veel terug.” Zo vertelt hij over een man die hem op vrijdag vier mei begon te vertellen over wat hij allemaal had meegemaakt in de oorlogsjaren. “Die verhalen maakten grote indruk op me. Maar het meest is me bijgebleven dat de man me later bedankte dat ik naar hem geluisterd had. Zo schuilt er achter ieder mens een verhaal. Maar blijkbaar zijn er vaak te weinig mensen die er naar luisteren.” Hij vervolgt met een glimlach op zijn gezicht: “Als ik die man nu tegenkom, groeten we elkaar. We weten waarom, daar zijn geen woorden voor nodig.”
Diaken in hart en nieren Als ik hem vraag welk bijbelverhaal hem aanspreekt, noemt hij het verhaal over Jezus die in Getsemane steeds geconfronteerd wordt met slapende discipelen. “Jezus voelde zich op dat moment ongelofelijk alleen en eenzaam,” zegt hij bedachtzaam. Als ik hem vraag of hij zich daarin zou kunnen herkennen, zegt hij: “Ja, want je snapt soms niet dat mensen niet begrijpen hoe de wereld in elkaar zit. Zo vroeg iemand zich onlangs nog bij de wereldwinkel af wat het financieel zoal opleverde. Alsof het daarom gaat!” Ook diakenen kunnen zich in hun verzet tegen onrechtvaardigheid vaak onbegrepen en daarmee eenzaam voelen, zo blijkt. André noemt het boek Eindelijk thuis van Henri Nouwen, geschreven rond het schilderij van Rembrandt over de gelijkenis van de verloren zoon. “Wat mij daarin zo aanspreekt is dat je het verhaal van verschillende kanten kunt bekijken. Het gaat niet alleen om de jongen en zijn berouw, maar ook om de vader en om zijn broer. Zo kun je op drie manieren iets leren van het verhaal en je kan dit op verschillende momenten in je leven toepassen. Het gaat om fouten toegeven, maar ook – wat vaak nog veel moeilijker is – vergeven. Door het verhaal vanuit verschillende posities te bezien, zie je hoe relaties bepalen hoe een ontmoeting verloopt. Ik herken dat ook bij een filosoof als Levinas. Die schrijft ook over relaties: hoe je tegenover God staat, heeft te maken met je relatie tot de ander, je naaste. Maar ook andersom: wat jij voor je medemens betekent, heeft invloed op jouw relatie met God.” Een boeiend mens, deze diaken. Doener en denker tegelijk. Ook fysiek: ’s avonds gaat hij hardlopen, zijn favoriete hobby. Om dingen van zich af te lopen én al lopend weer inspiratie op te doen.
www.pwgrokkeveen.nl
Diakonia - augustus 2007
“Achter ieder mens schuilt een verhaal”
Diakonia - augustus 2007
13
uit de praktijk Diakenen in het moderamen van de synode Twee diakenen is het moderamen van de synode rijk. Ria de Jong en Hans Kapteyn ervaren dicht bij het vuur dat het diaconaat alle ruimte krijgt in synodale vergaderingen. Diakenen moeten dan ook met diaconale thema's aan de weg timmeren, of het nu in de kerkenraad, classis of synode is. Omdat het om mensen gaat. Om als kerk betrokken te zijn bij de samenleving. Een portret van deze diakenen: over wie ze zijn, hun diaconale hart en visie op diaconaat. Tekst Carla van der Vlist Foto’s Freek Visser
B
eide moderamenleden zijn allereerst diaken in hun woonplaats. Ria geeft onomwonden toe: ze heeft wat met de kerk. Na haar functie als voorzitter van de kerkenraad en naast het voorzitterschap van de classis vervult ze met plezier liturgische taken in Almere Haven. In haar ogen krijgt de nood van de wereld een plaats in
14
de liturgie als mensen hun ogen goed de kost geven in de samenleving. De spanning die de weerbarstigheid van het diaconaat met zich meebrengt moet je niet willen opheffen. De dienst aan tafel is voor haar een unieke waardevolle taak. Hoewel ze ook in haar werk als notaris te maken heeft met allerlei maatschappelijke situaties, voelt dia-
conale betrokkenheid anders aan. Dan gaat het om een belangenloze inzet, om een bewogenheid geïnspireerd door het evangelie. Haar eerste diaconale ervaring deed ze op tijdens haar inzet voor het Oecumenisch Bestuur in Almere Haven. Door het contact met organisaties kwam ze in aanraking met Arme Kant-groepen die niet over mensen in knelsituaties beslissen, maar samen een uitweg zoeken.
Weg met de vergadercultuur Hans Kapteyn zet zich als voorzitter van de kerkenraad in Leiderdorp in om de diaconale structuur zo in te richten dat er niet onnodig vergaderd wordt. “Dat vergaderen is een struikelblok voor velen om überhaupt ambtsdrager te worden. Van regelwerk kom je niet in beweging”. Er zijn taakgroepen gevormd op het terrein van diaconaat, ZWO en sinds kort Zoek de balans. Een werkplan, korte lijnen, e-mailen en vooral informele momenten voor afstemming zorgen ervoor dat er geen dingen dubbel gebeuren èn voor daadkracht. Een formule waar vele kerkenraden hun voordeel mee zouden kunnen doen. Hans maakte zich in de jaren tachtig als voorzitter van de commissie Zending en Werelddiaconaat het diaconaat eigen. Het spitst zich wat hem betreft toe op helpen waar geen ander helpt. De periode dat
Diakonia - augustus 2007
Links: Ria de Jong Onder: Hans Kapteyn Dublin Claimanten (asielzoekers die niet onafgebroken in Nederland zijn geweest, maar ook in een ander Europees land) een beroep deden op zijn gemeente staat hem nog helder voor ogen. Diaconaat staat in een brede context van betrokkenheid bij de samenleving. Daarom waren er in Leiderdorp toen al ontmoetingen met moslims en was er aandacht voor gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping.
Het verschil maken Beide diakenen stellen dat het bieden van diaconale hulp niet gepaard mag gaan met de verborgen agenda om mensen bij de kerk te betrekken. Het is goed om verbindingen aan te brengen met pastoraat en missionair werk en om geen energie te verspillen aan het overeind houden van muurtjes. In deze aandachtsvelden gaat het om een kerk die betrokken wil zijn bij mensen in de samenleving. Willen we verschil maken in het leven van anderen, op maandag de woorden waar maken die ‘s zondags hebben geklonken? Juist in contacten kun je leren van buiten naar binnen te kijken. “Het lastige is dat bondgenootschappen met ‘buiten’ iets is waar we niet zo vertrouwd mee zijn”, aldus Hans. En Ria zegt: “Daar werd ik gewoon met mijn haren bij gesleept door de diaconaal consulent. Door het concrete gezicht achter de nood te leren kennen, raakt het je meer en sta je er anders in”.
Er kan veel Hoe stimuleer je anderen, zodat diaconaat gemeentebreed gedragen wordt? “We moeten mensen niet vragen voor een bepaalde taak, maar vraag hoe ze betrokken willen zijn”, aldus Ria. Dan doen mensen iets wat ze graag willen en zitten ze op de juiste plek. En dan blijkt er veel te kunnen. Lastig blijft wel hoe je mensen vervolgens bindt. Misschien kan gesprek over motivatie en inspiratie hierin een brug slaan, zijn zo de gedachten in Leiderdorp. Zodat het niet alleen blijft bij helpende handen voor dat ogenblik.
Ander type diaken Als de aandacht voor diaconaat in de synode ter sprake komt, zijn zowel Hans als Ria er stellig van overtuigd dat hier alle ruimte voor is die door een aantal diakenen goed benut wordt. In het visiedocument 'leren leven van de verwondering` was te weinig aandacht voor de diaconale taak. Een gemiste kans. Wie vindt dat diaconaat minimaal in beeld is, kan rekenen op een wedervraag van Hans: “Maak helder wat nodig is en waarom. Denk niet dat het niet belangrijk genoeg is wat je naar voren wilt brengen”. Dit speelt niet alleen in de synode, maar ook in classes en kerkenraden. De synode heeft het imago van ‘vergadercultuur’ tegen. Het is moeilijk met zoveel mensen efficiënte en inspirerende bijeenkomsten te organiseren. Diakenen met visie en daadkracht zijn daarom meer dan welkom in de synode. Zij kunnen andere kwaliteit bieden waardoor het diaconaat beter uit de verf komt. Hans pleit voor een ander type diaken. “Vraag niet alleen doeners die vooral handen uit de mouwen willen steken voor mensen in nood. Zoek ook diakenen die beleidsmatig hun tijd en energie willen in zetten. Dit zal het diaconaat ten goede komen”.
Enkele jaren geleden, in 2004, sprak de synode van de Protestantse Kerk in Nederland over de nota ‘Diaconaat spreekt niet vanzelf’. De daaropvolgende voortgangsnotitie gaf een verantwoording van de ontwikkelingen en keuzen in het diaconaat in de achterliggende jaren en richtte de blik op de nabije toekomst. In de samenvatting van deze notitie staat: “De kerk leeft in een wereld van conflicten en geweld, ziekten en rampen, een kloof tussen rijk en arm, een overbelast milieu en klimaatsverandering. Mede door moderne communicatiemiddelen leven we steeds meer in een wereldwijde samenleving. Tendensen van deze tijd zijn onder andere individualisering, materialisme, ontkerkelijking, veelvormigheid en een gevoel van onveiligheid. De kerk heeft nog sterker dan de maatschappij te maken met vergrijzing. De kerk levert een bijdrage aan de sociale samenhang in de maatschappij. Ze kent een grote inzet van vrijwilligers en wordt ervaren als een betrouwbaar instituut met duidelijke waarden, hoewel niet alle waarden van de kerk aansluiten bij die van de samenleving. In onze ‘verzorgingsstaat’ is de vroegere diaconale zorg veelal overgenomen door overheidsinstellingen en los komen te staan van de kerk. Daardoor is binnenlandse diaconie in de afgelopen decennia op plaatselijk niveau kleinschaliger geworden en op landelijk niveau beleidsmatiger. Nu de overheid zich terugtrekt, de sociale zekerheid afbrokkelt en er een overgang is naar een ‘verzorgingssamenleving’, moet de kerk zich bezinnen op een mogelijk nieuwe rol.
Oren en ogen open houden Hoe houden deze twee druk bezette diakenen zicht op de praktijk? Hans zegt hier te weinig aan toe te komen. Ria probeert als het even kan op pad te gaan om mensen te spreken en te horen wat er speelt en wat er nodig is. Dagelijks als ze de krant open doet, beseft ze dat achter alle positieve economische geluiden mensen tussen wal en schip terecht komen. “Daar wil ik mijn oren en ogen voor open houden”. Gevraagd waar hun aandacht naar uit zal gaan in de voorbeden, springt de gewone man of vrouw eruit. Of het nu gaat om de zieken dichtbij of de mensen in situaties waar de vrede wordt bedreigd zoals in Afghanistan en de Palestijnse gebieden.
Diakonia - augustus 2007
De Protestantse Kerk in Nederland is wereldwijd verbonden met kerken, geloofsgemeenschappen en organisaties. Daarin vormen gelovigen uit het Zuiden de meerderheid. Ook migrantenkerken in Nederland groeien snel. Zij doen een steeds klemmender beroep op ons om medestander te zijn tegen onrecht en ongelijkheid”.
www.pkn.nl > Bestuur en organisatie > Generale synode > synodeleden > leden van het moderamen
15
1 vraag, 3 diakenen In deze rubriek geven drie diakenen verschillende antwoorden op dezelfde vraag. Dit keer staat de ‘samenwerking’ met de classis centraal: van ‘laagste prioriteit’ tot ‘geen agendapunt’ en ‘geen efficiënte en nuttige bezigheid’.
Hoe ervaart u als diaconie de samenwerking met de classis?
Maarten de Vries, diaken in Leusden
Nely Molengraaf-Groeneveld, diaken in Emmen
Wim Prins, diaken in Sliedrecht
In onze diaconie krijgt de relatie met de classis de laagste prioriteit in aandacht en beleid. Daardoor speelt de classis nagenoeg geen rol in ons denken en handelen. Dat komt vooral door gebrek aan tijd. De tijd die we hebben, willen we doelmatig inzetten voor het werk in de gemeente. Dat merken niet alleen diakenen maar ook de vele andere vrijwilligers die in onze gemeente werken. Wij zijn van mening dat we de classis niet nodig hebben als bron van informatie. Daar zijn andere middelen voor. Evenmin gebruiken wij de classis voor onze regionale projecten. Onze vrijwilligers gebruiken hun tijd liever om direct in projecten als Timon en vluchtelingenwerk te participeren. De classis stamt ons inziens uit een tijd dat de communicatie nog met de snelheid van het paard en de trekschuit ging, en dat elke organisatie op een piramide leek: het hof aan de top en aan de basis de onderdanen. Dat is in onze beleving niet meer van nu. Onze samenleving is een netwerkmaatschappij. Communicatie gaat bij voorkeur elektronisch en besluitvorming vooral informeel. Dat merk je heel goed in onze diaconie. Er is niet één diaken die uitsluitend binnen de diaconie of kerkelijke gemeente actief is. Zij zijn ook als vrijwilliger te vinden in niet-kerkelijke organisaties die belangen behartigen van bijstandsmoeders, vluchtelingen, gehandicapten en ouderen. De classis als ambtelijke vergadering heeft blijkbaar zijn tijd overleefd.
Binnen onze diaconie is de samenwerking met de classis geen agendapunt. Het werken in en vanuit de wijk staat centraal. Dit wordt gedaan in goede samenwerking met het Algemeen College van Diakenen van Emmen. Kerkordelijk is het wel geregeld en is een van onze diakenen namens de wijkkerkenraad afgevaardigde naar de classis. Er worden classicale bijeenkomsten gehouden voor diakenen die door ons wel eens worden bezocht, maar het heeft geen prioriteit. De binding met de classis is er op dit moment vooral in formele zin. In de classis wordt naar mogelijkheden gezocht voor meer samenwerking en afstemming op de diverse terreinen. Op de agenda staan wel geregeld diaconale zaken zoals Wet Maatschappelijke Ondersteuning en ZWO. Toch blijft het op afstand. Als we deskundigen willen consulteren, vinden we die veelal in eigen kring. Ook kunnen we altijd een beroep doen op de deskundigheid van het Protestants Dienstencentrum GroningenHaren in Drenthe. We hopen dat dit specialisme zal blijven nu de dienstverlening daar zo aan het veranderen is. Kortom, over een echte samenwerking tussen classis en diaconie kunnen we niet spreken.
Als de classis bijeen is, is er een overvolle agenda. De onderwerpen zijn meestal “het gebeuren in de Protestantse Kerk” en rapportages uit de verschillende gemeenten. Als diaken en als diaconie heb je er meestal niets aan. Wordt er een landelijk diaconale actie gevoerd dan is er even aandacht. Elke gemeente vertelt hoe de actie uitgevoerd zal worden en dat neemt al veel tijd in beslag. Nu is het wel zo dat je als diaken afgevaardigde bent van je gemeente en die vertegenwoordig je dus ook. Daarom zou het beter zijn om als diaken naar een diakenendag te gaan om problemen te bespreken of ideeën op te doen dan om als diaken de classis te bezoeken. Al met al is het voor ons geen efficiënte en nuttige bezigheid.
16
Diakonia - augustus 2007
Minicursus In deze rubriek willen we diakenen op een korte en informatieve manier wegwijs maken in een concreet onderwerp uit het diaconaat. Suggesties hiervoor kunt u sturen naar
[email protected]
“De kerkdeuren gaan toch zeker ook open?!”
Maatschappelijke stage In het beleidsprogramma dat het kabinet Balkenende IV op 14 juni 2007 presenteerde staat: “Het kabinet wil dat alle leerlingen die vanaf schooljaar 2007-2008 instromen in het voortgezet onderwijs op een bepaald moment in hun opleiding een maatschappelijke stage volgen.” Tekst Jannie Schalen Foto's SGO en Jaap de Jager
Scholen en vrijwilligersorganisaties zijn bezig met de concretisering van de plannen van het kabinet. Het valt op dat de kerk, als één van de grootste vrijwilligersorganisaties in ons land, op dit punt weinig laat horen. Dit is een oproep om daar waar mogelijk de kerkdeuren voor jonge mensen, in eerste instantie voor jongeren binnen het christelijk voortgezet onderwijs, wagenwijd open te zetten.
Proefproject maatschappelijke stage Voor het proefproject werd gekozen voor Amsterdam-Noord omdat daar al enige jaren contacten bestaan tussen de school, de rooms-katholieke kerk en de protestantse gemeente. Ook werken de beide kerken er samen binnen de catecheseprojecten Steen in de vijver en Provider. Bovendien speelde de gedachte mee dat als een dergelijk project in het westen slaagt, het ook in andere delen van het land succesvol kan zijn. De VMBO-leerlingen (theoretische leerweg, tweede jaar) van het christelijke Over-Y College die meededen aan een proefproject zijn enthousiast. Ze liepen stage bij kerken en projecten waar gemeenteleden als vrijwilliger betrokken zijn. Verdeeld in vijf groepjes woonden zij onder andere een dienst voor vluchtelingen bij, waarbij ze tevens een koffietafel verzorgden, waren ze actief in een diaconaal café en in de Wereldwinkel. In een kerkelijke gemeente assisteerden ze bij een Kerstmiddag voor ouderen en in een eetcafé verzorgden ze
Diakonia - augustus 2007
een warme maaltijd voor thuis- en daklozen. De ervaringen werden, dankzij een cursus filmen en monteren van de NCRV, vastgelegd op een dvd die gebruikt werd in een kerstviering met alle leerlingen van het Over-Y College. Doel van het project was om na te gaan in hoeverre kerken voor scholen interessant zijn als plaats voor de maatschappelijke stage. Daarnaast werd onderzocht welke mogelijkheden er zijn om het catecheseproject Provider van JOP, de jongerenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, en de maatschappelijke stage van scholen aan
elkaar te koppelen. Tijdens de evaluatie waren alle betrokkenen overwegend positief. Bij een vervolg is zowel vanuit de kerk als vanuit de school behoefte aan inhoudelijke verdieping van het doel van de stages.
Win-win situatie Samenwerken op lange termijn werkt alleen als alle betrokken partijen daar op de één of andere manier voordeel aan ontlenen. Deze gedachtegang speelt een belangrijke rol als het om de concrete invulling van de maatschappelijke stages gaat.
Leerling van ‘t Hooghe Landt in Amersfoort tijdens een maatschappelijke stage.
17
Voor de kerken, die vaak met een teruglopend aantal vrijwilligers te maken hebben, moet de stage geen (al te grote) extra belasting betekenen. Dit kan bereikt worden doordat bijvoorbeeld diaconale taken mede door jongeren uitgevoerd worden. Het aantal handen kan daardoor toenemen. Voor christelijke scholen betekent samenwerking met kerken niet alleen de beschikbaarheid van stageplaatsen, maar ook de kans de identiteit meer zichtbaar vorm en inhoud te geven. Hieronder is in vijf stappen aangegeven hoe samenwerking tussen kerken en scholen op het terrein van de maatschappelijke stage vorm gegeven kan worden.
Stap 1: Informatie verzamelen Het is van belang te onderzoeken wat een maatschappelijke stage inhoudt en betekent voor de betrokken partijen. Algemeen geformuleerd is het een vorm van leren binnen of buiten de school, waarbij een leerling door middel van vrijwilligersactiviteiten kennis maakt met allerlei aspecten en on-
derdelen van de samenleving. Zo leert een jongere langzamerhand wat het betekent om verantwoordelijkheid voor maatschappelijke belangen te dragen. Om een maatschappelijke stage vorm te geven, werken scholen en vrijwilligersorganisaties nauw samen. De stage maakt onderdeel uit van het lesprogramma van de school. Bij de invulling van de stages valt te denken aan patiënten in hun bed naar een kerkdienst rijden, voetbaltraining geven aan kinderen, internetles geven aan ouderen, voorlezen in een verzorgingstehuis, voedselpakketten inpakken bij een voedselbank of helpen bij het onderhoud van een natuurgebied.
Stap 2: Visie formuleren Het is een brug te ver om de stagiair als volwaardig vrijwilliger te zien. In eerste instantie gaat het erom dat leerlingen kennismaken met vrijwilligerswerk als verplicht onderdeel binnen het onderwijsprogramma. De praktijk leert dat sommige jongeren zo enthousiast over hun stage zijn dat ze in hun
vrije tijd vrijwilliger worden, maar dit mag niet vooraf verondersteld worden. Daarom is het belangrijk om van tevoren vast te stellen wat de plaatselijke gemeente voor ogen heeft met het aanstellen van een stagiair. Daarnaast moet het ook geen doelstelling zijn om de jongeren voor de geloofsgemeenschap te winnen. De vraag waar het om draait is wat kerken voor jongeren kunnen en willen betekenen. Als de kerkdeuren voor jongeren uit het voortgezet onderwijs opengaan, stelt de kerk zich dienstbaar op. Het maakt daarbij niet uit of jongeren wel of geen christelijke achtergrond hebben.
Stap 3: Mogelijkheden onderzoeken Inventariseer waar jongeren, al dan niet binnen de kerk, actief zijn. Vaak zijn zij te vinden bij jongerencentra, oppas, kindernevendienst, jongerenvieringen of jeugddiaconaat. Voor een maatschappelijke stage moet het om een onbetaalde activiteit gaan. Een stagiair geeft mogelijk ruimte om nieuwe diaconale activiteiten op te zetten. Ook dat is het onderzoeken waard. In de contacten tussen school en kerk is het van belang helder te krijgen waar de kerk stageplaatsen kan bieden en waar de wensen vanuit school liggen. Wellicht levert dat nieuwe ideeën op.
Stap 4: Stage! Scholen hebben een grote vrijheid in de manier waarop ze de maatschappelijke stage organiseren. Dat betekent dat de ene school voor een korte stage van bijvoorbeeld een dag kiest, terwijl een andere de jongeren een aantal weken of maanden voor een beperkt aantal uren per week op stage laat gaan. De ene school begeleidt intensief, de andere geeft jongeren veel meer vrijheid en verantwoordelijkheid. Soms gaan jongeren individueel of in kleine groepjes op pad, soms in grote groepen. Een mooie constructie, zeker in de beginfase, is groepen van zo’n tien jongeren onder begeleiding van een docent de stage uit la-
18
Diakonia - augustus 2007
Leerlingen van CSG Dingstede in Meppel koken met enige regelmaat in het kader van de maatschappelijke stage voor thuis- en daklozen in het eetcafé Filah in Amsterdam. Hieronder een indruk van de ervaringen…
GEWONE MENSEN Ze hadden mazzel gehad: zij zaten in de trein! Op school hadden ze voor hun maatschappelijke stage kunnen kiezen uit allerlei activiteiten. Koken voor thuisen daklozen in Amsterdam was het populairst, maar lang niet iedereen kon mee. ‘Wat verwacht je van deze dag?’ vroeg een klasgenoot die als verslaggever meereisde. ‘Spannend,’ zei Bastiaan, ‘ik ken Amsterdam alleen als toerist. Dit is vast heel anders.’ ‘Ik denk dat ik veel gekke mensen zie,’ zei Fouad, ‘ik heb nog nooit een zwerver gesproken. Je bent toch niet normaal als je op straat leeft?’ voegde hij nog toe. ‘Ik vind het ook wel eng,’ zei Josiene, ‘al die drugsverslaafden. Die doen vast vreemd.’ Tijdens het schillen van twintig kilo aardappels kwam er een goed verzorgde man van een jaar of veertig binnen. Was dat een vrijwilliger? Of een gast? Of hij mocht helpen. Nou, graag! Hij had een goede baan in de gezondheidszorg gehad, vertelde hij, tot zijn vrouw kanker
ten voeren. De vrijwilligersorganisatie zorgt dan ‘alleen maar’ voor de stageplaats, waardoor zij niet te veel belast wordt wat organisatie en begeleiding van de jongeren betreft. De school houdt goed zicht op wat jongeren tijdens de stage ‘presteren’. De stage is een onderdeel van het lesprogramma en zal op de één of andere manier beoordeeld moeten worden. In de kerken waar met Provider wordt gewerkt, is een link tussen de catechese en de stage te leggen. Globaal gezien zijn er drie mogelijkheden: • De kerk biedt stageplaatsen aan die ook binnen de catechese bezocht worden, bijvoorbeeld koken voor thuis- en daklozen. • Leerlingen worden uitgenodigd om binnen de kerk kortlopend catecheseprojecten mee te maken. Weer als voorbeeld het koken voor thuis- en daklozen: er is een bijeenkomst om de stage inhoudelijk
Diakonia - augustus 2007
kreeg, steeds zieker werd en tenslotte stierf. Dat had hij niet kunnen verwerken. Hij was aan de drank geraakt, verloor zijn baan, de kinderen werden uit huis geplaatst en hij werd dakloos. Even later begon Josiene een praatje met een andere gast. Al snel zat ze gezellig te praten over dingen van school. Bastiaan werd aangeklampt door een wat oudere man. ‘Jij komt van een christelijke school, hè?’, vroeg hij. ‘Nou dan wil ik wel eens weten waar die God van jou in deze wereld is.’ Voordat iemand had kunnen reageren, liep de man weg. Na het eten duwde hij één van de docenten een briefje in de hand. In de trein terug wisselden ze hun ervaringen uit. ‘Die man die aardappels hielp schillen, had mijn vader kunnen zijn,’ zei Fouad. ‘Een heleboel van die mensen zijn gewoon heel aardig,’ concludeerde Bart, ‘veel minder vreemd dan ik had gedacht.’ Josiene knikte. Het briefje van die meneer kwam tevoorschijn. ‘Mooie jongens en meiden uit Meppel,’ stond erop, ‘bedankt voor het lekkere eten en Gods zegen voor de verre reis naar Drenthe.’ Jannie Schalen Uit ‘Een zoutKORREL voor elke dag’ - 18/1week 41 – woensdag 10 oktober 2007
voor te bereiden, dan volgt de stage zelf en tenslotte is er een afsluitende bijeenkomst. • Mensen vanuit de kerk verzorgen gastlessen op school ter voorbereiding van de stage en begeleiden de stage samen met docenten. Door gastlessen in bijvoorbeeld godsdienstlessen plaats te laten vinden, geeft de school op een zichtbare manier vorm en inhoud aan haar christelijke identiteit.
Stap 5: Afsluiten en evalueren Een mooie vorm van afsluiting is dat jongeren op school en eventueel in een viering in de kerk een presentatie van de opgedane ervaringen geven. Dat werkt niet alleen motiverend voor alle betrokken partijen die daarvoor uitgenodigd worden, maar versterkt ook het draagvlak voor de maatschappelijke stages. Daarbij zal het wellicht opvallen dat jongeren een minder negatief beeld van de kerk hebben dan wel eens ver-
ondersteld wordt en dat ouderen hun beeld over jongeren in positieve zin bijstellen. Het is belangrijk dat evalueren niet te lang na de stage plaats vindt. Er wordt nagegaan wat er goed ging en wat er voor een volgende keer verbeterd kan worden. Voor leerlingen wordt tijdens een evaluatie helderder wat er geleerd werd, wat vormend was, wat waardevol en wat niet. Jannie Schalen is coördinator maatschappelijke stage binnen CSG Dingstede in Meppel. Ze begeleidde het proefproject in Amsterdam-Noord vanuit SGO Uitgeverij in Hoevelaken en is lid van de redactie van het catecheseproject Provider van de Protestantse Kerk in Nederland.
www.maatschappelijkestages.nl www.cps.nl www.sgonet.nl www.civiq.nl Studiemiddag School & Kerk: 31 oktober 2007 van 14.30 – 20.00 uur in Amersfoort. Voor informatie:
[email protected], tel. (030) 880 18 89
19
Collecte
Kerk in Actie collecteert op 2 september voor het werelddiaconaat. Daarbij wordt aandacht gevraagd voor het werk van de Kerk van Bangladesh, met name op het gebied van gezondheidszorg. Op 19 augustus collecteert Kerk in Actie voor verbetering van de positie van vrouwen in Guatemala, waarover meer in het artikel op pagina 21.
Voor een gezonder Bangladesh Drinkwater, aspirine en verse groente. Voor het Santali-volk in het Noordwesten van Bangladesh is dit pure luxe. Veel kinderen lijden er aan ondervoeding en vitaminegebrek. Het drinkwater uit een van de weinige bronnen, is vaak vervuild. Een eenvoudig middel tegen diarree kost al gauw een dagloon. Tekst Jacomine Oosterhoff Foto Kerk in Actie Toen Bangladesh in 1971 onafhankelijk werd, garandeerde de regering gelijkheid voor religieuze en etnische minderheden. Maar de praktijk is weerbarstig. De inheemse volkeren, ook ‘adivasi’ genoemd, zijn meestal landloos, hebben slecht betaald of
HET LEVEN VAN NORESH EN MATI MURMO Noresh en Mati Murmo (foto onder) hebben drie zonen en een dochter. De hele familie werkt op het land. Judas, de jongste zoon van elf gaat naar school. Ze staan ’s morgens om vijf uur op en werken de hele ochtend in de brandende zon bij een temperatuur van vaak 43 graden Celsius. Ze ontbijten tijdens het werk. Noresh is goed af vergeleken met andere boeren. Hij huurt 3.7 are land. Van de
geen werk en geen recht op scholing en gezondheidszorg. In de ogen van veel Bengalen horen de Santali’s eigenlijk niet bij Bangladesh. De enkele lapjes grond die ze hebben kunnen bemachtigen zijn droog en onvruchtbaar. Wanneer de grond ge-
oogst moet hij de helft afstaan aan zijn landheer. De familie Murmo werkt 4,5 maand per jaar op hun eigen land. Gedurende drie maanden zit de familie zonder werk. De overige 4,5 maand werken ze als loonarbeider voor 44 à 56 eurocent per dag. Noresh en Mati hebben een microkrediet afgesloten bij de Kerk van Bangladesh. Daarvan hebben ze een os gekocht om hun land te ploegen. Ze verhuren het dier ook. Op deze manier drukken ze de kosten en verhogen ze de opbrengst.
pacht is, moeten ze vaak de helft van de opbrengst weer afstaan als huur.
De Kerk van Bangladesh De Kerk van Bangladesh is al in 1985 gestart met ontwikkelingsprojecten in het gebied waar de Santali’s wonen. Het zijn projecten op het gebied van drinkwatervoorziening, hygiëne, gezondheidsvoorlichting, microkrediet en landbouw. Het leven van de Santali’s is drastisch veranderd: gezondheidszorg is toegankelijk geworden, omdat er een mobiele kliniek rondrijdt. Ze hebben geleerd hun drinkwaterpompen met weinig middelen zelf te repareren. Vrouwen hebben moestuinen bij huis, zodat ze gezondere voeding krijgen. In elk dorp zijn gespreksgroepen over hygiëne en gezondheid.
Steun dit werk Tijdens de collecte voor het werelddiaconaat op 2 september collecteren veel kerken voor dit medische werk. We hopen het werk van de Kerk van Bangladesh voor de Santali’s dit jaar te ondersteunen met € 35.000. U kunt geven tijdens de collecte in de kerk, of een gift overmaken op giro 456, Kerk in Actie, Utrecht o.v.v. Gezondheidszorg Bangladesh. Hartelijk dank!
NIEUWE MOED VOOR MUNSHI EN LOKHI MURMO Munshi en Lokhi Murmo hebben zes dochters. Ze zijn allemaal het huis al uit, behalve de jongste, Rumila. Munshi’s dochters werden eerst christen en niet lang daarna volgden hun ouders hen in hun nieuwe geloof. Ze werden lid van de Kerk van Bangladesh. “We houden van de bijbelverhalen en van het leven als christen.” De kleine Rumila voegt toe: “En ik vind de liedjes in de kerk heel mooi.” “De komst van de kerk in het dorp heeft ons leven verbeterd, “vertelt Munshi. “We maken deel uit van een grotere gemeenschap.”
20
Diakonia - augustus 2007
Collecte
Kracht uit de Kerk “Ga voorop, Debora, vuur ons aan en zing een lied!” (Richteren 5: 12) De Bijbel staat vol verhalen over en vóór vrouwen. Verhalen uit de Bijbel zoals van Rachab, Debora, Ruth, Esther of María van Magdala kunnen vrouwen kracht en inspiratie geven om een eigen rol in kerk en maatschappij te spelen. Tekst Marie-Catrien Goddijn, Foto's Kerk in Actie/Carla Molina
In Guatemala lopen vrouwen, wereldwijd gezien, de grootste kans om door geweld om het leven komen. Zowel binnen als buiten de kerk hebben ze te maken met een vrouwonvriendelijke samenleving. Voor hun stem is weinig ruimte. Het theologisch instituut CEDEPCA helpt vrouwen om een sterkere positie in te nemen maar leert ook mannen om de kracht van vrouwen te waarderen. Hierdoor kunnen vrouwen vanuit de kerk een belangrijke kracht zijn om de geweldsspiraal, die in heel Midden-Amerika heerst, te doorbreken. Tania Marisol López Salas is zo’n sterke vrouw. Ondanks dat ze door een verdwaalBeneden: Tania Marisol López Salas
de kogel niet meer kan lopen, blijft ze haar waardigheid behouden en verdient ze haar eigen inkomen. “Toen ik een klein meisje was stierf mijn moeder. Sindsdien heb ik altijd voor mijn vader en broertjes het huishouden gedaan en gekookt. Toen ik ouder werd ging ik daarnaast ook werken om geld te verdienen voor het gezin. Nu is dat een stuk moeilijker want toen ik 26 jaar was, zes jaar geleden met Kerstmis, werd ik geraakt door een verdwaalde kogel. Ik zit nu in een rolstoel.” Honderden Guatemalteken raken elk jaar gewond door dit soort gebeurtenissen. Er zijn veel wapens in omloop en vooral op feestdagen wordt er veel op los geschoten
ZAAD Omdat je de dood niet kunt doden met de dood. Zaai daarom het leven en dood de dood met het leven. Maar je kunt alleen het leven oneindig, compleet en voortdurend oogsten door boven je eigen dood te staan, door zo veel lief te hebben als mogelijk is. Want het leven kan je alleen zaaien met het leven. Want leven, net als liefde, is sterker dan de dood. Gedicht: Julia Esquivel Vertaling: Marie-Catrien Goddijn
als mensen dronken zijn. Tania is een vrouw met grote waardigheid. Ondanks haar situatie noemt ze zichzelf geen bedelaar. “Ik werk op de straat waar ik mensen om geld vraag.” Bij Cedepca volgt ze de cursus ‘Vrouw zijn is geweldig!’ die vertelt over de sterke vrouwen in de Bijbel, ze zoekt naar de overeenkomsten met haarzelf en dit geeft haar kracht. Kerk in Actie vraagt u op 19 augustus hen met gebed en uw bijdrage voor het zendingsprogramma te steunen. Hartelijk dank!
GEDICHTEN VAN JULIA ESQUIVEL Julia Esquivel werd in 1930 in Guatemala geboren. Deze theologe en dichteres is beroemd in Guatemala en werd beïnvloed door de Bevrijdingstheologie. Ze heeft gewerkt met diverse mensenrechtenorganisaties en stelde haar gedichten belangeloos ter beschikking voor gebruik rondom de collecte voor vrouwen in Guatemala.
Diakonia - augustus 2007
21
korte berichten
OPGAVE LANDELIJKE DIACONALE DAG
MISSIEZENDINGSKALENDER 2008
JAARVERSLAG KERK IN ACTIE 2006
De Landelijke Diaconale Dag die op zaterdag 17 november in het Beatrixgebouw van de Utrechtse Jaarbeurs wordt gehouden gaat over diaconaat in de buurt. Meldt u voor deze dag aan op onze website www.kerkinactie.nl > Opgave Landelijke Diaconale Dag of met antwoordkaart uit de bijgesloten folder.
U kunt het nieuwste publieksjaarverslag van Kerk in Actie gratis bestellen bij onze afd. Brochureverkoop, tel. (030) 880 17 24, e-mail:
[email protected] Het is bovendien te downloaden op de website van Kerk in Actie: www.kerkinactie.nl > Over ons > Jaarverslag
THEMANUMMER DE OPEN POORT
Begin juni ontvangen de diaconieën, zendingscommissies en zwo-groepen een brief en een bestelformulier over de MissieZendingskalender voor 2008. ‘Vrouwen in het licht’ is ditmaal het thema, uitgewerkt door de Ugandese schilder en glazenier Mathias Muwonge Kyazze. Hij vervaardigde een serie schilderingen over het leven van de vrouw in het Bagandavolk, waarbij haar visie op het leven, haar dromen en idealen uitgangspunt vormden. Vanaf 1 september kan de kalender weer worden ver-
De Open Poort, het tijdschrift rond geloof en samenleving van de Verenigde Protestantse Kerk in België, zal naar aanleiding van de Landelijke Diaconale Dag een speciale uitgave maken die veel achtergrondinformatie bevat over het thema: diaconaat in de buurt. Ook het decembernummer van Diakonia richt zich geheel op dit onderwerp. Vorig jaar maakte de redactie van De Open Poort rond de Landelijke Diaconale Dag een themanummer over armoede. Het januarinummer van De Open Poort had als thema ‘open en gastvrij’. Hiervoor is actief diaconaat een voorwaarde. Juist diakenen zijn erop uit om de gemeente te ‘openen’ voor de noden van dicht bij en ver weg. De Open Poort is een blad dat zes keer per jaar verschijnt. Doel is het gesprek rond geloof en samenleving te bevorderen. De achtergrondverhalen in De Open Poort bieden aanleiding tot verdieping in het diaconaat. Meer informatie over De Open Poort kunt u vinden op de website www.vpkb.be/deopenpoort
kocht. De inkoopprijs voor zendingscommissies, zwo-groepen en/of diaconieën bedraagt dit jaar € 5,- per stuk; de kalender wordt verkocht voor € 6,50. Ter promotie van de verkoop van de kalender is er promotiemateriaal beschikbaar: affiches, flyers (om uit te delen), stickerkaarten, intekenlijsten en gespreksvragen. Voor particuliere kopers zal de kalender vanaf 1 september ook via onze webwinkel te koop zijn. Om niet te concurreren met de verkoop in de kerken betalen zij € 8,- (€ 6,50 plus € 1,50 verzendkosten).
22
CTRDW – OPVANGHUIS IN BANGLADESH In een opvanghuis in Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, worden meisjes opgevangen die na misbruik ongewenst zwanger en door familie en gemeenschap uitgestoten zijn. In een soort ‘blijf-van-mijn-lijfhuis’ mogen ze bevallen en daarna nog gemiddeld drie maanden blijven. Het huis is van CTDRW, de Bengaalse partner van Kerk in Actie. In het huis zijn de meisjes om veiligheidsredenen opgesloten. Ze leven in kleine kamers met zijn tienen bij elkaar. Er is nagenoeg geen privacy, slaapplaatsen worden vaak noodgedwongen gedeeld en de jongste moeder is pas twaalf jaar. Toch betekent het huis redding van het straatleven. In het opvanghuis krijgen de meisjes te eten, ze leren lezen en schrijven, naaien, borduren of kaarsen maken en helpen met koken en schoonmaken. Ook krijgen ze medische zorg en leren ze hun kind goede voeding te geven en te verzorgen. Voor de kinderen van vrouwen die hun kind zelf houden en aan werk gekomen zijn is er dagop-
vang. Dr. Dilruba en haar staf doen hun uiterste best om de meisjes zorg, liefde en aandacht te geven. De Nederlandse Tineke van der Deure is door Kerk in Actie uitgezonden om de staf te trainen en naar de meisjes te luisteren. Jaarlijks worden door CTDRW ongeveer honderd meisjes opgevangen en geschoold. Hierdoor kunnen ze weer een leven met perspectief opbouwen. Kerk in Actie steunt dit project in samenwerking met EO-Metterdaad. U kunt dit project steunen door een gift over te maken naar giro 300300 t.n.v. St. EOMetterdaad te Hilversum onder vermelding van ‘Vrouwen Bangladesh’. Uw gift zal worden besteed aan het opvanghuis en vergelijkbare projecten. Zie daarvoor ook www.eo.nl/ metterdaad. Van het project zijn tv-opnamen gemaakt. Uitzendingen in Nederland Helpt op 9 en 16 augustus om 17.00 uur op Nederland 2. Herhalingen in NZOZ de zondag daarop. Ook aandacht hiervoor in Nederland Helpt Radio, op 4 augustus, 20.30 uur, Radio 5.
Diakonia - augustus 2007
korte berichten
PROTESTANTSE KERK IN NEDERLAND PRESENTEERT “RIJDENDE KERK” Begin juni toonde de Protestantse Kerk in Nederland een geheel nieuw ontwikkelde mobiele stand, de “rijdende kerk”, tijdens de openingsdag van het Protestants Centrum voor Toerusting en Educatie op Landgoed Hydepark in Doorn. Deze rijdende kerk is een unieke stand, die ingezet zal worden op grote landelijke evenementen, maar ook op regionale werkdagen en provinciale bijeenkomsten. Ook plaatselijke gemeenten van de Protestantse Kerk kunnen de rijdende kerk huren om het werk in de eigen omgeving onder de aandacht te
‘SAMEN OP PAD’ Het landelijk platform ‘Samen geloven? Gewoon Doen!’ organiseert werkdagen vol ideeën over en voorbeelden van hoe mensen met en zonder verstandelijke beperking samen kunnen geloven. Deze regionale werkdagen zijn bestemd voor gemeente- en parochieleden met en zonder verstandelijke beperking, predikanten en pastores, ambtsdragers, vrijwilligers en andere belangstellenden. In 2007 worden regiodagen georganiseerd in Midden Nederland en ZuidWest Nederland. In 2008 komen de andere regio’s aan bod. ‘Samen op pad’ begint met samen vieren! Tijdens een viertal workshops wordt informatie gegeven over samen kerk zijn in catechese, liturgie, gemeenteen parochieopbouw en pasto-
Diakonia - augustus 2007
brengen. Vanwege het mobiele karaker kan de rijdende kerk op vele locaties worden geplaatst: van plein tot stadion, van straat tot overdekte hal. De rijdende kerk ziet er uit als een kerk, compleet met toren en klok. In de wagen is er plaats voor drie à vier personen. Er is een ruimte om even stil te zijn, een meditatieve tekst te lezen, een gebed op te schrijven of een gesprek te voeren. Rondom de rijdende kerk wordt in de vorm van een terrasje een plek gecreëerd voor een informele ontmoeting en informatie-uitwisseling. Wil uw gemeente de rijdende kerk een keer huren? Meer informatie is te verkrijgen bij Jolanda de Koning, tel: (010) 445 43 13, e-mail:
[email protected].
META FLOOR UITGEZONDEN NAAR JERUZALEM Sinds juli 2007 is Meta Floor uitgezonden naar Jeruzalem. Zij werkt bij de oecumenische organisatie Sabeel, voor Palestijnse bevrijdingstheologie. Meta Floor (34) heeft HBO maatschappelijk werk en HBO theologie gestudeerd. Na een
diaconaal jaar in Jeruzalem werkte ze zes jaar als gemeenteadviseur missionair diaconaal werk bij het Protestants Diensten Centrum in Gelderland. Ook was zij lid van de redactieraad van Diakonia. Meta is verbonden aan de Protestantse Gemeente Schermer.
raat. Een markt vol ideeën en mogelijkheden brengt positieve ervaringen uit de praktijk in beeld. Tijdens elke werkdag worden aanbevelingen opgesteld over de deelname van mensen met een verstandelijke beperking in de kerken. Deze aanbevelingen worden na de laatste regiodag in 2008 aan de kerken aangeboden. Meer over het platform leest u in de rubriek Kleurrijk (pagina 7). Data: Midden Nederland: zondag 30 september 2007 van 10.30 tot 15.30 uur in het kerkelijk centrum De Clomp in Zeist-West. Zuid Nederland: zaterdag 3 november van 13.00 tot 16.30 uur in het kerkelijk centrum De Baai in Etten-Leur. Informatie en aanmelden: www.sggd.nl of
[email protected]
THEMA CAMPAGNE VEERTIGDAGENTIJD 2008 BEKEND In de campagne voor de Veertigdagentijd 2008 zullen ‘vergeten rampen’ centraal staan. Of liever gezegd, de gevolgen daarvan. Het gaat namelijk om miljoenen slachtoffers en vluchtelingen. De wederopbouw vordert langzaam of mensen zijn in hun eigen land in bal-
lingschap geraakt en raken daardoor uit beeld. Maar niet uit ons hart. Daarom staan deze mensen centraal in de campagne van de Veertigdagentijd 2008. Want Kerk in Actie en ICCO blijven aanwezig en werken door aan het herstellen van de schade van natuurrampen en conflicten, ook als de mediaaandacht voorbij is.
23
o God, mijn redder ik huil en bid dag en nacht tot U hoor mijn gebed, zie mijn verdriet mijn leven is zwaar mijn vrienden hebben mij verlaten ik ben sterk zonder kracht is er nog hoop voor mij?
Mijn gebed
alles komt goed stop met huilen droog je tranen en luister hulp is onderweg als niemand voor jou zorgt dan doen wij dat schaam je niet voor wie je bent stop met leven in angst mensen, genegeerd om aids waar is hun hoop… afgezonderd, eenzaam waar is de warmte… alles komt goed alles komt goed geef niet op geef het niet op verschuil je niet want er is hoop
Sing4Life is een gospelfestival dat op 12 mei van dit jaar in AmsterdamZuidoost werd gehouden. Het Kerkhuis, een project voor migrantenkerken van de Amsterdamse diaconie (zie ook: pagina 5 en 6), en SOA Aids Nederland werkten hierbij samen met veertig migrantenkerken in de wijk. De kerkkoren traden op met liederen die speciaal voor Sing4Life waren geschreven over het thema hiv/aids. Het winnende lied My Cry van de Church of Pentecost dat hier (vertaald) is afgedrukt, kunt u ook beluisteren op het internet: www.kerkhuis.nl/singforlife2.html Als u meer wilt weten over de koren, kunt u contact opnemen met pastor Ricky Ofori (ook voor optredens), tel. (06) 48 48 52 33. Als u cd’s van Sing4Life wilt bestellen, kunt u een e-mail met uw gegevens sturen naar
[email protected]. De cd’s kosten € 10,- per stuk.
24
Diakonia-augustus - februari 2007 Diakonia