INTERLINE DEVENTER
CASUSSCHETSEN BEKKENBODEMPROBLEMATIEK
S.V.P. hierop geen aantekeningen maken !
Maart 2010
INTERLINE DEVENTER
BEKKENBODEMPROBLEMATIEK
maart 2010
CASUSSCHETSEN Casusschets 1 Mw Adams, 46 jaar, komt op het spreekuur voor een uitstrijkje. Voor het inbrengen van het speculum vraagt u haar wat te persen, daarbij ziet u wat urine uit het ostium komen. Vraag 1: Bespreekt u dit met haar? 1. Ja 2. Nee Vraag 2: Welk type incontinentie vermoedt u?
Vraag 3: Hoe vaak denkt u dat deze incontinentie op deze leeftijd voorkomt? 1. 10-20 % 2. 30-50 % 3. 60-80%
Casusschets 2 Mevrouw Pietersen, 52 jaar, komt met een potje urine. Zij vraagt u of ze een blaasontsteking heeft. Ze moet vaak plassen, verliest dan wat, heeft voortdurend aandrang. Geen pijn. Vraag 1: Wat wilt u meer weten?
Vraag 2: Wat doet u aan lichamelijk onderzoek?
Vraag 3: Adviseert u in dit geval een mictiedagboek bij te houden? 1. Ja 2. Nee
Uw conclusie luidt dat er sprake is van een overactieve blaas, een geringe prolaps, en een overactieve bekkenbodem. Vraag 4: Wat is uw beleid in algemene zin?
Casusschets 3 Mevrouw Spring, 47 jaar, heeft geen urineverlies bij aandrang, maar wel bij sporten en hoesten. Er is geen pijnlijke mictie. Zij heeft 1-2 per week urine verlies, drinkt 2 koffie dagelijks en in het weekend matig alcohol. Gebruikt geen diuretica. U stelt de diagnose stress incontinentie. Vraag 1: Wat is uw behandelingsvoorstel? 1. 2. 3. 4. 5.
Incontinentie materiaal. Oefeninstructie. Fysiotherapeut. Bekkenbodempoli. Anders.
Stel dat u mevrouw zelf geïnstrueerd heeft voor bekkenbodemspier training. Maar na 6 weken komt ze bij u terug omdat het geen effect heeft. Vraag 2: Wat is uw volgende stap? 1. Nieuwe instructie 2. Verwijzen naar de gynaecoloog 3. Medicatie 4. Een pessarium 5. Anders.
Casusschets 4 Mevrouw Telaat, 63 jaar. Is soms nat, kan het toilet dan niet op tijd halen. Zij heeft geen klachten bij hoesten of persen, zij gebruikt geen medicatie, heeft geen pijn bij het plassen. Het urine sediment blijkt schoon, bij LO ziet u een litteken van een abdominale uterus extirpatie, een droge atrofische schede met een geringe voorwand prolaps. U stelt de diagnose Urgency-incontinentie. Vraag 1: Wat is Uw beleid? 1. Medicatie. 2. Pessarium aanmeten. 3. Blaastraining. 4. Bekkenfysiotherapie. 5. Verwijzing naar de Bekkenbodempoli.
Na blaastraining en na een verwijzing naar de bekkenfysiotherapeute komt patiënte na enkele weken bij u terug. De klachten zijn wel iets verbeterd maar nog niet voldoende. Met name in de nacht moet ze er nog 3 x uit om te plassen. U overweegt medicatie toe te voegen. Vraag 2: Welk medicament kiest U? 1. Oxybutynine (Dridase/ Kentera pleister) 2. Solifenacine (Vesicare) 3. Flavoxaat (Urispas) 4. Tolterodine (Detrusitol) 5. Anders Het lukt niet, mevrouw is niet verder gemotiveerd voor training van de blaas of bekken bodem. De medicatie werkt onvoldoende. Het incontinentie materiaal bleek tot nu toe een oplossing naar tevredenheid, maar de incontinentie neemt de laatste tijd toe tot te hinderlijke proporties. Vraag 3: Wat doet u?
Casusschets 5 Mevrouw Busser, 52 jaar komt op het spreekuur, met de klacht dat er iets de vagina puilt. Soms heeft zij ook ongewild urineverlies. In liggende positie ziet u inderdaad een stuk van de vagina wand juist voor de introïtus uit de vagina puilen. Vraag 1: Welke aanvullende gegevens acht u van belang?
Vraag 2: Doet u lichamelijk onderzoek? 1. Nee 2. Ja, een VT 3. Ja, een RT en VT 4. Anders
U vraagt mevrouw te persen en dan puilt de prolaps verder uit de vagina. Na inwendig onderzoek stelt u de diagnose cystocele. Vraag 3: Wat is uw behandelingsvoorstel? 1. Verwijzen gynaecoloog 2. Fysiotherapeut 3. Pessariumtherapie 4. Instructie bekkenbodemtraining 5. Anders
Uw voorstel om een pessarium te proberen spreekt mevrouw erg aan; zij heeft op dit moment zeker geen tijd voor een operatie. Vraag 4: Welk pessarium probeert u en hoe bepaalt u de maat?
Mevrouw is erg tevreden met haar pessarium. Helaas is er wel vaak sprake van een drukulcus, waardoor mevrouw regelmatig het pessarium uit moet laten. Zij vraagt zich af of er nog andere opties zijn. Vraag 5: Welke van de volgende opties zou u patiënte adviseren? 1. 2. 3. 4.
Een ander soort pessarium (kubus / Hodge). TVT-operatie. Uterusextirpatie. Anders.
CASUSSCHETS 6 Mw. Strak, 21 jaar, bezoekt uw spreekuur ivm vulvaire irritatie. De fluorklachten waarvoor zij uw spreekuur eerder bezocht zijn ondanks de diverse kuren antimycotica/antibiotica ook nog steeds aanwezig. Vraag 1: Welke aanvullende vragen stelt u ?
Bij doorvragen vertelt mevrouw dat het grootste probleem is dat het vrijen niet lukt tgv pijnklachten. Tevens moet ze erg vaak plassen en heeft ze last van obstipatie. Vraag 2: Wat wilt u nog meer van haar weten ?
Vraag 3: Doet u lichamelijk onderzoek ? zo ja, waar bestaat dat uit en waar let u op?
Bij inspectie van de vulva ziet u een gave huid en vaginaslijmvlies. De introitus van de vagina oogt nauw. De vaginakweek die u afneemt toont (zo blijkt later) vaginale flora. Opvallend is een rode plek op de commissura posterior op 6 uur. Speculumonderzoek laat u achterwege. Bij VT met 1 vinger is de bekkenbodem hypertoon en pijnlijk bij palpatie. Vraag 4: Wat is uw diagnose ?
Vraag 5: welke van de volgende behandelingsopties stelt u voor ? 1. 2. 3. 4. 5.
Fysiotherapeut Verwijzing gynaecoloog Seksuoloog Pelotetherapie Anders