INTERLINE
SLAAP/WAAK STOORNISSEN
CASUSSCHETSEN Casusschets 1
Concept 22 mei 2007
Mevrouw Vannacht, 37 jaar. Zij is nooit een erg goede slaper geweest. De laatste 6 maanden gaat het steeds slechter. Zij gaat om 22.15 uur naar bed, kijkt TV in bed en doet het licht uit om 23.30 uur. Daarna ligt ze zeker 2 uur wakker. Na inslapen wordt ze nog 4-5 keer wakker in de nacht. Ze kijkt op de wekker en maakt zo elk uur mee. Ze schat zo in de nacht nog eens 3 uur wakker te zijn zodat er maar enkele uren slaap overblijft. Ze blijft wel in bed liggen. Ze staat om 6.30 uur op en is dan haast meer moe dan ’s avonds als ze naar bed gaat. Ze blijft moe en functioneert aanwijsbaar onder haar niveau. In de middaguren gaat ze even liggen, maar zou dan geen dutjes doen. De globale tractus anamnese levert geen bijzonderheden op. Patiënte drinkt 2 E alcohol rond 21.30 uur als “slaapmuts”. Vraag 1: Betreft dit waarschijnlijk primaire insomnie? 1. Ja 2. Nee 3. Weet niet / anders Vraag 2: Welke ‘fouten’ maakt patiënte tegen de regels van de slaaphygiëne?
Vraag 3: Welke therapeutische opties hebt u zelf?
Vraag 4: Wat is uw verwachting bij verwijzing?
Casusschets 2 Mevrouw Tuin, 65 jaar bezoekt uw spreekuur vanwege slaapproblemen. Zij merkt op dat haar benen zo onrustig zijn en vraagt of daar niets voor is. Vraag 1: Deze informatie is voldoende om de diagnose rusteloze benen te stellen. 1. Juist 2. Onjuist 3. Weet niet. Vraag 2: Bij rusteloze benen is lichamelijk onderzoek zinvol. 1. Juist 2. Onjuist 3. Weet niet. Vraag 3: Bij RLS verricht ik nader onderzoek. 1. Ja 2. Nee
U stelt u de diagnose restless legs syndroom. U overweegt medicatie voor te schrijven. Vraag 4: Wat schrijft u voor: 1. 2. 3. 4. 5.
Niets, ik verwijs patiënte naar een neuroloog voor behandeling. Een benzodiazepine. Een dopamine-agonist. Hydrokinine. Anders.
Casusschets 3 Mw Pam, 78 jaar, heeft recent in het ziekenhuis gelegen voor een heupprothese. Als zij hiervan gerevalideerd is, zal de andere kant worden geopereerd. Aan pijnstilling gebruikt zij 3dd 500 mg paracetamol, verder nog metoprolol ivm hypertensie. In het ziekenhuis kreeg zij temazepam. Zij vraagt hiervan een herhaalrecept omdat zij hiermee eindelijk zo goed kan slapen.
Vraag 1: Hoe is uw reactie: 1. De assistente maakt het recept en ik onderteken het zonder verder gezeur. 2. Ik vraag de reden van het slechte slapen uit, en laat haar eventueel een slaapdagboek bijhouden. 3. Ik verwijs mevrouw naar een cursus ”slapen kun je leren”. 4. Ik schrijf geen slaapmiddel voor, maar vertel haar zij vanwege haar leeftijd minder slaap nodig heeft. 5. Anders.
Casusschets 4 Mijnheer Ploeger, 49 jaar. Klaagt over slapeloosheid, moeheid tijdens het werk en concentratieverlies. Hij werkt al meer dan 20 jaar als medewerker bij een distributiecentrum in ploegendienst. Het schema is: 3 dagen avonddienst, 3 dagen ochtenddienst, 3 dagen vrij, 3 dagen nachtdienst, 3 dagen vrij. Sinds kort verschuift de patiënt in de dagen vrij voor de nachtdienst zijn slaap/waakschema in enkele grote stappen van slaap ’s nachts naar slaap overdag. De slapeloosheid is zowel ’s nachts (na ochtend- en avonddienst) als overdag na de nachtdienst een probleem en leidt tot uitputtingsverschijnselen. Tot ca. 45 jarige leeftijd ging het goed en was de gezondheid uitstekend. In die tijd waren er veel huiselijke problemen, o.a. met puberende kinderen. Vraag 1: Waarom denkt u dat het slapen niet meer lukt, ondanks 20 jaar ervaring met ploegendienst?
Vraag 2: Is er een causale relatie met de situatie thuis? Vraag 3: Wat vindt u van het schema waarin de patiënt werkt? Vraag 4: Wat vindt u van het copings mechanisme van de patiënt? Vraag 5: De bedrijfsarts wil van u graag de prognose weten. Wat zegt u?
Casusschets 5 Mijnheer Luid, 45 jaar. Komt met de vraag of een in aanmerking komt voor een snörex apparaat. Volgens zijn echtgenote en kinderen snurkt hij fors. Zijn echtgenote heeft iets gelezen over het slaapapnoe syndroom en vindt dat hij ook ophoudt met ademen ’s nachts. Regelmatig gaat zij ’s nachts op de logeerkamer slapen vanwege zijn snurken. Mijnheer zelf heeft niet zo’n probleem met het snurken maar snapt wel dat het voor zijn ega en kinderen vervelend is en ook wel beangstigend. Hij is meewerkend eigenaar bij een kabel installatiebedrijf en moet vroeg op waarbij hij lange dagen maakt. Behoudens het snurken zijn er wat hem betreft geen grote problemen. U kent patiënt eigenlijk ook niet met grote problemen of chronische aandoeningen. Vraag 1: Wat wilt U vooral nog weten van patiënt betreffende de anamnese? 1. 2. 3. 4.
Is er sprake van slaperigheid overdag? Slaapt hij onrustig? Hoe laat gaat hij naar bed en hoeveel uur slaapt hij? Rookt patiënt?
Vraag 2: Waar let U in eerste instantie op bij het lichamelijk onderzoek? 1. 2. 3. 4.
Doorgankelijkheid neus. Roodheid oropharynx. Overgewicht. Kwaliteit van de dentitie.
Vraag 3: Indien er geen slaperigheid overdag bestaat, wat is dan uw diagnose? 1. 2. 3. 4.
Er is sprake van snurken icm een OSAS. Er is sprake van sociaal invaliderend snurken. Er is sprake van een parasomnie. Snurken dat kan leiden tot een OSAS.
Vraag 4: Acht u het zinvol patiënt te verwijzen? 1. 2. 3. 4.
Ja, voor het aanmeten van de snörex-beugel. Ja, om andere reden. Nee. Anders.
Casusschets 6
De Heer Pathos, 58 jaar.
Mijnheer komt samen met zijn echtgenote naar Uw spreekuur. Hij is moe, er komt niks uit zijn handen. Daarbij is hij ook kortademig. Klachten zijn laatste jaar sterk toegenomen. Mogelijk heeft hij een maand geleden een TIA doorgemaakt. Patiënt snurkt al jaren, mogelijk zijn er ook apneu’s. Hij is al jarenlang veel te zwaar, heeft een moeilijk te behandelen hypertensie en daarnaast een moeilijk instelbare diabetes mellitus waarvoor orale antidiabetica en insuline. Hij gebruikt 2 a 3 eenheden alcohol per avond, rookt 15 sigaretten per dag. Sinds een half jaar zit hij in de VUT, voorheen was hij vrachtwagenchauffeur. Een jaar geleden heeft hij een auto-ongeval gehad door een voorrangsfout. Vraag 1: U denkt aan een slaap apnoe syndroom, wat heeft nu prioriteit? 1. 2. 3. 4.
Patient moet gaan afvallen. Is er sprake van slaperigheid overdag, evt Epworth Sleepiness Scale (ESS) vragenlijst. Hij mag geen alcohol meer drinken. Eerst diabetes en hypertensie goed behandelen, daarna verder kijken.
Na een slaaponderzoek lijkt er sprake te zijn van een slaapapnoe syndroom waarbij de apnoe/hypopnoe index 45 per uur is (ernstig gestoord). Het behandelingsvoorstel is een CPAP-apparaat. Vraag 2: Zijn er alternatieven? 1. 2. 3. 4.
Afvallen MRA (mandibular repositie apparaat) UPPP (uvulo palato pharyngo plastiek) Snörex.
Vraag 3: Welke aanvullende adviezen/regels gelden nog voor patiënt? 1. Niet meer autorijden tot er een keuring heeft plaatsgevonden. 2. CPAP 2 à 3 uur per nacht gebruiken is voldoende. 3. Geen bijzondere leefregels als hij goed is ingesteld.
Casusschets 7 Hr van Dalen heeft een primaire insomnie. Hij vraagt voor tijdelijk gebruik melatonine, hij heeft daar goede verhalen over gehoord.
Vraag 1: Wat is uw reactie?
Heer Vlieger vraagt u melatonine in verband met zijn vliegreis naar Tokio. Hij moet de volgende dagen goed wakker zijn voor onderhandelingen aldaar en wil daarom zo snel mogelijk weer in zijn slaapritme komen. Hij vertrekt om 11 uur van Schiphol, komt dan om 21 uur aan in Tokio, het is daar dan 6 uur ’s morgens. Vraag 2: Wat adviseert u?