m i l i eudefensie magaz i n e onafhankelijk opinieblad over het milieu – uitgave van vereniging milieudefensie – jaargang 36 – nr 7/8 – juli/augustus 2007 – prijs € 3,60
To e k o m s t s p e c i a l
Het Aquariustijdperk Wubbo Ockels – Stadslandbouw – Cradle to cradle – Wonen op water Energie – Witte fietsen – Groene utopieën
Colofon Milieudefensie Magazine nummer 7/8 juli/augustus 2007.
6 Wu b b o O c k e l s
Milieudefensie Magazine is een uitgave van Vereniging Milieudefensie en verschijnt tien maal per jaar. Het blad wordt gemaakt op basis van een onafhankelijk redactiestatuut. De artikelen geven niet noodzakelijk het standpunt weer van de Vereniging Milieudefensie. Wie kopij wil inzenden, wordt verzocht vooraf contact op te nemen met de redactie. Overname van artikelen is mogelijk na overleg met de redactie. Milieudefensie wordt gedrukt op 100% kringlooppapier.
Toekomst: wetenschap Astronaut, hoogleraar, uitvinder en enthousiast pleitbezorger van futuristische, duurzame technologie.
redactieadres Postbus 19199, 1000 GD Amsterdam, tel: 020-5507374, Fax: 020-5507310, e-mail:
[email protected], www.milieudefensie.nl. Servicelijn (voor abonnementen, administratie en vragen): 020-6262620. Landelijk bureau Milieudefensie: tel: 020-5507300 redactie Joanne Alting, Michiel Bussink, Annemarie Opmeer Vaste medewerkers: Vincent Bijlo, Jaap Dirkmaat, Koos Dijksterhuis, Jacques Moeraert, Ronella Bleijenburg, Liesbeth Sluiter, Hans Valkhoff, Han van de Wiel. Redactieraad: Victor van den Belt, Laurens Berentsen, Bart Boon, Kees van den Bosch, Hansje Kalt, Ali Remmelts, Govert Valkenburg. Cover: Jacques Rougerie Cartoon: Zak Vormgeving: Ruparo (Joyce Limburg, Ivo Sikkema), Amsterdam Druk: Salland de Lange Dit tijdschrift is gedrukt op Reviva Print abonnement Minimaal € 16,25 per halfjaar; u bent dan tevens lid van Milieudefensie. Opzeggingen dienen schriftelijk te worden opgegeven bij de Milieu defensie Servicelijn, Postbus 19199, 1000 GD Amsterdam. Opzeggen kan tot 1 november voor de eerste helft van het kalenderjaar en tot 1 mei voor de tweede helft van het kalenderjaar. Los verkrijgbaar bij Selexyz Scheltema, Koningsplein 20, Athenaeum Nieuwscentrum, Spui 14-16 en Het Fort van Sjakoo, Jodenbreestraat 24, Amsterdam. Losse nummers kosten € 3,60 advertenties Tarieven en opgave via Adviesbureau Cadex, Tuin 12, 4307 CH Oosterland (Zld), tel. 0111-643307 / fax 0111-644084,
[email protected]
7 E e t b a r e s ta d Toekomst: voedsel Zelfvoorzienende steden, gesloten voedselkringlopen en stadslandbouw moeten de groeiende stadsbevolking voeden.
1 4 Wi e g t o t wieg Toekomst: design Al het afval kan voedsel zijn. Over technische nutriënten, effectief design en de onzin van recyclen.
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Weg met de toekomst
2 4 Z o n , wat e r e n wind Toekomst: energie Fresnellenzen, osmotische druk, ruimtestroom of de laddermolen, wat stelt onze energievoorziening veilig?
Ve r d e r : 20 De Consument 23 Brieven 2 7 A g e n da e n O p r o e p e n 30 Media 3 1 P u b l i c at i e s
M e e r To e k o m s t : 5 B e l e i d : H o n d e r d dag e n k a b i n e t 1 0 C o l u m n : Vi n c e n t B i j l o 1 1 A r c h i t e c t u u r : A l M a s da r 1 8 A r c h i t e c t u u r : Wo n e n o p h e t wat e r 2 2 C o n s u m e n t : O V- c h i p k a a rt 2 8 O p i n i e : H e t b e l a n g va n g r o e n e u t o p i e ë n 3 1 R e c e n s i e : O n z e g e z a m e n l i j k e t o e ko m s t 3 2 Tr a n s p o rt : Wi t t e f i e t s e n 3 4 C o l u m n : Ja a p D i r k m a at 3 5 H a rt e n z i e l : B e r e z i n a
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
“Ik moet altijd iets nieuws bedenken” Aldus Wubbo Ockels in het openingsinterview van dit themanummer over ‘De Toekomst’. Milieu is een toekomstgericht onderwerp: er zijn misstanden, er moet iets gebeuren, zodat de nieuwe situatie beter is, per definitie in de toekomst. Die toekomst ligt in de gemiddelde milieudiscussie tegenwoordig behoorlijk dichtbij: welke beleidsmaatregel moet er worden genomen om twintig procent duurzame energie te produceren? Wat moet Nederland doen om aan de Europese nitraatrichtlijnen te voldoen? Maar, stelt Marius de Geus in zijn opinieartikel terecht, op zo’n manier wordt milieu versmald tot een beleidsonderwerp en blijven de onderliggende mechanismen die de problemen veroorzaken, zoals economische groei, buiten de discussie. De Geus vindt dat groene utopieën in ere moeten worden hersteld om met inspirerende verhalen te laten zien dat het heel anders kan. Toekomstvisioenen lopen uiteen van het praktische beeld van de zelfvoorzienende stad, tot het concept van het aquariustijdperk, waarin men radicale veranderingen door moet maken op weg naar een harmonieuze toekomst. Een mooie spiegel voor onze tijd.
commentaar Het paradoxale is nu dat je juist het door De Geus verfoeide economische groeidenken ‘utopisch’ kunt noemen. Productie en consumptie moeten groeien – tot in de lengte der dagen - dan is de toekomst beter, luidt de ideologie waar het hele overheidsbeleid van afhankelijk is gemaakt. Terwijl door economische groei de situatie feitelijk verslechtert: meer beslag op natuurlijke hulpbronnen, meer aantasting van het Nederlandse landschap, om maar eens wat te noemen. Meer productie en consumptie, inclusief telkens nieuwe technieken, maken ons ook niet gelukkiger. “De huidige tijd zou een enorme sprong voorwaarts maken door te stoppen met ‘vernieuwend te willen zijn’”, zegt Herman Finkers in het boek ‘Nederland Weer mooi’, waaraan in het vorige nummer van dit blad aandacht werd besteed. “Als je een boom met zijn kruin in de grond zet en met zijn wortels in de lucht, dan is dat wel erg vernieuwend, maar het levert niet iets op, dat hout zal snijden.“ Weg met de toekomst, dus. En dan toch een toekomstspecial vol met nieuwe technieken? Wie goed leest, zal het opvallen dat veel nieuwe technieken hun inspiratie vinden in de natuur (een termietenheuvel), natuurlijke processen (eten en gegeten worden) en dingen die al miljoenen jaren bestaan (zon en wind). Het fascinerende Duits-Amerikaanse concept ‘Cradle to cradle’, dat álle afval op wil kunnen nemen in de natuurlijke cyclus van leven en dood: dat deden onze voorouders met hun gemengde landbouwsystemen eigenlijk ook al. Wie goed kijkt, ziet dat we voor een duurzame toekomst alles al in huis hebben. Michiel Bussink
Olifanten en chilipepers
Bij de reguliere teelt van katoen wordt veel gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen. Een belangrijke reden is de katoendaguil, een vlindertje waarvan de rupsen grote schade toebrengen aan katoen, maar ook aan maïs, soja, zonnebloemen en sierbloemen. Katoenboeren steken zich in de schulden om pesticiden te kopen, uiteindelijk resulterend in hoge zelfmoordcijfers. Ook gebruikt men er te veel van, met grote milieuschade en resistente rupsen als gevolg. Twee Australische onderzoekers ontwikkelden een simpele testkit om dit probleem te verminderen. Twee tests bepalen welk middel nodig is tegen de rupsensoort op de planten, en wat het type en de kwaliteit is van de middelen die de boer heeft. De uitkomst is een zorgvuldiger afgestemd gifgebruik, zonder middelen die de natuurlijke vijand van de katoenuil doden. In India, waar de testkit geprobeerd wordt, is het gebruik met de helft teruggedrongen. China, Pakistan en Uganda testen de kit ook al.
om hun gewassen heen. De olifanten houden hier niet van, en blijven door de geur alleen al bij het landbouwgewas vandaan. Ook gemalen pepers werken, die smeert men op de palen rond het terrein of verwerkt men in briketten om te verbranden. Het idee wordt gepropageerd door de Elephant Pepper Development Trust (EPDT), die de boeren ook helpt de pepers te verkopen. Daarvoor richtten zij in 2000 de fair trade stichting African Spices op.
Roetfilter mag niet Nederland mag het roetfilter definitief niet verplicht stellen voor nieuwe dieselauto’s. Begin dit jaar zou de filter ingevoerd worden, maar de Europese Commissie vond dat toen niet in overeenstemming met de vrije markt. Eisen aan auto’s moeten in de hele EU hetzelfde zijn. Nederland ging in beroep, maar heeft nu verloren. Het hof vond dat er onvoldoende aangetoond was dat hier bijzondere problemen gelden. Om de Europese fijnstofnormen toch te halen, probeert de overheid mensen vrijwillig een filter te laten installeren. Met deze uitspraak hebben tegenstanders van de ‘milieuzones’, verboden voor vrachtwagens zonder roetfilters, mogelijk extra handvaten.
Milieudefensie op YouTube ‘Overconsumptie is ons probleem’ heet een filmpje van Milieudefensie, waarin een snacks etende familie in een grote auto wat teveel ‘gas’ produceert voor hun eigen gezondheid. En de boodschap komt over: op de populaire filmpjeswebsite YouTube is de video inmiddels al meer dan 55.000 keer bekeken. Andere filmpjes van Milieudefensie op YouTube werden hooguit duizend keer bekeken. “Het is een laagdrempelig filmpje met een hele fundamentele boodschap: het uiteindelijke probleem is onze overconsumptie. Iets wat iedereen eigenlijk wel weet”, zegt Donald Pols, scheidend campagneleider Klimaat van Milieudefensie. Zie: www.youtube.com, vul in ‘Milieudefensie’ bij de zoekfunctie.
ZAK
Testkit halveert gifgebruik
Boeren in Afrikaanse landen hebben geregeld conflicten met olifanten. Het leefgebied van de dieren krimpt, waardoor zij voedsel zoeken op akkers, tot groot ongenoegen van de boeren, die ze ’s nachts wegjagen met lawaai of vuurwerk. Confrontaties kunnen bovendien soms een bloedig einde kennen voor de dikhuid. Nu is er een oplossing voor het conflict: rode pepers. Boeren in Zambia, Kameroen, Malawi, Botswana en Zimbabwe telen de planten met scherpe vruchten
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Stop de broeikas! Stuur uw beste klimaattip in, vroegen we in het vorige nummer. Dan maakt u kans op een exemplaar van ‘Stop de broeikas’, het eigenzinnige boek van Jeroen Trommelen. De volgende, net zo eigenzinnige tips willen we u niet onthouden. Mirjam Rosier richt zich op het probleem dat Al Gore in zijn film noemt, namelijk dat er door het smelten van het ijs te weinig zon gereflecteerd wordt. Zij stelt voor om zoveel mogelijk daken wit te verven, en liefst verplicht te stellen dat voertuigen een wit dak hebben. Hans Ruhe wil mensen bewust maken van hun verbruik en stelt voor auto’s en elektrische apparaten te voorzien van een ‘kostenmeter’. Mevrouw De Olde Bramer uit Zuidlaren vraagt fietsers om ook hun hand uit te steken als zij rechtsaf slaan, al hoeft dat voor de eigen veiligheid niet zozeer. Auto’s hoeven dan niet voor niets te remmen en op te trekken, wat energie bespaart.
To e k o m s t : b e l e i d
Een stads-, kolenen asfaltkabinet
Ad Vermaas geeft een heel uitzonderlijk advies: mensen die een auto met airco hebben, doen er goed aan die niet te lang uit te laten. Vermaas stelt dat er bij airco’s altijd al wat koelmiddel weglekt via de pakkingen. Staat deze langer dan twee weken uit, dan neemt de lekkage toe. Dat komt doordat het oliefilmpje dat het compressorhuis afdicht verdwijnt. En maakt dat wat uit dan? Koelmiddel is meestal een fluorkoolwaterstof, zoals tetrafluorethaan. Een gas dat nauwelijks afbreekt met een honderd keer sterkere broeikaswerking dan CO2. Elke twee weken de airco vijf of tien minuten laten draaien dus. Dat stopt de broeikas! Deze inzenders krijgen een exemplaar van het boek thuisgestuurd.
Verbod voor smerige trucks Het is zo ver: de ‘milieuzone’ is er. Vieze vrachtauto’s mogen grote steden niet meer in. Minister van Milieu Cramer gaf 2 juli de aftrap in Utrecht. Vrachtwagens zonder roetfilter zijn daar niet meer toegestaan in het gehele centrum, het stationsgebied en de Jaarbeurs en omgeving. Controle gebeurt met camera’s. De afspraken kwamen tot stand na gesprekken met de brancheorganisaties van het goederenvervoer, die achter dit initiatief staan. Per 1 juli zouden ook alle grote Brabantse steden de milieuzone invoeren. Uiteindelijk ging alleen in Eindhoven op die datum een zone in: alles binnen de ring. De vervoersorganisaties zijn hier echter niet blij mee. De zone is eenzijdig vastgesteld en veel groter dan zij willen. Breda, Den Bosch en Tilburg ondervonden zoveel weerstand, dat zij invoering uitstellen tot september. Ook Rotterdam gaat vanaf half september op slot, maar dan alleen de binnenstad. Amsterdam voert gefaseerd de zone in: bijna het gehele gebied binnen de ringweg A10 is vanaf januari 2008 niet meer bereikbaar voor de allervuilste vrachtwagens, in 2009 gaan de parkeertarieven er omhoog en in 2010 moge alleen de schoonste vrachtwagens nog binnen. Milieudefensie vindt de norm voor wat een schone vrachtwagen is te gemakkelijk haalbaar en de zone in Utrecht, bijvoorbeeld, veel te klein.
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
“Een duurzame leefomgeving, om de wereld beter achter te laten dan we haar aantroffen”, dat wil het kabinet Balkendende-Bos-Rouvoet, te lezen in het regeerakkoord van februari. De intenties en bedoelingen zijn goed, vond het gros van de milieuorganisaties, ook nadat het kabinet honderd dagen het land door had gereden en vervolgens zijn plannen wat heeft uitgewerkt. Maar met goede bedoelingen kom je er niet. “Duidelijk is dat met dit beleid geen vermindering van 30 procent broeikasgassen in 2020 wordt gehaald”, vindt Milieudefensie. “Een serieus klimaatbeleid betekent ook dat het luchtvaart- en autoverkeer aan banden moet. Het kabinet zou Schiphol duidelijk moeten maken dat een zesde baan en uitbreiding naar Lelystad niet meer passen in een samenleving die de aankomende klimaatcrisis serieus neemt.” Maar minister Eurlings van Verkeer wil bovendien zes nieuwe wegen en de bestaande uitbreiden. “Dit kabinet is een asfaltkabinet”, concludeerde Natuur en Milieu.
Energie
Inmiddels hebben de ministers Cramer van Milieu en Verhoeven van Economische Zaken laten weten niks te doen tegen de plannen van EnergieNed om vijf nieuwe kolencentrales en een nieuwe gascentrale te bouwen. Die gaan samen 28 megaton CO2 per jaar uitstoten, waarvan 9 ton in 2020 ondergronds opgeslagen kan worden, waardoor dus de CO2-uitstoot in Nederland groeit met 19
megaton. Dat komt overeen met de uitstoot van alle auto’s en vrachtwagens in Nederland. Natuur en Milieu liet weten verbijsterd te zijn. “Met de komst van vijf nieuwe kolencentrales zal de overheid haar klimaatdoelen nooit meer halen”. Volgens het kabinet moet het nieuwe CO2-handelssysteem er voor zorgen dat de doelstellingen toch gehaald gaan worden.
Landschap
Milieudefensie is blij met het plan van het kabinet om een fonds in te stellen waarmee oude en slecht benutte bedrijventerreinen kunnen worden opgeknapt. Maar dat opknappen zal alleen lukken als er tegelijkertijd een rem komt op de overmatige aanleg van nieuwe, goedkope terreinen. Daartoe zijn echter geen concrete maatregelen aangekondigd. Ook de Raad voor het Landelijk Gebied, het belangrijkste adviesorgaan van de regering voor het groene gebied, vindt dat de regering te weinig oog heeft voor het Nederlandse landschap: “Het beleidsprogramma van het kabinet is te sterk gericht op het stedelijk gebied. Het landelijk gebied wordt impliciet wel gewaardeerd, maar zwakke belangen zoals voedsel, gezondheid, natuur en dierenwelzijn, die voor de hele samenleving wezenlijk zijn, dreigen te weinig aandacht te krijgen.” Om Nederland groen en diervriendelijk te maken moet de rijksoverheid volgens de Raad voor het Landelijke Gebied veel meer investeren en sturen dan het nu van plan is.
To e k o m s t : w e t e n s c h a p Wu b b o O c k e l s
“Leven in intens gevarieerd comfort” milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Jules Verne is er niets bij. Aan Wubbo Ockels’ brein ontspruiten voortdurend gedurfde oplossingen voor onze wankelende wereld. “Het volk moet het recht op een mooie toekomst opeisen.” L iesbeth Sluiter
L i e s b e t h Sl u i t e r
“H
et is een gebrek”, zegt Wubbo Ockels (61) met een grijns, “ik moet altijd iets nieuws bedenken. Laatst nog, de Wall of Solar. Een zes meter hoog scherm van zonnepanelen langs de zuidkant van de Afsluitdijk: 60 Miljoen euro, even duur als een geluidsscherm. Zonne-energie lijkt duur vergeleken met kilowatts uit een centrale, maar afgezet tegen energie uit benzine is het juist drie keer zo goedkoop. Dus we plaatsen dat scherm en ik maak van de dijk een tolweg. Met twee euro van iedere passerende auto op fossiele brandstof ben je na vijf jaar uit de kosten. Als de 18.000 auto’s die dagelijks de dijk passeren allemaal elektrisch rijden, verbruiken ze precies evenveel stroom als het zonnescherm opbrengt. Dat vind ik een geestig verhaal. Ik heb bij de provincie Friesland al een aanvraag ingediend voor de tolweg. Nee, nog niets op gehoord.” Het voorbeeld bevat al veel ingrediënten van het gesprek dat zich zal ontrollen. De focus op alternatieve energie en duurzaamheid. De onblusbare dadendrang, die regelmatig botst op een draderige bureaucratie. Getallen die om je oren dwarrelen. Het optimisme, het geloof in technologie. Wubbo Ockels promoveerde als natuurkundige onder andere op het verval van gammastralen in nucleaire systemen. Na een korte academische loopbaan maakte hij in 1985 furore als eerste Nederlandse astronaut. Op zijn werkkamer hangt de ruimte-overall schilderachtig naast de toga die hoort bij zijn huidige baan: hoogleraar duurzame technologie aan de faculteit Lucht-en Ruimtevaarttechniek van de Technische Universiteit Delft. Daarnaast is hij in Groningen bijzonder hoogleraar ‘atmosferische systemen voor duurzame energie en transport’. Tegenwoordig verzint hij visionaire transport- en energieprojecten.
Mag hij uitvinder genoemd worden? “Zeker wel.”
Vleugels
We bekijken vier geruchtmakende projecten. Meest uitontwikkeld is de raceauto op zonne-energie, Nuna. Binnenkort gaat de Nuna 4 de lucht in, figuurlijk gesproken. Lucht heeft er overigens veel mee van doen – de technologie is grotendeels afkomstig uit lucht- en ruimtevaart. “Het concept is een vleugelvorm, en een zover mogelijk achterwaarts geplaatste positie van berijder en wielen. De Nuna 4 voldoet aan de nieuwe wedstrijdregels: minder zonnepanelen en de berijder zit meer rechtop. De studenten die de auto onder hun hoede hebben, hebben al drie keer gewonnen. Sterke punten zijn de hoge kwaliteit van de zonnecellen, de lichtgewicht koolstof constructie en het allerbelangrijkste: de aerodynamica. Loek Boermans ontwerpt vleugelprofielen van wereldklasse.” Aerodynamica is ook prominent aanwezig in de drie andere projecten: Ecolution, Laddermolen en Superbus. Ecolution is een zeilschip dat Ockels’ ideaal van autonomie moet uitdragen. Het schip wekt al
De kracht zit bij het volk, niet bij de industrie zeilend energie op door twee schroeven, waarvan de bladen kunnen omklappen. In de ene stand stuwen ze de boot voort als er niet gezeild kan worden. Omgeklapt drijven ze twee electromotoren aan die een enorme batterij accu’s voeden, die later de schroeven weer in beweging kunnen zetten. Twee motoren op biodiesel dienen als back-up. Geholpen door state of the art communicatie- en besturingsapparatuur,
moeten twee mensen het schip kunnen varen. Mensen van Ockels’ generatie die, zegt de brochure, “graag de wereld willen rondzeilen maar zich zorgen maken over comfort, energievoorraad, bemanning, onderhoud, veiligheid en fysiek ongemak aan boord van een zeilboot.” Toch is het geen speeltje voor de elite, zegt hij. “Natuurlijk is het een dure boot, maar hij hoort niet bij die snelle jachtenwereld. Het gaat om de autonomie die je krijgt als je intelligent omgaat met je omgeving. Door het vrijheidsaspect gaat autonomie zelfs aan duurzaamheid voorbij.” De kiel is in mei gelegd en de Rabobank ziet er in ieder geval heil in. Als grootste sponsor vroeg de bank Ockels om te zijner tijd alle wereldhavens met Rabo-vestigingen aan te doen, om daar zijn verhaal te vertellen.
Blauwe schicht
De Laddermolen is een vorm van energieopwekking met als bron de constante
Als het niet op tijd lukt een duurzame levensstijl te introduceren, krijgen we oorlog en harde wind op honderden of duizenden meters hoogte. Bestuurbare vliegers – weer vleugelprofiel! – gaan omhoog aan een touw, de opwaartse kracht wordt omgezet in energie. “Het duurde drie jaar voor we ontdekten hoe je de vliegers bestuurt, maar inmiddels hebben bewezen dat we er energie mee kunnen opwekken. Dankzij Al Gore zitten we in een stroomversnelling. Rotterdam heeft een miljoen gegeven om een demonstratiemodel te bouwen van een schip dat vaart met behulp van een laddermolen. In de scheepvaart, die tonnen ruwe olie verstookt, is veel te winnen. Natuurlijk gaat er voortdurend van alles mis. Je maakt iets nieuws, dus struikel je overal
over. Maar het gaat erom de richting aan te geven. Het ergste is niets doen, niet opschieten. Eind augustus leveren we in Groningen stroom voor een concert met Jan Akkerman: Dancing on the Wind.” Ook de Superbus vindt beren op de weg. Ockels presenteerde de blauwe schicht in 2005 als alternatief voor railgebonden Zuiderzeelijn-opties. In een betonnen busbaan moet het voertuig 250 kilometer per uur gaan rijden. Bij ophalen en afleveren van passagiers neemt hij op normale snelheid deel aan het gewone verkeer. Passagiers pluggen onderweg hun laptop in of kijken een zelfgekozen film. Duurzaam zijn de elektrische aandrijving en het lage energieverbruik, door stroomlijn en lichtgewicht constructie. De presentatie is gepland bij de Olympische Spelen in 2008. Ockels: “Begin juli is de ‘critical design review’. De windtunneltests zijn vreselijk uitgelopen. We ontwikkelen nieuwe motoren en discussiëren nog volop over het accupakket van meer dan duizend kilo. Maar ik ben optimist. Dat is mijn functie, ik ben gangmaker, aanjager van innovatie. Intelligentie betekent oplossingen vinden voor onvoorziene problemen. Het is jammer dat de 2.7 miljard die indertijd beschikbaar was voor de Zuiderzeelijn verwaterd is. Sommigen geven daarvan Superbus de schuld. Maar vergeleken met de railgebonden opties stak Superbus overal bovenuit, alleen kon hij niet gekozen worden, want hij bestond nog niet. De overheid heeft toen zeven miljoen gegeven voor onderzoek en ontwikkeling.”
L i e s b e t h Sl u i t e r
Eleganter
Optimisme kleurt de toekomstvisie van Wubbo Ockels. Deels wortelt die in zijn vertrouwen in intelligentie. “Niet alleen van het individu, ook van de samenleving als geheel. Het mierennest. Noem het organisme, holisme, morfologische ische velden (vormbepalende, informatiedragende velden, red.), maar ik denk dat een samenleving als geheel ineens rijp kan zijn voor nieuwe kennis. Vierduizend jaar is de vlieger speelgoed geweest, nu ineens experimenteert men overal ter wereld met andere toepassingen.” milieudefensie magazine 7/8 – 2007
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
L i e s b e t h Sl u i t e r
Een andere pijler van zijn toekomstvertrouwen is de heilige overtuiging dat we helemaal geen energieproblemen zouden hebben als we anders met de natuur omgingen. “De zon en de wind leveren meer energie dan we gebruiken, wereldwijd een factor 8000 méér. We moeten die eleganter gebruiken. De industriële revolutie is als een bulldozer door de natuur gegaan. Ik zie ons als onderdeel van de natuur. De post-industriële revolutie, waar wij nu voor staan, moet bestaan uit een intelligent, leuk spel met de natuur, dat niets kapot maakt maar waardevermeerderend is. Je wordt er ook wakker van. Veel van wat wij doen is slaapverwekkend.” In de toespraak waarmee hij zijn Delftse hoogleraarschap aanvaardde, stelde hij dat het niet nodig is de dreigende uitputting van de aarde te beantwoorden met drastische bevolkingspolitiek en het aanhalen van de broekriem. Integendeel: “Door gebruik te maken van onze geavanceerde technologieën, onze wetenschappelijke capaciteit en innovatieve creativiteit, kunnen we een positief pad opgaan. Het pad van een plezierige omgang met de natuur. We kunnen vrolijke en fascinerende vormen van transport en communicatie scheppen en leven in intens en gevarieerd comfort, in een verbond met de natuur.” Feestelijke taal, voor een feestelijke gelegenheid. De werkelijkheid wil nog wel eens spelbreker zijn, zoals Ockels zelf illustreert. Zo blijven zonnepanelen, volgens hem de meest kansrijke vorm van alternatieve energie, te duur. “Silicium is de bottleneck, maar dat is onzin. De wereld zit vol silicium. Daar zitten slechte krachten achter, mensen die spelen met monopolieposities. De politiek werkt ook tegen. Toen Zalm de subsidie op zonnepanelen stopte was ik echt boos. De benzineaccijns leverde een meevaller op van een miljard, de subsidie was met bijna honderd procent overschreven, en hij zet hem stop. Wat een lummel! Als energievoorziening een probleem is en er tegelijkertijd geld uit energie vrijkomt, investeer je dat deels in oplossingen, dat moet ingebakken zijn. Dat doet ieder normaal bedrijf. Tenzij je aandeelhouders morgen rijk willen worden, natuurlijk.” En dan volgt een zeldzaam sombere noot in zijn up-tempo verhaal: “Ik maak me er zorgen over dat de huidige combinatie van kapitalisme en bestuur niet de versnelling zal brengen die nodig is om op tijd een duurzame levensstijl te intro-
Ockels bij de maquette van zijn superbus duceren. En als dat niet lukt krijgen we oorlog, daarvan ben ik overtuigd.”
Sport
Clubs als Milieudefensie, zegt hij, hebben milieu op de agenda gezet. “Maar nu moet het volk zich uiten en het recht opeisen op een mooie toekomst. We zeggen tegen de regering: in 2050 is Nederland schoon. Om dat te realiseren heb je maar vijf procent van de bevolking nodig, mensen zoals hier op de TU, de nerds, de techneuten. Ze zijn gedreven, zien zichzelf als wereldverbeteraars, hebben technologie in handen die ons kan vrijmaken. Daag hen uit! We moeten loskomen van dat vreselijk serieuze, van mensen die in vergaderingen goochelen met beleidslijnen, strategieën, subsidiepaden en instrumenten. Hele serieuze mensen met behoefte aan vastigheid en veiligheid en zonder begrip van vernieuwing. Dat zijn de mensen die onze geldstromen beheren. Ik ervaar een groeiende spanning tussen noodzaak van vernieuwing en verlammende bureaucratie.” Hoe krijgen we de vaart erin? “Door op de eerste plaats alle zaadjes water te geven. Geef tien procent van alle innovatiegeld aan mensen tussen de 16 en 26. Het debat daarover duurt al twee jaar en ze weten het nog niet. Verder moeten we leren van de sport. Prijzen uitloven, een risicoloze manier van geld uitgeven. Stel: je wilt voor een bepaalde bedrag zonnepanelen op de daken. Hoe eerder hier de daken vol liggen, hoe sneller ze beschikbaar komen voor Afrika. Wat is het je waard, honderd miljoen? Loof dat uit, kies een goede jury. Lukt het niet dan berg je het
geld weer op. Lukt het wel: bravo! Iedereen mag meedoen, de Olympische gedachte. Zo doorbreek je de monopolies en industriële strategieën die ons sturen: de Shells, de Exxons, de Nuons en Eneco’s. Anders hebben we binnenkort misschien niets meer te vertellen.” Gaan we de bestaande machtscentra gewoon passeren dan? “Innovatie is disruptief ”, zegt hij met zichtbaar genoegen. “De bestaande structuur krijgt de benodigde versnelling niet voor elkaar. We hebben een liberalere maatschappij nodig, meer spel, openheid. Leeuwarden wil de bussen aanbesteden. Ik heb tegen Geert Dales gezegd: waarom geen wedstrijd? Vijf mededingers, tv-programma, spotlights erop, and the winner is… Een eerlijke strijd, waarbij het publiek ziet wat goed is en wat niet. De kracht, de noodzaak van duurzaamheid zit bij het volk, niet bij de industrie.” De wereld volgens Wubbo Ockels is een snelle wereld, er is altijd een overtreffende trap te beklimmen. Is dat wel zo’n prettige wereld? Voor het eerst valt hij even stil. “Slow is Beautiful, stond onlangs in Newsweek. Het is waar, de laatste twintig jaar zijn we een krankzinnige wereld aan het scheppen. Vroeger keken we naar New York en zeiden we: zo kun je toch niet leven? Nu leven we net zo en is New York alweer verder. Hoe meer je communiceert, hoe meer behoefte je krijgt aan communicatie en hoe sneller je leeft. Ik weet niet of dat ooit nog teruggaat. Misschien dat sommigen meer rust in hun leven willen, maar als je naar jonge mensen kijkt… het lijkt er niet op.” n
Milieugangers
tel.: 0111-643307 / fax: 0111-644084 Tuin 12, 4307 CH Oosterland
[email protected] / www.cadex.nl
michiel wijnbergh
Het was 7 juli 2007. We zaten met zijn achten in een Smart om te laten zien hoe goed wij wel niet voor het milieu waren. We waren op weg naar Amsterdam, daar zou een concert gegeven worden door een paar artiesten die tot voor kort het woord milieu nog nooit hadden gehoord. Na vijf kilometer hield de Smart er al mee op. Het kleine motortje kon zoveel hypocriet bio-industrieel gewicht niet aan. “Kijk,” riep ik vrolijk, “nu zijn we pas goed bezig, we stoten niets uit, behalve dan, omdat we zo op elkaar geperst zitten, een paar scheten.” De anderen waren sip, ze vonden mij een nare blije man, een milieuverpester. Zij weten niet dat ik al jarenlang veel meer doe voor het milieu dan zij. Ik doe nooit licht aan, ik heb geen kinderen en ik drink bier altijd rechtstreeks uit de tap. We stonden op de vluchtstrook naast de dampende Smart, honderden auto’s vol met milieugangers reden toeterend langs ons heen. Walmende diesels zonder roetfilters, oude Amerikanen die
vincent bijlo l) 1 op 4 of 5 reden, allemaal zaten ze vol met milieuactivisten. Ze hadden vanochtend extra kort gedoucht en de computer expres niet op stand-by gezet. De hele wereld leek die zevende juli vol te zitten met dat soort mensen. Tonnen plastic rotzooi bleven na afloop van de concerten achter in de stadions, nog nooit werd met een popconcert zoveel co2 de atmosfeer ingeblazen. Wij kwamen nooit in Amsterdam aan. De Wegenwacht, die we belden, liet drie uur op zich wachten. Er waren opvallend veel pechgevallen die dag, allemaal milieugangers, zei de mevrouw van de ANWB. De Smart was niet meer aan de gang te krijgen. We hebben hem over de vluchtstrook naar een parkeerplaats gebracht. Het milieu had de stemming behoorlijk naar de kloten geholpen maar met een paar hotdogs en benzinepompsandwiches kippenborst en kalkoendelen was het leed weer snel geleden. Het werd nog een hele gezellige picknick op de parkeerplaats Stampersgat. We zijn naar huis gelopen, door weilanden van een aardige boer, die ons zomaar het recht van overpad verleende. Bij ons thuis hebben we, in mijn studio, een unplugged concert gegeven. Ik heb iedereen bij het weggaan op het hart gedrukt dat het milieu niet iets is dat je even doet, maar dat je zelf het milieu bent. Duurzaamheid is iets dat vanzelfsprekend bij je leven hoort. Vanmorgen kwam een vriend langs die er bij was, 7 juli. Hij heeft al drie weken niet meer gedoucht, wast zijn kleren niet meer en heeft zijn auto de deur uitgedaan. Hij moet nog even de balans vinden, maar hij is op de goede weg, al stinkt hij een uur in de wind. Zullen we volgend jaar, op 8-8-2008 met zijn allen een dag in bed blijven?
C
M
Y
CM
MY
CY
CMY
K
10
BEL ROVER: 033-4220450
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
To e k o m s t : a r c h i t e c t u u r
Oase voor wetenschap en wandelaars A
bu Dhabi, hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten, zit op één van de grootste olievoorraden van de wereld. Uitgerekend dit steenrijke olieland stort zich op de alternatieve energiemarkt. Een opvallend project moet de kennis hierover aanwakkeren: al Masdar, De Bron, een groene stad in de woestijn.
Schaduwrijk
De stad van zo’n zes vierkante kilometer zal net zoveel CO2 absorberen als uitstoten. Het ontwerp, dat door de Britse architect Norman Foster werd ontwikkeld, combineert de traditionele opzet van een ommuurde stad met nieuwe technologie om een CO2neutrale en ‘afvalneutrale’ plek te creëren. Zo’n vijftig tot honderdduizend mensen gaan er wonen en werken. Er wordt dan ook erg dicht gebouwd, en de stad wordt
Midden in de woestijn van de olierijke Verenigde Arabische Emiraten, verrijst binnenkort een autovrije ‘groene stad’. Annemarie Opmeer autovrij, met smalle wandelstraten, waar veel schaduw valt. Geen overbodige luxe,
in een omgeving waar het wel vijftig graden kan worden. Om de stad komen parken met zonnepanelen, windmolens en velden voor nieuwe experimenten. Om investeerders aan te trekken, belooft al Masdar één loket voor alle administratieve zaken, transparante regels, vrijstellingen van belastingen en de mogelijkheid om bedrijven honderd procent buitenlands bezit te laten blijven.
Verrommeling
Meer nog dan een plek om te wonen, wordt al Masdar een wetenschappelijk voorbeeldproject. De stad zal een thuisbasis worden voor laboratoria, bedrijven die met nieuwe technologie aan de slag milieudefensie magazine 7/8 – 2007
gaan, scholen en een wetenschapsmuseum. Al Masdar is een project van de Abu Dhabi Future Energy Company, weer in handen van de investeringsarm van de machthebbers van het emiraat. De vijf miljard dollar die het zal gaan kosten, komen uiteindelijk daarvandaan. De groene stad in de woestijn wordt dan ook het hoofdkwartier van het Masdar Institute for Science and Technology, een universiteit en onderzoeksinstituut dat gaat samenwerken met het Massachussetts Institute of Technology uit de Verenigde Staten. Het wordt, zoals directeur Sultan Al Jaber het noemt: een cluster voor alternatieve energie, met studenten, wetenschappers, zakenlui en beleidsmakers in één gemeenschap, een combinatie van talent en middelen om de nodige technologische doorbraken te realiseren. Bij het kiezen van de locatie van al Masdar zal rekening worden gehouden met bestaande wegen, die bereikbaarheid vanuit Abu Dhabi en het vliegveld garanderen. In 2009 moet de stad al geheel voltooid zijn. De bouw zal in twee fases gebeuren. Tijdens de eerste fase wordt een zonne-energiecentrale aangelegd, die later in het ontwerp van de stad wordt opgenomen, en daarmee de basis voor de tweede fase vormt. De architecten willen zo efficiënt omgaan met energie, en de versnippering en verrommeling, die stadsontwikkeling kenmerkt, tegengaan. n 11
toe kom st : voe d se l
Sla uit het park Hoe verminder je voedselkilometers, terwijl de helft van de mensheid inmiddels in de stad woont? Heel simpel: stadslandbouw. “Grote delen van de stad blijven op dit moment onbenut”. Michiel Bussink
M
idden tussen het asfalt en beton van South-Central Los Angeles floreerden tot vorig jaar sla, broccoli, avocado’s, bananen, perziken en een massa andere groenten, fruit en kruiden. Driehonderdvijftig immigrantenfamilies leefden ervan, hielden er festivals en boerenmarkten, op een terrein van vijf12
tien voetbalvelden groot. Maar een politiemacht verdreef in de zomer van 2006 de stadsboeren en bulldozers ragden de groene oase plat: ondanks protesten was de grond verkocht aan een projectontwikkelaar. Het was het einde van een van grootste vormen van Amerikaanse stadslandbouw. Elders, in de Culemborgse nieuwbouwwijk Eva-Lanxmeer bijvoor-
beeld, wordt de stedelijke oogst juist elk jaar groter. Nu de helft van de mensheid in steden woont, neemt ook het belang van stadslandbouw toe. “Ik zie absoluut een toename van de interesse in stadslandbouw in het westen”, zegt Debra Solomon, een van de curatoren van de tentoonstelling De Eetbare Stad die onlangs werd gehouden in het Nederlands Architectuur Instituut in Maastricht en die binnenkort wordt geëxporteerd naar buitenlandse steden.
Havana
Waarom zou je voedsel ín de stad verbouwen? “Dat hangt af van de urgentie”, zegt Solomon. Voor arme steden of wijken is de belangrijkste reden simpelweg om aan voldoende eten te komen of een beetje milieudefensie magazine 7/8 – 2007
In rijke landen kweken stadsmensen vooral wortelen en boontjes omdat dat de leefbaarheid verbetert. “Mensen gaan beter om met plekken waar voedsel groeit”, zegt Solomon. In de Engelse industriestad Middlesbrough is ze betrokken bij een project waarbij zo’n duizend mensen deze zomer door de hele stad heen in grote en kleine bakken groenten en fruit telen. Een groenere stad is een prettigere stad, dat vindt eigenlijk iedereen. “Maar het is ook een manier om het kapitaal te vergroten. De rijke plekken hebben veel groen, de arme weinig. Door de armere plekken groener te maken, doe je aan waardeverhoging.” Maar dat gold dan blijkbaar niet voor de projectontwikkelaar in Los Angeles die daar de stadsboeren liet verdrijven? “Dat is ook kortzichtig. Een projectontwikkelaar wil zoveel mogelijk huizen op een vierkante meter zetten en daarna verkopen. Wat er vervolgens op zo’n plek gebeurt, zal zo’n bedrijf worst wezen. Maar de stad als geheel gaat het zeker aan.” Het stadsbestuur van Middlesbrough zag wél wat in stadslandbouw en stimuleerde vijftien lagere en middelbare scholen milieudefensie magazine 7/8 – 2007
om mee te doen. Om kinderen (weer) te leren waar hun eten vandaan komt, onder het motto “Kooklessen zonder supermarkt”, en om het in Engeland populaire onderwerp voedselkilometers handen en voeten te geven. Veel van ons eten wordt van over de hele wereld aangevoerd, terwijl je het ook gewoon in het park om de hoek kunt laten groeien. “Al het groen wat je ziet als je uit je raam kijkt, zou in principe eetbaar kunnen zijn”, zegt Solomon. Privé-tuinen, bomensingels, parken, plantsoentjes, balkons, daken, bermen: “Grote delen van de stad blijven op dit moment onbenut”.
Geen hoofdletters
Eetbaar groen zit ingebakken in het ontwerp van de Culemborgse nieuwbouwwijk Eva-Lanxmeer, waarvan de eerste woningen in 1999 werden opgeleverd. In korte tijd is de wijk een groene oase geworden. De privé-tuintjes van de 250 woningen lopen geleidelijk over in het openbare groen, inclusief fruitbomen en bessenstruiken, moestuinen en een stadsboerderij met zorgtaken. De stadsboerderij vierde inmiddels haar eerste oogstfeesten, met steun van de gemeente: “De stadsboerderij moet ervoor zorgen dat voedselproductie- en educatie, recreatie en openbaar groen in één ‘pakket’ worden aangeboden.” Niet alleen voor de inwoners van de wijk Lanxmeer, maar voor heel Culemborg, hoopt de gemeente: “Iedereen moet namelijk zijn weg kunnen vinden naar de boerderij om te ontspannen in een natuurlijke omgeving, waar bovendien verse producten van het land kunnen worden gekocht.” In de Tilburgse nieuwbouwwijk Tuindorp krijgen de appels en peren al geleidelijk kleur. In 1997 zijn er 102 verschillende fruitbomen gepoot, onder begeleiding van kunstenaar herman de vries, die vind dat plantennamen, en zijn eigen naam, niet met een hoofdletter moeten, “om hiërarchieën te vermijden”. In zijn werk stelt de vries de verstoorde relatie tussen mens en natuur aan de orde. Doordat er kan worden gegeten uit voortuinen, hoopt de kunstenaar dat we “we elkaar vertellen over onze ervaringen met planten en onze gemeenschappelijke kennis en ervaring uitbreiden”.
flats met namen als ‘tour vivante’, ‘sky farms’, of ‘vertical farming’ zitten ook in de pen. In dergelijke ontwerpen wordt al het organische afval van de bewoners, plus het door het gebouw opgevangen regenwater gebruikt om op de verschillende verdiepingen groenten en fruit te telen. Een stap verder gaat Pig-City, een varkensflat-achtig ontwerp. Overeenkomst tussen al deze flat-vormen: ze bleven tot nu toe beperkt tot dagdromerijen boven de tekentafel. De aanhangers van stadslandbouw moeten in ieder geval niks van de varkensflats hebben. Ze gaan er van uit dat zowel de productiemiddelen uit de buurt komen, als dat het voortgebrachte voedsel lokaal wordt afgezet. Bij de varkensflat kan dat helemaal niet: er is te weinig grond in de buurt om al die beesten te voeden. “Wat voor soort landbouw wil je?”, die vraag is ook bij stadslandbouw aan de orde, vindt Solomon: “Moet Nederland tachtig procent van zijn voedsel importeren? Nee, dat is niet nodig.” Wat helemaal niet wil zeggen dat iedereen op zijn eigen balkonnetje zelfvoorzienend moet gaan zitten wezen. “Stadslandbouw, en landbouw in het algemeen, is nooit bedoeld als ‘ieder z’n eigen ding doen’. het heeft geen zin voor elk persoon, of elke familie alles zelf te doen. Voor twee liter melk wekelijks ga ik geen koe houden. Maar tussen niks doen en voor een significant deel in je eigen voedsel voorzien is een groot verschil”, volgens Solomon. Rest nog de vraag of het wel schoon genoeg is in de stad. Solomon: “Sla langs de stedelijke snelweg: die wil ik niet eten. Maar het zet je wel aan het denken over die snelweg. Dat opent de mogelijkheid de toekomst van de stad anders te zien.” n Meer informatie: www.culiblog.org/category/urban-agriculture.
R o b e r t R i z z o / H o ll a n d s e H o o g t e
Pat r i c k F r i l e t / H o ll a n d s e H o o g t e
geld te verdienen. Toen eind jaren tachtig de Sovjet-Unie uiteen viel en Cuba niet meer van olie voorzag, bleven de Cubaanse landbouwmachines noodgedwongen werkeloos in de schuren staan. De de voedselvoorziening moest op een nieuwe leest geschoeid worden: met behulp van lokale middelen, zonder olie, kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. In alle hoeken en gaten legden de inwoners van Havana groenten- en fruittuinen aan en inmiddels voorziet de Cubaanse hoofdstad voor tachtig procent in de eigen voedselbehoefte. “In armere landen betekent stadslandbouw het verschil tussen een normaal leven of armoe.” zegt Solomon.
Pig-City
Niet alle stadslandbouwplannen ogen even romantisch, was te zien op tentoonstelling Eetbare Stad. Hoge, futuristische 13
To e k o m s t : d e s i g n
Fabrieken die de wereld voeden
Ons milieubeleid is pappen en nathouden. De uitstoot vermindert, maar
daarmee duurt de weg naar de hel alleen langer. Een Amerikaanse architect en een Duitse chemicus vinden dat wij niet minder slecht moeten zijn, maar gewoon goed. Afval wordt voedsel. H a rry P e rré e
14
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
D
e fabriekshallen van het industriecomplex River Rouge in Dearborn, Michigan, waar de Amerikaanse autoproducent Ford auto’s maakt, waren eind jaren negentig donker en vochtig. Het productieproces was verouderd, de grond onder het uitgestrekte industrieterrein zwaar vervuild. De multinational besloot dat het anders moest en wilde zich opmaken voor de 21 e eeuw. Maar hoe? Topman Bill Ford kreeg de tip eens te praten met architect en ontwerper William McDonough. Een ecoloog met, zo zou blijken, sympathie voor industriële groei.
pat r i c k p o s t / h o ll a n d s e h o o g t e
Triest universum
Écht veel vertrouwen had Ford niet dat de ideeën van McDonough hem zouden aanspreken. Diens ecologische reputatie was hem al vooruitgesneld. Maar hij kreeg het voordeel van de twijfel en er werd een half uurtje ingepland om zijn visie uiteen te zetten aan Ford. Met zijn vlinderdas, baret en cape – een vreemde verschijning in de zakelijke Fordomgeving – maakte McDonough geen flitsende start. Maar het half uurtje werd een hele middag en Ford bleek te vallen voor de radicale ideeën van de architect en ontwerper. De anekdote is te lezen in het boek Cradle to Cradle dat McDonough samen met de Duitse ecologisch chemicus Michael Braungart schreef, en te zien in een aflevering van VPRO’s documentaireserie Tegenlicht. Dat Ford in zee ging met deze twee is opmerkelijk. Hun ideeën sluiten, zo op het eerste gezicht, niet aan bij het gedachtegoed van de vrije economie, waar bedrijven als Ford voor staan. Die willen immers zoveel mogelijk hun gang gaan, vrij van bemoeienis van buitenaf. Braungart, die bij Greenpeace heeft gewerkt, en McDonough halen in hun boek inderdaad flink uit naar de productieprocessen die ontsproten zijn aan de vrije economie. Zij schetsen een triest universum waarin de mens de aarde van haar grondstoffen berooft, er één grote afvalberg van maakt, en tussendoor ook nog eens zichzelf vergiftigt. Dat gebeurt niet alleen via fabrieksschoorstenen of giflozingen, maar ook via ‘onschuldige’ producten. Zoals door een handmixer die chemische stoffen loslaat (zo ontdekken ze bij onderzoek) die zich hechten aan de botermoleculen in het beslag en zo belanden in een cake. Of zoals bij zwemmilieudefensie magazine 7/8 – 2007
vleugeltjes van pvc die via rechtstreeks contact met het door water week geworden kinderhuidje gevaarlijke stoffen laten binnendringen in het lichaam.
Efficiëntie
Hoe komt het toch zover? Ontwerpers doen hun best een product te maken dat de consument aantrekkelijk vindt, voldoet aan regelgeving en voldoende presteert, zo schetsen de twee. Sinds de Industriële Revolutie gebeurt dat volgens de mantra van maximale efficiëntie: met zo min mogelijk middelen zo veel mogelijk produceren. Maar die efficiëntie geldt alleen voor dat ene product en voor de korte termijn. Voor mens en milieu hoeft zo’n product echter helemaal niet goed te zijn. Neem een doorsnee poly-
rappe bevolkingstoename zoveel extra productie vereiste dat dit de hele aarde zou verwoesten. Die denklijn werd vorige eeuw voortgezet door Rachel Carson (Silent Spring) en de Club van Rome (The Limits to Growth). De onheilstijdingen bereiken zelfs hier en daar het bedrijfsleven. Dat probeert met ‘reduce, reuse and recycle’ – reduceren, hergebruiken en recyclen – het over een andere boeg te gooien.
Uitstel van executie
Maar zo’n aanpak zien McDonough en Braungart juist helemaal niet zitten: het is slechts uitstel van executie. Reductie van de hoeveelheid geproduceerd afval stopt vervuiling en uitputting niet, maar vertraagt deze alleen maar, vaak
Een fabriek kan méér produceren en goed zijn voor haar omgeving ester kledingstuk. Dat bevat het zware metaal antimoon dat kankerverwekkend kan zijn. Of neem vaatwasmiddel: zo samengesteld dat het overal werkt. Ook al kan het een veel mildere samenstelling hebben in gebieden met zacht water, ook al zou het een veel mildere samenstelling móeten hebben in gebieden waar het
Verschillende stoelen van Herman Miller kregen cradle to cradle certificatie ‘zilver’ en ‘goud’. De categorie ‘platina’ haalde nog niets. riool direct in meren of rivieren uitkomt. Of neem de maïsteelt in het Midwesten: zoveel mogelijk productie met zo min mogelijk tijd, geld en moeite. Maar daarvoor wijken planten die een schuilplaats bieden aan de natuurlijke vijanden van ongedierte, en doen pesticiden die water en grond verontreinigen hun entree. Trek die lijn door en je belandt al snel bij hel en verdoemenis. Thomas Malthus voorspelde eind achttiende eeuw dat de
met gebruik van veel energie en chemicaliën. Ook hergebruik, van bijvoorbeeld rioolslib als veevoer of kunstmest, is geen optie. Er zitten te veel verontreinigingen in. Recycling zien ze ook al niet zitten, want in de huidige praktijk komt dat neer op ‘downcycling’. Staal van hoge kwaliteit wordt via recycling versmolten met koperdraad, verf en plastic coatings, wat de kwaliteit van het staal onomkeerbaar vermindert. Bovendien worden bij recycling vaak chemicaliën toegevoegd. Gerecycled papier, bijvoorbeeld, moet uitgebreid worden gebleekt voordat het licht genoeg is voor gebruik. En in de tussentijd komt de overheid niet veel verder dan de verontreiniging minimaliseren met regels, maar die zijn, zo stellen de twee, uiteindelijk niets minder dan een license to harm om op een acceptabel niveau ziekte, verontreiniging en dood toe te staan. In tegenstelling tot efficiënt maken van een destructief systeem, pleiten zij voor effectief design: overvloed die veilig en nuttig is.
Technische kringloop
Daarom gooien McDonough en Braungart het roer radicaal om. Hun devies: probeer niet minder slecht te zijn voor je omgeving, wees gewoon goed voor je omgeving. Daarbij nemen ze de natuur als lichtend voorbeeld. In de natuur zijn de cirkels dicht. In de natuur bestaat 15
U WILT EEN BANK DIE UW GELD NIET STEEKT IN CLUSTERBOMMEN, LANDMIJNEN, KINDERARBEID, MILIEUVERWOESTING EN KLIMAATVERANDERING?
HIER ZIJN WE: WWW.ASNBANK.NL Veel spaarders en beleggers ontdekken tot
In de Zembla tv-uitzending
hun schrik dat zij via hun bank betrokken
‘Bankgeheimen’ kwam pijnlijk
W I J I NVESTEREN NIET IN WAPENINDUSTRIE
zijn bij de fabricage van
aan het licht hoe schadelijk
oorlogstuig, bij kinderarbeid,
bepaalde banken en instellin-
bij het verwoesten van ons
gen omgaan met het geld dat
milieu en bij het verpesten
aan hen wordt toevertrouwd. Bij de ASN Bank
van ons klimaat.
hoeft u daarvoor niet bezorgd te zijn. Wij
Verontrust over het beleid van hun bank zoeken
WIJ INVESTEREN NIET IN KINDERARBEID
hebben geen ‘bankgeheimen’. Uw geld is in
zij naar een mogelijkheid
schone handen. En tóch kunt
om met hun geld een andere
u bij ons sparen en beleggen
koers te varen. De kans is
met een uitstekend rendement.
groot dat ook u dat wilt. En
Onze 318.000 klanten ervaren
gelukkig heeft u dan nu de
dat elke dag opnieuw. En hun
oplossing bij de hand.
WIJ INVESTEREN WEL IN SCHONE ENERGIE
aantal groeit snel. Ook merken
U kunt een nieuwe stap zetten door voortaan
we nu, dat er bij veel mensen behoefte
te sparen of te beleggen bij de ASN Bank.
bestaat aan een duurzame betaalrekening.
W I J INVESTEREN NIET IN ONTBOSSING
U bankiert dan bij een bank
Die ASN Betaalrekening komt er binnenkort.
die al sinds haar oprichting
En ondertussen kunt u alvast beginnen met
in 1960 geen cent wil ver-
het overzetten van uw spaargeld en
dienen aan het uitbuiten van
beleggingen naar de duurzame
mens, dier en milieu. U kiest
ASN Bank. Bel voor inlichtingen
bewust voor duurzaamheid en voor een
gratis 0800-0380. Of kijk op
betere wereld. Welkom bij de ASN Bank!
www.asnbank.nl. *Rente per 16 april 2007, wijzigingen voorbehouden
RENDEMENT VOOR U + RENDEMENT VOOR DE WERELD = DUBBEL RENDEMENT
De ASN Bank is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft een vergunning van De Nederlandsche Bank N.V. Op tegoeden van klanten bij de ASN Bank is het depositogarantiestelsel van toepassing.
P o l a r i s / h o ll a n d s e h o o g t e
geen afval. Elke plant, elk dier, elk organisme, hoe overdadig ook, heeft een rol in die kringloop. Bomen vangen CO2 op, maken zuurstof en als ze sterven dienen ze als voedsel voor nieuwe organismen. Zo komen ze tot hun concept ‘Afval = voedsel’. En zo komen ze ook tot hun motto cradle to cradle, waarin elk product meegaat niet van de wieg tot het graf, maar van de wieg tot de wieg (van weer een nieuw product). Weg met de visie die industriële groei ziet als roofzucht op natuurlijke bronnen, als het kankergezwel van deze aarde! De oplossing is niet de industrie kleiner maken. De oplossing is de industrie zodanig te ontwerpen dat haar groei de rest van de wereld voedt. Een fabriek kan, zo verzekeren ze, méér gaan produceren en tegelijkertijd goed zijn voor haar omgeving. Deze ontwerpfilosofie lijkt een utopie, maar is bepaald niet in de prullenbak beland. Dat is niet vreemd, want voor bedrijven biedt ze de kans onbeperkt te groeien. Niet voor niets haalden multinationals als Nike en Ford hen binnen. De ontwerper en de chemicus redeneren als volgt: een dertien-in-een-dozijnfabriek haalt grondstoffen uit de aarde, maar geeft niks terug. Na afdanken belanden de grondstoffen op de stortplaats of in de verbrandingsoven en zijn ze onbruikbaar. Dat komt vooral omdat veel producten bestaan uit een mix van talrijke biologische en technische grondstoffen. Deze zijn na gebruik niet meer uit elkaar te halen en blijven daarmee werkelijk afval. Dit noemen zij treffend ‘monsterlijke hybrides’. Zij pleiten daarom voor producten die ofwel bestaan uit grondstoffen die biologisch afbreekbaar zijn en een kringloop in de biosfeer kennen,
China bouwt huizen van geperst stro en zand kunnen verschillende stoffen wel in één product worden toegepast zonder er een monsterlijke hybride van te maken, zolang dat maar goed demonteerbaar is. Zo is zelfs hun eigen boek niet van papier maar van plastic gemaakt dat eindeloos herbruikbaar is.
Natuurlijk industriepark
Wat heeft dat met Ford te maken? “De wereld is vol dromers. Ik heb geen tijd voor dromers”, zegt Ford-topman Timothy O’Brien in Tegenlicht. Maar daaronder schaart hij McDonough en Braungart zeker niet. De twee mochten het verouderde industriecomplex met een budget van twee miljard dollar omvormen. Ze maakten er een voor werknemers prettige en lichte werkomgeving van, met luchtcirculatie gebaseerd op luchtstromen in termietenheuvels, in een soort natuurlijk industriepark. Het dak is bijvoorbeeld één groot weiland
Op tekentafels liggen ontwerpen van volledige cradle-to-cradlesteden ofwel uit grondstoffen die een kringloop kennen in de technosfeer (bijvoorbeeld metalen en plastics) en die steeds weer opnieuw gebruikt kunnen worden als grondstof voor de industrie, in gesloten processen op duurzame energie. Deze biologische en technologische kringlopen mogen elkaar niet besmetten. Stoffen die in de technologische kringloop thuishoren, schaden de biosfeer en stoffen die in de biosfeer thuishoren, schaden de technosfeer. Met slim design milieudefensie magazine 7/8 – 2007
met sedumplantjes, waar vogels rondscharrelen. Geen ecoluxe, vindt O’Brien? “Ford heeft er 35 miljoen dollar mee bespaard. Het dak is duurder ja, maar het gaat twee keer zo lang mee door de bescherming tegen de UV-straling. Het isoleert en bespaart zo op verwarming en koeling, het absorbeert water en het zuivert water dat anders chemisch gezuiverd had moeten worden.” Vervolgens hebben de ontwerper en de chemicus ook meegewerkt aan een
nieuwe auto. “Het kost 22.000 kilo aan grondstoffen om een auto van 1.300 kilo te maken. Waarom doen wij het niet met 3.000 kilo grondstoffen?”, vraagt de Ford-topman zich af. Dus is er nu een Ford (prototype) die helemaal uit biologisch afbreekbare materialen bestaat en technische materialen die weer grondstof worden. De stoelen van de auto, die op waterstof rijdt, zijn gevuld met sojaschuim en de banden zijn van maïsplastic. Dat kost minder en levert minder problemen op bij de productie. Ford ziet het als de filosofie van de toekomst en verwacht er veel geld mee te verdienen.
China
Ook Nederland is om. Venlo wil zich graag gaan profileren als duurzame regio. op basis van het cradle to cradle principe. De Floriade, in 2012, zal een voorbeeldproject worden. Om dit te realiseren stelt men een leerstoel in. Braungart zelf toonde al belangstelling. De grootste kluif waar McDonough en Braungart nu hun tanden in mogen zetten is China. China wil naar een circulaire economie, zo heeft de Chinese president aangekondigd. Grondstoffen moeten via een gesloten kringloop weer terugkomen in de economie. Daarmee heeft China het concept Afval = voedsel omarmd. China wil komende twaalf jaar 200 miljoen huizen bouwen. Zou het land dat met bakstenen doen, dan zou dat een enorme aanslag op de bodem en het landschap zijn. Op uitnodiging van de Chinese overheid hebben de twee een huis ontwikkeld van goedkope en volledig recyclebare materialen. Vorig jaar werd een woonwijkje in gebruik genomen. n 17
To e k o m s t : a r c h i t e c t u u r
De drijvende stad Wonen op het water: geïnspireerde architecten geven vorm aan een onvermijdelijk toekomstscenario J o a n n e A lt i n g
Z
even dagen duurt het slechts, als alle pompen en gemalen zouden uitvallen, en dan zou Nederland onder water staan. In een gebied dat onder de zeespiegel ligt, moet het binnenkomende water dat niet verdampt namelijk tegen de zwaartekracht in naar zee worden gepompt. En 18
niet alleen in Nederland. Wel driekwart van de wereldbevolking woont op minder dan 50 kilometer van zee en dat deel groeit. Klimaatverandering, maar ook overstromingen zoals in New Orleans, hebben planologen daarom aan het denken gezet over watermanagement en overstromings-
risico’s. Een inspiratiebron voor architecten, en daarom voor het architectuurcentrum Amsterdam Arcam reden voor een tentoonstelling over leven op het water.
Meervoudig ruimtegebruik
“Ik zie in de toekomst nog wel een stad in de Noordzee verrijzen,” zegt landschapsarchitect Jan van de Bospoort. Volgens hem zullen ruimtegebrek en klimatologische ontwikkelingen wonen op het water straks onvermijdelijk maken. De laatste tien jaar zijn naar schatting veertig tot
vijftig plannen voor drijvende projecten geïnitieerd, verspreid over heel Nederland. Volgens architect Koen Olthuis van Waterstudio.NL staat het bouwen op het water nog in de kinderschoenen in ons land. “Nu de overheid besloten heeft dat binnen enkele jaren 200.000 hectare grond (ter grootte van de provincie Utrecht) de bestemming van overloopgebied krijgt, staat bouwen op het water steeds meer in de belangstelling. Overheid, waterschappen en de academische wereld stellen dat meervoudig ruimtegebruik de enige oplossing is.
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Foto links: Floating city IJmeer, van het Delftse onderzoeksteam Deltasync04, is een stedenbouwkundig concept voor een milieuvriendelijke stad die niet kan overstromen. Het IJmeer dient, door technieken als koude-warmte opslag en lagere temperatuur verwarming, zowel voor koeling als verwarming. Voor drinkwater valt voldoende neerslag. De gemeente Almere heeft aangegeven wat te zien in het plan, eventueel met drijvende snelweg, en ook Sjanghai is geïnteresseerd. Naast het verhogen van onze dijken moeten we de ruimte op het water benutten”.
Mobiele bibliotheek
In het begeleidende boek bij de tentoonstelling stelt architect Jord den Hollander dat de meeste van de huidige plannen nog niet veel verschillen van gemiddelde wijken op het land. De geplande waterwijk in IJburg noemt hij benauwd: keurige watervilla’s die nog dichter bij elkaar staan/drijven dan in een gemiddelde woonwijk. Meer kans ziet hij
Links: Een gigantische drijvende cruiseterminal van Koen Olthuis, Waterstudio, komt te liggen in de Perzische Golf. Onder: Ontwerp voor een drijvend Olympisch stadion.
voor drijvende en publieke mobiele voorzieningen: de werkelijke innovatie zou kunnen liggen in een totaal vernieuwende stedelijkheid waar pleinen bioscopen, theaters, speelplaatsen mobiel zijn. Een stad die zich makkelijk kan aanpassen aan nieuwe eisen die gesteld worden door instromende bevolkingsgroepen of veroudering van de oorspronkelijke bevolking. In Zaandam ontwikkelde Hollander in samenwerking met de Openbare Bibliotheek een drijvende mobiele bibliotheek die in de regio een aantal filialen kan vervangen. En wat te denken van het plan voor een Olympisch stadion dat iedere 4 jaar versleept kan worden, of drijvende wegen
en omgebouwde olieboorplatforms? Met de kano een kopje suiker lenen bij de buren en als zij u niet bevallen gooit u de trossen los, liefst die van uzelf maar die van de buren mag ook. De tentoonstelling in Arcam biedt een overzicht van verleden en heden, naast het museum liggen een aantal drijvende woningen. Ook de juist voltooide replica van de
Voor het project Palm Jebel Ali in Dubai ontwierp Waterstudio een drijvende moskee. milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Ark van Noach, eigenhandig gebouwd door aannemer Johan Huibers nadat hij in een droom Nederland zag verdwijnen onder een enorme watermassa, is present. Vooral inspirerend zijn de maquettes en foto’s van futuristische architectonische hoogstandjes. Onrealistisch? Niet op de tentoonstelling, maar in 2008 al in de golfstroom tussen Florida en Noorwegen: de SeaOrbiter (zie cover) van Jacques Rougerie. Van dit croissantvormige, 51 meter hoge vaartuig zal zich 30 meter onder water bevinden. NASA, zeebiologen en klimaatwetenschappers kijken ernaar uit. n Leven op het water / Ligplaats Amsterdam, een expositie over drijvend bouwen in heden en toekomst in het Architectuurcentrum Amsterdam ARCAM, zie www. arcam.nl ´Water als uitdaging’ besteedt ruim aandacht aan waterberging in Mobilion, het informatie centrum van Rijkswaterstaat in Utrecht, zie www. rijkswaterstaat.nl/mobilion 19
de consument To e k o m s t : t r a n s p o r t
OV-utopiekaart Zon jij gifvrij? Daar was vorig jaar nog gemakkelijk achter te komen op ww.zonjijgifvrij.nl, een initiatief van Natuur en Milieu en Milieudefensie. Maar een nieuwe versie van de lijst anti-zonnebrandcrèmes komt er niet. Milieudefensie heeft geen giftige stoffenexpert meer. En ook bij Natuur en Milieu is de expert vertrokken. Maar Goede Waar&Co haalt ons uit de brand: zij onderzochten 21 smeermiddelen. Precies zoals gevreesd, bevat reguliere anti-zonnebrand chemische UV-filters, waarvan drie riskante types. Daarnaast is het ook gewoon cosmetica, en bevat bekende synthetische, slecht afbreekbare, hormoonverstorende stoffen. Toch hebben we aan deze kennis niet veel, want op de lijst van Goede Waar&Co hebben synthetische UV-filters andere namen en worden de riskante stoffen niet met name genoemd. Van reguliere cosmetica blijkt veelal onbekend of onduidelijk welke stoffen er gebruikt zijn. Ook informatie over dierproeven valt tegen. Annemarie Börlind, Harmonie, Estee Lauder en Weleda zijn dierproefvrij (product én ingrediënten), Nivea niet, en van de overigen is wederom niet alles bekend. Natuurcosmetica doet het beter, maar ook daar ontbreekt informatie. Hun minerale UV-filters zijn daarnaast niet geheel probleemloos: het zijn ‘spiegelende’ metaalertsdeeltjes als titaanoxide of zinkoxide. Om een witte waas te voorkomen wordt het erts vaak verkleind tot nanodeeltjes. Die kunnen de huid binnendringen, met onbekende effecten. Wat dan? Niet te lang zonnen, is het devies. Dan is minder zonnebrand nodig. Zo veilig mogelijk smeren? Het enige product uit de lijst van Goede Waar&Co dat noch synthetische stoffen, noch nano-deeltjes bevat, is de Edelweiss anti-zonnebrand van Weleda. Prijs c.a. €5,- voor 50ml crème (factor 20) of €15,- voor 200ml lotion (factor 15). Meer informatie: www.goedewaar.nl.
20
systeem betaalt. De klantenservice kost 10 cent per minuut en ook de kaart laden met pinpas zal geld kosten. Overstappen tussen twee vervoerders blijkt duur. En is er te veel afgeboekt? Een ingewikkeld traject, met formulieren en een printje uit een automaat, leidt tot een teleurstelling: minder dan €5,- wordt niet uitgekeerd en restitutie kost €2,50 administratiekosten. Het verlies bij uitcheckproblemen, waarbij het instaptarief niet blijkt teruggeboekt, is dus al te klein voor restitutie.
We moeten er allemaal aan, blijkbaar, dus hoe werkt het? Er zijn drie soorten ov-chipkaarten: een anonieme kaart, een anonieme wegwerpkaart en een persoonlijke kaart. Voordeliger reizen kan alleen met een persoonlijke kaart. Daarop kun je, bij automaten of door automatische overboeking van de giro, niet alleen geld, maar ook ‘reisproducten’ laden, zoals retourtjes of abonnementen. Wegwerpkaarten koop je op het station, de twee andere worden gemaakt door de afzonderlijke vervoerders. En dan: reizen. Bij instappen boekt de kaartlezer een instaptarief af, (Amsterdam €2,50, Rotterdam €4,-), bij uitstappen wordt dit teruggeboekt na aftrek van de kilometerkosten en een basisbedrag. En zo, stelt de campagne, wordt reizen sneller, veiliger en eerlijker…
Administratiekosten
Tariefvrijheid
Ook als alles goed gaat wordt het er niet eerlijker op. Een vaste kilometerprijs is namelijk van de baan, dankzij de in 2001 ingevoerde tariefsvrijheid. Vervoerders bepalen hun eigen kilometerprijs. Reizen in de randstad kan duurder zijn dan op het platteland of andersom, en dezelfde kilometer in de spits duurder dan in het weekend. Voor inzicht in wat reizen kost moet men bovendien - ironisch voor een alomvattend systeem - bij de aparte vervoerders zijn. De grootste fout, volgens ROVER, maakt men bovendien door het systeem ‘dicht’ te maken: dus geen mogelijkheid voor gewone kaartjes. Iets wat ze zelfs in Hongkong, waar de ov-chipkaart van is afgekeken, wél hebben. De bedenkers hebben geen oog voor mensen die niets van de chipkaart moeten hebben: technofoben, digibeten, ouderen, gehandicapten, armen, gelegenheidsreizigers, toeristen. Veertig procent van de reizigers. Het zou het wel eens druk kunnen worden op de snelweg. p e t e r h i l z / h o ll a n d s e h o o g t e
Uit de zonnebrand
Eén gesloten systeem voor het openbaar vervoer door heel Nederland. De ov-chipkaart moet daarvoor gaan zorgen. Een initiatief van vervoersbedrijven NS, Connexxion, de Haagse HTM, Rotterdamse RET en het Amsterdamse GVB. Haalbaar of grootheidswaanzin?
Reizigersorganisatie ROVER betwijfelt dat. Uiteenlopende lastigheden plagen de reiziger: een station inlopen kan niet zonder een ‘passagerecht te laden’, uiterlijk en werking van oplaadautomaten kan per regio verschillen en het aantal kaartverkooppunten loopt terug. Belangrijker is het financiële aspect. De kaart zelf kost geld. Hoeveel, dat bepaalt de lokale verstrekker, en sommigen willen kortingsproducten alleen op hun eigen kaart zetten. Maar erger is, dat de reiziger onvolledigheden van het
Annemarie Opmeer - annemarie.opmeer@ milieudefensie.nl
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
de consument recept
Een aardappel Socialistische tomatensoep De SP deelde tijdens hun verkiezingstour tomatensoep uit. Hun eigen biologische tomatensoep, SoeP, ontwikkeld door Johannes van Dam en de KleinsteSoepFabriek. Maar voor meer soep hoeven we niet te wachten tot de volgende verkiezingen. De KleinsteSoepFabriek is namelijk een éénmansbedrijf van de ambitieuze Michel Jansen. Hij werkte ook samen met Herman den Blijker en Wouter Klootwijk. En niet voor niets. Zijn soepen zijn opvallend. Er zijn Eko-soepen: uiensoep, erwtensoep, drie soorten tomatensoep, en bouillons. En er zijn ‘natuurlijke’ soepen, honderd procent biologisch, maar vanwege de wisselende samenstelling niet met keurmerk. Deze zijn exotischer, zoals Goa Spice Linzencurry of Champagnesoep. Dat is echter nog niet alles, Jansen maakt ook pesto en tapenades, ontwikkelt nieuwe soepen en ook twee hele nieuwe productlijnen: een lijn sauzen en smaakmakers, en een lijn wildglaces, wildsoepen en wildsauzen. Zelf net zo’n soepexpert? Deel uw ideeën en wie weet wordt uw soep door de soepfabriek gelimiteerd in productie genomen. Te koop bij natuurvoedingswinkels en een groot aantal Jumbo supermarkten. Voor adressen, zie www.kleinstesoepfabriek.nl. Voor de wedstrijd, zie aldaar onder Project Steensoep.
Revolutionaire trappers De dynamo is een slimme manier om een fiets te verlichten. Maar het voorwiel is niet het enige dat draait. Trappers draaien ook. Safeways en Pedalite, ontwerpers van fietsonderdelen, bedachten lichtgevende trappers, gebaseerd op de opgewekte kinetische energie. De trappers hebben in de buitenrand LED-lichtjes. Bij de Power Pedal van Safeways zijn ze oranje en knipperen zodra u trapt. Bij de Pedalite zijn ze wit, rood en oranje, voor zichtbaarheid van voor, achter en opzij. Deze gaan na een aantal trapbewegingen aan en blijven nog even werken als de fietser stilstaat. Het enige nadeel is, dat de lampjes ontwikkeld zijn voor de Britse markt, met knipperend licht. En dat mag in Nederland eigenlijk niet als fietsverlichting. Ook de gewone dynamo behouden dus. De Safeways Power Pedal wordt sinds 2006 wel standaard gemonteerd op een aantal Batavus kinderfietsen en is los verkrijgbaar bij fietswinkels als Halfords, prijzen tussen €9,95 en €14,95 De Pedalites zijn onder andere verkrijgbaar bij bouwmarkt Eco-logisch (zie elders op deze pagina’s) voor €59,90 milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Een aardappel op tafel. Een flinke met een dunne, bijna doorzichtige schil, kenmerkend voor vroege aardappels. Met de aardappel kun je verschillende kanten uit. In stukjes snijden, in minieme stukjes, kleiner nog, nog kleiner, onder de microscoop leggen, de cellen zien, de celkernen, het erfelijk materiaal in de celkernen, de DNA-structuur ontfutselen. En daar dan op promoveren. Dat kan. Een andere kant op kan ook. Verhalen over zijn geschiedenis en avonturen: een culturele biografie van een aardappel. Geoogst op 19 juni 2007. Gegroeid als knolletje van een aardappelplant die voortkwam uit een pootaardappel, die is verkregen middels ruilhandel met een dorpsgenoot, tevens Milieudefensielid. Ras: Escort. Volgens opgave: biologisch geteeld. Telernummer: 10136. Maat in mm: 35/55. Geteeld in: Nederland – Friesland. EG-plantenpaspoort: ZP-d2/a6/a13. Tevens met controlemerk van de stichting ‘Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaad en pootgoed van landbouwgewassen’. Gepoot in Sallandse zandgrond, begin april. Waanzinnig, hoe hard uit zo’n knolletje een meter hoge plant groeide. Vroeg ras. En dat was ook maar goed ook. Een paar dagen vóór 19 juni kwamen de eerste bruine vlekken in het blad. Aardappelziekte of fytoftora, een plantenziekte veroorzaakt door de oömyceet Phytophtora infestans. Deze oömcyeet, oftewel pseudoschimmel, verspreidt zich snel in natte zomers. Eerst rotten de bladeren weg, daarna snel ook de knollen, waarvan uiteindelijk een stinkende bruine smurrie overblijft.
Voor sommige buurmantuinders aanleiding met fungiciden te spuiten, preventief ook. Al gingen zelfs de bespoten aardappels uiteindelijk voor de bijl. De fytoftora wordt de afgelopen tien jaar steeds agressiever. Misschien biedt de Andes – de geboortegrond van de aardappel waar die nog in duizenden verschillende variëteiten door de Indigenas wordt geteeld, ergens een oplossing. Zal het eens aan mijn familie vragen. Aan mijn Boliviaanse schoonzus, die op haar verjaardag gevriesdroogde aardappelen eet. Of mijn broer die drie jaar op het aardappelhoofdkwartier van de wereld werkte, het Centro International de la Papa. Een aardappel. Een boek kun je er over schrijven. Is gebeurd. Bijvoorbeeld ‘De Aardappel’, van Alma Huisken. Nieuwe boeken zouden zo kunnen. Michael Pollan gaf in zijn ‘De botanica van het verlangen’ alvast een heel hoofdstuk over zijn ervaringen met het poten van een zak genetisch gemanipuleerde aardappelen van Monsanto. Opeten kan ook. Zou ik zeker doen. Je gelooft niet hoe ontzettend lekker een aardappel kan zijn. Stevig en zacht en smeuïg en romig was deze Escort-aardappel. Op 19 juni kregen mijn verjaardagsgasten één grote aardappel op hun bord, gekookt in de schil. Wat kruidenboter er bij: prak een bosje gesnipperde bieslook, een uitgeperst teentje knoflook, snuf zout, wat citroensap, door een half pakje boter. Doe een klont in elke bijna helemaal door midden gesneden aardappel. Meer heb je niet nodig. Michiel Bussink
[email protected]
21
de consument Rupsvriendelijk hemd Goed nieuws. Niet alle zijde is problematisch. De draad van de cocon van de zijderups wordt normaal gesproken losgekookt, nog vóór de rups een vlinder kan worden en de draad verbreekt. Helemaal niet diervriendelijk, ondanks het feit dat dit natuurzijde heet. Maar de gekweekte moerbeirups, Bombyx Mori, is niet de enige zijdeproducent. Zo is er ook wilde zijde, ook wel tussahzijde genoemd. Sommigen zeggen dat álle zijde die niet van de Bombyx Mori afkomstig is, wilde zijde wordt genoemd. Anderen zeggen dat wilde zijde gemaakt wordt van handverzamelde poppen, waar de vlinder al uit is. Wat is waar? Goede Waar stelt in ieder geval het laatste: wilde zijde is diervriendelijk. Bovendien, stelt de
consumentenorganisatie, is de teelt van zijde milieuvriendelijk, zeker als er geen schadelijke veredelingstechnieken worden gebruikt. Tussah is minder glad dan ‘bio-industrie’-zijde door de kortere, onregelmatige draden, en knispert wat als men het kreukt. Op zoek naar tussahzijden kleding? Webwinkel schaapskleren verkoopt, naast wollen en (eco)katoenen kleding, ook tussahzijden hemden, lange onderbroeken en kinderkleding. Meestal niet of nauwelijks geverfd. Prijzen lopen uiteen van €11,- voor een kinderonderbroek, tot €36,- voor een volwassenenhemd met lange mouwen. Onder €50,- komt er €3,50 verzendkosten bij. Bestellen kan via www.schaapskleren.com.
Duurzame bouwmarkt Kubieke meters gezond verstand, daarmee verbouw je je huis enigszins milieubewust. Bouwmarkt Eco-logisch, met een winkel in Amsterdam en een webwinkel, maakt het mensen gemakkelijker. Allerlei bouwmarktproducten die het milieu ontzien bij elkaar: natuurverf, standbykillers, tuinverlichting op zonnecollectoren en wat al niet meer. Toch is ook hier gezond verstand nodig. De informatievoorziening in de webwinkel laat op sommige punten te wensen over. Zo is niet duidelijk waarom Pyromaster brandblusschuim milieuvriendelijk is, of waarom iets ‘uit de handel genomen’ is. Jammer, helemaal, dat in hun houtassortiment het FSC-keurmerk moeilijk te vinden is. Een minder betrouwbaar keurmerk als PEFC komt meer voor, en een aantal houtsoorten zijn lokaal, maar niet perse duurzamer. Een gemiste kans. Maar, de winkel bestaat pas sinds april dit jaar, en de initiatiefnemers tonen passie voor hun vak. Wie weet komt het goed met het houtassortiment. Deze ekobouwmarkt-met-webwinkel is een gedurfd initiatief. Eco Logisch: di.-vr.: 10-18u, za.: 10-17u. Info en advies: Van Slingelandtplein 9, Amsterdam Afhalen: Zeebergweg 10. Tel: 020-6823707 Webwinkel: www.eco-logisch.eu
Kaartje Wenskaarten zijn nooit weg. Friends of the Earth heeft twaalf verschillende, vrolijke dubbele wenskaarten. Vera Lobko maakte illustraties met de thema’s magie, lente en winter. Per thema vier kaarten, voorzien van koeien, eendjes, een treintje en meer. De kaarten zijn gedrukt op 100% kringlooppapier, met plantaardige inkt zonder gebruik van oplosmiddel of alcohol. Een goed recept voor enorm kleurige kaarten. Hoe meer u er wilt, hoe goedkoper: Eén kaart kost u €1,25. Als u er vier wilt, kosten ze €1,- per kaart, en vanaf tien €0,90 per kaart. Donateurs betalen minder. Exclusief verzendkosten. Te zien en bestellen via www.motherearth.org/webshop/shop.php#kaart of mail:
[email protected]
22
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Brieven De redactie houdt zich het recht voor ingekomen brieven te selecteren en in te korten
Radicale politiek is geen terrorisme
Wij zijn uiterst verbaasd over het opinieartikel van Koen Vink waarin hij van leer trekt tegen de vermeende ‘terreurnostalgie’ van de andersglobaliseringsbeweging (AGB). Met dit artikel heeft dit blad geen bijdrage gedaan aan een serieuze discussie, maar aan het cultiveren van moddergooien tegen de ‘Linkse Kerk’ zoals we die van Fortuynistische weblogs kennen. Vink maakt rare salto’s om de AGB met terrorisme in verband te brengen. Zo verwijst hij naar een link op de website van de organisatie van de G8protesten begin juni, die naar een andere website verwijst met een muziekstukje waarin een citaat van RAF-lid Meinhof voorkomt. Binnen de AGB woeden er zeker discussies over of en hoe de machtsstructuren van het systeem geconfronteerd moeten worden. Maar geweld en terrorisme horen niet tot de antwoorden. Ook tijdens protesten waar de politie provocerend aanwezig is, pleiten we voor vreedzaam verzet en een strategie van sociale verbreding. Vervolgens richt Vink zijn pijlen op de Internationale Socialisten als een van de zichtbaarste organisaties binnen de AGB en het Nederlands Sociaal Forum en beschuldigt ons van sympathie met ‘geweld’ en ‘terroristische organisaties als Hamas en Hezbollah’. Hij citeert IS-lid Miriyam Aouragh, die tijdens een protestactie tegen de buitenrechtelijke executie van Hamasleider Yassin (Vink spreekt van ‘herdenking’) ‘verzet legitiem’ noemde. Maar je hoeft
geen sympathisant te zijn van Yassin of Hamas om tegen de liquidatiepolitiek van Israël te protesteren. Ook betekent recht op verzet op geen enkele manier ‘het goedpraten’ van terrorisme. Geweld tegen burgers wijzen wij af. Wij vinden dat een bevolking zich tegen de bezettingstroepen mag verzetten, indien noodzakelijk ook gewapend. Dat wordt door de Verenigde Naties erkend en is verankerd in artikel 1(4) van het Protocol I van de Geneefse Conventie. Onze opvattingen passen daarmee, in tegenstelling tot wat Vink beweert, bínnen de AGB. Zie Noam Chomsky of de Verklaring van Sociale Bewegingen, aangenomen op diverse WSF’s. Voor Vink is zelfs het opkomen voor moslims die door Wilders gestigmatiseerd worden een reden om de IS aan te vallen. Zoals diverse onderzoeken aangeven, heeft de anti-moslimpolitiek van de afgelopen jaren geleid tot brandstichtingen van moskeeën en islamitische scholen, geweld en discriminatie op de arbeidsmarkt. Het zou een van de belangrijkste principes van progressieve mensen moeten zijn om zich in te zetten tegen racisme in al zijn vormen, zoals anti-semitisme en islamofobie. Progressieve ideeën winnen bovendien terrein op fundamentalisme, als seculier links erin slaagt juist met moslims een gemeenschappelijke grond te vinden in de strijd tegen oorlog en racisme. De aanvallen van Vink zijn niet alleen tegen de IS gericht maar ook tegen de gehele radicale stroming binnen de AGB die een fundamentele kritiek geeft op kapitalistische globalisering.
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Het is een teken van intellectuele armoede om in navolging van Bush en nieuwrechts radicale critici van ‘terroristische sympathieën’ te beschuldigen om ze in diskrediet te brengen. In een tijd waarin het neoliberalisme miljoenen mensen tot armoede veroordeelt en de kloof tussen rijk en arm vergroot, de ‘oorlog tegen terrorisme’ het Midden Oosten in vuur en vlam heeft gezet en klimaatverandering onze planeet bedreigt, hebben we serieuze uitdagingen en belangrijke debatten voor ons. Deze debatten worden in diverse bladen gevoerd en hebben gelukkig een hoger inhoudelijk niveau dan het blad van Milieudefensie zich met Vinks artikel aanmeet. Peyman Jafari, bestuurslid van IS. Een langere versie van dit artikel kan gelezen worden op www.internationalesocialisten. org
Geweld en AGB
Koen Vink ageert in een opinieartikel in het vorige magazine tegen geweld bij andersglobalistische demonstraties en roept organisaties op zich daar duidelijker van te distantiëren. Milieudefensie is een strikt geweldloze organisatie. Milieudefensie beschouwt zich als onderdeel van de andersglobalistische beweging en we betreuren dat er groepen zijn die soms geweld gebruiken bij demonstraties. Dat hierdoor terreur salonfähig zou worden, lijkt me zwaar overtrokken. Koen Vink bestrijdt een gevaar dat hij zelf eerst opblaast. Vink suggereert dat het NSF zich niet uitspreekt over geweld. Dat is echter niet het geval. De beginselverklaring van het NSF stelt: “Het NSF wordt georganiseerd door
middel van open bijeenkomsten. Elke organisatie die de basistekst van het Wereld Sociaal Forum (WSF) onderschrijft, kan mee organiseren.” In deze basistekst staat dat het WSF “geweldloos sociaal verzet” wil bevorderen. Vink’s aanbeveling om nog eens te kijken naar dit WSF-handvest is dus overbodig. Milieudefensie heeft de afgelopen drie jaar in het NSF samengewerkt met o.a. de Internationale Socialisten (IS). Binnen het NSF vond men unaniem dat activiteiten volstrekt geweldloos moesten verlopen. De demonstratie bij het Amerikaanse consulaat van 20 mei j.l. verliep zonder incidenten. De ordedienst van vrijwilligers (die niet in actie hoefde te komen), bestond gedeeltelijk uit mensen van de IS. Binnen het NSF werkt Milieudefensie samen met tweehonderdvijftig organisaties. Dat zijn niet allemaal organisaties waar we het helemaal mee eens zijn. De IS houdt er naar mijn mening een aantal curieuze ideeën op na en haar benadering van de situatie in het Midden-Oosten is erg eenzijdig. Maar hen neerzetten als terreuradvocaten gaat te ver en de bewijsvoering van Vink is niet overtuigend. Milieudefensie heeft de afgelopen jaren geprobeerd om andere organisaties meer te betrekken bij het NSF, voor breder draagvlak. Dat is onvoldoende gelukt. Milieudefensie beraadt zich nog op haar toekomstige rol in het NSF. Kees Kodde, adjunct-directeur campagnes Milieudefensie
23
Proefinstallatie van getijdecentrale Pelamis in Portugal
To e k o m s t : e n e r g i e
Zon, water, wind en eeuwigheid E
Al toen de mens slechts hout stookte, fantaseerde men over makkelijke, eindeloze energiebronnen. Nu is de ideale
energiebron ook duurzaam. Komen utopische denkbeelden
van voorheen binnenkort uit? Een reis langs energieprojecten op de rand van de toekomst. Wind, water en heel veel zon. R i j k e rt Knoppe r s
24
en enorm cirkelvormig glazen dak met een diameter van 7 kilometer, met in het middelpunt een schoorsteen van 1 kilometer hoog: zo eenvoudig lijkt het concept van de Zonnetoren van 200 megawatt, die in het Australische Mildura in aanbouw is. De zon verwarmt de lucht onder het dak, mede dankzij de onderdruk van de schoorsteen zal de warme lucht naar het midden stromen en verticaal omhoog ontsnappen. Daarmee drijft de lucht een aantal windmolens aan de onderkant van de schoorsteen aan. De ver-
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
wachting is dat bij de daar gebruikelijke jaarlijkse zoninstraling de opbrengst aan elektriciteit van deze toren tussen 700 en 800 gigawattuur per jaar komt te liggen, evenveel als het verbruik van ruim 200.000 Nederlandse huishoudens. Het concept heeft bovendien een groot voordeel. Dankzij de grote hoeveelheid warme lucht blijft de installatie ook ’s nachts doordraaien, ondanks het gebrek aan zonlicht. Overigens zal de bouw van de
Impressie van een zonnetoren zoals gebouwd zal worden in Mildura, Australië hoge schoorsteen nog wel de nodige inspanningen vereisen. Het hoogste gebouw ter wereld, nu in aanbouw, is de Burj Dubai (de toren van Dubai) van 800 meter. De schoorsteen van de installatie bij Mildura steekt daar flink bovenuit. Maar de manier van energiewinning is in elk geval bewezen. Een kleinere proefinstallatie met een vermogen van 50 kilowatt bij het Spaanse Manzanares, 150 km ten zuiden van Madrid, produceerde tussen 1982 en 1989 met succes elektriciteit.
PS10, trogspiegels en fresnellenzen
Veel innovatieve energieprojecten maken gebruik van de hitte van de zon, in plaats van de straling. Gebieden als Zuid-Australië of Spanje zijn daarbij geliefd, want over het algemeen is daar geen gebrek aan zonneschijn. Afgelopen maart vond in ZuidSpanje, vlakbij Sevilla, de oplevering van de PS10 plaats, een zonthermische krachtcentrale met een vermogen van 11 megawatt. Spiegels concentreren het zonlicht op één punt, om zo stoom van hoge temperatuur te produceren en daarmee elektrimilieudefensie magazine 7/8 – 2007
citeit op te wekken. Geen nieuwe techniek. De eerste experimenten vonden al plaats rond 1860 in Frankrijk, en in de Verenigde Staten draaien sinds 1981 negen commerciële Solar Electric Generating Systems (SEGS)-centrales. Er zijn verschillende varianten mogelijk. De genoemde PS10 bij Sevilla bestaat uit een toren met bovenin een stoomgenerator. Rond de toren is een gigantisch veld nodig met platte spiegels die met de zon meedraaien, wel 600 van elk 120 vierkante meter. De SEGS-centrales maken gebruik van langwerpige parabolische trogspiegels: rijen gootvormige spiegels die met de zon mee kantelen en een lange buis met vloeistof verhitten, die naar een warmtewisselaar loopt. Maar de technische ontwikkeling heeft in het verleden veel tegenslagen gekend: gebroken spiegels, branden en lekkages. Nadat de afgelopen 16 jaar geen grote zonthermische krachtcentrales zijn bijgebouwd, lijkt de ontwikkeling nu weer in een stroomversnelling te zijn beland. Behalve de PS10 in Spanje, is in de Verenigde Staten onlangs een 64 megawatt trogspiegelinstallatie in gebruik genomen. Eveneens in Spanje gaan dit jaar trogspiegelcentrales Andasol 1 en 2, elk 50 megawatt stroom leveren. In Marokko en in Algerije komen hybride zon/gasinstallaties, en dan zijn er nog landen als China en Zuid Afrika, waar dit soort zonthermische krachtcentrales ook in ontwikkeling zijn. Tot slot de nieuwste variant van de zonthermische installatie. Het Belgische Solarmundo gebruikt geen trogspiegels, maar beweegbare fresnellenzen. Een horizontaal vlak met deze driehoekige lenzen, vroeger toegepast in autolampen en vuurtorens, weerspiegelt het zonlicht op zogenaamde absorberbuizen, op enkele meters hoogte. Bij Luik staat al een proefinstallatie van 2.500 vierkante meter. De Solarmundo Fresnel Collector is beloftevol. Het systeem kent veel voordelen, vergeleken met trogspiegelinstallaties: de spiegels zijn goedkoop, het zonvolgsysteem is eenvoudiger, en door de horizontale constructie nauwelijks gevoelig voor wind. Verder is er geen warmtewisselaar nodig. Het genereren van stoom gebeurt direct in de absorberbuis. Ook vereist de installatie minder land omdat de spiegels vlak naast elkaar kunnen staan. Een nadeel is dat de opbrengst ongeveer 70 procent is van wat een parabolische trogspiegel levert. Maar dankzij de lagere investerings-, operationele en onderhoudskosten zou de fresnelinstallatie toch
zo’n tien procent goedkopere elektriciteit kunnen produceren dan een trogcentrale. Of deze belofte haalbaar is, zal blijken als de eerste grootschalige fresnelinstallatie van 36 megawatt op het terrein van de Liddell kolencentrale in New South Wales in Australië gereed komt.
Ruimtestroom
Een idee dat nog wat verder van de realisatie staat, maar dat nog steeds tot de verbeelding blijft spreken, is het plan van ruimtestroom. Zonnesatellieten vangen in het heelal zonlicht op en genereren met zonnepanelen elektriciteit. Die moet dan nog wel naar aarde. De Amerikaanse Peter Glaser stelde rond 1968 voor om voor het verzenden van de elektriciteit naar de aarde microgolven of laserstralen te gebruiken. Hoewel er op praktisch gebied in de tussentijd nog maar weinig bereikt is, doen vandaag de dag nog steeds wetenschappers onderzoek naar deze utopische wijze van energieconversie. Een van de serieuze onderzoekers is dr. Mario Rabinowitz uit het Amerikaanse Redwood, die de relatief zware zonnepanelen wil vervangen door lichtgewicht spiegels. Deze microspiegels
De PS10 bij Sevilla, gigantische spiegels concentreren zonlicht op de toren zijn ondergebracht in roterende cilinders van hooguit 1 millimeter doorsnee, waarvan de bovenste helft transparant is. Rabinowitz wijst er op dat het niet alleen mogelijk is om met rond de aarde cirkelende satellieten elektriciteit op te wekken, maar dat een elektriciteitscentrale op de maan ook tot de mogelijkheden zou kunnen behoren. Die optie had Glaser ook al overwogen, maar hij ging er nog 25
vanuit dat hij daarvoor zware zonnepanelen naar de maan moest transporteren. Met de goedkope lichtgewicht spiegeltjes van Rabinowitz is de benodigde constructie eenvoudiger te bouwen en komt het benutten van zonne-energie uit de ruimte wellicht een stap dichterbij.
Vliegeren
Iets dichter bij de aarde, en misschien ook wat dichter bij een mogelijke toepassing, vinden we de Laddermolen van voormalig astronaut Wubbo Ockels. Aan een tien kilometer lange lusvormige kabel zijn een groot aantal vliegers bevestigd. Aan de loefzijde van de lus krijgen de vliegers een opwaartse kracht, aan de lijzijde valt de windkracht weg zodat de kabel gaat draaien en een generator kan aandrijven. Doordat het bovenste gedeelte van de Laddermolen zich op grote hoogte bevindt, profiteert deze van de veel krachtiger wind
De beroemde laddermolen van Wubbo Ockels in de hogere luchtlagen, die daar wel twintig keer zoveel energie kan leveren als bij de aarde. Ockels heeft voor zijn vinding patent aangevraagd. Aan de TU Delft, waaraan hij als hoogleraar is verbonden, vindt verder onderzoek naar deze vorm van windenergie plaats.
Golf- en getijdenenergie
Veel minder zichtbaar voor het oog zijn de golfslag- en getijdecentrales waarvan er al geruime tijd verschillende modellen in ontwikkeling zijn. Er lijkt een doorbraak te ontstaan nu het Engelse bedrijf Ocean Power Delivery bij het European Marine Energy Centre (EMEC) in Orkney, de noordelijkste eilandengroep van Schot26
land, een golfcentrale van totaal 3 megawatt gaat ontwikkelen. De Pelamis, letterlijk zeeslang, bestaat uit vier langwerpige buizen van 3,5 meter doorsnee, die door de golfslag onderling bewegen en zo elektriciteit genereren. Een dergelijke installatie heeft een vermogen van 750 kilowatt, evenveel als een gemiddelde windmolen, de toekomstige golfcentrale zal uit vier van deze zeeslangen bestaan. Begin dit jaar heeft de Engelse overheid 19 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van negen verschillende golf- en getijde-energieprojecten. Over de Pelamis, die 6 miljoen euro subsidie krijgt, zei Nicol Stephen, plaatsvervangend eerste minister, bij die gelegenheid: “Dit zal de grootste commerciële golfslagcentrale van de wereld zijn, aanzienlijk groter dan de belangrijke installatie in Portugal.” Hier refereerde Stephen aan de proefinstallatie van Pelamis, een jaar geleden gestart voor de noordkust van Portugal. Volgens Duncan McLaren, voorzitter van Friends of the Earth Schotland, is het perspectief van dit soort centrales groot: “Golfslag- en getijdecentrales kunnen in eenvijfde van de behoefte aan elektriciteit van Engeland voorzien, en Schotland is een ideale plek.” Ook de Nederlandse Archimedes Wave Swing van Teamwork Technologie uit Zijdewind viel bij de Engelse overheid in de prijzen. Het bedrijf kan de verkregen subsidie van 3 miljoen euro goed gebruiken om haar ‘waterschommel’ te laten testen bij het EMEC. De Archimes Wave Swing bestaat uit een grote met lucht gevulde cilinder die onder water aan de zeebodem is bevestigd. Bij een voorbij stromende golf neemt de druk van het water aan de bovenkant van de cilinder toe, de cilinder beweegt naar beneden en perst er de lucht in samen. De bewegende cilinder drijft tevens een generator aan. Het demonstratiemodel heeft een vermogen van 500 kilowatt.
Blue energy en osmotische druk
Een totaal nieuwe vorm van duurzame energie is het Blue Energy project, waar zowel het in Leeuwarden gevestigde Wetsus als Kema in Arnhem zich mee bezighouden. Deze energie uit de menging van zoet en zout water is op te vangen door, bijvoorbeeld, bij de monding van een rivier halfdoorlaatbare membranen te plaatsen. Er zijn twee typen membranen nodig: een die de positief geladen natrium-ionen doorlaat en een die alleen negatieve chloride-ionen laat passeren.
Zowel Kema als Wetsus doen momenteel onderzoek naar deze omgekeerde elektrodialyse methode. Een andere techniek, gebaseerd op het verschil tussen zout en zoet water, maakt eveneens gebruik van membranen, maar dan door de osmotische druk te benutten. Dit is druk, die ontstaat tussen twee oplossingen van verschillende concentraties, bij-
Zonnecollector met fresnellenzen, een beloftevol systeem voorbeeld zout in water, als die gescheiden zijn door een halfdoorlatend membraan. Met een waterdoorlatend membraan dat de zoutionen tegenhoudt, ontstaat druk, die te gebruiken is voor de productie van elektriciteit. Als zeewater door menging met zoet water een lager zoutgehalte krijgt, komt er dus een grote hoeveelheid energie vrij. Elke kubieke meter zoet rivierwater die in zee verdwijnt kan wel 2 megawatt aan energie opleveren. Inmiddels heeft adviesbureau Ecofys op verzoek van het tijdschrift De Ingenieur berekend dat een zoutwaterkrachtcentrale met een vermogen van 80 megawatt voor 170.000 huishoudens elektriciteit zou kunnen opwekken. Dit zogeheten Osmaal zou bij IJmuiden komen te staan, waar nu het grootste gemaal van Nederland staat. In Noorwegen is het energiebedrijf Statkraft al bezig met de ontwikkeling van een eerste osmosecentrale. Sinds 1996 is het bedrijf erin geslaagd de opbrengst van de membranen met een factor twintig te verbeteren. Statkraft stelt hierbij dat de centrale dan stroom kan opwekken tegen 5 eurocent per kilowattuur. Dat is al een marktconforme prijs voor de hedendaagse consument, waardoor de toekomst een stap dichterbij komt. n milieudefensie magazine 7/8 – 2007
oproepen & agenda Tentoonstelling Water als uitdaging
23 juni – 23 september De rol van water bij de ruimtelijke ordening en veiligheid van ons land. Vijf actuele thema’s worden uitgelicht. Met rondleidingen, waterproefjes voor kinderen, lezingen en films. Mobilion, Groenewoudsedijk 2a, Utrecht, www.rijkswaterstaat.nl/mobilion
Zomeractiviteiten bij het Milieu Educatie Centrum
Van 2 juli - 10 augustus Op speelse, spannende en educatieve wijze kennis maken met flora en fauna in het Heempark Frater Simon Deltour en het Genneper Park. Info MEC Nicoline van der Horst, telefoon 040 – 2594 706, e-mail n.vanderhorst@ milieudienst.sre.nl
Festival Landjuweel
donderdag 26 juli - 29 juli Thema: Fair Energy. Informeel doe-het-zelf festival voor vrije geesten, zonder commercieel oogmerk. Op de vlakte rond Ruigoord, Amsterdam. Info: 0204975702, www.landjuweelfestival. nl
Duurzame Dinsdag
dinsdag 4 september Thema: duurzaam consumeren. Aanbieden van een koffertje met duurzame ideeën aan de minister-president. Indienen kan tot 1 juli. Binnenhof, Den Haag. www. duurzamedinsdag.nl
Open Huis bij Omslag
zondag 9 september 12:00-17:00 Met rondleidingen, terras in de tuin en korte presentaties
van projecten. Omslag, Hoogstraat 301a, Eindhoven. Gratis. Org: Omslag, Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling. Info: 040-2910295, www.omslag. nl/openhuis.html
Cursus ‘Inleiding Solidaire Economie’ woensdag 12 sep 19:30-22:00 Op acht achtereenvolgende woensdagavonden, open voor iedereen die kritisch is ten aanzien van de neoliberale economie en wil weten hoe het anders zou kunnen. Mondiaal Centrum, Lange Herenvest 122, Haarlem. Info. www.globalternatives. nl/curs-solecon-inl-haarlem
Doe mee met de EKO-tellingen!
Milieudefensie organiseert voor de tiende keer de EKO-tellingen. Vrijwilligers over het hele land tellen de biologische en Fair Trade producten in hun supermarkt. Doe ook mee! Kijk op www.milieudefensie.nl/ekotellingen en geef je op bij: team.
[email protected] of 020-6262620
Wordt EU pesticide watcher!
De komende maanden neemt het Europees Parlement belangrijke beslissingen over het terugdringen van landbouwgif. Jij kunt hier invloed op uitoefenen. Laat Nederlandse Europarlementariërs weten wat je vindt van hun stemgedrag. Meer informatie op www.weetwatjeeet.nl Zelf actief worden? Kijk op www. milieudefensie.nl/doemee/vrijwilligerswerk
Verslag actie-ALV
Op zaterdagochtend 2 juni vertrokken zo’n 80 mensen uit Zevenaar op versierde fietsen in optocht naar het natuurgebied de Liemers te fietsen. Ze deden dit niet alleen om van de schitterende omgeving te genieten, maar vooral ook om hun bezorgdheid te uiten over de plannen om de drukke snelweg A15 door het gebied door te trekken. Na deze demonstratieve fietstocht was er een korte manifestatie met debat en werden boodschappen voor de toekomst in een tijdscapsule begraven. Hopelijk blijft deze begraven omdat de verlenging van de A15 niet doorgaat. In de middag vond de Algemene Ledenvergadering plaats in Zevenaar. Er werd afscheid genomen van enkele bestuursleden, waaronder voorzitter Nel van Dijk, die vijf jaar de vereniging bestuurde. Annemarie Goedmakers werd als voorzitter van het bestuur gekozen, daarnaast vonden verkiezingen plaats voor de redactie van het ledenbulletin en presidium. Naast het Jaarverslag en de Jaarrekening 2006, waarmee het bestuur décharge werd verleend, werd een visiestuk Biomassa vastgesteld. Kijk voor meer op de website (www.milieudefensie.nl/organisatie/bestuur) milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Regeladvertenties Ook een regeladvertentie plaatsen? € 5,50 per regel. Uitsluitend aanleveren via de website van Milieudefensie: www.milieudefensie.nl/publicaties/magazine/regeladvertenties OP ZOEK NAAR DUURZAAM WERK? Werken bij een goed doel? www.deduurzamevacaturebank.nl SALVIA NATUURVOEDING Voor uw biologische boodschappen Hooghstraat 47, Vlaardingen 010-4344403 KLEDING, STOFFEN, ACCESSOIRES van biologische hennep, katoen en linnen, demeterwol en washi, telefoon 0475-334073, mobiel 0623-927679 HOUD DE STRATEN KAUWGOMVRIJ met de gummm\’ wrapper. Inclusief eigen bedrukking. Info: 0186-630799 of
[email protected]
Vacature Bestuur Het bestuur leidt de vereniging en ziet via de directie toe op de werkzaamheden van het bureau (de werkorganisatie). Het bestuurt op hoofdlijnen en legt beleidsplannen en verantwoordingen voor aan de Algemene Ledenvergadering. In het bestuur komen twee plaatsen vrij, bestuursleden Patrick Hoetink en Willemien Troelstra (bestuurslid uit de lokale afdelingen) zijn aftredend tijdens de ALV van 17 november 2007. Voor de vacature van algemeen bestuurslid kan ieder lid zich kandidaat stellen. Voor een nieuw bestuurslid uit de lokale afdelingen worden de lokale afdelingen gevraagd een of meer kandidaten te leveren. Verkiezing gebeurt volgens de regels van het groepenreglement. Geïnteresseerden kunnen op de website meer informatie vinden over de functies en de reactietermijn (www.milieudefensie.nl/organisatie/bestuur, ook onder “vacatures”).
Vacature Geschillencommissie De Geschillencommissie bemiddelt en geeft advies in geval van een geschil tussen leden en een orgaan van de vereniging, of bij een geschil tussen verenigingsorganen onderling. In de Geschillencommissie is een vacature. Geïnteresseerden kunnen op de website meer informatie vinden over de functieinhoud en de reactietermijn. (www.milieudefensie.nl/organisatie/bestuur, ook onder “vacatures”).
27
opinie
Ecologische verbeelding De utopie, gevaarlijk of noodzakelijk? Overheid en milieubeweging kunnen niet zonder zo’n geïntegreerde toekomstvisie, vindt Marius de Geus
I
n de laatste decennia is het utopische denken in toenemende mate in diskrediet geraakt. De utopie, in de vorm van een schets van een ideale, harmonische samenleving zonder sociale en ecologische misstanden, ontvangt in de politiek nauwelijks meer waardering. Ze wordt afgedaan als een dagdroom, een gevaarlijke en onbereikbare fantasie en lijkt niet te passen in een tijdperk dat wordt gekenmerkt door no-nonsense, pragmatisch zoeken naar oplossingen en een wantrouwen in omvattende ideologieën en ideaalbeelden. De argumentatie om zich af te keren van de utopie is onder meer verwoord door Hans Achterhuis in De Erfenis van de utopie (1998) Volgens hem worden utopieën gekenmerkt door de onderwerping van het individu, leiden ze tot geweld en onderdrukking, en schuilt er een hang naar macht achter. Deze scherpe kritiek leidt voor de milieubeweging tot de vraag of er nog wel plaats is voor utopische idealen. In hoeverre kunnen wij het in de 21e eeuw stellen zonder deze verbeeldingskracht?
Beleid zonder verbeelding
Wanneer we kijken naar het nieuwe kabinet Balkenende, wordt duidelijk dat juist een gebrek aan utopische visie en verbeeldingskracht de besluitvormers parten speelt. De nieuwe regering streeft naar een energiebesparing van twee procent per jaar, een verhoging van het aandeel duurzame energie tot twintig procent in 2020, en een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van dertig procent in 2020 ten opzichte van 1990. Dit lijken 28
ambitieuze doelstellingen, maar de vraag is of zij in de praktijk gerealiseerd zullen worden. Opvallend is dat het kabinet de kernvraag van het debat over duurzaamheid consequent uit de weg gaat: de vraag naar welke maatschappij wij in de toekomst wensen te streven. De vooronderstelling van het kabinet is dat milieuproblemen primair een ‘beleidsprobleem’ en een ‘financieel probleem’ vormen. Gedacht wordt dat met een juiste combinatie van beleidsinstrumenten en voldoende financiële middelen de milieuvraagstukken opgelost kunnen worden. De meeste aandacht gaat uit naar concrete beleidsplannen, zonder dat diepgaand is nagedacht over een coherente visie op een toekomstige samenleving in evenwicht met de natuur. In de beleidsvorming wordt nauwelijks plaats ingeruimd voor de ontwikkeling van dit soort brede, geïntegreerde toekomstvisies. Welke ideeën bestaan er over een ecologisch verantwoorde maatschappij? Welke utopische denkbeelden over een ‘groene’ samenleving worden door de verantwoordelijke politici en natuur- en milieuorganisaties wenselijk geacht? Welke algemene richtingen zijn voor de Nederlandse samenleving denkbaar en welke specifieke koers heeft het nieuwe kabinet zelf in gedachten?
Normen en waarden
De ministers stellen geen behoefte te hebben aan een blauwdruk van de na te streven maatschappelijke en economische structuren. Door deze houding zien zij echter over het hoofd dat wie hele-
maal niet nadenkt over de wenselijke sociale en economische ontwikkelingen en ‘utopische’ streefbeelden van een toekomstige maatschappij, geen adequaat instrument ter beschikking heeft om de meer globale koers uit te zetten. De algemene lijn van denken in Den Haag is dat op pragmatische wijze naar milieuoplossingen gezocht moet worden binnen de huidige institutionele kaders, zonder diepgaande waardeveranderingen of een radicale wijziging van levenswijzen. Er is gekozen voor een ‘milieubestuurlijke’ aanpak. Dit is een visie die de bestaande maatschappelijke ordening als gegeven beschouwt en waarin wordt geprobeerd om met de hulp van technologische middelen en een stapsgewijs milieubeleid de ernstigste vormen van vervuiling tegen te gaan. Van dit pragmatische milieubeleid kan echter weinig worden verwacht, omdat de werkelijke oorzaken van het milieubederf (de groei-economie, het winststreven, het heersen van de mens over de natuur en de op consumptie gerichte levensstijl) niet worden weggenomen. Wat ontbreekt is een veranderingsgezinde ‘utopische’ benadering. Dat wil zeggen: een omvattende ideologische visie op de milieuproblematiek, die uitgaat van een fundamentele verandering van waarden en normen. Dit betekent kiezen voor een andere levenswijze: eenvoudiger, dichter bij de natuur, met ecologisch verantwoorde productie en consumptie, met respect voor ‘grenzen aan de groei’.
Kompas
Ik zou willen pleiten voor een herwaardering van het utopische denken binnen de overheid, politieke partijen en de natuur- en milieubeweging. De meeste critici verbinden dit direct met de realiseerbaarheid in de maatschappelijke en politieke praktijk. Er is echter ook een andere, meer afstandelijke en literaire lezing van de utopiegeschiedenis mogelijk. In deze visie wordt de creatieve vermilieudefensie magazine 7/8 – 2007
s y lv i a w e v e
beelding van een betere wereld als de voornaamste bijdrage gezien. De utopie dient in dit licht bestudeerd te worden als uiting van verbeeldingskracht, als artistieke en creatieve visies. Wie de achtergronden van de utopie bestudeert, zal merken dat deze van oudsher de functie heeft om vanuit een vernieuwend perspectief kritiek te leveren op het bestaande maatschappelijke stelsel. Een centrale functie van utopieën – van Thomas More, William Morris, tot aan Ernest Callenbach, Murray Bookchin en Ursula K. Leguin, is om de maatschappij een kritische spiegel voor te houden. Daarnaast heeft het bedenken van dit soort brede toekomstoriëntaties zin om te kunnen komen tot gedachteexperimenten. Op deze wijze kunnen vastgeroeste denkkaders worden losgewrikt en nieuwe combinaties van denkbeelden worden uitgeprobeerd. De utopie is ook waardevol omdat ze een instrument is om de algemene koers van de samenleving te bepalen. Ze wordt dan niet beschouwd als een statisch eindstamilieudefensie magazine 7/8 – 2007
dium, maar als een algemeen oriëntatiepunt, een ster aan de hemel, een globaal werkend kompas. Op deze manier kunnen utopieën, scenario’s en andere toekomstoriëntaties de algemene richting van de maatschappij bij het nemen van lange termijnbeslissingen beïnvloeden, zoals bij de toekomstige infrastructuur en het denken over een innovatieve waterstofeconomie.
Kunstzinnige inbreng
Een laatste reden dat utopieën zin hebben, heeft te maken met hun verhalende karakter. Ze zijn veelal gegoten in romanvorm. Hierdoor betrekken zij de lezer heel direct bij het verhaal en geven ruimte voor reflectie. Zij appelleren aan ons inlevingsvermogen en kunnen leiden tot een confrontatie met onze eigen idealen, denkbeelden en doelstellingen. De utopie doet dit op een veel intensievere wijze dan beleidsnota’s, wetenschappelijke verhandelingen of politieke programma’s. Tot slot is de kracht terug te voeren op
het ‘picturale’ karakter van de toekomstvisioenen: ze doen niet alleen een beroep op het koele redeneervermogen van mensen, maar spreken ook het voorstellingsvermogen aan. Met woorden worden vaak fantastische en schilderachtige beelden voorgetoverd. Dat is precies wat onze door pragmatisme en het ontbreken van idealen gekenmerkte samenleving nodig heeft. Juist in een tijd waarin het economische groei-denken overheersend is, bestaat een noodzaak voor het bedenken van aansprekende ‘groene’ beelden, van inspirerende toekomstoriëntaties op een schone, rechtvaardige en duurzame wereld. Mijn conclusie is dan ook dat de beleidsmakers in Den Haag en de natuuren milieubeweging het niet kunnen stellen zonder de literaire en kunstzinnige inbreng van de utopisch-ecologische verbeelding. n Marius de Geus is docent politieke- en milieufilosofie in Leiden en schreef o.a. Ecologische Utopieën, en The end of Over-consumption 29
film Water en zand
Te l e v i s i e
Klimaatactie MTV Kleine veranderingen in het consumptiegedrag van jongeren, dat beoogt MTV met Switch, een serie clips gemaakt door verschillende internationale reclamebureau’s. Dat levert flauwe filmpjes op over een puber die alles doet wat slecht is voor de letterlijk aanwezige aarde, maar ook geanimeerde verhaaltjes die het gedrag van een mens koppelen aan de ellende van een dier. Alle filmpjes zijn te vinden op www.mtvswitch.org
Gewonnen! De volgende mensen krijgen de DVD 4 Elements van Jiska Rickels thuisgestuurd: Mirena Wengelaar, A.Aafjes, Pieter Hogenbrink, Frits Brun, Paul van Zeldert
Een droge waterput dwingt de bewoners van een onbestemd Afrikaans dorp hun heil elders te zoeken. In de film Sounds of Sand trekken de geletterde Rahne, zijn gezin en hun beesten als enigen in de richting van de oorlog. Het watergebrek en andere gevaren eisen hun tol: niet iedereen overleeft het. Regisseur Marion Hänsel verkoos een agressieve, droge mineraalwoestijn boven een oogstrelend zandduinlandschap. Deze verfilming van Marc Durin-Valois’ boek Chamelle waarschuwt impliciet
Film
30
Sounds of Sand draait vanaf 12 juli in de bioscopen.euro.
Te l e v i s i e
The Yes Men
Per jaar sterven 150.000 mensen aan de gevolgen van klimaatveranderingen en in dat aantal zal alleen maar toenemen. “Mooi,” verklaarde een (nep)vertegenwoordiger van ExxonMobil onlangs op Canada’s grootste olieconferentie. De lichamen zijn immers een perfecte brandstofbron! Door de winmethoden van zijn eigen bedrijf - de risicovolle exploitatie van Canadese teerzanden - groeit de kans op milieurampen. Ook mooi, meer doden betekent meer energie. De conferentiegangers
voor een toekomst waarin toegang tot water tot grote territoriale conflicten kan leiden. Durin-Valois: “Twee miljard mensen op aarde hebben nu al een tekort aan water.” Hij roept met dit universele verhaal op tot mondiaal waterbeheer en ‘microlokale’ administratie. “Als we morgen een tekort hebben aan water, zullen wij dezelfde dezelfde reflexen vertonen.”
Zwart goud staken doodleuk kaarsjes op, zogenaamd gewonnen uit een slachtoffer van giftig afval, en snapte pas dat ze gefopt werden toen het ‘slachtoffer’ op video zijn laatste wens bevestigde. De documentaire The Yes Men, uit 2003 laat meer geslaagde acties zien van The Yes Men, een stel bloedfanatieke antiglobalisten, dat bedrijven en organisaties ontmaskert door zich voor te doen als vertegenwoordigers. Ook het inmiddels genoegzaam bekende Darwin’s Nightmare, over de problematische visserij op victoriabaars, wordt deze zomer nogmaals vertoond.
Onder het onaangetaste, sprookjesachtige Noteckawoud werd enkele jaren geleden het grootste olieveld van Polen ontdekt. Regisseur Ineke Smits filmt het dichtbeboste landschap, vol zeldzame vogels, planten en paddestoelen, en tientallen meren vol vis. Daarnaast volgt ze de grotendeels werkloze bevolking, die zich in leven houdt met illegale handel in vis, sigaretten en auto’s (de afdankertjes uit Noord-WestEuropa). Aan het zwarte goud verdienen zij geen cent, want zoals vaak wordt de lokale bevolking niet ingezet voor de oliewinning. Slechts weinigen van hen beseffen wat de aantasting van het woud voor hen persoonlijk zal betekenen. De kijker weet wel beter. Zwart Goud onder het Notecka Woud, donderdag 2 augustus om 22.50 uur bij de NPS op Nederland 2. Meer info: www.hollanddoc.nl uur op Nederland 2 bij de RVU. 14 juni geen uitzending.
The Yes Men (onder voorbehoud), donderdag 9 augustus om 22.50 uur bij de VPRO op Nederland 2. Darwin’s Nightmare (onder voorbehoud), donderdag 6 september om 22.50 uur bij de VPRO op Nederland 2. Eventuele wijzigingen op www.hollanddoc.nl
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
recensie
Richtingloze toekomst
Kinderen en koeien Koeienmelk is éigenlijk bedoeld voor het kalfje en niet voor mensen. Breng dat maar zonder belerend te worden. Rymke Wiersma lukte het. En de koe zei boe, is een boekje voor peuters over veganisme. Of eigenlijk over een koe met volle uiers op zoek naar iemand die melk komt drinken. Het kleine, vierkante boekje is luxer dan we van uitgeverij Atalanta gewend zijn: met een harde kaft, en kleurendruk voor prachtige illustraties. En de koe zei boe. Rymke Wiersma, ill. Peter Fransen. 43 pag.
Je hebt een generatie die het rapport van de Club van Rome had. Juist op het moment dat die de wereld in begon te kijken, verscheen dat rapport en vervolgens droegen de ontvankelijken het levenslang met zich mee. Misschien dat er op dit moment ontwakende jongelingen zijn die Al Gore met zich mee gaan dragen. Zo was er eind jaren tachtig ook een generatie wier ogen werden geopend door Our Common Future oftewel het Brundtlandrapport, uit ’87, opmaat voor de UNCED-conferentie in Rio in 1992. Was het niet door het rapport zelf, dan wel door de vele maatschappelijke clubjes, debatten, (anti-)conferenties, feesten en braderieën die met de door het rapport gelanceerde term ‘duurzame ontwikkeling’ aan de gang gingen. Dat alleen al is voldoende aanleiding voor een boekje met als openingsvraag: hoe is het twintig jaar na dato met ‘duurzame ontwikkeling’? “Ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder het vermogen aan te tasten om te voorzien in de behoeften van toekomstige generaties”? Herman Verhagen van het bureau Ideals at Work (en ook oudMilieudefensie-medewerker), schreef het boekje Onze gezamenlijke toekomst – een tussenbalans van duurzame ontwikkeling, in opdracht van overheidsprogramma SenterNovem. Verhagen interviewde elf mensen die iets met het onderwerp hebben, van Bram van Klundert (secretaris van de VROM-raad) en Jaap Spreeuwenberg (werkzaam bij Coolpolitics) tot milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Bob Crébas (oprichter Marktplaats. nl en Brennels). Hier openbaart zich meteen het eerste probleem met het boekje: waarom deze elf mensen? Geen verantwoording daarover. De geïnterviewden zeggen vervolgens leuke of interessante dingen. Crébas: “Al Gore opent vandaag de ogen, die morgen weer dicht gaan”. Of Van Klundert “Ik denk wel dat het tijd is om afscheid te nemen van de term duurzame ontwikkeling”. Omdat het een containerbegrip is geworden, waar je alle kanten mee op kunt, zegt Verhagen zelf. Maar als je er dan toch een boekje over schrijft, is het gevaar dat dat vervolgens óók alle kanten opgaat, wat inderdaad het geval is. Er zit geen opbouw in (geïllustreerd door het ontbreken van een inhoudsopgave) en bestaat vooral uit een aaneenschakeling van zinnen die intelligent willen zijn en vervolgens verdrinken in richtingloosheid, zoals: “Je kunt nu eenmaal niet achteruit de toekomst binnenstruikelen” of: “Een slimme organisatie katapulteert zichzelf daarom voortdurend in de toekomst en luistert naar wat er wil veranderen in de wereld.” “Waar is het duurzaamheidsvirus?” Vraagt Verhagen zich aan het eind van zijn publicatie af. “Het simpele antwoord luidt: overal.” En dus nergens. Michiel Bussink
ISBN 978-90-73034-38-9. €7,50
publicaties Terug naar de natuur Kamperen: dé oplossing voor de ontwrichtende werking van het moderne leven, volgens het Handboek Kamperen. Dit boek, in plastic omslag met rits, leert jongeren kamperen: vuur maken, het weer voorspellen, EHBO. In je eentje is het echter, volgens het boek, nauwelijks gevaarlijk en ook wildvissen schijnt zonder voorbehoud te kunnen. Een wat Amerikaanse uitgave - spoorzoeken naar elanden en opossums, waarschuwingen voor beren en poison ivy. Met functionele, sobere illustraties. Handboek kamperen. R. Beatty/S. Hoogenboom. Tirion, Baarn 2007. 144 pag. ISBN 978-90-4390-976-1 Prijs: €17,95
Zout, aardwarmte en voedsel voor iedereen Ars Scribendi brengt geregeld nieuwe delen uit in hun jeugdboekenseries over onze aarde. In de serie Aarde en Milieu verschenen de delen Duurzaam wonen, en Voedsel voor iedereen. In de serie Aardschatten delen over Zout en Steenkool. Energiebronnen, een serie door Neil Morris, groeit hard: Fossiele brandstoffen, Waterkracht, Aardwarmte, Zonne-, Wind-, Bio- en Kernenergie. Elk boek heeft heldere teksten en kleurenfoto’s, telt 32 pagina’s en kost €12,-.
Paardebloemen Wat doet de paardenbloem in het logo van de franse uitgeverij Larousse? Dat en meer verhalen en gedichten bevat het kinderboekje Paardebloem, expres zonder ‘n’. Mooie foto’s, illustraties op vloeipapier, ook een enkele knullige potloodtekening, in ringbandje. Het niveau loopt uiteen van kindertaal tot woorden als chromosomen, die eigenlijk te moeilijk zijn. Maar respect krijgt de bloem zeker.
Onze gezamenlijke toekomst – een tussenbalans
Paardebloem. A. en M. van Meeuwen. WeerBeer 2007. ISBN
van duurzame ontwikkeling, Herman Verhagen,
978-90-78270-02-7 Maak €12,50 + €2,50 verzendkosten over
ISBN 9789088320057, SenterNovem, ivdo@
op 4819247, t.n.v. WeerBeer, Koudekerke. Vermeld uw adres!
senternovem.nl 31
To e k o m s t : t r a n s p o r t
Fietstopia Het Amsterdamse anti-kapitalistische witte fietsenplan mislukte driemaal. Toch wagen steden als Berlijn en Lyon zich opnieuw aan het concept. Maar gratis? Annemarie Opmeer
“A
msterdammers, de asfaltterreur van de gemotoriseerde bourgeoisie heeft lang genoeg geduurd.” Zo begon de tekst op ‘provokatie nr. 5’, een van de beroemdste pamfletten van de Amsterdamse Provo’s. Dit pamflet was de aanzet tot het witte fietsenplan. De Provo’s, opgericht in 1965, vormden een anarchistische, provocatieve en ludieke beweging. Een aantal van hun ideeën, zoals het opblazen van het gemeenteregister, waren vooral als provocatie bedoeld, maar vanaf het begin waren er ook verrassend praktische plannen. Zoals gratis openbaar vervoer, in de vorm van onbeheerde fietsen. De eerste fiets verfden zij tijdens een drukbezochte presentatie wit en lieten hem achter voor gebruik. Onder gejoel werd de fiets direct in beslag genomen door de politie, omdat deze niet van het toen vereiste fietsslot was voorzien. Toen Luuk Schimmelpenninck, de uitvinder onder de Provo’s, in ’67 in de Amsterdamse gemeenteraad gekozen werd, stelde hij een gemeentelijk gedragen witte fietsenplan voor, met zo’n tweeduizend gratis fietsen. Het plan werd afgewezen, de al circulerende witte fietsen werden telkens in beslag genomen en het concept bloedde dood. Maar opmerkelijk genoeg slechts voor even. Want het droombeeld van een stad met een overdaad aan gratis fietsen 32
heeft mensen blijkbaar niet meer losgelaten.
Supermarktwagentjes
Gratis fietsen, die iedereen kan pakken en die je overal kunt neerzetten. Fietsen die niet op slot hóeven. Zoveel, dat niemand nog de auto hoeft te pakken, niemand nog een fiets hoeft te kopen en fietsen stelen ook niet meer loont. Het lijkt een erg Nederlands ideaalbeeld. Toch is dat niet de praktijk. In Kortrijk, Oostende en Brussel, Lyon en Parijs, Helsinki, Kopenhagen, Wenen en in diverse steden in Duitsland en de Verenigde Staten zijn initiatieven met ‘leenfietsen’ gestart, ook recent. De projecten hebben overeenkomsten, maar ook opvallende verschillen met het witte fietsenplan van Schimmelpenninck. Veel van de fietsen zijn namelijk wel ‘collectief ’, maar juist niet gratis, en moeten wel op slot. Het dichtst bij het ‘origineel’ komt het supermarktwagentjessysteem in Kopenhangen, Denemarken, al sinds 1995. In het stadscentrum staan tweeduizend ‘bycyclers’ in 110 stallingen. Op slot. Het slot gaat open door het inwerpen van een geldstuk. Dat krijg je weer terug als je de fiets stalt. Buiten het centrumgebied, grotendeels door water omgeven, mag je niet komen en kun je bekeurd worden. De fietsen worden onderhouden door herintreders en in
de wintermaanden worden ze van straat gehaald. Nobel, die Deense witte rijwielen, want deze variant van het systeem is wel de meest riskante. Het eerste jaar van het project, toen 1100 fietsen groot, was desastreus voor de voorraad. Bijna geen fiets bleef heel en in de rekken. Maar diefstal van privé-
uit New York en Amsterdam en de Deense douane ontdekte onlangs veertig witte fietsen aan boord van een Poolse kustvaarder” De meeste projecten zijn daarom niet van deze ‘losse’ variant. Het resultaat is namelijk niet alleen enorme slijtage en verdamping van de voorraad, maar, als gevolg, ook burnout van vrijwilligers.
Collectief maar niet gratis
Om dit tegen te gaan, bestaan allerlei strategieën. Je kunt zorgen dat het materiaal herkenbaar en niet universeel is. De delen passen dan niet op andere fietsen. Of je kunt de fiets onaantrekkelijk maken: massieve banden, geen versnellingen, terugtraprem. Dit maakt hem bovendien
Depo: witte fietsen in Amsterdam, 2000. fietsen nam enorm af en de initiatiefnemers zetten door met een verdubbeld aantal fietsen. Toch startte het project in 2000, alweer vijf jaar later, nog steeds met weer 500 fietsen minder dan het jaar ervoor. Directeur Stig DeGeer van Bycyklen vertelt dat vooral toeristen fietsen stelen: “We hebben ansichtkaarten van brutale dieven ontvangen
robuust en onderhoudsarmer. Toch lost dit niet alles op: Kopenhagen gebruikt deze methode al. Het kan ook de andere kant op: high tech. Bijvoorbeeld ingebouwde chips voor opsporing. Technische snufjes zijn vaak te vinden in projecten die ook persoonlijke betrokkenheid stimuleren: registratie, financiële bijdrage, bemande
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
M i c h i e l W i j n b e r g h / H o ll a n d s e H o o g t e
uitleenpunten. In Wenen, bijvoorbeeld, werkt het lenen van een fiets ingewikkelder. Je moet je registreren voor een euro en na het eerste uur kost het je een oplopend aantal euro’s per uur. De fiets niet inleveren kost zeshonderd euro. Wenen heeft goede redenen. Het Deense muntjessysteem, dat eerder werd ingevoerd, leidde tot het verdwijnen van achthonderd fietsen in de eerste week. Bij de Franse systemen, zoals Velo’v in Lyon en (met een duizelingwekkende 20.000 fietsen) in Parijs, koopt men ook een kaart en is het eerste half uur gratis. Ingewikkeld, niet helemaal gratis, maar ook razend populair: Barcelona startte in 2006 een dergelijk leenproject, Bicing, met een verdienstelijk aantal van 3000 fietsen, maar kreeg direct 30.000 aanmeldingen. Duidelijk is dat een relatie tussen gebruiker en fiets leidt tot minder misbruik. Toch wordt dit al snel een huursysteem, bijna altijd aangevuld met advertenties op de fietsen (zoals JC Decaux voor Franse projecten). Kranten koppen vervolgens enthousiast over ‘nieuwe witte fietsen’, maar eigenlijk zijn ze dat net zo min als onze OV-fiets, of de variant van de Duitse spoorwegen, ‘Call-a-bike’.
Fietsbibliotheek
Nee dan de Yellow Bike Hub in Minneapolis. Fietsen, met slot, kun je lenen bij deelnemende bedrijven. Je tekent een afstandsverklaring en betaalt een borg van 10 dollar (of twee uur werk). Gratis én heel goed te managen. Ook zonder borg en slot gebeurt het nog: 32 roze, door winkels gesponsorde boodschappenfietsen van de Olympia Bike Library, bijvoorbeeld. (Je draait het zadel als je in de winkel bent en de fiets wilt gebruiken als je weer
terugkomt!) Of het Yellow Bike Project, in Austin, Texas. Verrassend radicaal: collectief, gratis, gebaseerd op weggegooide fietsen en gerund door vrijwilligers sinds 1997. Cijfers geven of hebben ze niet, maar dat fietsen continu gestolen en overgeverfd worden, hebben de initiatiefnemers naar eigen zeggen glimlachend geaccepteerd. Het staat hun doelen niet in de weg: fietsen redden, mensen laten fietsen. En educatie. Repareren doen zij niet, maar leren ze je zelf doen. Een ander idee van waar het werkelijk om gaat, voorkomt blijkbaar burn-out van vrijwilligers. En Nederland? Schimmelpenninck probeerde het in 2000 opnieuw met Depo: fietsen die je met een chipper uit de stalling kon halen. Na enkele maanden bleken er te weinig stallingen, en ze waren ook niet ‘hufterproef ’. De proef werd gestaakt. Verder wil het Franse JC Decaux zijn concept naar Utrecht halen. Maar dat is niet gratis. Er is in Nederland maar één plek waar, al sinds 1975, succesvol met witte fietsen wordt gewerkt: Nationaal park De Hoge Veluwe. Toen 30 fietsen, nu 1700. Onderhoud wordt betaald uit entreegeld en algemene middelen, en vandalisme valt enorm mee. “Het publiek houdt van natuur en komt om te fietsen” zegt persvoorlichter Ilse Harmeling. Per jaar raken slechts 30 fietsen kwijt. “Die verdwijnen in het water, of worden meegenomen in campers.” De truc is simpel: er zijn maar drie ingangen van het park, bewaakt en met entree. Een klein beetje zoals het centrumeiland van Kopenhagen dus. Maar hoe een stadsproject te laten slagen… Harmeling: “Een hek eromheen?” Of, misschien, je afvragen waar het nu werkelijk om gaat. n
milieudefensie magazine 7/8 – 2007
Verval Je voelt je machteloos. Je denkt: ik weet te veel. Door mijn kennis kan ik minder genieten. Anderen zien niet wat ik wel zie. Natuurlijk, iedereen klaagt over de witte schimmel, over de verrommeling, de lelijkheid. Daartegen spreken we bezwering uit als Nederland mooi, mooier, mooist. Prima, al die over elkaar heen buitelende plannen, ik heb er zelf ook een gelanceerd. Maar tegelijkertijd zie ik wat nu nog een beetje mooi is, zijn glans verliezen. Die referentiekaders waaraan wij mooi ontlenen, staan te verpieteren. Inzakkende tuunwallen op Texel, die verbramen en vergrassen. Graften in Zuid-Limburg die weg-eroderen en knotbomen die inscheuren en omvallen. Topzwaar omdat niemand ze op tijd verlost heeft van hun veel te zware kruin. Houtwallen in Drenthe en Brabant, Twente en de Achterhoek, Friesland en Groningen, die - uitgezakt en met bomen op hun laatste wortels - wachten op de laatste storm. Elzenhagen, onze fameuze slagenlandschappen, waar nu gaten in geslagen zijn alsof er een oor-
jaap dirkmaat log heeft gewoed. Heggen in uiterwaarden en beekdalen: overal met gevallen gaten die niet meer gedicht worden, soms meer gat dan struik. Ze zijn de dans van de ruilverkaveling en schaalvergroting ontsprongen. Oh, ze zullen wel planologisch beschermd zijn tegen ruimen en rooien, maar tegen verval kan de papieren bescherming niet op! De solitaire bomen middenin akkers en weilanden, relicten uit oude heggen en houtwallen die verdwenen zijn. Trotse, soms eeuwenoude wachters, de jaren moe, eenzaam het landschap hooghoudend. Ze kunnen zaaien tot ze een ons wegen, maar koeien, maaimachines en de ploeg vinden de zaailingen wel, nog voor ze boom geworden zijn. Later zullen mensen zeggen: “Na de kaalslag in de tweede helft van de twintigste eeuw waren er in ieder geval nog de bomen, tot ook zij van ouderdom stierven en Nederland werkelijk kaal, leeg en verlaten werd.” Kom op, niet zo somberen, hoor ik u zeggen, Nederland wordt immers mooi, een nieuw elan is geboren, de redding is nabij. Wat mij dwars zit is dat oer-Hollandse gezegde: ‘wie het kleine niet eert is, het grote niet weert’. Of vrij vertaald: wie niet het laatste dat hij bezit koestert, hoeft niet om meer te vragen. Het gezicht van ons landschap vervaagt zienderogen, we stonden erbij en keken ernaar. Als dat zo is, en ik begin het te vrezen, dan zijn we een mooi Nederland niet waard. Laatst liep ik door het Geuldal en zag de heggen en knotbomen verpieteren bij gebrek aan onderhoud. Ze waren aangeplant met geld uit de actie Red het Geuldal. Dieper in het dal waren recent, met uw en mijn geld, opnieuw nieuwe hagen en knotbomen aangeplant. Klaar voor dezelfde verwaarlozing. Ik kreeg hoofdpijn, die middag in het Geuldal! Jaap Dirkmaat, Directeur Vereniging Nederlands Cultuurlandschap
33
Wat doet u met uw geld, nu de ijskap smelt? Investeer nú in Triodos Groenfonds!
H
et klimaat verandert en de gevolgen daarvan zijn steeds duidelijker. Met onze financiële keuzes hebben we invloed op deze ontwikkeling. Want ook ons geld bepaalt hoe snel de ijskap smelt. Daarom is het de hoogste tijd om te investeren in kansrijke duurzame energie-oplossingen. Een investering in Triodos Groenfonds mag dan ook niet ontbreken in een verantwoorde beleggingsportefeuille voor de lange termijn belegger. Een belegging in Triodos Groenfonds geeft de prettige zekerheid van een uiterst schoon rendement plus een fiscale bonus van 2,5% netto extra. En de garantie van zaken doen met de uitvinders van verantwoord belastingvrij beleggen bij Triodos Bank, de enige onafhankelijke duurzame bank van Nederland. Triodos Groenfonds is daarnaast het oudste en enige groenfonds van Nederland dat 100% van het ingelegde
vermogen duurzaam belegt. Het fonds is beursgenoteerd en eenvoudig verkrijgbaar via Triodos Bank of uw eigen bank. Investeer daarom nu in energie opwekking uit bijvoorbeeld wind, biomassa en zon via Triodos Groenfonds. Informeer bij uw bank, kijk op www.triodos.nl of bel gratis Triodos Bank via 0800 020 20 27. Gewoon doen!
TlBank Van nature betrokken Triodos Groenfonds nv en Triodos Bank nv zijn opgenomen in het register dat wordt gehouden door de Autoriteit Financiële Markten. Het prospectus is kosteloos verkrijgbaar bij Triodos Bank te Zeist of via www.triodos.nl. Loop geen onnodig risico, lees de financiële bijsluiter. De waarde van Triodos Groenfonds is mede afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten of andere markten.
To e k o m s t : i n s p i r at i e
Vonk maakt schoon schip
V
hart en ziel
j o a n n e a lt i n g
ia de gletsjers van Zuid Amerika belandde Vonk met twee vrienden in 2002 op een schip van de Chinese marine, dat met enkele onderzoekers op weg was naar Antartica. “We zagen dat op alle plekken waar mensen geweest waren het een klerezooi was, en ook dat er gevist werd op plekken waar het eigenlijk niet mag.” Hun conclusie ‘dat dat anders moest kunnen’ resulteerde in de oprichting van stichting Fair Nature “We hadden een avontuur te vertellen en daar konden we deze boodschap in meenemen.” Met zijn verse stichting wilde hij graag naar de wereldtop in Johannesburg. Hij was te laat voor de inschrijving, maar met een aanbevelingsbrief van NCDO vloog hij toch die kant op, bemachtigde een pasje en legde er onnoemelijk veel contacten. Tot Jan Pronk aan toe. Terug in Nederland deed hij zijn verhaal middels presentaties op mid-
Met een oude sleepboot in 2010 klimaatneutraal varen, zo wil Ewald Vonk van stichting Fair Nature mensen inspireren. Half juli gaat hij op test-expeditie naar Wit Rusland. J o a n n e A lt i n g
delbare scholen en in het bedrijfsleven.
Welke kant op
Zelf gek op bootjes, sloot Vonk twee jaar terug een lening en kocht een grote, oude sleepboot. De Berezina. Een ‘energieschip’ moest het worden, maar een uitgekristalliseerd plan had hij niet. “Ik heb geen idee welke kant het op gaat maar ik weet zeker: de goede kant.” Met een groep geïnspireerde vrijwilligers is al veel werk verzet. De motor is gereviseerd en omgebouwd voor biodiesel. Hogeschool Zeeland levert apparatuur om de CO2 uitstoot te meten. De zonnepanelen op het dak had gelddrukker Johan Enschede nog staan. “Ik
noem het een duurzaam schip in ontwikkeling, de schroefas is nu nog vetgesmeerd dat kan beter. Een Australisch bedrijf levert volgende week een waterstofgenerator. Aangesloten op de motor levert de waterstofinspuiting een brandstofbesparing op. Vanuit algen elektriciteit opwekken wordt nog onderzocht. Er zijn een hoop kennisinstituten die technieken ontwikkelen, als ze die hier in kunnen zetten dan gaan wij er mee testen en zo proberen we steeds meer kennis te verzamelen.”
Inspireren
Half juli vaart Vonk met vriendin Yvonne, bioloog en milieukundige met de boot naar de gelijknamige
rivier Berezina in Wit Rusland. Tijdens de expeditie zullen de technologieën die de afgelopen periode zijn aangebracht worden getest. “Maar het leggen van contacten langs de route is ook belangrijk, ideeën uit wisselen met deskundigen maar vooral ook jongeren inspireren.” Op de vraag of het eigen avontuur niet voorop staat, roept Vonk uit: “Na twee jaar knokken kan ik je wel zeggen dat het niet alleen eigen avontuur is, het is potverdorie dag en nacht keihard werken.” Vonk omschrijft zijn rol als die van mensen bij elkaar brengen en enthousiast maken. Of het nou de directeur van Rijkswaterstaat is of een hellingbaas, iedereen wordt er bijgehaald “en allemaal hebben ze wel een tip, je zou dit kunnen doen, of waarom doe je het niet zo.” De komende weken gaat Vonk contacten leggen met universiteiten en overheden onderweg. “Ik voorspel, het wordt een klein scheepje met grote gevolgen.” n
Adv. Milieudefensie 07-2007:Opmaak 1
05-07-2007
17:14
Pagina 1
milieuvriendelijk Hoe
is uw
energie? Energieleverancier Greenchoice levert gecertificeerde groene stroom. Zodoende heeft u de zekerheid dat de stroom die u afneemt ook echt milieuvriendelijk is. Hiernaast leveren wij ook groen gas. Uw gas is groen doordat Greenchoice de uitstoot van koolstofdioxide (CO2), het broeikasgas dat klimaatveranderingen veroorzaakt, compenseert. Dit doen we door de bescherming van kwetsbare bossen. Bomen nemen de CO2 op en leggen dit schadelijke gas vast bij hun groei. Om ervoor te zorgen dat dit goed en verantwoord gebeurt, is Greenchoice met 5 andere aanbieders van CO2 compensatie een samenwerking aangegaan om consumenten beter zicht te geven op klimaatcompensatie. Gezamenlijk hebben we bovenstaand vignet en de website www.klimaatcompensatie.nl opgezet.
Greenchoice als leverancier levert nog meer voordeel op: • U ontvangt per kWh stroom én per m³ gas een korting van 0,25 eurocent op de tarieven van grijze energie van uw regioleverancier. • Greenchoice belooft u uitstekende service. Ondernemend Nederland riep Greenchoice dit jaar uit tot één van de drie beste dienstverleners. Interesse? Vul onderstaande bon in en ontvang een vrijblijvend informatiepakket over de diensten van Greenchoice. Als dank krijgt u een leuke ‘groene’ attentie.
� Graag wil ik vrijblijvend meer informatie over de groene energie van Greenchoice Naam:
� Dhr. � Mevr.
Adres: Postcode: Woonplaats: U kunt zich ook direct aanmelden via www.greenchoice.nl Stuur deze bon in een envelop zonder postzegel naar: Greenchoice t.a.v. ledenservice Antwoordnummer 20668 3020 WB Rotterdam