Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Fysiotherapie, voltijd Saxion Hogeschool Enschede Academie Gezondheidszorg
Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Fysiotherapie, voltijd CROHO nr. 34570 Saxion Hogeschool Enschede Academie Gezondheidszorg
Hobéon Certificering BV November 2005 Auditteam: WL.M. Blomen R.A. de Bie T.P.M.M. Timmerman J.B. van Haastregt R.M. Visscher
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 1.2.3. 1.2.4. 1.2.5.
INLEIDING Bereik van de beoordeling Aanpak Beoordelingsprocedure en werkwijze Beslisregels Auditteam Deelnemers visitatie Programma visitatie
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING Onderwerp 1: Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau bachelor Facet 1.3. Oriëntatie hbo Onderwerp 2: Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Onderwerp 3: Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit van het personeel Facet 3.3. Kwaliteit van het personeel Onderwerp 4: Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Internationale oriëntatie Onderwerp 6: Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement Internationale oriëntatie Onderwerp 7: Bijzonder Kwaliteitskenmerk: Internationale Oriëntatie Facet 7.1. Differentiatie en profilering Facet 7.2. Kwaliteit Facet 7.3. Concretisering Facet 7.4. Onderscheidend karakter
7 7 7 11 13 16 16 19 21 24 26 29 30 32 37 37 39 41 44 44 47 51 51 54 56 57 59 59 62 64 65 65 67 68 70
3. 3.1. 3.2.
SAMENVATTEND OORDEEL Oordeelschema voltijd Integraal oordeel/ advies aan NVAO
71 71 72
BIJLAGE I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen externe auditoren BIJLAGE II: Programma visitatie
1 1 1 1 4 5 6 6
1.
INLEIDING
1.1.
Bereik van de beoordeling
1.1.1. De Saxion Hogeschool Enschede verzorgt een hbo bachelor opleiding Fysiotherapie in een voltijd variant, ondergebracht in de Academie Gezondheidszorg (AGZ). Hobéon Certificering heeft als Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI) de opleiding beoordeeld. De basis voor de beoordeling van Hobéon Certificering vormde de Zelfevaluatie die door de AGZ is uitgevoerd. De beoordeling is gericht op een accreditatie-beslissing met betrekking tot de §
HBO bachelor opleiding Fysiotherapie, voltijd CROHO nr. 34570
1.1.2. Vanuit haar wens ‘Internationale Oriëntatie’ als Bijzonder Kwaliteitskenmerk gehonoreerd te krijgen, heeft de opleiding Fysiotherapie Hobéon Certificering verzocht het aspect ‘ Internationale Oriëntatie’ ook te beoordelen aan de hand van de vier in het NVAO-accreditatiekader opgenomen facetten bij Onderwerp 7: “Bijzonder Kwaliteitskenmerk”. Door de NVAO zijn tot op heden geen bijzondere kenmerken toegekend waardoor nog onvoldoende beeld is ontstaan over de beoordelingspraktijk. Hobéon heeft gemeend toch een beoordeling te moeten geven van dit Bijzonder Kwaliteitskenmerk en wel op grond van de volgende overwegingen die overigens verder in dit Rapport nader worden geadstrueerd met name bij de onderwerpen 1, 2, 3 en 7. §
§
Van de door Hobéon beoordeelde opleidingen Fysiotherapie ( HvA, Hs Leiden, HU en Saxion), is de onderhavige Saxion-opleiding weliswaar niet de enige opleiding Fysiotherapie met internationale ambities, maar wel de enige opleiding die zich reeds vele jaren aantoonbaar en met succes op de internationale markt richt. (In 1996 is de onderhavige opleiding als eerste Europese Fysiotherapieopleiding in de VS erkend.) De opleiding heeft ‘ Internationale Oriëntatie’ geïntegreerd in beleid en praktijk.
1.2.
Aanpak
1.2.1.
Beoordelingsprocedure en werkwijze
Bij de beoordeling van de betreffende opleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van de betreffende opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. De opleiding Fysiotherapie heeft zich voor wat betreft haar beroepsprofiel, opleidingscompetenties en onderwijskundige doelstellingen gebaseerd op tenminste het landelijk beroepsprofiel en de daaraan gerelateerde opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de Fysiotherapieopleidingen en het beroepenveld (zie facet 1.1.: “Domeinspecifieke eisen”). Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vervolgens vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en ook passend is voor de opleiding. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken. Zie voorts onder facet 1.1.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 1
De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het betreft hier een analyse en beoordeling van de door de opleiding Fysiotherapie geleverde schriftelijke informatie. Ten eerste de aangeleverde Management Review / Zelfevaluatie van de opleiding Fysiotherapie (voltijd) aan de hand van het opleidingsspecifieke referentiekader. Ten tweede de daaraan gerelateerde documentatie. Deze documentatie had betrekking op bijvoorbeeld: strategische keuzen en de positie in de markt, interne organisatie, de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende verbetermaatregelen, ontwikkelingen in het beroepenveld, beroeps- en opleidingsprofielen, (validatie) eindkwalificaties, curriculum(ontwikkeling) en de interne en externe evaluatie daarvan, werkvormen, toetsing en beoordeling, kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, Internationale Oriëntatie, instroombeleid, studiebegeleiding, rendement. Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleiding Fysiotherapie. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de audit (zie hieronder) werd het management van de opleiding Fysiotherapie op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse. Met betrekking tot het opleidingsspecifieke referentiekader geldt het volgende. Saxion Hogescholen hebben zelf in overleg met de opleidingen een set van ijkpunten ontwikkeld, die dienen als een instellingsspecifieke vertaling van het accreditatiekader van de NVAO en die op een aantal aspecten een eigen (streef-) norm bevatten. De opleiding Fysiotherapie heeft in de zelfevaluatie aangegeven hoe zij zich verhoudt tot deze normstelling. Voorts heeft de opleiding die in dit rapport wordt beoordeeld zich voor wat betreft doelstellingen, beroepsprofiel en opleidingscompetenties in belangrijke mate gebaseerd op de landelijke beroepsprofielen en opleidingscompetenties zoals vastgesteld in het landelijk overleg tussen de opleiding en het (internationale) beroepenveld. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie 1, uitgevoerd door een auditteam waarvan deel uitmaakten één externe onafhankelijke deskundige op het gebied van Fysiotherapie, één student, één lead auditor vanuit Hobéon Certificering, één onderwijskundig auditor vanuit Hobéon en één secretaris eveneens vanuit Hobéon Certificering. Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en materiële voorzieningen betreft- door eigen waarneming.
1
Visitatie heeft op 26 april 2005 plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 2
De additionele documentatie behelsde ondermeer: • overzichten van de samenstelling van de gremia uit het werkveld waarmee de opleiding overleg voert; • verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; • overzicht CV’s van (gast)docenten; • netwerkoverzicht docenten; • verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; • verslagen van docentevaluaties; • verslagen van studievoortgangsgesprekken met studenten; • detailbeschrijving van modules • detailbeschrijving van cases en van de daaraan gekoppelde opdrachten; • portfolio’s van studenten en de (schriftelijke weergave van de) beoordeling daarvan door docenten; • stageverslagen en -beoordelingen; • literatuurlijst; • de zogeheten ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; • de ‘eindproducten’ van studenten en de beoordeling ervan. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs” vermelde facetten beoordeeld op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een concept-rapport dat aan de betreffende opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Het voorliggend rapport is de weergave van het oordeel van het auditteam met daarbij de gronden waarop die oordelen zijn gebaseerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 3
1.2.2.
Beslisregels
Met als uitgangspunt de Beslisregels Accreditatie zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader2 heeft Hobéon Certificering de volgende beslisregels toegepast. A.
De scores op de per onderwerp gerubriceerde facetten leiden tot een score op het betreffende onderwerp en wel volgens de regels onder C.
B.
Binnen de beoordeling van een facet is er ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: § uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie; (beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven dan omgekeerd); § primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
C.
Van facetten naar onderwerp. Hier geldt het volgende: § een onderwerp krijgt de score ‘voldoende’ indien alle facetten tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet ‘onvoldoende’ en de overige tenminste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits er een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’; § een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord en er geen acceptabel verbeterplan voor dit facet beschikbaar is; § een onderwerp krijgt de score ‘onvoldoende’ indien meer dan één facet ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.
D. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, dan wordt dat met inachtneming van de regels onder E, als ‘extra aantekening’ vermeld. E.
2
3
Met betrekking tot de ‘extra aantekening’ geldt het volgende: § een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’ indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord; 3 § een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’ als alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; § een onderwerp krijgt geen extra aantekening indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een Onderwerp uitsluitend ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren; een Facet kan volgens diezelfde regels ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. In het NVAO-Accreditatiekader worden bij Onderwerp 2 (“Programma”) acht Facetten onderscheiden. Eén van die Facetten (Facet 2.6.) betreft de duur van de opleiding. Het daarbij behorende criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil die opleiding überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatieonderzoek. ‘Duur’ is dus van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Rendement’ of ‘Kwaliteit Personeel’. Bij de beslissing of het Onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het Facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 4
1.2.3.
Auditteam
Het auditteam was als volgt samengesteld. Voorzitter: W.L.M. Blomen
Directeur Hobéon Certificering;
Leden: Prof. dr. R.A. de Bie T.P.M.M. Timmerman J.B. van Haastregt
Hoogleraar Research in Physiotherapie aan de Universiteit van Maastricht; Adviseur Hobéon Certificering; Student HEBO aan de Haagse Hogeschool;
Secretaris: Drs. R.M. Visscher
Adviseur Hobéon Certificering.
Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen dat de voor de beoordeling van de opleiding Fysiotherapie noodzakelijke expertise aanwezig. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (het primaire proces en de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (programma in relatie tot specifiek domein). De werkvelddeskundige, De Bie heeft zich in zijn beoordeling met name gericht op de kwaliteit, actualiteit en relevantie van (i) richtinggevend domeinspecifieke kader, (ii) de eindkwalificaties, (iii) de programmmainhoud, (iv) interactie tussen opleiding en werkveld, (v) de kwaliteit en achtergrond van docenten en (vi) het gerealiseerde niveau. De Bie heeft op grond van zijn ervaring en positie in het werkveld een goed zicht op de eisen die vanuit de verschillende deelgebieden in het werkveld gesteld worden aan Fysiotherapeuten. De Bie is hoogleraar Research in Physiotherapie aan de Universiteit van Maastricht en derhalve goed in staat om het onderzoekskarakter van de opleiding te beoordelen. Tevens werkt hij internationaal aan het verwezenlijken van PGO (Probleemgestuurd Onderwijs) in fysiotherapeutisch onderwijs, zodat hij ook op dit punt de opleiding goed kan beoordelen. De deskundige ‘onderwijs’ heeft zich vooral gericht op de kwaliteit van de processen die direct en indirect de uitvoering van het programma raken. Timmerman heeft in zijn vorige en huidige functie een aanmerkelijke ervaring opgebouwd die hem in staat stelt de programmaopbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan HBO-opleidingen gesteld worden. De voorzitter en secretaris van het auditteam hebben zich vooral gericht op de kwaliteit van de doelstellingen, organisatie, personeel en resultaten van de opleiding. Blomen is al sinds 1976 actief in het hoger onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie en combineert die kennis met jarenlange ervaring op het gebied van audits en certificering. Visscher heeft naast zijn MBA in zijn vorige en huidige functie ervaring opgedaan met bedrijfsstrategische vraagstukken, organisatieverandering en performance management. Tevens heeft hij in zijn huidige functie enkele jaren ervaring in kwaliteitsmanagement opgebouwd. Voor de curricula vitae: zie bijlage I.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 5
1.2.4.
Deelnemers visitatie
Het auditteam heeft tijdens de visitatie gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de opleiding zoals: management, coördinatoren, docenten, studenten en staf. Voor een volledig overzicht van de deelnemers aan de visitatie: zie bijlage II.
1.2.5.
Programma visitatie
Zie bijlage II.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 6
2.
BEVINDINGEN EN BEOORDELING
Onderwerp 1: Doelstellingen opleiding Dit onderwerp kent drie facetten: 1. domeinspecifieke eisen; 2. niveau bachelor; 3. oriëntatie hbo.
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Criterium Het facet ‘domeinspecifieke eisen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)? Bevindingen De deskundigheid en opleidingseisen van de fysiotherapeut liggen verankerd in de Wet beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG). In de Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) van de BIG-wet zijn de opleidingseisen vanuit de wet vastgelegd. Het profiel van een fysiotherapeut ziet er in concept als volgt uit: De opleiding omvat zowel theoretisch als klinisch onderwijs, gericht op het verwerven van competenties in de volgende taakgebieden van de fysiotherapeutische beroepsuitoefening: 1. diagnostiek en behandeling 2. communicatie en samenwerking
3. preventie en gezondheidsvoorlichting 4. kwaliteitszorg en innovatie
5. praktijk- en bedrijfsvoering 6. beroepsontwikkeling
Het beroepsprofiel van de opleiding Fysiotherapie wordt op landelijk niveau vastgesteld door de beroepsvereniging (KNGF), voor het laatst vastgesteld in 1997. Het profiel van de Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) is op zijn beurt gerelateerd aan de AMvB. Het profiel van de KNFG bestaat uit vier taakgebieden die elk bestaan uit een aantal taakclusters, die vervolgens een aantal taken omvatten. Diagnostische taken Taakgebied 1: Fysiotherapeutische zorg Taakgebied 2: Voorlichting en preventieve zorg Taakgebied 3: Administratie en beheer Taakgebied 4: Organisatie, onderzoek, ontwikkeling en kwaliteitszorg
Therapeutische taken Evaluatieve taken Afrondende taken Voorlichtingstaken Preventieve taken Administratie/beheer Inrichting en onderhoud werkruimte Organisatie Onderzoek Ontwikkeling Kwaliteitszorg Onderwijs en begeleiding
De opleiding Fysiotherapie zorgt voor aansluiting aan de eisen die vakgenoten en de beroepspraktijk stellen door ten eerste bij te dragen aan een continue landelijke afstemming tussen opleiders en werkveld. Ten tweede door invoering van de landelijke afspraken en ten derde door oriëntatie op internationale ontwikkelingen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 7
Continue landelijke afstemming en internationale oriëntatie De opleiding wordt actief betrokken bij het project van de KNGF om tot een actualisatie te komen van het beroepsprofiel van de fysiotherapeut. De gezamenlijke opleidingen Fysiotherapie (SROF) werken in dit project samen om in 2005 tot een nieuw profiel te komen. In dit vernieuwde profiel wordt nadrukkelijk de internationale oriëntatie en vergelijking meegenomen. Daarnaast wordt het onderscheid bachelor en master alsmede het onderscheid tussen beginnend en ervaren beroepsbeoefenaar helder verwoord. Binnen de opleiding is een MT-lid specifiek verantwoordelijk voor de afstemming van de eindkwalificaties met de beroepsgroep. Naast deze revisie wordt er in SROF verband ook elke twee jaar een nieuwe beleidsagenda afgesproken waarin de activiteiten en projecten worden aangegeven voor een continue afstemming tussen beroeps- en onderwijsontwikkelingen. Tevens wordt eens per vier jaar de visie op het beroep bijgesteld in SROF verband. Ook hierin draagt Saxion Hogeschool Enschede actief bij. Invoering landelijke afspraken De opleiding heeft het landelijk profiel in het project Fysiotherapie Onderwijscurriculum Ontwikkeling (FOCO) ingevoerd. Het doel van het project was om te komen tot een vernieuwd curriculum. In het project zijn de eindtermen van het curriculum bepaald en verwoord in professioneel gedrag en zijn daarmee vergelijkbaar met competenties. Deze eindtermen zijn vervolgens vertaald in leerdoelen voor de diverse onderdelen van het curriculum. De taakgebieden die in het curriculum onderscheiden worden zijn: • • • • •
Verlenen van zorg Verstrekken van preventieve zorg Samenwerken met andere zorgverleners Voorlichten Geven van instructie
• • • • •
Beheer Verrichten van onderzoek Evalueren van beroepsmatig handelen. Ontwikkelen van individuele kennis en kunde Ontwikkelen van het eigen beroep
Naast de breed opgeleide fysiotherapeut staat de opleiding voor een modern professional. Een modern professional is een zorgverlener die (beroepsvisie, studiegids 2004-2005): •
informatievaardig is
•
• •
methodisch handelt reflecteert op eigen handelen
• •
wetenschap een weloverwogen plaats geeft in het handelen gericht is op leven lang leren ondernemend is
Periodieke aansluiting op de arbeidsmarkt Naast deze landelijke afstemming zorgt de opleiding zelf tussentijds voor aansluiting op de arbeidsmarkt via een drietal commissies. Dit zijn twee interne commissies, de Curriculum Advies Commissie (CAC) en de Werkveldcommissie, en een externe commissie de Beroepenveldcommissie (BVC). Deze laatste is in de periode van 2001-2004 niet actief geweest. In die periode heeft er parallel aan het proces van onderwijsvernieuwing een omvangrijke externe “meelopende" audit plaatsgevonden. De CAC en de werkveldcommissie geven gevraagd en ongevraagd advies over veranderingen in het beroep en welke invloed dit heeft op het curriculum. Naast deze afstemming is er de afgelopen jaren bij het opzetten van het curriculum tussentijds feedback via een externe audit van het beroepenveld, dat inmiddels is overgegaan in de beroepenveldcommissie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 8
De naam van de interne commissie “werkveldcommissie” is veranderd in “commissie voor buitenschools leren en Internationale Oriëntatie”, dit mede om verwarring met beroepenveldcommissie te voorkomen. Deze commissie voor buitenschools leren en Internationale Oriëntatie heeft in de zin van dit facet (domeinspecifieke eisen) -naast initiërende, uitvoerende en controlerende taken inzake het buitenschools leren en internationalisering- met name de taak zich een beeld te vormen van de kwaliteit van de afgestudeerden en van de projecten die de kwaliteit van de afgestudeerden kunnen verbeteren. Activiteiten op dit moment zijn het nog niet goed lopende project marktplaats (aanbod van projecten waarbij er studenten, het werkveld en medewerkers elkaar kunnen treffen) en de stages van buitenlandse studenten. Na de invoering van het PGO kwamen er klachten over het niveau van de stagiaires en de afgestudeerden. Verbeteringen zijn daarna gerealiseerd door de invoering van “het skillslab-vinken” en door gebruik te maken van “simulatie-patiënten”. Het Skillslab is een leerlijn gericht op het verbeteren van de beheersing van basis fysiotherapeutische vaardigheden van studenten. Studenten worden begeleid door ouderejaars en werken aan basisvaardigheden die zij eerst onder de knie moeten krijgen voor ze verder mogen met de opleiding. Om tegemoet te komen aan de kritiek op de begeleiding van stagiaires heeft de opleiding cursussen georganiseerd voor stagebegeleiders uit het werkveld, om de begeleiding in het werkveld te verbeteren. Voor buitenlandse stagebegeleiders heeft de opleiding een drietal congressen georganiseerd in Enschede om hen te informeren over de ontwikkelingen in de Fysiotherapie in Nederland. Lectoraat De lector is voorzitter van de curriculum adviescommissie en zorgt op die manier voor directe invloed van het lectoraat op het curriculum. Het lectoraat zorgt voor aansluiting van het curriculum op (wetenschappelijke) ontwikkelingen in het werkveld. Bijzonder Kwaliteitskenmerk De internationale oriëntatie is een bijzonder kwaliteitskenmerk van de opleiding. De opleiding heeft een voortrekkersrol om de internationale oriëntatie in het nieuwe profiel voor Fysiotherapie te krijgen. Reeds jaren werkt de opleiding aan het uitbouwen van de internationale oriëntatie van de opleiding. Zij doet dit door internationale samenwerkingsverbanden aan te gaan die inmiddels geleid he bben tot een ruim netwerk van samenwerkingspartners en stageadressen. Deze bevinden zich in de volgende landen, Noorwegen, Duitsland, Ierland, Zwitserland en Zuid-Afrika, met andere in de pijplijn. Convenanten zijn onder andere afgesloten met: • Björknes Privatskole in Oslo, Noorwegen • Alte Matthias Spitalschule in Rheine, Duitsland • University of Limpopo in Pretoria, Zuid Afrika • Fachhochschule Osnabrück (CUNE-project) • Haceteppe University, Ankara • Medunsa University, Zuid Afrika Met de Fachhochschule in Münster en Osnabrück heeft de opleiding een samenwerkingsovereenkomst gesloten om te komen tot een binationale opleiding Master in Fysiotherapie. Naast deze samenwerkingsvormen is de opleiding ook actief om het diploma erkend te krijgen in het buitenland. Door de afstemming op het buitenlandse beroepenveld biedt het diploma van de opleiding Fysiotherapie in Enschede toegang tot enkele buitenlandse arbeidsmarkten, wat onder andere heeft geleid tot een grote instroom van buitenlandse studenten. Het diploma Fysiotherapie van de opleiding in Enschede is erkend in Duitsland, Noorwegen, Zuid-Afrika en Ierland. In 1996 is de opleiding reeds als eerste Europese opleiding erkend in de Verenigde Staten. Deze erkenning is echter niet meer geldig omdat in de VS de uitoefening van het beroep van fysiotherapeut is verhoogd naar Master niveau per 2001.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 9
Om aan te blijven sluiten bij de ontwikkelingen in het buitenland heeft de opleiding contact met het lokale beroepenveld en past het daar waar nodig de opleidingseisen aan aan de eisen van het beroepenveld in het buitenland. Zo hebben stagebezoeken in onder andere Duitsland, Noorwegen en Ierland geleid tot het opnemen van nieuwe onderdelen in het curriculum, zoals Medical Training Therapy en Intensive Care. In het initiële programma is een project in de propedeutische fase opgenomen dat een oriëntatie geeft op de weten regelgeving in het eigen land van de student. Een internationale toets met betrekking tot de positionering van het opleidingsprofiel vindt tevens plaats binnen de European network of Physiotherapy Education (ENPHE), waarbij de opleiding actief betrokken is. In de ENPHE willen men tot één EU profiel voor Fysiotherapie komen. Via het lectoraat vindt er eveneens uitwisseling plaats van inhoudelijke kennis met het internationale beroepenveld, voorbeelden hiervan zijn lezingen op internationale congressen, samenwerking met Haceteppe University in Ankara. Binnen het Nederlandse perspectief en binnen de stuurgroep is de opleiding actief betrokken bij het aanpassen van het landelijk profiel om de internationale oriëntatie te bevatten. De opleiding in Enschede loopt echter voor op deze ontwikkelingen en om de onderwijsontwikkeling niet te laten wachten op de definitieve landelijke versie heeft de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede besloten te werken met een conceptversie, gebaseerd op een vergelijkend onderzoek van de IVLOS (Universiteit van Utrecht). Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport, de studiegids, het beroepsprofiel Fysiotherapie van de KNGF, het eindrapport van de FOCO en documentatie over de gebruikte eindtermen en het curriculum. Tevens zijn verslagen van overleg met het werkveld ingezien, bijvoorbeeld van de beroepenveldcommissie en is de samenstelling van deze commissie beoordeeld. Tot slot is documentatie ingezien voor afstemming op internationale markten. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De afstemming op de eisen die door de beroepspraktijk en vakgenoten in binnen en buitenland worden gesteld zijn goed geregeld via commissies en samenwerking met buitenlandse instituten. De opleiding participeert actief in landelijke en tevens internationale overleggen om eindkwalificaties en onderwijs- en beroepsprofiel vorm te geven. De opleiding heeft daarnaast gezorgd voor regionale inbedding, maar tevens zijn de eindkwalificaties internationaal afgestemd. De opleiding zet in op de internationale oriëntatie en zorgt op een breed front voor afstemming op internationale ontwikkelingen via concrete internationale samenwerking dat heeft geleid tot erkenning van het Enschedese Fysiotherapie diploma in diverse landen. De beroepenveldcommissie is een goe de afspiegeling van het beroepenveld en deze heeft de eindkwalificaties inhoudelijk beoordeeld. Door deze vormen van afstemming zorgt de opleiding voor regelmatige bijsturing op ontwikkelingen in het beroepenveld en het vakgebied.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 10
Facet 1.2. Niveau bachelor Criterium Het facet ‘niveau bachelor’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor? Bevindingen De aansluiting op het internationaal geaccepteerde niveau van beroepsuitoefening is voor de Fysiotherapie opleiding van de Saxion Hogeschool Enschede belangrijk omdat de opleiding zich onderscheidt door de internationale oriëntatie. De opleiding is al jaren bezig met het ontwikkelen van de internationale dimensie, zoals ook in Facet 1.1 is besproken. De opleiding heeft derhalve veel studenten die in het buitenland gaan studeren en veel studenten uit het buitenland die in Enschede Fysiotherapie komen studeren. De opleiding zorgt voor deze aansluiting door diploma-erkenning in het buitenland. In 1993 heeft de opleiding de eerste internationale stappen gezet door een opleidingsprogramma te bieden aan studenten uit de Verenigde Staten. Tegenwoordig richt de opleiding zich ook op de Noorse en Duitse markt en worden activiteiten ontplooid op de Ierse markt. Er is destijds een accreditatie verkregen voor de opleiding van de American Physiotherapy Association (APTA). Het diploma wordt inmiddels erkend in Noorwegen, Duitsland, Ierland en Zuid-Afrika. Op het moment wordt gewerkt aan diploma erkenning in Australië. Voor de borging op de middenlange termijn zijn de Dublin-descriptoren meegenomen in de landelijke actualisering van het beroepsprofiel voor 2005. Tevens wordt binnen het European network of Physiotherapy Education (ENPHE) onderzoek uitgevoerd naar een Europees profiel voor Fysiotherapie. Binnen de opleiding is de CAC verantwoordelijk voor de aansluiting bij de internationaal geldende beschrijving van de bachelor. De opleiding heeft een koppeling gemaakt van het huidige curriculum met de Dublin-descriptoren: Bij kennis en inzicht worden key concepts geplaatst op het niveau van gespecialiseerde handboeken (eventueel equivalenten in de vorm van bijvoorbeeld digitale databases). Bij toepassen staan centraal ‘het oplossen van problemen op het vakgebied van de fysiotherapeut’ en ‘het opstellen en verdiepen van argumentaties’. Daar zijn onder meer competenties methodisch handelen geplaatst. Oordeelsvorming betreft het verzamelen en interpreteren van gegevens op het gebied van Fysiotherapie met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Bij oordeelsvorming zijn onder meer competenties die met kwaliteit te maken hebben geplaatst. Communicatie is essentieel voor de fysiotherapeut. Communicatie met zorgverzekeraar, collegae van andere disciplines of een cliënt. Ontwikkelingen als zelfregulatie van de cliënt, van reparateur naar coach, preventieve activiteiten, integrale zorg vergen communicatie. Daarnaast is communiceren in de Engelse taal belangrijk met het oog op professionalisering en Internationale Oriëntatie (buitenlandse vakpublicaties). Ontwikkelen van communicatieve vaardigheden komt op verschillende plaatsen terug in het programma. De leervaardigheden van de bachelor fysiotherapeut manifesteren zich in competenties die noodzakelijk zijn voor een vervolgstudie met een hoog niveau van autonomie. Voor de bachelor fysiotherapeut zijn er twee mogelijke vervolgstudies. HBO-master en WO-master.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 11
Kenmerkend voor de HBO-master zijn ondernemers- en leidinggevende kwaliteiten en het kunnen functioneren in een multidisciplinaire omgeving. Kenmerkend voor WO-masters is het wetenschappelijk onderzoek of het kunnen oplossen van multi- en interdisciplinaire vraagstukken in een beroepspraktijk voor wo’ers. Daarnaast zijn bij leervaardigheden competenties betreffende professionalisering beroep geplaatst. Om tot een beter inzicht te komen in het niveau van de alumni van de opleidingen Fysiotherapie wordt op dit moment een extern onderzoek uitgevoerd ‘niveau onderzoek Fysiotherapie bij alumni en werkgevers’. Dit in het kader van de actualisatie van het beroepsprofiel in het kader van de SROF. De beroepsgroep wordt hier intensief bij betrokken. De Dublin-descriptoren nemen een prominente plaats in dit onderzoek in. Voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede neemt de kwaliteitsmedewerker deel aan dit onderzoek. De conclusies voor Fysiotherapie van Saxion Enschede zijn in juni 2005 beschikbaar gekomen en het curriculum zal worden bijgesteld naar aanleiding van deze conclusies. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de opleiding op alle descriptoren positief scoort. De positieve uitschieters zijn het toepassen van kennis en kunde en communicatie. Minder scoorden kennis en inzicht, oordeelsvorming en leervaardigheden. Uit deze analyse blijkt in elk geval dat het skills-lab (zie facet 1.1) een positieve bijdrage heeft geleverd aan het oplossen van de minder scorende punten uit eerdere evaluaties van de beroepenveldcommissie die constateerde dat het werkveld minder tevreden was over de kennis en toepassing van de basisvaardigheden van een fysiotherapeut van studenten onder het nieuwe PGO onderwijs. Het skills-lab is opgezet naar aanleiding van deze evaluaties en is een leerlijn om de beheersing van basis fysiotherapeutische vaardigheden te verbeteren en is ondersteunend aan het thematische onderwijs opgezet. Ook de eerste terugkoppeling uit de stage-evaluaties is positief op dit punt.
Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport en de beschrijving van het curriculum, de vergelijking met de Dublin-descriptoren alsmede internationale afspraken, convenanten en diploma erkenningen. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding zorgt op diverse manieren voor aansluiting van het niveau van Bachelor op internationaal geaccepteerde beschrijvingen. Dit gebeurt in de eerste plaats door de eindkwalificaties te vergelijken met de Dublin-decriptoren. De opleiding is echter actief betrokken bij het landelijk initiatief om de Dublin-descriptoren mee te nemen in het onderzoek naar het niveau van de landelijke eindkwalificaties, het doel is om de internationale oriëntatie vorm te geven en hiermee tot een betere internationale vergelijking te komen. Tevens zorgt de opleiding voor internationale vergelijking van het niveau door te zorgen voor buitenlandse accreditaties, diploma erkenningen maar ook internationale afstemming in landelijk en Europees verband. Via evaluaties blijkt dat de opleiding het niveau van studenten en de aansluiting op het beroepenveld nauwlettend in de gaten houdt, zowel landelijk als internationaal in de landen waar het diploma is erkend. In geval van tekortkomingen worden aanpassingen doorgevoerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 12
Facet 1.3. Oriëntatie hbo Criteria Het facet ‘oriëntatie hbo’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn de eindkwalificaties van de opleiding mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties? • Sluiten de eindkwalificaties van de opleiding aan bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in het relevante beroepenveld waarvoor de betreffende opleiding vereist of dienstig is? Bevindingen De eindkwalificaties van de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede zijn gebaseerd op het landelijk afgesproken beroepsprofiel van de KNGF (Zie ook facet 1.1). Dit beroepsprofiel is in 1997 afgesproken en de opleiding heeft tussentijds op verschillende wijzen zorg gedragen voor een blijvende afstemming op de eisen uit het beroepenveld. De afstemming vindt op de volgende wijzen plaats: • Landelijke borging: binnen SROF en samen met KNGF. • Regionale borging: externe audit (1997-2001), beroepenveld stage evaluatie (1997-2001), nieuwe BVC (2004). • Alumni-enquête (HBO-monitor) en het niveauonderzoek Fysiotherapie (met NQA) ten aanzien van het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar. • Internationale afstemming door stageonderzoeken, lectoraat en samenwerkingsverbanden (zie 1.1). In de actualisatie van het beroepsprofiel in het kader van de SROF wordt de beroepsgroep intensief betrokken. Tevens wordt in het niveauonderzoek gekeken naar de aansluiting van de opleiding op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Dit onderzoek vindt plaats onder alumni en het beroepenveld. (Zie ook facet 1.2) Binnen de opleiding is een MT-lid verantwoordelijk voor de landelijke afstemming in SROF-verband. De CAC is verantwoordelijk voor het continu afstemmen op ontwikkelingen in het beroepenveld en heeft als taak deze afstemming te bewaken en met voorstellen tot verbetering te komen. Binnen het beroepsdomein alsmede binnen de HBO-kwalificaties krijgen het evidence based handelen en de wetenschappelijk oriëntatie specifieke aandacht. De opleiding heeft evidence-based handelen inmiddels als vast onderdeel in het programma opgenomen en deze benadering komt door de hele opleiding terug. Door de kenniskring en het lectoraat “Fysiotherapie en Paramedische Beroepen” zorgt de opleiding voor een verdere inbedding van wetenschapsoriëntatie in het HBO-curriculum, aansluitend bij de ontwikkelingen in het beroepenveld. Saxion heeft de keuze gemaakt het lectoraat bij de Academies te plaatsen zodat het concreet en aantoonbaar invloed heeft op de wetenschappelijke oriëntatie van de opleiding. Zo is het nu voor studenten mogelijk om toepassingsgericht onderzoek uit te voeren en is er een minor research ontwikkeld. Het doel van deze minor is om door te kunnen stromen naar mastertrajecten in het WO. De opleiding is in samenwerking met de universiteit Twente bezig met het ontwikkelen van een MSc Fysiotherapie waar studenten met een minor Research in moeten kunnen stromen. De opleiding heeft tevens samenwerking opgezet met diverse opleidingsziekenhuizen, onder andere Medisch Spectrum en het Twenteborg ziekenhuis in Almelo. De opleiding is een samenwerking begonnen om te komen tot een Medical School Twente waarin de Technische Universiteit, UMC-Groningen en Saxion samenwerken. Er is inmiddels een position paper geschreven door de samenwerkende partijen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 13
De internationale afstemming op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar wordt vorm gegeven door afstemming in het ENPHE, stagebezoeken in onder andere Duitsland, Noorwegen en Ierland, afstemming met buitenlandse beroepenverenigingen en uitwisseling van kennis met het internationale beroepenveld via het lectoraat. Belangrijke vernieuwingen van het curriculum als Medical Training therapy en Intensive Care zijn voorbeelden van aanpassingen aan het internationale beroepenveld. Tevens is in het programma in de propede utische fase een project opgenomen dat een oriëntatie geeft op de wet- en regelgeving uit het land van de student. Uit de evaluaties die de opleiding uitvoert blijkt dat de aansluiting op de arbeidsmarkt als goed wordt ervaren. Uit de alumni-enquête 2003 blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting tussen opleiding en huidige functie (88%). De voorbereiding op de arbeidsmarkt wordt door 79% als voldoende ervaren. Ook uit andere evaluaties blijkt dat de aansluiting als goed wordt beschouwd. Zo heeft in de periode 20012004 een voorloper van de huidige beroepenveldcommissie een actieve bijdrage geleverd aan het opzetten en evalueren van het curriculum op de arbeidsmarkt. De conclusies van deze commissie waren positief voor wat betreft de beroepsgerichtheid en komt tot de conclusie dat de opleiding Fysiotherapie in Enschede opleidt tot een moderne fysiotherapeut. Kritiek had de commissie op de beheersing van basisvaardigheden en inbedding in wetenschappelijk denken. Het skillslab is opgezet om tegemoet te komen aan het eerste punt. Via het lectoraat wordt inmiddels meer aandacht besteed aan wetenschappelijk oriëntatie in het curriculum. Zo is er in jaar 1 en 2 een module geplaatst met aandacht voor wetenschappelijke oriëntatie en is er een minor research ontwikkeld. Tot slot wordt er op dit moment een extern onderzoek uitgevoerd ‘niveau onderzoek Fysiotherapie bij alumni en werkgevers’ om tot een beter inzicht te komen in het niveau van de alumni van de opleidingen Fysiotherapie. Dit in het kader van de actualisatie van het beroepsprofiel in het kader van de SROF. De beroepsgroep wordt hier intensief bij betrokken (Zie ook facet 1.2). De conclusies van dit onderzoek zijn positief voor wat betreft het niveau van de opleiding. Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport en de beschrijving van het curriculum. Tevens is inzicht gekregen in de samenwerkingsverbanden die de opleiding is aangegaan, zoals met de UT, de ziekenhuizen en met de Fachhochschule Munster, en heeft het auditteam het positionpaper voor de Medical School Twente ingezien. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De eindkwalificaties van de opleiding zijn afgeleid van het landelijk vastgestelde beroepsprofiel dat in samenwerking met het beroepenveld is opgesteld. In landelijk verband wordt momenteel gewerkt aan betere aansluiting op het beroep qua inhoud en qua niveau waarbij de internationale oriëntatie extra aandacht krijgt (zie ook facet 1.1 en 1.2). De opleiding participeert actief in deze projecten en draagt tevens zorg voor eigen afstemming op de arbeidsmarkt door de eigen beroepenveldcommissie. Via samenwerking met diverse partijen zorgt de opleiding voor inbedding van de opleiding in de regio en internationaal. Het auditteam heeft het positionpaper van de Twente Medical School beoordeeld en vindt de voorstellen veelbelovend voor de versterking van het hoger gezondheidszorgonderwijs in de regio Twente. Ook de wijze waarop de opleiding er zorg voor draagt dat de opleiding aansluit bij de internationale beroepspraktijk vindt het auditteam goed. De opleiding leidt niet alleen op voor de Nederlandse arbeidsmarkt, maar biedt tevens direct toegang tot buitenlandse arbeidsmarkten. Het auditteam heeft de samenwerking die de opleiding is aangegaan met Fachhochschule Osnabrück en Münster om te komen tot een binationale master fysiotherapy beoordeeld en vindt dat deze ontwikkeling bijdraagt aan de internationale ontwikkelingen in het beroep.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 14
SAMENVATTEND OORDEEL “DOELSTELLINGEN OPLEIDING”: VOLDOENDE Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Doelstelling Opleiding voor de Fysiotherapie opleiding om de volgende redenen: • De afstemming van de eindkwalificaties op de wensen van het beroepenveld gebeurt op regionaal, landelijk en op internationaal niveau via commissies en samenwerking met buitenlandse instituten. • De opleiding zorgt op diverse manieren voor aansluiting van het niveau van Bachelor op internationaal geaccepteerde beschrijvingen. Dit gebeurt door de eindkwalificaties te vergelijken met de Dublindescriptoren maar ook zorgt de opleiding voor internationale niveau vergelijking door buitenlandse accreditaties, diploma erkenningen maar ook internationale afstemming in landelijk en Europees verband. • De eindkwalificaties van de opleiding zijn afgeleid van het landelijk afgesproken beroepsprofiel en competenties. Op dit moment wordt in landelijk overleg verder gewerkt aan betere aansluiting op het beroep qua inhoud en qua niveau. De opleiding participeert actief in deze projecten en draagt tevens zorg voor eigen afstemming op het beroepenveld door de eigen beroepenveldcommissie. Via samenwerking met diverse partijen zorgt de opleiding voor inbedding van de opleiding in de regio en internationaal. • De internationale oriëntatie is een bijzonder kwaliteitskenmerk van de opleiding. De opleiding heeft de internationale oriëntatie al jaren als belangrijk speerpunt gedefinieerd en wil daarmee bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het vakgebied en de opleiding. De opleiding is al jaren succesvol bezig met het opbouwen van een internationaal netwerk. Via vele intensieve samenwerkingsverbanden met buitenlandse onderwijsinstellingen zorgt de opleiding voor aansluiting bij internationale ontwikkelingen en buitenlandse stages voor studenten. Door de afstemming op het buitenlandse beroepenveld biedt het diploma van de opleiding Fysiotherapie in Enschede toegang tot enkele buitenlandse arbeidsmarkten. Deze internationale diploma-erkenning heeft onder andere geleid tot een grote instroom van buitenlandse studenten. Via het lectoraat wordt aangesloten bij internationale wetenschappelijke ontwikkelingen in het vakgebied. Daarnaast participeert de opleiding in de internationale ontwikkeling van het beroep en de opleiding Fysiotherapie door samen met Duitse instellingen te komen tot een binationale master Fysiotherapie. Conform de “Beslisregels Accreditatie”, zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel alle facetten van het onderwerp “Doelstellinge n Opleiding” als goed. Dit rechtvaardigt (zie § 1.2.2. onder D en E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie goed als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 15
Onderwerp 2: Programma Dit onderwerp kent acht facetten: 1.eisen hbo; 2. relatie tussen doelstellingen en inhoud; 3. samenhang programma; 4. studielast; 5. instroom; 6. duur; 7. afstemming tussen vormgeving en inhoud; 8. beoordeling en toetsing.
Facet 2.1. Eisen hbo Criteria Het facet ‘eisen HBO’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontwikkeld studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek? • Heeft het programma aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline? • Waarborgt het programma de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft het aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk? Bevindingen Beroepsgerichtheid, actualiteit, internationale oriëntatie en wetenschappelijk oriëntatie zijn belangrijke beleidsthema’s voor de opleiding Fysiotherapie. Om het programma inhoudelijk aan te laten sluiten bij de ontwikkelingen in het (internationale) beroepenveld investeert de opleiding in het jaarlijks bijstellen van de thema’s die de inhoudelijke basis vormen van het curriculum (zie onderwerp 1). De continue beroepsgerichtheid van het curriculum krijgt structuur door de opzet van het curriculum in thema’s. Deze onderwijsthema’s zijn direct ontleend aan hetgeen in het beroep belangrijk en actueel is. De onderwijsthema’s zijn flexibel in te zetten: ze zijn vervangbaar, te vergroten of te verkleinen, afhankelijk van de analyse van de (internationale) beroepsmatige ontwikkelingen. De (internationale) beroepsgerichtheid wordt ook gewaarborgd doordat in elk leerjaar (internationale) beroepsrelevante stages zijn ingebouwd en door gebruik te maken van gastdocenten uit de beroepspraktijk. De actualiteit wordt gewaarborgd, naast het hierboven genoemde, door: • dat docenten en themacoördinatoren recente literatuur bijhouden; • dat de opleiding gebruik maakt van (internationale) gastdocenten; • dat recente literatuur gebruikt wordt in de reader van elk kwartiel; readers worden jaarlijks bijgesteld; • een actuele boekenlijst te waarborgen; de boekenlijst wordt jaarlijkse bijgesteld; • studenten voor de informatievragen gebruik te laten maken van de moderne informatiedragers, zoals het internet en medische online documentatiesystemen; studenten worden hiertoe getraind in informatievaardigheden; • Om bij te dragen aan het internationale karakter van de opleiding is een belangrijk deel van de literatuur buitenlandstalig. Dit zorgt voor aansluiting bij de internationale beroepspraktijk. Ongeveer 30% van de literatuur is buitenlandstalig (voornamelijk Engelstalig.); • de studenten zich te laten abonneren op, en gebruik te laten maken van, het beroepstijdschrift (Fysiopraxis, een Nederlands tijdschrift voor Fysiotherapie). Daarnaast komen studenten in elk cluster (combinatie van kwartielen) in aanraking met de beroepspraktijk door middel van een stage. De buitenschoolse activiteiten zijn belangrijk voor de opleiding en evenals de concentrische opbouw van het binnenschoolse curriculum is het buitenschoolse curriculum concentrisch opgebouwd. Naarmate de student vordert zal hij/zij verdergaand kennismaken met de beroepspraktijk door middel van een (internationale) stage.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 16
De eerste stages zijn “snuffelstages”, daarna komt een oriënterende stage en vervolgens de (internationale) beroepsvoorbereidende stage. De stages hebben ook een duidelijk internationaal karakter. Om bij te dragen aan de bijzondere kwaliteit van de opleiding Fysiotherapie van Enschede voert de opleiding een actief beleid om studenten in het buitenland studie en werkervaring op te laten doen. Het percentage studenten dat een periode in het buitenland stage loopt is 100% voor de internationale studenten en ongeveer 20% (en continu groeiend) voor de Nederlandse studenten. De aansluiting van de opleiding op de actuele (internationale) beroepspraktijk en het ontwikkelen van vaardigheden wordt door de opleiding op diverse wijzen geëvalueerd. Na de vernieuwing van de opleiding heeft de opleiding een externe audit laten uitvoeren door mensen uit het beroepenveld, die per kwartiel de beroepsgerichtheid van de opleiding zijn nagegaan. In 2004 is deze externe audit afgerond en over gegaan in de beroepenveldcommissie. Daarnaast worden er regelmatig evaluaties gehouden onder studenten, alumni, stage- en afstudeerbedrijven (nationaal en internationaal) en (internationale) beroepsorganisaties. Vanaf 2004/2005 zal de mondelinge evaluatie van de stageadressen worden vervangen door een schriftelijke enquête (zie facet 5.2). De internationale oriëntatie wordt nog eens versterkt zichtbaar bijvoorbeeld doordat 30% van de literatuur (boekenlijst en readers) Engelstalig is, maar ook via de Engelstalige en Duitstalige afstudeertrajecten. Uit de evaluaties onder studenten en alumni komt een positief beeld naar voren. Onder de stagebegeleiders is een mondelinge evaluatie gehouden waaruit naar voren komt dat de breedte en de aansluiting op de (internationale) arbeidsmarkt van de opleiding als goed worden ervaren. Minder scoorde de basiskennis van fysiotherapeutische vaardigheden, actualiteit en wetenschappelijke toepassing. De opleiding is hierin tegemoet gekomen door het Skills-lab te introduceren om het niveau van stagiaires met betrekking tot het beroepsmatig handelen te verbeteren(zie ook onderwerp 1). Voor de propedeuse is een programma ontwikkeld waarbij derdejaars studenten bij eerstejaars basale fysiotherapeutische vaardigheden trainen en afvinken. Op basis van een eerste evaluatie is deze lijn geïmplementeerd in de propedeuse en is gestart met een pilot in de hoofdfase. De opleiding bleek na een eerdere externe audit nog te weinig gericht te zijn op toegepast onderzoek, terwijl dit juist binnen Fysiotherapie als belangrijke ontwikkeling werd gezien, met evidence-based medicine als voorbeeld. Om aan dit kritiekpunt tegemoet te komen is aan de opleiding een lectoraat gekoppeld om aan beroepsgericht onderzoek meer inhoud te geven. Vanuit het werkveld bleek al behoefte te zijn aan kennis op het gebied van bedrijfsFysiotherapie zodat de opleiding kleinschalig is begonnen met het lectoraat. In een later stadium is daar de SKO-subsidie bijgekomen. Bij de volgende SKO-aanvraag wil de kenniskring meer subsidie aanvragen om als kenniskring verder te kunnen groeien. De doelstelling van het lectoraat is om beroepsgericht onderzoek uit te voeren en tevens studenten met onderzoek in aanraking te laten komen in de opleiding en bij te dragen aan de kwaliteit van de opleiding als geheel. Het lectoraat is ingebed in de opleiding, onder andere doordat de lector voorzitter is van de curriculum advies commissie (CAC) en doordat mensen in de kenniskring ook een rol in het onderwijs hebben. Met deze inbedding en de kleinschalige start is het mogelijk gebleken om de link met het onderwijs direct te kunnen leggen. Op bachelor niveau krijgen alle studenten met passieve wetenschappelijke competenties te maken, er is bijvoorbeeld in het eerste jaar een inleidend vak “Diagnostiek en Wetenschappelijk onderzoek”. In het 2e studiejaar wordt een module ‘research’ (epidemiologie) aangeboden, waardoor ook alle 2e-jaars studenten in aanraking komen met wetenschappelijke competenties en met de activiteiten van het lectoraat. Aan studenten die een actieve beheersing van wetenschapsbeoefening ambiëren, wordt een speciaal onderwijstraject vanuit het lectoraat aangeboden. Het gaat hier om 10 à 15 studenten per jaar die via dit traject hun onderzoeksvaardigheden ontwikkelen. Sinds het studiejaar 2004-2005 heeft dit traject de status van een ‘zware’ minor (45 credits).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 17
In de vrije ruimte heeft de opleiding nu een module wetenschap en er is een minor research ontwikkeld voor studenten die later een MSc willen doen. In totaal zijn inmiddels 8 studenten betrokken geweest bij onderzoek van het lectoraat. Om het lectoraat naar buiten toe meer vorm te geven is een kenniscentrum opgezet rondom het lectoraat. Inmiddels komen vanuit grotere organisaties vragen binnen. Daarnaast is het lectoraat betrokken bij de samenwerking met de UT Twente om te komen tot een MSc in de Fysiotherapie. Ook draagt het lectoraat bij aan de internationale ontwikkeling van het vakgebied, en dus tot het bijzonder kwaliteitskenmerk van de opleiding. Ten eerste door uitwisseling van kennis met het internationale beroepenveld, bijvoorbeeld door lezingen op internationale congressen en samenwerking met de Haceteppe University in Ankara. Ten tweede door in samenwerking met de Fachhochschule van Münster en Osnabrück te komen tot een binationale Master of fysiotherapy. Het SKO heeft in 2005 een evaluatie van lectoren en kenniskringen uitgevoerd en het lectoraat van Fysiotherapie komt daar positief uit. Volgens het SKO vervult het lectoraat bij Fysiotherapie in Enschede in menig opzicht een voorbeeld functie. Het lectoraat is naar het oordeel van het SKO zeer productief, goed ingebed in het onderwijs met een inhoudelijk sterke lector en een gedreven kenniskring. Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport en de beschrijving van het curriculum. Inzicht is gegeven in de lijst met gastdocenten, literatuur en themaonderwerpen. Enkele module nbeschrijvingen zijn ingezien. Tevens is inzicht gekregen in het lectoraat, de projecten die het heeft uitgevoerd en is ingezien hoe onderzoek uitgevoerd door het lectoraat invloed heeft op het curriculum. De onderzoeksmodule die opgezet is, is ingezien. Daarnaast zijn de samenwerkingsverbanden die de opleiding is aangegaan ingezien, zoals met de UT, de ziekenhuizen en met de Fachhochschule Munster en Osnabrück. Tevens is het tussenrapport van het SKO ingezien aangaande de evaluatie van lectoren en kenniskringen. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding maakt gebruik van actuele thema’s in het onderwijs en legt daarmee verbanden met actuele onderwerpen in de (internationale) beroepspraktijk, bijvoorbeeld op het gebied van evidence based medicine. In de curriculumbeschrijving heeft het auditteam kunnen constateren dat het curriculum bestaat uit actuele beroepsgerichte thema’s. De opleiding zorgt voor interactie met de actuele (internationale) beroepspraktijk via actuele thema’s en (internationale) stages, inzet van gastdocenten en gebruik van actuele literatuur. Door deze focus op de internationale beroepspraktijk en het competentiegerichte programma gebaseerd op de landelijke eindkwalificaties, aangescherpt met internationale kwalificaties, zorgt de opleiding voor de ontwikkeling van beroepsvaardigheden die aansluiten op de beroepspraktijk, zowel nationaal als internationaal. Het auditteam is zeer te spreken over het lectoraat en de wijze waarop deze ingebed is in de opleiding. Het is uniek hoe het lectoraat zich binnen het onderwijs profileert en direct invloed heeft op de opleiding. Het lectoraat heeft een duidelijke kennisfunctie in de markt en betrekt de opleiding en studenten daar actief bij en zorgt op die manier voor interactie met toegepast onderzoek. Naar het oordeel van het auditteam zorgt de opleiding voor een substantieel internationaal perspectief in de kennisontwikkeling van studenten. De opleiding focust expliciet op internationale ontwikkelingen in het vakgebied en draagt daar onder andere via het lectoraat ook duidelijk aan bij. Tot slot wordt de aansluiting van de opleiding op het (internationale) beroepenveld op diverse wijze geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 18
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Criteria Het facet ‘relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Is het programma een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen? • Zijn de eindkwalificaties adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma? • Biedt de inhoud van het programma studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken? Bevindingen De eindkwalificaties van de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede zijn afgeleid van het beroepsprofiel dat landelijk is vastgelegd door de KNGF (zie facet 1.1). De eindkwalificaties van het beroepsprofiel zijn door de opleiding in 10 taakgebieden verdeeld. Deze taakgebieden vormen de kern van de opleiding Fysiotherapie zodat de domeinspecifieke eisen waarvan sprake is in het beroepsprofiel, en waaraan volgens de wet moet worden voldaan, in de opleiding allemaal terug komen zoals het auditteam heeft kunnen vaststellen. Daarnaast zijn de eindkwalificaties aangevuld met internationaal belangrijke kwalificaties die ingepast zijn in de opleiding. De opleiding heeft vervolgens de taakgebieden geconcretiseerd naar 5 verschillende niveaus. Deze niveaus komen overeen met de clusters die de kern van de opleiding vormen. Clusters bestaan uit een aantal kwartielen van de opleiding en in elk cluster komen alle 10 taakgebieden terug, zij het op steeds hoger niveau. De opleiding is dus concentrisch opgebouwd rondom de 10 taakgebieden en geconcretiseerd naar de volgende niveaus: Niveau 1e niveau 2e niveau
Kwartielen 1 2–4
Cluster 1 2
3e niveau 4e niveau 5e niveau
5–8 9 – 14 15 – 16
3 4 5
Per cluster heeft de opleiding vervolgens vastgesteld wat de leerdoelen zijn. Vervolgens zijn vanuit de clusterdoelen de kwartieldoelen vastgesteld. Vanuit de kwartieldoelen zijn de themadoelen vastgesteld en ten slotte zijn de themadoelen geconcretiseerd in leerdoelen voor de verschillende onderwijseenheden. Door deze heldere opbouw is duidelijk te zien dat de opleiding alle eindkwalificaties in het programma verwerkt heeft. In het perspectief van de internationale oriëntatie laat de relatie tussen doelstellingen en programmainhoud zich samenvatten op dezelfde wijze als hierboven is aangegeven. Omdat de themata en de te verwerven competenties binnen de Engelstalige en Duitstalige opleiding nagenoeg gelijk zijn aan die van de Nederlandstalige opleiding. Niettemin kennen de onderscheiden themata (via gebruikmaking van de buitenlandse vakliteratuur) een eigen, op de internationale eisen gerichte inkleuring. Dit nog nader wordt verdiept via de buitenlandse stages. Meer in het algemeen geldt, dat in de propedeuse een project wordt aangeboden gericht op het verkrijgen van inzicht in de verschillen tussen de gezondheidszorgsystemen in andere landen. Bovendien heeft elke student de mogelijkheid via zijn PEP (Persoonlijk Educatieplan), zijn individuele competenties in internationaal perspectief te ontwikkelen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 19
(Bijvoorbeeld: cursus ‘therapy master’ voor Noorse studenten of practica ‘Lymfe Drainage en ‘Bade Therapie’ (hydrotherapie) voor Duitse studenten. Binnen de opleiding Fysiotherapie is het Themacoördinatorenoverleg (TCO) verantwoordelijk voor de vertaling van de eindkwalificaties naar de leerdoelen op verschillende niveaus van de opleiding. De opleiding evalueert deze vertaling naar leerdoelen onder de studenten door middel van de kwartiel enquêtes. In de kwartielenquêtes gaven studenten in 2000 aan het onduidelijk te vinden welke kennis men voor de theorietoetsen moest kennen, onder andere door niet voldoende duidelijke leerdoelen. De opleiding heeft dit punt aangepakt door in het onderwijsmateriaal alle taken te evalueren en zonodig aan te passen op helderheid en eenduidigheid ten aanzien van de kennis die nodig is om de leerdoelen te bereiken. Tevens heeft de opleiding het toetsbeleid aangepast, door meer aandacht aan de toetskwaliteit te besteden en het verstrekken van toetsvoorbeelden. Uit de laatste kwartielenquêtes komt naar voren dat het probleem van toetsing inmiddels voor een groot gedeelte is opgelost. (Zie verder ook facet 2.8, toetsbeleid). De leerdoelen worden door studenten echter nog niet in alle gevallen als duidelijk ervaren. Bij de introductie van het nieuwe profiel in 2005-2006, waarmee de opleiding inmiddels al begonnen is, is dezelfde vertaling naar niveaus en leerdoelen gehanteerd als boven aangegeven. Het werkveld en de studenten worden, meer dan destijds, betrokken bij de vertaling van competenties naar niveaus tot uiteindelijk de prestatie-indicatoren.
Oordeel: Voldoende Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit heeft het auditteam een beeld gekregen van de vertaling naar leerdoelen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport, de beschrijving van het curriculum als geheel en enkele modulebeschrijvingen. Bovendien heeft het auditteam inzage gehad in de uitkomsten van (kwaliteits)enquêtes. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding heeft het beroepsprofiel en eindkwalificaties helder geconcretiseerd naar niveau en domeinspecifieke eisen. De opleiding hanteert een heldere procedure om van het beroepsprofiel te komen tot een niveau beschrijving en definiëring van de leerdoelen. Voor elk studieonderdeel zijn de leerdoelen vastgesteld. Ondanks het feit dat er nog kritiek is, blijkt dat studenten over het algemeen positief oordelen over de helderheid van de leerdoelen. Door de heldere wijze waarop de opleiding het beroepsprofiel en de eindtermen naar module leerdoelen heeft vertaald, is duidelijk te zien dat de opleiding alle eindtermen bevat en daarmee de student de mogelijkheid biedt om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 20
Facet 2.3. Samenhang programma Criterium Het facet ‘samenhang programma’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het studieprogramma inhoudelijk samenhangend? Bevindingen De inhoudelijke samenhang van de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede komt tot als volgt tot uitdrukking: • binnen de diverse programmaonderdelen zelf (doordat ze geïntegreerd zijn opgezet); • tussen de verschillende programmaonderdelen (zowel opeenvolgende onderdelen als onderdelen die parallel worden aangeboden); • tussen de binnenschoolse en buitenschoolse onderdelen en tussen theorie en praktijk. Het curriculum van de opleiding Fysiotherapie is afgeleid van de eindtermen afgesproken in landelijk verband en opgezet rondom de tien taakgebieden (zie facet 1.1). Het curriculum is concentrisch opgebouwd, wat wil zeggen dat in elk cluster van kwartielen en elke stageperiode alle taakgebieden aan bod komen, maar steeds op een hoger niveau. In elk opeenvolgend cluster wordt voortgebouwd op de inhoud van het vorige cluster. Doelen van stage en van het cluster zijn op elkaar afgestemd. In onderstaande tabel is de samenhang kort weergegeven. Cluster Kwartiel 1 Kwartiel 2 – 4
Inhoud cluster Oriëntatie op opleiding en beroep Analyse en interventie (Algemeen)
Stage Snuffelstage Snuffelstage
Kwartiel 5 – 8 Kwartiel 9 – 13 Kwartiel 15 – 16
Analyse en interventie (Specifiek) Fysiotherapie en werkveld De professionele fysiotherapeut
Oriënterende stage Beroepsvoorbereidende stage
Naast de concentrische opbouw zorgt de opleiding op de volgende wijzen voor een samenhang in het binnenschoolse curriculum: • • •
Hanteren van inhoudelijke rode draden rondom het methodisch handelen van de fysiotherapeut, beroepsinhoudelijke richtlijnen en modellen, en de meest voorkomende aandoeningen. Gebruik van de groeilijn simulatiepatiënten. Gebruik van het portfolio.
Een adequate opbouw en samenhang in de stage wordt, naast hetgeen hierboven al beschreven is, als volgt gerealiseerd: • In elke stageperiode worden in een zelfde stramien doelen geformuleerd, opdrachten beschreven, beroepsproducten benoemd, gewenste begeleiding verwoord en beoordeling vastgelegd (zie stagehandleiding). • Om de opbouw en samenhang van de stages te verduidelijken wordt door de werkveldcommissie voorlichting gegeven over het buitenschools leren. • Om de opbouw in de stage in kwalitatieve zin te benutten wordt de volgende taakverdeling ten aanzien van de stagebegeleiding gemaakt: o De werkveldcommissie begeleidt het stageadres. o Beroepsinhoudelijke richtlijnen en modellen koppelen aan de methodische lijn. o De studiecoach begeleidt de student (stagiaire) vanuit de opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 21
De afstemming tussen binnen- en buitenschools programma is belangrijk. Deze afstemming wordt vormgegeven door: • Het binnen- en buitenschools programma af te leiden van de doelen zoals die voor het cluster (van kwartielen) gelden. • De opdrachten zoals die voor de stage zijn gemaakt af te leiden van de opdrachten zoals die in het binnenschools onderwijsprogramma worden gebruikt. Het gaat om het toepassen van het reeds geleerde in de reële beroepspraktijk. • Door de stage-ervaringen terug te laten komen in het PGO en in de studieloopbaanbegeleiding. De opleiding Fysiotherapie heeft het Themacoördinatorenoverleg (TCO) de verantwoordelijkheid gegeven om de samenhang in het curriculum te bewaken en zonodig te verbeteren. De werkveldcoördinator is verantwoordelijk voor de organisatie van de stages en is lid van de werkveldcommissie. Deze werkveldcommissie onderhoudt contacten met de stageadressen, organiseert regionale stagebegeleidersbijeenkomsten, geeft een werkveldbulletin uit, voert een cursus voor stagebegeleiders uit en organiseert jaarlijks een conferentie voor buitenlandse stagebegeleiders. De samenhang van de opleiding wordt regelmatig geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. De evaluatie vindt plaats aan de hand van Saxion brede enquêtes (tweejaarlijks) en binnen de opleiding door gesprekken met studentenpanels en kwartielenquêtes. De studentenenquêtes geven aan dat gemiddeld 80% van de studenten per studiejaar aangeeft de samenhang in het studieprogramma voldoende te vinden (Enquêtes uit 2000, 2002, en 2004). Slechts de ouderejaars in 2002 hebben aangegeven in onvoldoende mate tevreden te zijn met de samenhang, 67% van de studenten vond de samenhang toen voldoende (norm is 70%). De opleiding heeft naar aanleiding van een kwartielevaluatie in 2002 maatregelen genomen. Uit deze evaluatie kwam naar voren dat de problemen vooral met de studeerbaarheid samenhingen (zie facet 2.4). De genomen maatregelen hebben echter ook de problemen in de samenhang verholpen, in 2004 vond 79% van de ouderejaars de samenhang voldoende. De samenhang van de opleiding wordt ook nagegaan in de alumni-enquête die tweejaarlijks wordt georganiseerd. Uit de Saxion alumni-enquête van 2003 blijkt, dat de alumni de samenhang positief waarderen. Oordeel: Voldoende Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport en de beschrijving van het curriculum. Enkele module beschrijvingen zijn ingezien om een beeld te krijgen van de vertaling naar leerdoelen. Tevens is gekeken naar portfolio’s die studenten bijhouden. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding heeft het curriculum helder vormgegeven rondom taakgebieden. Daarnaast heeft de opleiding op meerdere wijzen gezorgd voor samenhang tussen de verschillende clusters en jaren door een aantal duidelijke leerlijnen door de jaren heen. Er is duidelijk nagedacht over de samenhang met het buitenschools curriculum dat aansluit op wat er binnenschools wordt gedaan. De invoering van de stationsexamens (praktijktoetsen met duidelijke criteria die vooraf worden gegaan door “afvink-practica”) spelen hierbij een belangrijke rol. Ook de invoering van reflectieverslagen en een persoonlijk door de student beheerd portfolio dragen in belangrijke mate bij aan de samenhang tussen het binnen- en buitenschools leren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 22
De opleiding evalueert de samenhang regelmatig bij de studenten, maar ook intern. De samenhang wordt door de studenten als goed ervaren en de norm die de opleiding stelt (70% voldoende oordeel) wordt ruimschoots gehaald. Ondanks dit positieve oordeel is het auditteam van mening dat het programma soms nog wat fragmentarisch is opgebouwd rondom de thema’s zodat de doorlopende leerlijnen niet in alle gevallen even helder zijn. Voor minder goede studenten zou dit in versterkte mate kunnen gelden. Het beter expliciteren van de leerlijnen zou dit probleem kunnen verhelpen. Naar het oordeel van het auditteam zou deze aanpassing wellicht ook een oplossing zijn voor de niet in alle gevallen als helder ervaren leerdoelen. (Zie facet 2.2).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 23
Facet 2.4. Studielast Criterium Het facet ‘studielast’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het programma studeerbaar doordat studievoortgang belemmerende factoren zoveel mogelijk worden weggenomen? Bevindingen Om de studeerbaarheid van de opleiding Fysiotherapie te waarborgen neemt de opleiding een aantal maatregelen. Bij de constructie van het onderwijs is gekeken naar een goede spreiding van de inhoud in relatie tot studiebelasting (zie curriculumoverzicht). Twee aspecten van de opzet van het curriculum zijn hierbij van prominent belang, ten eerste de opzet van het onderwijs en ten tweede het toetsbeleid. De studiebelasting per kwartiel ligt vast en de studiebelastingsuren zijn gekoppeld aan de thema’s die per kwartiel worden behandeld. Door de structurering van de onderwijsdoelen liggen de onderwijsactiviteiten per kwartiel procentueel vast. De opleiding heeft voor elke onderwijsactiviteit vastgesteld wat de contacttijd en de zelfstudietijd is. Tevens is vastgesteld hoeveel tijd de bestudering van het studiemateriaal kost. Op deze wijze is het overgrote deel van de studietijd vastgesteld en heeft de opleiding voor elk programmaonderdeel de studiebelasting vastgesteld. Met deze gegevens zorgt de opleiding voor een evenwichtige spreiding van de studielast. Naast een evenwichtige spreiding van de studiebelastingsuren zorgt de opleiding ook voor een evenwichtige spreiding van de toetsing. Om de studeerbaarheid te verhogen neemt de opleiding de volgende maatregelen: • Een evenwichtige spreiding van de proces- en producttoetsing. • Geen versnippering van de toetsen en toetsmomenten. • Snelle terugkoppeling van de toetsresultaten, binnen 10 werkdagen. • Twee toetsmomenten per jaar per onderwijseenheid. • Ondersteuning van studenten door o College met uitleg over de toetsing; o Schriftelijke uitleg over de toetsing; o Voorbeeldtoetsen en voorbeeldopdrachten; o Inzage achteraf en feedback op de toetsing van de docenten. De studeerbaarheid van de opleiding wordt jaarlijks geëvalueerd en indien nodig bijgesteld. De evaluatie vindt plaats aan de hand van Saxion brede enquêtes en binnen de opleiding door gesprekken met studentenpanels. Uit de evaluaties komt naar voren dat de studenten de studielast als ‘kloppend’ ervaren, de Saxion studentenenquêtes van 2000 en 2002 geven aan de 74% - 87% van de studenten van de verschillende studiejaren dit als voldoende ziet. De positieve evaluatie geldt voornamelijk voor de spreiding van de onderwijsactiviteiten. Ouderejaars studenten bleken in de studentenenquêtes van 2002 en 2004 minder te spreken over de spreiding van de toetsing, slechts 51% - 61% voldoende (norm is 70%). Aan de hand van de panelgesprekken is de opleiding achter de oorzaak gekomen, een slechte spreiding van de kwartieltoetsen. Deze spreiding is nu aangepast en uit gesprekken die het auditteam heeft gevoerd met studenten en docenten is duidelijk geworden dat de spreiding inderdaad is verbeterd. De kwartieltoetsen 6, 7 en 8 worden echter nog als omvangrijk en complex ervaren. Er wordt op basis van o.a. een werkveldanalyse verder gewerkt aan een oplossing.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 24
Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport en de beschrijving van het curriculum. Er is inzicht gekregen in de verdeling van studiebelasting per studieonderdeel en de wijze waarop de opleiding dit heeft vastgesteld en verdeeld. Evaluaties zijn ingezien en er is gesproken met studenten om hier een beeld over te krijgen. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding heeft bijzonder effectieve instrumenten tot haar beschikking om te zorgen voor een evenwichtige spreiding van de studiebelasting en zij zorgt daarmee voor een goede studeerbaarheid van de opleiding. Uit de evaluaties die de opleiding uitvoert blijkt, dat de studeerbaarheid ook door de studenten als ruim voldoende ervaren wordt. Uit de documentatie blijkt tevens dat de opleiding rekening houdt met de evaluatie-uitkomsten. Verbetermaatregelen worden genomen en blijken effect te hebben op de uitkomst van de evaluaties. Met betrekking tot de studielast constateert het auditteam, dat de opleiding de gehele PDCA-cyclus heeft doorlopen. De verbeteracties zijn beschreven en uitgevoerd. Studenten geven aan, bijzonder tevreden te zijn over de uitgevoerde verbeteringen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 25
Facet 2.5. Instroom Criterium Het facet ‘instroom’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Sluit het programma qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit een toelatingsonderzoek? Bevindingen De opleiding Fysiotherapie past de vooropleidingseisen toe die in de WHW zijn gesteld aan de toelating. Dat betekent dat HAVO/VWO/MBO leerlingen met alle profielen toelaatbaar zijn. Doordat de opleiding een beperkt aantal studenten toelaat (Numerus fixus: 145), wordt er niet afgeweken van de toelatingscriteria. Wel kunnen aanstaande studenten, als ze niet over een (volwaardig) diploma beschikken, deelnemen aan de toelatingsonderzoeken. De opleiding heeft in de afgelopen jaren de fixus verhoogd van 95 nieuwe eerstejaars studenten (in 2000) via 120 (in 2001) naar 145 (vanaf 2002). Dit is gebeurd n.a.v. “Behoefteraming fysiotherapeuten 2002-2005” van het Nivel (in opdracht van het KNGF) en in overleg met de overige leden van het SROF. Om adequaat te kunnen inspelen op de toenemende gedifferentieerdheid in de instroom heeft de opleiding de volgende aanvullende keuzes gemaakt: • In de onderwijsactiviteiten en in het bijzonder in de studieloopbaanbegeleiding van het eerste jaar worden studenten zich bewust van en aangesproken op hun sterke en zwakke punten. Deze variëren per vooropleiding en persoon (zie ook facet 4.2). • Bij studieloopbaanbegeleiding (en overige onderwijsactiviteiten) is er, door middel van een leerstijlentest, expliciet aandacht voor verschillen in leerstijlen en het omgaan daarmee (zie ook facet 4.2). • Een verplichte module biologie in de propedeuse voor diegenen die geen biologie in de vooropleiding hebben doorlopen. • Verplichte Nederlandse les voor Duitse studenten die het Nederlandse programma doorlopen; voor de toetsing maakt de opleiding gebruik van de faciliteiten van DO&S (Dienst onderwijs en Student van Saxion Hogescholen). • Verkorte (individuele) routes voor studenten die vanuit relevante HBO-opleidingen met EVC's 'zij'instromen. Hiervoor is een aparte Procedure Zij-instroom opgezet. Hier wordt 5 à 10 keer per jaar gebruik van gemaakt. Uitgangspunt is de individuele leerroute van een student die zelf aangeeft over welke competenties hij reeds beschikt en hoe dat aantoonbaar gemaakt kan worden. • Per september 2004 starten met een versnelde (3-jarige) opleiding Fysiotherapie voor studenten met een VWO (of vergelijkbare) vooropleiding. Er is geen (specifieke) MBO-opleiding die voorbereidt op Fysiotherapie en daarom is er geen doorlopende leerweg of verkort traject voor MBO-ers. Ter ondersteuning van de instroom voert de opleiding Fysiotherapie een aansluitingsbeleid, dat in samenwerking met de vooropleidingen vorm krijgt. Een van de coördinatoren heeft dit onderwerp als specifiek aandachtspunt en onderhoudt de contacten met het aanleverend onderwijs. Concreet betekent dit: • dat voor a.s. studenten vanuit VWO en HAVO LOB2-modulen en voor alle aanstaande studenten meeloopdagen worden georganiseerd in samenwerking met DO&S • de start van een project in 2004 dat gericht is op het vergroten van de MBO-instroom (projectaanvraag “Life Long Learning”) • doordat de opleiding Fysiotherapie te maken heeft met zeer diverse MBO-vooropleidingen is er geen specifiek overleg met één MBO-opleiding.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 26
De Saxion Hogescholen zijn (o.a. via hun lector Aansluiting) landelijk gezien voortrekker op het gebied van aansluiting op de vooropleiding door onder andere het LICA (Landelijk Informatiecentrum Aansluiting). Daarnaast voert de opleiding een aantal zaken uit om de aansluiting te verbeteren. Dit gebeurt onder andere door evaluatie en bijstelling van de toelatingsregelingen en –onderzoeken, de LOB2-modulen (Loopbaan, oriëntatie en begeleiding) en meeloopdagen. Op basis van deze onderzoeken zijn bijstellingen uitgevoerd. Zo is er een module Biologie die door alle studenten die dit niet hebben gehad in de vooropleiding moet worden gevolgd. Naar aanleiding van de evaluatie in het studiejaar 2003/2004 is deze bijgesteld. Na de laatste evaluatie is de opleiding nu een module Natuurkunde aan het ontwikkelen met de module Biologie als voorbeeld. Studenten die geen natuurkunde hebben gehad in de vooropleiding ondervinden problemen bij het onderdeel fysiotechniek. Tevens is op basis van de ervaringen in 2003/2004 het gebruik van Learning Space aangepast. Naast Learning Space wordt er bij projecten en dergelijke met name ook gebruik gemaakt van Quick Place. Wat betreft Learning Space is er sprake van een geleidelijke afbouw van het gebruik. Het wordt niet meer gebruikt bij de ontwikkeling van nieuwe programmaonderdelen omdat na evaluatie bleek dat het systeem niet gebruikt werd. De sterke internationale oriëntatie van de opleiding betekent dat de opleiding diverse internationale instroomprogramma’s ontwikkelt voor de verschillende instroomgroepen. §
Zo is er een International Programma, een Engelstalig volledig vierjarig programma. Hier hebben inmiddels 500 studenten succesvol aan deelgenomen uit diverse landen als Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Ierland, Rusland, Israël, Filippijnen, Canada, Ghana, Australië en ZuidAfrika. De hogeschool doet een instroom onderzoek voor de studenten die willen instromen in dit programma, studenten moeten hun onderwijsdocumenten laten evalueren en de Engelse taalvaardigheid demonstreren.
Daarnaast heeft de opleiding enkele internationale doorstroomprogramma’s ontwikkeld: §
§
§ §
In 1997 is in Noorwegen de Fysioway variant opgezet in samenwerking met de Bjorknes Privat Skole in Oslo waarbij studenten het eerste jaar in Noorwegen uitvoeren. Inmiddels zijn 120 studenten afgestudeerd; Sinds 2001 is er een samenwerking met de Alte Matthiasschule in Rheine. Duitse studenten doen het eerste jaar in Rheine, in combinatie met Nederlands taalonderwijs. Zij stromen vervolgens in in het tweede jaar van het Nederlandse curriculum in Enschede. Er zitten inmiddels 90 studenten op deze variant; Voor Ierland is men op dit moment ook bezig met het opzetten van een Fysioway variant in samenwerking met Kilmartin Educational Services in Limerick; In samenwerking met Halle zal in 2006 een final-year constructie van start gaan. Duitse MBO geschoolde fysiotherapeuten zullen worden ge-upgrade naar het Bachelor-niveau.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 27
Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport en de beschrijving van het curriculum, het Onderwijs- en Examenreglement is ingezien en er is inzicht verkregen in de samenwerking met het aanleverend onderwijs en het EVC-traject. Tevens is inzage gekregen in alle internationale samenwerkingsverbanden en is inzage gekregen in de internationale studentevaluaties. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding beschikt over een helder instroombeleid dat wordt ondersteund door adequate maatregelen aangaande zij-instroom maar ook aansluiting op het aanleverend onderwijs, zowel nationaal als internationaal. Via speciale modulen en vrijstellingen weet de opleiding in voldoende mate in te spelen op de individuele vraag. De opleiding speelt op deze differentiatie in door verschillende trajecten aan te bieden. Via een EVC-procedure is een verkort individueel traject mogelijk. Door een jaarlijkse evaluatie zorgt de opleiding er voor dat de aansluiting op het aanleverend onderwijs voldoende gewaarborgd blijft. De Nederlandse en internationale studenten zijn te spreken over de aansluiting. Ondanks het feit dat PGO niet aansluit bij het onderwijs zoals de meeste internationale studenten dat kennen is men tevreden over deze aanpak en de aansluiting op het onderwijs.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 28
Facet 2.6. Duur Criterium Het facet ‘duur’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Voldoet de opleiding aan de formele eisen m.b.t. de omvang van het opleidingsprogramma van 240 ECTS-studiepunten? Bevindingen De bacheloropleiding Fysiotherapie van Saxion Hogeschool Enschede bestaat uit de in de WHW vastgelegde opleidingsduur van 240 ECTS. Deze opleidingsduur geldt voor de reguliere, de versnelde en de internationale opleiding die de opleiding Fysiotherapie aanbiedt. In 2004 is de opleiding Fysiotherapie gestart met een versnelde opleiding voor studenten met een VWO-vooropleiding. Deze versnelde opleiding duurt 3 jaar, wat neerkomt op 80 studiepunten per jaar. Door de achtergrond van de studenten is gebleken dat zij dit programma aan kunnen. Studenten kunnen op basis van vooropleiding of ervaring vrijstelling aanvragen voor tentamens. Internationale oriëntatie International Programme (4-jarig voltijdprogramma): 240 ECTS; Rheine Programma (1-jarig doorstroomprogramma): 60 ECTS en 3-jarig vervolg te Enschede van 180 ECTS; Fysioway programma (1-jarig programma in Oslo): 60 ECTS en 3-jarig vervolg in Enschede van 180 ECTS.
Oordeel: Voldoende Het auditteam is op basis van de beschrijving van het curriculum, de modules en de studiegids tot de conclusie gekomen dat het programma (zowel het Nederlandse als de buitenlandse) inderdaad uit 240 studiepunten bestaat. Het auditteam beoordeelt dit facet daarom als voldoende voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 29
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Criteria Het facet ‘afstemming tussen vormgeving en inhoud’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAOcriteria: • Is het didactisch concept in lijn met de doelstellingen? • Sluiten de werkvormen aan bij het didactisch concept? Bevindingen Voor de ontwikkeling en uitvoering van het programma vormt de onderwijsvisie van Saxion Hogescholen het aangrijpingspunt. Deze Saxion onderwijsvisie heeft als kern de volgende drie punten: • • •
Het opleiden van studenten die beschikken over de competenties die nodig zijn om als (beginnend) beroepsbeoefenaar op HBO-niveau te kunnen functioneren. Het onderwijs is zo ingericht dat studenten actief lerend deze competenties verwerven en zich eigen maken. Het competentiegericht leren vindt plaats in een persoonlijk leertraject, waarin de studenten zelf verantwoordelijk zijn voor het persoonlijke ontwikkelingsproces.
Om de afstemming tussen inhoud en vormgeving te realiseren heeft de opleiding Fysiotherapie een eigen didactisch concept gekozen. Het didactisch concept gaat uit van beroepsauthentieke thema’s. Het thema is de focus, de integratie, tussen de werkvormen. Binnen de onderwijsthema’s komen in samenhang de werkvormen PGO, projectonderwijs, vaardigheidsonderwijs en hoorcolleges voor. Verder vinden er binnen de verschillende kwartielen praktijkclinics, gastcolleges en stages plaats. In de propedeuse is het aandeel PGO groot ten opzichte van het projectonderwijs. In de loop van het curriculum neemt het aandeel projectonderwijs toe. Dit vanuit het beginsel dat PGO gaat om het ‘vergaren en verklaren’ van kennis en inzicht en projectonderwijs om het ‘toepassen’ ervan. Het aandeel vaardigheidsonderwijs blijft over de jaren heen ongeveer 40% van het totaal aan studiebelastingsuren. Het aandeel hoorcolleges is relatief klein (ongeveer 10%). De student maakt een groei door van zelfstandig studerende student (propedeuse) naar zelfstandig lerende student (2e jaar) naar zelfverantwoordelijke beginnend beroepsbeoefenaar. De strakke begeleiding van het begin van de propedeuse wordt gaande de opleiding minder en wordt door de student zelf overgenomen (doceren en begeleiden, 3e studiejaar). Het probleemgestuurd onderwijs kent een zestal taaksoorten, namelijk: • • • • • •
studietaak probleemtaak toepassingstaak strategietaak discussietaak multi-leveltaak.
Elke taaksoort richt zich op specifieke kennis, bijvoorbeeld een studietaak richt zich op het verwerven van declaratieve kennis (weten wat) terwijl een toepassingstaak zich richt op procedurele kennis (weten hoe). De andere werkvormen in het theoretische onderwijs worden als een aanvulling op de taken gezien. Voor het praktijkonderwijs wordt gebruik gemaakt van de skills lab-methode. In aansluiting op het PGO programma krijgen de praktische vaardigheden bijzondere aandacht in een skillslab waarbij het beroepsmatig handelen centraal staat en de beroepspraktijk wordt nagebootst.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 30
Ook de toetsing en beoordeling krijgt hierbij specifieke aandacht in het kader van de samenhang tussen binnen- en buitenschools leren. Zij geeft een vaste volgorde voor het praktijkonderwijs aan. Studenten bereiden altijd het praktijkonderwijs voor met behulp van een opdracht. Tijdens een trainingsbijeenkomst oefenen ze de vaardigheden en krijgen ze feedback van de docent. Een docent kan tijdens een dergelijke bijeenkomst ook een demonstratie geven. Na deze bijeenkomst kunnen studenten onafhankelijk van de docent oefenen. Het gaat erom dat ze praktische vaardigheden blijven oefenen, zodat het beter beklijft. Tot slot is er een evaluatiebijeenkomst waarin studenten aan de hand van een opdracht de geleerde vaardigheden tonen. De docent geeft feedback aan de studenten en beloont een goede uitvoering met procespunten. Op basis van feedback vanuit het praktijkveld zijn afvinkpractica en stationsexamens ingevoerd waarbij het niveau van de student met betrekking tot het beroepsmatig handelen kan worden beoordeeld. In 2001 is de uitvoering van het didactisch concept in financiële grond aangepast. Door een verhoging van de docent-student ratio (van 1:23 naar 1: 30) is ureninvestering voor de werkvormen teruggebracht. Het aantal contacturen per week is verlaagd (van gemiddeld 18 naar 12 uur per week). De groepsgrootte van een praktijkgroep is vergroot van 24 naar 27 studenten. Hoewel het moeilijk is te bepalen op welk moment de kritische grens bereikt is geven de docenten aan dat het didactisch concept goed uitvoerbaar is, mede door een balans te vinden tussen groeps- en individuele processen. Tevens is er met betrekking tot de laatste processen een belangrijkere rol weggelegd voor de student zelf die daarbij wordt gecoacht door een docent. De keuzemodules binnen het PEP-traject (Persoonlijk Educatie Plan) zijn als vast onderdeel in het curriculum opgenomen of geschrapt. De PEP-ruimte is daarmee een echte vrije profileringsruimte geworden, zoals die van oorsprong bedoeld was. Ook is beleid ontwikkeld om afstudeeropdrachten in groepen uit te gaan voeren in plaats van individueel. In het kader van de internationale oriëntatie draagt de opleiding er zorg voor, dat de werkvormen de student faciliteren gebruik te maken van internationale literatuur en inzichten. Dit geldt met name voor de PGO-aanpak. Door het inzetten van medewerkers met buitenlandervaring of van medewerkers uit het buitenland wordt de PGO-aanpak uitdrukkelijk in internationaal perspectief geplaatst. Men kan het ook anders formuleren: de buitenland dimensie krijgt op deze wijze een substantiële betekenis die via de buitenlandse stage en de buitenlandstalig afstudeeropdracht nog extra diepgang krijgt. Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport en de beschrijving van het curriculum. Tevens heeft het auditteam inzicht gekregen in de gebruikte werkvormen en heeft het een PEP ingezien. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De doelstellingen van de opleiding zijn verwoord in de drie punten van de Saxion onderwijsvisie. De gekozen werkvormen rondom probleemgestuurd onderwijs en projectonderwijs, en de daaruit voortkomende werkvormen, komen overeen met deze doelstellingen. De opleiding moet het competentiegericht nog verder gestalte geven maar heeft op basis van de ervaringen met PGO en project onderwijs voldoende knowhow opgedaan met studentgericht onderwijs om die vertaalslag te kunnen maken. Bovendien hanteert de opleiding al diverse toetsvormen die uitstekend passen binnen het concept van competentiegericht onderwijs. De afstemming van vorm en inhoud loopt naar het oordeel van het auditteam vooruit op het competentiegericht onderwijs.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 31
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Criterium Het facet ‘beoordeling en toetsing’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt door de beoordelingen, toetsingen en examens adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd? Bevindingen De opleiding Fysiotherapie heeft sinds 1997 een toetscommissie (OTC), die verantwoordelijk is voor de gehele kwaliteitscyclus ten aanzien van toetsing en het toetsbeleidsplan. De OTC bestaat uit een drietal docenten en de onderwijskundige van de opleiding. De OTC doet beleidsvoorstellen, organiseert de toetsing, maakt analyses van de gemaakte toetsen, evalueert de toetsen en de toetsprocedures en tot slot doet de commissie voorstellen voor verbeteracties. Verder kunnen studenten met klachten ten aanzien van toetsen bij de OTC terecht. De toetsen zijn direct afgeleid van de eindtermen van de opleiding, en van de kwartieldoelen die de diepte aangeven van de kennis die van de student gevraagd kan worden. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende toetsvormen die recht doen aan het beroepsdomein. De toetsen zijn samengesteld van aard, dit betekent dat voor de theorie per kwartiel één kwartieltoets wordt afgenomen en de praktijk wordt eens per twee kwartielen getoetst in een praktisch examen (stationsexamen). Daarnaast zijn er de onderdelen: projecten, procesbeoordeling praktijk, procesbeoordeling PGO en de stage. De huidige toetsing bestaat aldus uit de volgende onderdelen: • theorietoetsing door middel van kwartieltoetsen; • praktijktoetsing door middel van stationsexamens; • procestoetsing (zowel voor de praktijk als voor de theorie); • projecten. In de kwartielboeken staat beschreven hoe de verschillende onderdelen van het curriculum worden getoetst. De huidige toetsen hebben een selectieve aard. De kwartieltoetsen zijn samengestelde toetsen waarin alle theorie behorende tot een kwartiel wordt getoetst. De kwartieltoets bestaat uit 120 items die met ja of nee beantwoord kunnen worden. De themacoördinator van het kwartiel maakt een overzicht voor docenten waarin aangegeven is wie, waarover hoeveel items moet aanleveren bij de OTC. Het aantal items is in overeenstemming met de studiebelasting van het betreffende onderdeel in het kwartiel. De OTC screent de items en indien nodig worden de items teruggegeven aan de docent voor verbetering. Het stationsexamen toetst de vaardigheden uit het praktijkonderwijs en met name het methodischsystematisch handelen. Deze toetsing vindt plaats aan het eind van de even kwartielen. Het stationsexamen bestaat uit één of meerdere stations die verschillende vaardigheden toetsen. Voor de beoordeling van de stations zijn beoordelingsformulieren ontwikkeld die voor studenten beschikbaar zijn, zodat ze weten waarop ze worden beoordeeld. De procesbeoordeling vindt elk kwartiel plaats en heeft betrekking op het praktijkonderwijs en het PGOonderwijs. Voor de procesbeoordeling van de praktijk zijn de beoordelingscriteria beschreven in het kwartielboek. Voor de procesbeoordeling van het PGO-onderwijs geldt dat hiervoor beoordelingsformulieren beschikbaar zijn. De functie van de procesbeoordeling is om de piekbelasting bij studenten te verminderen en om studenten een continue feedback te geven op het leren en de leerprestatie. Het proces van de eerstejaars student is beduidend meer gestructureerd dan dat van de tweedejaars student. In het simulatiepatiëntencontact ligt het accent op het methodisch handelen en klinisch redeneren. Met behulp van simulatiepatiënten simuleren studenten een onderzoek en een behandeling van een patiënt. De sessie wordt opgenomen op video en naast de student en de simulatiepatiënt zijn er ook drie
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 32
medestudenten aanwezig. De student ontvangt na afloop feedback van de simulatiepatiënt en van de medestudenten. De student kan met de feedback en de video een reflectie op zijn handelen schrijven. De opleiding Fysiotherapie ontwikkelt op dit moment een competentiegericht toetsbeleid en voert de eerste experimenten uit. De opleiding gaat het portfolio-assessment inzetten. Hierbij kunnen studenten op meerdere manieren proeven van bekwaamheid verzamelen die in het assessment worden ingebracht en beoordeeld. De opleiding is op dit moment aan het experimenteren welke bewijzen per competentie kunnen worden ingebracht en op welke wijze de opleiding hier faciliteiten voor kan bieden. In het studiejaar 2003-2004 zijn het afvinken van skills en het simulatiepatiëntencontact in een pilot getest. Ten aanzien van de theorietoetsing zijn er nog geen beslissingen tot veranderen genomen. Er wordt echter wel gekeken naar de voor- en nadelen van verschillende toetsvormen en of deze toetsen summatief of formatief van aard dienen te zijn. Uit de studentenquête 2004 bleek dat niet voor alle studenten (59%) de beoordelingscriteria helder waren. De tijd die studenten hebben voor de toets wordt als voldoende ervaren. De organisatie van de toetsing kan volgens iets minder dan de helft van de studenten verbeterd worden. Het aantal herkansingen werd door 85% (Saxion studentenquête 2002) van de eerstejaars studenten als voldoende beoordeeld, van de ouderejaars studenten was 62% deze mening toegedaan. De feedback op de toetsing was volgens 63% van de studenten voldoende (Saxion studentenquête 2004). De norm die de opleiding hier hanteert is 70% zodat de opleiding niet alle normen gehaald heeft voor wat betreft toetsing. Naast deze Saxion studentenenquêtes houdt de toetscommissie van de opleiding ook regelmatig kwartielenquêtes onder de studenten. Uit deze enquêtes kwam vorige jaren naar voren dat de klachtenregeling omtrent toetsing nog niet voldoende was, tevens bleken de beoordelingscriteria nog onvoldoende helder te zijn. Studenten vonden de functionaliteit van de vragen onvoldoende en de vragen sloten onvoldoende aan bij de kwartieldoelen naar het oordeel van de studenten. Uit een analyse van de opleiding zelf werd ten aanzien van de theorietoetsing geconstateerd dat de resultaten van de tweedejaars studenten achterbleven bij de verwachtingen. De opleiding heeft als norm dat minimaal 50% van de studenten in één keer voor de kwartieltoets slaagt en dat na de herkansing 75% van de studenten de kwartieltoets met een voldoende heeft afgesloten. Naar aanleiding van de resultaten van de tweedejaars kwartieltoetsen van de afgelopen jaren blijkt dat deze norm niet wordt gehaald. Dit ondanks tussentijdse verbeteracties. Verbeteracties die op basis van bovenstaande geconstateerde tekortkomingen reeds genomen waren ten aanzien van dit punt zijn onder andere: • • • • •
Trainen van docenten in het schrijven van toetsitems. Oefentoetsen aan studenten beschikbaar stellen. Screening van toetsvragen. Verbeteren van onderwijstaken in de kwartielboeken. Creëren van momenten voor inzage van theorietoetsen.
Om verder tegemoet te komen aan de klachten van studenten is door de toetscommissie in 2003/2004 begonnen met het inzetten van studentenpanels om de oorzaken van de problemen nog beter te kunnen achterhalen en via concrete verbetermaatregelen de rendementen verder te verbeteren. Zo blijkt namelijk ondanks alle verbeteringen nog steeds sprake te zijn van een probleem bij de kwartieltoetsen 6, 7 en 8. De stof voor die toetsen is veel en complex. Op basis van de eerste studentpanels heeft de toetscommissie een verbetervoorstel gedaan aan het management met verbeteracties die leiden tot een verbetering van rendementen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 33
Te weten: 1. Toetsmatrijzen worden voor elke toets aan studenten beschikbaar gesteld. 2. De herkansing van de kwartieltoets wordt naar voren geplaatst (derde of vierde week van het kwartiel). 3. Geven van extra colleges over het lezen van toetsvragen. 4. Geven van individuele feedback op toetsen. 5. Procedure voor toetsinzage aanpassen. 6. Werkveld inschakelen met betrekking tot de functionaliteit van toetsen. Naar aanleiding van de adviezen uit de studentenpanels zet de toetscommissie sinds 2004/2005 ook werkvelddeskundigen in om de externe validatie te verbeteren. De werkvelddeskundigen beoordelen de toetsing op moeilijkheidsgraad en relevantie voor het beroep. De eerste werkveldanalyse heeft plaats gevonden, de volgende bevindingen zijn hieruit naar voren gekomen: • het werkveld is van mening, dat het niveau van de toetsen niet te hoog, maar ook zeker niet te laag is; • de kwartiel 6 toets is volgens het werkveld een goede afspiegeling is van de leerdoelen en het kwartielboek; • het werkveld positief verrast is over de inhoud en het niveau; • de functionaliteit van een aantal vragen mag groter worden. Op dit moment is een groot aantal vragen op reproductieniveau; • ten aanzien van de actualiteit van de inhoud heeft het werkveld geen op- of aanmerkingen. Voor de resultaten van kwartieltoetsen in studiejaar 2004-2005 kan gezegd worden dat de kwartieltoetsen van het eerste jaar ruim aan de gestelde norm hebben voldaan, voor de kwartieltoetsen in het derdejaar geldt hetzelfde. Bij de kwartieltoetsen in het tweede jaar is een positieve kentering te constateren. In kwartiel 5 is de norm niet gehaald, maar laat wel een verbetering in het rendement zien. In kwartiel 6 is de norm van 50% gehaald na de eerste kans. Deze resultaten geven aan dat het er op lijkt dat de vele verbeteracties effect hebben. Er is nog geen evaluatie resultaat beschikbaar ten aanzien van de studentenevaluaties. Naast bovenstaande verbeteringen zijn ook de volgende verbeteringen doorgevoerd. • In de toetscommissie zijn de verantwoordelijkheden helder benoemd. Dit heeft tot gevolg dat er een vermindering van fouten is te constateren. Daarnaast heeft de toetscommissie voor procedurebeschrijvingen ten aanzien van verschillende toetsaspecten gezorgd. • Om de beoordelingscriteria te verhelderen zijn de beoordelingslijsten van de stationsexamens beschikbaar voor studenten op het intranet. Daarnaast staat er op intranet een lijst met mogelijke stationsexamenopdrachten die op het stationsexamen gevraagd kunnen worden. • Voor de kwartieltoetsen geldt dat er voorbeeldtoetsen op intranet beschikbaar zijn. Daarnaast krijgen studenten de mogelijkheid om toetsen in te zien. • De klachtenregeling ten aanzien van toetsing wordt door studenten in enquêtes meerdere malen als onvoldoende bestempeld. Tijdens een inleidend college informeert de voorzitter van de toetscommissie de eerstejaars studenten over het toetsbeleid, de regels en procedures en de klachtenregeling (toetsreglement). Het toetsreglement staat op intranet en is op deze manier voor alle studenten en medewerkers toegankelijk. • Ten aanzien van de kwartieltoets kunnen studenten klachten over items tijdens of direct aansluitend aan de toets op een commentaarformulier invullen. Deze worden gebruikt bij de analyse van de toets. Vanaf studiejaar 2004-2005 krijgen studenten die een commentaarformulier inleveren per e-mail antwoord.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 34
Internationale oriëntatie De eerste twee jaren zijn meer opleidingsgestructureerd qua internationale oriëntatie en toetsing. Dit komt tot uitdrukking in de theorietoetsing – kwartieltoets – door middel van de procestoetsing binnen het PGO. In de laatste 2 jaren is de internationale oriëntatie meer studentgestuurd, middels het PEP, de stage en het afstudeertraject. De toetsing bij deze werkvormen biedt de student de ruimte om zijn internationale oriëntatie vorm te geven door de keuzemogelijkheden die er zijn. De internationale oriëntatie komt voor iedere student tot uitdrukking doordat er ruim gebruik wordt gemaakt van Engelstalige literatuur. Deze wordt zowel binnen de theorie- en praktijktoets bevraagd. De theorietoetsen en stationsexamens zijn qua inhoud sterk overeenkomend voor alle taalgroepen. Een verschil is wel de taal natuurlijk. Hiervoor is er een vertaalster in dienst en daarna wordt iedere theorietoets door een ‘native’ fysiotherapeut beoordeeld op inhoudelijke juistheid voor Engelse taalgebied. De toetscommissie is verantwoordelijk voor het erkennen van beoordelingen van projecten die studenten in het buitenland hebben uitgevoerd.
Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het zelfevaluatierapport en de beschrijving van het curriculum. Tevens heeft het auditteam inzicht gekregen in de gebruikte toetsvormen en heeft het onderwijsevaluaties en verbeterplannen ingezien. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding Fysiotherapie heeft een adequaat toetsbeleid ontwikkeld dat aansluit op de doelstellingen van de opleiding. Al gedurende enige jaren is sprake van adequate procedures, waarbij niet de individuele docent maar de toetscommissie verantwoordelijk is voor de vorm, inhoud en niveau. De opleiding toetst adequaat of de studenten de eindtermen hebben gehaald. Op verschillende wijzen toetst de opleiding de gehaalde eindtermen, afhankelijk van het type vaardigheden dat getoetst moet worden, kennistoetsen, procestoetsen en handelingstoetsen. Uit de evaluatie van de toetsen komt naar voren dat de opleiding alle leerdoelen op een adequate wijze toetst. Hierbij wordt gezocht naar een balans tussen beoordeling van zowel groepsresultaten alsook individuele resultaten. Van “meeliften” is nauwelijks sprake door het geringe aantal “verstopmomenten”. Het palet aan toetsvormen en de wijze van beoordeling door docenten en medestudenten motiveren en stimuleren studenten om te etaleren waartoe ze instaat zijn. De opleiding zorgt daarnaast voor een goede evaluatie en verbetering van het toetsbeleid zoals blijkt uit de uitgebreide evaluaties die plaatsvinden en vele verbetermaatregelen die genomen zijn. De opleiding heeft de afgelopen jaren het toetsbeleid duidelijk verbeterd, qua aansluiting op het gewenste niveau maar ook naar de wensen van de studenten. Door het werkveld te betrekken bij het bepalen van niveau en aansluiting op de praktijk is de opleiding er in geslaagd ook hier een slag in te maken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 35
SAMENVATTEND OORDEEL “PROGRAMMA”: VOLDOENDE Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Programma voor de Fysiotherapie opleiding om de volgende redenen: • De opleiding maakt gebruik van actuele thema’s in het onderwijs en legt daarmee verbanden met actuele onderwerpen in de beroepspraktijk. De opleiding zorgt voor interactie met de actuele beroepspraktijk via actuele thema’s en stages, inzet van gastdocenten en gebruik van actuele literatuur. Via het lectoraat zorgt de opleiding voor interactie met toegepast onderzoek. Het is uniek hoe het lectoraat zich binnen het onderwijs profileert en direct invloed heeft op de opleiding. Het lectoraat heeft een duidelijke kennisfunctie in de markt en betrekt de opleiding en studenten daar actief bij. • De opleiding heeft het beroepsprofiel en eindkwalificaties helder geconcretiseerd naar niveau en domeinspecifieke eisen. De opleiding hanteert een heldere procedure om van het beroepsprofiel te komen tot een niveau beschrijving en definiëring van de leerdoelen. Voor elk studieonderdeel zijn de leerdoelen vastgesteld. • De opleiding heeft het curriculum helder vormgegeven rondom taakgebieden. Daarnaast heeft de opleiding op meerdere wijzen gezorgd voor samenhang tussen de verschillende clusters en jaren door een aantal duidelijke leerlijnen door de jaren heen en gezorgd voor een goede samenhang tussen binnenschools en buitenschoolscurriculum. Wel is het auditteam van mening dat het programma soms nog wat fragmentarisch is opgebouwd rondom de thema’s zodat de doorlopende leerlijnen niet in alle gevallen even helder zijn. • De opleiding heeft instrumenten tot zijn beschikking om te zorgen voor een evenwichtige spreiding van de studiebelasting en zorgt daarmee voor een goede studeerbaarheid van de opleiding. Uit de evaluaties die de opleiding uitvoert blijkt dat de studeerbaarheid ook door de studenten als voldoende ervaren wordt. • De opleiding beschikt over een adequaat instroombeleid met voldoende aandacht voor aansluiting op het aanleverend onderwijs, zowel nationaal als internationaal. De opleiding beschikt over een aantal instroomvarianten voor internationale studenten en een verkort 3-jarig programma voor VWO studenten. Tevens heeft de opleiding de mogelijkheid om via EVC-procedure een individueel programma vorm te geven. • De duur van de opleiding komt overeen met 240 ECTS. • De afstemming van vorm en inhoud is goed. De gekozen werkvormen stemmen overeen met het gekozen didactische concept. • De opleiding beschikt over een goed toetsbeleid dat al gedurende enige jaren bestaat uit adequate procedures. Tevens heeft de opleiding reeds enkele verbetercycli doorlopen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 36
Onderwerp 3: Inzet van personeel Het derde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. eisen hbo; 2. kwantiteit personeel; 3. kwaliteit personeel.
Facet 3.1. Eisen hbo Criterium Het facet ‘eisen hbo’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt het onderwijs voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk? Bevindingen Zoals aangegeven in de doelstellingen (Facet 1.1) is de relatie met de beroepspraktijk een belangrijke doelstelling van de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. Om te bewerkstelligen dat het personeel van de opleiding een verbinding legt met de beroepspraktijk neemt de opleiding een aantal maatregelen: • 60% van de docenten heeft een parttime aanstelling, waarbij de docenten daarnaast als fysiotherapeut werkzaam zijn. De docenten met een parttime aanstelling zijn werkzaam in diverse settingen, zoals ziekenhuizen, geestelijke gezondheidszorg, verpleeghuiszorg en particuliere praktijken. • Aandacht voor beroepsgerichtheid in de personeelsontwikkeling, in de gesprekkencycli is aandacht voor de externe, beroepsgerichtheid van de medewerkers. • De opleiding maakt gebruik van gastdocenten uit het werkveld met specifieke expertise. In de vorm van colleges, lezingen, patiëntdemonstraties, clinics, praktijklessen en workshops verzorgen zij delen van het onderwijs. De opleiding beschikt over een overzicht van de gastdocenten. • De opleiding heeft in september 2002 een lector Fysiotherapie en Paramedische Beroepen aangesteld. Evenzo is een kenniskring ingesteld waarin inmiddels drie docenten met ieder 0,2 FTE zitting hebben. De lector en de kenniskring zijn verantwoordelijk voor het deel in het curriculum dat over onderzoek gaat. Tevens begeleiden zij studenten met een afstudeerproject waar sprake is van toegepast onderzoek. Via het lectoraat zijn de afgelopen jaren onderwerpen in het curriculum gekomen als evidence-based handelen, introductie van passieve onderzoekscompetenties die nodig in het werk van de fysiotherapeut. Tevens zijn modulen aangepast naar aanleiding van onderzoek van het lectoraat, zo heeft onderzoek naar tenniselleboog geleid tot aanpassing van een module. • De internationale oriëntatie (Zie ook onderwerp 7) heeft tot slot aandacht gekregen in het personeelsbeleid door het aanstellen van een aantal buitenlandse oud-studenten als docent. • Dit heeft geleid tot een netwerk in het buitenland voor nieuwe studenten, kennis met betrekking tot verschillen in gezondheidszorg en cultuur om de verbinding met het internationale beroepenveld vorm te geven. Uit de evaluaties die de opleiding Fysiotherapie uitvoert, de Saxion brede studentenenquêtes om de twee jaar en de kwartielevaluaties van de opleiding, blijkt dat de studenten tevreden zijn over de beroepsinhoudelijke kwaliteit van de docenten. De studenten beoordelen de actuele kennis van het vakgebied en beroepenveld van docenten met een ruime voldoende (7.3). Internationale oriëntatie 35% van de medewerkers heeft relevante buitenlandervaring en 10% van het personeel is van buitenlandse herkomst en/of heeft een buitenlands diploma. Een aantal fysiotherapeuten die in het buitenland les- en begeleidingsactiviteiten verzorgt voor de studenten, zoals een regionaal stagecoördinator in Noorwegen en studentbegeleiders in Oslo en Rheine. Deze fysiotherapeuten worden direct en structureel gecoacht door medewerkers vanuit Enschede.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 37
Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft informatie over de achtergrond van personeel, gastdocenten en internationale deskundigen. Daarnaast is inzage gekregen in onderzoeken die door het lectoraat zijn uitgevoerd en heeft het auditteam evaluatie resultaten bekeken. Tot slot heeft het auditteam inzage gekregen in een lijst met gastdocenten, de CV’s van medewerkers en kengetallen van het personeel. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. Het auditteam heeft kunnen constateren dat de opleiding op diverse wijzen zorgt voor personeel dat de verbinding met de praktijk kan leggen. Aan de hand van de CV’s en de personeelsplanning heeft het auditteam kunnen constateren dat iets meer dan 60% van de docenten een parttime aanstelling heeft en een diverse achtergrond heeft zoals hierboven aangegeven. Tevens heeft het auditteam de lijst met gastdocenten bekeken en acht deze adequaat. Aan de hand van de lijst met gastdocenten en de inzet daarvan in het afgelopen halfjaar heeft het auditteam kunnen constateren dat de opleiding inderdaad gebruik maakt van een uitgebreid netwerk van gastdocenten, dat regelmatig wordt ingezet om onderdelen van het curriculum uit te voeren. De gastdocenten zijn relevante deskundigen. Tevens zorgt de opleiding door middel van personeelsontwikkeling dat docenten aandacht schenken aan de relatie met het beroepenveld. In de functioneringsgesprekken wordt aandacht besteed aan deze relatie. Tot slot zorgt de opleiding voor een goede relatie met actuele ontwikkelingen in het vakgebied door inzet van een lector en kenniskring. Via internationale docenten heeft de opleiding naar het oordeel van het auditteam een goede link met het internationale beroepenveld en zorgt de opleiding voor participatie in internationale netwerken. Op basis van bovenstaande en de positieve beoordeling van studenten komt het auditteam tot een goede beoordeling van dit facet.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 38
Facet 3.2. Kwantiteit van het personeel Criterium Het facet ‘kwantiteit van het personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt er voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen? Bevindingen De opleiding Fysiotherapie heeft een formatieplan waarin per studiejaar, gerelateerd aan de begroting en op basis van o.a. studenten aantal en overige activiteiten, het aantal medewerkers wordt vastgesteld en de kwaliteiten ervan. De planning van de benodigde personeelsformatie is de verantwoordelijkheid van de directeur. De manager onderwijs voorziet de directeur van de benodigde informatie vanuit de taaktoedeling en taakbelastingsoverzichten. De planning van de omvang van het personeelsbestand wordt gebaseerd op de docent:student ratio. Het taaktoedeling- en taakbelastingssysteem is gebaseerd op deze ratio en op de CAO-kaders (inzetbaarheid, notitie taaktoedeling en taakbelasting). De volgende streefratio’s zijn vastgesteld: • Docent:student – 1:30 • Fulltime:parttime – 40:60 • Vast:flexibel – 70:30 De taakbelastingsoverzichten geven aan dat er sprake is van een adequate personeelsplanning om het onderwijs volgens plan te kunnen uitvoeren. Er is de afgelopen jaren geen sprake geweest van uitval van onderwijs op basis van een probleem in de personeelsplanning. Ook opvang bij uitval door ziekte, speciaal verlof en andere omstandigheden is allemaal opgevangen. De opleiding Fysiotherapie kent een totale personele formatie van 42 FTE per 2004. Dit betekent een groei van 35% over de periode van 2001 – 2004, die samenhangt met de toename van 95 naar 145 studenten instroom per jaar. De docent:student ratio liep in die periode op van 1:23 naar 1:30. Contacturen zijn in die periode teruggegaan van 18 naar 12 uur per week. Dit is gerealiseerd door aanpassing van de onderwijsvormen. De verhouding vast:flexibel is op dit moment 75:25, en zit daarmee nog iets af van de streefnorm. De fulltime en parttime verhouding is 40:60. De personeelsformatie wordt in de Planning & Control-cyclus van Saxion twee maal per jaar geëvalueerd door middel van de managementrapportage. Kengetallen die hierbij worden gebruikt zijn: student/personeelsratio, gemiddelde personele loonsom, percentage ziekteverzuim en personeelstevredenheid (RIE). Over aan de evaluatie te verbinden maatregelen worden door de RvB en de directeur van het instituut afspraken gemaakt en vastgelegd in de verslagen. Binnen de opleiding Fysiotherapie worden op diverse momenten evaluaties uitgevoerd waar onderdelen van het gevoerde personeelsbeleid de aandacht krijgen. De opleiding werkt in Academie verband aan de ontwikkeling van een geïntegreerd personeelsplan. Dit initiatief wordt uitgevoerd in de context van de herclustering en zal achtereenvolgens de volgende deelproducten opleveren: 1. Een overzicht van de huidige kwalitatieve en kwantitatieve formatie. 2. Cluster Health breed het vastleggen van de streefformatie. 3. Plan van uitvoeren van de streefformatie. In juni 2005 is dit plan afgerond en is met de implementatie gestart. Een verbetering is dat maandelijks een uitdraai zal worden gemaakt van de werkelijke formatie. Bij het opstellen van de jaarlijkse formatie van de Academie in de begroting zal de analyse worden gemaakt op basis van instroomgegevens, hoeveelheid werk per onderwijseenheid, ziekte verzuim en vacature ruimte.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 39
Oordeel: Voldoende Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het formatieplan en de inzage in managementrapportages. Tevens is inzicht gegeven in het personeelsplan dat per juni 2005 is vastgesteld. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding heeft een helder formatieplan dat regelmatig wordt geëvalueerd en bijgesteld indien nodig. Via een planningssysteem heeft de opleiding inzicht in de inzet van docenten. Op basis van de gegevens blijkt de opleiding de normen die het zichzelf stelt in voldoende mate te halen. Tijdens de audit is het auditteam gebleken dat de gestelde normen de opleiding in staat stellen om het onderwijs in voldoende mate uit te voeren. De veranderde docentratio is opgevangen door aanpassing van werkvormen die passen binnen het gekozen didactische concept, zonder dat dit ten koste is gegaan van de kwaliteit van het onderwijs. Het verbeterplan voor het personeelsbeleid wordt door het auditteam als adequaat beschouwd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 40
Facet 3.3. Kwaliteit van het personeel Criterium Het facet ‘kwaliteit van het personeel’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Is het personeel gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma? Bevindingen Onderdeel van het personeelsbeleid van de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede is de kwaliteit van het personeel. Bij de uitvoering van het personeelsbeleid wordt in het algemeen gelet op de kwalificatie van de diverse medewerkers op onderwijskundig, beroepsinhoudelijk en organisatorisch terrein. Dit heeft de aandacht bij de werving en selectie van medewerkers en is een structureel punt in de ontwikkeling van medewerkers. Ten aanzien van het werving-, selectie- en introductiebeleid geldt het volgende: • Er is een vaste sollicitatiecommissie. • Er is een beschreven introductiebeleid voor nieuwe medewerkers. De opleiding Fysiotherapie heeft een aantal kwalitatieve eisen vastgesteld waaraan de medewerkers van de opleiding Fysiotherapie moeten voldoen: • Ten eerste is vastgesteld dat bij de medewerkers een aantal kwaliteiten c.q. achtergronden in het team van onderwijsgevenden vertegenwoordigd dienen te zijn voor een goede uitvoering van het onderwijs en een evenwichtige onderwijsontwikkeling: fysiotherapeut, medicus, fysioloog en/of anatoom en natuurkundige (wordt minder prominent). • Tevens wordt bij het onderwijsgevend personeel een brede afspiegeling nagestreefd voor wat betreft de werkterreinen, te weten: ziekenhuis, particuliere praktijken, verpleeghuis, revalidatie instelling, bijzondere instelling en bedrijf i.v.m. arbeidsreïntegratie. • Verder wil de opleiding, als gevolg van de intrede van de Bologna verklaring en de ontwikkeling van de beroepsgroep, het aandeel aan wetenschappelijk opgeleide medewerkers laten stijgen. Voor de ontwikkeling van medewerkers heeft de opleiding een aantal instrumenten tot haar beschikking. Ten eerste is er een gesprekkencyclus opgezet waarmee in 2002 een start gemaakt is. Deze cyclus bestaat uit drie typen gesprekken, het taakdoelstellingengesprek, het functioneringsgesprek en het beoordelingsgesprek. Inmiddels zijn met de meeste medewerkers taakdoelstellingen- en functioneringsgesprekken gevoerd, met 87% van de medewerkers. Bij deze gesprekken vormen input van studenten uit studentenenquêtes en feedback van collegae en het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) van de medewerker een bron van informatie. Elke medewerker moet een POP maken, tot nu toe heeft 83% ook daadwerkelijk een POP gemaakt. Beoordelingsgesprekken worden alleen nog gevoerd met medewerkers waarvan het contract verlengd moet worden. Naast de gesprekkencyclus is er een scholingsbeleid dat door het instituut als geheel wordt vastgesteld en onderdeel is van het personeelsplan (zie facet 3.2) . Afgelopen jaren is er voor Studieloopbaanbegeleiding en het maken van toetsen een ontwikkeltraject voor alle docenten uitgevoerd. In het scholingsbeleid is ook bepaald welke financiële- en tijdsvergoedingen worden toegepast. De opleiding heeft echter nog geen concreet opleidingsplan dat gekoppeld wordt aan de ontwikkelingsbehoefte van docenten dat vanuit de opleiding wordt vorm gegeven. Voor de individuele medewerkers die in het kader van het scholingsbeleid een scholing volgen kan echter wel een studieovereenkomst worden gemaakt waarin helder is vastgelegd hoeveel tijd en geld vanuit de opleiding Fysiotherapie kan worden verwacht. Als een medewerker zich wil scholen op een bepaald terrein is daar wel mogelijkheid voor.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 41
De ontwikkeling van meer onderzoeksvaardigheden in het curriculum is inmiddels in volle gang. Er is een lectoraat en een module Onderzoeksvaardigheden en een minor Research. De opleiding heeft echter nog geen beleid gemaakt om de docenten te scholen op dit punt. Binnen de opleiding Fysiotherapie worden op diverse momenten evaluaties uitgevoerd waar onderdelen van het gevoerde personeelsbeleid de aandacht krijgen. Zo is eind 2003 na een evaluatie van de gesprekkencyclus onder de uitvoerders, dus coördinatoren en leidinggevenden, vastgesteld dat de gesprekkencyclus in het algemeen goed werkt, maar dat de uitvoer van de gesprekkencyclus op enkele onderdelen aandacht nodig heeft. Onder andere is niet duidelijk hoe de relatie is tussen enerzijds de taaktoedelings- en functioneringsgesprekken en anderzijds de beoordelingsgesprekken. Een van de concrete verbeterpunten is dat in 2004 voor de tweede maal een training heeft plaatsgevonden waarin deze punten aandacht krijgen. De opleiding Fysiotherapie maakt per september 2004 onderdeel uit van de Academie Gezondheidszorg (AGZ). Een belangrijk verbeterpunt van deze academie is om een geïntegreerd personeelsbeleid vorm te geven. Per juni 2005 is hier een plan voor vastgesteld (zie ook facet 3.2). Dit plan gaat uit van een verbeterde inzet van de gesprekkencyclus, de POP’s en een koppeling van persoonlijke ontwikkeling aan het scholingsbeleid. Jaarlijks wordt een matrix gemaakt met individuele scholing en de bijbehorende financiële vergoeding. De scholingsovereenkomsten worden in het personeelsdossier bijgehouden. Tevens is een kwalitatieve beschrijving gemaakt van de personeelsformatie die de basis moet zijn voor toekomstige selectie. De opleiding beschikt hiermee over een aanzet om te komen tot een overzicht van de competenties van de medewerkers en in hoeverre deze de voor de opleiding noodzakelijke competenties dekt. In de komende jaren zal de opleiding deze aanpassing vervolmaken. Van fysiotherapeuten in dienst van AGZ wordt verwacht dat ze voldoen aan het kwaliteitsregister van het KNGF. Daartoe wordt de verplichte scholing aangeboden. Het lectoraat biedt medewerkers de mogelijkheid tot gedifferentieerde scholing op het vlak van wetenschap. In een cursuscyclus in 2001 zijn 35 medewerkers hieraan begonnen. Sindsdien biedt het lectoraat jaarlijks een scholing aan waaraan jaarlijks ongeveer 3 medewerkers deelnemen. Als laatste heeft het kenniscentrum, waar het lectoraat deel van uitmaakt, een master healthcare en social work. Hieraan nemen jaarlijks 1 tot 2 medewerkers deel in het kader van de persoonlijke ontwikkeling. Internationale oriëntatie § Medewerkers worden twee- of drietalig ingezet. § Aanbod scholing in vreemde taal voor medewerkers (afgelopen 4 jaar zijn ongeveer 15 medewerkers geschoold). § Docentevaluatie ook op taalbeheersing. § Taalassessment bij aanname nieuwe medewerkers. § Extra tijd opgenomen in taakbelasting voor scholing medewerkers die nieuwe lesactiviteiten moet gaan uitvoeren in een andere taal (loopt op tot 20 uur/kwartiel zogenaamde factor nieuw). § De medewerker wordt door de algemene begeleidende aard van het PGO en de daaraan gekoppelde recente buitenlandstalige literatuur, ingevoerd in met name de Engelstalige literatuur.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 42
Oordeel: Voldoende Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en documentatie analyse tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft de CV’s van medewerkers, de gespreksverslagen, POP’s van medewerkers, het vernieuwde personeels- en scholingsbeleid. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. Op basis van de CV’s heeft het auditteam kunnen vaststellen dat de opleiding beschikt over gekwalificeerde medewerkers om het huidige curriculum uit te voeren. De opleiding beschikt tevens over adequate personeelsbeleidsinstrumenten. De uitvoering van bijvoorbeeld de gesprekscyclus en opleidingsplan zijn echter nog niet adequaat, zoals ook de opleiding zelf constateert. De opleiding heeft hiervoor, in Academieverband, een verbeterplan gemaakt dat naar het oordeel van het auditteam adequaat is. De opleiding heeft een goede aanzet gegeven om inzicht te krijgen in de gewenste en aanwezige competenties. Wel acht het auditteam het noodzakelijk dat de opleiding streeft naar het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden bij medewerkers in het licht van meer aandacht voor onderzoek in het curriculum.
SAMENVATTEND OORDEEL “INZET VAN PERSONEEL”: VOLDOENDE Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Personeel voor de Fysiotherapie opleiding om de volgende redenen: • Het auditteam heeft kunnen constateren dat de opleiding op diverse wijzen zorgt voor personeel dat de verbinding met de praktijk kan leggen. Rond 60% van de docenten heeft een parttime aanstelling. Tevens beschikt de opleiding over een relevant en uitgebreid gastdocent-netwerk dat adequaat wordt ingezet in de uitvoering van het programma. • De opleiding heeft een helder formatieplan dat regelmatig wordt geëvalueerd en wordt bijgesteld indien nodig. Via een planningssysteem heeft de opleiding inzicht in de inzet van docenten. Op basis van de gegevens blijkt de opleiding de normen die het zichzelf stelt in voldoende mate te halen. • De opleiding beschikt over de juiste medewerkers om het programma te realiseren en over adequate personeelsmanagementinstrumenten. Uit evaluatie van de opleiding bleek de uitvoering van deze instrumenten echter nog onvoldoende te zijn. De opleiding werkt daarom in Academie verband op een adequate manier aan verbeteringen van het personeels- en opleidingsbeleid. Uit evaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de docenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 43
Onderwerp 4: Voorzieningen Het vierde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. materiële voorzieningen; 2. studiebegeleiding.
Facet 4.1. Materiële voorzieningen Criterium Het facet ‘materiële voorzieningen’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn de huisvesting en de materiële voorzieningen toereikend om het programma te realiseren? Bevindingen Het uitgangspunt van de voorzieningen van de opleiding Fysiotherapie zijn de onderwijsvisie van Saxion en de wens van de opleiding studenten de gelegenheid te geven hen actief, individueel en groepsgewijs te kunnen laten studeren. De student Fysiotherapie heeft binnen de Saxion Hogeschool het recht gebruik te maken van de studentenvoorzieningen zoals het studielandschap, het studievoorlichtingscentrum, praktijken projectruimtes en computervoorzieningen. Binnen het instituut heeft de Fysiotherapiestudent de beschikking over instituutsspecifieke ruimten met daarin alle geavanceerde beroepsgebonden voorzieningen zoals deze ook kunnen worden aangetroffen in de dagelijkse beroepspraktijk. Binnen de opleiding Fysiotherapie hebben enkele collega’s de eerste verantwoordelijkheid over de materiële voorzieningen, dit geldt voor de dagelijkse orde en de tijdige aanschaf van nieuwe materialen. Voor de opleidingsspecifieke ruimten zijn door de opleiding eisen vastgesteld die zijn ontwikkeld ten tijde van de invoering van het curriculum in 1997. In die tijd is gestart met de nieuwe didactische aanpak zodat de eisen nog steeds actueel zijn. Er zijn eisen beschreven voor de praktijkruimten en PGO-ruimten. De eisen hebben betrekking op de grootte van de ruimte, het aantal behandelbanken en andere specifieke instrumenten die noodzakelijk zijn voor een Fysiotherapeut. De PGO-ruimten zijn groter dan elders in Saxion vanwege de oefenfunctie voor praktijkvaardigheden. Naast praktijk- en PGO-ruimten heeft de opleiding ook de beschikking over werkplekken van medewerkers die dienen voor ergonomisch werkplek onderzoek. Tevens gebruikt de opleiding 2 kwartielen lang de Saxion gymzaal voor het onderwijs in groepstherapie en 1 kwartiel wordt gebruik gemaakt van de Saxion fitnessruimte voor onderwijs in medische fitness. Een aantal (materiële) voorzieningen voor studenten wordt hieronder beschreven. •
• •
• •
•
Een groot studielandschap met ruime openingstijden. Dit landschap is voorzien van goede computerfaciliteiten met meer dan 150 personal computers aangesloten op een netwerk, inclusief een centrale helpdesk voor ondersteuning. Behalve in het studielandschap zijn op verschillende verdiepingen computerlokalen ondergebracht en bovendien beschikt AGZ samen met twee overige academies over een eigen computerruimte. Daarnaast is in het studielandschap een leeszaal aanwezig, hier kunnen studenten en docenten literatuur raadplegen en liggen diverse kranten, tijdschriften en vakbladen ter inzage. Benodigde literatuur en readers kunnen studenten en docenten aanschaffen bij de reprowinkel. Studenten kunnen projectruimtes reserveren om groepsopdrachten uit te voeren of gesprekken te oefenen. Via de AV-uitleen kunnen ze hiervoor de benodigde apparatuur reserveren, zoals cassetterecorders, videocamera’s, digitale fotocamera's en beamers. Samen met het Instituut M&M is een uitleenloket ingericht voor studenten en medewerkers waar medisch technisch materiaal kan worden geleend. De technische staf is verantwoordelijk voor het onderhoud van de materialen. Een medewerker ICT is aanwezig die studenten begeleidt bij het vervaardigen van audiovisuele middelen. Ook kan deze medewerker het onderwijzend personeel ondersteunen bij het vervaardigen van onderwijsmateriaal. In het restaurant hebben studenten en medewerkers keuze uit een uitgebreid assortiment voor lunch, diner en hapjes en drankjes.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 44
•
• • •
Studentvoorzieningen is een dienstverlenende afdeling voor alle studenten. Studenten kunnen hier terecht voor vragen tijdens de studie die niet direct verband houden met de inhoud van de studie. Zo is er een opleidingsbalie waar studenten terecht kunnen met hun vragen en voor formulieren. Saxion en de opleiding beschikken over een uitgebreid Intranet (Nederlands-, Engels- en Duitstalig) waar studenten terecht kunnen voor informatie over de studie en andere studentenvoorzieningen. Saxion beschikt tevens over een sportzaal en een goed geoutilleerde fitnessruimte voor studenten. De studenten Fysiotherapie verzorgen begeleiding in de fitnessruimte. Daarnaast hebben studenten de beschikking over een aantal personen die ze kunnen consulteren, zoals: o studie- en beroepskeuzeconsulent studentenpsycholoog o decaan wet- en regelgeving o voorlichter in studievoorlichtingscentrum consulent bij bureau inschrijving o informant bij balie Informatie Beheer Groep.
De planning van de ruimtebehoefte is de verantwoordelijkheid van de directeur. Informatie daartoe wordt door de manager onderwijs logistiek aangeleverd. De uitvoering van de planning van de ruimtebehoefte en de contacten met het facilitair bedrijf van Saxion wordt door de officemanager gedaan. De officemanager heeft daartoe een document rekenmodel. Dit rekenmodel is gebaseerd op de eisen die het onderwijs stelt aan de ruimtes en de prognoses van het aantal studenten. Naast deze planning van de ruimtebehoefte wordt er jaarlijks een inventarisplan door de opleiding Fysiotherapie gemaakt. Deze is gekoppeld aan de begroting. Uit de studentenenquêtes die tweejaarlijks gehouden worden blijkt dat de studenten over het algemeen tevreden zijn over de materiele voorzieningen. 76% van de studenten beoordeelt de practicumfaciliteiten als voldoende tot goed. 50% van de studenten oordeelt echter dat er te weinig zelfstudieruimte is, maar 81% beoordeelt deze ruimten als goed. Ook over de computerfaciliteiten zijn de studenten niet allemaal tevreden. De beschikbaarheid van computers is voor hen niet voldoende. Dit hangt samen met de openingstijden van het studielandschap die niet in alle gevallen in overeenstemming met de wensen van de student is. Uit een analyse van de bezettingsgraad blijkt dat de lokalen een gemiddelde bezettingsgraad van 80% kennen, ver boven de Saxion norm. Dit levert wel eens planningsproblemen op, maar heeft volgens de opleiding nog niet geleid tot negatieve consequenties voor de kwaliteit van het onderwijs. Om tegemoet te komen aan de kritiek van studenten aangaande de openingstijden van het studielandschap is het streven van de opleiding is om de openingstijden aan te passen aan de wensen van de studenten. Dit is echter een onderwerp dat niet op opleidingsniveau bepaald wordt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 45
Oordeel: Voldoende Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en een rondgang langs de voorzieningen tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie betreft het voorzieningenbeleid en de eisen die gesteld zijn en de verschillende evaluaties die de opleiding uitvoert. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding heeft helder zicht op de benodigde materiele voorzieningen en heeft ook beleid uitgezet om het voorzieningenniveau op het juiste peil te krijgen en te houden. De opleiding heeft de beschikking over adequate ruimten om de lessen te verzorgen en beschikt over de juiste faciliteiten om de opleiding van voldoende kwaliteit aan te kunnen bieden. De opleiding heeft hiervoor eisen opgesteld die actueel en adequaat zijn in de ogen van het auditteam. Studenten zijn niet in alle gevallen tevreden met de voorzieningen. In die gevallen waar dit het geval is probeert de opleiding door middel van ruimere openingstijden tegemoet te komen aan de wensen van de studenten. In sommige gevallen is echter ook sprake van piekbelasting, bijvoorbeeld van computers. Ruimere openingstijden zouden dit probleem kunnen oplossen. Wel adviseert het auditteam om meer zelfstudieruimten te organiseren voor studenten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 46
Facet 4.2. Studiebegeleiding Criteria Het facet ‘studiebegeleiding’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn de studiebegeleiding en de informatie- voorziening aan de studenten adequaat met het oog op de studievoortgang? • Sluiten de studiebegeleiding en de informatievoorziening aan de studenten aan bij de behoefte van de studenten? Bevindingen Studiebegeleiding In het studiejaar 2002-2003 heeft de opleiding Fysiotherapie, gezamenlijk met de nieuwe opleiding Podotherapie, een onderwijstraject in studiecoaching (studieloopbaanbegeleiding (SLB)) geïntroduceerd. De studieloopbaanbegeleiding is een cohortsgewijze begeleiding van studenten van intrede tot uittrede van de studie. Deze aanpassing is ingevoerd als reactie op onvoldoende beoordelingen van de SLB van studenten, alumni en evaluatie van Saxion. Slechts 45% van de oudere jaarsstudenten en 65% van de propedeuse studenten beoordeelden de SLB als voldoende, waar de norm 70% is. De studieloopbaanbegeleiding is aansluitend op de inhoudelijke be geleiding die tutoren in het PGOonderwijs bieden aan studenten. De visie van studieloopbaanbegeleiding: studiecoaching is gericht op het begeleiden en faciliteren van de zelfsturende student in zijn/haar persoonlijk ontwikkelingstraject (POT). POT is de route waarlangs de student zich ontwikkelt tot een competente paramedicus (fysiotherapeut/ podotherapeut) binnen de gestelde minimaal te bereiken competenties door de opleiding. De SLB is een centraal onderdeel van het ondersteunen van de student om de eigen competentie ontwikkeling te leren sturen. Het onderscheid tussen tutor en studieloopbaanbegeleiding betreft de studiebegeleiding binnen een kwartiel respectievelijk over meerdere kwartielen. Bij beide is het de insteek om een begeleidende c.q. coachende houding aan te nemen naar studenten toe. De tutor begeleidt gedurende een kwartiel zowel de onderwijsinhoud als het leerproces. De studieloopbaanbegeleider begeleidt en faciliteert het leerproces van de student gedurende de hele studie. Het portfolio is het centrale document van de student in dit studieloopbaantraject gedurende de gehele studie. De studieloopbaanbegeleider begeleidt de student in de gehele ontwikkeling tot een beginnend beroepsbeoefenaar. Stages worden dan ook begeleid door de studieloopbaanbegeleider. De nieuwe studiebegeleiding is vanaf 2002/2003 gefaseerd ingevoerd en de studenttevredenheid is in de afgelopen jaren verbeterd van 45% voldoende naar 68% voldoende beoordeling door studenten. Dit is nog steeds onder de norm, maar aangezien de studiebegeleiding in 2004/2005 het 4e leerjaar ingaat zullen de uiteindelijke resultaten pas in het najaar van 2005 zichtbaar worden. De eerste indicaties zijn echter positief over het behalen van het normpercentage. De studiebegeleiding heeft overigens een nieuwe impuls gekregen: in het kader van het landelijke BOC project (BeroepsOverstijgende Competenties, 2004) hebben er binnen het project de “learning community Fysiotherapie” een aantal wijzigingen plaatsgevonden in de studieloopbaanbegeleiding die in de eerste evaluaties als positief (studieloopbaanevaluatie) naar voren komen. De studieloopbaanbegeleiding is geïntensiveerd door het een centralere plaats te geven en door met name de studentgroepering te kantelen naar een systeem waarbij alle jaargroepen bij elkaar geplaatst zijn in plaats van per jaargroep.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 47
Het studieloopbaanbegeleidingsprogramma dat de studenten volgen is mede geënt op het principe dat studenten elkaar veel te leren hebben. Dit geldt zeker ook van oudere naar jongerejaars en andersom. Dit principe is uitgewerkt naar een structuur van werkvormen en inhouden en het geheel is geïmplementeerd. De structuur gaat uit van een evenwicht tussen aanbod en vraagsturing en daarnaast van een evenwicht tussen groepsbijeenkomsten c.q. workshops door en met verschillende leerjaren en apart juist binnen het eigen leerjaar. Door de sterke internationale oriëntatie van de opleiding zijn er veel buitenlandse studenten bij Fysiotherapie in Enschede. De ervaring van de opleiding is dat buitenlandse studenten minder gewend zijn aan de zelfstandigheid van studeren in Nederland. Zij komen uit landen met meer klassieke onderwijssystemen en blijken moeite te hebben met de overgang naar het zelfstandige onderwijssysteem in Nederland. Gegeven het feit dat de buitenlandse studenten aanpassingsproblemen kennen is besloten om de implementatie (‘learning community’) bij de buitenlandse groep te starten. De tussentijdse resultaten zijn, zoals eerder is aangegeven, positief. Uiteindelijk blijkt dat zij goed terechtkomen door de individuele benadering van de student in de studiebegeleiding. Voor de buitenlandse studenten is er naast de algemene studentenraad nog een Student Council die regelmatig overleg voert met de IC coördinator en de directeur van AGZ. Tevens biedt de opleiding via het International Office huisvesting aan voor buitenlandse studenten. Informatievoorziening: De inhoudelijke informatievoorziening naar de student krijgt vorm via verschillende documenten zoals de studiegids met het onderwijs en examenreglement, de kwartielboeken met de onderwijstaken en verschillende handleidingen zoals de stagehandleiding. Steeds meer krijgt de student informatie via het intranet. Bijvoorbeeld over roosters, toetsen en andere mededelingen. De opleiding heeft het afgelopen jaar hier sterk in geïnvesteerd en gebruikt dit inmiddels als centraal informatiepunt. Alle informatie is door studenten hier in te zien. Persoonlijke mededelingen worden via schriftelijke weg gedaan, zoals studievoortgangsinformatie maar ook brieven in verband met een waarschuwing voor een negatief studieadvies en een bindend negatief studieadvies. Saxionbreed is gekozen voor de Opleidingsbalie als informatie- en communicatieplaats voor zittende studenten en voor het Studie Informatie Centrum voor aankomende en geïnteresseerde studenten. Met klachten kunnen studenten, afhankelijk van de aard van de klachten, terecht bij: • studentenberaad Convoco en de Studentcouncil (zie studiegids/intranet) • themacoördinatoren • de toets- en examencommissies • studieloopbaanbegeleiders • de decaan • bij het College van Beroep (als het beroepszaken tegen beslissingen van de EC betreft) Aankomend studenten ontvangen mondelinge informatie van de opleiding Fysiotherapie over open dagen, meeloopdagen en LOB2-modulen binnen Saxion. En via voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd op VOscholen en via de Decanenkring Twente. Via brochures en internet wordt schriftelijke informatie verspreid, voorzien van een e-mailadres, waar nadere informatie te verkrijgen is. De informatiebalie van Saxion en de coördinator instroom Fysiotherapie beantwoorden individuele vragen. De studenten vereniging Tabula Rasa heeft een functie in de informatie voorziening. Het betreft activiteiten in het kader van de introductie, voorlichting en de organisatie van de tweejaarlijkse informatie avond voor ouders.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 48
In de Saxion studentenquêtes komen verschillende uitkomsten naar voren. Over het algemeen kan worden gezegd dat: • De studenten zijn zeer tevreden over de opleidingsbalie. • De studenten zijn redelijk tevreden over de informatievoorziening, de uitkomsten van de evaluaties fluctueren nogal. • De studenten waren in 2002 wat minder tevreden over het geïnformeerd zijn over de studieresultaten, in 2004 blijkt dit beter te scoren. • De studenten zijn minder tevreden over de klachtenafhandeling. In 2002 gaf een minderheid aan voldoende geïnformeerd te zijn over de klachtenregeling. Er zijn de nodige mogelijkheden om klachten te bespreken. Het studentenberaad Fysiotherapie kent een klachtenregeling die in samenspraak met studenten wordt beheerd. Tijdens evaluaties blijkt dat deze mogelijkheden niet bij alle studenten bekend zijn. In 2005 zal de opleiding Fysiotherapie een klachtenregeling vorm gaan geven die gepubliceerd gaat worden via intranet en als onderwerp in het SLB programma een plaats gaat krijgen. In deze klachtenregeling moet helder beschreven worden waar een student naar toe kan met welk soort klacht. De opleidingsbalie als centraal communicatiepunt van de student zou hier een goede rol kunnen gaan spelen. De opleiding heeft een nieuw cijferregistratiesysteem aangeschaft dat beter geintegreerd kan worden in het intranet. Nu wordt een systeem gebruikt waarbij de cijfers twee keer moeten worden verwerkt voor het voor studenten op intranet is in te zien. Dit nieuwe systeem maakt de cijferverwerking aanzienlijk eenvoudiger. De opleiding verwacht dat hiermee aan de klachten van studenten tegemoet wordt gekomen. Uit de studentenenquête van 2002 en 2004 is naar voren gekomen dat de informatieverstrekking niet in alle gevallen adequaat is. Om hieraan tegemoet te komen heeft de opleiding na de enquêtes een aantal verbetermaatregelen genomen. Zo is voor de informatieverstrekking aan studenten en communicatie met studenten door het instituut een instituutblad “Update” geïntroduceerd. Mededelingen en informatie werden hierin gepubliceerd. Een belangrijke aanpassing in de informatievoorziening is begin 2004 gemaakt door het intranet als centrale informatievoorziening te gebruiken, waarop alle informatie voor studenten is te vinden. Door het instituut waar de opleiding Fysiotherapie onder valt is hier veel in geïnvesteerd. Door het intranet consequent te gebruiken en te vullen met actuele informatie blijkt dat dit medium inmiddels goed gebruikt wordt binnen de opleiding. De eerste evaluaties zijn positief. Internationale oriëntatie Voor een goede informatieverstrekking worden in drie landen onderwijsbeurzen bezocht met een informatiestand (Ierland, Noorwegen en Duitsland).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 49
Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en analyse van documentatie verkregen tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie analyse betreft onder andere het zelfevaluatierapport, portfolio’s van studenten, de studiegids en evaluatieresultaten. Tevens is het intranet bekeken. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding Fysiotherapie heeft naar het oordeel van het auditteam een studiebegeleidingprogramma ontwikkeld dat goed aansluit bij de doelstellingen van de opleiding en de wensen van de studenten. Het is gericht op de ontwikkeling van de student naar beginnend beroepsbeoefenaar, waarbij de student actief leert zijn ontwikkeling vorm te geven. Het sluit aan bij het competentiegericht onderwijs waar de opleiding naar toe ontwikkelt. Studenten geven blijk van een duidelijke verbetering van de waardering van de studiebegeleiding. De opleiding heeft een groot contingent buitenlandse studenten die de stap naar PGO-onderwijs als groot ervaren, de op de individuele student gerichte begeleiding draagt bij aan een goede overgang. De opleiding zorgt voor een adequate informatievoorziening voor studenten. De keuze van de opleiding om het intranet als centrale informatievoorziening te gebruiken blijkt te werken. Via evaluaties houdt de opleiding de vinger aan de pols. Uit de evaluaties blijkt dat studenten de informatievoorziening over het algemeen als voldoende zien. De opleiding herkent aandachtspunten en doet daar wat mee.
SAMENVATTEND OORDEEL “VOORZIENINGEN”: VOLDOENDE Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Voorzieningen voor de Fysiotherapie opleiding om de volgende redenen: • De opleiding heeft helder zicht op de benodigde materiele voorzieningen en heeft ook beleid uitgezet om het voorzieningenniveau op het juiste peil te krijgen en te houden. De opleiding heeft de beschikking over adequate ruimten om de lessen te verzorgen en beschikt over de juiste faciliteiten om de opleiding van voldoende kwaliteit aan te kunnen bieden. De opleiding heeft hiervoor eisen opgesteld die actueel en adequaat zijn in de ogen van het auditteam. • De opleiding Fysiotherapie heeft naar het oordeel van het auditteam een studiebegeleidingsprogramma ontwikkeld dat aansluit bij de doelstellingen van de opleiding en de wensen van de studenten. Het is gericht op de ontwikkeling van de student naar beginnend beroepsbeoefenaar, waarbij de student actief leert zijn ontwikkeling vorm te geven. Het sluit aan bij het competentiegericht onderwijs waar de opleiding naar toe ontwikkelt. Studenten geven blijk van een duidelijke verbetering van de waardering van de studiebegeleiding. • De studiebegeleiding aan buitenlandse studenten draagt bij aan een goede overgang naar het Nederlandse schoolsysteem. • De opleiding zorgt voor een adequate informatievoorziening voor studenten. De keuze van de opleiding om het intranet als centrale informatievoorziening te gebruiken blijkt te werken. Conform de “Beslisregels Accreditatie”, zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel één van de twee facetten van het onderwerp “Voorzieningen” als goed en één als voldoende. Dit rechtvaardigt (zie § 1.2.2. onder D en E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie goed als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 50
Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg Het vijfde onderwerp bestaat uit drie facetten: 1. evaluatie resultaten; 2. maatregelen tot verbetering; 3. betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld.
Facet 5.1. Evaluatie resultaten Criterium Het facet ‘evaluatie resultaten’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Wordt de opleiding periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen? Bevindingen Vanaf de start van het curriculum in 1997 heeft de opleiding onderwijsevaluaties ingevoerd. In eerste instantie was dit mondeling met studenten om snelle verbeteracties en bijsturing in het toen nieuwe curriculum te kunnen bewerkstelligen. Deze evaluaties waren nog niet structureel van aard. In 1998 is de opleiding met een externe auditcommissie gestart. (Zie ook onder facet 1.1.) Deze commissie bestond uit drie fysiotherapeuten uit het werkveld die de opdracht kregen de kwartielboeken te beoordelen op samenhang, actualiteit, relevantie en volledigheid. Deze externe auditcommissie is in 2004 overgegaan in de beroepenveldcommissie. In 2003 heeft de kwaliteitscommissie van de opleiding een evaluatieplan opgesteld waarin de evaluaties van de opleiding staan. Het evaluatieplan van de opleiding is onderdeel van het businessplan van het instituut AGZ, waaronder de opleiding Fysiotherapie valt. Deze plannen worden eens per jaar geëvalueerd en bijgesteld. De kwaliteitscommissie van de opleiding Fysiotherapie beschrijft in haar beleidsplan (evaluatieplan), de visie ten aanzien van kwaliteitszorg, de doelstellingen en de taken van de commissie, daarnaast bevat het beleidsplan een overzicht met evaluatieactiviteiten, streefcijfers, normen en verbeteractiviteiten. Kwaliteitszorg wordt niet als een afzonderlijk onderdeel gezien, maar kwaliteitszorg moet een continu proces zijn dat in al zijn facetten aan bod komt en door iedereen in de organisatie wordt gedragen. Voor het instituut betekent kwaliteitszorg niet alleen het meten van de kwaliteit, maar ook de verbetering en de borging hiervan. Het instituut vindt het uitermate belangrijk dat de Deming-cyclus steeds wordt gebruikt en geëxpliciteerd. De evaluatieactiviteiten die in het kader van het kwaliteitsbeleid worden uitgevoerd bevinden zich op verschillende niveaus, namelijk: • Externe evaluaties zoals: o de accreditatie en visitatie o de externe audit o de beroepenveldcommissie o het landelijke KBP-project (Kwaliteit beroepsvoorbereidende periode, project voor landelijk systeem voor kwaliteitsmeting beroepsvoorbereidende stages). o de HBO-monitor o het niveauonderzoek Fysiotherapie (in ontwikkeling) • Saxionbrede evaluaties zoals: o de studentenquête o de alumni-enquête o de ‘peilstok onderwijs’ o de risico-inventarisatie o de interne audit.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 51
•
•
•
Instituutsbrede evaluaties zoals: o de evaluatie van het beleidsplan o medewerkerstevredenheidsonderzoek o personeelsbeleid (en evaluatie van de functie praktijkinstructeur). Opleidingsevaluaties zoals: o de evaluatie van een kwartielboek en reader o toetsen (kwaliteitszorg, enquêtes) Docentevaluaties in PGO, praktijklessen en hoorcolleges (kwaliteitszorg; enquêtes en evaluatielessen)
Referentiepunten voor de evaluaties zijn de kengetallen en streefcijfers voor de te behalen resultaten, zoals die zijn vastgelegd in de P&C-cyclus en in de uitwerking daarvan op instituuts/academieniveau en opleidingsniveau. Op instellingsniveau zijn definities voor diverse kengetallen ten behoeve van managementrapportages vastgelegd (MARAP, kengetallen, oktober 2002). De kengetallen alsmede de resultaten en ontwikkelingen met betrekking tot de desbetreffende kengetallen zijn onderwerp van gesprek in het bilateraal van de directeur van een instituut/academie met de Raad van Bestuur van Saxion. In het kwaliteitsbeleids- en evaluatieplan staat beschreven dat generiek als norm 70% of meer tevredenheid wordt gehanteerd. Voor items die onder de norm van 70% scoren worden verbeteracties geformuleerd. In het toetsbeleidsplan worden de streefcijfers gegeven voor het aantal studenten dat minimaal voor één toets in één poging een voldoende resultaat heeft behaald. En voor het minimaal aantal studenten dat na twee pogingen een voldoende resultaat heeft behaald. Voor de rendementen zijn streefcijfers vastgelegd in de rendementsoverzichten. De opleiding analyseert de uitkomsten van de evaluaties om verbetermaatregelen (zie facet 5.2) te kunnen voorstellen en uit te voeren. Uit een evaluatie van het evaluatiebeleid tot nu toe is naar voren gekomen dat er Saxion breed een evaluatie van medewerkerstevredenheid moet worden ingesteld. Op instellingsniveau is sprake van een aanpassing van de evaluatie van de stageadressen (zie facet 2.1). Deze gebeurde eerst mondeling maar zal vanaf 2004/2005 schriftelijk worden uitgevoerd. Internationale oriëntatie Een deel van de evaluaties wordt zowel afgenomen bij de Nederlandse studenten als bij de buitenlandse studenten (studentenquête, alumni-enquête, startbekwaamheidsonderzoek, opleidingsevaluaties, docentevaluaties). Daarnaast is er een student council voor de internationale studenten waarin ze het onderwijs in breed perspectief evalueren met een lid van het managementteam en de coördinator International Class. Voor de toetsing is er naast een Nederlands studentpanel ook een internationaal studentpanel samengesteld.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 52
Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en analyse van documentatie verkregen tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie analyse betreft onder andere het zelfevaluatierapport, het vastgestelde kwaliteitsbeleid en uitgevoerde evaluatieonderzoeken. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding Fysiotherapie heeft al sinds een aantal jaren een effectief kwaliteitsbeleid waarin periodiek en systematisch wordt geëvalueerd. Waren deze evaluaties in het begin (1997) niet structureel van aard, inmiddels is sinds 2000 via verbeteringen aan het systeem een structurele evaluatiesystematiek ontstaan. De opleiding heeft heldere verantwoordelijkheden belegd en op hogeschool niveau zijn streefdoelen geformuleerd voor evaluaties. Deze streefcijfers staan vermeld in het evaluatiebeleid dat door de kwaliteitscommissie is opgezet. Kortom: de evaluaties kunnen worden afgezet en worden ook aantoonbaar afgezet tegen een duidelijk kwaliteitsreferentiekader.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 53
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Criterium Het facet ‘maatregelen tot verbetering’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Vormen de uitkomsten van periodieke evaluaties van de opleiding de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen?
Bevindingen Het managementteam van de opleiding beschrijft in het meerjarenbeleidsplan doelstellingen die het instituut zich stelt voor de komende vier jaar. Een deel van deze doelstellingen vormen de hoofdlijnen van verbeteracties. Deze zijn uit de evaluaties van de verschillende onderdelen uit het voorgaande beleidsplan afgeleid. Daarnaast is er een kwaliteitsbeleids- en evaluatieplan waarin de korte termijn verbeteracties zijn opgenomen. De verbeteracties komen voort uit de evaluatieresultaten die door de kwaliteitscommissie worden geanalyseerd en waarvoor er verbeteracties door de verantwoordelijke functionarissen worden geformuleerd. De kwaliteitscommissie heeft een procedure beschreven om effectiever en efficiënter om te gaan met evaluatieresultaten. Er wordt daarin een onderscheid gemaakt tussen resultaten die een directe aanpak vergen en resultaten die geen directe aanpak vergen. Twee keer per jaar wordt een bijeenkomst gepland waarin alle resultaten die geen directe actie vergen met het kernteam worden besproken. Er worden daarin prioriteiten gesteld en verbetervoorstellen geformuleerd. De kwaliteitscommissie draagt er zorg voor dat alle verbetervoorstellen in één plan worden samengevat. Het managementteam maakt elk jaar een jaarplanning. Hiervan worden de uren en de taken voor de inzet van medewerkers afgeleid. Deze uren en taken worden in een overzicht voor taaktoebedeling geplaatst. Om tot een concretere afstemming te komen wordt de taaktoebedeling verder uitgesplitst op kwartielniveau. Lopende het studiejaar worden waar nodig wijzigingen aangebracht. De opleiding heeft in de afgelopen jaren diverse concrete verbetermaatregelen genomen naar aanleiding van evaluatieresultaten. Hieronder volgen enkele voorbeelden: • Stage-evaluaties en beroepenveldcommissie geven aan dat er sprake was van een tekort aan basisvaardigheden bij studenten. De opleiding heeft dit aangepakt door het zogenaamde Skillslab op te zetten, een ondersteunende vaardigheidsleerlijn die alle studenten moeten doorlopen voor ze op stage kunnen. (Zie facet 1.2). • Uit de studentenenquêtes en studentenpanels komt naar voren dat studenten de beoordelingscriteria bij de toetsing niet voldoende helder vinden. Tevens blijkt dat de studenten de door de opleiding gestelde norm van percentage geslaagden niet halen (Zie facet 2.8). Om hier verbetering in aan te brengen heeft de opleiding: • Toetsmatrijzen voor elke toets aan studenten beschikbaar gesteld. • De herkansing van de kwartieltoets naar voren geplaatst (derde of vierde week van het kwartiel). • Extra colleges over het lezen van toetsvragen. • Individuele feedback op toetsen ingesteld. • Een procedure voor toetsinzage aangepast. • Het werkveld ingeschakeld met betrekking tot de functionaliteit van toetsen • Uit de studentenenquêtes van 2002 en 2004 kwam naar voren dat de informatievoorziening niet altijd even adequaat is en voor de informatieverstrekking aan studenten en communicatie met studenten heeft het instituut AZG een instituutsblad ‘Update’ geïntroduceerd en is inmiddels een intranetsite opgezet. (Zie facet 4.2).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 54
•
Uit de evaluatie van het evaluatiebeleid kwam naar voren dat de mondelinge evaluatie van de stageadressen gestructureerder kan en deze zal daarom worden vervangen door een schriftelijke enquête (zie facet 5.1).
Tenslotte: ieder kwartiel heeft één kwartielboek waarin alle onderwijstaken beschreven zijn. Ieder kwartielboek heeft sinds 2002-2003 aan het begin een kwaliteitskaart. Op deze kwaliteitskaart staan: § de resultaten uit de interne jaarlijkse kwartielboek en de readerenquête en de beoordeling in termen van onvoldoende, voldoende en goed. § de resultaten uit externe beoordelingen zoals de externe audit e.d. § bevindingen van docenten § de ondernomen acties bij het betreffende kwartielboek en reader. Internationale oriëntatie - Verbetermaatregelen m.b.t. studieloopbaanbegeleiding: de studieloopbaanbegeleiding voor internationale studenten is aangepast, naar aanleiding van een studentenquête waaruit naar voren is gekomen dat deze studenten bij aanvang van de studie aanpassingsproblemen hadden. Studenten worden zoals beschreven in het BOC-project niet gegroepeerd binnen het cohort maar over cohorten heen. Om studenten in het leerproces extra te ondersteunen is er 0,3 fte extra inzet voor de internationale studenten. Deze inzet kan in de vorm van een extra hoorcollege of vaardigheidslessen. De eis is wel dat er binnen deze extra onderwijsmomenten sprake is van vraagsturing. Internationale studenten in het derde jaar krijgen voor het PEP twee vouchers om cursussen in te kopen. De opleiding faciliteert dit omdat studenten anders dure opleidingen in het buitenland moeten inkopen. Hiermee kunnen studenten inspelen op de wensen van het land van herkomst. - Verbetermaatregelen m.b.t. taalbeheersing: in het verleden hebben internationale studenten geklaagd over de beheersing van de Engelse taal. Hierop heeft de opleiding drie verbeteracties ingezet, namelijk: (i) medewerkers krijgen bij de sollicitatie een assessment om de kennis van de Engelse taal te toetsen, (ii) reeds aangestelde docenten hebben een cursus Engels spreekvaardigheid gevolgd en (iii) docenten worden gericht ingezet in het internationale programma.
Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en analyse van documentatie verkregen tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie analyse betreft onder andere het zelfevaluatierapport, het vastgestelde kwaliteitsbeleid en uitgevoerde evaluatieonderzoeken. Tevens is door het auditteam een aantal verbetertrajecten nagelopen om de daadwerkelijke implementatie te verifiëren. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding heeft laten zien dat het op basis van evaluaties concrete verbeterplannen ontwikkelt en ook daadwerkelijk uitvoert. Voor de uitvoering van de verbetermaatregelen heeft de opleiding adequate procedures ontwikkeld voor analyse, prioritering en uitvoering.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 55
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Criterium Het facet ‘betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn -en zo ja op welke wijze- medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding? Bevindingen Het instituut AGZ, waaronder de opleiding Fysiotherapie valt, betrekt studenten, medewerkers, beroepenveld en alumni bij de kwaliteitszorg van het instituut via overlegorganen en evaluaties. Het instituut zorgt daarnaast via projecten dat de diverse groepen ook actief betrokken worden bij verbeteracties. Op Saxionniveau is de betrokkenheid geregeld in de volgende organen: • Het medezeggenschapsorgaan • Opleidingscommissie • Beroepenveldcommissie (BVC) • Raad van advies Studenten en medewerkers van de Saxion-opleidingen participeren in de eerste twee overlegorganen. Het beroepenveld en de alumni zijn vertegenwoordigd in de laatste twee organen. Daarnaast worden de studenten, medewerkers, beroepenveldvertegenwoordigers en alumni betrokken via de diverse kwaliteitsevaluaties die in het kader van de kwaliteitszorg door de opleiding worden uitgevoerd. Hieronder is per groep aangegeven waarin zij betrokken worden: • Studenten participeren in de/het: o MR o opleidingscommissie i.o. o studentenberaad Convoco en in de (Engelstalige) Studentcouncil o evaluatiepanels o onderwijsontwikkeling o onderwijsuitvoering. • Medewerkers participeren in, en worden betrokken bij: o commissies o incidentele activiteiten o MR (en opleidingscommissie i.o.) o BVC o RvA o scholings- en afstemmingsmomenten (6 dagen/jaar) o ‘instituutsheidagen’ (2 dagen/2 jaar) o personeelsvergaderingen (3/jaar) o wekelijkse lunchbijeenkomst. • Werkveld participeert in: o BVC o gastdocenten (ongeveer 70) o docent o externe examinatoren (PvB) o structurele regionale werkveldbijeenkomsten o onderwijsinnovatietrajecten (zoals leerlijn psychosociale wetenschap, start SP project) o onderwijsevaluatie (zoals bij het onderwijsthema van K5: centraal neurologische aandoeningen).
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 56
•
Alumni o o o o
•
Oud-medewerkers participeren o in simulatiepatiëntenprojecten
participeren: als praktijkinstructeur en docent in de BVC via de periodieke alumni-enquête (Nederlandse en buitenlandse alumni) 5-jaarlijkse alumni bijeenkomst / reünie
Naast overleggen en evaluaties participeren de diverse belanghebbenden ook in de uitvoering van het kwaliteitsbeleid. Docenten zijn vertegenwoordigd in het implementeren van verbeteringen in het curriculum via allerlei commissies. Studenten hebben de afgelopen jaren geparticipeerd in kwaliteitsverbetertrajecten als het project SKILLS en de uitvoering van de evaluatiepanels. Beroepenveld is betrokken bij de aanpassing van het curriculum, via de externe audit, nu via de BVC. Docenten en studenten worden op deze wijze adequaat ingezet bij de interne kwaliteitszorg en bij het opstellen en uitvoeren van het verbeterbeleid. Alumni blijken ook direct betrokken te zijn bij het kwaliteitsbeleid van de opleiding, en wel in de vorm van docent bij de opleiding.
Internationale oriëntatie Het buitenlandse werkveld wordt bij de opleiding betrokken door middel van een jaarlijkse stageconferentie voor buitenlandse stagebegeleiders. In het verleden werden stage adressen in het buitenland bezocht, tegenwoordig worden de stageadressen in Noorwegen bezocht door de Noorse stagecoördinator. Buiten Noorwegen worden incidenteel stagebezoeken afgelegd. De studieloopbaanbegeleider heeft contact met het stageadres. Buitenlandse alumni worden eens in de vijf jaar uitgenodigd voor de reünie en zijn hier ruimschoots aanwezig. Verder worden de alumni benaderd voor de alumni-enquête en het startbekwaamheidsonderzoek. Alumni vervullen in veel gevallen eveneens de rol van werkveld en stageverlener. Studenten worden bij de opleiding betrokken door deel te nemen aan allerlei evaluaties (studentenquête, kwartielboek en reader enquête, studentpanel). Daarnaast kunnen studenten door middel van de Student Council invloed op het beleid uitoefenen.
Oordeel: Goed Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en analyse van documentatie verkregen tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie analyse betreft onder andere het zelfevaluatierapport, het vastgestelde kwaliteitsbeleid en uitgevoerde evaluatieonderzoeken. Verslagen van commissies zijn ingezien en er is gesproken met de opleidingscommissie. Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding betrekt studenten, medewerkers, beroepenveld en alumni frequent, intensief en op systematische wijze bij het kwaliteitsbeleid van de opleiding. Dit gebeurt via overlegorganen, evaluaties en implementatietrajecten. Uit de gesprekken is het auditteam gebleken dat deze groepen bijzonder tevreden zijn over de betrokkenheid hierbij. Opvallend is dat alumni ook direct betrokken zijn bij dit beleid door als docent bij de opleiding te werken. De opleiding krijgt zo van verschillende kanten en op verschillende wijze input op het kwaliteitsbeleid en welke kant het op moet.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 57
SAMENVATTEND OORDEEL “INTERNE KWALITEITSZORG”: VOLDOENDE Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Interne Kwaliteitszorg voor de Fysiotherapie opleiding om de volgende redenen: • De opleiding Fysiotherapie heeft al sinds een aantal jaren een kwaliteitsbeleid waarin periodiek wordt geëvalueerd. De opleiding heeft heldere verantwoordelijkheden belegd en op hogeschool niveau zijn streefdoelen geformuleerd voor evaluaties. • De opleiding heeft laten zien dat het op basis van evaluaties verbeterplannen ontwikkelt en uitvoert. Voor de uitvoering van de verbetermaatregelen heeft de opleiding adequate procedures ontwikkeld voor analyse, prioritering en uitvoering. • De opleiding betrekt studenten, medewerkers, beroepenveld en alumni op voldoende wijze bij het kwaliteitsbeleid van de opleiding. Dit gebeurt via overlegorganen, evaluaties en implementatietrajecten. Uit de gesprekken is het auditteam gebleken dat deze groepen tevreden zijn over de betrokkenheid hierbij. Conform de “Beslisregels Accreditatie”, zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel alle facetten van het onderwerp “Interne Kwaliteitszorg” als goed. Dit rechtvaardigt (zie § 1.2.2. onder D en E) een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp. Reden voor het auditteam de kwalificatie goed als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 58
Onderwerp 6: Resultaten Het zesde onderwerp bestaat uit twee facetten: 1. gerealiseerd niveau; 2. onderwijsrendement.
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Criterium Het facet ‘gerealiseerd niveau’ is beoordeeld aan de hand van het volgende NVAO-criterium: • Zijn de gerealiseerde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties? Bevindingen De opleiding Fysiotherapie toetst de gerealiseerde eindkwalificaties tijdens de hele opleiding en tijdens het eindexamentraject worden de eindkwalificaties over de volle breedte getoetst. De volgende onderdelen behoren tot het eindexamentraject: • Beroepsvoorbereidende stage • Afstudeerproject • Presentatie afstudeerproject • Studieloopbaantraject (waarin de student in de portfolio aantoont over de juiste competenties te beschikken) of een proeve van bekwaamheid als het studieloopbaantraject niet volledig is doorlopen (bijvoorbeeld door stage in het buitenland) Door de diversiteit van beoordelingen in het eindexamentraject verzekert de opleiding zich ervan dat èn alle eindtermen (zowel de Nederlandse als de internationale) aanbod komen èn dat er sprake is van een divers samengestelde groep beoordelaars die de student beoordeelt, om het niveau te verzekeren. In de beroepsvoorbereidende stage heeft het werkveld een belangrijke bijdrage in de beoordeling via de stagebegeleider. De stagebegeleider beoordeelt de student in samenwerking met de werkveldcommissie (de commissie die stages begeleid). Deze werkveldcommissie bezoekt het stageadres minimaal 1 keer per jaar, en organiseert bijeenkomsten voor begeleiders en verzorgt een cursus voor de begeleiders. De werkveldcommissie heeft ook een belangrijke taak in de uitvoering van het Internationale Oriëntatiebeleid. In deze commissie zitten de werkveldcoördinator, de stagecoördinator, coördinator IC en Björknes, coördinator Rheine, regionale coördinator Noorwegen en secretariële ondersteuning. Via alle samenwerkingsverbanden controleert deze werkveldcommissie ook de buitenlandse stages. Stagebezoeken in onder andere Duitsland, Noorwegen en Ierland hebben geleid tot het opnemen van nieuwe onderdelen in het curriculum. Tijdens de internationale stagebezoeken heeft eveneens kennisuitwisseling plaatsgevonden over de vernieuwingen in Nederland, bijvoorbeeld op het gebied van verslaglegging en methodisch handelen. Tevens zijn er een drietal congressen georganiseerd voor buitenlandse stagebegeleiders om hen te informeren over Fysiotherapie in Nederland en de opzet van het onderwijs. Overigens merkt het auditteam op, dat inmiddels door het vernieuwde studieloopbaanbegeleidingssysteem een verandering in de stagebegeleiding heeft plaatsgevonden. De SLB’er is verantwoordelijk voor de begeleiding vanuit de opleiding tijdens de stages, de SLB’er onderhoudt het contact met het stageadres. Doordat een student gedurende de gehele opleiding dezelfde studieloopbaanbegeleider heeft is de ontwikkeling beter te volgen, te coachen en eventueel bij te sturen. Het afstudeerproject en de presentatie (en eventueel de proeve van bekwaamheid) worden door de themacoördinator PEP beoordeeld. Het studieloopbaantraject wordt beoordeeld door de coördinator van de studieloopbaantrajecten.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 59
De opleiding krijgt informatie over het uiteindelijk gerealiseerde niveau via de alumni-enquête en de HBOmonitor en ook via het startbekwaamheidsonderzoek waarmee het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar wordt geïnventariseerd. Tevens krijgt de opleiding inhoudelijk feedback op het niveau van de beroepenveldcommissie, en de evaluatie van de stages. De stage-evaluatie gebeurde tot nu toe mondeling, maar vanaf dit jaar gebeurt dit schriftelijk. (Zie facet 5.2). De opleiding betrekt het werkveld niet bij de evaluatie van de afstudeeropdracht en de presentatie daarvan. Het werkveld heeft echter belangrijke input in de beroepsvoorbereidende stage, dat een belangrijk onderdeel van het totale afstuderen is. Uit de alumni-enquête komt naar voren dat een grote en groeiende groep studenten tevreden is over de aansluiting van de opleiding op de huidige functie. In 2001 vond 89% de aansluiting voldoende, in 2003 was dit gestegen naar 95%. (De norm is 70%). De externe audit heeft het eindexamentraject beoordeeld en heeft deze adequaat bevonden. Internationale oriëntatie Met betrekking tot de internationale component wijst het auditteam op de volgende aspecten: § Drietalige stage- en afstudeertrajecten (Nederlands, Duits en Engels) § Ruim aanbod aan stageplaatsen in het buitenland (zie 7.2.) § Studielooopbaantraject innovatie ‘the learning community’ (zie ook 4.2.) § Jaarlijks stagebegeleiderscongres voor buitenlandse stagebegeleiders § Afstudeerprojecten met buitenlandse partners,inclusief beoordeling (zie: 1.1) De informatie die de opleiding ook via deze weg verkrijgt laat zien dat ook het buitenlands beroepenveld tevreden is over het niveau van de student en de afgestudeerden.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 60
Oordeel: Voldoende Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en analyse van documentatie verkregen tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie analyse betreft onder andere het zelfevaluatierapport. Het auditteam heeft de afstudeeronderwerpen bekeken en enkele afstudeerverslagen ingezien. Tevens heeft het auditteam inzage gekregen in de evaluatie van de stage en afstudeerverslagen. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding heeft voldoende inzicht in het niveau van de studenten. Via het beoordelingstraject zorgt de opleiding voor voldoende momenten van toetsing van alle eindkwalificaties door een divers samengestelde groep beoordelaars. Anders gezegd, de opleiding maakt gebruik van voldoende (externe) bronnen om informatie te verkrijgen over het niveau van haar afgestudeerden. Die informatie laat zien, dat het werkveld (ook het werkveld in het buitenland) tevreden is over het niveau van de afgestudeerden. Het auditteam heeft kunnen constateren dat alle eindkwalificaties inderdaad worden getoetst en dat het niveau op voldoende wijze wordt geborgd door de vele momenten van beoordeling. De afstudeeropdrachten van de studenten zijn naar het oordeel van het auditteam van voldoende inhoudelijk en analytisch niveau. De onderwerpen zijn relevant voor het werkveld van de fysiotherapeut. Via evaluaties onder alumni en beroepenveld zorgt de opleiding voor een vinger aan de pols of de opleiding aansluit bij het gewenste niveau van in het werkveld. De opleiding zou deze terugkoppeling nog kunnen versterken door bijvoorbeeld jaarlijks het niveau van de afstudeerwerken van de studenten te beoordelen, bijvoorbeeld in de beroepenveldcommissie. Dit neemt niet weg dat het auditteam van mening is dat de opleiding voor het gerealiseerd niveau een voldoende scoort.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 61
Facet 6.2. Onderwijsrendement Criteria Het facet ‘onderwijsrendement’ is beoordeeld aan de hand van de volgende NVAO-criteria: • Zijn er, al dan niet in samenspraak met verwante opleidingen, streefcijfers geformuleerd in vergelijking met andere relevante opleidingen? • Voldoet het onderwijsrendement aan deze streefcijfers? Bevindingen De opleiding gebruikt al jaren streefcijfers en kengetallen voor de evaluatie van resultaten. Deze cijfers komen niet allemaal overeen met de Saxion vastgestelde kengetallen en streefcijfers. Binnen Saxion worden voor de planning en control cyclus diverse kengetallen gebruikt voor de evaluatie van de resultaten. De kengetallen voor de resultaten zijn in 2002 op Saxion niveau vastgelegd. Binnen Saxion is ervoor gekozen de kengetallen te gebruiken, die de afgelopen jaren in de visitaties oude stijl werden gebruikt. Door het verschil in kengetallen en streefcijfers is de vergelijking alleen mogelijk na 2002 voor alle streefwaarden. Voor sommigen is een langere vergelijking mogelijk. Deze kengetallen en (voorlopige) streefwaarden zijn: 1.
Aantal ingeschreven studenten. Streefwaarde: aantal ingeschreven studenten is minimaal gelijk aan die van de peildatum van het voorgaande studiejaar. 2. Instroom propedeuse, eerste keer HBO. Streefwaarde: aantal instromers is minimaal gelijk aan die van de peildatum van het voorgaande studiejaar. Landelijk is afgesproken dat de opleidingen Fysiotherapie met een fixus blijven werken. In 2004 bedraagt de fixus 145 nieuwe eerstejaars studenten, net als in 2002 en 2003. 3. Totaal aantal instromende studenten: ‘instroom opleiding’. Streefwaarde: aantal is minimaal gelijk aan die van de peildatum van het voorgaande studiejaar. 4. Totaal aantal geslaagden. Geen streefwaarde, wel een streeftrend: het totaal aantal geslaagden toont een stijgende lijn. 5. Aantal geslaagden uit propedeuse-instroom ‘eerste keer HBO’. Geen streefwaarde, wel een streeftrend: het totaal aantal geslaagden toont een stijgende lijn. 6. Gemiddelde studieduur geslaagden, in jaren. Streefwaarde: studieduur <= 4,25 jaar, en is de waarde voor een opleiding hoger dan 4,25 jaar dan moet in elk geval over de laatste jaren dalende tendens zichtbaar zijn in de richting van dit streefcijfer. 7. Aantal studiestakers. Geen streefwaarde, wel een streeftrend: het totaal aantal studiestakers toont een dalende lijn. 8. Gemiddelde studieduur studiestakers, in jaren. Streefwaarde: studieduur <= 1,25 jaar, en is de waarde hoger dan 1,25 jaar dan moet in elk geval over de laatste jaren een dalende tendens zichtbaar zijn in de richting van dit streefcijfer. 9. Opleidingsrendement: percentage diploma behaald in 4 jaar of minder. Streefwaarde: minimaal 70% van de instroom ‘eerste keer HBO’ behaalt het einddiploma in 4 jaar of minder. 10. Uitvalpercentage: percentage uitvallers ‘eerste keer HBO’ in het eerste jaar. Streefwaarde: het percentage uitvallers ‘eerste keer HBO-instroom in het eerste studiejaar is maximaal 30%. De opleiding krijgt de cijfers via de afdeling R&I (Registratie en Informatie) van Saxion. Uit de analyse van de algemene gegevens blijkt dat de opleiding niet alle hierboven geformuleerde streefwaarden haalt. De volgende punten komen naar voren: • De nieuwe Saxion streefcijfers/streefwaarden 1, 2, 3, 6 en 10 worden gehaald. • Streefwaarde 4 vertoont een zeer fluctuerend beeld in plaats van een stijgende lijn. Deze fluctuatie heeft te maken met een aantal eenmalige problemen, in 97/98 is een nieuw onderwijsconcept ingezet en in 98/99 zijn er plaatsingsfouten door de IBG gemaakt. Tevens wordt de fluctuatie veroorzaakt door de maand waarin de Björknes studenten afstuderen. Dat wisselt waardoor er een fluctuatie optreedt.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 62
• •
Deze redenen maken het niet noodzakelijk hier onmiddellijke actie op te ondernemen. Het aantal geslaagden na een jaar propedeuse (streefwaarde 5) is niet gehaald. Uit streefwaarde 7 en 8 blijkt dat aandacht voor op tijd inschrijven van internationale studenten essentieel is. Voor de Nederlandse studenten worden de streefcijfers wel gehaald.
Uitgesplitst naar instroomgroep blijkt: • Het rendement van de propedeuse voor MBO daalt. Deze instroomgroep had te kampen met achterblijvende rendementcijfers bij de vorige visitatie. Door de invoering van PGO zijn de rendementen fors verbeterd de afgelopen jaren, maar laten momenteel weer een terugval zien. De oorzaak hiervan is een toename van de uitval binnen deze groep is toegenomen. • Het algemene beeld is dat de VWO-groep en de groep ‘anders’ (Buitenlandse en 21+ studenten) de best presterende groepen zijn. Gevolgd door de MBO’ers en de havisten. • Het afstudeerrendement van MBO’ers en havisten is acceptabel, rond de 50%, in overeenstemming met de Saxion norm van 50% na 5 jaar. • De internationale instroomgroepen halen een beter rendement dan de initiële Nederlandstalige groepen. Forse rendementsverschillen zijn vast te stellen in de gemiddelde uitval en in het einddiplomarendement. Kortom, procentueel halen meer internationale dan Nederlandse studenten het diploma en doen dit in een kortere tijd. De realisatie van de rendementstreefcijfers is nog niet op alle onderdelen op het gewenste niveau. Wel heeft de opleiding verbetermaatregelen getroffen om hier verandering in aan te brengen. De verbetermaatregelen zijn: • De verdere intensivering van studieloopbaanbegeleiding is onder andere bedoeld om de doorstroom van studenten te verbeteren. Daarmee wordt een verhoging van rendementen bewerkstelligd. • Uit de door de centrale afdelingen aangeleverde cijfers is niet na te gaan wáár de vertraging in de studie optreedt. Gevoelsmatig denken de coördinatoren van de opleiding dat vertraging met name zit in het 2e jaar en bij het afstuderen (ASP). Om dit na te gaan wil de opleiding in 2004-2005 een verdere (longitudinale) analyse van het aantal behaalde studiepunten per jaar starten. • In het afstudeertraject wordt komend jaar een verandering doorgevoerd: door strakkere begeleiding en groepsvorming (in plaats van individueel afstuderen) willen de opleiding vertraging in dat traject verminderen. • Om het rendement van de MBO-instroom te verbeteren is een onderzoek gestart om de oorzaken van de uitval te achterhalen en met verbetermaatregelen te komen. • Tot voor kort beschikte de opleiding niet over uitgesplitste rendementscijfers. Naar aanleiding van de audit die door Hobéon Certificering is uitgevoerd heeft de opleiding deze cijfers gegenereerd. Dit heeft geleid tot het verbeterpunt dat vanaf september 2005, in de cyclus van het kwaliteitsbeleid, naast algemene rendementgegevens ook de uitgesplitste gegevens jaarlijks zullen worden meegenomen per groep studenten (Nederlandse, internationale, Björknes, Rheine). De opleiding Fysiotherapie is overigens van mening dat de op Saxion-niveau vastgestelde streefcijfers niet in alle gevallen realistisch dan wel hanteerbaar zijn als streefcijfer. Voor de invoering van de Saxion streefcijfers gebruikte de opleiding een eigen set van streefwaarden die de opleiding naast de Saxion cijfers gaat gebruiken.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 63
Internationale oriëntatie De buitenlandstalige groepen kennen goede rendementen. Beter dan de Nederlandstalige instroomgroep. Met name het hoge einddiplomarendement (range over de jaren van 82% en 100%) met een gemiddeld kortere studieduur (range over de jaren van 3,8 – 4,0 jaar) zijn in het oog springend. Dit betekent een structureel lagere uitval en een kortere studieduur voor de propedeuse ten opzichte van de Nederlandse instroomgroep. De oorzaken hiervoor zijn: (i) gemiddeld hogere vooropleidingsniveau, (ii) meer studie-ervaring, (iii) gemiddeld oudere leeftijd bij het starten van de studie, (iv) grotere eigen financiële verantwoordelijkheid.
Oordeel: Voldoende Aan de hand van een analyse van de documentatie die de opleiding heeft toegezonden, gesprekken en analyse van documentatie verkregen tijdens de audit is het auditteam tot een oordeel gekomen. De documentatie analyse betreft onder andere het zelfevaluatierapport, en de rendementscijfers die het auditteam ter inzage heeft gekregen, zowel algemeen als uitgesplitst naar instroomgroep. Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding heeft een set kengetallen die het gebruikt bij de evaluatie van de resultaten. Alhoewel de opleiding niet alle kengetallen haalt, heeft het adequaat verbeterbeleid ingezet om dit aan te passen. Naar het oordeel van het auditteam heeft de opleiding snel en adequaat het beleid aangepast om naast algemene rendementscijfers ook rendementscijfers uitgesplitst naar instroomgroep te betrekken in de evaluatie van het rendement.
SAMENVATTEND OORDEEL “RESULTATEN”: VOLDOENDE Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp Resultaten voor de Fysiotherapie opleiding om de volgende redenen: • De opleiding Fysiotherapie evaluaties. • De opleiding heeft een duidelijke set kengetallen gedefinieerd voor wat betreft rendement. Daar waar deze niet worden gehaald heeft de opleiding verbeterplannen. • De opleiding beschikt inmiddels over een uitsplitsing van de rendementscijfers naar instroomgroep zodat het ook de internationale instroom kan evalueren.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 64
Onderwerp 7: Bijzonder Kwaliteitskenmerk: Internationale Oriëntatie Dit onderwerp kent vier facetten: 1. differentiatie en profilering; 2. kwaliteit; 3. concretisering; 4. onderscheidend karakter.
Facet 7.1. Differentiatie en profilering Bevindingen Internationale Oriëntatie is een belangrijk speerpunt van de opleiding Fysiotherapie aan de Saxion Hogeschool Enschede. De Europese eenwording en met name de Bologna verklaringen hebben het vrije verkeer in het onderwijs aanzienlijk vergroot. De opleiding wil een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep Fysiotherapie op mondiaal/Europees niveau en tevens deze ontwikkelingen inbrengen in het onderwijsprogramma in Nederland om een kwalitatief hoogwaardige opleiding aan te bieden. Er is een toenemende vraag vanuit het buitenland naar de Nederlandse opleiding Fysiotherapie en er is een toenemende vraag van Nederlandse studenten naar leer/werkervaring in het buitenland. Met het aanbieden van leer/werkervaring wil de opleiding Fysiotherapie ook de employability van studenten op mondiaal niveau vergroten. De opleiding levert deze bijdrage door internationale samenwerking te organiseren op het gebied van programma ontwikkeling en stageplaatsen. Er is een actief beleid om studenten in het buitenland studie en werkervaring te laten opdoen. De internationale samenwerking heeft geleid tot een ruim internationaal stage netwerk (zie ook onder facet 7.3.) en tot convenanten (zie onder facet 7.3.) Om aan te sluiten bij de ontwikkelingen van de Fysiotherapie in het buitenland zorgt de opleiding via evaluatie van buitenlandse stages, gesprekken met buitenlandse beroepsverenigingen en lectoraat voor afstemming van de eindkwalificaties. Dankzij deze aansluiting op buitenlandse arbeidsmarkten wordt het diploma van de opleiding Fysiotherapie in Enschede in Noorwegen, Duitsland, Ierland en Zuid-Afrika erkend. In landen waar het programma nog niet is erkend begeleidt de opleiding studenten actief om hun diploma erkend te krijgen. Het beleid heeft geleid tot een forse instroom van internationale studenten in het initiële programma. Via verschillende instroomvarianten hebben inmiddels meer dan 500 studenten deelgenomen aan de Fysiotherapie opleiding van Enschede sinds 1993. Daarnaast zorgt het internationale netwerk van de opleiding dat een fors deel van de studenten transculturele ervaring opdoet door een deel van de opleiding in het buitenland te doen. Zo volgt 100% van de buitenlandse en 20% van de Nederlandse studenten een stage in het buitenland. Aldus biedt de opleiding ook Nederlandse studenten de mogelijkheid binnen de opleiding het Engelstalige programma te volgen. Voor Nederlandse en buitenlandse studenten is er voorts de mogelijkheid om te participeren in internationale projecten (bijv. Hacette University Ankara, Medunsa University Zuid-Afrika, University of Limpopo Pretoria Zuid-Afrika). Door de internationale samenwerking draagt de opleiding actief bij aan het ontwikkelen van het vakgebied. Dit gebeurt in Europees verband binnen de ENPHE, maar ook door samenwerking met bijvoorbeeld de Fachhochschule Osnabrück en Münster om te komen tot een Master Fysiotherapy. De profilering betekent dat studenten die aan de Saxion Hogeschool Enschede de opleiding Fysiotherapie volgen meer en ruimer de mogelijkheid hebben om de opleiding te verrijken en te verbreden op internationaal niveau.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 65
Oordeel: Voldoende Het auditteam beoordeelt dit facet als voldoende voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding levert met dit beleid een betekenisvolle bijdrage aan de differentiatie en profilering in het hoger onderwijs door concreet bij te dragen aan de internationale ontwikkelingen in het vakgebied van de Fysiotherapie.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 66
Facet 7.2. Kwaliteit Bevindingen Accreditatie en erkenning is een centraal ijkpunt voor de bepaling van de gerealiseerde kwaliteit van de opleiding. Het Enschedese diploma Fysiotherapie wordt in vele landen erkend, zoals Ierland, Noorwegen, Duitsland en Zuid-Afrika. De Enschedese opleiding Fysiotherapie leidt studenten dus niet alleen op voor de Nederlandse eindkwalificaties maar tevens voor internationale eindkwalificaties zoals deze gelden in Noorwegen, Duitsland, Ierland en Zuid-Afrika. Studenten van de Enschedese Fysiotherapie opleiding hebben daarom een bredere kijk op Fysiotherapie en zijn geschoold voor de internationale arbeidsmarkt. De opleiding biedt studenten een aantal extra kwalificaties die in het internationale beroepenveld van belang zijn op het gebied van: • Oncologie • Intensive Care • Medical fitness • Therapy master • Tapen en bandageren • Dermatologie • Fysiothechniek applicaties • Massage Oordeel: Goed Het auditteam beoordeelt dit facet als goed voor de opleiding Fysiotherapie van de Saxion Hogeschool Enschede. De opleiding Fysiotherapie biedt met de profilering op de internationale oriëntatie een bijzondere kwaliteit voor de studenten enerzijds en de arbeidsmarkt anderzijds. Studenten krijgen de mogelijkheid om hun opleiding te verrijken en krijgen met het diploma toegang tot meer dan alleen de Nederlandse arbeidsmarkt. Voor de arbeidsmarkt geldt dat zij studenten krijgen met een bredere kijk op Fysiotherapie en internationale ervaringen.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 67
Facet 7.3. Concretisering Bevindingen Organisatie Binnen de organisatie van de opleiding heeft de internationale oriëntatie een belangrijke centrale plaats. De werkveldcommissie heeft een belangrijke taak in het uitvoeren van het Internationale Oriëntatiebeleid. Deze commissie bestaat uit de werkveldcoördinator, de stagecoördinator, coördinator IC en Björknes, coördinator Rheine, regionale coördinator Noorwegen en secretariële ondersteuning. De IC coördinator is ook lid van de onderwijscommissie (TCO). De opleiding heeft een uitgebreid internationaal netwerk opgebouwd. Niet alleen om samen te werken in het kader van stageplaatsen, maar ook om tot internationale afstemming te komen over de inhoud van het programma. Zo heeft de opleiding een aantal doorstroomprogramma’s ontwikkeld met een aantal buitenlandse onderwijsinstellingen. De opleiding heeft structurele contacten met de volgende landen: Noorwegen, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Curaçao, Zuid-Afrika, Ierland, Australië, Spanje, Hongarije, Ghana. Landen waar incidenteel studenten naar toe gaan zijn : Botswana, Nepal, Filippijnen, Vietnam, Cambodja, Australië, Canada, Schotland, Israël, Malta, Zweden, Turkije, IJsland, Indonesië en Aruba. Tot slot heeft het lectoraat een belangrijke plaats in het Internationale Oriëntatiebeleid. Het lectoraat zorgt voor internationale contacten en afstemming op meer wetenschappelijke ontwikkelingen. Afstemming internationale arbeidsmarkt Op verschillende wijze vindt inhoudelijke afstemming met het internationale beroepenveld plaats. Zo is de opleiding lid van het ENPHE (European Network Physiotherapy Education), de werkveldcoördinator is hiervoor de contactpersoon. Het ENPHE organiseert ieder jaar twee congressen waarin zowel inhoudelijke aspecten van de Fysiotherapie als de onderwijskundige aspecten een plaats krijgen. Daarnaast vinden er internationaal stagebezoeken plaats in onder andere Duitsland, Noorwegen en Ierland. Deze bezoeken hebben geleid tot nieuwe onderdelen in het curriculum, zoals inpassing van Intensive Care en Hart-vaat-longen in het curriculum. Tijdens de stage bezoeken heeft tevens kennisuitwisseling plaatsgevonden van belangrijke vernieuwingen in Nederland als methodisch handelen en evidence based medicine. Hiervoor heeft de opleiding ook een drietal congressen georganiseerd om buitenlandse stagebegeleiders te informeren over de ontwikkelingen in de Fysiotherapie in Nederland en de opzet van de opleiding. Via het lectoraat vindt eveneens kennisuitwisseling plaats met het internationale beroepenveld via lezingen op internationale congressen en samenwerking met de Hacettepe University in Ankara. Verder participeert de opleiding in het CUNE-project om te komen tot een binationale masteropleiding Fysiotherapy, in samenwerking met de Fachhohschule Osnabrück en de Fachhochschule Münster. Personeel De internationale oriëntatie is ook in het personeelsbeleid terug te vinden. 35% van het personeel heeft een internationale ervaring opgedaan en 10% is van buitenlandse herkomst. Iedere medewerker die wordt aangenomen wordt geselecteerd op taalvaardigheid in het Engels en/of het Duits. Hiervoor wordt een taalassessment toegepast. Zie ook onder facet 3.1. en 3.3.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 68
Programma In het programma van de opleiding komt Internationale Oriëntatie op diverse plaatsen in het curriculum terug. Niet alleen in de programmaonderdelen, maar ook in bijvoorbeeld de stages. 20% van de Nederlandse en 100% van de internationale studenten volgt een stage in het buitenland. Hiervoor heeft de opleiding een groot internationaal netwerk van onderwijsinstellingen opgezet. Een belangrijk deel van de instroom van de opleiding is internationaal met een diverse achtergrond. De opleiding heeft voor verschillende instroomgroepen speciale instroomprogramma’s gemaakt in samenwerking met buitenlandse instituten. De internationale opleidingen zijn in het Engels/Duits vertaald. Dit betekent dat de kwartielboeken, readers, toetsen, maar ook de studiegids en alle regelingen en procedures in het Engels/Duits beschikbaar zijn. In het studielandschap en de bibliotheek is een ruime voorraad van Engelstalige/Duitse literatuur en tijdschriften. Hiervoor heeft de opleiding vertalers in dienst. Zie voorts onder Onderwerp 2. Studiebegeleiding De opleiding heeft een grote instroom van buitenlandse studenten uit landen met een andere onderwijsfilosofie dan in Nederland. Studenten moeten wennen aan de zelfstandige manier van leren die hier in Nederland gewoon is. De opleiding investeert daarom in goede studiebegeleiding met aandacht voor de individuele student. Voor de buitenlandse studenten is er daarom een Student Council dat regelmatig overleg heeft met de IC coördinator en de directeur AGZ. Zie voorts onder facet 4.2. Resultaten De informatie die de opleiding verkrijgt laat zien dat ook het buitenlands beroepenveld tevreden is over het niveau van de student en de afgestudeerden. De opleiding verkrijgt deze informatie via bijvoorbeeld: § Drietalige stage- en afstudeertrajecten (Nederlands, Duits en Engels) § Ruim aanbod aan stageplaatsen in het buitenland (zie 7.2.) § Studielooopbaantraject innovatie ‘the learning community’ (zie ook 4.2.) § Jaarlijks stagebegeleiderscongres voor buitenlandse stagebegeleiders § Afstudeerprojecten met buitenlandse partners,inclusief beoordeling (zie: 1.1) De buitenlandstalige groepen kennen goede rendementen. Beter dan de Nederlandstalige instroomgroep. Met name het hoge einddiplomarendement (range over de jaren van 82% en 100%) met een gemiddeld kortere studieduur (range over de jaren van 3,8 – 4,0 jaar) zijn in het oog springend. Dit betekent een structureel lagere uitval en een kortere studieduur voor de propedeuse ten opzichte van de Nederlandse instroomgroep. De oorzaken hiervoor zijn: (i) gemiddeld hogere vooropleidingsniveau, (ii) meer studie-ervaring, (iii) gemiddeld oudere leeftijd bij het starten van de studie, (iv) grotere eigen financiële verantwoordelijkheid.
Oordeel: Goed De opleiding heeft de internationale oriëntatie op diverse wijze laten terug komen in de opleiding. Er is binnen de organisatie concrete aandacht voor het onderwerp. De opleiding heeft internationale oriëntatie in alle programma onderdelen verankerd.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 69
Facet 7.4. Onderscheidend karakter Bevindingen Deze opleiding is in zijn opzet uniek in Nederland. Er zijn weliswaar andere hogescholen die de opleiding aanbieden voor buitenlandse studenten. Echter geen van de andere opleidingen heeft de opleiding opgezet om tegemoet te komen aan de internationale arbeidsmarkt of draagt met de opleiding bij aan de ontwikkeling van het beroep en het vakgebied over de grenzen heen. De internationale context is door de hele opleiding heen terug te vinden zoals in het beleid, het programma, personeel, lectoraat etc. De wisselwerking tussen de verschillende eisen van Nederland en andere landen zorgt voor een inhoudelijke uitwisseling van ideeën die bijdraagt aan de ontwikkeling van het beroep en het vakgebied. Oordeel: Goed Naar het oordeel van het auditteam onderscheidt de opleiding zich met haar (in het gehele programma verankerde!) internationale focus substantieel van de andere Nederlandse Fysiotherapie opleidingen en daardoor levert zij een belangrijke bijdrage aan het Nederlandse hoger onderwijs enerzijds en aan de Fysiotherapie anderzijds.
SAMENVATTEND OORDEEL “BIJZONDER KWALITEITSKENMERK”: VOLDOENDE Op basis van de oordelen op de facetten komt het auditteam tot een voldoende beoordeling op het onderwerp “Bijzonder Kwaliteitskenmerk” voor de Fysiotherapie opleiding om de volgende redenen: •
• • •
De opleiding levert met haar substantiële en structurele internationale oriëntatie beleid een betekenisvolle bijdrage aan de differentiatie en profilering in het hoger onderwijs door concreet bij te dragen aan de internationale ontwikkelingen in het vakgebied van de Fysiotherapie. De opleiding Fysiotherapie biedt met haar internationale profilering een bijzondere kwaliteit voor de studenten enerzijds en de arbeidsmarkt anderzijds. De opleiding heeft de internationale oriëntatie in alle daarvoor in aanmerking komende programmaonderdelen verankerd, maar ook in haar personeelsbeleid en de organisatie. De opleiding onderscheidt zich aanmerkelijk van haar Nederlandse zuster-opleidingen en zij draagt daardoor bij aan het hoger onderwijs in Nederland.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 70
3.
SAMENVATTEND OORDEEL
3.1.
Oordeelschema voltijd
De oordelen in hoofdstuk 2 staan hieronder schematisch weergegeven: HBO BACHELOR OPLEIDING Fysiotherapie- Voltijd
Onderwerp / Facet
Oordeel V†
1. Doelstellingen Opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie HBO
G G G
2. Programma 2.1. Eisen HBO 2.2. Relatie doelstellingen en inhoud programma
G V
2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom
V G G
2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
V G G
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen HBO 3.2. Kwantiteit personeel
V
V G V
3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen
V
4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten
G
5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten
G G
6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement 7. Bijzonder Kwaliteitskenmerk
V V
7.1. Differentiatie en profilering 7.2. Kwaliteit 7.3. Concretisering
V G G
7.4. Onderscheidend karakter
G
Samenvattend oordeel
†
V† V V† G
V
V†
V
Extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 71
3.2.
Integraal oordeel/ advies aan NVAO
3.2.1. Accreditatie Op basis van zijn bevindingen met betrekking tot alle in het NVAO Accreditatiekader vermelde onderwerpen en facetten, concludeert het auditteam dat de door de Saxion Hogeschool Enschede verzorgde HBO Bachelor Opleiding Fysiotherapie in aanmerking komt voor accreditatie door de NVAO. Conform de “Beslisregels Accreditatie”, zoals vastgelegd in het NVAO-Accreditatiekader, kan een Onderwerp niet hoger scoren dan ‘voldoende’. Het auditteam beoordeelt evenwel alle facetten van het onderwerp “Doelstellingen Opleiding” en het Onderwerp “Intern kwaliteitszorg” als goed. Voorts beoordeelt het auditteam met betrekking tot het Onderwerp “Voorzieningen” één facet als goed en één facet als voldoende. Dit alles rechtvaardigt (zie § 1.3.2. onder D en E) een kwalificatie ‘goed’ voor deze onderwerpen rechtvaardigt. Reden voor het auditteam de kwalificatie goed als extra aantekening aan zijn oordeel toe te voegen voor de onderwerpen (1) Doelstellingen opleiding; (4) Voorzieninge n; (5) Interne kwaliteitszorg. 3.2.2. Bijzonder Kwaliteitskenmerk Daarnaast heeft het auditteam het Bijzonder Kwaliteitskenmerk van de opleiding beoordeeld. Het betreft de internationale oriëntatie. Op basis van de bevindingen met betrekking tot de facetten van het in het NVAO Accreditatiekader vermelde Bijzonder Kwaliteitskenmerk, concludeert het auditteam dat de door de Saxion Hogeschool Enschede verzorgde HBO Bachelor Opleiding Fysiotherapie in aanmerking komt voor accreditatie met Internationale Oriëntatie Bijzonder Kwaliteitskenmerk.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 72
BIJLAGE I: Curricula Vitae auditoren en onafhankelijkheidsverklaringen externe auditoren
CURRICULA VITAE W.L.M. BLomen is sinds 1976 actief in het hoger (beroep) onderwijs op het gebied van bestuur, strategie en organisatie. Van 1976 tot 1992 in diverse functies bij de HBO-Raad, waaronder die van hoofd van een van de adviesgroepen en plv. secretaris-directeur, en sinds 1992 als senior-adviseur en later directeur en mede-eigenaar van de Hobéon Groep BV. Sinds 1996 is hij tevens werkzaam in de certificering van bedrijven in de monumentenzorg, in het hoger onderwijs en in de sector kunst en cultuur. Prof. Dr R.A de Bie studeerde Fysiotherapie aan de Deventer Academie voor Fysiotherapie en Bewegingswetenschappen en epidemiologie aan de Universiteit van Maastricht. Per december 2003 is hij benoemd als profileringshoogleraar Research in Physiotherapy bij de Faculteit der Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Maastricht. Tevens is hij bestuurslid van de Centre for Evidence-Based Physiotherapy in Sydney en is hij betrokken bij diverse initiatieven om PGO in het buitenland te helpen opzetten. J.B. van Haastregt is 3e jaars studente Hogere Europese Beroepenopleiding – HEBO aan de Haagse Hogeschool. Tevens heeft zij enkele maanden een studentuitwisselingsproject gedaan in het Verenigd Koninkrijk. Timo Timmerman heeft meer dan 25 jaar ervaring in het HBO als manager/directeur met een specifieke belangstelling voor onderwijsinnovatie en Internationale Oriëntatie. Op grond hiervan is hij in staat om de programma-opbouw, het onderwijsproces en de organisatorische context waarbinnen de uitvoering plaatsvindt, te beoordelen in het perspectief van de eisen die aan hbo-opleidingen gesteld worden. Robbert Visscher studeerde Technische Cognitie Wetenschap en werkte voorheen als onderzoeker en projectleider bij KPN research. Als lid van de Ondernemingsraad van deze organisatie was hij onder andere betrokken bij enkele reorganisaties. Bij People-force, een consultancybureau op het gebied van informatie- en communicatie technologie, was hij consultant en hield hij zich bezig met technische- en marketingvraagstukken. Robbert houdt zich bij Hobéon bezig met marktonderzoek en projectmanagement op het raakvlak van onderwijs en arbeid.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 73
ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 74
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 75
BIJLAGE II: Programma visitatie 26 april 2005 Tijd / lokaal 08.30 – 08.45 08.45 – 09.00
Gesprekspartner(s)
Managementteam en coördinatie accreditatie
Auditoren
Onderwerpen
Auditteam * Auditteam:
Voorbespreking Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Wienke Blomen Robbert Visscher
Strategisch beleid Marktpositie en instroom Internationale Oriëntatie Kwaliteitszorg Relatie beroepenveld Personeel Resultaten
Rob de Bie Timo Timmerman Anja van Haastregt
Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Relatie doelstelling en programma Samenhang programma Didactisch concept Propedeuse Praktijkcomponent Relatie beroepenveld Student-/studiebegeleiding
Wienke Blomen Robbert Visscher
Aansluitingsbeleid Werving, instroom, doorstroom Communicatie Informatievoorziening
Rob de Bie Timo Timmerman Anja van Haastregt
Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Relatie doelstelling en programma Samenhang programma Didactisch concept Propedeuse Praktijkcomponent Relatie beroepenveld Student-/studiebegeleiding Praktijkcomponent/stages Buitenschools leren: inrichting en borging kwaliteit Relatie beroepenveld & aansluiting arbeidsmarkt
Lokaal E273
09.00 – 10.00 Lokaal E273
Frans Pol, Mees Wijnen, Menno Pistorius, Monica Buijinck (MT oud IPS) Managementteam Instituutdirecteur & managers onderwijs Frans Pol, Mees Wijnen, Menno Pistorius, Monica Buijinck (MT oud IPS)
09.00 – 10.00
Coördinatoren onderbouw en bovenbouw
Lokaal E275
Karin Verschoor Ine Spijk Annet Olde Wolsink Fred Smedes
10:00 – 10:45
PR en voorlichting
Lokaal E273
Mariska van der Meer Annet Olde Wolsink Martine Nieuwenhuis Monica Buijinck Curriculum adviescommissie CAC, TCO en COOK
10.00 – 10.45
Lokaal E275
CAC: Frits Oosterveld Chantel OG Beverborg TCO: Ine Spijk COOK: Nitie Mardjan
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 76
10.45 – 11.00 11.00 – 11.45
Kwaliteitscommissie (COOK)
Auditteam Wienke Blomen Anja van Haastregt
Interne terugkoppeling, verificatie Innovatie Evaluatie Verbeterbeleid Betrekken belanghebbenden Resultaten
Rob de Bie Timo Timmerman Robbert Visscher
Innovatie Wetenschappelijke orientatie Internationale Oriëntatie Deskundigheidsbevordering Relatie beroepenveld Afstuderen Toetsbeleid Kwaliteitsborging ‘toetsen en beoordelen’ Vrijstellingenbeleid Klachten
Lokaal E273
11:00 – 11:45
Sandra van Dieren Chantel OG Beverborg Henk Hoekman Ingrid Ten Haken Mees Wijnen Lectoraat en Kenniskring
Lokaal E275
Frits Oosterveld Aert Baker André Bieleman
11:45 – 12:30
Toetscommissie & examencommissie Chantel OG Beverborg Monica Buijnck Frank Klein Overmeen Fred Smedes Ton Salari Opleidingscommissie & Studenten
Lokaal E275
11:45 – 12:30
Rob de Bie Timo Timmerman
Wienke Blomen
Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Samenhang Materiële voorzieningen Internationale Oriëntatie
Robbert Visscher Anja van Haastregt
Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Samenhang Materiële voorzieningen Internationale Oriëntatie Lunch, interne terugkoppeling, verificatie Verificatie Voorzieningen Stage en afstuderen Relatie werkveld Beoordeling stages Beoordeling stageplaatsen Internationale Oriëntatie
Lokaal E273
11:45 – 12:30 lokaal E278
Henk Hoekman Frank Klein Overmeen Ariane van de Boomgaard, Sjoerd Sengers, Hans Wiggers, Martine Klein Snakenburg, Hermien Koers, Antonio Hernandez van Oerthel, Linda Tijhaar Internationale studenten Anne Aune (jaar 1) Justina Foy (jaar 2) Dimitri Chan (jaar 3) Udi Dayan (jaar 3)
12.30 – 13.15
Auditteam
13.15 – 13.45
Rondleiding voorzieningen
(Deel) Auditteam
13.45 – 14.30
Werkveldcommissie
Lokaal E275
Wil Dielis Henk Hoekman Ine Spijk
Rob de Bie Timo Timmerman Robbert Visscher
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 77
13.45 – 14.30
Personeelsbeleid
Lokaal E273
Frans Pol Menno Pistorius Wil Dielis Claudia Even
14.30 – 15.15
Team studiecoaches
Lokaal E273
Monica Buijinck Ingrid Wildemors Monique Mulder Ton Salari Amy Hylton
14.30 – 15.15
Themacoördinatoren & docenten
Lokaal E275
Wienke Blomen Anja van Haastregt
HBO-component Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel Netwerk Internationale Oriëntatie Scholing
Wienke Blomen Anja van Haastregt
Studiebegeleiding PEP Beoordeling
Rob de Bie Timo Timmerman Robbert Visscher
Relatie werkveld Innovatie Beoordeling studenten Samenhang Didactisch concept Internationale Oriëntatie
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen Nader te bepalen
Annet Olde Wolsink Karin Verschoor Fred Smedes Nicole Bekhuis Lisette Schurink Rikke Asbjornsen Govert Verhoog 15.15 – 15.30
15.30 – 16.00 Lokaal E273
Documentenanalyse
(Deel) Auditteam
15.30 – 16.00 Lokaal E273
Nader te bepalen gesprekspartners
(Deel) Auditteam
Vrije ruimte voor verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen
Auditteam
Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
16.00 – 17.00 17.00 – 17.30
Alle gesprekspartners & genodigden
Auditteam: W.M.L. Blomen
lead-auditor / directeur Hobéon Certificering;
Prof. dr. R.A. de Bie
werkvelddeskundige Fysiotherapie;
T. P.M.M. Timmerman
onderwijskundig auditor;
J.B van Haastregt
studentlid/ notulist;
Drs. R. M. Visscher
secretaris / adviseur Hobéon Certificering.
©Hobéon® Certificering Adviesrapport Accreditatie Fysiotherapie, Saxion Hogeschool Enschede 78