Actualiteiten voor nieuwsgierige ondernemers Actualiteiten voor nieuwsgierige ondernemers
Jaargang 8 Nr. 1 - 2011
Kerkplein 5 6039 GH Stramproy Postbus 3116 6039 ZG Stramproy Tel. 0495 56 43 42 Fax. 0495 56 49 56
Inhoudsopgave 1. TE LAGE TERUGGAVE VOOR ALLEENSTAANDE OUDERS
3
2. ZWARTSPAARDERS OP DE HIELEN GEZETEN DOOR
3
FISCUS 3. BTW TERUGVRAGEN OP ONINBARE VORDERINGEN
3
4. FISCALE ONDERNEMERSFACILITEITEN 2011
4
5. OVERZICHT VAN DE ONDERNEMERSAFTREK IN 2011
5
6. LOKALE LASTEN ONDERNEMERS FLINK OMHOOG
6
IN 2011 7. ENERGIEREKENING IN 2011 OMLAAG
6
1. TE LAGE TERUGGAVE VOOR ALLEENSTAANDE OUDER Wie recht heeft op een alleenstaande-ouderkorting en voor het eerst in aanmerking komt voor een voorlopige teruggave kan in de maand januari bedrogen uitkomen. Deze mensen kunnen een te lage teruggave verwachten.Ook belastingplichtigen die in december 2010 of daarna nog een wijziging hebben aangebracht in de voorlopige teruggave kunnen een verlaging verwachten. Zij ontvangen maximaal € 127 te weinig. De Belastingdienst meldt dat het bedrag wordt gecompenseerd over de maanden februari tot en met december. Vanaf januari 2011 zijn de alleenstaande-ouderkorting en de aanvullende alleenstaandeouderkorting samengevoegd. Het bedrag dat een alleenstaande ouder in voorgaande jaren kreeg via een aanvullende alleenstaande-ouderkorting, zou dit jaar via de alleenstaandeouderkorting moeten worden uitbetaald. Bij de uitbetaling van de 1e termijn van de voorlopige aanslag 2011 is daarmee in nog geen rekening gehouden. Begin februari ontvangt iedereen die getroffen is een brief van de Belastingdienst met meer informatie.
[email protected] www.vandongenaccountancy.nl
2.
ZWARTSPAARDERS OP DE HIELEN GEZETEN DOOR FISCUS
Enkele honderden Nederlandse zwartspaarders kunnen binnenkort een brief verwachten van de fiscus. Zij worden verzocht om informatie te verstrekken. De Belastingdienst kreeg de namen en adressen van de Franse fiscus. Die kreeg vorig jaar een cd-rom toegespeeld met onder meer gegevens van ruim 600 Nederlandse rekeninghouders bij de Zwitserse vestiging van de Britse bank HSBC. Een tweede groep Nederlanders die door de fiscus wordt benaderd, wordt ervan verdacht geld te hebben ondergebracht bij buitenlandse rechtspersonen en op Zwitserse rekeningen, aldus de fiscus. Staatssecretaris Frans Weekers van Financiën wil dat de Belastingdienst de belastingontduiking door vermogende Nederlanders keihard aanpakt.’Een kleine groep denkt via het buitenland belasting te kunnen ontwijken. Daar mogen ze niet mee wegkomen.’ Vorig jaar sluisden ruim duizend Nederlandse inkeerders meer dan € 250 mln terug naar Nederland. In 2009 was dat met ruim € 2 mrd aanzienlijk meer. Toen hoefde er ook nog geen boete te worden betaald, maar enkel de achterstallige belasting plus wettelijke rente. Vanaf 1 januari 2010 kwam daar een boete van 15 procent boven op en vanaf 1 juli vorig jaar geldt een extra tarief van 30 procent. 3.
BTW TERUGVRAGEN OP ONINBARE VORDERINGEN
Het kan voorkomen dat een ondernemer de bedragen die hij aan zijn klant in rekening heeft gebracht niet (of niet geheel) ontvangt. Als hij de in rekening gebrachte btw wel op aangifte voldaan heeft in het tijdvak waarin hij de factuur heeft uitgereikt, dan kan deze afgedragen btw bij de Belastingdienst teruggevraagd worden. Dat geldt ook als de margeregeling is toegepast. Het is niet mogelijk om deze btw in de aangifte omzetbelasting te verrekenen. Doet de ondernemer dit wel, dan zal de Belastingdienst bij constatering een naheffingsaanslag verhoogd met boete en rente opleggen. De
Belastingdienst zal de al afgedragen btw op verzoek enkel teruggeven als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan. 1. Aantonen oninbaarheid Op moment dat de ondernemer het verzoek indient, moet hij aantonen dat de vergoeding die hij aan de afnemer in rekening heeft gebracht niet is en niet zal worden ontvangen. De ondernemer kan dit al doen op het moment dat hij een brief van de afnemer kan overleggen waaruit blijkt dat deze niet (geheel) zal betalen. Een brief van de curator waarin deze meedeelt dat er geen uitdeling komt, is ook voldoende. 2. Tijdig indienen verzoek De ondernemer moet het verzoek om teruggaaf tijdig indienen. Als hij het verzoek te laat indient, is de kans groot dat de Belastingdienst het verzoek afwijst. Het verzoek is tijdig ingediend als dit plaatsvindt binnen één maand na afloop van het tijdvak waarin is komen vast te staan dat de vordering deels of geheel niet zal worden betaald. Dit betekent dat als de ondernemer in de maand februari een brief krijgt van de curator waarin hij meedeelt dat er niet voldoende baten zijn om zijn vordering te betalen, hij voor eind maart een teruggaafverzoek moet hebben ingediend. Dit is duidelijk gemaakt in de rechtspraak waarin is beslist dat op moment dat de slotbetaling aan de schuldeisers door de curator bekend is gemaakt, vaststaat dat de vordering niet is en niet zal worden ontvangen. Uitreiken creditfactuur werkt niet In de praktijk komt het geregeld voor dat ondernemers, al dan niet intern, een creditfactuur uitreiken als blijkt dat de afnemer niet of geheel niet de rekening zal betalen. De btw die betrekking heeft op de oninbare vordering wordt dan verrekend in de aangifte omzetbelasting in het tijdvak waarin de creditfactuur is uitgereikt. In de rechtspraak is echter besloten dat dit onjuist is. De Belastingdienst zal bij constatering hiervan een naheffingsaanslag verhoogd met boete en rente opleggen.
3
Geen teruggaaf als vordering wordt omgezet in lening Het komt wel eens voor dat de vordering wordt omgezet in een lening of wordt geboekt in rekening-courant. In dat geval is beslist dat de oorspronkelijke vordering is betaald. De ondernemer kan dan geen teruggaafverzoek om btw meer indienen als uiteindelijk de geldlening niet wordt afgelost. 4. FISCALE ONDERNEMERSFACILITEITEN 2011 De exacte gegevens 2011 voor onder meer de investeringsaftrek en andere ondernemersfaciliteiten zijn bekend. Investeringsaftrek De investeringsaftrek kan worden onderverdeeld in de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek (MIA). Bij een samenwerkingsverband worden de percentages vastgesteld aan de hand van de totale investeringen van het gehele samenwerkingsverband. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek De belastingplichtige die in een kalenderjaar in bedrijfsmiddelen investeert, kan een percentage van het investeringsbedrag van de winst in aftrek brengen. Deze kleinschaligheidsinvesteringsaftrek kan zowel door ondernemers als door medegerechtigden in een onderneming worden toegepast (zie onderstaande tabel). Ook zeer zuinige personenauto’s, waaronder elektrische personenauto’s, komen met ingang van 1 januari 2011 voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek in aanmerking. Energie-investeringsaftrek Wanneer een ondernemer – niet een medegerechtigde – investeert in niet eerder
Afschrijving bedrijfsmiddelen Het afschrijvingspercentage op goodwill bedraagt maximaal 10% en voor andere bedrijfsmiddelen maximaal 20% op jaarbasis. Investeringen die in 2011 plaatsvinden, kunnen in twee jaar worden afgeschreven, dus maximaal 50% in 2011 en 50% in 2012. Deze willekeurige afschrijving is een tijdelijke maatregel vanwege de economische crisis en geldt alleen voor nieuwe bedrijfsmiddelen. Een aantal bedrijfsmiddelen is uitgezonderd, waaronder gebouwen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken, dieren, immateriële activa (waaronder software), bromfietsen, motorrijwielen en personenauto’s. Taxi’s en zeer zuinige personenauto’s mogen wel willekeurig worden afgeschreven. Een personenauto wordt als zeer zuinig aangemerkt als de CO2-uitstoot niet meer bedraagt dan 95 g/km (dieselauto) of 110 g/km (andere auto’s). Verder zijn bedrijfsmiddelen uitgesloten die hoofdza-
gebruikte bedrijfsmiddelen die bij ministeriële regeling zijn aangewezen als energieinvesteringen, kan hij gebruikmaken van de energie-investeringsaftrek. Bij dergelijke investeringen in een kalenderjaar van meer dan € 2200 bedraagt de aftrek 41,5%. Voor de aftrek wordt ten hoogste een investeringsbedrag van € 116 miljoen in aanmerking genomen. De energieinvesteringsaftrek kan van toepassing zijn naast de kleinschaligheidsaftrek. Heeft een ondernemer gekozen voor de milieuinvesteringsaftrek, dan komt de investering niet tevens in aanmerking voor de energie-investeringsaftrek. Milieu-investeringsaftrek
Tabel Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek bij een investeringsbedrag in een kalenderjaar van meer dan:
tot en met:
bedraagt de aftrek:
-
€ 2.200
0%
€ 2.200
€ 54.324
28%
€ 54.324
€ 100.600
€ 15.211
€ 100.600
€ 301.800
€ 15.211 – 7,56% van het meerdere boven € 100.600
€ 301.800
-
€ 301.800
kelijk zijn bestemd voor terbeschikking stelling aan derden. Het bedrijfsmiddel moet vóór 1 januari 2014 door de belastingplichtige in gebruik zijn genomen. Deze maatregel gold ook voor investeringen die in 2009 en 2010 waren gedaan. Willekeurige afschrijving milieuinvesteringen (VAMIL) Op grond van de VAMIL kunnen investeringen willekeurig worden afgeschreven als een ondernemer investeert in een bedrijfsmiddel dat is aangewezen op de Milieulijst. Voor 2011 kan echter slechts 75% willekeurig worden afgeschreven; 25% volgt het gewone afschrijvingsregime. Vanaf 2014 kan weer 100% versneld worden afgeschreven. Per bedrijfsmiddel kan niet meer dan € 25 mln willekeurig worden afgeschreven.
Als een ondernemer – niet een medegerechtigde – investeert in niet eerder gebruikte bedrijfsmiddelen die bij ministeriële regeling zijn aangewezen als milieu-investeringen, kan hij gebruikmaken van de milieuinvesteringsaftrek. Deze aftrek kan ook worden toegepast bij een milieuadvies. De kosten van dat advies worden dan toegerekend aan de milieu-investering waarop dat advies betrekking heeft. Bij milieu-investeringen in een kalenderjaar van meer dan € 2200 bedraagt de aftrek, afhankelijk van de vraag tot welke categorie van de milieulijst ze behoren: 36% (categorie I); 27% (categorie II); 13,5% (categorie III). De milieu-investeringsaftrek geldt naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Heeft de ondernemer gekozen voor de energie-investeringsaftrek, dan komt de investering niet in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek. Desinvesteringsbijtelling De drempel voor de desinvesteringsbijtelling is voor 2011 vastgesteld op € 2200.
4
Beperking verliesverrekening De achterwaartse verliesverrekening voor verliezen uit werk en woning blijft drie jaar. Voor het overige is de achterwaartse verliesverrekening beperkt tot één jaar. De voorwaartse verliesverrekening is beperkt tot negen jaar. Tot en met 2011 kunnen alle nog niet verrekende verliezen uit aanmerkelijk belang worden verrekend met de inkomens uit aanmerkelijk belang. MKB-winstvrijstelling De ondernemer die aan het urencriterium voldoet, heeft recht op toepassing van de MKB-winstvrijstelling. Deze bedraagt per 1 januari 2011 12% van de winst nadat deze is verminderd met de ondernemersaftrek. Voor de toepassing van de MKB-winstvrijstelling geldt sinds 2010 het urencriterium niet meer. Daardoor kunnen bijvoorbeeld ook mensen die naast hun baan een onderneming drijven en deeltijdondernemers – dus zonder baan, maar minder dan 40 uur per week – van deze vrijstelling gebruikmaken. Wijzigingen in de
Innovatiebox verder verruimd In 2007 is de octrooibox ingevoerd. De reikwijdte van deze box werd van een dusdanige omvang dat de vlag de lading niet langer dekte. Daarom kunnen sinds 2010 niet alleen octrooien, maar ook innovatieve activiteiten in de box worden ondergebracht. De octrooibox werd daarmee omgevormd tot innovatiebox. Enkele verruimingen per 1 januari 2010 waren: de plafonds voor octrooiactiva en voor activa uit speur- en ontwikkelingswerk werden geschrapt; het tarief voor innovatieve activiteiten werd verlaagd naar 5%; verliezen op innovatieve activiteiten werden aftrekbaar tegen het normale Vpb-tarief. Per 1 januari 2011 is de innovatiebox verder verruimd. Innovatievoordelen behaald tussen aanvragen en verlenen van een octrooi kunnen voortaan in de box worden betrokken. Daarmee wordt voorkomen dat de duur van de aanvraagprocedure van invloed is op de aan de innovatiebox toe te rekenen voordelen. Verliesverrekening De verliesverrekening in de vennootschapsbelasting is tijdelijk, dat wil zeggen, voor de jaren 2009, 2010 en 2011, verruimd. Volgens de huidige regeling kunnen verliezen tot één jaar worden teruggewenteld. Op verzoek wordt
vennootschapsbelasting Per 1 januari 2011 ziet het tarief in de vennootschapsbelasting er als volgt uit (zie onderstaande tabel). Het 20%-tarief heeft ingaande 2011 een structureel karakter gekregen.
Tabel Tarief vennootschapsbelasting bij een winst van meer dan
maar niet meer dan
-
€ 200.000
20%
€ 200.000
en meer
25%
dit verlengd tot drie jaar. De voorwaartse verliescompensatie wordt dan beperkt van negen naar zes jaar. Dividendnota Sinds maart 2010 kan de dividendnota ook elektronisch worden verstrekt. Zo’n nota moet dezelfde gegevens bevatten als een papieren versie. Het verstrekken van een dividendnota aan een aanmerkelijkbelanghouder is niet langer noodzakelijk. Dat geldt ook voor situaties waarin de inhouding van dividendbelasting achterwege kan blijven, bijvoorbeeld omdat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is of sprake is van een fiscale eenheid. Reparatieregeling constructies winstvennootschappen De antimisbruikbepaling in de vennootschapsbelasting tegen de handel in lege vennootschappen wordt uitgebreid met de verrekening van winst en verlies binnen hetzelfde jaar.
bedraagt het tarief
speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek en de stakingsaftrek. Zelfstandigenaftrek Om voor zelfstandigenaftrek in aanmerking te komen (zie de tabel hieronder), mag de ondernemer bij het begin van het kalenderjaar nog geen 65 jaar zijn en moet hij voldoen aan het urencriterium. Voor de startende ondernemer geldt bovendien dat hij in een of meer van de vijf voorafgaande jaren niet feitelijk voor eigen rekening een onderneming mag hebben gedreven, terwijl in deze periode ook niet meer dan tweemaal zelfstandigenaftrek mag zijn toegepast. De startende ondernemer krijgt een verhoging van de zelfstandigenaftrek van € 2123
5. OVERZICHT VAN DE ONDERNEMERSAFTREK IN 2011 De exacte gegevens voor de ondernemersaftrek 2011 zijn bekend. De ondernemersaftrek is het gezamenlijke bedrag van de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, de aftrek voor
5
Ondernemers die op 1 januari 2011 65 jaar of ouder zijn, hebben recht op de helft van de zelfstandigenaftrek als vermeld in de onderstaande tabel. Sinds 1 januari 2010 kan de zelfstandigenaftrek voor niet-startende ondernemers niet meer worden verrekend met ander box 1-inkomen, zoals loon of een uitkering. Blijft daardoor een deel van de zelfstandigenaftrek onverrekend, dan wordt dit deel maximaal negen jaar voortgewenteld, zodat deze in een toekomstig jaar alsnog met winst kan worden verrekend.
Tabel Zelfstandigenaftrek bij een winst van
tot
bedraagt de zelfstandigenaftrek
-
€ 14.045
€ 9.484
€ 14.045
€ 16.295
€ 8.817
€ 16.295
€18.540
€ 8.154
€18.540
€ 53.070
€ 7.266
€ 53.070
€ 55.315
€ 6.633
€ 55.315
€ 57.565
€ 5.931
Startende ondernemers kunnen de zelfstandigenaftrek gedurende drie jaar nog wel verrekenen met ander inkomen uit box 1.
€ 57.565
€ 59.810
€ 5.236
€ 59.810
-
€ 4.602
Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid Een ondernemer die vanuit een arbeidsongeschiktheidsuitkering een onderneming start en niet aan het urencriterium voldoet, maar wel aan het verlaagd urencriterium van 800 uur, heeft recht op startersaftrek. Deze bedraagt respectievelijk € 12.000, € 8000 en € 4000 voor het eerste, tweede en derde jaar. De aftrek kan niet meer bedragen dan de genoten winst.
dat de partner meewerkt (zie de tabel hieronder). Krijgt de meewerkende partner wel een vergoeding, maar bedraagt deze minder dan € 5000, dan kan ze niet ten laste van de fiscale winst worden gebracht. De meewerkende partner wordt hier ook niet voor belast. Een schriftelijke overeenkomst of een verzoek bij aangifte is hiervoor niet nodig.
Aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk Voor ondernemers die voldoen aan het urencriterium en die persoonlijk ten minste 500 uur per jaar besteden aan speur- en ontwikkelingswerk, geldt een S&O-aftrek van € 12.104. Als de ondernemer in een of meer van de vijf voorgaande kalenderjaren geen ondernemer was en bij hem niet meer dan tweemaal de S&O-aftrek is toegepast, wordt deze aftrek verhoogd met € 6054.
Stakingsaftrek De stakingsaftrek geldt voor de ondernemer die in het kalenderjaar winst behaalt met of bij het staken van een of meer gehele ondernemingen, waaruit hij als ondernemer winst geniet. De stakingsaftrek bedraagt € 3630 eenmaal per leven
Tabel Zelfstandigenaftrek bij een winst van
tot
-
€ 14.045
€ 14.045
€ 16.295
€ 16.295
€18.540
€18.540
€ 53.070
€ 53.070
€ 55.315
Meewerkaftrek en arbeidsbeloning aan meewerkende partner De meewerkaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium voldoet en van wie de partner zonder enige vergoeding arbeid verricht in een onderneming waaruit de belastingplichtige winst geniet. De hoogte van de meewerkaftrek is afhankelijk van de omvang van de winst en van het aantal uren
6.
ozb, precariobelasting, reclamebelasting, toeristenbelasting en rioolheffing. Van de 418 Nederlandse gemeenten deed meer dan de helft (222) aan het onderzoek mee. Om de lastendruk in gemeenten goed met elkaar te kunnen vergelijken, is er voor het onderzoek in overleg met MKB-Nederland een voorbeeldbedrijf ontwikkeld: een hotel-restaurant met zes kamers en een terras in het centrum. Concrete vraag aan gemeenten was: hoeveel betaalt een dergelijk bedrijf bij u aan lokale heffingen als onroerendezaakbelasting (ozb) en rioolrecht? En met welk percentage stijgt dat bedrag in 2011? De antwoorden laten een zeer gevarieerd beeld zien. Waar een dergelijke ondernemer in de West-Friese plattelandsgemeente Koggenland 1.141 euro kwijt is aan gemeentelijke belastingen, betaalt hij bijna 21.793 euro in Maastricht. Ook de stijgingspercentages lopen zeer uiteen. Maar gemiddeld zijn kleinere bedrijven dit jaar bijna vijf procent méér kwijt aan lokale belastingen dan in 2010. En een dikke 3,5 procent als de toeristenbelasting niet wordt meegerekend. Dat is een belasting die hoteleigenaren mogen verhalen op hun klanten.
LOKALE LASTEN ONDERNEMERS FLINK OMHOOG IN 2011
Voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf gaan de lokale lasten in 2011 flink omhoog. De gemeentelijke belastingen voor kleinere ondernemers stijgen gemiddeld 3,5 tot 4,8 procent, zo blijkt uit een rondgang van de NOS. In het onderzoek zijn vijf belastingen meegenomen. De NOS heeft gekeken naar de
6
7.
ENERGIEREKENING IN 2011 OMLAAG
De meeste Nederlanders gaan volgend jaar iets minder betalen voor hun energie. De stijging van de energiebelasting en de netwerkkosten wordt bij de meeste energieleveranciers gecompenseerd door een daling van de leveringskosten, meldt de vergelijkingswebsite Energieprijzen.nl. Volgens de site kan het lonend zijn om van de grote leveranciers over te stappen naar goedkopere aanbieders. Dat kan op jaarbasis meer dan 200 euro schelen. Uitgever Arjin van As van Energieprijzen.nl denkt dat mensen die de komende maanden willen overstappen het beste af zijn met
een actieproduct met een korte looptijd. Wie liever niet elk jaar opnieuw wil overstappen, kan ook een langjarig product met een vaste prijs overwegen. Wel is het volgens hem dan zaak om een product te kiezen waarbij zowel de stroomprijs als de gasprijs vaststaat.
Jaargang 8 Nr. 1 - 2011
Actualiteiten voor nieuwsgierige ondernemers
Kerkplein 5 6039 GH Stramproy Postbus 3116 6039 ZG Stramproy Tel. 0495 56 43 42 Fax. 0495 56 49 56
[email protected] www.vandongenaccountany.nl Disclaimer: Bij samenstellen van deze nieuwsbrief is de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. De juiste en volledigheid van de nieuwsbrief kan echter niet worden gegarandeerd. Wij accepteren dan ook geen aansprakelijkheid van schade, van welke aard ook die het directe of indirecte gevolg is van handelingen en beslissingen die gebaseerd zijn op deze nieuwsbrief.