t ran sfe r
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
Buitenlands talent blijft weg zonder beurzen
7
jaargang 21 | juli/augustus 2014
visie vsnu en vereniging hogescholen op internationalisering | denktank doet
verrassende voorstellen voor bevorderen mobiliteit | meeneembare studiefinanciering onvoldoende stimulans | ‘nederland-promotie in china moet moderner’
7 Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is ook online: www.nuffic.nl/transfer. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samen werking in het hoger onderwijs. Verschijnt acht keer per jaar. Redactie Rob Burkhard (hoofdredacteur a.i.), Els Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Zandvliet en Ralph Aarnout Aan dit nummer werkten mee Floris Akkerman, Alexandra Branderhorst, Han van der Horst, Charles van Leeuwen, Yvonne van de Meent, Martine Postma, Daphne Riksen, Ellen Touw, Rineke Wisman Beeld Svetlana Balashova, Martijn Beekman/ANP, Reyer Boxem, Philip Driessen, Mellen Gou, Henriëtte Guest, Maarten Hartman, Imago Sportfotodienst/HH, iStock, Piroschka van de Wouw/De Beeldredaktie Redactieraad Ries Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Neth-ER), Klaartje van Genugten (Fontys), Leonard van der Hout (Hogeschool van Amsterdam), Erwin Ploeger (Unesco-IHE) Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel.: 070 – 4260126 / 4260144 / 4260122 fax: 070 – 4260399 e-mail:
[email protected],
[email protected],
[email protected],
[email protected] Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.nuffic.nl/transfer. Adreswijzigingen Abonnees kunnen adreswijzigingen doorgeven via het contactformulier op www.nuffic.nl/transfer. Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk Drukkerij Verloop, Alblasserdam Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofd redactie. Omslag Een buitenlandse student droomt van een studiebeurs. Foto: iStock, bewerking Making Waves. Transfer 1, jaargang 22, verschijnt 25 september 2014.
transfer
Verleidelijk Het is pas twee jaar geleden dat het Huygensprogramma ten einde kwam, het Nederlandse beurzenprogramma om buitenlands talent naar ons land te halen. Sommige instellingen proberen dat gat op te vullen met eigen beurzen programma’s, maar de roep om een nationaal beurzenprogramma is nooit verstomd. Sterker, hij neemt weer toe. Zeker nu in de ons omringende landen het aantal beschikbare beurzeninitiatieven eerder groeit dan afneemt, moet Nederland ervoor waken geen achterstand op te lopen. Dat is het beeld dat maar weer eens bevestigd wordt in de internationalise ringsvisie van de VSNU en de Vereniging Hogescholen. Eensgezinder dan ooit tevoren, roepen zij de minister op om vooral werk te maken van een nieuw beurzenprogramma, zodat het Nederlandse hoger onderwijs zich weer serieus kan mengen in de strijd om internationaal talent. The war for talent. Dat talent van buiten de EU door een beurs over de streep kan worden getrokken in ons land te studeren, ligt voor de hand. Het is een krachtig instrument dat de doorslag kan geven. Maar wat zijn de andere overwegingen die meespelen? Welke obstakels zien de talenten die uiteindelijk niet voor Nederland kiezen? We zouden het hen graag direct vragen, maar hoe kun je dat het beste doen? Voor de vraag waarom de meeste Nederlandse studenten niet naar het buiten land gaan, hebben de beleidsmakers van OCW iets nieuws uitgeprobeerd. Zij vroegen een groepje Nederlandse studenten en net afgestudeerden een minidenktank te organiseren rond deze vraag. Niet langer dan een weekend was de denktank samen. Maar des te verfrissender is het om te lezen hoe de verandering van perspectief tot een ander type oplossingen leidde. Het zijn verleidelijke oplossingen en ideeën. Afkomstig van mensen die zeer dicht bij de doelgroep staan. Zou zo’n denktank ook werken als je een groep internationale talenten samenbrengt? De praktische haalbaarheid is een uitdaging. Zoveel landen, zoveel verschillen. Maar als het meer zicht geeft op de vraag hoe we buitenlands talent kunnen overhalen in Nederland te studeren, dan is het misschien toch verleidelijk om er nog eens over na te denken. rob burkhard
[email protected]
r
inhoud
10–19
Internationaliseringsvisie Internationalisering is terug op de politieke agenda. Minister Bussemaker kan het document met haar visie erop elk moment naar de Tweede Kamer sturen. In deze Transfer lopen we op die nieuwe visie vooruit. In een interview met de voorzitters van de VSNU en de Vereniging Hogescholen bekijken we het wensenlijstje voor internationalisering dat die twee onlangs gezamenlijk presenteerden (pag. 10–12). We gaan nader in op de grootste wens van dat lijstje: een nieuw nationaal beurzenprogramma (pag. 14–16). Ten slotte een artikel over zeven jongeren uit de Nationale DenkTank. Zij hebben nagedacht over nieuwe manieren om studentenmobiliteit te stimuleren en komen met verrassende voorstellen (pag. 18–19).
Gezamenlijke Visie Internationaal
20
24
3
Meeneembare beurs is heel impopulair Het leek dé oplossing voor de stagnerende uitgaande mobiliteit: het recht om je studiebeurs mee te nemen wanneer je in het buitenland gaat studeren. Maar de meeneembare beurs is in de zeven jaar dat hij intussen bestaat, bepaald niet het ei van Columbus gebleken. Hoe komt dat?
‘Nederland-promotie in China moet moderner’ Zeven jaar lang was hij directeur van het Netherlands Education Support Office (Nuffic Neso) in Rusland. Deze zomer verhuist Charles Hoedt naar Beijing, om daar de vestiging in China te gaan leiden. In een interview ontvouwt hij alvast enkele van zijn plannen.
En verder 2 Colofon en redactioneel 4 Kort nieuws 13 Opinie: zet niet in op Engels, maar op meertaligheid 17 Column Ellen Touw 23 Aanpakken: internationaliseerders aan het werk 27 Sorry? Pardon! Misverstanden in het buitenland 28 Van Gogh-beurzen: klein maar fijn 30 Gelezen 31 Onbekend terrein: tv-presentator Roos Moggré over het Amerikaanse college-leven zoals in series
Foto: Imago Sportfotodienst/HH
4
nieuws
traditie onder vuur Duitse burschenschaften hebben een heel ander imago dan de Nederlandse studentenverenigingen. De meeste weren vrouwen en bij hun ontgroeningsritueel, de mensur, brengen leden elkaar soms ernstige verwondingen toe. Steeds luider klinkt de kritiek dat de verenigingen niet genoeg doen om zich van rechts-radicale smetten te ontdoen. In juni wilden 250 burschen uit heel Duitsland hun gebruikelijke optocht houden bij nationaal monument de Wartburg, maar daar waren ze niet langer welkom. Bij gebrek aan beter hielden ze een fakkeloptocht bij hun eigen burschenschaftsdenkmal.
Communicatieoffensief over MOOC’s Er komt meer voorlichting om misverstanden over buitenlandse Massive Open Online Courses (MOOC’s) weg te nemen. Die belofte deed minister Bussemaker in reactie op zorgen bij VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg. Hij constateerde dat opleidingen die online colleges ‘van een wereldberoemde professor van MIT of Princeton’ willen gebruiken, nog veel belemmeringen ervaren. Bussemaker herhaalde dat studiepunten kunnen worden gegeven voor MOOC’s na goedkeuring van de examencommissie, zoals dat ook gebeurt bij buitenlandse studieonderdelen. Als voorbeeld noemde zij de Universiteit Leiden die een cursus van Vanderbilt University heeft geïncorporeerd in het onderwijsprogramma, maar zelf examens afneemt. Ook wees
juli/augustus 2014 | transfer
de minister op een recente notitie van de NVAO over MOOC’s en online onderwijs. “Er bestaan vooral belemmeringen in de perceptie”, concludeerde zij. Dat erkende Duisenberg, die van de minister een communicatieoffensief verwacht om het gebruik van online onderwijs aan te moedigen. Volgens hem durven examencommissies niet meer zo veel sinds de kwaliteit van opleidingen bij Inholland ter discussie stond. Terwijl het volgen van een MOOC een ‘waanzinnig leerzame ervaring’ is, aldus Duisenberg, onder andere door de bijbehorende ‘community met studenten van over de hele wereld’. Bussemaker toonde zich enthousiast over de MOOC van de Amerikaanse politiek filosoof Michael Sandel waar zij aan deelnam. (AZ)
5
Geen Saoedi’s meer naar Maastricht Saoedi-Arabië stuurt dit jaar geen nieuwe studenten geneeskunde meer naar Maastricht en zet de samenwerking wellicht volledig stop. De regering in Riyad is ontevreden dat de studenten geen coschappen kunnen lopen in Nederland, maar onder andere in Ierland en de VS worden ondergebracht. Dat meldt het Maastrichtse universiteitsblad Observant. Sinds 2007 stuurt Saoedi-Arabië studenten naar Maastricht en Groningen voor een opleiding tot basisarts. Jaarlijks zouden tachtig studenten in Nederland worden opgeleid, maar die aantallen werden nooit gehaald. Taalproblemen spelen een belangrijke rol. In Groningen kunnen de studenten met veel extra begeleiding deelnemen aan het Nederlandstalige opleidingsprogramma. Maastricht laat de studenten
instromen in de Engelstalige opleiding en laat ze een jaar coschappen lopen in het buitenland, aangevuld met een speciale klinische opleiding. Normaal duren coschappen tweeënhalf jaar. Maastricht gelooft niet dat de taalvaardigheid van de studenten goed genoeg kan worden om ze met Nederlandse patiënten te laten werken. De geneeskundefaculteit onderhandelt met Riyad over een andere invulling van de coschappen. Conflicten wil men vermijden, omdat de faculteit ook andere belangen heeft in Saoedi-Arabië, onder meer op het gebied van docentenprofessionalisering. Bovendien is het Maastrichtse curriculum met begeleiding en al verkocht aan een nieuwe medische faculteit in Bukayriah. (RA)
1.167 Transnationaal onderwijs
51% STAY
GO
Zoveel steunbetuigingen kreeg de petitie ‘Het NIMAR in Rabat moet blijven’ (zie: www.bit.ly/petitie-nimar). Het Nederlands Instituut in Marokko vervult een onmisbare brugfunctie tussen Nederland en Marokko en mag niet verdwijnen, vinden de ondertekenaars.
van de studenten die deelneemt aan een transnationaal hogeronderwijsprogramma studeert helemaal niet in het land van de aanbiedende instelling.
49%
van de studenten die deelneemt aan een transnationaal hogeronderwijsprogramma studeert minimaal een semester in het land van de aanbiedende instelling.
Nederlandse instellingen mogen alleen een Nederlands diploma afgeven als een student minimaal een kwart van de studietijd in Nederland heeft doorgebracht. In andere landen geldt deze verplichting niet. bron: impacts of transnational education on host countries: academic, cultural, economic and skills impacts and implications of programme and provider mobility (british council/daad)
juli/augustus 2014 | transfer
6
nieuws
De beurs van…
Finse universiteiten staken proef met collegegeld
ramiro huayller zuleta (31) masterstudent ‘ict in business’, universiteit leiden
Je bent ICT-manager bij een taleninstituut in La Paz, Bolivia. Waarom ben je een master in Leiden gaan doen?
Foto: Henriëtte Guest
Jaarlijks komen honderden studenten, promovendi en cursisten uit ontwik kelingslanden naar Nederland met een NFP-beurs. Wie zijn zij en wat doen zij?
“De informatietechnologie verandert voor durend en ik wil me graag daarin verder ontwikkelen. Mijn werkgever moedigde me ook aan. Mijn baas, een Nederlandse, adviseerde me deze tweejarige masteropleiding. Ik heb me ook op andere studies georiënteerd want het aanbod is enorm, maar het studie programma in Leiden sprak mij het meest aan.”
Was het moeilijk om een NFP-beurs te bemachtigen?
“Engels was het struikelblok. Ik heb drie keer de TOEFL-test gedaan. De tweede keer kwam ik een punt te kort. De universiteit was streng. Al met al heeft me dat twee jaar gekost, maar dat vond ik niet erg. Ik was zo gemotiveerd om deze studie te gaan doen. En het bevalt me erg goed. Het is een heel internationale opleiding. Ik heb mijn netwerk enorm kunnen uitbreiden en heb nu contacten over de hele wereld.”
In augustus studeer je af. Wat ga je doen als je weer in Bolivia bent?
“Ik ga weer bij mijn bedrijf aan de slag. Maar ik start ook met twee voormalige studiegenoten uit La Paz een makelaarskantoor. Ik ga geen huizen verkopen, maar doe de ICT-kant. Informatietechnologie is veel meer verbonden met de makelaardij dan je zou denken.” (EH) juli/augustus 2014 | transfer
Studenten van buiten de EU hoeven komend studiejaar vrijwel nergens in Finland nog collegegeld te betalen. Sinds 2010 konden Finse universiteiten en hogescholen in het kader van een proef zelf bepalen welk bedrag zij aan deze groep in rekening brachten voor Engelstalige opleidingen. Hoewel de proef nog tot eind dit jaar loopt, meldt het Finse centrum voor internationale mobiliteit CIMO dat de meeste deelnemers hebben
aangekondigd het collegegeld af te schaffen. De tarieven die niet-EU-studenten betaalden varieerden van 2.500 tot 12.000 euro per jaar. Instellingen moesten daar wel beurzen tegenover stellen. Een werkgroep die de proef evalueerde, stelt dat die niet aan alle verwachtingen heeft voldaan. CIMO meldt echter ook dat de regering nog geen besluit heeft genomen over collegegeld voor studenten van buiten de EU. (AZ)
Vrijspraak van ‘studentensmokkel’ De directeur van de European University for Professional Education (EUPE) en drie anderen zijn vrijgesproken van mensensmokkel en oplichting. Dat de instelling studenten aannam die het Engels onvoldoende beheersten om een diploma te kunnen behalen, is volgens de rechtbank niet bewezen. En dat hen moedwillig ten onrechte een gedegen opleiding was voorgespiegeld, evenmin. De directeur van de inmiddels gesloten Haagse instelling werd in 2009 opgepakt, nadat bij een huiszoeking negen
studenten uit India waren aangetroffen. Zij hadden ieder zo’n 10.000 euro betaald om te worden toegelaten aan de EUPE. Hoewel zij niet ontevreden waren over hun opleiding daar, oordeelde het openbaar ministerie dat er sprake was van mensensmokkel en oplichting. Volgens de rechtbank is 10.000 euro geen exceptioneel bedrag voor een jaar collegegeld en zes maanden huisvesting. Bovendien was de EUPE een erkende instelling en had de BBA-opleiding een accreditatie van de NVAO. (AZ)
Geen Chinezen-quotum in Wageningen Het beperken van het aantal Chinese studenten dat naar Wageningen komt, zoals universiteitsblad Resource suggereerde, is niet aan de orde. Wel bekijkt een werkgroep international classroom van de Wageningse universiteit de gevolgen van de aanwezigheid van verschillende nationaliteiten en hoe die een meerwaarde kunnen vormen bij het onderwijs. Maar volgens woordvoerder Simon Vink van het college van bestuur vormt het huidige aantallen Chinezen geen probleem.
Resource had ten onrechte berekend dat de helft van de studenten bij de master Food Safety uit China komt. Bij nader inzien blijkt dat 41 procent te zijn. Vink laat weten dat Levensmiddelentechnologie als geheel met 30 procent het grootste aandeel Chinese studenten heeft. Er ontstaat wellicht een probleem als dat percentage verdubbelt, zegt hij. “De werving in China loopt gewoon goed. Als we de mix in de collegezalen willen veranderen, moeten we elders meer en beter werven.” (AZ)
7
Engels is verplicht, Nederlands wordt gestimuleerd. Dat is de kern van het nieuwe taalbeleid van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) dat per 1 september ingaat. Intussen blijkt het Engels als instructietaal bezig aan een wereldwijde opmars. Binnen vijf jaar worden alle medewerkers en studenten van de RUG geacht in het Engels te communiceren. Volgens een aantal betrokkenen is daar nog heel wat overtuigingswerk voor nodig want niet alle faculteiten omarmen het Engels als voertaal. Ook het verplichte karakter stuit op weerstand. De reden voor het nieuwe taalbeleid is dat Engels steeds meer de lingua franca wordt binnen de universitaire gemeenschap, aldus collegelid Jan de Jeu in de Universiteitskrant. Ook wil de RUG op deze manier meer internationale studenten trekken. Het aantal Engelstalige opleidingen is daardoor flink toegenomen. Dat het Engels ook als instructietaal wereldwijd een flinke opmars maakt, blijkt uit onderzoek van de British Council waaraan 55 landen deelnamen. In steeds meer landen zijn er lessen in het Engels, bij alle schooltypen. De motieven daarvoor lopen uiteen. Managers zien vooral een zakelijk belang. Zij willen op deze manier
Foto: Reyer Boxem
Nieuw taalbeleid RUG volgt wereldwijde trend
Engels is de taal van de toekomst, besluit de RUG bij haar 400-jarig jubileum.
meer internationale studenten trekken die forse collegegelden betalen. Ook moet dit leiden tot meer Engelstalige publicaties, waardoor hun instelling stijgt in de rankings. Docenten zijn wat idealistischer ingesteld. Zij zien EMI (Engels als medium van instructie) als een manier om de communicatie en relaties tussen landen te verbeteren. Opmerkelijk is dat veertig procent van de landen aangeeft een duidelijk taalbeleid te voeren, terwijl docenten dit niet kennen. Ondanks de opmars blijkt het Engels als instructietaal een controversieel en gevoelig issue te zijn. Israël, Senegal
en Venezuela willen hun eigen taal beschermen. Lessen in het Engels zijn daar verboden. Andere landen vrezen sociale ongelijkheid, omdat niet alle docenten en studenten voldoende Engels beheersen om mee te kunnen komen. Veel respondenten melden dat er onvoldoende gekwalificeerde docenten zijn om Engelstalig onderwijs te kunnen verzorgen. Doel van het onderzoek van de British Council is om de gevolgen van Engels als instructietaal voor doceren, leren en beoordelen nader te verkennen. Het eindrapport verschijnt in november 2014. (EH)
cv redactie chronicle @chronicle
76% of #MOOC participants are male. In college classrooms, 57% of students are female. http://bit.ly/chronicle-moocs freddy weima, directeur nuffic @freddyweima
Good lecture on #MOOCs by Bill Lawton at #ACA2014. Quoting a vice-chancellor: ‘in 2013, more was written about MOOCs than is actually known’
en
u -b e r z
beurs
deadline
start studie/onderzoek
Mexico
21 aug
in 2015
Duitsland, kort onderzoek
1 okt
vanaf maart 2015
Duitsland, architectenbeurs
15 okt
oktober 2015
Meer informatie op www.wilweg.nl/cv
juli/augustus 2014 | transfer
8
nieuws
DUO op miljoenenjacht in het buitenland Het actief opsporen van studieschuldenaars in het buitenland kan miljoenen opleveren. Daarom wordt een proefproject van DUO voortgezet. Fraudecontroles worden uitgebreid, maar ook de voorlichting aan studenten wordt verbeterd. Migratie vormt het grootste risico tot fraude met studiefinanciering, aldus minister Bussemaker. Bijvoorbeeld als voormalige studenten die een lening moeten afbetalen geen adreswijziging doorgeven bij verhuizing naar het buitenland. Met gegevens van andere overheidsinstanties kan DUO die opsporen. De minister schat jaarlijks zo’n 1,2 miljoen euro kwijt te zijn en minimaal 4 miljoen binnen te halen. Daarnaast ligt fraude op de loer doordat Europese studenten aanspraak maken op meeneembare
studiefinanciering als zij of hun ouders in Nederland werken. Migrerend werknemers uit EU-lidstaten komen immers in aanmerking voor dezelfde sociale voorzieningen als anderen in het land waar zij werkzaam zijn. Nu gaat het om zo’n 5.400 buitenlandse studenten. DUO kan de bewijsstukken bij een aanvraag beter controleren, mede op basis van informatie van andere instanties. Bij Nederlandse studenten die studiefinanciering voor een buitenlandse opleiding aanvragen wordt bekeken of zij niet frauderen door de inschrijving aan een instelling te fingeren of door te verzwijgen dat ze studiefinanciering krijgen van het gastland. Verwachte kosten: enkele tonnen per jaar. Verwachte opbrengst: ruim een miljoen. (AZ)
Foto: Martijn Beekman/ANP
‘Leenstelsel drijft studenten naar buitenland’
Minister Bussemaker verdedigt de invoering van het sociaal leenstelsel.
Het invoeren van een sociaal leenstelsel kan de mobiliteit van Nederlandse studenten beïnvloeden. Dat denkt Jorien Janssen, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). “Het is nu bijna aantrekkelijker om in het buitenland te gaan studeren”, zei ze op Nu.nl. De studiekosten in Nederland zijn nu immers al vrij
juli/augustus 2014 | transfer
hoog in vergelijking met onder meer België, Duitsland, Zweden en Oostenrijk, aldus Janssen. In die landen betalen studenten geen of veel minder collegegeld. De LSVb-voorzitter deed die uitspraak nadat bekend werd dat minister Bussemaker overeenstemming heeft bereikt met oppositiepartijen D66 en GroenLinks over hervorming van de studiefinanciering. Wie vanaf september 2015 gaat studeren, krijgt een lening in plaats van een beurs. Het geld dat die maatregel oplevert, wil Bussemaker in verbetering van het hoger onderwijs steken. De Vereniging Hogescholen maakt zich zorgen over de toegankelijkheid van het hoger onderwijs, omdat veel studenten er door het leenstelsel financieel op achteruit gaan. De VSNU benadrukt daarentegen dat het nieuwe stelsel tot een kwaliteitsimpuls zal leiden. Overigens lijken financiën nauwelijks van invloed op de belangstelling van studenten om over de grens te gaan studeren. Van de mogelijkheid om studie financiering mee te nemen naar het buitenland wordt nauwelijks gebruik gemaakt, zo blijkt uit onderzoek. Lees meer op pagina 20. (RA)
9
Foto: Europese Commissie
Vooral studenten positief over U-Multirank
Eurocommissaris Vassiliou verwacht veel van de vergelijkingssite.
De lancering van U-Multirank, het instrument waarmee de gebruiker universiteiten en hogescholen op verschillende aspecten met elkaar kan vergelijken, heeft geleid tot uiteen lopende reacties. Studentenorganisaties verwelkomen het door sommige universiteiten en Engelse politici bekritiseerde U-Multirank. Waar in de traditionele rankings onderzoek een zwaarwegende factor is, kunnen gebruikers van U-Multirank zelf kiezen over welke aspecten zij meer willen weten. Dat kan bijvoorbeeld ook ‘onderwijs’, ‘internationale oriëntatie’ of ‘kennisoverdracht’ zijn. U-Multirank geeft met een letter variërend van A (zeer goed) tot E (zwak) de prestatie van de geselecteerde
instelling(en) weer op indicatoren binnen een of meer van die aspecten. Ook kunnen vergelijkingen worden gemaakt voor – vooralsnog drie – vakgebieden. Het nieuwe instrument omvat gegevens van 850 hogeronderwijsinstellingen uit 70 landen, waarvan de meerderheid Europees (62 procent). Maar ook Noord-Amerika, Azië, Oceanië, Latijns-Amerika en Afrika zijn vertegenwoordigd. U-Multirank beroemt zich erop dat het een breder spectrum bestrijkt dan de 400 tot 500 universiteiten in de bekende rankings als die van Shanghai en Times Higher Education. Zo komen er ook Nederlandse hogescholen in voor. Maar niet alle 850 universiteiten en hogescholen hebben informatie aangeleverd. Zo willen leden van de League of European Research Universities (LERU), waaronder de universiteiten van Leiden en Utrecht, niet meewerken aan U-Multirank. Een van hun kritiek-
punten is dat gegevens uit verschillende landen niet met elkaar te vergelijken zijn. De meeste Amerikaanse en Engelse universiteiten in U-Multirank hebben evenmin informatie verstrekt, stelt The Chronicle of Higher Education vast. Het instrument baseert zich bij die instellingen alleen op openbare gegevens. Engelse politici adviseerden de Europese Commissie twee jaar geleden geen geld meer te steken in het ontwikkelen van U-Multirank. Door hogeronderwijsminister Willets werd het instrument weggezet als een poging om de Europese universiteiten beter te laten scoren dan in de conventionele rankings. Verschillende universiteiten uit Engeland en Amerika, maar ook LERU-leden staan daar steevast in de top. Studentenorganisaties zoals de European Students’ Union (ESU) en European Student Network zijn wel positief. ESU was betrokken bij de ontwikkeling van U-Multirank, dat ook het commentaar van 60.000 studenten meeweegt. De Europese Commissie heeft 2 miljoen euro uitgetrokken voor U-Multirank van 2013 tot 2015 met de optie die periode met twee jaar te verlengen. (AZ)
enda ag
datum
organisator
evenement
locatie
meer informatie
27–30 aug
EAIR
Higher Education Diversity and Excellence for Society
DuisburgEssen
www.eair.nl/forum/essen
16–19 sep
CB4LLP
Capacity building for Lifelong Learning Programme International conference
Athene
www.capacitybuilding.eu/ index.php/materials-services/ events/conference-2014
16–19 sep
EAIE
Annual conference: Stepping into a new era
Praag
www.eaie.org/home/ conference/prague.html
16–17 okt
NABC en Africa Study Centre
Africa works!
Leiden
www.nabc.nl/en/what-we-do/ events/26/africa-works-2014
juli/augustus 2014 | transfer
10
interview
martin paul (vsnu) en wim boomkamp (vh):
juli/augustus 2014 | transfer
Foto’s: Henriëtte Guest
‘Nederland raakt achterop met internationalisering’
11
Internationalisering is terug van weggeweest in politiek Den Haag. De universiteiten en hogescholen springen daar meteen op in. Nog voordat minister Bussemaker haar internationaliseringsvisie naar de Tweede Kamer stuurde, presenteerden de VSNU en de Vereniging Hogescholen een gezamenlijk wensenlijstje. Met stip bovenaan: de terugkeer van een beurzenprogramma voor internationaal talent. Het kan verkeren. Toen Martin Paul drie jaar geleden universiteiten stampen in Azië en het Midden-Oosten aantrad als collegevoorzitter van de Universiteit in hoog tempo campussen uit de grond, terwijl buitenlandse nevenvestigingen voor Nederlandse instellingen Maastricht stond internationalisering in een kwade onbegaanbaar terrein zijn. Want universiteiten en reuk. “Er was veel discussie over het grote aantal hogescholen mogen alleen een Nederlands diploma Duitse studenten. Dat zou alleen maar geld kosten.” afgeven als een student minimaal een kwart van de Maar inmiddels is het tij gekeerd. In Den Haag kan studietijd hier heeft doorgebracht. weer gewoon gepraat worden over het stimuleren van Een ander pijnpunt is dat uitwisselingsstudenten de studentenmobiliteit. geen Nederlands diploma kunnen krijgen, omdat de Minister Bussemaker kondigde eind vorig jaar aan nog instellingen met gesloten beurzen opereren en de voor de zomer haar visie op internationalisering in student dus geen collegegeld betaalt. En dan het beurhet hoger onderwijs naar de Tweede Kamer te zullen zenprogramma, vervolgt Boomkamp vol vuur. “Dat sturen. Ze nodigde de hogescholen en universiteiten hébben we niet.” Naast alle punten op het gebied van uit om mee te denken. De VSNU-stuurgroep internationaal en de bestuurscommissie internationalisering wet- en regelgeving staan Nederlandse beurzen voor van de Vereniging Hogescholen gingen samen aan de internationaal toptalent prominent op het wensenlijstje van de universiteiten en slag. Begin mei presenteerden de hogescholen. Het hoeft niet meteen twee voorzitters, Martin Paul en Wim Boomkamp een terugkeer te zijn van het riante Wim Boomkamp – in het dagelijks (Vereniging Hogescholen): Huygensprogramma, met een jaarleven bestuursvoorzitter van Saxion lijks budget van 7 miljoen euro voor ‘Er zijn nog te veel Hogescholen – hun gezamenlijke een paar honderd beurzen, zegt de studenten die niet naar visie. Tamelijk uniek, want universiteiten en hogescholen botsten bestuurder van Saxion. Liever een het buitenland gaan’ de afgelopen jaren regelmatig als wat lager bedrag voor een grotere het om internationalisering ging. groep. Bijvoorbeeld over de titulatuur van Boomkamp en Paul hebben goede hbo-afgestudeerden. Maar bij het opstellen van deze hoop dat minister Bussemaker deze wens honoreert. notitie ware er volgens Paul ‘nul problemen’. “We Universiteiten en hogescholen hebben al aangeboden waren het over alle punten eens, omdat we hetzelfde het bedrag dat zij beschikbaar stelt voor beurzen te willen.” matchen. Ze zijn dus bereid zelf te investeren in een beurzenprogramma en hopen dat er vanuit het bedrijfsOffshore onderwijs leven ook een financiële bijdrage komt. Wat willen de universiteiten en hogescholen? Vergemakkelijken Boomkamp: “Heel abstract: wij vinden dat Nederland De VSNU en Vereniging van Hogescholen leggen achterop raakt als het om internationalisering van dus niet alleen een wensenlijstje bij de overheid neer. het onderwijs gaat. Wil je de economische structuur Boomkamp: “Het is én-én. Wij verplichten onszelf versterken, dan is het belangrijk dat je internationalisering verder aanzet.” Die achterstand wordt bijvoorom internationalisering te versterken, door bijvoorbeeld veroorzaakt door de wettelijke beperkingen die beeld de uitgaande mobiliteit te stimuleren. Er zijn de ontwikkeling van transnationaal of offshore ondernog veel te weinig studenten die naar het buitenland wijs in de weg zit. Amerikaanse, Britse en Australische gaan.” Hoewel Paul dat evenmin een goede zaak
juli/augustus 2014 | transfer
12
vindt, heeft hij wel een idee hoe dat komt. “Studenten van prestatieafspraken. Ze zijn ervan overtuigd dat blijven graag hier omdat het onderwijs zo fantaszowel de universiteiten als de hogescholen zich toch tisch is. Wij zijn natuurlijk veel studentgerichter dan wel zullen inspannen, vanuit een intrinsieke motivatie. universiteiten in andere landen. Ga maar naar Berlijn, Paul verwacht veel van het delen van best practices, waar ik vandaan kom, en probeer daar maar eens een zoals al gebeurt binnen Make it in the Netherlands studentenservicecentrum te vinden.” dat is gericht op het binden van buitenlands talent. Wat de Maastrichtse collegevoorBovendien hoeven niet alle instelzitter betreft gaat iedere student naar lingen hetzelfde te doen, benadrukt Martin Paul het buitenland. De beste manier om Paul. “Een instelling mag ook (VSNU): dat voor elkaar te krijgen is volgens zeggen: internationalisering is voor ‘Vergemakkelijken, hem door een buitenlandverblijf ons geen thema. Het gaat om maatwerk en differentiatie.” vergemakkelijken, op te nemen in het curriculum en “De internationaliseringsactiviteiten vergemakkelijken is goede afspraken te maken met partnerinstellingen. Zoals Maastricht moeten aansluiten bij het profiel van het devies’ bijvoorbeeld heeft gedaan met het een instelling. Dat staat ook duidelijk in de notitie”, voegt Boomkamp Worldwide Universities Network er aan toe. De Saxion-voorzitter is (WUN), waaraan zeventien universiteiten verspreid over vijf continenten deelnemen. overigens wel van mening dat geen enkele hogeschool “We plannen zelfs een ‘WUN-paspoort’ dat de zich helemaal aan internationalisering kan onttrekken. uitwisseling vergemakkelijkt. Een student hoeft in “Hoger onderwijs en onderzoek is per definitie internationaal georiënteerd. Maar als het om inkomende ieder geval geen energie te steken in het regelen van en uitgaande mobiliteit gaat ligt dat bij een pabo toch een studentenpasje van de plaatselijke universiteit. anders dan bij een opleiding international business.” Vergemakkelijken, vergemakkelijken, vergemakkelijken is het devies.” De grootste uitdaging is niet het verhogen van de Paul is niet bang dat het effect van de buitenland mobiliteit, maar internationalisering verweven in ervaring minder wordt als de student in een gespreid onderwijs en onderzoek, vindt Boomkamp. “Ik heb bedje terechtkomt. “Of er nu meer of minder bureauwat overdreven gezegd: het moet geen ‘dingetje’ zijn cratie is, er blijft een uitdaging voor de student. dat je erbij doet. Zo van: o ja, we moeten ook nog iets Bovendien is het vaak niet de bureaucratie in het met internationalisering. Het moet een integraal onderdeel zijn van het curriculum. En dat hoeft niet altijd studieland waar de studenten op vastlopen, maar de vakinhoudelijk te zijn. Het kan ook gaan om aandacht bureaucratie in eigen land. Die vormt een obstakel voor culturele verschillen, awareness, zodat de student waardoor veel studenten afhaken.” Boomkamp vindt als vanzelf geïnteresseerd raakt in wat er over de grens dat de hogeschool of universiteit zeker niet alles moet gebeurt.” regelen voor de student. Maar met een zorgvuldige keuze voor partners wordt wel de kwaliteit van het Zichtbaarheid buitenlandverblijf geborgd, vindt hij. De branding van ‘Nederland kennisland’ kan een stuk Als universiteiten en hogescholen hun curricula beter, vinden de koepels. Bijvoorbeeld door bij handelsafstemmen met een select aantal buitenlandse partners, kunnen studenten niet meer helemaal zelf missies aan te sluiten bij de algemene Holland branding. “De zichtbaarheid van Nederland in het buitenuitmaken naar welke instelling ze gaan. Dat is een land, tussen het geweld van al die andere landen, vraagt nadeel, erkennen de VSNU en Vereniging Hogescholen meer focus en aandacht”, zegt Boomkamp. “Wij zijn in hun visie. Daar staat tegenover dat er een einde echt een heel klein landje. Als Nederlandse regio’s in komt aan onduidelijkheid over de erkenning van het buitenland afzonderlijk gaan werven, moet er wel studiepunten. De vrees voor studievertraging die veel die Make it in the Netherlands-strik omheen.” studenten weerhoudt van een buitenlands studie In de gezamenlijke inzet van de universiteiten en verblijf, kan daarmee worden weggenomen. “Maar het hogescholen zijn nog veel meer wensen te vinden. vraagt wel dat we met veel buitenlandse instellingen Van Engelstalige bewegwijzering tot aan open access samenwerken. Binnen Europa en buiten Europa”, van wetenschappelijke publicaties. Het stuk bevat constateert Boomkamp. ook een gespreksagenda, zodat het niet bij het indienen Geen prestatieafspraken van een wensenlijstje zal blijven. Martin Paul: “De nota Hoewel de gezamenlijke notitie rept van indicatoren is niet het eind van de discussie, maar het begin van het voor internationalisering die samen met de Nuffic werk.” ontwikkeld moeten worden, zien Paul en Boomkamp ralph aarnout en annelieke zandvliet niets in het vastleggen van streefcijfers of het maken juli/augustus 2014 | transfer
13
opinie
‘Zet niet in op Engels alleen, maar op meertaligheid’
Foto: Philip Driessen
Niet slechts buitenlandse, ook Nederlandse studenten zijn erbij gebaat als Engels de opleidingstaal wordt aan Nederlandse instellingen. Maar alléén Engels praten is niet de oplossing, vindt Charles van Leeuwen.
De afgelopen jaren is het Engels op veel plaatsen in het hoger onderwijs als opleidingstaal ingevoerd. Niet alleen omdat beleidsmakers en bestuurders dat een goed idee vonden. Toen wij in Maastricht een paar jaar geleden Engelstalige programma’s gingen aanbieden, bleken die vaak meer in trek dan de Nederlandstalige varianten. Oók bij Nederlandse studenten. Het leek hen leuk, interessant en beter voor hun carrière. De knop werd omgezet en van de ene op de andere dag moesten docenten en studenten zich in het Engels zien te redden. English only werd de mantra. Een paar jaar verder is het tijd om kanttekeningen te plaatsen bij zo’n al te eenzijdige invoering van het Engels. Als je het Engels als opleidingstaal gaat hanteren, moet je je didactische aanpak aanpassen. Full immersion is een erg globale aanpak met weinig aandacht voor de individuele student. Er is weinig monitoring van taalvaardigheid en bovendien is het aantal contacturen meestal laag. Zo stagneert het Engels van de student. Discussies in het Engels worden vaak
“Een meertalige aanpak is de meest realistische voorbereiding op de meertalige werkelijkheid waarin de meeste studenten terecht zullen komen”
ook minder op het scherp van de snede gevoerd; studenten sturen eerder aan op compromissen en nemen vaker middenposities in. Maar misschien wel het belangrijkste argument voor een meertalige aanpak is dat het grootste deel van de studenten uiteindelijk in een meertalige omgeving gaat werken. Dan moeten ze ook in hun moedertaal of een andere taal iets kunnen bespreken, analyseren of schrijven. In mijn lessen laat ik studenten vaak even terugvallen op hun eigen taal. Vooral in werkgroepen werkt code switching goed. Het levert humor, betrokkenheid en een diepere leerervaring op. Studenten hebben de theorie in het Engels gehoord, en vervolgens moeten zij er in hun eigen taal over discussiëren. Dat betekent dat ze de lesstof écht tot zich hebben
genomen. We moeten af van het idee dat deze tijdelijke omschakeling naar de moedertaal een zwaktebod is. Het is juist een verrijkend element. Maar ik ga ook verder. Als ik in staat ben een taal te lezen, dan mogen studenten in die taal een scriptie inleveren. Dat kan natuurlijk niet in alle talen, en ik begrijp dat sommige collega’s zich afvragen of je dan niet een ongelijke situatie creëert voor studenten uit verschillende landen. Maar volgens mij is zo’n meertalige aanpak de meest realistische voorbereiding op de meertalige werkelijkheid waarin de meeste studenten terecht zullen komen. Ook daarin zullen zij met hun eigen en andere talen moeten omgaan. Ik merk dat studenten dat heel goed begrijpen en hun reacties zijn zeer positief. Beyond English only lijkt mij dan ook een betere mantra dan English only.
charles van leeuwen Charles van Leeuwen is docent aan de Faculty of Arts and Social Sciences van Maastricht University.
juli/augustus 2014 | transfer
14
achtergrond
hoger onderwijs roept om nationaal beurzenprogramma
‘Wel of geen beurs kunn of breaker’ Nederland prijst zich uit de markt als er niet snel een nieuw nationaal beurzenprogramma voor buitenlandse studenten komt. Dat stellen de Vereniging Hogescholen en de VSNU in hun gezamenlijke internationaliseringsvisie. Terwijl Nederland het Huygensprogramma in 2012 wegbezuinigde, werden in de ons omringende landen juist beurzenprogramma’s ingevoerd of uitgebreid. ‘Beurzenprogramma nodig voor aantrekken Statussymbool Het Huygens Scholarship Programme keerde per buitenlandse studenten’. Zo luidde de kop jaar voor 7 miljoen euro aan beurzen uit aan buitenvan het persbericht waarmee de universiteiten lands talent voor een studie in Nederland. Om dat vereniging VSNU en de Vereniging Hogescholen gat te dichten, hebben veel instellingen sinds 2012 eind mei hun gezamenlijke internationaliseeigen scholarships ingesteld. In het geval van de ringsvisie de wereld in stuurden. Die kopkeuze Universiteit Twente (UT) gaat het om enkele tiengeeft meteen aan hoe belangrijk het hoger tallen beurzen per studiejaar, van maximaal 25.000 onderwijs zo’n beurzenprogramma vindt. euro. Overbeek: “De scholarship“In de war for talent is het een pagina is een van de meest bezochte sterk competitief voordeel om “Zonder beurzenprogramma pagina’s van onze website. Het een stevig beurzenprogramma te heeft Nederland International Office en onze hooghebben”, schrijven de koepels. weinig slagkracht in leraren krijgen ook veel vragen “De grootste talenten laten hun de internationale war over beurzen. Wel of geen beurs keuze immers mede afhangen for talent” kunnen krijgen is een deal maker of van de financiële mogelijkheden breaker: zonder beurs kunnen veel die hun worden geboden.” niet-EU-studenten het domweg Het ontbreken van een nationaal niet betalen om in Nederland te beurzenprogramma sinds Huygens studeren.” In sommige gevallen speelt er ook nog ruim twee jaar geleden werd wegbezuinigd, noemen iets anders mee. “Een beurs is voor veel buitenlandse de twee ‘een groot manco’ voor het aantrekken van studenten ook een statussymbool. Studenten uit buitenlandse studenten. India bijvoorbeeld zien het als erkenning van eerdere Dat vindt ook Marlies Overbeek, adviseur studieresultaten, voor hen is het een award.” international marketing and international Overigens ben je er volgens Overbeek nog niet relations van de Universiteit Twente en met alleen het aanbieden van een beurs. De hoogte bestuurslid bij Dhenim, het netwerk voor daarvan speelt ook een rol. “Het is een heel compeinternationale marketing in het Nederlandse titief proces. Studenten die van meer universiteiten hoger onderwijs. Naast voorlichtingsbeurzen in een aanbod krijgen, kunnen kiezen. Ik heb meegehet buitenland, online campagnes en de persoonmaakt dat iemand voor een andere universiteit koos, lijke netwerken van hoogleraren en docenten, omdat de beurs daar 50 euro per maand hoger was. zijn studiebeurzen een belangrijk wervings Als je excellente studenten wilt aantrekken, bepaalt instrument, stelt zij.
juli/augustus 2014 | transfer
15
nen krijgen is deal maker Beurzenprogramma’s in andere landen
In België keurde de Vlaamse
Denemarken maakte onlangs het
Duitsland kent sinds 2011 het
regering in september 2013 het
actieplan Denmark – an attractive
Deutschland Stipendium, een bedrag
actieplan Brains on the move goed.
study destination openbaar. Dit
van 300 euro per maand voor
Met ingang van het collegejaar
plan bevat een beurzenprogramma
excellente studenten. Dit bedrag
2015–2016 komen jaarlijks ongeveer
voor masteropleidingen in vakge
wordt voor de helft betaald door
honderd beurzen van 7.500 euro
bieden waar vraag naar is op de
de federale overheid, de andere
beschikbaar voor excellente buiten
Deense arbeidsmarkt en waarin
helft betaalt een bedrijf, stichting
landse studenten.
Denemarken internationaal sterk
of individuele sponsor. Meer dan
is. Het beurzenstelsel is, volgens
13.000 studenten maken van deze
de website University World News,
regeling gebruik. Daarnaast bieden
bedoeld voor 60 tot 65 studenten
instellingen en andere organisaties
van buiten de Europese Unie en
aanvullende beurzen aan. Overigens
start komend collegejaar. De uitver
betalen studenten in Duitsland vrij
korenen ontvangen bijna 1.200 euro
wel nergens collegegeld.
per maand. Studenten betalen in Denemarken geen collegegeld.
de markt de hoogte van een scholarship.” Behalve het ontbreken van een nationaal beurzenprogramma zijn er nog meer zaken die Nederland op achterstand zetten vergeleken bij andere Europese landen. Zo zijn er goedkopere bestemmingen, zoals Duitsland – waar doorgaans geen collegegeld wordt gevraagd – en de Scandinavische landen. Angelsaksische landen, zoals de Verenigde Staten en Australië, zijn ook gewild door hun grote budgetten voor beurzen of tuition wavers (vrijstelling van collegegeld). “De concur-
rentie met die landen is het grootst, daarna komt het Europese continent”, zegt Overbeek.
Opmerkelijk Daar staat tegenover dat Nederland het grootste Engelstalige onderwijsaanbod heeft van het Europese vasteland. “Daarom is het heel opmerkelijk dat een land als Frankrijk ons voorbijstreeft als het gaat om inkomende studentenmobiliteit”, vindt Overbeek. Volgens haar komt dat deels doordat landen als
juli/augustus 2014 | transfer
16
Frankrijk heeft sinds 1999 het Eiffel
Het Verenigd Koninkrijk kwam
merking komen studenten uit 118
excellence scholarship programme voor
in 2013 met de International
landen (met uitzondering van de
engineering sciences en exacte studie
Education strategy. Daarin wordt
VS en de EU) met minimaal twee
richtingen, economie en management,
een uitbreiding van het aantal
jaar werkervaring. Jaarlijks worden
rechten en politieke wetenschappen.
Chevening scholarships aangekon
ongeveer zeshonderd Chevening-
Voor masterstudenten bedraagt de
digd. Deze beurzen zijn bedoeld
beurzen uitgereikt. De beurs dekt
beurs maandelijks 1.181 euro plus
voor universitaire masteroplei
collegegeld, kosten van levenson
reiskosten, PhD-studenten ontvangen
dingen voor “outstanding scholars
derhoud en reiskosten. Het beurzen
1.400 euro per maand.
with leadership potential”. In aan
programma bestaat sinds 1983. (DR)
Frankrijk en Duitsland al heel lang actief werven in het buitenland en daardoor wereldwijd bekend zijn als studiebestemming, maar zeker ook doordat de landen om ons heen wel nationale beurzen programma’s hebben of die aan het opzetten zijn. Een van die landen is België. Voor het volgen van een volledige opleiding in Vlaanderen waren er tot voor kort alleen enkele bilaterale akkoorden. Vorig jaar gaf de Vlaamse regering echter haar goed keuring aan het actieplan Brains on the move. Dit plan omvat, naast maatregelen om Vlaamse studenten de grens over te krijgen, ook een beurzenstelsel voor inkomende buitenlandse topstudenten dat in 2015 ingaat. Volgens Magalie Soenen, beleidsmedewerker internationalisering bij het Vlaamse ministerie van Onderwijs gaat het om ongeveer honderd beurzen van 7.500 euro per jaar voor het volgen van bacheloren masteropleidingen. “Zulke studenten zijn waardevol voor het hoger onderwijs in Vlaanderen”, vertelt Soenen. “Zij brengen kennis en expertise in en versterken het internationale karakter van opleidingen en disciplines. Vaak stromen zij na afloop van hun studie hier door naar een bedrijf of kiezen voor een promotieonderzoek, al dan niet gezamenlijk met een buitenlandse partnerinstelling. En wanneer zij teruggaan naar hun eigen land zijn het ideale ambassadeurs voor samenwerking met Vlaamse onderzoekers en bedrijven.”
Netvlies Die woorden doen sterk denken aan het vorig jaar gepresenteerde actieplan Make it in the Netherlands. Ook dat heeft als doel om internationale studenten aan te trekken en ze na hun opleiding voor de arbeidsmarkt te behouden of bij ons land te blijven betrekken. In tegenstelling tot het Vlaamse Brains on the Move kent het Nederlandse actieplan echter geen nationaal beurzenprogramma. De VSNU en de Vereniging Hogescholen dringen er nu samen bij minister Bussemaker op aan dat dit er alsnog komt. Bussemaker zou het moeten opnemen in haar internationaliseringsvisie voor het hoger onderwijs, die ze nog voor de zomer naar de Tweede Kamer stuurt. “Het Huygensprogramma was een heel geschikt middel om Engelstalig onderwijs in Nederland te profileren bij excellente buitenlandse studenten”, zegt ook Marlies Overbeek van de Universiteit Twente. “Nederland staat niet bepaald op hun netvlies. Studenten moeten eerst geïnteresseerd raken in Nederland als studieland, voordat zij een studie aan een bepaalde universiteit of hogeschool overwegen. Een nationaal beurzenprogramma voor high potentials heeft een grote wervende kracht, dat krijg je als individuele instelling niet voor elkaar.” Zolang zo’n programma ontbreekt, heeft Nederland volgens haar weinig slagkracht in de internationale war for talent.
daphne riksen
juli/augustus 2014 | transfer
17
column
In Nederland koesteren we terecht onze academische vrijheid. Het is de kurk waarop ons hoger onderwijs drijft. Het verschaft docenten en wetenschappers de vrijheid om onderwijs te geven en onderzoek te doen en om bij het uitoefenen van hun functie hun mening te uiten. Academische vrijheid creëert een kweekbodem voor nieuwe ideeën en is een absolute voorwaarde voor goed onderwijs en onderzoek. Een universiteit of hogeschool moet zijn onafhankelijkheid kunnen bewaren onder invloed van politieke, religieuze of economische krachten van buitenaf. Opmerkelijk is dat bij het aangaan van internationale samenwerkingsrelaties de nadruk op academische vrijheid nogal eens op het tweede plan raakt. Neem Brunei, een land dat de laatste tijd regelmatig delegaties langs stuurt om samenwerkingsovereenkomsten te sluiten. Brunei is een steenrijk oliestaatje ter grootte van de provincie Friesland, met ongeveer half zoveel inwoners. De exploitatie van de olie- en gasvelden levert kennelijk zo veel op dat de absolute monarch sultan Hassanal Bolkiah vijfduizend
ellen naam touw
Foto: Henriëtte Guest
Academische vrijheid op het tweede plan
peperdure auto’s in zijn garage heeft staan en niemand er belasting hoeft te betalen. Gezondheidszorg en onderwijs zijn gratis. In Brunei wordt overspel, met name door vrouwen, bestraft met steniging. Diefstal kost je een hand en wie stiekem een biertje drinkt, loopt kans op een portie zweepslagen. Er is geen vrijheid van pers, meningsuiting, bijeenkomst of lidmaatschap. Hoe zou het er staan met de academische vrijheid? En dan China, waar vijfentwintig jaar geleden de grootste vreedzame studentendemonstratie in de geschiedenis bloedig uiteen werd geslagen door het Chinese leger. Honderden jonge mensen kwamen om. Minstens net zo veel mensen zijn verdwenen of zitten tot op de dag van vandaag in de gevangenis. China is een land met weinig rechtszekerheid, waar zo ongeveer alle mensenrechten met voeten worden getreden. Politieke dissidenten – schrijvers, journalisten, bloggers
maar ook eigenwijze wetenschappers – worden gemarteld, zonder proces naar een werkkamp gestuurd of opgesloten in een psychiatrische inrichting. Volgens mij is er in Nederland geen universiteit of hogeschool zónder Chinese partners. Maar ook dicht bij huis zijn benepen denkers. Het was op de Jagielloniona University in Krakau (gesticht in 1364) in het keurig democratische Polen dat José Manuel Barroso een eredoctoraat misliep vanwege zijn ‘commitment to gender equality’. Dat betekent weinig meer dan dat hij tijdens zijn voorzitterschap van de Europese Commissie streefde naar gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Een gevaarlijke ideologie, verantwoordelijk voor pedofilie en homoseksualiteit en waarschijnlijk ook voor Oostenrijkse songfestivalzangeressen met baarden, aldus een deel van de wetenschappelijke staf in Krakau. Exit doctor Barroso. En dat op een universiteit met als motto ‘Plus ratio quam vis’. Ofwel: ‘Laat de rede zegevieren over macht’. Ellen Touw is beleidsmedewerker internationalisering bij de TU Delft.
juli/augustus 2014 | transfer
18
achtergrond
De kunst van het verleiden
Hoe zorgen we ervoor dat meer studenten (een deel van) hun studie in het buitenland gaan volgen? Het ministerie van Onderwijs legde die vraag voor aan alumni van de Nationale DenkTank. Zeven jonge out-of-the-box denkers kwamen met frisse ideeën om twijfelende studenten te verleiden toch naar het buitenland te gaan. Van Look Ahead Course, internationaal inhaalsemester tot KNVB Exchange programma. Het begint op een zonnige vrijdagavond in een vakantiehuisje in ’s-Gravenzande. Zeven jonge mensen komen samen. Wat hen bindt is dat zij in de afgelopen jaren een keer hebben deelgenomen aan de Nationale DenkTank, het initiatief waarbij jaarlijks twintig masterstudenten, pas afgestudeerden en promovendi zich buigen over een actueel maat schappelijke vraagstuk. Wat deze alumni van de Nationale DenkTank ook gemeen hebben, is dat ze allen in het buitenland hebben gestudeerd en daar zeer enthousiast over zijn. “Zelf hoeven wij niet overtuigd te worden van het
juli/augustus 2014 | transfer
nut van studeren in het buitenland”, zegt Dominique Snel, een van de deelnemers. Haar studies politicologie en Europese geschiedenis brachten haar naar Oxford en Parijs. “Maar we kennen allemaal mensen die niet in het buitenland willen studeren.” Twintig procent van de studenten in het hoger onderwijs doet buitenlandervaring op tijdens de studie. Tachtig procent doet dat niet. Die tachtig procent delen de denktankers spontaan in in categorieën als afhakers, nitwits en onwelwillenden. “Het klinkt wat onaardig”, lacht Snel. “Maar mijn eigen vriendje is bijvoorbeeld een echte nitwit. Een zeer ambitieuze
Foto: iStock & deelnemers DenkTank.
jonge denktank verzint verrassende mobiliteitsprikkels
19
student die twee studies heeft afgerond en nu bij een consultancybureau werkt. Maar studeren in het buitenland? Hij is gewoon nooit op het idee gekomen!” Door de doelgroep in dergelijke cate gorieën onder te brengen, lukt het de mini-DenkTank het probleem op gestructureerde wijze in kaart te brengen.
Nieuwsgierigheid
bedrijven”, aldus De Landgraaf. Voor de corporate master stelt de denktank dan ook voor om bedrijven direct te betrekken bij de invulling van het curriculum. Het bedrijf financiert mee en krijgt in ruil daarvoor invloed op het curriculum. De Landgraaf: “Bedrijven gaan zich meer betrokken voelen en de instellingen zorgen voor het juiste niveau. Naast de research-master en de reguliere master zou de corporate een prima derde variant zijn.”
Vier factoren hebben een bepalende invloed op de Inhaalsemester beslissing om wel of niet naar het buitenland te gaan, Joost van der Veen is beleidsmedewerker hoger stellen de deelnemers vast. Financiën en bureaucratie onderwijs bij OCW en een van de opdrachtgevers zijn twee voor de hand liggende factoren. Maar ook van de denktank. Hij is uitermate tevreden over het de omgeving is van doorslaggevende invloed, licht resultaat. “Beleidsmakers en experts zijn al jaren Snel toe. Nieuwsgierigheid naar het buitenland bezig met deze vraag. Dan is het knap als een groep ontstaat al op jonge leeftijd. Een uitwisselings jonge mensen in zo’n korte tijd met een analyse en programma op de basisschool kan wonderen doen. verrassende oplossingen komt waar we echt iets Factor vier is erkenning. “We voelen intuïtief allemee kunnen.” maal wel dat het meerwaarde heeft om in het buitenVooral de oplossingen die gericht zijn op het land te studeren”, stelt Snel. “Maar hoe wordt die verleiden van nieuwe groepen studenten, spreken meerwaarde uitgedrukt? Waarom zetten we het Van der Veen aan. Het internationiet op onze diploma’s? Dat zou naal inhaalsemester bijvoorbeeld. studeren in het buitenland een stuk “Het wegnemen van Studenten met een studieachteraantrekkelijker maken.” mobiliteitsbarrières is stand krijgen de mogelijkheid bij Bij elk van de factoren brengt de belangrijk, maar nog een buitenlandse instelling hun denktank de voornaamste barrières belangrijker is de motivatie achterstand in te halen en evenen de mogelijke oplossingen in bij studenten om barrières tueel te combineren met vakantie. kaart. “Het hoogtepunt van het te tackelen” De kracht van deze oplossing ligt weekend was misschien wel het in de manier waarop mobiliteit moment dat er zo’n honderd belemmerende gedachten bij nietpost-it blaadjes met oplossingen enthousiaste studenten worden hingen, vertelt denktanker Laura omgedraaid. Van der Veen: “Je gaat studeren in het de Landgraaf. “Het wegnemen van barrières is buitenland en in plaats van de achterstand op te belangrijk, maar nog belangrijker is de motivatie lopen waar studenten allemaal zo bang voor zijn, bij studenten om barrières te tackelen. Vanuit die krijgen ze de kans om hun achterstand in te lopen!” gedachte zijn we tot oplossingen gekomen die twee Hetzelfde geldt voor het KNVB Exchange programma dingen doen: verleiden en normaliseren.” dat studeren in het buitenland combineert met voetDenkbeeldige buitenlandervaring baltrainingen en wedstrijdbezoeken. “Eigenlijk is het De Look Ahead Course, een oplossing die in de cateadvies van de denktank om jongeren aan te spreken gorie normaliseren valt, is een van de ideeën die de op hun passie”, aldus Van der Veen. Door twijfelende denktank wat verder heeft uitgewerkt. Studenten studenten een buitenlands studieprogramma aan te volgen binnen het standaard curriculum drie bieden waarvan hun geliefde bezigheid deel uitmaakt, colleges over internationalisering. Om de bijbehowordt een obstakel – ‘ik zal het voetballen missen’ – rende studiepunten te halen moeten ze zich voorjuist een extra argument om naar het buitenland te bereiden op een denkbeeldige buitenlandervaring. gaan. “Uiteraard is het concept met de KNVB inwisDe Landgraaf is enthousiast over dit idee. “Als alle selbaar voor andere sporten of andere activiteiten, of studenten kunnen kennismaken met de voor het nou om hockey gaat of zonne-energieprojecten. bereidingen op een buitenlandstudie, dan neemt de Alles wat een nieuwe groep studenten kan verleiden angst voor bureaucratische rompslomp af en zien zij tot studeren in het buitenland.” dat het best haalbaar is.” rob burkhard Ook de internationale corporate master speelt in op het idee van normalisering. “Een veel gehoord Meer informatie is op te vragen via kritiekpunt, vooral op academische studies, is dat
[email protected]. er te weinig aansluiting is op de behoeften van
juli/augustus 2014 | transfer
20
achtergrond
meeneembare studiefinanciering duwt studenten de grens niet over
‘Beurs meenemen mind suggereert’ In Europa hebben 1,65 miljoen jongeren er recht op, maar slechts 60.000 studenten maken er gebruik van. De meeneembare beurs waarmee studenten een studie in het buitenland kunnen volgen, is verrassend impopulair. Ook onder Nederlandse studenten. Hoe komt
Als staatssecretaris van onderwijs maakte hij studiefinanciering meeneembaar; nu zorgt Mark Rutte dat studenten hun hele studie zelf moeten betalen.
juli/augustus 2014 | transfer
Foto: Martijn Beekman/ANP
dat? Transfer gaat op onderzoek uit.
21
er eenvoudig dan term Loek Hermans lanceerde het idee tijdens zijn periode bijvoorbeeld maar een procent van alle studenten als minister van Onderwijs, staatssecretaris Mark overheidssteun; dat zijn nog geen 4.000 mensen. Rutte zette het op de rails en minister Ronald De Nederlandse meeneembare studiefinanciering Plasterk mocht er uiteindelijk mee pronken: de zou wel impact kunnen hebben op de mobiliteit meeneembare studiefinanciering. Sinds augustus in Europa. Dankzij de basisbeurs en studielening 2007 kunnen studenten die een studie in het buitenwaarop alle studenten aanspraak kunnen maken, land volgen, gebruikmaken van de levert Nederland 20 procent van alle Nederlandse basisbeurs, aanvulEuropese studenten die in aanmer“Studenten hebben het lende financiering en studielening. king komen voor een meeneembare altijd over financiële ‘Een grote verbetering’, schreef beurs. Toch zijn de Nederlandse drempels, maar in de Plasterk in 2008 in zijn internatiocijfers zo mogelijk nog teleurstelpraktijk zijn ze helemaal naliseringsagenda Het Grenzeloze lender dan de Europese. In het niet zo prijsgevoelig” Goed. ‘In het verleden gaven studiejaar 2008/2009 maakten studenten namelijk aan dat ze niet maar 6.000 Nederlanders gebruik in het buitenland gingen studeren van meeneembare studiefinanciedoor geldgebrek.’ ring, 1,6 procent van het potentieel. Nederland was een van de eerste landen die het In 2011/2012 was dat gegroeid tot 8.400 (2,1 procent). mogelijk maakten studiefinanciering wereldwijd in Volgens de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) die te zetten. Inmiddels heeft 80 procent van de EU/ de meeneembare studiefinanciering verstrekt, is het EER-landen de studiebeurs geheel of gedeeltelijk aantal gebruikers sindsdien rond de 10.000 blijven meeneembaar gemaakt. Studeren zonder grenzen schommelen. ligt daardoor voor 1,65 miljoen Europese studenten “Het verbaast me niks”, zegt Hans Vossensteyn, binnen handbereik, becijferden onderzoekers van de senior-onderzoeker hogeronderwijsbeleid bij de Academic Cooperation Association (ACA), de koepel Universiteit Twente. Hij deed vier jaar geleden, in van internationaliseringsorganisaties. opdracht van het ministerie van Onderwijs, onderMaar de verwachte massamobiliteit is niet op gang zoek naar studentenmobiliteit en studiefinanciering. gekomen. Slechts 60.000 studenten – nog geen 3,7 “Studenten geven in enquêtes altijd aan dat er finanprocent van alle studiefinanciering-ontvangers – ciële drempels zijn, maar in de praktijk blijkt keer op maakten in het studiejaar 2008/2009 gebruik van keer dat ze helemaal niet zo prijsgevoelig zijn.” de meeneembare beurs, blijkt uit de studie die de Tijdelijke dip ACA begin dit jaar naar buiten bracht. Het kleine Vossensteyn noemt het effect van de recente college aantal verbaast de onderzoekers. Zij dachten, net als geldverhoging in het Verenigd Koninkrijk als de Europese onderwijsministers, dat de diploma voorbeeld. Gevreesd werd dat het verdrievoudigde mobiliteit flink zou stijgen door het wegnemen van collegegeldtarief van 9.000 pond een negatieve de financiële drempels. uitwerking op de deelname aan het hoger onderwijs Nog teleurstellender zou hebben. Aanvankelijk leek het daar ook op. Maar In landen als Duitsland, Tsjechië en Oostenrijk, de jongste cijfers tonen dat er in Engeland weer net waar studiefinanciering alleen is bedoeld voor zo veel jongeren aan een studie beginnen als voor studenten met minder draagkrachtige ouders, heeft de collegegeldverhoging. “Hetzelfde zul je hier zien het meeneembaar maken van studiebeurzen uiteraard als de basisbeurs een studielening wordt”, verwacht weinig effect op de mobiliteit. In Tsjechië ontvangt de onderzoeker. “Iedereen roept nu dat studenten
juli/augustus 2014 | transfer
22
zullen wegblijven omdat er leenaversie is, maar leidt hooguit tot een tijdelijke instroomdip. Studenten gaan gewoon lenen. Als ze willen studeren, kunnen ze niet anders.” Geldgebrek speelt nauwelijks een rol bij de matige belangstelling voor studeren in het buitenland, denkt Vossensteyn. Studenten die echt naar het buitenland willen, krijgen hun studie toch wel gefinancierd. Dat is volgens hem ook op te maken uit de ACA-studie. Van de 11.994 Nederlandse studenten die een volledige studie in het buitenland volgen, ontvangt maar 60 procent studiefinanciering. “Je zou verwachten dat dat honderd procent is. Iedereen in Nederland heeft toch een basisbeurs? Maar veel studenten zijn al door hun studiefinanciering heen. Blijkbaar vinden degenen die echt in het buitenland willen studeren, andere financieringsbronnen.”
Niet de enige reden “Studenten die een volledige studie in het buitenland doen, volgen meestal een master”, weet Nick Hirschstein, bestuurslid van NWS, de organisatie voor Nederlandse studenten in het buitenland. “Als zij wat langer over hun bachelor hebben gedaan of een tweede master doen, hebben ze geen studiefinanciering meer. En hbo’ers die een master willen volgen, hebben sowieso geen recht meer op een beurs.” Maar dat is volgens Hirschstein niet de enige reden voor de geringe populariteit van de meeneembare beurs. “Het is niet zo makkelijk als de term doet vermoeden”, stelt hij. In het Engels wordt gesproken van portable grants, draagbare beurzen dus. Alsof studenten vlak voordat ze in het vliegtuig stappen, hun bankrekeningnummer aan DUO kunnen doorgeven en dan vanzelf hun beurs gestort krijgen. Hirschstein, die zelf een master Environmental History volgt in Zweden, weet wel beter. “Als je een meeneembare beurs aanvraagt, moet je in april of mei al je inschrijving in orde hebben. Ik had dat vorig jaar voor elkaar, maar kreeg toch pas in oktober mijn eerste beurs. Als je in Engeland gaat studeren, hoor je pas in juni of je bent toegelaten. Dan krijg je je beurs nog later.” Minister Bussemaker heeft de Tweede Kamer beloofd met DUO te zullen bekijken of de procedure kan worden versneld. In Nederland zijn masteropleidingen in de regel eenjarig, terwijl masters in de rest van Europa juist vaak tweejarig zijn. Dat wringt. Hirschstein moest aantonen wat de toegevoegde waarde is van zijn tweejarige Zweedse master. Dat is nog niet gelukt. Daarom moet hij maar afwachten of hij volgend jaar ook studiefinanciering krijgt.
juli/augustus 2014 | transfer
Starre regeling Bij NWS komen volgens hem ook veel klachten binnen over het collegegeldkrediet. Een starre regeling, die zijn doel voorbijschiet, stelt de master student. “Je mag tot 9.000 euro lenen om het collegegeld te betalen. Daarmee kom je in Engeland en de VS een heel eind. Alleen krijg je het geld in maandelijkse termijnen, terwijl je in Engeland en de VS het collegegeld vooruit moet betalen.” Vanuit het buitenland communiceren met DUO valt ook niet mee. “Je moet allerlei controleformulieren laten invullen door de instelling waar je studeert. DUO doet dat allemaal schriftelijk”, vervolgt Hirschstein. Omdat studenten vaak verhuizen, lopen ze het risico dat de DUO-post op het verkeerde adres terechtkomt. Gelukkig zijn veel zaken via internet te regelen, maar dan moet je wel kunnen inloggen met DigiD. Dat is een probleem als de inlogcodes via sms worden verstuurd en je je Nederlandse telefoon niet mee hebt. Kortom, zegt Hirschstein, “het meenemen van studiefinanciering is niet zo eenvoudig als de term suggereert.”
Logisch Die conclusie sluit naadloos aan bij de observaties van de ACA. De onderzoekers vinden het eigenlijk ook wel logisch dat het meeneembaar maken van beurzen en leningen weinig effect heeft op de mobiliteit. Studiefinancieringssystemen zijn immers niet opgezet om de mobiliteit aan te jagen. Ze zijn bedoeld voor binnenlands gebruik en passen niet bij studiecondities in het buitenland. De bedragen die studenten meekrijgen, zijn vaak niet voldoende om een buitenlandse studie te financieren en de verstrekkingsduur sluit niet altijd aan bij de lengte van het buitenlandse programma. Maar zelfs zonder die belemmeringen zijn meeneembare beurzen nog geen mobiliteitsbeurzen. Ook in een gul land als Noorwegen, waar je tot je 45ste jaar (meeneembare) studiefinanciering kunt krijgen, waar deeltijdstudenten een beurs kunnen krijgen, net als PhD-studenten en mensen die afstandsonderwijs volgen, doet maar 4 procent van de studenten een studie in het buitenland. “De meeneembare beurs maakt dat iedereen die wil, in het buitenland kan studeren. Ik merk alleen dat maar weinig van mijn studenten daarin geïnteresseerd zijn”, stelt Hans Vossensteyn. “Ze zeggen: het onderwijs is hier toch goed? Of ze zijn bang dat ze hun bijbaantje kwijtraken, of dat ze hun vriendje of vriendinnetje zullen missen. Die studenten duw je echt niet de grens over met een meeneembare beurs.”
yvonne van de meent
23
aanpakken Wat komt er kijken bij internationalisering in het hoger onderwijs? Betrokkenen vertellen over hun werk.
‘Ik weet nu alles van lakenpakketten en slaapzakken’
Foto’s: Piroschka van de Wouw/De Beeldredaktie
Het organiseren van de eerste summerschool aan de Radboud Universiteit Nijmegen is voor Wessel Meijer eigenlijk een klusje erbij. Maar wel een veelzijdige klus, waardoor hij als internationaliseerder ook met inkoopvraagstukken te maken krijgt. “Je runt een soort mini-universiteit, met alles wat daarbij hoort.” Vrijwel alle Nederlandse universiteiten hebben al een summerschool. De Radboud Universiteit is er wat laat mee, erkent Wessel Meijer, algemeen coördinator van het project. Dat heeft als voordeel dat hij met andere summerschools kon sparren, vertelt de senior beleidsmedewerker internationalisering. “Maar uiteindelijk moet je het vanuit je eigen kracht doen.” Meijer inventariseerde allereerst of afdelingen en docenten bereid waren een programma aan te bieden, midden in de zomervakantie. De interesse bleek groter dan verwacht. “We dachten aan zeven cursussen om mee te beginnen, uit te breiden tot zo’n 25 in 2018. Na wat interne promotie werden dertig cursussen aangeboden, zodat we in een klap een van de grotere summerschools van Europa worden.” De faculteiten, die straks kunnen beschikken over de opbrengst, mochten zelf de prijs bepalen. Zij zijn
ook verantwoordelijk voor de inhoud en presentatie van de cursussen. Marketing en werving gebeurt op verschillende niveaus. Met succes, gezien de honderden aanmeldingen.
Met of zonder handremmen Centraal worden alle ‘randzaken’ geregeld, legt Meijer uit: logistiek, catering en het sociale programma. “We moeten vaak lachen om het avontuur dat we zijn aangegaan”, vertelt hij. “Je runt een soort mini-universiteit, met alles wat daarbij hoort. De running gag zijn hier de leenfietsen, die de rector aan de eerste honderd aanmelders wilde geven. Wil je die met of zonder handremmen? Zo ben je als internationaliseerder met inkoopvraagstukken bezig. Ik weet nu ook alles van lakenpakketten en slaapzakken.” Meijer en zijn collega’s hadden zich niet gerealiseerd dat het huren van lakenpakketten voor een week vrij duur
zou worden voor studenten. Daardoor ontstond het plan voor slaapzakken met het summerschool-logo, die ze na afloop mogen meenemen. Dat is meteen promotie. En daar is het de universiteit om te doen: de summerschool moet naamsbekendheid in het buitenland opleveren, en daarmee meer Europese masterstudenten. Al weerspreekt Meijer dat het initiatief een verkapte wervingsactie is. “We mikken op kwaliteit en onderzoeksgerichtheid. De meerderheid van de cursussen is op master- en PhD-niveau.” Dat de eerste editie verliesgevend zal zijn, is ingecalculeerd; het college van bestuur heeft geld beschikbaar gesteld voor de pilot. Daarna moet de summerschool zo snel mogelijk kostendekkend worden, zegt Meijer, die uitgaat van een vervolg. “Ik durf te zeggen dat het een blijvertje is.”
annelieke zandvliet
juli/augustus 2014 | transfer
interview
Foto: Svetlana Balashova
24
Charles Hoedt verruilt Rusland voor China.
Foto: Mellen Gou
Van het Rode Plein naar het Plein van de Hemelse Vrede:
charles hoedt, nieuwe directeur nuffic neso china:
‘Neso China gaat zijn strategie moderniseren’ Na zeven jaar als directeur van Nuffic Neso Rusland gaat Charles Hoedt vanaf 1 augustus aan de slag als Neso-directeur in China, een functie die hij al sinds februari waarneemt. “De promotie voor China gaat op de schop”, kondigt hij alvast aan. Hij vertelt het bijna als een mop. Tijdens zijn eerste bezoek aan China, in maart dit jaar, komt op een alumnifeest een Chinese zakenman op Charles Hoedt af. De man heeft in Nederland gestudeerd en doet nu in China promotiewerk voor het Nederlandse onderwijs. Hij vertelt dat de alumnivereniging van Chinezen die in Nederland hebben gestudeerd de afgelopen tien jaar 6.500 leden heeft gekregen. De oud-studenten van de tien jaar daarvoor weet de
juli/augustus 2014 | transfer
man helaas niet te bereiken. Als dat toch lukte, zou het ledental kunnen groeien tot wel 15.000. “Een heel leger dat klaar staat om Nederland in China te promoten”, zegt de man tegen Hoedt. “En u bent onze generaal.” Waarop Hoedt reageert: “Dan bent u mijn luitenant-generaal.” Het gesprekje doet de Nederlander beseffen om wat voor aantallen het in China gaat. Ter vergelijking: in Rusland, het grootste land ter wereld, telt de alumni-
25
is meegegaan met de ontwikkelingen en zonder de steun van alle collega’s in Den Haag was het niet gelukt. Je doet het samen.” In China zal hij, zoals hij het zelf noemt, het Nesokantoor nieuw leven moeten inblazen. De organisatie zit sinds vorig jaar zonder directeur en baseert zich op een strategie van vijf jaar geleden, meent Hoedt. Hij zal ook in China hameren op het gebruik van sociale media. “De promotie voor China gaat straks op de schop; het moet moderner en meer aansluiten bij de diverse doelgroepen.” Hij heeft er overigens alle vertrouwen in dat dit met het team van Neso China gaat lukken. Hoedt vertelt over het bezoek, eind maart, van Onderwijsminister Jet Bussemaker aan China. “Toen stampten we in korte tijd een Hollanddag en allerlei netwerk- en alumniactiviteiten uit de grond. Ik merkte bij die gelegenheid dat de medewerkers het fijn vonden dat er weer iemand was die leiding gaf. Het bezoek verliep uitstekend en dat maakte mijn team blij.” Tijdens het bezoek van Bussemaker werd een overeenkomst ondertekend voor samenwerking op het gebied van onderwijs en wetenschap. De overeenkomst heeft ook betrekking op samenwerking in het mbo. Daardoor gaat voor het eerst een Neso-kantoor voor het mbo werken. Neso China zal zich zowel inzetten voor promotie als voor het bevorderen van institutionele samenwerking, twee thema’s waarop de Nuffic zich concentreert. Verder is het de bedoeling dat er uitwisselingen komen van mbo-studenten uit beide landen en gaat Nederland China adviseren over het opzetten van een eigen mbo-structuur.
vereniging duizend leden. China en Rusland komen bij Charles Hoedt (41) deze maanden samen. Op het moment van het interview – via Skype – vervult Hoedt twee functies. Hij is directeur van het Nuffic Neso-kantoor in zowel Rusland als China. Deze banen combineert hij sinds 1 februari, pendelend tussen Moskou en Beijing. Per 1 augustus laat hij Rusland achter zich en richt hij zich alleen op China. Woelige tijden Daar zal hij veel hebben aan zijn Russische ervaHoedt is positief over de kansen voor onderwijsringen. Zeven jaar geleden moest Hoedt het Nesosamenwerking tussen Nederland en China. “We kantoor in Moskou vanaf nul opbouwen. Hij moest hebben het hier in Rusland ook zien gebeuren: er zijn personeel aannemen, meubels uitzoeken, computers hier steeds meer instellingen die contact zoeken met aanschaffen. Nu huist het kantoor in het pand van Nederlandse onderwijsorganisaties de Bibliotheek voor Buitenlandse en bedrijven om een samenwerking Literatuur. Op de binnenplaats “De BRIC-landen op te zetten.” staat, op initiatief van Hoedt, sinds ontwikkelen zich, waardoor Met zijn vertrek uit Rusland komt vorig jaar een standbeeld van filoer meer studenten komen. een einde aan een levensfase die soof Desiderius Erasmus. Ook die moet je bereiken” begon in 1998. Charles Hoedt zou Nieuw leven inblazen toen alleen naar Rusland gaan om Vernieuwing bleek in Rusland het zijn scriptie te schrijven. Maar hij toverwoord. In de beginperiode bleef. Hij werkte eerst als journalist, van Neso Rusland lag de nadruk bij het promotielater als uitgever van een reisgids. Zijn buitenlandwerk nog op onderwijsbeurzen. Inmiddels wordt avontuur gaf hem kansen die hij in Nederland niet veel gedaan via sociale media. Hoedt stelde ook zou hebben gehad, vermoedt hij. onderzoeksrapporten samen voor Nederlandse In Hoedts laatste zes maanden in Moskou is Rusland instellingen. De steun van zijn team en van het constant in het nieuws. Door de Olympische Nuffic-hoofdkantoor in Den Haag noemt hij cruciale Winterspelen in Sotsji en de crisis in Oekraïne zijn factoren in het succes van Neso Rusland. “De staf het woelige tijden. Westerlingen worden niet altijd
juli/augustus 2014 | transfer
26
hartelijk ontvangen. Hoedts Amerikaanse collega kon de tent sluiten. De Nederlander loodst zijn kantoor er doorheen. “We zijn niet bezig met politiek, maar met onderwijs. Dat dragen we nadrukkelijk uit. Als ik vragen krijg van de media, stuur ik ze door naar de ambassade.” Toch merkt ook hij de gevolgen van de Oekraïnecrisis, maar dan aan Nederlandse zijde. “Nederlandse instellingen zijn nu huiverig om naar Rusland te komen. Sommige hebben een trip afgezegd naar Belgorod bij de Oekraïense grens. Nederlanders die in Rusland werken, verbazen zich daarover, want het leven gaat hier gewoon door.”
Uitdagend en enerverend Met zijn verhuizing naar China blijft Hoedt werkzaam in een van de BRIC-landen, waartoe naast Rusland en China ook Brazilië en India behoren. In andere landen heeft de Nuffic, door bezuinigingen bij het ministerie van OCW, kantoren gesloten of
het aantal werknemers teruggeschroefd. Hoedt waarschuwt voor verdere besparingen. “Voor de Neso-landen die er nu nog zijn, moet het niet minder worden. We doen al veel met een relatief klein budget. De kantoren dragen echt iets bij, op het gebied van hoger onderwijs, internationalisering, het opdoen van kennis. Maar we moeten wel behoorlijke activiteiten kunnen blijven organiseren. En vergeet niet dat de BRIC-landen zich ontwikkelen, waardoor er meer studenten komen. Ook die moet je bereiken.” Charles Hoedt proeft nu nog van twee culturen, de Russische en Chinese. Uitdagend en enerverend vindt hij het: de andere wetten en regels, het reizen, het tijdsverschil, het aansturen van zijn staf en kantoor via Skype en WhatsApp. “Ik krijg daar energie van. En wie kan er nou zeggen dat hij directeur – en generaal – is in het grootste land ter wereld én in het land met de meeste inwoners?”
floris akkerman
Het Nuffic Neso-netwerk in 2015 Het ministerie van OCW gaat vanaf 2015 structureel
lokale functionarissen, die zich vooral zullen richten op
1,9 miljoen euro bezuinigen op de Netherlands Education
de promotie van het Nederlandse hoger onderwijs in
Support Offices (Neso’s). Daarom heeft de Nuffic de keuze
beide landen. Nuffic Neso Vietnam zal zijn intrek nemen
voor de doellanden moeten aanscherpen. De kantoren
in het consulaat, Nuffic Neso Thailand in de ambassade.
in Brazilië, Rusland, India, China en Indonesië blijven
De Neso-functionarissen in Vietnam gaan, net als hun
open. Dit zijn de landen waaraan de hogeronderwijs
collega’s in Thailand, nauw samenwerken met het
instellingen de hoogste prioriteit geven.
Nuffic Neso-kantoor in Indonesië. De formele aansturing
De kantoren in Zuid-Korea en Mexico worden
vindt plaats vanuit het hoofdkantoor van de Nuffic
afgeslankt tot zogeheten Neso-desks. Vanuit Mexico
in Den Haag.
zal de Spaanstalige Latijns-Amerikaanse regio worden
Dankzij extra investeringen in de Nuffic Neso-activiteiten
bediend, vooral via online promotie.
die door D66 zijn bedongen, is er voor 2015 en 2016
Het Nuffic Neso-kantoor in Taipei, de hoofdstad van
ruimte om nieuwe markten te verkennen, zoals Zuid-
Taiwan, is intussen gesloten. De kantoorpanden in
Afrika en Turkije. Waarschijnlijk zal daarbij, naast het
Vietnam en Thailand gaan ook dicht. Wel wordt daar
gebruikelijke promotiewerk, ook sterk worden ingezet op
de dienstverlening in beperkte vorm voortgezet door
samenwerking, capaciteitsopbouw en matchmaking. (RB)
juli/augustus 2014 | transfer
27
sorry? pardon! In deze rubriek vertellen studenten over uitglijers en misverstanden in den vreemde.
wie: Kiki van Essen (19)
buitenlandervaring: Studie
International business aan Green River Community College in Auburn (bij Seattle, VS).
tip:
‘Laat je van tevoren goed informeren over de mogelijkheden voor studiefinanciering en de internationale waarde van je diploma.’
Een cijfer voor je huiswerk?
Portret: Foto: eigen xxxxx foto, stadsbeeld Seattle: iStock
Na haar middelbare school ging Kiki van Essen naar de VS om een aantal vakken op een college te volgen. Al snel ontdekte ze dat Amerikaanse docenten heel anders zijn dan Nederlandse – en dat huiswerk maken in de VS punten oplevert. “Hoe kan dat nou? dacht ik toen ik na drie weken een paar nullen op mijn cijferlijst zag. Wat bleek: al het huiswerk telde mee voor je eindcijfer. En ik had niets ingeleverd! Gelukkig mocht ik het inhalen van mijn docente. Ze vond het raar dat je in Nederland alleen huiswerk maakt om te oefenen. Dat was een vreemde binnenkomer, maar inmiddels bevalt het me hier heel goed. Na de havo wilde ik eigenlijk slechts een paar vakken doen in Auburn, maar ik heb besloten hier drie jaar te blijven om een associate degree te halen.
De docenten hebben hier een heel andere rol dan ik gewend was. In Nederland ging ik alleen naar ze toe als ik vastliep, dus zo deed ik het hier ook. Pas in het tweede kwartaal kwam ik er achter dat de docenten je graag willen helpen. Iedere dag is er office hour. Dan zitten ze met de deur open in hun werkkamer om vragen te beantwoorden en je te helpen. Je kunt ook gratis bijles krijgen. Je gezicht laten zien tijdens een office hour loont echt. Je wordt hier enorm gemotiveerd om een stapje extra te doen. In Nederland, waar ik op de havo slecht was in Engels, zeiden ze: ‘Accepteer dat het een 5
wordt. Je kunt niet beter.’ Hier zeggen ze: ‘Als je er nog even hard aan trekt, gaat het je lukken.’ Wat ik van tevoren niet wist, is dat ik voor deze studie geen studie financiering krijg. Ja, over misverstanden gesproken. Ik hoop nu dat ik een Amerikaans scholarship kan krijgen en voor een vervolgstudie in Nederland alsnog stufi. En gelukkig kunnen mijn ouders ook iets bijdragen. Mijn vader had zelf graag in de VS gestudeerd, maar dat is er nooit van gekomen. Hij vindt het prachtig dat ik het nu wél doe.”
rineke wisman
juli/augustus 2014 | transfer
28
achtergrond
Beeld: ESA
Met een reisbeurs de ruimte in
Na de opheffing van de Frans-Nederlandse Academie is de Nuffic sinds begin dit jaar verantwoordelijk voor de uitvoering van het Van Gogh-beurzenprogramma. Dit programma verstrekt reisbeurzen aan excellente wetenschappers. Hoewel het om vrij kleine bedragen gaat, zijn de gebruikers blij met hun Van Gogh-beurs. “Met speciale radiotelescopen op de maan willen we radiosignalen uit het vroege heelal opvangen. Om dat te realiseren, werken we samen met het Laboratoire d’Etudes Spatiales et d’Instrumentation en Astrophysique in Parijs – kortweg LESIA”, vertelt Marc Klein Wolt, universitair docent astronomie bij de Radboud Universiteit Nijmegen. Het onderzoeksproject waarvan Klein Wolt teamleider is, komt uit de koker van Heino Falcke. Deze Nijmeegse hoogleraar radioastronomie en astrodeeltjesfysica kreeg in 2011 de Spinozapremie voor zijn onderzoek naar zwarte gaten. Dit voorjaar bracht Klein Wolt, met twee postdocs, voor het eerst een bezoek aan LESIA. Daarvoor gebruikte hij een reisbeurs uit het Van Goghjuli/augustus 2014 | transfer
programma, dat samenwerking tussen Nederlandse en Franse onderzoekers aanmoedigt. Klein Wolt: “We hebben de hoofdlijnen doorgesproken en onderwerpen voor samenwerking gekozen.” Had dat niet via Skype gekund? De astronoom denkt van niet. “Een paar dagen samenwerken in dezelfde ruimte is veel intensiever. Je leert elkaar kennen, bent enorm gefocust. Er ontstaat energie en er ontstaan ideeën, voor nieuwe partners, mogelijkheden en missies.”
Fundamentele wetenschap Dat is precies de bedoeling van de Van Gogh-beurzen: excellente wetenschappers uit Nederland en Frankrijk bij elkaar brengen om ze zo in staat te stellen gezamenlijk nieuwe resultaten te boeken. Zowel Frankrijk
29
als Nederland stelt elk jaar 50.000 euro voor het beurDe onderzoekers van de Radboud Universiteit en zenprogramma beschikbaar. “Voorheen kwam dat die van LESIA gaan samen een prototype radio geld van het ministerie van OCW, de komende drie telescoop voor in de ruimte ontwikkelen. “De meerwaarde zit in de koppeling van hun kennis over het jaar komt het van Stichting Ammodo, een goededoelenorganisatie die kunst en wetenschap bevordert”, maken van instrumentarium voor de ruimte, met vertelt Loes Minkman, senior programmabeheerder onze kennis over radioastronomie vanaf de grond bij de Nuffic. en radiosignalen uit het vroege heelal”, vertelt de De Nuffic nam het beheer van het Van Goghastronoom. Bij het project zijn ook de NASA en programma begin dit jaar over van de Fransdiverse instituten, bedrijven en technische universiteiten betrokken. Nederlandse Academie. Die organisatie, opgericht De toegekende reisbeurs bedraagt in 2001, werd opgeheven nadat de in totaal 3.300 euro voor het hele Nederlandse overheid de subsidiekraan had dichtgedraaid. “Het Van “In Nederland is team, Fransen én Nederlanders. verhoudingsgewijs weinig Per persoon worden reiskosten Gogh-programma past heel goed geld beschikbaar voor binnen de activiteiten van Nuffic. tot 350 euro per retour vergoed en onderzoek, dus ook een Het zorgt dat Franse en Nederlandse verblijfkosten tot 110 euro per dag. kleine reisbeurs is welkom” Klein Wolt beaamt dat het bedrag onderzoekers beter gebruik kunnen maken van expertise, faciliteiten, relatief klein is. Toch is hij er blij archieven, collecties, apparatuur en mee. Dankzij de beurs kunnen de bijzondere onderzoeksmethoden die Fransen en de Nederlanders elkaar in eigen land misschien niet voorhanden zijn”, legt dit jaar vier keer ontmoeten. “Anders zou ik geld uit Minkman uit. het algemene universiteitsbudget moeten aanvragen, Het programma ondersteunt jaarlijks ongeveer 150 of het zou van het projectgeld voor onderzoek af onderzoekers uit Nederland en Frankrijk in vijftien moeten. Dat kan wel een keer, maar niet meermalen.” tot twintig onderzoeksteams. Het gaat daarbij om Onder de indruk gemeenschappelijke projecten die een meerwaarde Niet iedereen kan zomaar een Van Goghhebben in de ontwikkeling van de, veelal fundamentele, wetenschap. De samenwerking leidt vaak tot beurs aanvragen. De beurzen zijn nadrukkelijk gezamenlijke PhD-trajecten, gezamenlijke wetenbedoeld voor topwetenschappers. Hun excelschappelijke publicaties en nieuwe samenwerkingslentie wordt afgemeten aan toegekende Veni-, projecten in EU-verband. Vidi- en Vicibeurzen of beurzen van de European Research Council. Ook Spinozapremie-winnaars Kosmologische dark ages en leden van de Jonge Academie zijn kanshebbers. De samenwerking tussen de Radboud Universiteit en De contacten en plannen voor samenwerking LESIA betreft een wel heel bijzonder project. Klein moeten er al zijn. Minkman: “Zowel de Nederlandse Wolt vertelt over radiotelescopen waarmee je radioals Franse onderzoekers moeten in eigen land een straling uit de ruimte opvangt. “Helaas kunnen we aanvraag indienen, die in beide landen wordt beoordeeld door inhoudelijke experts.” nog niet alle straling opvangen”, zegt de astronooom. Het indienen van de aanvraag was vrij eenvoudig, “Alle golven onder ongeveer 30 megahertz worden zegt Klein Wolt. “Wij verkeren in de gelukgeblokkeerd door de atmosfeer. Juist in die laagste kige omstandigheid dat onze hoogleraar Heino frequenties zitten de radiogolven uit het vroege Falcke zowel de Spinozapremie als een ERC-prijs heelal, uit de kosmologische dark ages. Toen waren er heeft gewonnen.” nog geen sterren en dus geen licht. Van die periode Voor de Nuffic zijn reisbeurzen nieuw; de internaweten we erg weinig.” tionaliseringsorganisatie werkte tot nu toe vooral Dat willen Klein Wolt en zijn team veranderen. met studiebeurzen. Programmabeheerder Minkman “Wij willen als eerste de radiostraling onder is onder de indruk van de impact ervan. “Tot mijn 30 megahertz meten, zodat we kunnen begrijpen hoe verrassing zitten onderzoekers er wel degelijk op de allereerste sterren en structuren in het heelal zijn te wachten. In Nederland is verhoudingsgewijs vrij ontstaan.” Die signalen kunnen alleen worden opgevangen in de ruimte. Daarom willen de onderzoekers weinig geld beschikbaar voor onderzoek, dus ook een uiteindelijk een grote radiotelescoop op de maan of kleine reisbeurs is welkom. Vooral PhD’ers en postdocs profiteren ervan. Ze leggen meteen contacten in de ruimte bouwen. En daar komt LESIA om de voor de toekomst. Het is een uniek samenwerkingshoek kijken. Klein Wolt: “Het is een gerenommeerd programma, dat navolging verdient.” instituut dat bijvoorbeeld heeft meegewerkt aan de ruimtevaartmissie Cassini-Huygens van ESA, waarbij alexandra branderhorst een sonde Saturnus en zijn manen onderzoekt.” juli/augustus 2014 | transfer
30
gelezen
MOOC’s zijn geen alternatief voor bestaand onderwijs Steven D. Krause is a Professor in the Department of English Language and Literature at Eastern Michigan University. Most of his teaching at the undergraduate and graduate levels focuses on the relationship between writing and technology.
Over internationale samenwerking in het hoger onderwijs wordt veel gepubliceerd. Historicus Han van der Horst bespreekt in elke Transfer een werk dat hem is opgevallen. Deze keer de artikelenbundel Invasion of the Moocs, the Promise and Perils of Massive Open Online Courses.
Charles Lowe is an Associate Professor of Writing at Grand Valley State University where he teaches web design, professional writing, business communication, document design, and firstyear writing.
3015 Brackenberry Drive Anderson, South Carolina 29621 http://www.parlorpress.com S A N: 2 5 4 – 8 8 7 9 ISBN 978-1-60235-535-4
Veel nieuwigheden die het internet voortbrengt, worden met bazuingeschal en tromgeroffel ingehaald. Zo ook de MOOC’s, de Massive Open Online Courses. Maakten zij niet het hoger onderwijs voor iedereen met een computer toegankelijk? Konden door de inzet van ICT de kosten per student niet sterk worden verminderd? Vooral politici meenden in MOOC’s een geneesmiddel te herkennen voor alle kwalen van het onderwijs. Waarschijnlijk door de goedkoopte. Toch zijn MOOC’s niet nieuw. Wie een cursus bekijkt, bijvoorbeeld op www.coursera.com, ziet dat veel is ontleend aan de schriftelijke cursussen van weleer en aan televisieonderwijs, zoals dat in Nederland decennialang door Teleac werd verzorgd. Dankzij internet kun je tekst en beeld combineren, via chats en blogs studenten met elkaar laten discussiëren en zelfs op basis van meerkeuzetentamens cursisten laten slagen en zakken. Dat
juli/augustus 2014 | transfer
Invasion of the MOOCs
Contributors include Aaron Barlow, Siân Bayne, Nick Carbone, Kaitlin Clinnin, Denise K. Comer, Glenna L. Decker, Susan Delagrange, Scott Lloyd DeWitt, Jeffrey T. Grabill, Laura Gibbs, Kay Halasek, Bill Hart-Davidson, Karen Head, Jacqueline Kauza, Jeremy Knox, Steven D. Krause, Alan Levine, Charles Lowe, Hamish Macleod, Ben McCorkle, Jennifer Michaels, James E. Porter, Alexander Reid, Jeff Rice, Jen Ross, Bob Samuels, Cynthia L. Selfe, Christine Sinclair, Melissa Syapin, Edward M. White, Elizabeth D. Woodworth, and Heather Noel Young.
Krause & Lowe
Invasion of the MOOCs: The Promise and Perils of Massive Open Online Courses is one of the first collections of essays about the phenomenon of “Massive Online Open Courses.” Unlike accounts in the mainstream media and educational press, Invasion of the MOOCs is not written from the perspective of removed administrators, would-be education entrepreneurs/venture capitalists, or political pundits. Rather, this collection of essays comes from faculty who developed and taught MOOCs in 2012 and 2013, students who participated in those MOOCs, and academics and observers who have first hand experience with MOOCs and higher education. These twenty-one essays reflect the complexity of the very definition of what is (and what might in the near future be) a “MOOC,” along with perspectives and opinions that move far beyond the polarizing debate about MOOCs that has occupied the media in previous accounts. Toward that end, Invasion of the MOOCs reflects a wide variety of impressions about MOOCs from the most recent past and projects possibilities about MOOCs for the not so distant future.
Invasion of the
MOOC s
The Promise and Perils of Massive Open Online Courses
PARLOR PRESS
Edited by Steven D. Krause and Charles Lowe
laatste wordt overigens ingewikkeld als zich veel studenten opgeven: in mei en juni gaf de Universiteit Leiden via Coursera een cursus over de changing global order. Na drie weken hadden zich 26.000 deelnemers ingeschreven.
Merkwaardige zaken Het is dan ook de vraag of MOOC’s het hoger onderwijs wezenlijk zullen veranderen. Wie de artikelenbundel Invasion of the MOOCs, the Promise and Perils of Massive Open Online Courses raadpleegt, wordt door groeiende twijfel overvallen. Een groot aantal auteurs belicht het fenomeen van alle kanten. Waarnemers uit de academische wereld, medewerkers van MOOC’s en cursisten wisselen elkaar af. Nu en dan komen merkwaardige zaken aan het licht. Zo kreeg de dichteres/docente Karen Head het verzoek om haar handtekening in een stevige resolutie online ter beschikking te stellen voor certificaten van deelname.
Dat deed zij liever niet, waarna haar naam in cursieve letters ook goed bleek te zijn. Ze constateert bovendien dat de discussie, na een korte opflakkering van idealisme, steeds meer over verdienmodellen gaat. Bijvoorbeeld over het heffen van een soort examengeld. Wie alles in deze interessante bundel afweegt, komt tot de conclusie dat MOOC’s zonder twijfel een nuttige aanvulling vormen op de vele middelen die het onderwijs ter beschikking staan. Het is echter zeer de vraag of je via deze weg dezelfde impact kunt bereiken als met gewoon onderwijs in de collegezaal en de colloquiumkamer. Een student kan zich met MOOC’s ongetwijfeld behoorlijk op een specifiek onderwerp of een specialisme oriënteren, maar méér lijkt (nog) niet mogelijk te zijn. Dat gold destijds ook voor Teleac. Onderwijsspecialisten op het Binnenhof en schatkistbewaarders op de instellingen hebben dus geen reden om zich vast rijk te rekenen.
han van der horst Invasion of the MOOCs: the Promises and Perils of Massive Open Online Courses. Steven D. Krause, Charles Lowe (ed.), Anderson, South Carolina, USA, 2014. Downloaden via: http://www.parlorpress.com/pdf/invasion_of_ the_moocs.pdf
31
onbekend terrein
‘Shocking, hoe Amerikanen praten over collectieve zorgverzekering’ De VS vond ze gaaf en toen tv-presentator Roos Moggré de kans kreeg om via een uitwisselingsprogramma aan de andere kant van de oceaan te studeren, hoefde ze niet lang na te denken. “Het was een van de mooiste periodes van mijn leven.” Na de zomer wordt ze presentatrice bij WNL, nu is ze nog een vertrouwd gezicht voor kijkers van het NOS Jeugdjournaal. Roos Moggré is iedere dag in beeld; als presentator of als verslaggever. Een interviewtje in het Engels gaat haar gemakkelijk af. Een van de pluspunten van haar buitenlandse studieperiode, net als de toneelervaring die ze toen opdeed. Ruim tien jaar geleden vertrok ze als studente journalistiek voor drie maanden naar de Ohio University in Athens. “Ik kwam terecht in het Amerikaanse collegeleven dat ik van tv-series kende. Ik woonde op de campus, een dorp met alleen maar studenten en had een Amerikaanse roommate. Dat was geweldig.” Leerzaam vond ze het om een tijdje in een heel andere maatschappij te
leven. “In de VS is alles berekend op comfort. In de supermarkt staat een bank om even uit te rusten. In de leslokalen staat de airco volop aan. Het gaat erom dat iedereen tevreden is. En het is natuurlijk een land van extremen: veel mensen zijn te dik, de rest is afgetraind.” Moggré kon haar eigen vakkenpakket samenstellen. “Ik koos bewust een aantal vakken buiten de journalistiek, zoals toneel. En een vak over Amerikaanse staatsinrichting, waarbij we discussies voerden over bijvoorbeeld een collectieve zorgverzekering. Negentig procent van de studenten kon zich daar niets bij voorstellen. ‘Je gaat toch niet meebetalen aan de zorg voor je invalide buurman? Je moet het zelf zien te maken.’ Dat soort argumenten hoorde je. Echt shocking.”
Ook de rassenscheiding raakte haar. “Het verschil tussen donker en licht was echt een issue. Studenten vertelden mij dat ik er geen idee van had hoe het was om in Ohio donker te zijn. Zwarte studenten hadden zelfs een eigen vereniging.” Haar verblijf in de VS heeft haar houding ten opzichte van de wereld veranderd, vindt Moggré. “Ik ben me veel meer deel van het geheel gaan voelen. Het heeft mijn wereld groter gemaakt en het is goed om te weten dat je je ook kunt bewegen in een andere maatschappij.” Een baan in het buitenland stond op haar verlanglijstje. Toen ze bijna klaar was met haar studie Internationale Betrekkingen, kon ze aan de slag op de Nederlandse ambassade in Israël. Maar ook in de journalistiek lagen kansen. “Ik moest een keuze maken en daar heb ik geen spijt van.”
els heuts
juli/augustus 2014 | transfer
Foto: Maarten Hartman
Bekende Nederlanders blikken terug op hun studieverblijf in het buitenland.
t ransfe r
al ruim twintig jaar dé bron van informatie over internationalisering in het hoger onderwijs
Neem nu een gratis abonnement op hét vakblad over internationale samenwerking in hoger onderwijs en onderzoek tran s fer
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
t ra n sfer
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
jaargang 21 | mei/juni 2014
rug wil meer uit international classroom halen | ‘techniekonderwijs moet
internationaler’ | nederland gastvrij voor bedreigde wetenschappers | zijn er
voldoende joint doctorates? | pianist ralph van raat werd in de vs een andere musicus
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
5
jaargang 21 | april 2014
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
4
jaargang 21 | februari 2014
3
jaargang 21 | december 2013 / januari 2014
living labs zetten hogescholen internationaal op de kaart | universiteitsraad
freddy weima: nuffic mag wat innovatiever | grieken vrezen einde gratis ho |
oefenen | de nieuwe hbo-titulatuur: internationaal herkenbaar? | en veel meer...
artsenopleiding is kleine revolutie | boris dittrich zag in de vs het belang van ambitie
| wat merken studenten van erasmus+ en nog vijf vragen
rotterdam kiest toch niet voor engels als vergadertaal | nederlands-duitse
vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs
Buddy
Hoe krijgen we honkvaste student in beweging?
ontwikkelingssamenwerking zoekt aansluiting bij internationaliseringsagenda
ocw | afrika groeit als studentenmarkt | op zoek naar een veilige plek om arabisch te
trans fe r
t ransfer
Staren we ons blind op MOOC’s?
Een nieuwe missie: hulp, handel en onderwijs
Internationaliseren in eigen land
6
t ransfer
doorbreekt internationale bubble
2
scriptie leidt tot licht in india | verblijf in rusland verrijkte taal marente de moor
jaargang 21 | november 2013
edwin van rest (studyportals): ‘wereldwijde transparantie ultieme droom’ |
cultureel verdrag-beurs nauwelijks in trek | amsterdam krijgt technologisch topinstituut | joris luyendijk over zijn buitenlandse studieverblijf
VO OR WI E?
• Beslissers, beleidsmakers en uitvoerders van internationaliseringsbeleid bij hogescholen, universiteiten, ministeries en aanverwante organisaties • Docenten, onderzoekers en studenten die betrokken of geïnteresseerd zijn in internationale samenwerking Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en verschijnt 7 keer per jaar.
Aanmelden voor een gratis (digitaal) abonnement kan via www.nuffic.nl/transfer