jaargang 8 nr. 3
9
Symposium Participatie in de maatschappij van mensen met autisme en een normale intelligentie
15 7 Heuvelenloop 28 Knuffelen met dieren 31 Burgerkracht
Cliënten in beweging met stagiaires
Wat betekent alledaags geluk voor jou?
Inhoud 4 Niet meer vinken maar vonken! 6 Professionals 9 Symposium
Participatie in de maatschappij van mensen met autisme en een normale intelligentie
10 Cliëntervaringsonderzoek 12 Kinderen in de knel 15 Zevenheuvelenloop 16 Leren leven op de Polsehof 18 Driestroomhuizen in beeld 21 Cliënten in beweging met stagiaires 24 Driestroom in ontwikkeling 26 Wat maakt zorg tot goede zorg? 28 Knuffelen met dieren 31 Burgerkracht 32 Colofon 32 Driestroom bedankt
Van de redactie
Waardering doet wonderen. De decembermaand is bij uitstek de periode waarin we elkaar veel geluk en goeds toewensen. Leuke en creatieve kaarten met allerlei lieve wensen vallen in de brievenbus, postvak of komen binnen in je mailbox. Post die je energie geeft. In dit magazine komt waardering veel aan de orde. Zoals van cliënten die genieten van het knuffelen met dieren. Of de waardering die cliënten en hun vertegenwoordigers in het cliëntervaringsonderzoek uiten voor de kwaliteit van de dienstverlening. Een ander prachtig voorbeeld hiervan staat in het artikel over onze auditoren. Zij voeren positieve gesprekken met collega’s over de kwaliteit van de dienstverlening. De auditor houdt je een spiegel voor. Een sleutelwoord in de gesprekken is waardering. Er wordt vooral gekeken naar wat goed gaat. Verbeterpunten zijn kansen om de dienstverlening te verbeteren. Is het uitspreken van waardering alleen weggelegd voor auditoren? Nee, gelukkig niet. Wat ik zo fijn vind is dat collega’s onderling ook vaak waardering uitspreken. Het is een kleine moeite met groot effect. Waardering doet wonderen. Het maakt samenwerken en samenleven de moeite waard. Namens de voltallige redactie wens ik al onze gewaardeerde lezers veel leesplezier en een goed 2012.
Universiteit van Wageningen
Jacqueline van Orsouw
Stand van zaken • 3
Stand van Zaken Cliëntervaringsonderzoek Deze zomer is bij Driestroom een cliëntervaringsonderzoek uitgevoerd. In de vragenlijsten van cliëntvertegenwoordigers van wonen, dagcentra Nijmegen en dagcentra Arnhem is naar een cijfer gevraagd. Zij gaven Driestroom als organisatie respectievelijk een gemiddeld cijfer van 7,2, 7,4 en 7,5. Voor de ondersteuning die Driestroom biedt, werd respectievelijk een gemiddeld cijfer van 7,4, 7,9 en 7,7 gegeven. Ik ben blij met deze resultaten.
Bijzondere projecten Driestroom participeert in twee projecten uit de landelijke top 10 van zorginnovatie (VGN/Actiz): Een zorgzame buurt en Dwarsweg. Een zorgzame buurt richt zich op het realiseren van een aantrekkelijke, levensloopbestendige buurt, waar het aangenaam vertoeven is en waar men elkaar kent en helpt. De noodzakelijke infrastructuur is aanwezig (sociaal, wonen zorg) en waar nodig is er ondersteuning van gedreven professionals. Eigen regie van burgers staat voorop. We doen dit in samenwerking met ZZG Zorggroep, Driestroom, Standvast Wonen, Talis, gemeente Nijmegen, NIM en Swon. Het is bijzonder dat Driestroom daarin geslaagd is. Dwarsweg is het tweede bijzondere project voor dak- en thuisloze jongeren in Nijmegen in samenwerking met RIBw en Standvast Wonen. 13 jongeren wonen daar in een appartement en een aantal jongeren woont zelfstandig in de nabije omgeving. Ook zij krijgen ondersteuning waar nodig. Het bijzondere van dit project is de ondersteuning van de jongeren vanuit de presentiebenadering. Deze is gericht op relatie,
zijn of haar netwerk en de vraag van de jongeren zelf. De genoemde benadering heeft vruchten afgeworpen bij jongeren die vaak zijn afgeknapt op traditionele vormen van hulpverlening.
Driestroomhuizen op naar 20 Driestroom biedt kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking, die om verschillende redenen niet meer thuis kunnen wonen, een veilige en beschermde omgeving in Driestroomhuizen. Hierdoor kunnen zij zich beter ontwikkelen. De kinderen hebben vaak naast hun beperking ook emotionele of gedragsproblemen. Extra bijzonder aan de formule is dat de Driestroomhuizen naast verblijf, ook behandeling bieden. De Driestroomhuisformule is een formule die werkt, zo blijkt uit de praktijk. Inmiddels heeft Driestroom 16 Driestroomhuizen en staan er 4 op de wachtlijst.
Symposium Kinderen in de knel Driestroomhuizen zijn succesvol. Het komt zelfs voor dat kinderen in een Driestroomhuis zich zo goed ontwikkelen dat na verloop van tijd bij hen een hoger IQ wordt gemeten. Daardoor kan het recht vervallen op een indicatie die nodig is om adequate ondersteuning te financieren. De gezinshuisouders zien dat als een gevaar: kinderen kunnen makkelijk terugvallen in hun gedragsproblemen zodra ze uit de stabiele en vertrouwde omgeving worden gehaald. Deze en andere problemen stonden centraal op het Driestroom-symposium van 10 november 2011 in De Droom in Elst. Driestroom ging er de dialoog aan met beleidsmakers om voor deze kinderen en jongeren een betere en veilige situatie te creëren.
Symposium met Humanitas Op donderdag 22 september organiseerde Humanitas met ondersteuning van de Vrijwilligerscentrale Nijmegen en Driestroom het symposium over vrijwilligerswerk en de Wmo. Er was veel animo voor het thema ‘Vrijwillige inzet in de Wmo – Kansen en Valkuilen’. Wim Muilenburg, bestuurder
4 • Niet meer vinken maar vonken
Driestroom wil zich onderscheiden door goede kwaliteit van zorg- en dienstverlening. Daarom werkt Driestroom met zogenaamde ‘kwaliteitsaudits’ voortdurend en systematisch aan verbeteringen in alle onderdelen van de organisatie.
Een auditor, die de kwaliteitsaudit afneemt, toetst of de werkafspraken overal tot goede resultaten leiden. Zwakke en sterke punten in de organisatie worden zo opgespoord. Kwaliteitsfunctionaris Ronald Jansen initieerde een training voor het intern auditteam van Driestroom. Een training die uitgaat van open gesprekken en goede werk afspraken met medewerkers van Driestroom. Geen afvinklijstje, maar een positief gesprek.
Waarderend en resultaatgericht Sabine van Wissen werkt al 11 jaar in verschillende woonvormen bij Driestroom. Zij solliciteerde op de vacature voor interne auditor en werd aangenomen. Sabine is één van de acht auditoren die succesvol de training ‘Lead Auditor’ volgde. Wat drijft haar? “Ik wil graag een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de teams bij Driestroom en mijn eigen ontwikkeling stimuleren. Ik heb geleerd tijdens de training om op een positieve manier een audit gesprek aan te gaan. Je moet jezelf kwetsbaar opstellen; dat geeft de ander ruimte. Een auditor
spiegelt, maar neemt geen resultaatverantwoordelijkheid over, die ligt bij het team en de manager.”
Kwaliteitcoaches Audits zijn belangrijke instrumenten om medewerkers meer zicht te geven op het waarom van werkafspraken en hoe deze helpen om resultaatgericht goede zorg- en dienstverlening te geven. Dit is een belangrijk punt voor bestuurder Wim Muilenburg, die voortdurend de doelgerichte samenwerking en verbetering van de kwaliteit van zorg voor ogen heeft. Ronald Jansen, kwaliteitsfunctionaris, gelooft in de kracht van de positieve benadering. Hij ziet de auditoren niet als kwaliteitscontroleurs maar als kwaliteitcoaches. Ronald: “Als je gecontroleerd wordt op goed of fout, dan begrijp je niet altijd waarom iets niet goed is. Kwaliteit is dan de zorg van de kwaliteitscoach. Die ziet de samenhang tussen doelen, werkafspraken, knelpunten en mogelijke verbeteracties. De coach legt uit aan medewerkers en stimuleert hen hun eigen verantwoordelijkheid voor kwaliteit vorm te geven.
Niet meer vinken maar vonken • 5
Foto van links naar rechts: Wim Mecking, Sophia Lenssen, Marjan Bonink, Sabine van Wissen, Hermien Vrehe, Ton Valckx, Wendy Verstegen en Martin Hoessen
“Wauw”-gevoel Auditor van het eerste uur is Hermien Vrehe. Ook zij nam deel aan de training ‘Lead auditor’ nieuwe stijl. Hermien: “Bij een audit uitgaan van waardering, past bij mij als een goed zittende jas. Ik kijk eerst wat er al goed gaat, er is altijd wel iets te benoemen waar collega’s tevreden over zijn of wat het werk voor hen leuk maakt. Waar wordt iemand blij van? Wat betekent alledaags geluk voor jou binnen het werk? Vanuit een positieve invalshoek kunnen problemen/verbeterpunten zichtbaar worden en geplaatst worden in het perspectief van mogelijkheden en kansen om nog betere zorg- en dienstverlening te geven. Daar kan een medewerker echt een kick van krijgen, ik noem het wauw- gevoel.” Hermien benadrukt dat zij het belangrijk vindt om een bijdrage te leveren aan hoger kwaliteits bewustzijn bij medewerkers. Hermien: “Als er dingen naar voren komen die niet helemaal op orde zijn, is dat niet erg, maar de kunst is dan om waarderend te onderzoeken wat daar de risico’s van zijn en welke stappen nodig zijn om de verbetering aan te brengen. Kortom: Vanuit een positieve insteek,
samen verbetermogelijkheden ontdekken en betere resultaten creëren.”
De stappen Om de kwaliteit bij Driestroom te versterken en nadrukkelijk te stimuleren, gaat bestuurder Wim Muilenburg in 2012 na elke audit samen met de clustermanager in gesprek met het team, de cliënten en de cliëntvertegenwoordigers. Op basis van alle informatie over de kwaliteit van zorg, stelt de clustermanager een verbeterplan op en rapporteert periodiek over de resultaten. Alle plannen worden in samenhang bekeken. Zo heeft Driestroom inzicht in de sterke en zwakke punten van de hele organisatie en leidt kwaliteitsonderzoek ook tot beleidsinformatie. •
6 • Professionals
Professionals
Unieke combinatie diagnostiek van kind en systeem
Carla Dijkstra
Professionals • 7
Soms ontwikkelen kinderen zich anders dan andere kinderen en is niet duidelijk wat er aan de hand is. Driestroom biedt dan een unieke vorm van ondersteuning; observatie en diagnostiek gericht op het kind en/of gericht op het systeem waarin het kind opgroeit. In Elst, Velp en Ewijk kunnen kinderen van 0-5 jaar en hun ouders terecht bij de verschillende observatiegroepen in kindercentra. Bij Kodan in Nijmegen kunnen deze gezinnen terecht voor systeemgerichte diagnostiek.
Driestroom heeft jarenlange ervaring met hulpvragen van kinderen en ouders en onderscheidt zich van andere organisaties vanwege de procesdiagnostiek. Dit is een uitgebreide vorm van diagnostisch onderzoek. Hierbij komt het kind een aantal dagdelen per week naar een observatiegroep waar kinderen spelen en leren. Als een kind zich prettig voelt, kan het zichzelf laten zien. Daarom wordt er de tijd genomen om het jonge kind goed te leren kennen en vervolgens met verschillende disciplines tot een juiste diagnose en/of een passend hulpaanbod te komen.
Vraag naar oorzaak
Ontwikkelingsproblemen kunnen allerlei oorzaken hebben die onder andere in het gedrag van een kind tot uiting komen. Daarom kunnen zowel kinderen met een ontwikkelingsachterstand als kinderen met gedragsproblemen bij Driestroom terecht. Het startpunt is altijd de vraag naar de oorzaak. Piet Geerts, GZ-psycholoog, speelt al jaren een belangrijke rol in Integrale Vroeghulp regio Arnhem en de observatie en diagnostiek van Driestroom. Samenwerken met ketenpartners vindt hij vanzelfsprekend. “Het gaat om het kind, dus als dat nodig is, bijvoorbeeld vanwege een zorgwekkende situatie, zoeken we ook hulp bij partners. Denk aan een gezin met zeven kinderen waar pedagogische onmacht een rol speelt, of hele slechte huisvesting. Dan zijn we professionals met een professionele verantwoordelijkheid en kennen we onze wegen.”
Kind én systeem Carla Dijkstra en Elianne Vossen zijn de initiatiefneemsters van kindercentrum Kodan voor observatie, diagnostiek en advies in de regio Nijmegen. Kodan voegt iets extra’s toe aan de observatie en diagnostiek. Carla: “Wij kijken niet alleen naar het kind, maar brengen ook altijd het systeem waarin het kind opgroeit in beeld. Zoals ontwikkelingsproblemen en gedrag vaak hand in hand gaan, zijn ook het jonge kind en zijn opvoeders onlosmakelijk met elkaar verbonden. Denk aan ouders, het gezin, de opvang, opa en oma. Iedereen in de directe
8 • Professionals
omgeving van het kind kan een rol spelen bij het ontstaan of in stand houden van problemen, maar is vooral ook onmisbaar in het aanpakken en verbeteren van de situatie. Bijvoorbeeld een jongetje van drie jaar dat tijdens het eten telkens een grote strijd aangaat. Hij doet dat waarschijnlijk niet alleen thuis. De persoonlijk begeleider gaat zowel thuis als op de observatiegroep en zo mogelijk op de peuterspeelzaal kijken wanneer het kind zich zo gedraagt. Door middel van video opnamen en gesprekken proberen we te achterhalen waarom deze strijd ontstaat en waarom juist tijdens het eten. Is er een medische oorzaak, is het een machtstrijd, begrijpt het kind wel wat er van hem verwacht wordt, spelen er andere zaken? Daarnaast bekijken we welke benaderingswijze het gedrag lijkt te verminderen.”
Multidisciplinair Er spelen vaak meerdere hulpvragen rondom een kind, al deze vragen worden uitgebreid onderzocht door verschillende disciplines zoals gedragsdeskundigen, logopedisten en fysiotherapeuten. In een multidisciplinair overleg worden vervolgens alle bevindingen gebundeld. Samen met de ouders wordt gekeken welke vragen beantwoord zijn, welke benaderingswijze werkt en welke stappen er nog genomen moeten worden. Foto van links naar rechts: Elianne Vossen, Carla Dijkstra en Piet Geerts
Elianne: “Ouders spelen een belangrijke rol, maar we nemen het systeem als uitgangspunt. Soms wordt de eerste hulpvraag bijvoorbeeld gesteld door het kinderdagverblijf, of maakt het consultatie bureau zich zorgen. Samen kijken we naar kansen om verbetering tot stand te brengen.”
Unieke combinatie Observatie, kindgerichte diagnostiek en de systeemgerichte diagnostiek van Kodan vormen een uniek aanbod om problemen bij jonge kinderen op te sporen en te verhelpen. Carla, Elianne en Piet willen de zorg vooral ook dichtbij de directe omgeving van het kind brengen. Dit kan gerealiseerd worden door meer regionale spreiding van het aanbod. Piet: “We willen producten in ontwikkeling blijven bieden. Dus naast de systeemgerichte en kindgerichte observatie ook ons inzetten voor kortdurende observatie, hetzij op de plekken waar het kind verblijft, hetzij in kortdurende bezoeken aan een locatie van Driestroom. We maken ons zorgen over de kinderen die door de Wmo-transitie naar gemeentes tussen de wal en het schip kunnen vallen. Daarom laten we ons graag zien, zodat ouders en kinderen kunnen profiteren van onze ervaring en deskundigheid.” •
Symposium 22 maart 2012
Participatie in de maatschappij van mensen met autisme en een normale intelligentie Hoe kunnen we mensen met autisme en een normale intelligentie het beste ondersteunen bij wonen, werken en vrije tijd? Wat is de juiste benadering bij het vormgeven van eigen regie? Wat is belangrijk in de ondersteuning van deze groep mensen? Hoe kunnen beleidsmakers en hulpverleners samenwerken en ondersteuning op passende wijze vormgeven? Driestroom organiseert op 22 maart bij DROOM! in Elst een symposium om kennis te delen. Inhoudelijk deskundigen komen in de ochtend aan het woord, waaronder dhr. Kobe Vanroy van Autisme Centraal uit België.
In de middag belicht Driestroom via interactieve workshops de wijze van ondersteuning aan mensen met autisme en normale intelligentie bij wonen, werk en vrije tijd/relatievorming. Hier komen ook praktijkervaringen van Driestroom en samenwerkingspartners zoals MEE en NOXQS aan bod. Het symposium is bestemd voor mensen die werken in de betreffende sector zoals verwijzers, beleidsmakers, gedragswetenschappers, maatschappelijk werkers en andere betrokkenen.
Aanmelden U kunt zich onder vermelding van naam, functie, adres organisatie voor 3 maart uitsluitend aanmelden bij
[email protected] o.v.v. Symposium 22 maart 2012. Aan het symposium zijn geen kosten verbonden.
10 • Cliëntervaringsonderzoek
Cliëntervarings Afgelopen zomer heeft onderzoeksbureau Loveren en Partners in opdracht van Driestroom een cliëntervaringsonderzoek uitgevoerd. In het onderzoek is gebruik gemaakt van de meetmethode CQ index (Consumer Quality Index). Dit is een gestandaardiseerde methodiek om klantervaringen in de zorg te meten, te analyseren en te rapporteren. De CQ index is een landelijk erkende onderzoeksmethode voor de gehandicaptenzorg.
Bij Driestroom zijn interviews gehouden met volwassen cliënten en vragenlijsten ingevuld door cliëntvertegenwoordigers. Op deze manier kan achterhaald worden wat zij belangrijk vinden in de zorg en wat hun concrete ervaringen zijn. Het onderzoek is steekproefsgewijs uitgevoerd op diverse dagcentra en woonlocaties van Driestroom in de regio Nijmegen en Arnhem. Loveren en Partners hebben de resultaten uitgesplitst in drie categorieën, namelijk wonen, dagcentra Nijmegen en dagcentra Arnhem.
Resultaten In totaal zijn bij de categorie wonen 39 cliënten, verspreid over 14 woonvormen, geïnterviewd en hebben 121 cliëntvertegenwoordigers de vragenlijst ingevuld. Bij de categorie dagcentra Nijmegen waren
dat 45 cliënten, verspreid over zeven dagcentra en 112 cliëntvertegenwoordigers. Het aantal geïnterviewde cliënten bedroeg bij de categorie dagcentra Arnhem eveneens 45, maar dan verspreid over acht dagcentra. Het aantal cliëntvertegenwoordigers, die de vragenlijst hebben ingevuld, bedroeg 116. Zowel bij de categorie wonen, dagcentra Nijmegen als dagcentra Arnhem heeft meer dan 90% van de cliëntvertegenwoordigers aangegeven Driestroom waarschijnlijk of beslist aan te bevelen bij anderen. Aan cliënten is niet gevraagd een exact cijfer te geven aan Driestroom, maar te omschrijven wat zij van Driestroom vinden. Uit deze omschrijvingen blijkt dat cliënten van wonen en dagcentra Nijmegen in het algemeen positief zijn over Driestroom en dat cliënten van dagcentra Arnhem in het algemeen zeer
Cliëntervaringsonderzoek • 11
onderzoek 2011 positief zijn over Driestroom. In de vragenlijsten van cliëntvertegenwoordigers is wel naar een cijfer gevraagd. De cliëntvertegenwoordigers van wonen, dagcentra Nijmegen en dagcentra Arnhem gaven Driestroom als organisatie respectievelijk een gemiddeld cijfer van 7,2, 7,4 en 7,5. Voor de ondersteuning die Driestroom biedt, werd respectievelijk een gemiddeld cijfer van 7,4, 7,9 en 7,7 gegeven. De uitkomsten van het onderzoek komen overeen met het landelijk gemiddelde in de gehandicaptenzorg. Het onderzoek laat ook zien waar Driestroom zich nog in kan verbeteren.
Verbeteringen De belangrijkste verbeterpunten bij de categorieën dagcentra Nijmegen en dagcentra Arnhem zijn gelijk aan elkaar. Zowel cliënten als cliëntvertegenwoordigers van dagcentra in de regio Nijmegen en Arnhem weten niet goed op welke wijze zij een klacht kunnen indienen als zij niet tevreden zijn. Cliënten geven daarnaast aan dat zij ook niet zo goed weten wat een cliëntenraad is en wat een cliëntenraad doet. Wat betreft tevredenheid geven cliëntvertegenwoordigers aan niet zo tevreden te zijn over de wijze waarop zij geïnformeerd worden over het wel en wee van de cliënt op het dagcentrum als over de wijze waarop zij geïnformeerd worden over veranderingen op het dagcentrum.
Ook voor de categorie wonen vormt dit een belangrijk verbeterpunt, aangezien cliëntvertegenwoordigers in deze categorie ook aangeven niet zo tevreden te zijn over de manier waarop zij geïnformeerd worden over het wel en wee van de cliënt. In tegenstelling tot de dagcentra in Nijmegen en Arnhem, weten alleen de cliënten in de categorie wonen niet zo goed op welke wijze zij een klacht kunnen indienen als zij niet tevreden zijn. Ten slotte geven zowel cliënten als cliëntvertegenwoordigers aan dat er regelmatig nieuwe begeleiders op de woonlocatie zijn en cliëntvertegenwoordigers uiten daarnaast twijfel of er wel voldoende personeel aanwezig is op een woonlocatie.
Toekomst In het onderzoek is ook gekeken of er grote verschillen zijn tussen de verschillende dagcentra en woonlocaties. Dat blijkt niet zo te zijn. Ook zijn er geen grote verschillen tussen de dagcentra en woonlocaties in Nijmegen of Arnhem. Omdat er geen grote verschillen zijn, gaat Driestroom algemene verbeteringen doorvoeren. De cliëntenraad geeft Driestroom advies over de twee belangrijkste punten die verbeterd gaan worden. 2012 zal het jaar zijn waarin hard gewerkt gaat worden om deze verbeteringen door te voeren.•
12 • Kinderen in de knel
Driestroom maakt zich sterk voor
kinderen in de knel
Christel Gijsbers
Kinderen in de knel • 13
Driestroomhuizen zijn succesvol. Het komt voor dat kinderen die in een Driestroomhuis wonen zich zo goed ontwikkelen dat bij hen een hoger IQ wordt gemeten. Hun recht op een indicatie die nodig is voor adequate ondersteuning kan daardoor vervallen. De gezinshuisouders zien dat als een gevaar: het kind kan makkelijk terugvallen in zijn of haar gedragsproblemen zodra het uit de stabiele en vertrouwde omgeving wordt gehaald. Deze en andere problemen stonden centraal tijdens het Driestroom-symposium op 10 november 2011 in DROOM! in Elst.
Xavier Moonen, voorzitter van het landelijk kenniscentrum LVB, kent jongeren met een licht verstandelijk beperking (LVB) als geen ander. Dr. Moonen doet onderzoek sámen met deze jongeren, naar hun leefsituatie, hun wensen en verlangens. Volgens hem zijn kinderen en jongeren met een LVB zoals ieder ander. Ze zijn volop in ontwikkeling, hebben behoefte aan warme contacten met leeftijdsgenoten en volwassenen, en hebben wensen en verlangens met betrekking tot hun toekomst. Een beperkt aantal kan tijdelijk of definitief niet thuis wonen. Dit heeft dan te maken met de draagkracht van hun ouders of met hun veiligheid. Dan worden de kinderen uit huis geplaatst. In Driestroomhuizen worden kinderen en jongeren die dat nodig hebben langdurig ondersteund. Willen deze kinderen dan niet terug naar huis? Paul, 16 jaar en licht verstandelijk beperkt, wel. “Ik ben heel graag bij mijn vader. Maar hij vindt het ook beter dat ik hier ben. Thuis hang ik maar wat rond op straat en doe ik niks. Ik leer hier dingen zoals opruimen en de was opvouwen. En ik leer me in te houden als ik kwaad ben.”
Snappen-Onthouden-SprekenAfstemmen-Generaliseren Xavier Moonen gebruikt een ezelsbruggetje dat inzicht geeft in de specifieke eigenschappen van
kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking: “Ik noem dat ‘SOS Altijd Gehandicapt’. De S staat voor snappen; kinderen en jongeren met een LVB snappen vaak niet goed waar we over praten. De O staat voor onthouden, dat kunnen ze niet zo goed. De tweede S staat voor spreken. Kinderen en jongeren met een LVB hebben een beperkte woordenschat en gebruiken en begrijpen woorden nogal eens verkeerd. De A staat voor afstemming; in gesprekken en sociale situaties gaan ze nogal eens de fout in omdat ze hun woorden en gedrag niet goed kunnen afstemmen op dat van hun gesprekspartners. De G staat voor generalisatie: kinderen en jongeren met een LVB kunnen het in de ene situatie geleerde vaak niet zomaar toepassen in een andere situatie. Dat moet hun ter plekke aangeleerd worden.” De belangrijkste conclusie uit zijn onderzoek vindt Xavier Moonen het feit dat kinderen en jongeren met een LVB duidelijke ideeën hebben over hun toekomst en daar heel goed over kunnen en willen praten. Regelmatig blijkt dat ouders en begeleiders die beelden en toekomstbeelden niet kennen. Zij hebben hun eigen ideeën over de toekomst van jongeren. Dit kan leiden tot twee sporencontact; men denkt over hetzelfde te praten als het kind of de jongere, maar deze heeft hele andere wensen en ideeën. Xavier’s visie? “Beter naar de kinderen en
14 • Kinderen in de knel
jongeren luisteren en zorgen dat je elkaars wensen kent en begrijpt. Dan kun je pas effectief aan de slag gaan.”
wisselende tijden. Dat was voor haar een onveilige situatie. In het Driestroomhuis voelt ze zich veilig en heeft meer zelfvertrouwen gekregen.
Pleegzorgenkinderen
Na de lezingen vond een levendige discussie plaats over de vraag of kwaliteit en veiligheid genoeg worden meegenomen bij beslissingen over kinderen en jongeren met een LVB. Vertegenwoordigers uit de hoek van de jeugdzorg gaven aan dat zij volgens de Delta-methode werkten, waarmee wel degelijk de belangen van de kinderen worden meegenomen.
Dr. Tonny Weterings, werkzaam bij het Expertisecentrum Kind in de Pleegzorg, breekt een lans voor het belang van het (pleeg) kind. Tonny deed voor de universiteit Leiden onderzoek naar jonge kinderen in pleeggezinnen, waar zij Driestroomhuizen mee vergelijkt. Pleeggezin en gezinshuis verschillen volgens Tonny wezenlijk van een internaat waar - door de wisselende leiding– het zeker voor een jong kind vrijwel niet mogelijk is om een goede hechtingsrelatie op te bouwen met een verzorger. Die gehechtheid blijkt volgens haar onderzoek juist een voorwaarde te zijn voor een goede (persoonlijkheids-) ontwikkeling van het kind. Is het kind gehecht aan zijn verzorger dan richt het zijn gedrag daarop, zodat een gezonde opvoedingsrelatie ontwikkeld kan worden. Helaas blijkt uit de onderzoeksgegevens dat bij beslissingen over de plaatsing de ontwikkeling van het kind nauwelijks een rol speelt. Wonen in een Driestroomhuis of pleeggezin geeft kinderen een veilige basis waardoor zij zich beter kunnen ontwikkelen. “Hier luisteren ze naar je. En ze zijn er altijd,” zegt de 17-jarige Cara die sinds kort in een Driestroomhuis woont. Hiervoor woonde ze in een instelling waar jongeren en kinderen begeleid worden door verschillende begeleiders op
Het symposium Tijdens het symposium bogen ruim 85 gasten zich over de vraag ‘Wat is de best mogelijk ondersteuning voor kinderen met een (licht) verstandelijke beperking in de knel?’ Enkele deskundigen, waaronder dr. Xavier Moonen en dr. Tonny Weterings, gaven een lezing over hun onderzoek naar respectievelijk jongeren met een licht verstandelijke beperking en pleegkinderen. Na afloop was er een levendige discussie over de belangrijkste problemen en mogelijke oplossingen.
De grootste groep jongeren met een LVB die in behandelcentra zijn opgenomen gaan echter vaak met 18 jaar terug naar huis. Xavier Moonen: “Ga je voor een 10 of een 6?” Dr. Tonny Weterings ging in op de vraag of een kind in een pleeggezin wel of geen contact moet houden met hun ouders: “Natuurlijk kan dat, maar een kind moet weten waar hij zich op moet richten. Anders schep je onduidelijkheid.” Ook ingewikkelde juridische beslissingen over (her-)plaatsing werden besproken.
recht op een goede start! ’s Middags werd in groepen gediscussieerd over het dilemma in sommige Driestroomhuizen: kinderen die zich zo goed ontwikkelen dat zij hun recht op een indicatie verliezen. Oplossingen voor dit probleem varieerden van kijken naar andere mogelijkheden van indicaties, wetenschappelijk verantwoord aantonen dat kwaliteit van leven voor deze kinderen essentieel is en ouders betrekken. De Bureaus Jeugdzorg, de Raad van kinderbescherming en indicatiestellers hebben daarbij volgens iedereen een belangrijke taak. Een pakkende uitspraak van een aanwezige vat de dag goed samen: “Ouders hebben recht op kinderen, maar kinderen hebben recht op een goede start!” Gezinshuisouders zijn een welkome vervanging en hard nodig, ook als een kind zich al snel positief ontwikkelt. • Geïnteresseerden in de lezing van Dr. Tonny Weterings, kunnen deze opvragen via
[email protected].
Zevenheuvelenloop • 15
Driestroomteam loopt de Zevenheuvelenloop
Foto van links naar rechts: Emiel de Jager, Jos Wijnakker, Yvonne Rijtsma, Yvonne Bussink, Irene Rijtsma, Remco Siebert en Wim Muilenburg.
Op zondag 20 november nam ons Driestroomteam van zeven enthousiaste lopers deel aan de Zevenheuvelenloop in Nijmegen. Voorafgaand aan de start stond er koffie en gebak klaar bij Wim Muilenburg. We maakten daar ook kennis met 35 Zeeuwse lopers. Allemaal op de foto en toen richting de startvakken rond de Groesbeekseweg. Terwijl een groot deel van Nederland onder een dikke deken van mist bedekt was, stond ons team in een stralende zon te wachten op het startsein. Via de luidsprekers hoorden we het vertrek van de koplopers en deze snelheidsduivels waren al binnen op het moment dat wij en vele duizenden anderen nog moesten vertrekken... Langs de route stonden duizenden mensen te kijken en iedereen
aan te moedigen wat de sfeer enorm versterkt. Druk was het overal op de weg maar een goed beeld van de hoeveelheid deelnemers kreeg je pas op de momenten dat je op de ‘top’ van één van de heuvels liep en de weg afkeek. Voor je was het dan één deinende bonte massa van lopers, ruim 30.000 in totaal. Bijna ongemerkt gaan de kilometers dan aan je voorbij en na een prachtig parcours ging het heuvelafwaarts Nijmegen weer in, alwaar dan na 15 kilometer de finish alweer in zicht kwam. Al met al een zeer geslaagde dag en zeker voor herhaling vatbaar! • Remco Siebert, Teamleider Zorg Binnen Onderwijs Nijmegen Naschoolse opvang st.Maartenschool
16 • Leren leven op de Polsehof
Leren leven op de Polsehof Driestroom biedt mensen met autisme verschillende woonmogelijkheden. Zo is er de Heinsiushof in Arnhem voor bewoners met een stoornis in het autisme spectrum en gedragsproblematiek. Buitenveld, ook in Arnhem, is gericht op mensen met autisme en een (licht) verstandelijke beperking of normale intelligentie. Hofstede en de Polsehof, beide in Bemmel, zijn woonlocaties voor mensen met autisme en een normale intelligentie. Bewoners kunnen doorstromen naar een van deze vier locaties.
In het drie verdiepingen tellend gebouw de Polsehof wonen sinds juli van dit jaar acht bewoners tussen de 18 en 24 jaar. Normaal intelligente jongvolwassenen met een autismespectrum stoornis. De meeste van hen woonden hiervoor op een behandelgroep van het Dr. Leo Kannerhuis in Arnhem. Anderen woonden nog bij hun ouders thuis. Wonen, met begeleiding in hun directe
nabijheid, is voor deze jongvolwassenen een eerste grote stap naar meer zelfstandigheid. Een team van zes persoonlijk begeleiders ondersteunt ze hierbij.
Zelfstandig wonen Bij de Polsehof krijgen de jongvolwassenen de mogelijkheid om er te wonen en te leren hun leven vorm te geven. De ondersteuningsvraag is
Van links naar rechts: Erik Janssen, Particia Brugmans, Loes Wallink, Jeroen Wolters, Carin Mulder- de Beer en Susanne van Lierop.
Leren leven op de Polsehof • 17
Intensief en creatief
per persoon verschillend. Ze willen vooral leren om hun eigen huishouding te voeren en alles wat daarbij hoort zoals maaltijden zelfstandig bereiden, financiën beheren en je eigen was doen. Daarnaast is ook ruimte voor andersoortige hulpvragen, zoals omgaan met relaties. “Mensen leren door zelf ervaringen op te doen in de maatschappij en te merken wat wel of wat niet bij hen past,” aldus Jeroen Wolters, teamcoördinator. ”We leren de bewoners een eigen netwerk op te bouwen of juist uit te breiden. We leren hen relaties vorm te geven en op welke wijze je daarbij communiceert. Mensen kunnen vanuit hun autisme gedrag van anderen anders ervaren dan bedoeld. Ze hebben behoefte om daarin ondersteuning te krijgen van begeleiding. Drie keer een sms’je krijgen van iemand die je graag mag, kan iemand zien als gestoord worden in je privacy. De context is belangrijk, die leggen we uit, zodat het gedrag van de ander beter te plaatsen is.”
De zes medewerkers van de Polsehof zijn bijna allemaal HBO opgeleide persoonlijk begeleiders met affiniteit én werkervaring op het vlak van autisme. Dat is ook nodig, zo blijkt. Christel Gijsbers is als gedragskundige betrokken bij de Polsehof. Christel: “De bewoners kunnen hun hulpvraag moeilijk formuleren. Verbaal zijn ze sterk genoeg om ons af te leiden van hun echte vraag, angsten en behoeften. De combinatie autisme en een normale intelligentie kan leiden tot verwarring; zij hebben namelijk geleerd om hun problemen voor een stuk te camoufleren of te compenseren met hun intelligentie. Werkgevers en anderen worden regelmatig geconfronteerd met het feit dat ze onze bewoners vaak overvragen of behoorlijk onderschatten. Dan heb je al snel een communicatieprobleem met in sommige gevallen grote consequenties. Het blijft intensief en creatief zoeken naar een passende vorm van interactie. Hierbij is het ontzettend belangrijk dat de hulpverleners uit de verschillende leefgebieden van een bewoner met elkaar contact hebben en begeleidingslijnen met elkaar afstemmen.”
We staan naast de bewoners
Korte lijnen
Bij volwassen worden hoort ook het leren maken van keuzes in je leven. Wat voor opleiding sluit aan bij mijn interesses? Hoe kan ik deze opleiding volgen én voltooien? Welk werk past bij de vaardigheden die ik heb? Hoe kan ik die vaardigheden verder ontwikkelen? “Dat zijn belangrijke vragen voor veel van onze bewoners,” aldus Jeroen. “Ook je energie goed leren verdelen over werk, opleiding en sociale contacten is een belangrijk aandachtspunt. De bewoners vinden het fijn om hier zelfstandig te wonen en ondersteuning te krijgen van begeleiding. Ze ervaren regie over hun eigen leven, omdat wij met hen samenwerken. We staan naast onze bewoners. We coachen hen en bespreken de keuzes die ze kunnen maken. Hoe we dat doen hangt af van de mogelijkheden en het vaardighedenniveau van de bewoner. We sluiten aan bij wat iemand al kan en bouwen dit samen met hem of haar verder uit. Bewoners kunnen hier ontdekken wat hen gelukkig maakt. Ze leren en ervaren wat voor hen belangrijk is.”
Carin Mulder werkt sinds mei op de Polsehof. Ze heeft veel ervaring in het werken met mensen met normale intelligentie en autisme. Carin: “Het is leuk en uitdagend om vanaf 0 te beginnen. Een nieuwe groep, een nieuw team en voor mij een nieuwe organisatie. Ik merk dat de lijnen hier korter zijn.” Ook Erik Janssen werkt sinds kort bij de Polsehof als persoonlijk begeleider. Hij heeft al veel ervaring in het werken met mensen met autisme. Erik: “Het is wel een gewenningsproces in een nieuw team, de lijnen zijn korter, maar je hebt wel meer verantwoordelijkheid. Je doet meer verslaglegging en je hebt ook individueel een overleg. Ik sta er positief in, het is heerlijk werken met mijn nieuwe collega’s. We worden steeds meer een team.” • Belangstellenden voor wonen op de Polsehof, kunnen contact opnemen met het Driestroomloket (0481 375555). Er is nog woonruimte beschikbaar voor 4 personen.
Driestroomhuizen
Driestroomhuis Vinkenbroek Driestroomhuis Vinkenbroek staat in Roosendaal. Vinkenbroek is een melkveehouderij met 120 melkkoeien, 110 stuks jongvee, 6 schapen, 1 pony, 2 honden en 1 poes.
(24 op 24) en zorgen voor aanbod van zowel vrijetijds- als arbeidsmatige (melkveehouderij) activiteiten voor de jongeren. En dat in een prachtige landelijke setting die toch redelijk nabij de bewoonde wereld ligt.
Het gezin dat er woont bestaat uit 5 kinderen en twee volwassenen. Al ruim 10 jaar wonen er ook jongeren in het gezin die door omstandigheden niet thuis kunnen wonen. Voordat deze jongeren weggaan moet er een goede vervolgplek zijn.
Door het koppelen van hun ervaring en zorgsetting in combinatie met professionele begeleiding- en behandelcontext, ontstaat in hun regio een prachtig zorginitiatief met maximale aandacht voor de kwaliteit en continuïteit van zorgverlening.
Vinkenbroek wil LVG-jongeren een gestructureerde 24-uurs verblijfplek met behandeling en zelfstandigheidstraining gaan bieden op hun eigen terrein. Zij bieden begeleiding en continue nabijheid
Driestroomhuizen in beeld • 19
in beeld Driestroomhuis ZorgSamen In Driestroomhuis Zorgsamen woont een gezin met drie kinderen. Het gezin richt zich voornamelijk op verstandelijk gehandicapte, (meervoudig) gehandicapte of terminaal zieke kinderen. Ze bieden vier kinderen de mogelijkheid om in het gezin te worden opgenomen. Daarnaast is er ook een crisisplaats. Driestroomhuis ZorgSamen gaat ervan uit dat alle kinderen het recht hebben om in een gezin te kunnen opgroeien. Vanuit deze kerngedachte willen zij kinderen, die niet bij hun biologische ouders kunnen/mogen wonen, de ruimte en mogelijkheid bieden om in hun gezin te leven. Voorop staat dat de kinderen een veilige en liefdevolle plek krijgen in het gezin, waar ze zichzelf mogen zijn en tot ontwikkeling mogen komen. En willen hen een duurzame opvoeding geven.
Zij creëren een positief, opbouwend en onder steunend leefklimaat. Het huis wordt gekenmerkt door een gastvrije sfeer en altijd een aanloop van familie, vrienden en kennissen. De kinderen nemen vaak vriendjes en vriendinnetjes mee om hier te spelen. Het is een ruim huis met een grote eetkeuken. Ieder kind heeft een eigen kamer. Er is een grote gezamenlijke ruimte en voor iedereen de ruimte en vrijheid om zich even terug te trekken. Er is een ruime tuin met trampoline, schommels, glijbaan en speelhuisje. Daarnaast is de tuin rolstoelvriendelijk.
20 • Driestroomhuizen in beeld
Driestroomhuis HEt Middelpunt Alle kinderen hebben behoefte aan een zinvol, vreugdevol en respectvol bestaan. Kinderen willen zich ontwikkelen. Hiervoor is veiligheid noodzakelijk. Wij willen kinderen met een beperking een evenwichtige, stabiele thuissituatie bieden, waar zij ervaren dat zij gezien en erkend worden. In ons huis staan de kinderen in het middelpunt! We noemen onszelf een professioneel gezin. Onze krachten: we nemen kinderen serieus, geven duidelijke richtlijnen, zijn consequent en zorgen voor rust en gezelligheid. De kinderen krijgen bij ons de vrijheid hun eigen keuzes te maken en hun eigen identiteit te vinden. Onze principes, normen en waarden zijn gebaseerd op onze christelijke identiteit. De grote keuken is het hart van het huis. Hier is ruimte voor ontmoeting.
Er zijn twee huiskamers. Eén om even rustig te zitten en te kletsen, die we ook eventueel af kunnen sluiten voor privégebruik en één om te spelen en met elkaar te hangen. Hier is de tv, een spelcomputer en ruimte om met elkaar te spelen. We zijn er voor de kinderen. We zien ze. We zijn bereikbaar. Zonder dat we continu corrigerend zijn. We zoeken naar gezellige momenten. Dingen samen doen. Gaat het hier om mij? Mag ik hier wonen? Is dit mijn plekje? Het lijkt wel alsof ik er niet maar bij hang Teveel ben, maar belangrijk ben. Alsof Ik het middelpunt ben.
Cliënten in beweging met stagiaires • 21
Cliënten in beweging met stagiaires Zes stagiaires van het ROC Rijn IJssel van de opleiding CIOS (Centraal Instituut Opleiding Sportleiders) en een stagiaire van het ROC A 12 van de opleiding ‘Sport en Bewegen’ zijn aan een jaarstage begonnen bij verschillende dagcentra van Driestroom. De aanleiding hiervoor vormt het beleid ‘Gezonde en Actieve Leefwijze voor cliënten’. Doel van dit beleid is dat cliënten een half uur per dag kunnen bewegen. Gert Ducaat, bewegingsconsulent, kreeg de opdracht van de bestuurder om dit alles te organiseren. Gert onderzocht op welke wijze vergelijkbare instellingen beweging voor cliënten organiseerden en ontdekte dat samenwerking met opleidingen een gouden vondst bleek.
Na oriënterende gesprekken met verschillende opleidingen, ging Driestroom de samenwerking aan met het CIOS Arnhem. Bedoeling is om in een periode van vijf jaar zover te komen dat er op ieder dagcentrum waar dat gewenst en mogelijk is CIOSstudenten bewegingsactiviteiten aanbieden aan cliënten. In september van dit jaar zijn op zes daglocaties de volgende studenten gestart: Dion Schiebergen, Iris Verweij, Thomas van der Cammen, Maurice Zegers en Roy van Lagen zijn sinds kort aan de slag op verschillende dagcentra van Driestroom. Emal Nabat
van ROC A12 heeft ook al in zijn derde jaar stage gelopen bij de Tarweweg en is teruggekomen voor zijn vierdejaars stage.
Drie wensen De stagiaires worden op vakinhoudelijk gebied begeleid door de stagedocent Irma v.d. Weij en door Gert Ducaat vanuit Driestroom. Elke locatie heeft een vaste begeleider. Er is wekelijks contact met de student over de zaken waar hij of zij tegenaan loopt in het contact met cliënten. Roy van Lagen, vierdejaars, wordt op Hofstede begeleid door Sylvia Theunissen. Er is een grote
22 • Cliënten in beweging met stagiaires
ruimte vrij gemaakt voor de bewegingsactiviteiten. Sylvia heeft Roy drie wensen voorgelegd. Sylvia: “Een pauze activiteit, een sport en spel activiteit en bewegen op muziek. Dat laatste kunnen de begeleiders namelijk ook doen.” Roy startte met het observeren en interviewen van cliënten over hun wensen en mogelijkheden. Ook de begeleiders werden bevraagd.” Dan heb je snel duidelijk wat er kan en hoe je dat kunt invullen. Ik werk nu vooral individueel, ik wil de eerste keren de cliënten echt goed leren kennen. Daarna gaan we in groepjes van drie werken.”
“Hij geniet en ik geniet van zijn mimiek en zijn gelach.”
Goeie man Sylvia is verrast door het enthousiasme van cliënten voor bewegen. “Ze genieten heel erg van de individuele aandacht,” aldus Sylvia. En wat betekent dit voor Roy? “Het allerleukste vind ik dat ik zie hoe cliënten echt van sport genieten, dat ik hen aan het lachen kan maken. Ik heb 30 minuten met een cliënt gesport en er was niet een moment dat hij niet lachte. Dat vond ik echt mooi.” Stanley, een van de cliënten, zegt het als volgt: “Ik heb met Roy gevoetbald en paaltjes omgegooid met een bal. Daarna weer gepraat met Roy. Roy doet ‘t goed, goeie man,” zegt hij en steekt zijn duim op.
Enthousiasme Maurice Zegers en Thomas van der Cammen, lopen stage op dagcentrum de Lange Vierhout en groep Spetters. Deze groep is gehuisvest in dagcentrum de Lange Vierhout dat dagelijks bezocht wordt door cliënten tussen de 18 en 68 jaar. In groep Spetters komen ernstig meervoudig beperkte (EMB) jongeren tussen de 14 en 18 jaar. Maurice was door een
Cliënten in beweging met stagiaires • 23
eerdere stage al bekend met EMB jongeren. Thomas en Maurice zijn beiden erg enthousiast over de cliënten. Maurice: “Het zijn cliënten waarvan je in eerste instantie denkt ‘wat kan ik er mee’, maar nu weet ik dat ze het echt erg leuk vinden en het waarderen om bezig te zijn.” De beide stagiaires zijn begonnen met meedraaien in alle groepen van Lange Vierhout en het interviewen van de begeleiders. Bij Spetters doen ze mee met de ochtendkring en nemen vervolgens ieder een cliënt mee naar de gymzaal.
Eigen kleur Op de Lange Vierhout wordt ook met de Kinect gewerkt. Op een beeldscherm zien cliënten zichzelf terug in de vorm van een poppetje. Iedere beweging is terug te zien op het scherm. Zo kunnen cliënten bowlen, voetballen, een waterval afracen enz. Maurice: “Met één of twee personen is dit erg leuk. Wij proberen het uit en geven het door aan de begeleiders en verzinnen weer iets anders. We hebben ook een andere draai gegeven aan ‘bewegen op muziek’. We doen dit nu in twee groepen van 12 tot 14 cliënten. Iedere cliënt
komt aan bod en krijgt een eigen plaats door middel van een matje in zijn of haar kleur. Iedereen mag iets voordoen dat de anderen na moeten doen. Ze vinden het spannend, maar alles mag, ook je eigen CD meebrengen. De begeleiders doen even enthousiast mee. Maar we werken ook individueel. Mike is bijvoorbeeld enorm aan het puberen, ik doe met hem baloefeningen. Hij geniet en ik geniet van zijn mimiek en zijn gelach. ”
Gewoon super Marlene Boer is één van de begeleiders van de stagiaires bij Spetters. Zij vindt het “gewoon super” zoals Thomas en Maurice bezig zijn. Ze is ook aanwezig in de gymzaal als Thomas en Maurice aan het werk zijn met één van haar cliënten. Marlene: “Ik geef aanwijzingen met name over wat de cliënt wel of niet aan kan. Hierdoor kunnen ze beter afstemmen op de cliënt. Hun enthousiasme brengen ze heel goed over op de cliënten. Cliënten vinden het echt leuk. Ze bieden hen iets waar wij niet aan toekomen.” •
24 • Driestroom in ontwikkeling
Driestroom in ontwikkeling
Huissen, Loovelden
Bemmel
In de wijk Loovelden in Huissen werkt Driestroom samen met Stichting Zorgcentra Betuweland en woningbouwvereniging Waardwonen aan een seniorenwoonvorm. Dit initiatief speelt in op een groeiende behoefte aan woonvormen voor senioren met een beperking. Zorgcentra Betuweland is gespecialiseerd in de zorg voor ouderen, pathologische veroudering, verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg. De seniorenwoonvorm voorziet in 14 woonplekken voor oudere mensen met een beperking. Op de tweede verdieping komen tevens negen appartementen voor AWBZ-wonen die minder begeleiding nodig hebben. Op de eerste verdieping zullen vermoedelijk nog vijf appartementen voor mensen met een beperking worden gerealiseerd. De bouw verloop voorspoedig. Waarschijnlijk is begin 2012 alles klaar. De intake van toekomstige bewoners verloopt voortvarend. Door de grote belangstelling voor deze vorm van wonen overlegt Driestroom met Waardwonen over de mogelijkheid van uitbreiding van de mogelijkheden.
De Polsehof in Bemmel heeft inmiddels een andere woongroep. In samenwerking met het Leo Kannerhuis in Arnhem biedt de Polsehof nu woonmogelijkheden voor normaal begaafde jongeren met een autismespectrumstoornis. In de toekomst, naar verwachting eind 2012, wordt in samenwerking met Waardwonen een appartementencomplex gerealiseerd voor mensen met een autismespectrumstoornis in de leeftijd van 18-35 jaar.
Ewijk, Den Elt Driestroom bekijkt samen Standvast Wonen de mogelijkheden om een woonvorm voor volwassenen met een beperking te creëren. De woonvorm ligt vlakbij MFA ’t Hart in Ewijk waar kindercentrum Stijntje Buys is gevestigd. In het voorlopige ontwerp is plaats voor 24 cliënten. Naar alle waarschijnlijkheid start de bouw eind 2011.
Driestroom in ontwikkeling • 25
Nijmegen, De Oude Graafseweg
Overasselt
Het klooster achter de Boskapel aan de Oude Graafseweg in Nijmegen is per 1 maart 2010 aangekocht door Standvast Wonen. Het klooster biedt voor vijf cliënten van Driestroom en vijf cliënten van de RIBW Nijmegen een tijdelijk onderkomen. Driestroom en de RIBW werken samen in deze overbruggingsperiode totdat de cliënten elders verblijf en ondersteuning kan worden geboden. De omgevingsvergunning is in oktober 2010 bij de gemeente Nijmegen ingediend. Eind 2011 vindt waarschijnlijk de start plaats van een ingrijpende verbouwing van het klooster van de Boskapel. Hier wil Driestroom woonaccommodatie ‘De Oude Graafseweg’ voor volwassen cliënten realiseren.
De Bosgroep werkt samen met Staatsbosbeheer in de bossen van Overasselt en Groesbeek. Staatsbosbeheer is een nieuwbouwproject gestart, waarin zij een ruimte voor Bosgroep De Vennen van Driestroom beschikbaar stellen. In augustus ondertekenden Driestroom en Staatsbosbeheer een samenwerkingsovereenkomst. Hiermee biedt Staatsbosbeheer Bosgroep De Vennen de kans om hun wens in vervulling te laten gaan, namelijk een bijzondere locatie voor bijzondere mensen in de nabijheid van de bossen. Op dit moment onderzoekt Driestroom de mogelijkheden om in samenwerking met Staatsbosbeheer een horeca-activiteit onder te brengen. Dit is bij uitstek een prachtige locatie hiervoor vanwege de vele fiets- en wandelroutes die zich in de omgeving bevinden. De verwachting is dat in het voorjaar van 2012 de Bosgroep uit Malden kan verhuizen naar Overasselt.
26 • Wat maakt zorg tot goede zorg?
Week van de Reflectie
Wat maakt zorg tot goede zorg? Van 21 tot en met 25 november 2011, de Week van de Reflectie, organiseerden deelnemers uit het hele land een groot aanbod aan activiteiten op het gebied van reflectie. Driestroom organiseerde dinsdag 22 november in het kader van de Week van de Reflectie een lunchbespreking over ‘presentie’ op landgoed De Bronzen Wereld in Elst. Speciale gastspreker was kaderlid van de stichting Presentie Jan Zandijk. Initiatiefnemer van de bijeenkomst is clustermanager Sjon Oude Egberink. Volgens hem brengt de presentiebenadering ons terug naar de essentie van zorgverlening.
Jan Zandijk liet de aanwezigen op 22 november kennismaken met de ‘presentiebenadering van Professor Andries Baart’. Hij gaf aan het bijzonder te vinden dat Driestroom aandacht besteedt aan presentie. Bijzonder omdat dit niet vanzelfsprekend is. Reflectie is een wezenlijk onderdeel van de zorg. Is de zorg die we in Nederland hebben ontwikkeld goede zorg? De presentiebenadering reflecteert en zet vraagtekens bij wat zorg nu goede zorg maakt.
Presentie als bindmiddel Bestuurder Wim Muilenburg refereerde in zijn inleiding aan een uitspraak van de voorzitter van
Wat maakt zorg tot goede zorg? • 27
de branchevereniging voor Jeugdzorg: “Het goede nieuws is dat we een fantastisch zorgstelsel hebben in Nederland. Het slechte nieuws is dat cliënten zich er niet aan houden.” Wim: “Tot voor kort werkten we in Nederland reactief, volgens een volstrekt achterhaald model. De term ‘zorg’ is afwezig in de nieuwe Wmo-benadering. Sinds is vastgesteld dat outreachend werk bijzondere resultaten kan opleveren voor de burger en zijn omgeving, zijn de belangstelling en het enthousiasme voor deze vorm van hulpverlening sterk toegenomen.” Door middel van wijkcoöperaties geeft Driestroom vorm aan het outreachend werken. Wijkcoöperaties zorgen dat schotten verdwijnen, door samen met andere organisaties midden in de wijk aanwezig te zijn. Wim: “Onze wens is burgers die geen indicatie hebben, maar wel ondersteuning nodig hebben, te bereiken. Én dus daadwerkelijk te ondersteunen. De ondersteuningsvraag van de burger is leidend voor een integraal aanbod van wonen, werk en welzijn.” Jan Zandijk benadrukte de werking van de presentiebenadering: “Presentie kan een fantastisch bindmiddel zijn bij transities en bij het opbouwen van samenwerkingsconstructies. Het kan duurzame verbindingen tussen mensen en organisaties bewerkstelligen. Waarom? De presentiebenadering werkt sector overstijgend. Want in alle sectoren zou de vraag aan de orde moeten zijn: ‘Wat maakt zorg tot goede zorg?”
Duurzame investering “Begrippen als aandacht en liefde zijn verschraald in de hedendaagse zorg. De presentiebenadering kan daar verandering in brengen door zich in het (sociaal) netwerk van de cliënt te positioneren. De
Wat is Presentie? Presentie is een professionele benadering in zorg en welzijn waarin het draait om de relationele afstemming. Daarbij gaat het om nabijheid, aandacht, zorgzaamheid en rust en trouw. De hulpverlener handelt vanuit de vraag: ‘Wat is hier en bij deze persoon nodig voor een goed leven?’
beroepskracht dient de cliënt te volgen, in plaats van het omgekeerde. Goede zorg wordt gegeven door mensen die voldoende tijd en ruimte krijgen om een vertrouwensrelatie op te bouwen met de hulpvrager. Waarbij werkelijk geluisterd wordt naar de ander, ook als aangedragen oplossingen niet blijken te werken. Presentie als basisfilosofie is een duurzame investering,” aldus een betrokken Jan Zandijk. Presentie vraagt om toewijding, doorzettingsvermogen en reflectie. Het ontwikkelen van de presentiebenadering is als het groeien van koraal: het gaat langzaam, maar als het eenmaal is ontstaan...
Meer betekenis aan het verhaal Begeleiders van Driestroom en RIBW werken bij De Dwarsweg (een locatie voor dak- en thuisloze jongeren) volgens de presentiebenadering. Sjon: “Als een jongere zich aanmeldt richten we ons op de relatie, zijn of haar netwerk en de vraag die hij of zij ons stelt. Dan gaan we kijken welke organisatie de best passende ondersteuning kan bieden. De genoemde benadering heeft vruchten afgeworpen bij jongeren die vaak zijn afgeknapt op traditionele vormen van hulpverlening.” De Dwarsweg is als één van de tien projecten genomineerd om mee te doen aan het landelijk experiment ‘Transitiemanagement Langdurige Zorg, wijk- en buurtgericht werken en verbreding programma’s.’ Het landelijke experiment heeft een subsidiebedrag beschikbaar gesteld voor scholing van medewerkers. Op initiatief van Driestroom zijn in september medewerkers van Driestroom, RIBW, Dichterbij en Pluryn gestart met de training presentiebenadering. Kitty van Elst en Anne Oude Egberink (beide verbonden aan de werkgroep presentie van Prof. Dr. Andries Baart) verzorgen deze training. Tijdens de training leren medewerkers hoe zij de presentiebenadering toe kunnen passen om uiteindelijk meer betekenis te kunnen geven aan het levensverhaal van de cliënt. In juni 2012 zal de training worden afgesloten met een seminar over presentie. •
Jacques
Knuffelen met dieren • 29
Werken in de zorg zit begeleider Monique Peters-van Munster in het bloed. Het werken met ernstig meervoudig beperkte jongeren, kinderen bij de groep Spetters, en ouderen met dementie heeft haar hart gestolen. Maar ze heeft nog een passie: werken met dieren. Monique zocht naar een mogelijkheid om haar beide passies te combineren.
Ze onderzocht of er vraag was naar knuffelen met dieren, zocht sponsors voor materialen, benaderde verpleeghuizen en startte een website. Resultaat? Het ‘Happy Pets knuffelteam’. Een team van kippen, konijnen en af en toe een vrijwilliger die meehelpt. Zowel binnen als buiten Driestroom gaat zij met haar Happy Pets knuffelteam op bezoek bij cliënten in woonvormen, dagcentra en verzorgingshuizen.
Geweldig Monique restaureerde een oude hondenkar en regelde reiskoffers voor haar dieren. Een inklapbare ren en een stukje kunstgras maakten het compleet. Monique: “Ik werk met Zijdehoenkippen en Teddy Widder konijnen, deze rassen heb ik uitgezocht om hun lieve karakter. Je kunt ze rustig bij iemand op schoot zetten, ze blijven stil liggen en laten zich graag aaien. Ik ben gestart bij mensen met dementie. Met hen is het contact gericht op het verleden. Veel mensen in deze regio zijn van boerenafkomst en
hebben altijd dieren om zich heen gehad. Een man met dementie had al maanden geen woord meer gezegd, maar toen ik er was met de dieren kwam hij tot leven en begon te praten. Dat was echt geweldig!”
Rustgevend De dierenweek bij Spetters was voor Monique het begin om uit te proberen of de cliënten dieren leuk vinden. Ze kwam met kuikentjes, cavia’s en konijnen. Het werd een groot succes. Cliënten, familie en begeleiders waren enthousiast. Monique: “Of het niveau van cliënten nu hoog of laag is, je zet een konijn op schoot en je ziet dat het een vertederende werking heeft en rustgevend is.”
Lekker zacht Op zaterdag 5 november was Monique met haar Happy Pets knuffelteam te gast bij de Zuiling in Elst. In de huiskamer zaten twaalf cliënten rondom
30 • Knuffelen met dieren
de ren waarin de kippen rustig rondscharrelen op het groene kunstgras. De langharige konijnen lagen bij verschillende cliënten op schoot. Overal blije gezichten en gelach. Ronald heeft een konijn op schoot. “Konijn voelt lekker en is warm,” zegt hij enthousiast. Ondertussen aait hij zachtjes het konijn. Joke zit naast hem op de bank met een konijn op schoot en vindt het “…heel lief.” Bij Frans, die inmiddels 60 jaar is, komen herinneringen aan vroeger naar boven. Frans: “Ik kom uit Gent. Thuis hadden we zwarte kippen en konijnen. We hadden een Vlaamse reus met hele rode oogjes en lange oren.”
Lief kippie In een van de stoelen zit Jacques zacht voor zich uit te praten. “Kip, kip, kip, ai wat ben je lief kippie, mooi, mooi aaien.” Als er daadwerkelijk een kip op zijn schoot wordt gezet, reageert hij nog enthousiaster en spreekt van wel 50 kippen. “Goeiemorgen kip,” zegt hij. Na een poosje krijgt hij een konijn op
Foto van links naar rechts: Ronald, Joke, Monique, Hanneke.
schoot dat hij ook steevast kip noemt maar dan met een “…bontjas, lekker zacht.” Ook Ans geniet met volle teugen: “Ik vind het heerlijk zacht. Ik ben niet hardhandig, dat is zielig voor die beesten.” Monique geniet ook met volle teugen, ze praat met de cliënten en zet steeds voorzichtig een dier bij iemand op schoot. “Dieren hebben geen oordeel, ze reageren gewoon op de mensen,” aldus Monique.
Toekomstmuziek Het Happy Pets knuffelteam is al volgeboekt tot februari 2012. Een eigen bedrijf beginnen is vooralsnog toekomstmuziek, maar het plan ligt klaar. Monique wil eerst regionaal bekendheid krijgen en relaties leggen. Zijn er locaties die graag het Happy Pets knuffelteam op bezoek willen? Of is er een vrijwilliger die mee wil helpen? Dan kun je contact opnemen met Monique Petersvan Munster. Bezoek ook eens haar website www.happypetsknuffelteam.webs.com. •
Burgerkracht • 31
Burgerkracht! Een wereld te winnen…
Op donderdag 22 september organiseerde Humanitas met ondersteuning van de Vrijwilligerscentrale Nijmegen en Driestroom het symposium over vrijwilligerswerk en de Wmo. Er was veel animo voor het thema ‘Vrijwillige inzet in de Wmo – Kansen en Valkuilen’. Ruim 150 belangstellenden bestaande uit vrijwilligers, professionals, ambtenaren en andere geïnteresseerden kwamen naar de Nijmeegse Scholengemeenschap Groenenwoud. Wim Muilenburg leidde deze avond als voorzitter.
Kansen en valkuilen Cultuurpsycholoog en gastspreker Jos van der Lans, nam de aanwezigen op humoristische wijze mee in de geschiedenis van het sociaal werk in Nederland. Hij sprak onder andere over de veranderende rol van de burger. In de workshops en de paneldiscussie werd ingegaan op de kansen en valkuilen die de uitvoering van de Wmo bevat. Zo biedt de uitvoering van de Wmo bijvoorbeeld mogelijkheden voor samenwerking tussen vrijwilligers- en professionele organisaties. Uit de zaal klonk ook bezorgdheid: “Zolang het lukraak vervangen van professionals door vrijwilligers maar uitblijft”. Antwoorden op het nog steeds groeiende beroep op zorg en ondersteuning werden gezocht in het organiseren van zorg en ondersteuning dichtbij de cliënt met als uitgangspunt dat mensen onderling meer kunnen betekenen voor kwetsbare burgers. En daarin valt nog een wereld te winnen. Van der Lans gaf aan dat er altijd kwetsbare mensen zijn voor wie professionele (overheids-)bemoeienis noodzakelijk is, maar ziet dat eerder als een sluitstuk dan een vertrekpunt.
Slimmer werken Op het eerste gezicht ontstaat er een uitbreiding van de overheidstaak, maar indirect gaat het om een andere invulling. Een invulling die op den duur
de vraag naar professionele hulp doet afnemen. In eerste instantie zal er immers in de directe omgeving van de burger naar een oplossing worden gezocht. Het symposium bood ook gelegenheid aan de Nijmeegse wethouder Bert Frings om zijn visie op zelfregie van burgers in de Wmo toe te lichten. Hij benadrukte dat het niet “…zoek de professional, vervang vrijwilliger” moet worden. De gemeente Nijmegen is dit in ieder geval niet van plan. “Integendeel,” aldus Frings. ‘Slimmer werken’ betekent volgens Frings een nog grotere investering in preventie, en op de juiste momenten hulp bieden. Waar die vanwege de zwaarte van de problematiek alleen door professionals geboden kan worden, zal dit in de toekomst niet anders zijn.
Burgerkracht Dat de burger in de toekomst een belangrijke rol speelt binnen het nieuwe sociale beleid, moge duidelijk zijn. In een zorgzame samenleving gaat het vooral om verbinden. Er ontstaan kansen als de burger, professional en vrijwilliger een relatie hebben op basis van waardering. Het is aan de burger te kijken om wat iemand in positieve zin bijzonder maakt, met aandacht voor talenten. De burger blijft te allen tijden centraal staan. Niet vanwege zijn beperkingen, maar vanwege die regie die hij in handen heeft. Uitgaande van zijn of haar eigen kracht. •
Driestroom bedankt Universiteit van Wageningen Colofon Centraal Bureau Industrieweg-Oost 27 6662 NE Elst Postbus 139 6660 AC Elst T 0481 36 60 00 www.driestroom.nl
Redactie Jacqueline van Orsouw (eindredactie) Anouk Spanjers Karen Tijssen
[email protected]
Fotografie Goedele Monnens, pag. 1, 3, 6, 8, 12, 15, 16, 18, 19, 22 en 23 Anita Pantus, pag. 5, 26, 28 en 30
Vormgeving HeldHavtig, Breda
Drukwerk Drukkerij Efficiënt, Nijmegen Oplage 3.000 December 2011
De locatie Beschermd werken aan de Tarweweg in Nijmegen kreeg van de Universiteit van Wageningen 32 gebruikte LCD projectoren. Fantastisch natuurlijk en voor allerlei doeleinden te gebruiken. Te denken valt hierbij aan scholings doeleinden en gebruik op andere locaties.
Driestroom medewerkers en cliënten bedanken locatiemanager Ludy Zeeuwen, van het Forum onderwijsgebouw van de Universiteit van Wageningen, voor haar bemiddeling.