Interline Casusschetsen Orthopaedie 25 maart 2002
Casusschets 1 Man, 18 jaar, amateurvoetballer, maandag op spreekuur. Afgelopen zondag bij voetbal een valgisatieletsel. Hij heeft pijn aan de mediale zijde van de rechter knie met een forse hydrops. Vraag 1: Verwijst u door voor een scopie? 1. Ja. 2. Neen. 3. Anders. Vrouw, 15 jaar. Komt enkele dagen na een ski-ongeval bij u. Zij komt lopend binnen, met pijn aan de mediale zijde van de knie. Bij onderzoek een collateraal bandletsel met forse instabiliteit en een matige hydrops. Vraag 2: Verwijst u? 1. Ja. 2. Neen. 3. Anders.
Casusschets 2 Vrouw, 45 jaar. De laatste 2 jaar in periodes knieklachten. Laatste 2 weken ervaart zij een strak en vol gevoel in de knieholte, wat irriteert. Deze klachten zijn geleidelijk ontstaan. Een echo bevestigt u vermoeden op een Bakerse cyste. Vraag 1: Wat is uw beleid? 1. 2. 3. 4.
U stelt patiente gerust, het gaat vanzelf over. U adviseert patiente rust te houden. U verwijst voor excisie van de cyste. U verwijst naar de orthopaed.
Man, 60 jaar. Heeft sinds jaren recidiverende knieklachten op basis van een op de X aangetoonde matige gonartrose. Hij heeft 2 weken geleden weer meer pijnklachten gekregen, zonder voorafgaand trauma. Hij slikt veel pijnstillers. Nav uw onderzoek twijfelt u of er ook geen meniscusletsel aanwezig is. Vraag 2: Wat doet u? 1. U verwijst want de knieklachten bestaan al lang, scopie is nu wel op zijn plaats. 2. U verwijst niet naar de orthopaed maar naar de fysiotherapeut. 3. U geeft slechts medicatie en adviezen hoe ermee te leven.
Casusschets 3 Vrouw, 50 jaar. In het laatste jaar toenemend last van de binnenzijde van de rechter knie zonder voorafgaand trauma. Fysiotherapie en NSAID’s hebben de klachten niet doen afnemen. Haar werk in de verpleging en sportuitoefening zoals tennis geven nu steeds meer problemen. Röntgenologisch blijkt sprake te zijn van een matig ernstige mediale compartimentsgonarthrosis. Vraag 1: Stelt u een verwijzing voor en wat zijn de opties? 1. Ja 2. Nee 3. Anders
Vrouw, 32 jaar. Sinds een jaar of 3 intermitterend pijnklachten in m.n. de rechter lies. Verder zijn er op dit moment geen duidelijke problemen. Een kuur NSAID’s hielp redelijk en ook fysiotherapie heeft een positief effect gehad. Toch blijft er nog sprake van liespijn. Bij lichamelijk onderzoek is er sprake van een discrete en gevoelige rotatiebeperking van de rechter heup. Vraag 2: Röntgenologisch blijkt dat er geen duidelijke afwijkingen zijn aan beide heupgewrichten. Het advies aan patiënte moet zijn af te wachten en controle alleen bij progressie van de klachten. Bent u het hiermee eens? 1. Ja 2. Nee 3. Anders Vraag 3: Het röntgenverslag vermeldt een valgusheup (versterkte CCD-hoek) beiderzijds met rechts apicaal arthrotische veranderingen in kop en acetabulum. Zou u hetzelfde advies geven als bij vraag 2? 1. Ja 2. Nee 3. Anders
Casusschets 4 Vrouw, 79 jaar. Bekend met diabetes. Bekend met een spondylose en matige coxartrose links. Heeft veel pijn, uitstralend van de rug naar linker been en in de linker lies. Zij gebruikt continu een NSAID waarmee het dragelijk is. Vraag 1: Adviseert u haar een total hip operatie? 1. Ja 2. Neen 3. Anders
Man, 70 jaar. Op X matige coxartrose. Laatste maanden toenemende klachten, wordt ’s nachts wakker van de pijn, heeft continu paracetamol nodig, loopt nu met stok. Hij vraagt wat u er verder nog aan kan doen. Vraag 2: Adviseert u hem een verwijzing, en zoja met welke verwachting? 1. Ja 2. Neen 3. Anders
Vrouw, 75 jaar. Bekend coxartrose. Lichte pijn, ADL normaal, trap lopen gaat zeer moeizaam, slaapt boven. Stok nodig bij lange wandelingen. Bij onderzoek komt de flexie in de heup niet tot 90’. Zij wil graag geopereerd worden. Vraag 3: Acht u een goede operatie-indicatie aanwezig? 1. Ja 2. Neen 3. Anders
Casusschets 5 Man, 70 jaar, vitaal. Heeft 2 weken geleden tot nu toe naar volle tevredenheid een THP (Totale Heup Prothese) geimplanteerd gekregen. Sedert gisterenavond evenwel is er een roodheid van de wond en toenemende vochtproductie. Geen koorts. Vraag 1: Wat te doen? 1. Starten met een breed spectrum antbioticum. 2. Doorsturen naar de orthopedisch chirurg. 3. Koelen met ijs en rust voorschrijven.
Vrouw, 65 jaar, gezond. Vijf jaar geleden een TKP geimplanteerd gekregen. Na het volbrengen van de avond-4-daagse bezoekt zij uw spreekuur met een open ontstoken huiddefect aan de hiel. Toevallig aan dezelfde zijde waar de prothese is geplaatst. Er zijn geen klachten van de knie. Vraag 2: Wat is uw beleid? 1. Starten met een antibioticum, doorverwijzen naar de orthopaed. 2. Rust voorschrijven met goede wondverzorging. 3. Starten met een antibioticum en het belang van goede voetverzorging bij een prothese nog eens benadrukken.
Casusschets 6 Moeder komt met Kim, 1½ maand oud. Bevallen na 36½ wk zwangerschap, geen stuitligging. Moeder vertelt dat zij vroeger in een gipsbroek heeft gelegen, en vraagt of Kim nu niet onderzocht moet worden. Bij lichamelijk onderzoek gb. Vraag 1: Wat doet u? 1. 2. 3. 4.
X-bekken Echo heupgewrichten nu. Echo heupgewrichten over 6 weken. Afwachten.
Eveneens Kim, maar nu met een blancoanamnese van moeder. Kim heeft op het eind van de zwangerschap in stuit gelegen, is wel normaal in hoofdligging geboren.
Vraag 2: Wat adviseert u? 1. 2. 3. 4.
X-bekken Echo heupgewrichten nu. Echo heupgewrichten over 6 weken. Afwachten.
Casusschets 7 Kind, 9 jaar. Sinds 2 weken pijn in lies en knie, loopt een beetje mank. Geen trauma. Bij onderzoek een lichte flexiebeperking in de heup.
Vraag 1: Welke diagnose acht u het meest waarschijnlijk? 1. 2. 3. 4.
Coxitis fugax. Morbus Perthes. Epifysiolysis capitis femoris. Anders.
Vraag 2: Wat is uw advies: 1. 2. 3. 4.
Afwachten. X-bekken. Echo. Verwijzen.