Actualiteiten onderwijs November 2010
Inleiding
Corporate governance
In deze uitgave treft u een overzicht aan van belangrijke wijzigingen en ontwikkelingen binnen het onderwijs. Met deze bijdrage hebben wij niet de intentie om een volledig overzicht te geven van alle wijzigingen. Hiervoor is het aantal wijzigingen simpelweg te groot en deels buiten ons vakgebied. Wel geeft deze bijdrage de informatie die u nodig heeft voor het opstellen van de jaarrekening en uitoefenen van de financiële functie en interne beheersing binnen uw organisatie.
Ingaande 1 augustus 2010 is de wet ‘goed
Nadere informatie
Daarnaast stelt de wet ook eisen op het terrein van goed bestuur. Zo is de functiescheiding tussen bestuur en intern toezicht verplicht gesteld. Onafhankelijkheid moet daarbij zijn gegarandeerd.
WGS informeert u graag nader over de informatie opgenomen in deze uitgave en de gevolgen voor uw organisatie. Inhoudsopgave Inleiding
2
Corporate governance
2
Wijzigingen externe verslaggeving
3
Belangrijke wijzigingen in het onderwijscontroleprotocol 2010
4
Financiële rechtmatigheid
5
Overig actueel
5
onderwijs, goed bestuur’ voor het onderwijs (PO/VO) in werking getreden. Deze wet geeft aan de ene kant de overheid de mogelijkheid op te treden wanneer de kwaliteit op een school ernstig of langdurig tekortschiet of wanneer sprake is van bestuurlijk wanbeheer. In de wet staan namelijk eisen voor de minimumkwaliteit waar iedere po- en vo-instelling aan moet voldoen.
De toezichthouder is tenminste belast met: goedkeuren begroting, jaarverslag, strategisch meerjarenplan, toezien op rechtmatig verwerving en besteding, aanwijzen van een accountant, jaarlijks afleggen van verantwoording over de taken. Elke onderwijsinstelling is verplicht toe te lichten welke code voor goed bestuur zij gebruikt en hoe zij deze toepast in de praktijk. Tenminste wordt verantwoording afgelegd over de afwijkingen van die code voor goed bestuur.
2
Wijzigingen externe verslaggeving Wijzigingen Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs Met de invoering van RJ 660 heeft de verwerking in de jaarrekening van de kosten verbonden aan de regelingen met betrekking tot het stimuleren van de participatie van oudere werknemers aan het arbeidsproces ter discussie gestaan. Voor de boekjaren 2008 en 2009 gold een bevriezing van de verwerking in de jaarrekening van de regelingen BAPO (Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen) en SOP (Seniorenregeling Onderwijs Personeel). Door aanpassing van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) is het mogelijk geworden de verwerking van de BAPO-regeling (waaronder ook Spaarbapo) als periodekosten te verwerken. Dit wil zeggen dat schoolbesturen de kosten van de BAPOregeling in principe via de jaarlijkse exploitatie van de scholen kunnen ramen. Als gevolg hiervan dienen bestaande voorzieningen op basis van stelselwijziging vrij te vallen ten gunste van het eigen vermogen. Overigens kan, indien gewenst, op basis van een bestuursbesluit een bestemmingsreserve worden gevormd. Wijzigingen RJ 660 Onderwijsinstellingen Onderwijsinstellingen in het Voortgezet Onderwijs hebben de mogelijkheid op basis van de Regeling “Onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs” een vordering op het ministerie van OCW op te nemen. Het eeuwigdurende karakter van deze vordering leidt op basis van discontering tot nul-waardering.
Voorts melden wij als aandachtspunt de verplichting om de goedgekeurde begroting voor het jaar volgend op het verslagjaar in samenvattende vorm op te nemen in het jaarverslag (bestuurs- of directieverslag). Wijzigingen RJ 400 Jaarverslag De gewijzigde Richtlijn 400 is van toepassing op boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2011, waarbij eerdere toepassing wordt aanbevolen. Maatschappelijke verslaggeving Het verdient aanbeveling om in het jaarverslag een toelichting te geven op de hoofdzaken van relevante maatschappelijke aspecten van ondernemen, aansluitend op het Global Reporting Initiative (GRI); algemene maatschappelijke aspecten, milieu-aspecten, sociale aspecten, economische aspecten. Corporate governance Er is een verduidelijking en uitwerking gegeven van de voornaamste risico’s en onzekerheden waar de rechtspersoon mee wordt geconfronteerd. Er kan gedacht worden aan de categorieën; strategie; operationeel; financieel; financiële verslaggeving; wet- en regelgeving.
Met ingang van 2010 mag deze vordering in beginsel niet in de balans worden opgenomen, aangezien deze pas wordt geïnd bij discontinuïteit of opheffing van de onderwijsinstellingen. Wel is het noodzakelijk deze voorwaardelijke vordering te vermelden onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen en rechten.
3
Belangrijke wijzigingen in het controleprotocol 2010 In juli is het concept controleprotocol OCW 2010 uitgebracht. Het definitieve controleprotocol zal naar verwachting in december beschikbaar komen. Het controleprotocol is de schakel tussen de weten regelgeving en de werkzaamheden die de accountant uitvoert. Het geeft een toelichting op het referentiekader, de controle op de jaarrekening, het onderzoek naar de bekostigingsgegevens en de gewenste accountantsproducten. Belangrijke aandachtspunten en wijzigingen ten opzichte van voorgaand jaar worden hierna behandeld. Regelingen BAPO en SOP Voorzieningen voor deze regelingen zijn niet meer mogelijk met ingang van boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2010. De wijziging moet als stelselwijziging verwerkt worden in de jaarrekening. Referentiekader financiële rechtmatigheid In een bijlage op het controleprotocol is het referentiekader van financiële rechtmatigheid gegeven. Hier zijn ten opzichte van voorgaand jaar enkele aanpassingen in doorgevoerd. Fiscale en sociale wet- en regelgeving vallen vooralsnog niet binnen het kader. Wij merken op dat de drempelbedragen voor Europees aanbesteden met ingang van 2010 zijn verlaagd. Voor diensten geldt een drempelwaarde van EUR 193.000 en voor werken EUR 4.845.000 (exclusief omzetbelasting). Bekostiging primair onderwijs Vanwege de invoering van het onderwijsnummer en aansluiting in BRON vervalt vanaf schooljaar 2010/2011 de leerlingentelling primair onderwijs. Wel blijft de accountantscontrole bestaan op de GGL (Gewogen Gemiddelde Leeftijd) en de opgave ontvangen uitkeringen.
Regeling Beleggen en Belenen De Regeling beleggen en belenen is met ingang van 2010 gewijzigd. De vereisten aan beleggingen en de verplichtingen voor besturen zijn hiermee aangescherpt. Ten aanzien van beleggingen geldt onder meer dat; de beleggingen ten minste een AA-minusrating dienen te hebben, afgegeven door ten minste twee ratingbureaus, de nominale inleg gegarandeerd moet zijn (hoofdsomgarantie) op expiratiedatum. Aandachtspunt is dat instellingen voldoende liquide moeten zijn om tussentijds niet gedwongen te worden te verzilveren. perpetuals en gestructureerde obligaties niet zijn toegestaan. Deze producten hebben geen vast expiratiedatum. Treasurystatuten blijken veelal formeel ingericht te zijn en onvoldoende aandacht te hebben voor beleid, doelstellingen, risico’s, beleggingshorizon en de koppeling aan de cyclus van budgettering en liquiditeitsprognose. Onderwijsinstellingen dienen de getroffen maatregelen op het gebied van administratieve organisatie en interne controle rond beleggen en belenen vast te leggen. Het gaat dan om de verdeling van taken en bevoegdheden, de toegestane beleggings- en beleningsvormen, de bijbehorende informatievoorziening (minimaal een kasstroomprognose), de verantwoordingsinformatie en de manier waarop de instelling onderscheid maakt tussen publieke middelen en overige (private) middelen. In het jaarverslag moet ten aanzien van publieke middelen tenminste verslag worden gedaan van: a. het beleid en de uitvoering rond beleggen en belenen; b. de soorten en omvang daarvan; c. de looptijd(en).
4
Financiële rechtmatigheid Onderwijsinstellingen dienen voldoende maatregelen op het gebied van administratieve organisatie en interne beheersing te treffen om te kunnen waarborgen en (zichtbaar) aan te tonen dat rijksbijdragen rechtmatig zijn verkregen en publieke middelen rechtmatig zijn besteed. Het referentiekader van financiële rechtmatigheid is ten opzichte van voorgaand jaar beperkt gewijzigd. Een aantal specifieke aspecten van financiële rechtmatigheid binnen het onderwijs zijn: Leerlingenvervoer niet ten laste van de rijksbijdrage (PO, VO, WEC) Per school maximaal één of twee directeuren (PO) Kosten tussentijdse-/buitenschoolse opvang en huisvestingslasten inclusief OZB niet ten laste van de rijksbijdrage (PO) Belastingen onroerende zaken niet ten laste van de rijksbijdrage (VO) Lesmateriaal moet om niet beschikbaar gesteld zijn door de school; verzendkosten mogen niet in rekening worden gebracht aan ouders en borg is vrijwillig en goedgekeurd door de oudergeleding van de medezeggenschapsraad (VO) Inschaling bestuursfuncties conform geldende CAO-en, kaderbesluiten, uitvoeringsbesluiten en leidraden Geoormerkte subsidies mogen uitsluitend worden aangewend voor het doel waarvoor zij zijn verstrekt en met inachtneming van de termijn van besteding
Overig actueel
Wetsvoorstel Normering uit publieke middelen gefinancierde beloning Topfunctionarissen Naar verwachting treedt ingang vanaf 2011 de wet Normering uit publieke middelen gefinancierde beloning Topfunctionarissen (WNT) in werking. Deze wet staat naast de sinds enkele jaren van kracht zijnde Wet Openbaarmaking Publiek gefinancierde Topinkomens (WOPT). In deze nieuwe wet is onder meer opgenomen dat; de wet bedoeld is voor topfunctionarissen in plaats van topbeloningen, de jaarbeloning genormeerd is tot EUR 181k (overeenkomstig de WOPT) en maximaal 12 maanden ontslagvergoeding, de wet ook geldt voor externe inhuur werkzaam voor organisaties gefinancierd uit publieke middelen.
Beloning bestuurders VO gemaximeerd De beloning voor bestuurders in het voorgezet onderwijs is voortaan volgens CAO maximaal schaal 17 (EUR 106k). Werkkostenregeling Per 1 januari 2011 wordt een nieuwe regeling ingevoerd: de werkkostenregeling (WKR). Door deze regeling kunt u maximaal 1,4% van uw totale fiscale loon (de 'vrije ruimte') besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor uw werknemers. Daarnaast kunt u bepaalde zaken onbelast blijven vergoeden of verstrekken door gebruik te maken van de gerichte vrijstellingen.
Naast deze specifieke aspecten dienen bestedingen te voldoen aan onder meer het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium en het misbruik en oneigenlijk gebruikcriterium.
Over het bedrag boven de vrije ruimte betaalt u loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80%.
WGS heeft voor u een checklist ontwikkeld om zelf vast te stellen of uw organisatie voldoet aan financiële rechtmatigheid.
Tot en met 2013 mag u ieder jaar opnieuw kiezen voor de WKR of voor de bestaande regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Na 2013 geldt de WKR voor alle werkgevers.
5