Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica voltijd & deeltijd Hogeschool van Amsterdam
Scheveningseweg 46 2517 KV Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica voltijd & deeltijd Hogeschool van Amsterdam CROHO nr. 34479
Hobéon® Certificering BV Datum: 11 oktober 2010 Auditteam: R.J.M. van der Hoorn MBA ir. T. van der Gaag drs. ing. P. Koger prof. dr. E. Barendsen E. Krens Secretaris: mr. J.A. Frederik CMC MBCS
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1.
MANAGEMENT SAMENVATTING INTEGRAAL ADVIES
1 1
2.
INLEIDING
3
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
5
4.
VORIGE ACCREDITATIE
7
5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma Facet 2.1. Eisen HBO Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen HBO Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
9 9 9 11 12 13 13 17 19 21 23 26 27 29 32 32 34 35 38 38 40 42 42 44 45 47 47 49
6.
OORDEELSCHEMA
52
7.
BIJLAGEN
53
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
I II III IV
Programma en gesprekspartners Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen Werkwijze, beoordelingsprocedure, beslisregels Hobéon Geraadpleegde documenten
Deel 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Integraal advies
Hobéon Certificering adviseert de NVAO de hbo bacheloropleiding Informatica, verzorgd door de Hogeschool van Amsterdam, Croho nummer 34479 in al haar varianten te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd. Algemene gegevens Naam van de instelling Informatica Voltijd en deeltijd Locatie van de opleidingen
Hogeschool van Amsterdam Informatica Voltijd en deeltijd Amsterdam
Naam VBI Datum visitatie Datum adviesrapport
Hobéon Certificering bv 27 april 2010 11 oktober 2010
Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: De heer R.J.M. van der Hoorn is directeur van de Hobéon Groep en heeft inmiddels een groot aantal audits voorgezeten bij zowel bekostigde als aangewezen onderwijsinstellingen. De heer Van der Hoorn is opgetreden als voorzitter van het auditteam. De vakdeskundige, professor dr. E. Barendsen, is hoogleraar vakdidactiek en onderwijsontwikkeling bij het Instituut voor Leraar en School (ILS-RU) en universitair hoofddocent bij Onderwijsinstituut voor Informatica en Informatiekunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Twee werkvelddeskundigen, enerzijds de heer drs. ing. P. Koger, directeur bij Logica en al meer dan 20 jaar betrokken in grote complexe IT projecten. En anderzijds de heer ir. T. van der Gaag, directeur Noord-West Nederland van KPN. De student, mevrouw E. Krens is tweedejaars Technische Informatica bij Hogeschool Windesheim en heeft zitting in de opleidingscommissie van de faculteit SIS, welke de opleidingen BI, I en TI verzorgt. De secretaris en auditor onderwijs, de mr. J. A. Frederik CMC MBCS is onderwijsadviseur, doet onderzoek naar de ontwikkeling van de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs en heeft een ruime ervaring als auditor.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 1
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 2
2.
INLEIDING
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo bachelor opleiding Informatica, verzorgd door de Hogeschool van Amsterdam, Croho nummer 34479. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd en deeltijd. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review 2010 en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest het beoordelingskader hbo bacheloropleidingen van augustus 2009.
voorzitter R.J.M van der Hoorn MBA, directeur Hobéon werkvelddeskundige Ir. T. van der Gaag, regiodirecteur KPN, Amsterdam werkvelddeskundige Drs. Ing. P. Koger, directeur Logica, Amstelveen vakdeskundige Prof. Dr. E. Barendsen, Radboud Universiteit Nijmegen student E. Krens, Tweedejaars student TI, Hogeschool Windesheim secretaris en onderwijskundige Mr. J.A. Frederik CMC MBCS, professioneel auditor
X
X
X
X X
X
X
X
X
studentperspectief
onderwijs
vak / discipline
werkveld
Leden
kwaliteitszorg /audit
De audit heeft plaatsgevonden op 27 april 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage I. Het auditteam werd gevormd door de heren R.J.M van der Hoorn, E. Barendsen, T. van der Gaag, P. Koger, J.A. Frederik en mevrouw E. Krens. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar.
X X
X
X
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 3
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 4
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
Hogeschool van Amsterdam De Hogeschool van Amsterdam (HvA) is een hogeschool met ruim 80 opleidingen, 35.000 studenten en 2600 medewerkers, verdeeld over de domeinen Bewegen, sport & voeding, Economie & management, Gezondheid, Media, Creatie & Informatie, Onderwijs en Opvoeding, Techniek en Maatschappij & Recht. Informatica en Information Engineering zijn ondergebracht in het domein Media, Creatie en Informatie. Stafafdelingen, zoals Onderwijs & Onderzoek, Personeel & Organisatie, Marketing & Communicatie en Kwaliteit en Accreditatie ondersteunen en faciliteren de domeinen in het onderwijsproces. De domeinen worden aangestuurd door een domeinvoorzitter. De stafdiensten ressorteren rechtstreeks onder het gezamenlijke College van Bestuur van de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam. De HvA heeft een hogeschoolbreed instellingsplan. Hierin zijn de gezamenlijk gedragen en sturende positiebepaling vastgelegd en wordt geschetst hoe de UvA en HvA zich de komende vijf tot tien jaar willen profileren, welke keuzes zij willen maken en waarom. De UvA en HvA zien als een belangrijke taak om studenten te binden en hen te begeleiden naar een passend niveau met goede vooruitzichten op de arbeidsmarkt. Studiesucces De HvA is breed toegankelijk en herbergt een grote variëteit aan opleidingen. De diversiteit van de studentenpopulatie en het gevarieerde opleidingenaanbod vormen de grote kracht van de instelling. Speerpunt is het verhogen van het studiesucces van studenten. Het streven de hogeschool is om de studierendementen dusdanig te laten groeien dat zij het hoogst zijn in vergelijking met opleidingen in een soortgelijke (is: grootstedelijke) omgeving. De HvA profileert zich als een onderwijsinstelling die studenten maximale kansen op studiesucces biedt. Zij stelt zich als doel dat elke student die beschikt over voldoende vooropleiding, motivatie en capaciteiten de eindstreep haalt. Media, Creatie en Informatie Het domein Media, Creatie en Informatie van de HvA wil de studenten een omgeving aanbieden waarin zij worden uitgedaagd om te excelleren in hun vak, innoverende verbindingen te leggen en het vermogen te ontwikkelen om hun vak en de markten waarin zij actief zijn, blijvend te vernieuwen en binnen 4,5 jaar af te studeren. Op deze wijze wil het domein voor bedrijven en andere stakeholders een zinvolle partner zijn en tevens een betekenisvolle bijdrage aan de samenleving leveren. De opleiding Informatica is ondergebracht in het domein Media, Creatie en Informatie. Dit samen met de opleidingen Information Engineering (IE; op hetzelfde CROHO als Informatica), Technische Commerciële Confectiekunde (AMFI), Communicatie en Multimedia Design (IAM) en Media, Informatie en Communicatie (MIC). De opleidingen hebben alle een voltijd variant. Informatica en MIC kennen ook een deeltijdvariant. De informaticaopleiding, voor wat betreft de voltijd variant, heeft een onderwijsaanbod dat is geïntegreerd met de Technische Informatica (CROHO 34475). Daar waar dit relevant is worden de banden met Technische Informatica steeds genoemd. Positionering De opleiding Informatica behoort tot de grotere van het land, het marktaandeel wat betreft de eerstejaars ligt voor het studiejaar 2009-2010 op 15%. De jaren voor 2009 lag dat rond de 8%. De start van de richting Game Development heeft deze stijging veroorzaakt. In de regio heeft de Hogeschool INHolland drie informaticaopleidingen. Deze zijn geen van drieën (Diemen/Haarlem/Alkmaar) groot. Verder heeft de HvA nog een opleiding op het Informatica CROHO in Almere. Deze opleiding zal separaat beoordeeld worden, in verband met de verwachte overdracht dit jaar aan Hogeschool Windesheim in Zwolle.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 5
Karakteristiek van de opleiding De informaticaopleiding leidt aankomende professionals op in een professionele grootstedelijke omgeving. Dit gebeurd in vijf richtingen, talloze uitstroomprofielen en in een nauw contact met het omringende beroepenveld, zowel het MKB als de grotere (multi)nationals. Via vele kanalen wordt het onderwijs actueel gehouden. De opleiding Informatica is een dynamische opleiding. Dat moet ook wel, want de ICT-wereld is voortdurend aan verandering onderhevig. Het uitgangspunt van de opleiding is dat onderwijs altijd beter kan, waardoor het interessanter en uitdagender wordt voor studenten. Het auditpanel onderschrijft deze zienswijze. Studenten krijgen de mogelijkheid zich gedurende tien weken te oriënteren voordat zij een keuze voor een richting maken. Deze opzet sluit aan bij de belevingswereld van nieuwe studenten die vaak nog niet in staat zijn direct de juiste keuze te maken, ook al hebben zij zich van tevoren goed georiënteerd. Het starten van een nieuwe richting Game Development geeft eveneens aan dat de opleiding niet stil zit en zich realiseert dat dynamiek in de ICT-wereld zeer belangrijk is voor docenten, maar vooral voor de studenten. Door middel van stages en projecten komen studenten in direct contact met het bedrijfsleven en mede via thema’s en professionele vaardigheden ontwikkelen studenten die competenties die bij een beginnend professional horen. Op basis van de domeinambities geformuleerd in het domeinconvenant heeft de Informaticaopleiding in het managementcontract als doel geformuleerd om te groeien tot 400 studenten in de propedeuse voltijd, waarvan 280 studenten de richting Game Development volgen. Deze in 2009 gestarte specialisatie heeft in 2009 al tot een forse toename van de instroom geleid. De deeltijdopleiding wil van 64 propedeuse studenten groeien naar 90. Leeuwenburg De opleiding is gevestigd in gebouw de Leeuwenburg bij het Amstelstation; er staan per 1 oktober 2009 1123 studenten ingeschreven: 901 voor de voltijd varianten van Informatica en Technische Informatica en 222 voor de deeltijd variant van Informatica.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 6
4.
VORIGE ACCREDITATIE
De opleiding is in 2004 gevisiteerd door de Dutch Validation Council. Het advies aan de NVAO was positief en de beoordeling kan als voldoende/goed worden getypeerd. De onderdelen niveau bachelor en voorzieningen staken boven het gemiddelde uit; het rendement werd als enige ongenoegzame punt beschouwd. Om het rendement te verhogen, zijn in de afgelopen jaren diverse activiteiten gestart en uitgevoerd. Uit de evaluaties van deze activiteiten blijkt dat
het gewenste resultaat in enkele gevallen niet is behaald. Het onderwijsvernieuwingsproject van 2006 had onder andere als onderliggende motivatie dat studenten die eerder kunnen kiezen voor een beroepsprofiel, beter gemotiveerd zijn en dientengevolge betere studieresultaten behalen. Daarnaast is het project 42 days in 2006 gestart. Dit project gaat uit van de veronderstelling dat binding een van de primaire factoren is die studiesucces beïnvloeden. Sinds 2009 wordt het project Sturen op Studiesucces uitgevoerd met als specifiek doel het studiesucces en daarmee het studierendement te verhogen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 7
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 8
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5. 1.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: goed De competenties van de opleiding komen overeen met de beroepscompetenties voor de bachelor of ICT, uitgegeven door de HBO-I stichting. Uit eigen onderzoek van de opleiding blijkt dat hiermee adequaat wordt ingespeeld op de behoefte van de markt. De competenties voldoen eveneens aan de eisen van het beroepenveld. De opleiding ziet dit bevestigd in de externe opdrachten en afstudeeropdrachten die door bedrijven worden aangeboden. De Opleidingsadviesraad accordeert regelmatig de opleidingsplannen en adviseert tot bijstelling wanneer daar aanleiding toe is. De opleiding geeft de indruk midden in de samenleving te staan. Er zijn veel contacten met organisaties buiten de Hogeschool en het multiculturele karakter van de studentenpopulatie lijkt het team moeiteloos aan te kunnen. Een voorbeeld voor onze samenleving. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Instellingsplan HvA De doelstelling van de HvA is drieledig: In de eerste plaats: het opleiden van studenten tot allround professionals die zich met grote mate van zelfstandigheid verder kunnen specialiseren. Ten tweede stelt de HvA zich tot taak om studenten op te leiden tot maatschappelijk betrokken en zelfbewuste burgers die bijdragen aan de democratische samenleving. Ten derde stelt de HvA de ontwikkeling van de individuele student centraal en richt zij zich op de ontplooiing van individuele talenten. Opleidingsprofiel De opleiding Informatica van de HvA wil studenten binnen 4,5 jaar opleiden tot goed functionerende en gezaghebbende hbo-bachelors op het gebied van de informatie- en communicatie technologie. Afgestudeerden hebben een duidelijk beroepsprofiel, bovendien kennen zij hun eigen kwaliteiten en kunnen zij zich verder ontwikkelen tijdens de uitoefening van hun beroep. Kortom: het zijn professionals die zich kunnen handhaven in de internationale dynamische wereld van de ICT. Ze zijn in staat om naar aanleiding van een concrete vraag uit het werkveld onderzoek te doen naar mogelijkheden en oplossingen. Het opleidingsprofiel en de eindkwalificaties van de opleiding voldoen aan het competentieprofiel van het HBO-I platform: “Bachelor of ICT een competentiegerichte profielbeschrijving” dat in 2004 door de HBO-I stichting in nauwe samenwerking met een vertegenwoordiging van het werkveld is opgesteld. Er is bij de uitwerking van dit HBO-I profiel een nadrukkelijke verbinding met de European Informatics Skills Structure (EISS) gelegd. In de EISS zijn standaarden voor alle functies op het terrein van de ICT beschreven. In het HBO-I profiel wordt de context als volgt verwoord: “De bachelor of ICT zet haar of zijn competenties vooral in voor het ontwerpen, bouwen en implementeren van ICT-systemen”.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 9
Het competentiemodel van 2009 van het HBO-I kent geen eindniveaus, maar werkt met profielen. De architectuurlagen van deze profielen passen goed op de vijf beroepsdomeinen. De rechtvaardiging voor het starten van een aparte richting Game Development komt voort uit onderzoek of deze branche in de Amsterdamse regio bestaat en voldoende capaciteit heeft om toekomstig afgestudeerden te absorberen. Dit is in de postion paper Game Development terug te vinden. De branche verschilt dusdanig van de bestaande richtingen dat de afgestudeerden deze niet optimaal bedienen. In principe wordt Game Development een vijfde branche. Dit wordt ook gerechtvaardigd door het gegeven dat er door de opleiding profielen in voorbereiding zijn (Game-production, Game-technology en Game-design) die in de landelijke ICTdomeinbeschrijving van de HBO-I stichting zijn meegenomen. Deze voegen toe aan de al bestaande profielen.
Competentieprofiel Het HvA-Informatica competentieprofiel is gebaseerd op het informaticadeel van het HBO-I profiel. De opleiding Informatica van de HvA heeft ervoor gekozen om studenten die informatiesystemen analyseren, ontwerpen, bouwen en implementeren op te leiden voor beroepen in vijf richtingen, te weten: Software Engineering, (vt+dt) System and Network (vt+dt) Human Centered Design (vt) IT Management (vt+dt) Game Development (vt) Verder is er binnen de voltijds informaticaopleiding sprake van een samenwerking en vergaande integratie met Technische Informatica. De opleiding heeft, conform de uitgangspunten van de HvA, ervoor gekozen de eindkwalificaties in termen van beroepscompetenties te formuleren. Competenties zijn per definitie gekoppeld aan een context en aan het effect dat wordt gerealiseerd. Dit onderscheidt competenties dan ook van kwalificaties. Kwalificaties zeggen alleen iets over het ontwikkelingsniveau van iemand, dus niet iets over het effect van zijn gedrag en zijn handelen. Competenties worden altijd afgemeten aan de effecten van gedrag en aan de waardering van de resultaten door belanghebbenden. Het competentieprofiel is gespecificeerd voor de verschillende fasen in de opleiding, namelijk de propedeuse, de verdiepingsfase en de afstudeerfase. In een continue evaluatiecyclus worden deze resultaten gebruikt om het onderwijs te versterken. Zie facet 2.1
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 10
Facet 1.2. Niveau: Bachelor
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een hbo-bachelor
Oordeel: voldoende Door de Opleidingsadviesraad, de bedrijfsbegeleiders en externe deskundigen wordt bevestigd dat de eindcompetenties op hbo-niveau zijn. Het auditpanel heeft geconstateerd dat de opleidingscompetenties aansluiten bij het bachelorniveau van de algemene, internationaal geaccepteerde Dublin Descriptoren. In de toetsplannen van de onderwijseenheden en in het beoordelingsformulier van het afstuderen worden de gedragsindicatoren en toetscriteria gekoppeld aan de competenties. Hiermee borgt de opleiding adequaat dat deze worden afgedekt in de opleiding. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Kernkwalificaties De opleidingen van de HvA nemen de hbo-kernkwalificaties als maatstaf. Deze kwalificaties zijn gelinkt aan de Dublin Descriptoren die de NVAO voorschrijft. Gezien de vraag van het nationale en internationale werkveld is dit niveau noodzakelijk. Deze kernkwalificaties zijn een integraal onderdeel van de competenties van informatica. Deze zijn vertaald naar een vierjarig programma waarin expliciet wordt aangegeven waar de desbetreffende competenties verworven kunnen worden. Daarin worden voor de voltijd drie niveaus aangehouden: propedeuse, na de stage en na de afstudeeropdracht. De eindkwalificaties hebben hiermee de reikwijdte en complexiteit waar de Dublin Descriptoren naar verwijzen. De deeltijd houdt de volgende niveaus aan: Niveau 1: Basis, te bereiken na de propedeuse, Niveau 2: Verbreding, te bereiken na het eerste semester van het derde jaar, Niveau 3: Verdieping, te bereiken na het afstuderen. Een deeltijdstudent beheerst alle richtingen op niveau twee en één van de drie richtingen op niveau drie. Zie verder facet 2.2.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 11
Facet 1.3. Oriëntatie HBO
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is
Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 en 1.2 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 12
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen HBO
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Oordeel: goed De opleiding maakt gebruik van projecten die door bedrijven worden aangeleverd. Deze bedrijven beoordelen de uitgevoerde projecten in hoge mate positief en bieden regelmatig vervolgprojecten aan. Dit wijst er op dat de opleiding het vereiste niveau realiseert. Op grond van eigen studentevaluaties die enkele malen per jaar gehouden worden stelt de opleiding het programma jaarlijks bij. Dit gebeurt door overleg met alle medewerkers en de input van de Opleidingsadviesraad. Communicatie tussen de verschillende geledingen staat bij de opleiding hoog in het vaandel. Dit blijkt uit de student-, medewerker- en alumnitevredenheidmonitor. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Professional Skills De constatering dat sociale en communicatieve vaardigheden, projectvaardigheden, onderzoeks- en adviesvaardigheden tot de belangrijkste competenties van de informaticus behoren, heeft geleid tot een programma dat Professional Skills (Prof.) genoemd is. Het bedrijfsleven verwacht van de informaticabachelor professionele vaardigheden die uitstijgen boven vakkennis. Dit zijn de vaardigheden om zijn vakinhoudelijke kennis te delen met anderen, met zowel collega’s als met niet-vakgenoten. Dat vereist dat hij in staat moet zijn om te communiceren en te presenteren, zowel schriftelijk als mondeling, dat hij over de vaardigheden beschikt om in projecten te kunnen functioneren en deze bij voorkeur zelfs te leiden, dat hij oplossingen kan bedenken voor nieuwe automatiseringsproblemen en dat hij over de vaardigheid beschikt om kennis en kunde in de voortdurend en snel veranderende ictwereld toe te passen en die kennis en kunde bovendien up-to-date te houden. Interactie met de praktijk vormt de kern van het curriculum. Dit wordt zichtbaar in het didactisch concept en organiserend beginsel. Het bedrijfsmodel ITopia zorgt voor samenhang, inhoudelijke borging en bedrijfsstandaarden, zoals Prince2, UML, Agile en Scrum. Als versiebeheersysteem wordt vanaf de eerste dag SVN(SubVersioN) gebruikt. De opleiding haalt de actualiteit binnen via cases in thema’s en projecten. ITopia zorgt ervoor dat haar juniormedewerkers in de Business Unit die zij kiezen een brede basis krijgen op het terrein van de ICT. ITopia De opleiding Informatica voert het programma uit onder de naam ITopia (I+TI) en communiceert naar de studenten toe met deze naamgeving. ITopia kent zes Business Units, vijf binnen de informatica opleiding en een binnen de opleiding Technische Informatica. Deze Business Units kennen projecten en bedrijfsscholing en hebben een HRM afdeling. Een student is gedurende zijn gehele opleiding werknemer bij ITopia. De student verwerft competenties door projecten uit te voeren voor ITopia. In samenwerking met collega-studenten, docenten en het bedrijfsleven worden concrete oplossingen of producten ontwikkeld. De vakinhoudelijke know how wordt veelal aangeboden als ‘just in time‘ onderwijs.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 13
Vakliteratuur In het eerste en tweede jaar van de opleiding krijgt iedere student een vakinhoudelijke basisopleiding binnen en buiten zijn gekozen richting. Er wordt een gedegen basis aangeboden voor het uitoefenen van een relevante functie in de ICT, hierbij is uitgebreide aandacht voor de ontwikkeling van professionele persoonlijke vaardigheden op sociaal en communicatief vlak. In de studiehandleidingen wordt aangegeven welke verplichte vakliteratuur bestudeerd dient te worden. Jaarlijks is een geactualiseerde boekenlijst voor studenten beschikbaar. Externe opdrachtgevers Het werken in projecten met externe opdrachtgevers neemt een belangrijke plaats in binnen het curriculum. In een project werken studenten in teamverband aan een product voor een opdrachtgever. De studenten hebben in verschillende projectteams verschillende functies, zoals die in de praktijk ook voorkomen. Hierdoor krijgen zij al snel een beeld van de eisen die in de praktijk aan hen gesteld zullen worden. In het tweede jaar wordt voor geïnteresseerde studenten aandacht besteed aan de oriëntatie op de stage. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het bedrijf PROCAM dat voorlichting geeft over solliciteren. Daarnaast is er het praktijkbureau dat studenten helpt met het zoeken en vinden van relevante stageplekken. Interactie met de beroepspraktijk Projecten zijn de proeftuinen voor de aankomende professional: toepassen van opgedane kennis, opdoen van nieuwe kennis, planmatig werken, samenwerken en resultaatgericht werken. Via deze projecten verwerven studenten kennis die zij direct kunnen toepassen. Ook krijgen zij ‘just in time’ vakkennis aangereikt door middel van workshops binnen projecten. Een deel van deze workshops is ingeroosterd, ook worden ze gegeven op aanvraag van de studenten. In dat geval wordt met een kennismanager gewerkt die als intermediair optreedt. Studenten leren vanaf het eerste jaar boeken, vakliteratuur en internet als bron te raadplegen. Ook leren zij vanaf het begin wat kennismanagement is en hoe zij dit kunnen toepassen. Prof- programma Gedurende de eerste twee jaar staat het studieonderdeel Prof. op het programma. Tijdens de Prof- lessen leren studenten wat projectmatig werken en wat competentiegericht leren is. Het maken van een persoonlijk ontwikkelplan (POP) en het gebruik van het digitaal portfolio, waarin de student zijn competentie- ontwikkeling bijhoudt, zijn hier voorbeelden van. Aan het eind van het eerste jaar doet de student zijn eerste assessment, waarin hij aantoont dat hij geschikt is voor het tweede jaar, zijn POP is hierbij uitgangspunt. In de eerste helft van het tweede jaar bestaat het Prof-programma uit een keuzeonderdeel, opdat studenten specifiek aan bepaalde vaardigheden kunnen werken. In de tweede helft van het jaar ligt het accent op de voorbereiding op de stage of afstudeerfase, als er sprake is van een stagevrijstelling. Tijdens de oriënterende stage, het tweede assessment, in het derde jaar brengt de student de opgedane kennis in praktijk en bewijst hiermee klaar te zijn voor de afstudeerfase. Business Unit In de afstudeerfase specialiseert de student zich verder in zijn richting middels een Business Unit programma. In deze unit volgt hij een halfjaar projecten en, deels, verplichte cursussen. Daarna volgt hij een halfjaar een minorprogramma. De minor is een programma van 30 studiepunten waarin de student zich intensief bezighoudt met één onderwerp. Dit programma kan binnen of buiten de informaticaopleidingen gevolgd worden. Zie facet 2.2. Tijdens de afstudeeropdracht voert de student gedurende een halfjaar zelfstandig een opdracht uit, waarbij in de verslaglegging ook gelet wordt op de verifieerbaarheid van het gedocumenteerde. Zie facet 6.1. Dit is het derde en laatste assessment van de opleiding waarin de student aantoont dat hij de vereiste competenties heeft behaald. De beoordeling is ook hier competentiegericht.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 14
Onderzoeksvaardigheden Onderzoeksvaardigheden lopen als een rode lijn door de opleiding. Het gaat altijd om een onderzoek naar aanleiding van een concrete vraag of concreet probleem uit het werkveld. Zo wordt in het eerste jaar in het derde blok een adviesrapport geschreven. Daartoe formuleren studenten eerst een onderzoeksvraag. Deze vraag is een van de uitgangspunten voor het te formuleren advies. In de projecten komen, door het open karakter van sommige projecten, ook onderzoeksvaardigheden terug. Zo wordt in het project Virt voor de SNE richting in het tweede jaar een advies gevraagd welke oplossingen er zijn voor het virtualiseren van een product dat nu als complete netwerktoegang aan het MKB wordt geleverd. Ook de afstudeeropdracht bevat altijd een onderzoeksdeel. Internationalisering Internationalisering is een geïntegreerd onderdeel van het programma. Aangezien Engels in de ICT wereld de voertaal is, moeten de studenten aantonen dat zij deze taal beheersen op B2 niveau. Is dat niet het geval, dan kunnen zij hun kennis via cursussen fluency en writing skills bijspijkeren. Bij twee projecten in de eerste twee jaar zijn de opdrachtgevers, die een multinational vertegenwoordigen, Engelstalig. Alle studenten communiceren in het Engels met hen en op deze manier wordt hun mondelinge en schriftelijke competentie Engels getoetst. Internationale kennisuitwisseling vindt plaats via uitwisselingsprogramma’s en korte intensieve studiebezoeken van studenten en docenten. Dit komt ook tot stand middels het uitvoeren van internationale opdrachten van studenten en door het gebruik van internationale vakliteratuur. Studenten kunnen de oriënterende stage in het buitenland doen of een deel van de afstudeerfase in het buitenland volbrengen. Bovendien kunnen zij studieonderdelen volgen in het buitenland. Ook studeren sommige studenten in het buitenland af. Internationale dimensies van het vakgebied en het toekomstige beroep zijn beperkt geïntegreerd in projecten. De opdrachtgevers van een project werken bijvoorbeeld voor een buitenlandse holding, waardoor de studenten zich moeten verdiepen in de consequenties die cultuurverschillen teweeg kunnen brengen. Nieuwe ontwikkelingen Het op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen in de ICT is een belangrijk aspect van de opleiding. Zowel voor als na de stage worden studenten met de laatste ontwikkelingen geconfronteerd. In de eerste twee jaar wordt binnen het project OutFit4you een nieuwe hypermoderne lijn van kledingwinkels als case genomen. Ook in de projecten Nemo en Presence wordt via de externe opdrachtgevers op de laatste ontwikkelingen ingespeeld. Een voorbeeld is de huidige ontwikkellijn van LogicaCMG, ‘Working Tomorrow’, waarbij het gaat om innovatieve toepassingen van de ICT. Working Tomorrow heeft zeer regelmatig afstudeeropdrachten voor studenten. Uitvoering deeltijd De deeltijdvariant wijkt in zoverre af dat er niet bedrijfsmatig vanuit ITopia wordt gewerkt. Een deeltijdstudent heeft immers een relevante werkkring en het creëren van een bedrijfsmatige context is dus niet nodig. Omdat deeltijdstudenten zowel binnen de opleiding als op hun werk kennis en vaardigheden verwerven, is het onderwijsprogramma gericht op kennisontwikkeling in en met de praktijk. Zo is de module Werkervaring gekoppeld aan de competentie ontwikkeling van de student, doordat de relatie gelegd moet worden tussen het geleerde tijdens de opleiding en het werk. Het beperktere aantal studenten noopt tot een curriculum waarin minder keuzes mogelijk zijn. Bovendien is het programma om dezelfde reden ingedikt, maar stemt het inhoudelijk overeen met de voltijd. Het flexibiliseren van het programma was een ontwerp-eis voor de ontwikkeling van het nieuwe curriculum dat nu in zijn derde jaar is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 15
Validatie De opleiding bewaakt het niveau en de validiteit van de eindcompetenties via haar structurele contacten met de praktijk. Deze contacten worden vormgegeven in: Opleidingsadviesraad: bestaande uit vertegenwoordigers van toonaangevende bedrijven. De raad komt drie maal per jaar bijeen, één maal per jaar worden de trends in het werkveld en wat deze betekenen voor de geformuleerde competenties besproken; Externe deskundigen: bij de beoordeling van de afstudeeropdrachten zijn externe deskundigen betrokken. Deze rapporteren over het niveau van de opleiding naar aanleiding van de door hen bijgewoonde zitting. Jaarlijks vergaderen zij met de examinatoren en tweede lezers en wordt zowel de gang van zaken als het niveau besproken; Bedrijfsbegeleiders: bij alle stages van studenten vinden functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken plaats. Hierin wordt expliciet aan het bedrijf gevraagd of de kennis en vaardigheden van de studenten van voldoende niveau is; Jaarlijkse Alumni Tevredenheid Monitor: hierin worden de respondenten onder andere de actuele competenties voorgelegd met de vraag of zij deze relevant vinden en van voldoende niveau voor de beroepsuitoefening van de informaticus. Ook wordt daar gevraagd in hoeverre studenten een baan op eigen niveau vinden; Alumni: de alumnisite, waarin alle oud-studenten opgenomen waren en die niet tot wasdom kwam is vervangen door een gemonitorde groep in Linked-In. Dit initiatief is uitgegroeid tot een forse lijst van bijna 500 alumni, bij wie vooral hun kwaliteit opvallend is. De afgestudeerden van de opleiding in de jaren ‘90 hebben vaak carrière gemaakt; De opleiding werkt nauw samen met een aantal buitenlandse onderwijsinstellingen, onder andere in Intensive Programs. De docenten werken samen met buitenlandse collega’s en gebruiken deze ervaring om het onderwijs actueel te houden. In een continue evaluatiecyclus worden deze resultaten gebruikt om het onderwijs te versterken. Studenttevredenheid In de studenttevredenheidmonitor (STM) krijgt Informatica voltijd in 2009 het cijfer 7.1 (schaal 1:10), evenals Informatica deeltijd. Voltijd: De studenten zijn tevreden over het onderwijsprogramma wat blijkt uit de volgende STM 2009 scores (schaal 1-5 met 5 als hoogste): Voltijd: aansluiting van het studiemateriaal op de beroepspraktijk: 3.5 aandacht voor theoretische kennis: 3.5 gebruik van toegepast onderzoek: 3.4. Van de eerstejaars en de ouderejaars vindt respectievelijk 45% en 52% dat er voldoende aandacht is voor theoretische kennis. Over het aspect Programma oordelen de studenten positief: 3.6, de inhoud van de opleiding 3.7, de aansluiting van het programma op de beroepspraktijk: 3.7. En de aandacht die de opleiding besteedt aan internationale ontwikkelingen in het beroepenveld en de aandacht voor het gebruik van internationale vakliteratuur krijgen beide een 3.5. Deeltijd: De aansluiting van het studiemateriaal op de beroepspraktijk: 3.5, de aandacht voor theoretische kennis: 3.8 en het gebruik van toegepast onderzoek: 3.3. Van de eerstejaars vindt 90% en van de ouderejaars vindt 65% dat er voldoende aandacht is voor theoretische kennis. Over het aspect Programma oordelen de studenten positief: 3.6, de inhoud van de opleiding 3.8, de aansluiting van het programma op de beroepspraktijk: 3.7. En de aandacht die de opleiding besteedt aan internationale ontwikkelingen in het beroepenveld en de aandacht voor het gebruik van internationale vakliteratuur krijgen respectievelijk met 3.1 en 3.3.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 16
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: goed Het programma is ontworpen op basis van de competenties zoals die geformuleerd zijn in het HBO-I profiel en is toegepast op het beroepsdomein. In dit competentieprofiel staat expliciet op welke wijze de student in de eerste twee jaar van zijn studie zich de beoogde competenties eigen kan maken. Het competentieprofiel staat online en wordt actueel gehouden. Hiervoor wordt input gebruikt van de OAR, alumni, stagebegeleiders en examinatoren en van de ervaringen van docenten. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Concentrische competentieontwikkeling De opleiding ziet het proces van competentieontwikkeling als een concentrisch proces: de student ontwikkelt een steeds hoger niveau van competent gedrag. In de loop van de opleiding worden de problemen steeds complexer, de student werkt zelfstandiger en neemt steeds meer verantwoordelijkheid voor zijn eigen leerproces. Dit betekent dat: de competenties in steeds complexere situaties gedemonstreerd worden; de competenties steeds meer verbonden worden met de intrinsieke motivatie van de student; het beheersingsniveau van de competenties hoger worden door reflectie en de daaraan gekoppelde verbetering en uitbreiding van de handelingsperspectieven: verdieping doordat reflectie en integratie toenemen. Dit betekent dat in iedere fase van de opleiding elk studieonderdeel een bijdrage levert aan het verwerven van de competenties op het niveau horend bij die fase. Het volgen en met succes afronden van het programma stelt de student in staat de eindkwalificaties van de opleiding te behalen. Met de keuze van een minor, 30 punten, kan de student op basis van persoonlijke wensen en ambities accenten leggen in zijn competentieontwikkeling. De minor moet aantoonbaar bijdragen aan de competentieontwikkeling van de student en passen binnen het competentieprofiel van de opleiding. Skills De hbo-competenties zijn voor de uitvoering van het onderwijs vertaald naar hard- en softskills die aan individuele thema’s en projecten zijn gekoppeld. Zo kan een student snel zien aan welke eindcompetenties wordt gewerkt. In de periode na de stage werkt de student aan zijn eindcompetenties. Ook deze zijn gelinkt aan afzonderlijke skills die gekoppeld zijn aan HBO-I competenties. www.IT-opia.com Op www.it-opia.com is per skill en competentie aangegeven waar aan wat wordt gewerkt en in welke thema’s/projecten deze aan de orde komen. Ook staat aangegeven wanneer deze worden behaald. Hierbij is er sprake van een concentrische competentieopbouw. De deelcompetenties zijn vervolgens vertaald naar onderwijseenheden. Deze zijn bekend bij docenten en studenten en staan in de studiegids, zodat per thema of project duidelijk is aan welke deelcompetenties studenten werken. Studenten kunnen in hun digitaal portfolio bijhouden welke competenties aan de orde zijn bij welk onderdeel. In het eerste project in jaar 2 binnen de SE richting bijvoorbeeld, het Project Digital Learning, worden Ripple workshops
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 17
binnen het project aangeboden. De student kan een verantwoorde keuze maken uit diverse modelleermethoden en daarbij een geschikte ontwikkelomgeving kiezen voor de opdracht die binnen het project uitgevoerd wordt. In de eerste twee jaar werken studenten binnen hun beroepsdomein aan de competenties die behoren bij deze fase tot en met de oriënterende stage. Na de stage bekwamen zij zich verder binnen de Business Unit en brengen de competenties daarbinnen op een hoger niveau. Alumnitevredenheid Uit de tevredenheidmonitor onder alumni (ATM 2009, één rapportage voor voltijd en deeltijd variant) wordt de inhoud van de opleiding beoordeeld met een 3.8 en de mate waarin het programma aansluit bij de beroepspraktijk met een 3.5 (op een schaal van 5).
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 18
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: goed Het auditpanel heeft geconstateerd dat zowel de horizontale als de verticale samenhang van de opleiding is terug te zien in het consistent gebruik van thema’s, projecten en opdrachten en de toenemende mate van beroepsgerichtheid en complexiteit van de opleiding gedurende de studiejaren. Evaluatieresultaten en gesprekken tijdens de audit bevestigen dat studenten dit ook als zodanig ervaren. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Samenhang Binnen de opleiding Informatica werkt de student concentrisch aan zijn/haar competentie ontwikkeling. Tussen de studieonderdelen die binnen een jaar gepland zijn, is steeds een verband. Het Prof-programma is afgestemd op de fase van de opleiding waar de student zich in bevindt en op de projecten waar een student aan deelneemt of gaat deelnemen. Na de eerste twee jaar is de student binnen een van de beroepsdomeinen opgeleid en is hij in aanraking geweest met andere beroepsdomeinen. Verticale samenhang, voltijd Vanuit ITopia worden projecten vormgegeven als reële opdrachten en thema’s worden beschouwd als bedrijfscursussen die ondersteunend zijn. Loopbaanbegeleiding wordt ingezet als HRM instrument. Projecten zijn vormgegeven van gestuurd naar vrij, van interne opdrachtgever naar externe opdrachtgever. Op deze wijze is een ontwikkellijn gemaakt, de rollen en functies van de opdrachtgever hebben een oplopende complexiteit. De student ontwikkelt zijn beroepsvaardigheden op een steeds hoger niveau. Een student doet na twee jaar basisopleiding een oriënterende stage van 100 dagen, komt daarna terug naar de opleiding voor een kalenderjaar, besteedt een half jaar aan zijn major (totaal 3 ½ jaar van de opleiding) en doet een minor van 30 punten binnen of buiten de opleiding, die verdiepend of verbredend is, en rondt vervolgens met zijn afstudeeropdracht zijn major en opleiding af. De thema’s in jaar 1 en 2 liggen op de vijf beroepsdomeinen van Informatica. In de afstudeerfase specialiseert een student zich in zijn domein. Horizontale samenhang Thema’s, projecten en Prof. vertonen binnen een studiejaar samenhang. Deze samenhang wordt expliciet in de studiegids beschreven. Een voorbeeld in het eerste jaar van de horizontale samenhang binnen één semester is het volgende: de richtingen Game Development, Human Centered Design en de opleiding Technische Informatica doen het project Nemo. De studenten zijn via ITopia gevraagd om een nieuw object te ontwikkelen voor Nemo of de openbare bibliotheek. Junior-medewerkers van ITopia voeren deze opdracht in teams uit. De exhibita moeten aan een aantal technische en aan een aantal designeisen voldoen. Er wordt een aantal ‘just in time’ workshops aangeboden, zoals doelgroepanalyse, brainstorm productkeuze, sensoren en interfacetechnieken. Prof. en thema’s zijn op het project gericht en werken versterkend. De teams worden iedere week gecoacht om zowel een goed procesverloop als een goed product te garanderen. De juniormedewerkers van ITopia worden op drie aspecten beoordeeld: proces, techniek en product. Dit is een mix van individuele beoordelingen en teambeoordelingen. Voor het tegelijkertijd voor de andere richtingen lopende project Presence geldt hetzelfde.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 19
Minoren Per 2005-2006 is het major – minor systeem HvA breed ingevoerd. Een minor duurt een halfjaar en is 30 punten groot. Deze minor kan een verdieping zijn binnen een domein van de opleiding of een verbreding waarbij de student kan kiezen uit minoren die door andere opleidingen binnen de HvA aangeboden worden. De samenhang tussen de major en de minor wordt verzekerd doordat de minor moet bijdragen aan de competentieontwikkeling van de student. Voor deelname aan minoren heeft de student toestemming nodig van de examencommissie. Voor de minoren die de opleiding zelf aanbiedt aan haar eigen studenten wordt deze toestemming automatisch gegeven. Uitvoering deeltijd In het nieuwe programma voor de deeltijd is een grote stap gezet ter verbetering van de samenhang. Dit is langs twee lijnen gedaan: a) Het onderwijsprogramma is vanaf het tweede jaar thematisch ingericht; b) Werkervaring is sterker gekoppeld aan de competentieontwikkeling van de student. Vanaf het tweede jaar staat per semester één thema centraal. De horizontale samenhang van de modules wordt hiermee beter bewerkstelligd. Verder wordt ieder semester één opdracht (onderzoek, advies of project) aangeboden waarin, naast de bijbehorende vaardigheden het thema centraal staat. De uitvoering van de opdrachten wordt ondersteund door de theorie en vaardigheden die in de loop van een semester tijdens de module “Professionall Skills” worden aangeboden. Werkervaring De verticale samenhang wordt gerealiseerd, doordat de student tijdens zijn opleiding kennis en competenties verwerft en toepast in zijn functie. De studie bevordert de loopbaanontwikkeling van de student, waardoor zijn loopbaanperspectieven vergroot worden. Uitgangspunt is dat de student in de loop van de opleiding in zijn loopbaan groeit van minimaal mbo-niveau in het eerste jaar naar hbo-niveau in het laatste jaar. Tijdens de module Werkervaring legt de student verbanden tussen de prestaties die hij op zijn werk verricht en datgene wat hij tijdens de opleiding leert aan studieactiviteiten met de daaraan gekoppelde competentieontwikkeling. In het eerste studiejaar stelt de student een portfolio op, waarin hij onder andere aangeeft waar hij in zijn competentieontwikkeling staat. In het tweede en derde studiejaar levert de student telkens aan het einde van ieder semester een update van zijn portfolio. Studenttevredenheid Uit de studenttevredenheidmonitor (STM) 2009 blijkt tevredenheid bij de studenten over de samenhang tussen de programmaonderdelen: voltijd: 3.5, deeltijd: 3.6. Wat betreft de samenhang tussen het binnen- en buitenschools programma zijn de studenten ook tevreden: de ouderejaars van Informatica voltijd waarderen de aansluiting tussen stage en opleiding met een 3.6 en de aansluiting tussen geleerde vaardigheden en de stage met een 3.5. De gemiddelde score van de verschillende aspecten van de stage is ruim voldoende, namelijk 3.5. Het lijkt erop dat studenten niet altijd bij de voor hen meest geschikte bedrijven stage gaan lopen. Zij zoeken meestal zelf een bedrijf en maken te weinig gebruik van de expertise van het praktijkbureau en van de stageplekken die door de opleiding aangeboden worden. Studenten blijken volgens de STM 2009 kritischer wat betreft de onderlinge afstemming van docenten (voltijd 3.2, deeltijd 3.1). Het samenwerken van docenten in Business units zal de onderlinge afstemming verbeteren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 20
Facet 2.4. Studielast
Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: voldoende De opleiding informeert de studenten in de studiehandleidingen over de studielast, maakt tijdig de roosters en toetsplanning bekend en zorgt ervoor dat via het studiebegeleidingsysteem eventuele de studievoortgang belemmerende factoren in beeld gebracht worden en opgelost worden. Over het algemeen bevestigt het oordeel van studenten het beeld dat het programma voldoende studeerbaar is. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Studielast Het programma is zodanig vastgesteld dat de student bij voldoende inzet in vier jaar tijd zijn hbo-bachelor diploma kan behalen. De studielast van de opleiding is evenredig gespreid over de vier studiejaren. Per studiejaar zijn 60 studiepunten te behalen. Per studiepunt is de studiebelasting 28 uur. Het aantal contacturen voltijd bedraagt in het eerste jaar minimaal 19 en gedurende de rest van de studie minimaal 17 uur. Toetsen en herkansingen zijn evenwichtig gespreid en duidelijk gepland. Deze zijn in het jaarrooster opgenomen dat samen met het OER in een apart boekje is afgedrukt en op de website is te vinden. Per blok en studieonderdeel zijn de studiebelastinguren en de daaraan gekoppelde studiepuntenverdeling bekend. De studielast wordt berekend op basis van de geschatte omvang en complexiteit van de studieactiviteiten. Het uitgangspunt voor de studielast is een werkweek van 40 uur voor de gemiddelde student. In de studiegids, een jaarlijkse uitgave, is alle relevante informatie voor de student opgenomen. Aan het eind van elk blok worden de tentamens afgenomen. In thema’s en projecten bestaan ook andere toets- of mijlpaalmomenten waarop onderdelen worden afgerond. Herkansing van tentamens vindt plaats op enig moment in het daaropvolgende blok met een maximum van één toets per week. Bindend studieadvies Voor blok 4 is er een herkansingsweek voor de propedeusestudenten die vòòr het zomerreces plaatsvindt. In augustus vinden vaak extra herkansingen plaats in verband met het bindend afwijzend studieadvies. Mogelijke belemmeringen De voortgang van de ontwikkeling en het leerproces van de student wordt door de loopbaanadviseur via het portfolio bewaakt. De loopbaanadviseurs komen regelmatig bijeen om ervoor te zorgen dat ze op één lijn zitten wat betreft de begeleiding van de studenten. Via de STM, project en thema-evaluaties, de Opleidingscommissie, de loopbaangesprekken en de blokrendementsgegevens worden eventuele belemmeringen door de opleiding geconstateerd in de opbouw van het studieprogramma en de feitelijke studielast. Communicatie De informatievoorziening voor de studenten, met behulp van de elektronische leeromgeving DOKEOS/CHAMILO, zorgt ervoor dat studenten tijdig en voldoende geïnformeerd worden. Alle relevante informatie over thema’s en projecten zijn daar te vinden. De verantwoordelijke voor een studieonderdeel zorgt dat alle informatie tijdig aanwezig is. Jaarlijks worden de DOKEOS/CHAMILO sites vernieuwd. Op deze wijze wordt een volledig archief opgebouwd waar studenten uit kunnen putten als zij een thema uit een vorig jaar alsnog willen afronden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 21
Voor een toepassing waar DOKEOS/CHAMILO niet of slecht in voorziet, wordt de ELO (Elektronische Leer Omgeving) Moodle gebruikt. Deze geeft de mogelijkheid snel (diagnostische) toetsen af te nemen. Daarnaast wordt Maple TA gebruikt voor de wiskundetoetsen tijdens de zomercursus en bij het ‘basic skills’ wiskunde programma in het eerste jaar. Studenttevredenheid Over de studeerbaarheid is de student in de STM 2009 positief (voltijd: 3.5, deeltijd: 3.6). Studenten van beide varianten vinden dat studiemateriaal, les- en toetsroosters tijdig beschikbaar zijn. Tijdens het gesprek met het auditpanel bleek dat de studenten de studie last als redelijk zwaar ervaren, met name in het begin van de studie met veel contacturen. In het gesprek met de studenten kwam naar voren dat de opleiding wel is te doen in de gestelde tijd, maar toch ook als zwaar wordt ervaren. Voltijd: De studenten waarderen de verdeling van de studielast over het eerste half jaar met een 3.2, het aantal uren aan de studie besteed met een 3.4 en het aantal contacturen met docenten met een 3.4. Studenten besteden per week gemiddeld 32.5 uur aan de studie. Dit is nagenoeg gelijk aan het gemiddelde van het domein MCI (32.4 uur). Bij Informatica is echter het verschil opvallend tussen de eerstejaars, gemiddeld 34.4 uur per week, en de vierdejaars, gemiddeld 25.5 uur per week. Daarbij dient opgemerkt te worden dat studenten ook buiten de school veel meer met ICT bezig zijn en dit niet altijd als onderdeel van hun studie beschouwen, waardoor het beeld vertekend wordt. Uit de loopbaangesprekken blijkt dat studenten voltijd in de afstudeerfase meer dan wenselijk naast hun studie werken. Veelal doen zij dit in de beroepspraktijk waar zij later in terecht willen komen. Dit leidt tot studievertraging in het traject tussen de stages. Zie ook facet 4.2. Deeltijd: De studenten waarderen de verdeling van de studielast over het eerste half jaar met een 3.4, het aantal uren aan de studie besteed met een 3.4 en het aantal contacturen met docenten met een 3.5. Studenten besteden per week gemiddeld 20.8 uur aan de studie. Dit is meer dan het gemiddelde van het domein MCI (20.1 uur). Bij Informatica is echter het verschil opvallend tussen de eerstejaars, gemiddeld 24.4 uur per week, en de vierdejaars, gemiddeld 16.2 uur per week.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 22
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek
Oordeel: goed De opleiding heeft een gevarieerd systeem van werving, voorlichting en toelatingsgesprekken waardoor de aankomende student adequaat begeleid wordt in zijn studiekeuze. De opleiding heeft een goed functionerende mbo-hbo-doorstroom traject. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Informatica wil haar studenten een programma bieden waarin de mogelijkheid zit tot versnellen, maar waarin ook aandacht is voor studenten met deficiënties in voorkennis. Diversificatie in het onderwijsprogramma is van belang, omdat er grote variatie zit in de kennis, vaardigheden en houding van startende studenten. Instroom De studenten komen grotendeels van havo en mbo. De mbo’ers hebben overwegend een verwante informaticavooropleiding. De instroom van de Informatica opleidingen in 2009 heeft de onderstaande vooropleiding. Vooropleiding
Voltijd I & TI
Deeltijd I
HAVO
216
10
VWO
28
3
MBO
80
3
Anders
30
48
Totaal
354
64
Werving De opleiding is zeer actief op het gebied van voorlichting om de juiste studenten te werven. De informatievoorziening aan potentiële studenten wordt samen met de afdeling Marketing & Communicatie en Studentzaken van de HvA en het domein vormgegeven. Via de website van de HvA wordt de potentiële student geleid vanuit interessegebieden naar mogelijk interessante opleidingen. De opleiding Informatica kan bereikt worden via het interessegebied ‘Communicatie, Media en Informatie’ De instroom, die de afgelopen jaren zorgelijk was, herstelt zich en heeft het afgelopen jaar een forse stijging vertoond van ruim 180 studenten. Deze stijging is voor een groot deel op het conto van de richting Game Development te schrijven. De verwachting is dat de instroom zich verder in positieve zin zal ontwikkelen. Voorlichting De opleiding neemt deel aan het vo-hbo aansluitingsprogramma van de HvA. Aanvullend op deze activiteiten organiseert de opleiding een aantal specifieke activiteiten bijvoorbeeld de ‘mbo-middagen’ en zowel individuele als groeps-meeloopdagen. De opleiding geeft aspirant studenten een zo realistisch mogelijk beeld van de opleiding. De opleiding doet dit via websites, brochures, door de open dagen en door specifieke voorlichtingen op het voortgezet onderwijs en op de ROC’s. Het ITO project haalt ROC-deelnemers vroegtijdig het hbo in. De opleiding neemt actief deel aan de profielkeuzedagen en vo-hbo-dagen waar havo-leerlingen binnen de hogeschool worden geholpen in hun profiel- en opleidingskeuze.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 23
Deficiënties Tijdens de open dagen worden kandidaten met een wiskundeachterstand gewezen op de mogelijkheid om een cursus wiskunde te volgen ter voorbereiding op de opleiding. Deze cursus heeft een duur van een halve dag per week gedurende een halfjaar. In juni wordt hij als intensieve zomercursus aangeboden, vijf dagen per week, vier weken lang. Toelatingsprocedure De procedure voor de toelating van studenten staat beschreven in het OER (Onderwijs- en Examenreglement). De opleiding hanteert de wettelijke instroomeisen voor de opleiding informatica. Voor de toelating van 21+’ers en studenten met een buitenlands diploma zijn de toelatingseisen in het OER vastgelegd. Met alle deeltijdstudenten evenals met alle mbo’ers die voor een versneld traject in aanmerking willen komen en de studenten die in februari instromen, wordt een intakegesprek gevoerd om te onderzoeken op welke wijze de student het beste kan instromen. De intakegesprekken met de kandidaat hebben o.a. als doel de kandidaat-student inzicht te geven in het studieprogramma en ondersteuning bij de keuze voor de opleiding: de juiste student op de juiste plek. Hierbij kan tevens een individueel studieprogramma opgesteld worden waarin de student op basis van eerder behaalde certificaten en diploma’s een verkort programma wordt aangeboden dat bij zijn loopbaanontwikkeling past. Loket Deeltijd Het loket Deeltijd beoordeelt aanvragen voor vrijstellingen en vervangingsaanvragen. Bij dit loket kan een verzoek ingediend worden voor vrijstelling van één of meerdere modules als aangetoond kan worden dat iemand voor een vrijstelling in aanmerking komt. Wanneer een vak niet meer in het studieprogramma wordt aangeboden, kan een vraag voor een vervangend alternatief ingediend worden. Het loket deeltijd adviseert vervolgens de examencommissie. EVC centrum In het OER is een vrijstellingsregeling opgenomen. Daarnaast is in overleg met de opleiding een EVC model ontwikkeld. Dit model is ontwikkeld in overleg tussen EVC Centrum en de opleiding. Vrijstellingen en EVC’s leiden tot een versnelling. De Hogeschool van Amsterdam was de eerste hogeschool in Nederland met een geaccrediteerd EVC centrum. Dit is een hva-brede regeling waarmee EVC’s kunnen worden gewaarmerkt. Deze EVC procedure wordt voor de poort, door de EVC afdeling van de HvA afgenomen. MBO instroom Er is een convenant gesloten met drie in de regio Amsterdam actieve ROC’s, het ROC ASA, het ROC van Amsterdam en het ROC NOVA college. Op basis hiervan wordt studenten een leerlijn geboden die hen de mogelijkheid biedt de opleiding in drie jaar te doorlopen. Studenten van deze ROC’s volgen in het laatste jaar van de mbo-opleiding de studieonderdelen programmeren en wiskunde bij Informatica. Er is nauwe samenwerking met wiskundedocenten van verschillende ROC’s om een goed doorlopend programma te realiseren. Dit convenant is verlopen, maar wordt vernieuwd. Sinds 2005 wordt afgestudeerde mbo’ers met een verwante ICT vooropleiding de mogelijkheid geboden om op 1 februari met de opleiding te starten. Dit instroommoment is ook populair bij spijtoptanten die in september oorspronkelijk met een andere hbo-opleiding waren begonnen. Sinds 2008-2009 bestaat het ITO project. Studenten die nog bezig zijn met hun opleiding mbo niveau 4 volgen een programma bij Informatica, Information Engineering en Bedrijfskundige Informatica gedurende enkele vrijdagmiddagen als oriëntatie op het hbo. VWO instroom Voor vwo-’ers bestaat de mogelijkheid de opleiding in drieënhalf jaar af te ronden. Zij krijgen geen vrijstellingen, maar kiezen voor een programma met een hogere studielast :240 studiepunten over 3 ½ jaar verdeeld.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 24
Studenttevredenheid In de STM zijn vragen opgenomen over de aansluiting tussen propedeuse en de laatst gevolgde vooropleiding. De resultaten zijn in percentages. Voltijd: De beoordelingen van de studenten Informatica in 2009 zijn positief en wijken niet veel af van die van het Domein MCI en de HvA. Wat betreft het (samen)werken met medestudenten en het gebruik van ICT onderscheiden zij zich sterk positief. Voor wat betreft schrijven sterk negatief. Deeltijd: De beoordelingen van de studenten Informatica in 2009 zijn positief en onderscheiden zich bijna allemaal sterk positief van die van het Domein MCI en de HvA. Voor wat betreft schrijven en beheersing Engels onderscheiden zij zich negatief.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 25
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis m.b.t. de omvang van het curriculum van een HBO-bachelor opleiding: 240 studiepunten
Oordeel: voldoende Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overweging De voltijdopleiding Informatica heeft een studieduur van vier jaar met een totale omvang van 240 punten wat overeenkomt met 6720 uur. De deeltijdopleiding heeft ook een studieduur van vier jaar met een totale omvang van 240 punten. In jaar 1 zijn daar twaalf punten werkervaring in opgenomen, in jaar 2 en 3 zijn dat zestien punten per jaar. Deze punten worden toegekend naar aanleiding van een werkervaringdossier. Jaarlijks wordt gecontroleerd of aan de formele eisen voldaan is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 26
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen en de werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Oordeel: goed Het didactische concept is gebaseerd op het ontwikkelen van de eigen verantwoordelijkheid voor het leerproces, door middel van het participeren in de organisatie ITopia, waarin studenten zich ontwikkelen van junior medewerker tot beroepsbekwame professional. Het auditpanel heeft geconstateerd dat dit model met haar werkvormen een stimulerend geheel vormt en leidt tot de ontwikkeling van de benodigde competenties. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Didactisch concept De doelstellingen van de opleiding zijn concreet uitgewerkt in het competentieprofiel. Voltijd: Het didactisch concept met het ITopia model als organisatieprincipe voor de voltijd sluit hier op aan. De opleiding fungeert primair als een faciliterende instelling. De studenten worden in staat gesteld om leerprocessen door te maken, waarin zij de competenties ontwikkelen die hen voorbereiden op hun latere beroep. Studenten leren zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces, niet als consumenten van opleidingsprogramma's maar als leergierige mensen die zelf invulling geven aan hun studie. Dit is gerealiseerd door de voltijdopleiding in te richten als een bedrijf. Hiermee is de opleiding een afspiegeling van de praktijk waar voornamelijk in projecten wordt gewerkt. De studenten zijn in dienst bij ITopia. ITopia neemt projecten aan, biedt zijn medewerkers bedrijfscursussen en detacheert zijn medewerkers door middel van stages. Ook is er een hrm-beleid dat is verweven met de slb-lijn. In de voltijdopleiding is een driedeling te onderscheiden: 1. Projecten waarin wordt gewerkt aan beroepsvraagstukken, ontleend aan de praktijk, met zoveel mogelijk externe opdrachtgevers. De rol en de functie van de opdrachtgever hebben een oplopende complexiteit. 2. Thema’s waarin aandacht wordt geschonken aan vakinhoudelijke concepten en altijd in onderlinge samenhang. Er wordt gewerkt aan een ‘body of knowledge’ door het bieden van ondersteunende kennis, gerichte oefenopdrachten en practica. 3. Een programma voor studie- en beroepsvaardigheden in combinatie met een loopbaanbegeleidingstraject waarin de ontwikkelingslijn van studenten wordt bewaakt. Deze driedeling komt voort uit het didactisch bedrijfsmatige model. Deeltijd: Voor de deeltijd wordt het bedrijfsmatige model niet gebruikt, maar wel worden er onderdelen uit het voltijdprogramma aangeboden. De slb lijn is op gelijke wijze opgezet als die van de voltijd, zonder de nadrukkelijke hrm link. Afspiegeling van de praktijk De opleiding is een afspiegeling van de praktijk en volledig competentiegericht. Alle activiteiten die een student tijdens zijn studie onderneemt, zijn ITopia-activiteiten. Studenten komen binnen als junior medewerker in tijdelijke dienst. Na het behalen van de propedeuse treden zij in vaste dienst. Om dit model kracht bij te zetten, krijgen zij bij de propedeuse-uitreiking een ITopia speldje. Dergelijke speelse elementen worden door de studenten gewaardeerd. Na de stage zijn de studenten medewerker van ITopia. Een lastige consequentie voor ITopia is dat afstuderen ontslag betekent. ITopia houdt contact met zijn oud-medewerkers via alumnikanalen. Om de bedrijfsmatige aanpak te vervolmaken, heeft ITopia een huisstijl, bedrijfsstandaarden zoals Java, uml, scrum en agile maar ook Prince-2. Daarnaast zijn er templates voor powerpoint-presentaties en rapporten. Deze zijn te vinden op www.it-opia.com.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 27
De projecten voert ITopia voor een (externe) klant uit. Bij dit model is een systematiek van beoordelen ontwikkeld waarbij zowel de opdrachtgever als ITopia eisen aan elk product stelt. Een rapport dat naar een klant gaat, moet voldoen aan de kwaliteitsnorm van ITopia. Door het ITopia-model biedt de opleiding de studenten vanaf de eerste dag identificatiemogelijkheden en rolmodellen waarop zij zich kunnen richten en die hen in staat stellen te reflecteren. De overgang van opleiding naar werk is voor studenten op deze wijze vloeiend. Studenttevredenheid Studenten zijn tevreden over het werken aan projecten (voltijd: 4.0, deeltijd: 3.6). Bovendien vindt het merendeel dat het aandeel van de projecten in de studie precies goed is. Het merendeel van de studenten zegt dat ook de aandacht voor training van de beroepsvaardigheid precies goed is. De uitdaging tot zelfstandig leren krijgt een 3.6 van voltijd studenten en een 3.7 van deeltijd studenten; de voltijd studenten geven een 3.4 voor het item: “Docenten dagen studenten uit tot zelfstandig leren”, deeltijd studenten geven een 3.5. De aandacht voor reflectie op het eigen leerproces, dat binnen Prof. en middels het POP gebeurt, is volgens meer dan 60% van de studenten precies goed. De studieloopbaanbegeleiding wordt in de STM 2009 door de studenten beoordeeld met een 3.5 (voltijd) en een 3.4 (deeltijd). Dit is boven het HvA gemiddelde van 3.2.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 28
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Oordeel: goed De relatie tussen didactisch concept en toetsvormen is helder en adequaat. Naast assessment worden kennis- en vaardigheidstoetsen gebruikt om de student in zijn ontwikkeling van junior medewerker tot beroepsbekwame professional te testen en te volgen. In het gesprek met het auditpanel werd door de studenten bevestigd dat zij beoordelingscriteria als duidelijk ervaren, het auditpanel waardeert dit zeer positief. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Toetsbeleid De opleiding hecht belang aan valide toetsvormen en een goede toetspraktijk. De uitgangspunten zijn vastgelegd in het toetsbeleid en het toetsplan. Randvoorwaarden hierbij zijn dat de toetsvormen passen binnen het ITopia-model en bij de fase van de opleiding. Toetsvormen dienen aan te sluiten bij het competentieprofiel en de te toetsen kennis en vaardigheden. Kwaliteitseisen voor alle toetsen zijn: de doelen van het desbetreffende studieonderdeel zijn basis voor de toets; de competenties worden getoetst binnen een (beroeps)context; de beoordelingscriteria zijn transparant en vooraf bekend bij studenten; de toetsvragen/opdrachten zijn tevoren gescreend op duidelijkheid en toepasbaarheid; de criteria zijn helder geformuleerd, dat wil zeggen specifiek, meetbaar, realistisch en voor één uitleg vatbaar. In het gesprek met het auditpanel werd door de studenten bevestigd dat zij beoordelingscriteria als duidelijk ervaren. Naar het oordeel van het auditpanel is dit een compliment voor de opleiding. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen integrale assessments en programmagebonden toetsen. De opleiding kent drie momenten waarop door middel van assessments het competentieniveau van de student wordt vastgesteld namelijk vóór de afronding van de propedeuse, de derdejaars stage en de afstudeeropdracht zelf. Door deze aanpak en zeker gezien de projecttoetsen wordt er richting aan leren gegeven. Vanaf het eerste jaar houdt de student een digitaal portfolio bij waarin producten als een POP, reflectieverslagen en bewijzen van competentieontwikkeling verzameld worden die als input dienen voor de assessments. Toetscommissie Het toetsbeleid wordt bewaakt door een toetscommissie aan de hand van het toetsplan. Deze commissie bestaat uit docenten van de opleiding inclusief een lid van de examencommissie, de onderwijskundig medewerker, de opleidingsmanager en de kwaliteitsmedewerker. De toetsing is gericht op het vaststellen van de mate waarin studenten specifieke programma doelen hebben gerealiseerd. Hoe de verschillende studieonderdelen getoetst worden is aan iedere student bekend en staat beschreven in de studiegids. Programmagebonden toetsen worden afgenomen bij projecten, thema’s, vakken en Prof. De competenties worden bewezen en beoordeeld in projecten en assessments. Bij Prof. en de thema’s worden delen van competenties getoetst. Vaak is dit een combinatie van kennis en vaardigheden of attitude. Toetsvormen Een project wordt afgesloten met een product-, techno- èn procestoets. De toetsen dienen alle drie met een voldoende te worden afgerond. • Producttoets: studenten laten hun product zien en de opdrachtgever en/of ITopia bepaalt of het product voldoet aan de kwaliteitseisen en criteria zoals afgesproken. Dit is een teambeoordeling;
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 29
• •
Technotoets: iedere student moet individueel het product mondeling kunnen verantwoorden. Twee inhoudsdeskundigen nemen samen de technotoets af; Procestoets: peerbeoordeling met docent als kwaliteitsbewaker. Vanaf het eerste project in het eerste jaar is er sprake van peerbeoordeling door studenten. Deze peerbeoordeling vindt onder meer plaats in de projecten waarbij studenten elkaar beoordelen op hun deelname aan het proces.
Professional Skills voltijd In het Prof-programma wordt ieder blok op eigen wijze afgesloten. Het eerste blok wordt afgesloten met een besluitvormingsopdracht; het tweede blok is een gecombineerde afsluiting met het project; het derde blok heeft als product een adviesrapport en het vierde blok wordt afgesloten met een persoonlijk ontwikkelingsplan, een POP, als voorbereiding op het assessment. In het tweede jaar bestaat Prof. uit een keuzevak gedurende één semester; het tweede semester dient als voorbereiding op de stage. Aan het eind van het tweede jaar geeft de student een presentatie waarin hij aantoont dat hij de juiste competenties heeft om op stage te gaan. De presentatie wordt beoordeeld door twee Prof-docenten. Input voor de presentatie is de POP van de student. Professional Skills deeltijd De modules Prof. worden in de eerste vijf semesters van de opleiding aangeboden en hebben steeds een binding met de onderwijsmodules die tijdens het semester aangeboden worden. De geleerde vaardigheden tijdens de Prof-lessen kunnen in het project toegepast worden. Wekelijks wordt tijdens de lessen veel aandacht besteed aan praktische oefeningen van algemene niet-technische beroepsvaardigheden. Naast de genoemde vaardigheden komen in het Prof-programma aan de orde: zelfreflectie, morele en ethische kwesties, maar ook studieloopbaanplanning en loopbaanbegeleiding. Studenten werken steeds hun digitale portfolio in de loop van een semester bij. Assessments Voor de afronding van de propedeuse is gekozen voor een ontwikkelingsgericht assessment. De student maakt een inschatting van zijn competenties in vergelijking met de vereiste eindcompetenties. Hij bewijst dat hij competent genoeg is om met een redelijke succeskans aan het onderwijs van het tweede studiejaar deel te nemen. Bij het propedeuse assessment zijn steeds twee docenten aanwezig om de objectiviteit te vergroten. Dit is een combinatie van een docent met een hoofdtaak in het eerste en één met een hoofdtaak in het tweede jaar. Het assessment is een ‘sollicitatie’ naar het tweede jaar. In de stage worden het functioneren in het bedrijf, het eindverslag en de presentatie afzonderlijk getoetst. De bedrijfsbegeleider beoordeelt het werk van de student qua inhoud en werkhouding in een afsluitend gesprek met de student en de stagebegeleider van de opleiding. Het eindverslag van de stage wordt door de stagebegeleider én de bedrijfsbegeleider beoordeeld. Studenttevredenheid Voltijd: de gemiddelde score uit de STM op het onderdeel ‘Toetsen en Beoordelen’ is 3.2 met een variatie van 2.9 tot 3.3. Studenten zijn het minst tevreden over het voorkómen van meeliften (2.9). Gemiddeld 65% van de respondenten vindt het niveau van de toetsen precies goed. Deeltijd: de gemiddelde score uit de STM op het onderdeel ‘Toetsen en Beoordelen’ is 3.2 met een variatie van 3.1 tot 3.4. Studenten zijn het meest tevreden over de juiste toepassing van criteria (3.4). Zij zijn het minst tevreden over de kwaliteit van feedback van docenten en het voorkómen van meeliften (beide 3.1 en beide veroorzaakt door een lage waardering door derde- en vierdejaars). Het is naar het oordeel van het auditpanel duidelijk dat de lopende onderwijsherziening de zaak verbetert. Gemiddeld 68% van de respondenten vindt het niveau van de toetsen precies goed.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 30
De blokevaluaties tonen aan dat de studenten vinden dat de wijze van toetsing past bij de thema’s. Bij de projecten in het eerste en tweede jaar geeft het overgrote deel van de studenten aan dat de beoordelingsprocedure duidelijk is en dat de verschillende onderdelen van het project op een goede wijze worden beoordeeld. Bij Prof. vindt men de toetsing passen bij Prof.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 31
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen HBO
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: goed Docenten beschikken over de juiste competenties en faciliteiten om het onderwijs uit te voeren. De docenten onderhouden een professioneel relatienetwerk binnen het voor de opleiding relevante beroepenveld. Dit netwerk wordt ingezet ten behoeve van de programmauitvoering, de beoordeling en toetsing en de programma-evaluatie. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Personeelsbeleid Een van de speerpunten in het domeinplan is kwaliteit van het personeel. Doelstelling is om de talenten van medewerkers te blijven ontwikkelen en verder te professionaliseren. Om een krachtige leeromgeving tot stand te brengen is de kwaliteit van het personeel op een hoger niveau gebracht. Hiervoor zijn een tweetal aandachtsgebieden geformuleerd. In de eerste plaats de kwaliteiten, kennis en vaardigheden van de individuele medewerker. Deze zal goed moeten aansluiten bij de behoefte van de opleiding. In de tweede plaats is het van belang dat kennis en kunde van de medewerkers ‘up to date’ is. Het onderwijsconcept staat garant voor de verbinding tussen de opleiding en de praktijk. Docenten beschikken over de juiste competenties en faciliteiten om het onderwijs uit te voeren. Voor het onderwijs is 25,1 FTE ingezet bij de opleiding Informatica. Dit is verdeeld over 38 docenten. Uit de CV’s van de docenten blijkt dat vier medewerkers naast zijn of haar werkzaamheden bij de opleiding voor Informatica in de beroepspraktijk werkzaam zijn. Als recente werkervaring gedefinieerd wordt als werkervaring in de afgelopen vijf jaar voldoen tien medewerkers aan dit criterium. Dertig docenten hebben een wetenschappelijke opleiding genoten; de overigen volgden een opleiding op hbo-niveau. Alle docenten hebben óf een didactische aantekening óf gaan binnenkort een didactische cursus volgen. Wervingsbeleid In het wervings- en selectiebeleid is het speerpunt van de opleiding het creëren van een poel van docenten die deskundig is op het gehele werkveld waarvoor de opleiding wil opleiden. Ervaring met onderwijs en goede contacten met het werkveld zijn bij de sollicitatieprocedures zwaarwegende criteria. Veel nieuwe medewerkers nemen uit hun vorige baan hun relatienetwerk mee dat ten goede komt aan de studenten van de opleiding. Uit de CV’s valt op te maken dat medewerkers netwerken hebben binnen de onderzoekswereld en in het bedrijfsleven. Voor de nieuwe variant Game Development is specifiek geworven naar medewerkers die ook werkzaam blijven in hun vakgebied om de buitenwereld binnen te houden. Verbinding praktijk en onderwijs De opzet van het curriculum met een sterke externe inbreng levert continue impulsen voor het actueel houden van de kennis van docenten. In alle studiejaren krijgen docenten bij projecten en bij de stages in hun rol als coach en beoordelaar voeding vanuit de actuele praktijk. Docenten leggen in zoveel mogelijk onderwijsactiviteiten aantoonbare verbanden tussen de opleiding en de praktijk en stimuleren studenten een netwerk op te bouwen. Voor veel studieonderdelen worden externe experts ingeschakeld. Bovendien participeren docenten en studenten in internationale projecten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 32
Relevant werkveld Bij het ontwikkelen van nieuwe programma’s in de afstudeerfase wordt intensief contact gezocht met het relevante werkveld. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de minoren Game Technology en Game Design. De ontwikkeling van de beide minoren is in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven ontwikkeld. Hierbij wordt de eindbeoordeling uitgevoerd door een forum waarin vertegenwoordigers van het bedrijfsleven een grote rol spelen. Zij opereren op verschillende gebieden binnen het werkveld. Gastdocenten Om actuele ontwikkelingen in de praktijk onder de aandacht van studenten, medewerkers en andere belangstellenden te brengen, biedt de opleiding regelmatig gastcolleges aan binnen projecten, thema’s en funderende vakken. In alle jaren van de opleiding spelen externe opdrachtgevers een belangrijke rol. Zij zorgen ervoor dat docenten en studenten steeds betrokken zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Tevens zorgt dit ervoor dat het niveau en de inhoud van het curriculum steeds bijgesteld wordt. Tevredenheidmonitor In najaar 2008 hebben medewerkers van Informatica deelgenomen aan de Medewerkers Tevredenheids Monitor die deel uitmaakt van het HvA-brede ‘Onderzoekshuis’. Docenten waarderen de mogelijkheden tot contact met de beroepspraktijk met een 3.4. Over de actuele kennis van docenten over de beroepspraktijk oordelen docenten zelf met een 3.7 Studenten (STM 2009) geven een 3.9 (voltijd) en een 3.6 (deeltijd), alumni (ATM 2009) geven een 3.5. Internationaal Dat docenten in het programma aantoonbaar verbanden leggen met de beroepspraktijk blijkt uit resultaten van evaluaties (zie facet 2.2 en 3.3). Het is de ambitie van de HvA als grote Hogeschool in Amsterdam omgevingen aan te bieden, waarin studenten en medewerkers ervaren hoe het is dagelijks te leren en te werken in een interculturele /internationale context. Het is daarom van belang dat medewerkers daadwerkelijk een buitenlandervaring opdoen. Mogelijkheden hiertoe zijn: het verzorgen van een gastdocentschap bij een buitenlandse partnerinstelling, het meedoen in gezamenlijke onderwijsprogramma’s met buitenlandse partnerinstellingen (IP’s) of het begeleiden van buitenlandse studentenexcursies. Internationale uitwisseling van docenten De opleiding organiseert zeer actief uitwisselingen met docenten middels gastdocentschappen en IP’s (Intensive Programms) met landen als Polen, Zweden, Noorwegen, Finland, België en Spanje. Ook door de buitenwereld binnen te halen, creëert de opleiding Informatica ook ‘thuis’ een internationale omgeving. Dit gebeurt o.a. door de aanwezigheid van buitenlandse gastdocenten en het bijna jaarlijks ‘hosten’ van Intensive Programmes: drieweekse programma’s, waarin opleidingen uit verschillende landen in Europa samen onderwijs ontwikkelen en verzorgen voor een groep van 60 internationale studenten. Gastdocenten De opleiding zet in alle studiejaren mensen vanuit het werkveld in als gastdocent of als opdrachtgever om de verbinding praktijk en onderwijs én actuele ontwikkelingen continu onder de aandacht te brengen van studenten en docenten. Voornemens Bij aanname van nieuw personeel zal gelet worden op de recente werkervaring van de kandidaten en zal er gekeken worden of zij de competenties hebben om de continuïteit van de opleiding te kunnen waarborgen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 33
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: voldoende De docentformatie is voldoende om het opleidingsprogramma, inclusief de coördinatie en de begeleiding uit te voeren. De totale personeelsformatie voorziet in voldoende capaciteit ten behoeve van de onderwijsondersteunende processen en de opleiding heeft een personeelssysteem om de continuïteit van de programma-uitvoering en de daarvoor noodzakelijke ondersteuning te waarborgen. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Docentencorps De opleiding heeft als uitgangspunt dat er voldoende docenten in dienst zijn met voldoende expertise en met voldoende didactische competenties, verdeeld over de verschillende beroepsdomeinen: Per 1 september 2009 zijn er 38 docenten aan de opleiding verbonden. Hiervan is 75% man en 25% vrouw. Zij verzorgen 90% van het onderwijs binnen de opleiding. De totale onderwijsformatie van de opleiding bedraagt 25 FTE. Voorts is 2,3 FTE ingevuld door drie onderwijs-/onderzoeksmedewerkers. Daarnaast is 12,45 FTE onderwijsondersteunend personeel ten behoeve van de opleidingen Informatica en Technische Informatica gezamenlijk. Het onderwijsondersteunend personeel zorgt onder andere voor de roostering, de cijferinvoer, de tentamenorganisatie, de frontoffice en de ondersteuning van het management, de lectoren en het onderwijzend personeel. Docent-student ratio De genormeerde docent-student ratio is vastgesteld op 1:27,8, voltijd en 1:47 deeltijd. Hierbij worden meegenomen de taken van de Business Unit managers (1,5FTE), de propedeusecoördinator (0,3 FTE) en een deel van de taken van het praktijkbureau (0,6FTE). Dit alles, bij een studentenpopulatie van 686 voltijd en 222 deeltijd informatica. Tevens zijn hierbij de deskundigheidsbevordering uren van de docenten inbegrepen. De inzet van het Bureau Onderwijsondersteuning en de opleidingsmanagers zijn niet in de docent-student ratio meegerekend. Ziekteverzuim Het gemiddelde ziekteverzuim van de opleiding in de periode november 2008 tot en met november 2009 bedraagt 3,33% en ligt daarmee onder de HvA-normstelling van 4,5%. Van deze 3,33% is 1,03% kort verzuim (verzuim van 1 tot 42 kalenderdagen), 1,66% middellang verzuim (verzuim van 42 tot 365 kalenderdagen) en 0,64% lang verzuim (vanaf 365 kalenderdagen). Op dit moment zijn er geen kwantitatieve fricties en kan met de beschikbare personeelsformatie het programma worden uitgevoerd en geïnnoveerd. Binnen de genormeerde docent-student ratio en de beschikbare formatie voor onderwijsuitvoering en -ondersteuning kan het programma op een kwalitatief voldoende niveau verzorgd worden. Dit blijkt uit de STM en de MTM. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat door het hoge tempo van de vernieuwingen de ervaren werkdruk hoog is en dat dit het nodige vraagt van de draagkracht en rekbaarheid van de medewerkers. Het wervingsbeleid is erop gericht die specifieke deskundigheid in huis te halen die nodig is om het programma uit te voeren en te vernieuwen om een representatieve afspiegeling van de buitenwereld te zijn.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 34
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: goed Er is bij de opleiding een expliciet samenhangend personeelsbeleid en de opleiding beschikt over gemotiveerde medewerkers die inhoudelijk en kwalitatief zijn toegerust om het programma op een verantwoord niveau uit te voeren. De voltijd docenten verzorgen ook het
onderwijs in de deeltijd, wat een extra kwaliteitsborging meebrengt. Het auditpanel heeft geconstateerd dat de betrokkenheid van het docententeam opvallend goed was en dat de studenten zonder uitzondering vol lof waren over de deskundigheid en goede bereikbaarheid van de staf. Ook de deeltijdstudenten onderschreven dit. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Personeelsbeleid Uitgangspunt is dat de in het team aanwezige inhoudelijke en onderwijskundige competenties toereikend zijn voor de realisatie van het programma. Het management draagt op een adequate manier zorg voor de organisatie van het opleidingsprogramma. Er worden jaarlijks functionerings- en beoordelingsgesprekken gehouden conform de richtlijnen van de HvA. Hierbij wordt de inhoudelijke deskundigheid en het functioneren van de docenten besproken, mede op grond van de evaluatieresultaten en in relatie tot het didactische concept van de opleiding. De functioneringsgesprekken leiden, indien nodig, tot nadere afspraken voor aanvullende professionalisering. Docentcompetenties De docent is de spil voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit stelt hoge eisen aan zijn performance. De competentieprofielen voor docenten, teammanagers en andere medewerkers zijn in de tweede helft van 2004 vastgesteld. Dit is gebeurd via de HvA UFO systematiek. Het primaire proces wordt ondersteund door gespecialiseerd personeel: een onderwijskundig medewerker, een kwaliteitsmedewerker, een medewerker internationalisering, een praktijkbureau, een practicumassistent en medewerkers voor de resultaatverwerking en de roostering. Organisatie Voor de inrichting en structuur hanteert de opleiding de volgende uitgangspunten: Evenwicht tussen organisatie en inhoud: iedere docent die een belangrijk deel van het onderwijs van de opleiding verzorgt, is lid van een van de Business Units. In de vergaderingen van deze units worden ook de studentevaluaties en de plannen voor verbeteracties en nieuwe ontwikkelingen van de gehele opleiding besproken; Loopbaanbegeleiding is leidend voor de organisatiestructuur. De competentieontwikkeling van de student staat centraal. Hierbij is de beroepsrol van de medewerkers gericht op beroepsinhoud in plaats van op vakinhoud; Resultaatverantwoordelijkheid: de structuur kent slechts doelmatig overleg, de positie van teammanagers is helder, iedere medewerker heeft één aanspreekpunt in de organisatie. Functionerings- en beoordelingsgesprekken Bij de opleiding wordt uitvoering gegeven aan het beleid met betrekking tot het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Iedere medewerker heeft jaarlijks een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek met zijn direct leidinggevende. Input voor het functioneringsgesprek zijn de zelfevaluatie van de medewerker, de feedback op zijn functioneren van één of twee collega’s en de resultaten van programma-evaluaties. Het persoonlijk ontwikkelplan van de medewerker legt een verbinding tussen wat de organisatie
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 35
vraagt en de persoonlijke doelen van de medewerker. Medewerkers kijken tijdens het gesprek terug naar hun functioneren van het afgelopen jaar, formuleren wensen voor het komend studiejaar en verwoorden hun ambities voor de jaren daarna. De uitkomsten uit de studentenevaluaties worden besproken. Tijdens het functioneringsgesprek worden op basis van het persoonlijk ontwikkelplan en de doelen van de organisatie scholingsafspraken gemaakt. De afspraken worden door de medewerker vastgelegd in een generiek format waarna de teammanager, medewerker en onderwijsmanager het verslag accorderen. Aan het eind van het jaar volgt voor iedere medewerker een beoordelingsgesprek met de leidinggevende op basis van de gemaakte afspraken en de geleverde resultaten. Professionalisering Het scholingsaanbod is afgestemd op het voorgenomen onderwijsbeleid en het persoonlijk ontwikkelplan van de medewerker. Elke medewerker (onderwijspersoneel) heeft 10 % van zijn jaartaak gereserveerd voor het bijhouden van het vak, deskundigheidbevordering, intercollegiale toetsing en intervisie. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in (bij)scholing ten behoeve van het competent maken van docenten voor de onderwijskundige vernieuwing. Jaarlijks organiseert de opleiding een tweedaagse onderwijsconferentie voor alle medewerkers. Tijdens deze onderwijsdagen, die extern plaatsvinden, staat een onderwerp dat relevant is voor de ontwikkeling van het onderwijs centraal. Externen en studenten zijn hierbij aanwezig. Externe oriëntatie, persoonlijke ontwikkelplannen, coachen, diversiteit en de ontwikkeling van de inhoud van ICTanders zijn onderwerpen die de afgelopen jaren op de agenda stonden. Lectoraten De komst van de lectoren Softwarekwaliteit e-Discovery en Sourcing of IT alsmede de daarbij behorende kenniskringen betekenen een nieuwe impuls voor het intellectuele klimaat van de opleiding. Eén van de belangrijkste doelstellingen van de lectoren is deskundigheidsbevordering van de docenten op het deelgebied van het lectoraat en de uitstraling daarvan op het leerplan en op de studenten. Didactische scholing In het kader van Sturen op Studiesucces zijn alle docenten gedurende vijf dagdelen didactisch bijgeschoold in het verzorgen van onderwijs en het begeleiden van studenten of worden binnenkort didactisch bijgeschoold. Tevredenheidmonitor De studenten waarderen in de STM 2009 de kwaliteit van voltijddocenten en deeltijddocenten met gemiddeld respectievelijk 3.5 en 3.4. Sinds 2007 is de waardering van studenten voor de kwaliteit van de docenten niet substantieel gewijzigd en ligt hij rond het streefcijfer 3.5, wat boven het HvA gemiddelde is. De investering in de deskundigheidsbevordering van docenten op het gebied van loopbaanbegeleiding heeft aantoonbaar effect. De kwaliteit van de loopbaanbegeleiding wordt als goed beoordeeld. De blokevaluaties laten zien dat studenten de docenten ervaren als stimulerend voor de leeractiviteiten en dat hun inhoudelijke kennis en didactische capaciteiten goed zijn. De STM 2009 onderschrijft dit met een 3.6 voor de didactische kwaliteit van voltijddocenten en een 3.7 voor deeltijddocenten. Voor het uitdagen van studenten tot zelfstandig leren ontvangen voltijddocenten een 3.4 en deeltijddocenten een 3.5. Professionalisering Het intellectuele debat in de opleiding heeft door de lectoraten, de kenniskringen en de samenwerking met de UvA een duidelijke stimulans gekregen. In samenwerking met het instituut voor Informatica van de UvA hebben verschillende docenten de afgelopen jaren een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling en uitvoering van de éénjarige masters Software
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 36
Engineering en System & Netwerk Engineering. Zij hebben hierdoor ook de eigen competenties verbreed en verdiept. Meerdere docenten zijn gestart met een masteropleiding en twee hebben deze inmiddels afgerond. Vier docenten zijn gestart met een promotietraject. Dit is meer dan op basis van HvA beleid verwacht kan worden. De HvA streeft in zijn instellingsplan naar 20% op termijn. Er is een expliciet samenhangend personeelsbeleid, onder andere op basis van functioneringsgesprekken, persoonlijke ontwikkelplannen en 180° beoordelingen. De opleiding beschikt over gemotiveerde medewerkers die inhoudelijk en kwalitatief zijn toegerust om het programma op een verantwoord niveau uit te voeren. In het kader van de vernieuwing van de curricula van de opleiding wordt onderzocht of de behoefte aan docentcompetenties verandert.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 37
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Oordeel: voldoende De ruimtelijke voorzieningen zijn geschikt voor de uitvoering van het totale palet aan werkvormen (individueel, hoor- en werkcolleges, practica, groepswerk, praktijksimulaties, studieloopbaanbegeleiding e.d.). De materiële voorzieningen zijn up-to-date. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Uitgangspunt De opleiding Informatica wil haar studenten faciliteren in het leerproces door het aanbieden van goed geoutilleerde ruimtes voor het werken in projecten en het verstrekken van voldoende voorzieningen, zoals printen en kopiëren. Bovendien hebben studenten toegang tot diverse informatiebronnen. Daarnaast is het belangrijk dat medewerkers beschikken over prettige werkruimtes. Gebouw De opleiding is gehuisvest in de locatie de Leeuwenburg, een gebouw dat uitstekend met het openbaar vervoer bereikbaar is en ook geschikt is gemaakt voor minder validen. De opleiding deelt het gebouw met onder andere de technische en economische opleidingen. De Leeuwenburg beschikt over een aantal centrale voorzieningen zoals een receptie, studentenservicebalie, audiovisuele dienst, reproservice, boekhandel, bibliotheek/mediatheek, restaurant, koffiecorners en een studentensociëteit. De dienstverlening en openingstijden van de centrale voorzieningen, zoals de mediatheek en het restaurant, zijn afgestemd op de voltijden deeltijdopleidingen. Lokalen Onderwijs- en projectruimtes, theorielokalen, werkkamers van docenten, zelfstudieruimtes en het bureau onderwijsondersteuning zijn gegroepeerd op de 6e, 7e en 8e verdieping. De verdiepingen zijn zó ingericht dat er veel mogelijkheden zijn voor studenten om zelfstandig en in groepsverband te werken. Verder wordt er gebruik gemaakt van een aantal computerlokalen en specifieke practicaruimten. Er is een draadloos netwerk (eduroam) aanwezig op alle verdiepingen van de Leeuwenburg. Eduroam heeft een Europese dekking binnen hogescholen en universiteiten. IT&V De opleiding koopt zijn materiële voorzieningen, zoals huisvesting, roostering, bibliotheek/mediatheek, computers en technische hulpmiddelen in bij de dienst Informatie Technologie & Voorzieningen (IT&V). Informatica neemt het verplichte basispakket aan producten en diensten af en maakt verder een keuze uit aanvullende producten en diensten. Jaarlijks bepaalt het domein in de onderhandelingen met ondersteunende diensten welke kwantiteit en kwaliteit van producten en diensten de opleiding wil afnemen. Prijzen zijn gebaseerd op een vaste prijs per functionele m2 (fnm2) of per student. De afspraken zijn vastgelegd in een Service Niveau Overeenkomst. Deze normen worden jaarlijks door het CvB in de kaderbrief vastgesteld. De aangeboden diensten van IT&V zijn gebaseerd op de wensen van de standaard gebruiker en daarmee sterk gericht op standaardisatie en beheersaspecten. Door de komst van een klantgerichte accountmanager vanuit IT&V, in combinatie met een coördinator ICT kunnen veel ‘speciale wensen’ worden gehonoreerd en gerealiseerd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 38
Sinds het studiejaar 2004-2005 zijn een aantal pc-labs geheel in eigen beheer van de opleiding Informatica gekomen, waardoor de regie in deze lokalen in handen is van de opleiding. De toegenomen beheerlasten kunnen gemakkelijk worden opgebracht door besparingen op de IT&V doorbelasting, waarbij de dienstverlening aan studenten en docenten op maat kan worden toegesneden. Tevredenheidmonitor Studenten zijn tevreden over de geboden voorzieningen. De gemiddelde score in STM 2009 wat betreft het onderwerp ‘voorzieningen’ is 3.4 voltijd en 3.5 deeltijd. De scores per onderwerp variëren aanzienlijk. De meeste scores zijn positief tot zeer positief. De beschikbaarheid en het klimaat van de ruimtes scoren al jaren niet hoger dan 3. Dit is te wijten aan de groei van het aantal studenten dat in de Leeuwenburg studeert. De plannen voor nieuwbouw, geplande realisatie 2014, zijn in een ver gevorderd stadium. Hierbij wordt met die groei rekening gehouden. De studie- en werkplekken zijn adequaat toegerust, gegeven de toegepaste werkvormen. Het ITopia lab en het studielandschap op de 7e verdieping worden intensief gebruikt. Laptops zijn een normaal verschijnsel en nemen ook in de pc-lokalen steeds meer de plaats in van desktops. De digitale mediatheek biedt toegang tot relevante (wetenschappelijke) publicaties en tijdschriften.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 39
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Oordeel: goed De opleiding gebruikt een volgsysteem dat tijdig studievertraging en de oorzaken daarvan signaleert. De studiebegeleiding wordt uitgevoerd door deskundigen docenten. De opleiding heeft de informatievoorziening gebaseerd op een informatieplan. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Studiebegeleiding De studieloopbaanbegeleiding vormt een integraal onderdeel van het onderwijsprogramma en is in die zin beschreven bij facet 2.1 en 2.7. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van tweedejaars studenten als mentor en tutor om studenten in de propedeuse te begeleiden. De opleiding Informatica beschikt vanuit de HvA over het geautomatiseerde studievoortgangregistratiesysteem Volg+. Elke week wordt op het intranet het actuele cijferoverzicht gepubliceerd. Studenten kunnen met een password hun Volg+-boom downloaden. Docenten kunnen via het infosysteem van de opleiding over meer gedetailleerde informatie omtrent de studievoortgang van individuele studenten beschikken. Loopbaanadviseurs Loopbaanadviseurs signaleren tijdig wanneer studieresultaten van studenten achterblijven en roepen hen op voor een gesprek. In de propedeuse gebeurt dit veelvuldig met het oog op het bindend afwijzend studieadvies. De studievoortgang vormt één van de aanleidingen om het individuele leerproces met de student te bespreken. Decaan De persoonlijke situatie van de student kan ook een grote rol spelen in de voortgang. Als er persoonlijke problemen zijn, is er een decaan beschikbaar. Studenten kunnen bij de decaan ook terecht voor informatie, advies, begeleiding, bemiddeling of een ‘second opinion’ over zaken als: studiefinanciering, onderwijs- en examenregeling, bezwaar- en beroepsprocedures en medezeggenschap. De opleiding sluit voor wat betreft het decanaat aan bij het door de HvA uitgestippelde beleid. Bovendien beschikt de HvA samen met de UvA over een aantal andere centrale studentvoorzieningen, zoals studentartsen, psychologen en sport- en cultuurvoorzieningen. Bovendien wordt er binnen de opleiding gebruik gemaakt van een Studenten Begeleiding Systeem. Daar kunnen de afspraken met studenten bijgehouden worden. De resultaten die daar ook opvraagbaar zijn, worden wekelijks vanuit Volg+ bijgewerkt. Sinds september 2009 werkt de HvA aan een gefaseerde invoering van SIS dat als Studenten Informatie Systeem al deze systemen zal vervangen. Informatievoorziening Het web is, naast e-mail, het belangrijkste communicatiemiddel tussen medewerkers en studenten. De interne informatievoorziening is de laatste jaren sterk uitgebreid. In 2005 is een informatieplan geschreven voor het toenmalige Instituut voor Informatica, waarin alle faciliteiten en hun onderlinge afhankelijkheid beschreven is. Tevens is de weg beschreven die het instituut zal bewandelen in het grotere informatieplan van de HvA. De Informatiemanager van de opleiding Informatica coördineerde en initieerde alle activiteiten die betrekking hadden op de informatievoorziening van de opleiding Informatica. De taak van de Informatiemanager, aangesteld voor 0,5 FTE, was het stroomlijnen van de hele informatievoorziening van de opleiding.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 40
Sindsdien is de functie van Informatiemanager domeinbreed ingezet en is de voormalige informatiemanager fulltime betrokken bij het nieuwe, hogeschoolbrede informatievoorzieningsysteem. De websites http://www.voltijd.hva.nl/informatica/ en http://www.deeltijd.hva.nl/informatica zijn de officiële etalages van de opleiding, waarop actuele en bereikbare informatie te vinden is voor (aspirant)-studenten, medewerkers en externen. Http://intra.informatica.hva.nl is vooral voor intern gebruik bestemd. Verder maakt de opleiding intensief gebruik van DOKEOS/CHAMILO. In deze elektronische leeromgeving hebben alle studieonderdelen een plaats op het web. Docenten delen zo studiemateriaal, projecthandleidingen, roosters en andere informatie met studenten. Roosterwijzigingen worden via de ‘Infomonitor’ en via de mededelingenpagina op het Internet gecommuniceerd. Via het forum http://home.informatica.hva.nl/forum kunnen studenten feedback geven en kunnen docenten hier direct op reageren. Op de mededelingenpagina van intra.informatica.hva.nl staat al het actuele nieuws voor studenten en medewerkers. Medewerkers worden regelmatig via de papieren nieuwsbrief 'What’s up?' geïnformeerd over allerhande relevante zaken betreffende de opleiding. Voor studenten, docenten, medewerkers, contactpersonen beroepenveld, relaties en andere opleidingen verschijnt twee maal per jaar de nieuwsbrief 'GP'. Tevredenheidmonitor Over de voorzieningen zijn de studenten volgens de STM 2009 tevreden (3,4). De cijfers zijn op dit gebied gestegen. Voltijd: de tijdige beschikbaarheid van de les- en toetsroosters krijgt een 3.5. De informatie over aan te schaffen studiemateriaal krijgt een 3.3 en de tijdige beschikbaarheid van het studiemateriaal scoort een 3.4. Deeltijd: de tijdige beschikbaarheid van de les- en toetsroosters krijgt een 3.7. De informatie over aan te schaffen studiemateriaal krijgt een 3.6 en de tijdige beschikbaarheid van het studiemateriaal scoort een 3.7. De Informatiemanager van het domein coördineert en initieert alle activiteiten die betrekking hebben op de informatievoorziening van de opleiding Informatica. Uit onderzoek naar de waardering van de site van de opleiding, http://intra.informatica.hva.nl, is gebleken dat het verstandig is deze op een andere wijze te ontwikkelen en te onderhouden. In september 2006 is er onder leiding van de Informatiemanager van het toenmalige instituut een projectgroep gestart, die de specificaties van de nieuwe website bepaald heeft. Deze site heeft de oude home.informatica.nl opgevolgd en voorziet in een scheiding van technisch onderhoud en inhoud. Vanaf juni 2007 is deze operationeel, hij is na een jaar geëvalueerd en naar aanleiding daarvan aangepast. Dit heeft geleid tot een veel actuelere informatievoorziening.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 41
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Oordeel: voldoende De opleiding heeft een integraal kwaliteitszorgsysteem waar de opleiding professionele instrumenten gebruikt en veel gegevens verzamelt. Naast deze gedegen aanpak kan de samenhang versterkt worden en met name de borging richting beleidsdoelstellingen. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Beleidsuitgangspunt De kwaliteit van alle opleidingen van de HvA wordt cyclisch intern en extern getoetst. De interne beoordeling, interne audit genaamd, gebeurt onder verantwoordelijkheid van de stafdienst Kwaliteit en Accreditatie. De externe beoordeling geschiedt door een VBI. De interne en externe beoordeling wisselen elkaar om de drie jaar af. Bij beide beoordelingen dient het ‘het toetsingskader bestaande opleidingen’ van de NVAO als uitgangspunt voor de bepaling van de kwaliteit van een opleiding. Bij een audit is nadrukkelijk aandacht voor het onderwijsproces, voor de aantoonbaarheid en borging van kwaliteit, voor de noodzakelijke verbeteringen om te voldoen aan het beoordelingskader van de NVAO en voor de interne motivatie van de opleiding zelf. De opleiding Informatica sluit aan bij het HvA-brede kwaliteitszorgsysteem. Het kwaliteitszorgsysteem is het geheel van maatregelen en activiteiten die, in samenhang met elkaar, planmatig worden ingezet met het doel om goede/excellente kwaliteit vast te houden en mindere kwaliteit te verbeteren. Het kwaliteitszorgsysteem is opgebouwd uit drie samenhangende kwaliteitscycli: - Interne audits en accreditatie; - Planning & Control cyclus (P&C-cyclus); - Evaluatieonderzoek onder diverse belanghebbenden. Evaluatie-instrumenten Om de kwaliteit van de opleiding te onderzoeken en verder te kunnen verbeteren, hanteert de opleiding verschillende hogeschoolbrede en opleidingsspecifieke evaluatie-instrumenten. Studieonderdelen worden na ieder blok onder studenten geëvalueerd door middel van standaard vragenlijsten. Gevraagd wordt o.a. naar inhoud, studiemateriaal, studielast, docenten en suggesties. De enquêtes worden in de deeltijdvariant digitaal afgenomen; in de voltijd variant schriftelijk tijdens de laatste les of tijdens het schriftelijk tentamen. De uitkomsten van de enquêtes worden door de kwaliteitsmedewerker geanalyseerd en vervolgens op de kwaliteitssite gepubliceerd. Communicatie In het eerste jaar krijgt iedere klas twee keer een mondelinge evaluatie. De uitkomsten hiervan zijn input voor het Business Unit Managersoverleg om, waar nodig, acute knelpunten op te lossen en om het programma voor het volgende jaar te optimaliseren. De notulen van deze bijeenkomsten worden met de betrokken docenten besproken en op de kwaliteitssite gezet. Het managementteam en de opleidingscommissie ontvangen de notulen Projecten worden standaard afgesloten met een evaluatiebijeenkomst. De projectleider van een project is hiervoor verantwoordelijk. Het team gaat samen met studenten na op welke aspecten verbetering nodig is. Van deze bijeenkomsten worden verslagen gemaakt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 42
Onderzoekshuis Hogeschoolbrede evaluatie-instrumenten Het Onderzoekshuis is de verzamelnaam voor met elkaar samenhangende monitorinstrumenten die worden benut als belangrijk, signalerend onderdeel van het kwaliteitsbeleid van de HvA. Door middel van tevredenheidonderzoeken in de vorm van periodieke vragenlijsten wordt aan belanghebbenden een oordeel gevraagd over onderwerpen van het accreditatiekader en over specifieke 'HvA-eigen' prioriteiten. De monitorinstrumenten worden voorgelegd aan studenten (StudentTevredenheidMonitor en ExitTevredenheidMonitor), alumni (AlumniTevredenheidMonitor) en medewerkers van de HvA (MedewerkerTevredenheidMonitor). De centrale stafdienst Kwaliteit & Accreditatie coördineert voor de HvA als geheel de activiteiten van het Onderzoekshuis. Streefdoelen In het domeinconvenant zijn streefgetallen vastgesteld die voor de afzonderlijke opleidingen zijn doorvertaald naar streefgetallen binnen de opleiding. Deze zijn vastgelegd in het managementcontract. Jaarlijks worden deze geëvalueerd. De uitkomsten van de Tevredenheids Monitoren, bestaande uit een vijfpuntsschaal, interpreteert de opleiding als volgt: uitkomsten tussen 3.0 en 3.4 zijn voldoende, maar kunnen desondanks aanleiding geven tot het formuleren en uitvoeren van verbetermaatregelen; scores met een waarde boven 3.4 zijn ruim voldoende; scores lager dan 3.0 worden als onvoldoende aangemerkt, waarvoor de opleiding met prioriteit verbetermaatregelen dient te in te voeren. Het domeinconvenant en managementcontract zijn mede op deze schalen gebaseerd. De voortgang van de kwantitatieve rendementen wordt bewaakt door de opleidingsmanager. Per kwartaal wordt over de voortgang gerapporteerd aan de domeinvoorzitter, waarna zonodig bijstelling plaatsvindt. De gerealiseerde rendementen worden daarbij afgezet tegen de streefdoelen (zie facet 6.2). Nationale Studenten Enquête Per februari 2010 neemt de Hogeschool van Amsterdam met al haar studenten jaarlijks deel aan de Nationale Studenten Enquête. Deze enquête wordt landelijk bij alle hogescholen afgenomen; er wordt per hogeschool per opleiding gerapporteerd. Deelname aan deze enquête maakt een verdergaande benchmark op het gebied van studenttevredenheid mogelijk.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 43
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Oordeel: voldoende Het auditpanel heeft geconstateerd dat, ten behoeve van een sluitende PDCA-cyclus alle evaluaties en verbeteracties worden vastgelegd, gemonitord en bewaakt door de medewerker kwaliteitszorg. Resultaten en afwijkingen worden systematisch besproken met belanghebbenden, het MT, het Business Unit Managers Overleg en in de opleidingscommissie. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Na de evaluaties De uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding vormen de basis voor verbetermaatregelen die bijdragen aan realisatie van de streefdoelen. Indien uit de evaluatieresultaten blijkt dat de streefdoelen uit het managementcontract niet zijn behaald, worden verbeteracties vastgesteld en uitgevoerd of worden – indien nodig – de streefdoelen in overleg met de domeinvoorzitter bijgesteld. Verbetercyclus De opleiding heeft het streven systematisch de Plan Do Check Act-cyclus te doorlopen. De kwaliteitsmedewerker analyseert de uitkomsten van de evaluaties en checkt of eerder uitgevoerde verbetermaatregelen een positieve invloed hebben gehad op de evaluatie resultaten. De evaluatieresultaten en -analyse worden besproken met de belanghebbenden. Standaard staan de uitkomsten van evaluaties op de agenda van het MT, het Business Unit Managers Overleg en de opleidingscommissie. Bovendien vormen de uitkomsten van de evaluaties input voor de jaarlijkse functionerings- en beoordelingsgesprekken met de docenten. Indien de evaluaties uitwijzen dat verbeteringen nodig zijn, wordt het programma zo spoedig mogelijk bijgesteld. Indien de urgentie niet zo hoog is, draait een programmaonderdeel in principe twee studiejaren, voordat aanpassingen of vernieuwingen worden uitgevoerd. Verbeteringen, waarvoor extra personele formatie en/of middelen nodig zijn, worden met de ’15 april-actie’ meegenomen. De kwaliteitsmedewerker bewaakt de juiste uitvoering van verbetermaatregelen en meet het effect. Tevredenheidmonitor Studenten geven in de STM 2009 een 3.3, voltijd, en een. 3.6, deeltijd, voor de kwaliteitszorg als geheel en een 3.3 respectievelijk 3.4 voor de wijze waarop de opleiding omgaat met hun problemen en klachten. Uit het MTM 2008 volgt dat de docenten de kwaliteitszorg als geheel waarderen met een 3.5.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 44
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Oordeel: voldoende Medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld zijn actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Stakeholders De resultaten van Tevredenheids Monitoren worden in de managementvergadering besproken. Ook in het overleg van de Business Unit Managers (BUM) staan zij op de agenda. De uitkomsten van de onderwijsevaluaties en de mondelinge evaluaties zijn een vast agendapunt van het BUM overleg en de opleidingscommissie en de Change Advisory Board. De BUM’s bespreken de evaluatieresultaten met hun teams. In de beoordelingsgesprekken zijn de resultaten van onderwijsevaluaties een vast onderwerp van gesprek (facet 3.3). Studenten nemen kennis van de resultaten van evaluaties via de kwaliteitssite van de opleiding. Onder medewerkers wordt een maal per twee jaar de MTM afgenomen. Het Business Unit Manager Overleg bestaat uit de onderwijsmanager en de Unit Managers van de diverse richtingen. Regelmatig heeft het team overleg met de Opleidingsadviesraad (zie facet 1.1). Uitkomsten van evaluaties worden besproken en advies wordt aan de OAR gevraagd ter verbetering en vernieuwing van het curriculum. Studenten Er is een gezamenlijke opleidingscommissie voor de opleidingen Informatica en Technische Informatica bestaande uit docenten en studenten uit de diverse studiefases en opleidingsvarianten. De kwaliteitsmedewerker bespreekt de evaluatie-uitkomsten met de opleidingscommissie. Deze commissie heeft adviesrecht met betrekking tot de kwaliteit van de opleiding en het onderwijs- en examenreglement. Tevens spreekt de opleidingscommissie bij een audit of accreditatie met het auditpanel. Jaarlijks wordt aan de studentleden van de opleidingscommissie een scholing aangeboden door Kwaliteit & Accreditatie . De belangrijkste onderwerpen zijn: interne en externe kwaliteitszorg, het raadplegen van de achterban en het informeren en het adviseren van het management. Onder studenten wordt ieder jaar de STM afgenomen. Alumni De opleiding is recent begonnen via LinkedIn een netwerk met alumni op te bouwen. Elk jaar worden via de ATM afgestudeerden, die ongeveer 1,5 jaar eerder zijn afgestudeerd, bevraagd over onderwerpen als het niveau van het onderwijs en de aansluiting tussen opleiding en praktijk. Klachtenprocedure In het studentenstatuut van de HvA staan de HvA-brede procedures. Informatica heeft een duidelijke klachtenprocedure, die in de studiegids is gepubliceerd. Een belangrijk onderdeel van deze procedure is de zogenaamde ‘signaalkaart.’ Middels deze kaart kan een student een klacht schriftelijk indienen bij het secretariaat. De klacht wordt via de opleidingsmanager neergelegd bij de examencommissie en altijd schriftelijk beantwoord. Van de afhandeling van de signaalkaarten wordt een administratie bijgehouden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 45
Tevredenheidmonitor Uit de MTM 2008 blijkt dat docenten tevreden zijn over de wijze waarop zij bij kwaliteitszorg worden betrokken. Voltijd: de studenten waarderen blijkens de STM 2009 de informatievoorziening over de uitkomsten van de evaluaties met een 3.1 en de bijdrage van de OC met een 3.3. Studenten zijn van oordeel dat klachten voldoende serieus genomen worden en dat de klachtenprocedures adequaat zijn (3,3) Deeltijd: de studenten waarderen blijkens de STM 2009 de informatievoorziening over de uitkomsten van de evaluaties met een 3.5 en de bijdrage van de OC met een 3.5. Studenten zijn van oordeel dat klachten voldoende serieus genomen worden en dat de klachtenprocedures adequaat zijn (3,4). Opleidingscommissie De opleidingscommissie is met de vernieuwing van het programma en de feitelijke integratie van Informatica en Technische Informatica in 2008 opnieuw samengesteld. In verband met de domeinvorming is er HvA breed een nieuwe visie op de Opleidingscommissie vastgesteld, waarbij deze ook over een aantal documenten aan de medezeggenschapsorganen adviseert. De commissie bestaat nu uit studenten en docenten. Opleidingsadviesraad (OAR) De OAR heeft het systeem van de interne kwaliteitszorg van de opleiding besproken en hierover advies uitgebracht naar aanleiding van de uitkomsten van de audit Tevens zullen zij de opleiding adviseren naar aanleiding van de uitkomsten van de aankomende visitatie. Bedrijven die als opdrachtgever fungeren bij projecten worden betrokken bij de evaluatie van deze projecten; stagebegeleiders worden middels enquêtes ondervraagd over de kwaliteit van de stageorganisatie; externe deskundigen worden eenmaal per jaar in een vergadering geraadpleegd over de kwaliteit van de afstudeeropdracht. De resultaten van al deze acties zullen op een toegankelijker wijze beschikbaar gesteld worden voor verdere verbetering van het onderwijsproces.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 46
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Oordeel: voldoende De opleiding beschikt over voldoende adequate mechanismen om de relevantie en het niveau van de gerealiseerde competenties van afgestudeerden te waarborgen. Uit de afstudeerverslagen en mondelinge presentaties blijkt dat de studenten beschikken over de kwalificaties waaraan een beginnend professional Bachelor of ICT moet voldoen. Dit wordt bevestigd door de bedrijfsbegeleiders en extern deskundigen die bij de beoordeling betrokken zijn. Elk jaar na de examenzittingen in juni is er een vergadering van de extern deskundigen. Zij geven aan dat het niveau van de afstudeeropdrachten goed is. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Afstuderen De afstudeerfase bestaat voor de voltijd opleiding uit drie periodes van een half jaar: een halfjaar waarin de student zich specialiseert op één beroepsdomein van de opleiding Informatica, hij doet dan een Business Unit programma; een minor van een halfjaar waarin hij zich verdiept of verbreedt en een halfjaar waarin hij zijn afstudeeropdracht volbrengt. De keuzes van de student moeten vooraf goedgekeurd zijn. Alle onderdelen moeten met een voldoende afgerond worden. De deeltijd opleiding doet de laatste vier semesters twee themasemesters, een minor en de afstudeeropdracht/stage. De afstudeeropdracht wordt als het eind assessment gezien. De student toont aan dat hij op hbo-niveau als beginnend beroepsbeoefenaar zelfstandig een opdracht kan uitvoeren en die tot een goed einde kan brengen. In een slotsessie bewijst de student zijn competenties aan een examinator uit de opleiding, een tweede lezer, uit de opleiding, zijn bedrijfsbegeleider en een extern deskundige, die voor de externe borging zorgt. De hele afstudeeropdracht wordt als assessment gezien. Bewaken niveau tijdens de opleiding In de eerste twee jaar van de voltijd opleiding is de afgelopen jaren geëxperimenteerd met diverse portfolio’s. Op dit moment wordt in jaar één voor de eerste keer met het centrale HvA digitale portfolio gewerkt. Dit portfolio zal leidend worden door de hele opleiding heen en is gekoppeld aan de soft- en hard skills die waarmee de competentiebeschrijving van het HBO-I in kaart wordt gebracht. De programma’s van de Business Units zijn zó ontwikkeld dat de studenten alle competenties op eindniveau kunnen behalen binnen de beroepsdomeinen waar de opleiding voor gekozen heeft en binnen het model van het HBO-I uit 2004. Tijdens de afstudeeropdracht kan de student aantonen dat hij op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar een opdracht kan uitvoeren. Afstudeeropdracht De studenten sluiten hun studie af met een afstudeeropdracht. In de afstudeeropdracht wordt met behulp van kennis en vaardigheden, opgedaan tijdens studie en werk/stage, een bijdrage geleverd aan het oplossen van een relevant praktijkprobleem. Het gaat om het uitvoeren van een opdracht van een bedrijf in 100 dagen. De leerdoelen en beoordelingscriteria van de afstudeeropdracht sluiten aan bij de door de opleiding geëiste competenties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 47
In de afstudeeropdracht laat de student zien dat hij in staat is een complex probleem op te lossen op het vakgebied van de informatica, dat hij beschikt over een analytisch denk- en werkvermogen en een goede schriftelijke en mondelinge taalbeheersing. De student wordt tijdens de afstudeeropdracht gezien als een volwaardige beroepskracht en wordt mede door de opdrachtgever/bedrijfsbegeleider beoordeeld. Het resultaat van de afstudeeropdracht, de rapportage en de presentatie worden tijdens de afstudeerzitting afzonderlijk beoordeeld aan de hand van een checklist. Alle drie moeten voldoende zijn en ze wegen alle drie even zwaar. Beoordelaars Bij de afstudeerzitting zijn vier beoordelaars betrokken: de bedrijfsbegeleider, de examinator, de assessor (= tweede lezer) en een extern deskundige. De assessor is een docent van de opleiding die niet betrokken is geweest bij de begeleiding van het proces tijdens de afstudeeropdracht. Hij ontvangt het verslag tien dagen voor de zitting. De extern deskundige is een vertegenwoordiger uit het werkveld. De extern deskundige wordt ingezet bij examenzittingen die binnen zijn expertise vallen. Ook hij ontvangt het verslag tien dagen voor de zitting. De examinator is de voorzitter van de afstudeerzitting. De beoordelaars bepalen in onderling overleg het eindcijfer. Hierbij is consensus het uitgangspunt. De extern deskundigen geven docenten feedback op het niveau en op de relevantie voor de praktijk van de afstudeeropdrachten. Bewaken eindniveau Het individuele en algemene eindniveau wordt door de opleiding op verschillende manieren bewaakt: De externe deskundigen Bij de beoordeling van de afstudeeropdrachten zijn externe deskundigen betrokken. Deze rapporteren over het niveau van de opleiding naar aanleiding van de door hen bijgewoonde zittingen; De bedrijfsbegeleiders Bij stages van studenten vinden functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken plaats tussen student en bedrijfsbegeleider en de stagebegeleider, waarin expliciet aan het bedrijf gevraagd wordt of de kennis en vaardigheden van de studenten van voldoende niveau is; Jaarlijkse Alumni Tevredenheid Monitor Hierin wordt respondenten onder andere naar het niveau van de genoten opleiding gevraagd; Alumni Er is een gemodereerde groep in LinkedIn gecreëerd. Dit initiatief is uitgegroeid tot een forse lijst van bijna 500 alumni waarbij vooral hun kwaliteiten opvallend zijn. Deze ontwikkeling sluit aan op de ontwikkelingen van Network Communities zoals Hyves en Facebook. Alumnitevredenheid Er heeft in 2008-2009 weer een Alumni Tevredenheid Monitor, ATM, plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat 35% van de respondenten een baan heeft gekregen als programmeur, 23,5% als systeemanalist/-ontwerper, 21% als automatiseringsadviseur/informatie-analist. De overige respondenten hebben uiteenlopende beroepen. Van de respondenten geeft 70% aan bezig te zijn met softwareconsultancy en/of het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 48
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Oordeel: voldoende De opleiding hanteert streefcijfers voor de lange termijn (zowel voor propedeuse- als voor hoofdfase) en leidt daar haalbare streefcijfers voor de korte termijn van af. De opleiding analyseert het gerealiseerde rendement t.o.v. de streefcijfers en verbindt aan haar analyse een aanpak tot realisering van de streefcijfers. Dit oordeel van het auditteam is gebaseerd op de volgende overwegingen: Overwegingen Streefcijfers Het streven van de opleiding is om de juiste studenten binnen te halen. Dit is vertaald in een streven dat 70% van de instroom in cohort 2010 na twee jaar het propedeusecertificaat behaald heeft. Opzet is dat studenten al in het eerste jaar stoppen, wanneer duidelijk is dat zij niet in staat zijn de studie succesvol af te ronden. De opleiding is uitgegaan van de bekostigingsnorm als norm voor het rendement: een gemiddelde studieduur van uitvallers van 1,35 jaar en een gemiddelde studieduur van 4,5 jaar van degenen die de opleiding afmaken. De streefcijfers van de opleiding zijn: propedeuserendement: vanaf propedeusecohort 2010 50% na één jaar en 70% na twee jaar. Studenten die niet na twee jaar het propedeusecertificaat behaald hebben, mogen de studie niet voortzetten; Hoofdfase rendement voltijd: vanaf hoofdfase cohort 2008 70% na vier jaar; Hoofdfase rendement deeltijd: vanaf hoofdfase cohort 2008 65% na vier jaar. Deze streefcijfers zijn naar boven bijgesteld ten opzichte van drie jaar geleden en zijn vastgelegd in het managementcontract tussen opleidingsmanagers en domeinvoorzitter. Bindend Afwijzend Studieadvies (BAS) De BAS procedure is gericht op selectie. Dit betekent dat de opleiding ernaar streeft dat alle studenten die de propedeuse behalen, in staat zijn de gehele studie succesvol af te ronden. Er zijn voorwaarden in de BAS procedure ingebouwd, waardoor de kans op het behalen van de studie maximaal is. De voornaamste voorwaarden zijn: minimaal 40 punten van de in totaal 60 punten zijn behaald; studieonderdeel Prof. is in zijn geheel behaald; het programma Basic Skills is behaald (voltijd). Wordt na één jaar niet aan deze eisen voldaan, dan moet de student de opleiding verlaten. De propedeuse moet binnen twee jaar behaald zijn, anders volgt alsnog een BAS. Studieloopbaanadvies Na de propedeuse wordt de loopbaanadvieslijn doorgezet. Binnen de Business Units wordt binding gecreëerd met de unit en dus met de opleiding. Andere bindende factoren zijn: de studielandschappen en het ITopia- lab waar alle studenten aan hun projecten kunnen werken, het samenwerken in en aan projecten, het ITopia model, het inzetten van studenten als tutor en als studentassistent en het assisteren bij instroomactiviteiten. In het kader van het project Sturen op Studiesucces is een studienetwerk opgericht.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 49
Rendement De rendementsgegevens worden per blok per studiefase en voor de eerste twee jaar per groep per studieonderdeel uitgewerkt. De rendementsgegevens worden zowel binnen het MT als het Business Unit Managersoverleg besproken. Hier signaleert men knelpunten en neemt zo nodig actie. Aan het einde van het studiejaar worden deze gegevens verzameld in de Kengetallen Opleiding Informatica. Na ieder studiejaar worden vanuit de centrale organisatie per opleiding specifieke rendements- en uitvalgegevens geleverd, de zogeheten pijplijngrafieken. Propedeuserendement Het aantal bindende afwijzende studieadviezen in deeltijd varieert de laatste jaren van 20% tot 40% en varieert in de voltijd tussen de 25% en 37,5%. De uitval met propedeuse blijft in de voltijd altijd beneden de 10%. In de deeltijd loopt deze in sommige jaren op tot 20%. Hierdoor kan geconstateerd worden dat het propedeuserendement binnen de geldende streefcijfers blijft. Een beleidswijziging binnen de HvA (OER) in 2004 betekent dat het niet behalen van de propedeuse binnen twee jaar een bindend afwijzend studieadvies oplevert. Dat impliceert onder andere dat loopbaanadviseurs meer sturen op het afronden van de propedeuse. Uit de propedeuserendement gegevens is op te maken dat studenten met een verwante mbovooropleiding succesvoller zijn dan studenten met een havo vooropleiding: zij halen zowel vaker als sneller hun propedeuse en dat geldt ook voor het diploma. Dit is mede te verklaren door het op maat gemaakte, versnelde mbo-programma dat aangeboden wordt. Exit-informatie Elke student die de opleiding wil verlaten, vult een exit formulier in met zijn loopbaanadviseur. De resultaten worden verzameld door de kwaliteitsmedewerker. Daarmee wordt het inzicht in de redenen van uitval vergroot. Het huidige beeld is dat er óf verkeerd gekozen is óf dat er sprake is van een verkeerde studiehouding. Als er rekening wordt gehouden met het selecterende en verwijzende karakter van de propedeuse wordt er voor het rendement alleen naar de hoofdfase gekeken: Voltijd opleiding cohort
instroom
propedeuse rendement
2001
203
72,9%
2002
182
73,6%
2003
147
53,7%
2004
110
58,2%
peildatum 31 augustus 2008
Deeltijd opleiding cohort
instroom
propedeuse rendement
2001
42
42,6%
2002
52
48,1%
2003
37
27%
2004
33
30,3%
peildatum 31 augustus 2008
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 50
Voltijd opleiding cohort
instroom
diploma na 4 jaar
diploma na 5 jaar
2001
203
52,2%
64%
2002
182
63,7%
70,3
2003
147
42,2%
53,7
2004
110
58,2%
-
peildatum 31 augustus 2008
Deeltijd opleiding cohort
instroom
diploma na 4 jaar
diploma na 5 jaar
2001
42
34%
38,3%
2002
52
36,5%
42,3%
2003
37
21,6%
27%
2004
33
30,3%
-
peildatum 31 augustus 2008
Geconstateerd moet worden dat de streefcijfers van een 60% diplomarendement bij de voltijdopleiding in 4 jaar net niet gehaald wordt. De deeltijdopleiding heeft hier zijn eigen problematiek die het lastig maakt aan deze eis te voldoen. Huidige instroom De instroom in studiejaar 2009-2010 is gestegen ten opzichte van eerdere studiejaren; voor een groot deel vanwege de nieuwe richting Game Development. De rendementen van de versnelde stroom zijn goed te noemen. Het gemiddelde rendement van de versnelde stroom ligt incidenteel dicht tegen het gemiddelde rendement aan, maar meestal (ver) daarboven. Ook de versnelde februari-instroom is een succes: in 2009 waren er 60 en in 2010 zijn er ongeveer 80 gestart.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 51
6.
OORDEELSCHEMA
hbo bacheloropleiding Informatica Hogeschool van Amsterdam voltijd & deeltijd, croho nr. 34479
Onderwerp
/
Facet
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie HBO 2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van Personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
Oordeel V G V V 1
V
2
V
3
G G G V G V G G
G V G
V G
5. Interne Kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
V V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
Samenvattend oordeel
V
V
V
V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo bacheloropleiding Informatica verzorgd door de Hogeschool van Amsterdam, Croho nummer 34479 in al haar varianten te accrediteren.
1
Het auditteam kent op basis van de beslisregels, opgenomen in bijlage IV de extra aantekening ‘goed’ toe.
2
Het auditteam kent op basis van de beslisregels, opgenomen in bijlage IV de extra aantekening ‘goed’ toe.
3
Het auditteam kent op basis van de beslisregels, opgenomen in bijlage IV de extra aantekening ‘goed’ toe.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 52
7.
BIJLAGEN
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 53
BIJLAGE I Programma en gesprekspartners Programma visitatiebezoek Hogeschool van Amsterdam, Informatica 27 april 2010 Tijd 08.15 – 08.30 08.30 – 09.00
Gesprekspartners
Auditoren
09.00 – 09.15
Opleidingsmanagement Auditteam
Auditteam
Kees Rijsenbrij 09.15 – 10.00
Iraj Khaksar Opleidingsmanagement Auditteam Kees Rijsenbrij Iraj Khaksar
10.00 – 10.10
Auditteam
10.10 – 11.10
Docententeam voltijd + Auditteam deeltijd Dick Heinhuis Wally de Munk Karel Pieterson Jan Derriks Douwe van der Meer Gerke de Boer Marlies Nijenhuis Reza Esmaili
11.10 – 11.20
Auditteam
11.20 – 12.20
Studenten voltijd Tanja van Uden Carlo Baijens Dennis Wagenvoort Nadine van Brederode Stijn Rob Stephan Mol Jeroen de Waard Mitchel Mol Saidou Diallo
Auditteam
Onderwerpen Inloop door en ontvangst van auditteam Voorbespreking auditteam R. van der Hoorn, T. van der Gaag, P. Koger, E. Barendsen, E. Krens en J.A. Frederik Kennismaking Definitieve vaststelling programma Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie / Instroom / Toelating Internationalisering Innovatie Kwaliteitszorg Minoren Relatie beroepenveld Personeel / Scholing Resultaten / Onderwijsrendement Alumnibeleid Interne terugkoppeling, verificatie Aansluiting instroom en programma Verkorte route Praktijkcomponent/ Stage Afstuderen Minoren Beoordelingskader afstuderen Studie(loopbaan)begeleiding Relatie beroepenveld Ontwikkelingen beroepsdomein Onderwijsontwikkeling Samenhang programma Toetsen en beoordelen Internationalisering Scholing Interne terugkoppeling, verificatie Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding / Toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid / Studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent Afstuderen
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 54
12.20 – 12.45 12.45 – 13.15
13.15 – 13.45
13.45 - 14.15
Auditteam
Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
Rondleiding voorzieningen en producten/projecten studenten Kwaliteitszorg Carla Bombeld Mark Thomas
(Deel) Auditteam
Verificatie algemene en opleidingsspecifieke voorzieningen Demonstratie producten gemaakt door studenten Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten,alumni, werkveld Interne monitoring en rapportages
Verificatie documenten
(Deel) Auditteam
Examencommissie Willem Brouwer Anke Robertus Nora Kouwenhoven Ingrid Elsing
(Deel) Auditteam
Verificatie documenten
(Deel) Auditteam
14.15 – 14.30 14.30 – 15.30
Auditteam Studenten deeltijd Herman Bakx Paul den Hartogh Arthur van Alten Daniël van der Laag Lennard Vieveen Wouter van der Loop Marleen Wanders Dennis van der Meijden
15.30 – 15.45 15.45 – 16.00
Nader te bepalen gesprekspartners
16.00 – 17.00
17.30 – 18.00
(Deel) Auditteam
Alle gesprekspartners & genodigden
Auditteam
Kwaliteitsborging toetsen en Beoordelen Toetscommissie Bevoegdheden Examencommissie Kwaliteitsborging afstudeerders Vrijstellingen / EVC
Interne terugkoppeling, verificatie Informatievoorziening Aansluiting vooropleiding / Toelating Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid / Studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent Afstuderen
Auditteam
Interne terugkoppeling en bepaling ‘pending issues’
Auditteam
Pending issues
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 55
BIJLAGE II Kwantitatieve gegevens van de opleiding Studenten Informatica voltijd
deeltijd
Aantal studenten Instroom studenten 2009
287
58
2008
124
55
2007
126
57
2006
149
52
Vooropleiding studenten
mbo-4: 65
mbo-4: 20
havo: 179
havo: 12
vwo: 25
vwo: 1
overig: 18
overig: 25
42
42
32,15 fte
5 fte
1:28
1:47
Aantal docenten tevens
9 docenten hebben een
9 docenten hebben een
werkzaam in beroepspraktijk
eigen bedrijf
eigen bedrijf
7
7
cohort 2009
Docenten Aantal aan de opleiding verbonden docenten
Aantal fte per variant
Docent – student ratio per variant
Aantal docenten met een master opleiding
4 (waaronder 2 lectoren) 4 (waaronder 2 lectoren) Aantal docenten met een Phd
Aantal fte in kenniskringen
5 bezig met een
5 bezig met een
promotietraject
promotietraject
11 docenten
11 docenten
Voltijd en deeltijd bestaat uit één docententeam, dus het onderscheid is niet altijd te maken.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 56
BIJLAGE III auditoren
CV’s en onafhankelijkheidsverklaringen
Het auditteam bestond uit de volgende personen: R.J.M. van der Hoorn MBA, lead auditor, heeft zich, naast zijn voorzitterschap, vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Rob van der Hoorn heeft, als directeur van de Hobéon Groep, een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBO-opleidingen worden gesteld. Professor dr. E. Barendsen, hoogleraar vakdidactiek bij het Instituut voor Leraar en School (ILS-RU) en universitair hoofddocent bij Onderwijsinstituut voor Informatica en Informatiekunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Drs. ing. P. Koger, directeur bij Logica en al meer dan 20 jaar betrokken in grote complexe IT projecten. Onder meer account directeur voor de ING bank, waarbij hij heeft gezorgd dat de daling van de omzet in de bankensector verminderde door de ontwikkeling van diensten met nieuwe toegevoegde waarde. Ir. T. van der Gaag, directeur Noord-West Nederland van KPN. Dat betekent dat hij verantwoordelijk is voor de businessrelaties die KPN onderhoudt met haar klanten en stakeholders in genoemde regio. In die hoedanigheid treedt hij op namens de Raad van Bestuur, KPN vertegenwoordigend als toonaangevend ICT bedrijf. Hij is sinds 1973 verbonden aan KPN waar hij diverse functies vervuld heeft. Na zijn studie bedrijfskunde is hij gestart als organisatie adviseur op het hoofdkantoor van destijds de PTT in Den Haag. In deze functie als organisatie adviseur was hij verantwoordelijk voor een groot aantal reorganisatieprocessen in allerlei bedrijfsonderdelen met als gemeenschappelijke noemer het marktgericht en klantgericht inrichten van de organisatie. Mevrouw E. Krens, tweedejaars Technische Informatica bij Hogeschool Windesheim en heeft zitting in de opleidingscommissie van de faculteit SIS, welke de opleidingen BI, I en TI verzorgt. Als voorzitter van een werkgroep uit de opleidingscommissie is zij verantwoordelijkheid voor de bewaking van de actiepunten. Mr. J.A. Frederik CMC MBCS, onderwijsadviseur, doet onderzoek naar de ontwikkeling van de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs en heeft een ruime ervaring als auditor. Hij studeerde Nederlands Recht en Organisatiekunde en volgde onder andere de masteropleiding in projectmanagement bij CapGemini Ernst & Young. Van 1990 – ’99 was hij als beleidsadviseur verbonden aan de Hogeschool van Amsterdam en aansluitend programmaleider opleiden ITOC2000 bij ITO, een agentschap van het Ministerie BZK. Vervolgens was hij interim directeur van een stafdienst ICT van Hogeschool Leiden, directeur ICT opleidingen van ROC Leiden, begeleidde hij de fusie van ICT-onderwijs in de Leidse regio, was hij interim directeur van Pabo Thomas More en heeft hij de reorganisatie geleid van een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 57
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 58
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 59
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 60
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 61
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 62
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 63
BIJLAGE IV Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels Hobéon Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende voltijd en deeltijdopleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. De voltijd en deeltijdopleiding hebben zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijk beroepsprofiel en de opleidingscompetenties na landelijk overleg tussen de betreffende opleidingen en het beroepenveld. Op basis van de door opleidingen aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleidingen op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie4, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit drie externe onafhankelijke deskundigen, een student van een verwante opleiding, een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleidingen overleg voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten. 4
Visitatie heeft op 27 april 2010 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 64
Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleidingen werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is.
Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
Facet Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;5 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
5
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 65
BIJLAGE V Geraadpleegde documenten
-
Fact sheet Informatica voltijd april 2010 Fact sheet Informatica deeltijd april 2010 Management Review Informatica Resultaten afgestudeerden voltijd Resultaten afgestudeerden deeltijd Titulatuur docenten Cahier nummer 5 Cahier nummer 2 totaal Cahier nummer 1 totaal ICT anders, Groeidocument 10 jan 2008 Beleidsnotitie internationalisering 2006 Position Paper Game Opleiding 13 jan 2009 Management contract (T)I 2009-2010
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport Accreditatie hbo bacheloropleiding Informatica, Hogeschool van Amsterdam, 1.0 ⏐ 66