Aanwijzingen bij de adem-‐ en energieoefeningen Zie track 1 van de oefen-‐Cd © 1987 Maarten Houtman
inhoudsopgave
pag.
Herkomst ............................................................................................ 2 Het principe ........................................................................................ 3 De praktijk .......................................................................................... 6 De oefening vooraf ............................................................................ 8 De oefening ........................................................................................ 8 Tekst oefen-‐Cd ................................................................................. 10 De beleving van de oefening ............................................................ 11 De organen ...................................................................................... 15 De centra .......................................................................................... 18 Afbeeldingen .................................................................................... 21 fig. 1 De buikademhaling ............................................................... 22 fig. 2 De vitale organen .................................................................. 23 fig. 3 Het spijsverteringssysteem .................................................... 24 fig. 4 Het verzamelen ..................................................................... 25 fig. 5 De energiecentra ................................................................... 26 fig. 6 Plaats van de energiecentra .................................................. 27 fig. 7 De onderste centra ................................................................ 28 fig. 8 Het niercentrum .................................................................... 28 fig. 9a-‐c De energiecirculatie door romp en benen ........................ 29 fig. 10a-‐c De drie posities van de tong ........................................... 30 fig. 11 De energiepompen .............................................................. 31 fig. 12a-‐b De energiecirculatie door de armen ............................... 32 Nawoord .......................................................................................... 33
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 1 of 30
herkomst De taoïstische oefeningen die hier worden gegeven, zijn ontleend aan de compilatie die Mantak Chia, een taoïstische meester uit Thailand heeft gemaakt van de oorspronkelijke, jammer genoeg verstrooid geraakte oefeningen. Het is zijn grote verdienste oude geschriften, en meesters die er nog van wisten, te hebben opgezocht om tot een complete instructie te komen en die in moderne taal weer te geven. Het is dan ook met grote dankbaarheid dat wij het hier kunnen weergeven. De navolgende oefeningen zijn een combinatie van de taoïstische oefeningen en de ademoefeningen uit de zen traditie. Deze combinatie moet eens in China de Ch'an meditatie zijn geweest (Zen in Japan genoemd), waarbij de taoïstische oefeningen verloren gingen en de ademoefening van Zen overbleef.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 2 of 30
Wees je voortdurend bewust dat alles wat je ziet, hoort en ervaart de beelden en geluiden en gevoelens zijn in je eigen bewustzijn en niet de totale werkelijkheid, die je niet kent. Alleen wanneer het geconditioneerde bewustzijn stilvalt en je ervaart vanuit het geheel = de Oorsprong waarin het geconditioneerde ook is opgenomen, leef je in de steeds veranderende werkelijkheid van het nu.
het principe Om de adem-‐ en energieoefeningen te kunnen doen moet je beseffen dat je in alles wat je doet, ziet, hoort, voelt en denkt, gebruik maakt van iets dat je niet kent, zelfs niet merkt. Ter verduidelijking: Als ik naar een boom kijk valt het beeld daarvan op mijn netvlies. Via kleine gezichtscellen wordt het beeld naar het bewustzijnscentrum in het hoofd geseind. Pas dan kan ik zeggen: ik zie een boom. Dit overseinen gebeurt razendsnel terwijl het beeld tevens wordt opgeslagen in het geheugen, of wanneer er al een bijna eender beeld in het geheugen is, wordt er de net iets andere karakteristiek aan toegevoegd. Dit razendsnelle uiterst gecompliceerde proces is mogelijk door een magnetische impuls, een bijzondere vorm van de levens-‐ of oerenergie die ons, zolang als we leven, ter beschikking staat. Vanaf de conceptie manifesteert deze geheimzinnige levenskracht zich in de bevruchte eicel (de bevruchting is dus het manifestatiebegin, dat via onderzoek van buitenaf vastgesteld kan worden), en gaat vervolgens verder in de foetus via de werkingen van verschillende energielichamen of matrices tot de complete baby geboren kan worden. Een helderziende kan die verschillende stromende energiematrices zien. De baby groeit verder en leert de wereld om zich heen benoemen en reproduceren in de taal, waarvan de beelden of voorstellingen en de structuur ervan gegeven zijn in een, volgens de taalgeleerde Chomsky, reeds bij de geboorte aanwezige 'voorkennis'. De hele opgroei tot volwassenheid is het leren kennen van de uitingen van het energieproces in het eigen lichaam en alle andere levensverschijnselen. Wat een raadsel blijft is de structuur en tijdsvolgorde waarin deze energiematrices het lichaam en het bijbehorende bewustzijn laten ontstaan. Wat je betreurt bij het sterven van een geliefd mens is het beeld van die mens, zoals die zich in zijn/haar leven aan jou gemanifesteerd heeft. Wat de plaats en betekenis van dat wezen in het geheel van de ongemanifesteerde werkelijkheid is, besef je in je verdriet erover niet. Besef je dat wel, dan zou dat verdriet er heel anders uitzien: een eerbiedig getuige zijn van een tijdloos gebeuren dat in de tijd plaats heeft. Werkingen die zich onophoudelijk op onindenkbaar veelvoudige wijze in de schepping voltrekken. Deze exercitie in wat dagelijks gebeurt is nodig om je bewust te worden van je wijze van benadering, zodat je gaat beseffen van waaruit je ervaart, oordeelt en handelt. Je ontdekt dan dat je vanuit het bekende, vanuit het verleden en de in het geheugen opgeslagen kennis werkt en daarmee nooit de steeds veranderende werkelijkheid van het leven kunt ervaren. Die laatste werkelijkheid kun je alleen ervaren zonder de gefixeerde kennis van het verleden in een houding van niet-‐weten en aandachtig toezien. Deze houding is nodig om onze adem en in het verlengde daarvan het stromen van de energie in ons lichaam te kunnen ervaren. Maar dat betekent dat je je steeds voor moet houden dat wat je gewoon bent van de levensprocessen te ervaren, een waarneming of ervaring van buitenaf is, van het afgescheiden ik-‐ bewustzijn.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 3 of 30
Deze uiteenzetting lijkt omstandig, maar is nodig om niet van meet af aan scheef in de oefening te staan en iets te proberen dat tot mislukking is gedoemd. Als je je niet bewust bent van wat je al oefenende bestudeert, kun je jaren lang bezig zijn met een zelfgeschapen drogbeeld (geholpen door de verschillende bestaande religieuze voorstellingen) dat nooit een ervaring kan zijn, die over sterven en geboren worden heen voert. Die tijdloze ervaring, die je niet begrijpen kunt, doet zich voor als een opgenomen zijn in een ongedeelde volheid, die geen binnen of buiten kent en waarin al het levende, verbonden en elkaar beïnvloedend bestaat en tevens in voortdurende transformatie verkeert (waarbij de snelheid van transformatie voor de verschillende levensgebieden verschilt). Als zodanig is er dus geen begin of eind, hoewel voor onze beperkte waarneming het begin bij de geboorte ligt en het eind bij de dood (het begin en het eind van een bepaalde bewustzijnstoestand). Het voorgaande lijkt abstract voor ons voorlopige bewustzijn, moet het ook zijn, omdat wij het waarnemen vanuit het niet-‐weten nog niet tot ontwikkeling hebben laten komen. De nadruk ligt op 'laten komen', niet op ontwikkelen. Ontwikkelen doe je vanuit het bekende en het in het verleden gefixeerde en de daaruit voortkomende ervaringen. De wereld, van je bewustzijn, waarin je leeft is een verstarde momentopname van het onophoudelijk veranderende en transformerende leven. Een onbeweeglijke spiegeling van een bewegende werkelijkheid. Al onze doelen, overwinningen en nederlagen, verdriet en vreugde, woede en agressie worden in die spiegeling beleefd, waarbij ze zich voordoen als concrete werkelijkheid. Dit geeft al aan dat meditatie een volledige salto mortale of mutatie moet zijn zonder dat het tijdgebonden bewustzijn wordt ontkend. Het is dus een 'en-‐en' beleving die beide werkelijkheden recht doet. Deze in eenvoudige spreektaal weergegeven gang van zaken is meer gedetailleerd verbeeld in de tien plaatjes van de os uit de Zen literatuur. Ik hoop dat het ook duidelijk is dat de uitputtingsslag van een zit-‐ of loopmarathon of de wanhoop bij de koan beoefening niet nodig zijn om van meet af aan de ultieme uitdaging op een intelligente wijze aan te gaan. Maar juist omdat ze zo voor de hand liggend en simpel is, en geen enkel te bereiken resultaat in het vooruitzicht stelt en ook geen enkele zekerheid biedt (waar de werkwijze van ons tijdsbewustzijn om vraagt) blijkt het in de praktijk moeilijk te zijn.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 4 of 30
de praktijk In het kort komt het neer op het kunnen volgen van wat in de meest nabije levensprocessen -‐ de ademhaling en energiestroming -‐ plaats heeft zonder er over te denken of je iets voor te stellen, noch er iets van te verwachten! (iedere verwachting is uit het gefixeerde verleden) Hierbij stuit je op het hoofdobstakel: de schijnbare onmogelijkheid om alleen maar waar te nemen wat zich wil voordoen. Je hebt het niet in de hand, dus zul je je volledig moeten overgeven aan wat plaats heeft buiten je wil en verwachting om. Als je aan meditatie begint heb je natuurlijk verwachtingen, anders begin je er niet aan (en de verschillen systemen vertellen je ook wat je kunt bereiken, wat je dus geloven moet), maar als je echt hebt ingezien dat je niet weet waar je uitkomt, en er dus niets te bereiken valt, kun je weer terugkeren naar wat plaats heeft in de adem (het meest nabije en invoelbare leven). Hoe de adem op diepte komt, langzaam of snel is, zacht of krachtig, onrustig of gelijkmatig, zonder dat je een van deze voorrang verleent. Probeer ook te ervaren wat er gebeurt als de adem op jouw uitnodiging, bijvoorbeeld doordat je je hand op de onderbuik legt, naar de bekkenbodem gaat en hoe je beleving en stemming daardoor verandert. Of het je een gevoel van vrijheid geeft of benauwenis. Hieruit volgt direct dat je niet alleen op je bankje of kussen kunt oefenen maar moet proberen in de dag op te merken hoe stemming en adem op elkaar inwerken. Wat er gebeurt als je blij bent of verdrietig, geërgerd of boos, en of die stemming verandert als de adem naar de onderbuik zakt. Dat er een verandering optreedt hebben duizenden voor jou ervaren, maar hoe die verandering bij jou er uit ziet, kun je alleen maar zelf ervaren. Zet die verandering niet in een conclusie vast, anders ontneem je je de mogelijkheid nieuw te blijven ervaren, en daar ging het nu juist om. Door de steeds herhaalde poging de adem te volgen zet je de drijfveren van ego tussen haakjes en komt er vanzelf een kalmte over je gepaard aan een grotere aandacht voor alles wat je ontmoet en overkomt. Een aandacht die voorbij gaat aan de categorieën van belangrijkheid in je geconditioneerde (ik)bewustzijn. Je wereld wordt dus zonder opzet ruimer en omvat steeds meer gebieden voor je aandacht. Je dringt door in het wonderlijke bestel van het leven, buiten jouw inmenging om. Je kijkt zonder bedoeling of verwachting. Je merkt dan ook wat je met die bedoeling of verwachting belemmert en vernielt. Als je dagelijks opmerkt hoe agressie, veroordeling, afgunst en jaloezie in jezelf ontstaan, vanuit het zelfbehoud-‐ en territoriuminstinct en de voortplantingsdrift (we noemen dat seks, in al zijn variaties), weet je ook wat je te doen staat. Je raakt een heel stuk machteloosheid kwijt, terwijl je je nog verantwoordelijker gaat voelen voor wat er in de wereld gebeurt. Jouw acties en reacties voegen er immers aan toe. Hoe aandachtiger je leeft, hoe duidelijker het wordt dat jouw bewustzijn het wereldbewustzijn rechtstreeks beïnvloedt en vice versa, en dat die levende, voortdurend veranderende totaliteit meer of minder wordt gehinderd of geholpen door de wijze waarop jij leeft. Dat besef je ogenblikkelijk en zonder twijfel.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 5 of 30
Vanzelf krijgt het mysterie van het leven je hoofdaandacht, en worden op den duur alle praktische noodzakelijkheden, van het zogenaamde concrete leven, daarin opgenomen, zonder ze inferieur te vinden. Ze zijn immers hecht verbonden met alle leven. Bovendien voel je je zeker niet superieur aan een ander of verder in de meditatie. In tegendeel je beseft steeds meer hoe wonderbaarlijk ingenieus en complex het leven in al zijn werkingen is en hoe weinig je er nog van weet. Je zult rustig en onafgeleid verder gaan en waar nodig van dienst zijn, wetende dat niet jij dient, maar dat het leven door je heen dient. Dit is, voor zover ik het ervaren heb, het enige wat meditatie kan doen in het verband van het geheel dat we niet vermogen te begrijpen.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 6 of 30
de oefening vooraf
Voor je de adem-‐ en energieoefening goed kunt doen moet je eerst de voorwaarden scheppen, die tot een werkelijke ervaring kunnen leiden. 's Ochtends uit jezelf wakker worden (zonder wekker) is de eerste, een heel voorname. Voldoende tijd hebben de oefening op je gemak te doen, is de tweede. In het begin zul je daar een uur of anderhalf voor nodig hebben. Naderhand een half uur tot drie kwartier. Dit veranderde begin van de dag betekent meestal een grondige reorganisatie van je dagindeling. Maar als je vanuit een grotere kracht wilt leven dan zit er niets anders op. Je zult merken hoeveel ruimte en orde er door in je leven komt.
de oefening Zó dat je wakker wordt, voordat gedachten zich voordoen, probeer je te voelen hoe je ligt. Of je helemaal ontspannen en zacht bent en je volledig laat dragen door de matras. Als er al gedachten zijn probeer je terug te keren naar hoe je ligt. Voelen hoe je ligt is een ervaring die gedachten onmogelijk maakt. Op den duur kun je direct aan de oefening beginnen.
contact krijgen met de energie Probeer je adem te voelen: tempo, regelmaat, ritme, diepte of oppervlakkigheid. Doe er niets aan, maar blijf de adem constaterend volgen zonder gedachten. Dat vraagt herhaling en geduld. Ga altijd weer terug naar de adem, en voel de toestand van je lichaam. Bij het volgen van de adem kunnen er onwillekeurig spanningen optreden die de oefening vertragen, als je ze niet laat afvloeien (ter plekke zacht worden). Blijf je adem beleven: geef je er helemaal aan over. Weersta rondzwervende gedachten niet! Ga terug naar de adem. De afleidende onrust is een gevolg van de opgefokte samenleving waarin je je bevindt. Probeer de adem naar de bekkenbodem te brengen, drie of vier keer. Daarna de adem weer gewoon zijn gang laten gaan. Deze afwisseling herhaal zo'n tien tot vijftien keer. Je zult merken dat de adem uiteindelijk de diepe ademhaling uit zichzelf blijft doen. Die zachte en langzame ademhaling is de oer-‐ademhaling, voordat de onrustige geest die ontregelde. Tot die ademhaling ben je nu teruggekeerd. Op een dag gaat de oer-‐ademhaling gepaard met het ervaren van energie, ergens in je lichaam. Als je de verschillende wegen van de energie in de tekst en afbeeldingen hebt bestudeerd, kun je vanuit die plek naar je ogen gaan en verder oefenen. Dit lijkt een geheimzinnige overgang, maar zo heeft het nu eenmaal plaats. Is de energie-‐ervaring te karakteriseren? Nauwelijks. Het kan een tinteling, een prikkeling, een stroming, een druk of een lichte aanspanning van een spier zijn, een kloppende pulsatie, of nog iets anders. Ook niets voelen is voelen, als je aandacht bij een plek is. Er gebeurt dus iets wat je nog niet www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 7 of 30
beleeft. Maar je voelt op die bepaalde plaats iets bijzonders dat blijvend is. Maak je daarover geen gedachten. Op den duur voel je een blijvende andere beleving van het betreffende lichaamsdeel en natuurlijk ook tijdens de verdere oefening. Deze andere beleving treedt steeds sneller op en neemt in kracht toe. Lees daarvoor rustig in de tekst na hoe je de heilzame werking van de adem nog kunt intensiveren, en hoe de 'drie wegen van de energie' en de twee circulaties lopen en waar je op moet letten. Memoriseer deze wegen en circulaties voldoende keren om ze in je lichaamsbewustzijn op te nemen, zodat ze steeds in de juiste volgorde ter beschikking staan. De ene weg of circulatie zul je beter ervaren dan de andere, (de verschillende energiecentra zijn verschillend ontwikkeld door het leven dat je leidt) maar om zo spoedig mogelijk in balans te komen moet je iedere keer de drie wegen en de twee circulaties en het verzamelen doen. Op den duur kun je op de dag als je er behoefte aan hebt weer terugkeren naar de basis van adem en energie, zodat de kalmte terugkeert en de onrustige veelheid vanzelf verdwijnt (daar doe je dus geen enkele moeite voor). Je kijk op de momentele situatie wordt feitelijker, en dus ook duidelijker wat je te doen staat. Dit terugkeren tot je lichaamsbasis in de dag, vraagt maar drie tot vier langzame ademhalingen, die je lichaam ontspannen en je rug rechttrekken (niet door de spieren maar door de energiezuil in je rug, van je stuit tot je kruin). Iedere keer dat je de volledige oefening doet wordt je rug door de energie gerecht en iets gerekt, waardoor de tussenruimten van de wervels worden vergroot of hersteld. Tegengesteld aan wat bij het ouder worden gebeurt. Hiervan kun je ook gebruik maken bij het za-‐zen, zodat je gemakkelijk lang kunt zitten zonder inspanning en zonder wil! Je zit dan namelijk 'in de kracht', die geen spierspanning vraagt.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 8 of 30
tekst oefen-‐cd In de op de cd uitgesproken tekst wordt telkens na een passage gepauzeerd, om je de gelegenheid te geven hetgeen wat gezegd is, beter tot je door te laten dringen. Als het zo is dat die pauze te kort is, zet dan het toestel even af, en zet het weer aan als je klaar bent. Je bent net uit jezelf wakker geworden, de dag die komt is nog ver weg. Je voelt hoe je ligt, op je rug of op je zij (op je rug is het beste), en gaat zo liggen als voor jou het gemakkelijkst is, zó dat je langere tijd stil kunt liggen. Als je op je zij ligt moet het de rechterzij zijn, met het rechter been gestrekt, het linker iets opgetrokken, ontspannen ernaast. De voet op het rechterbeen of ervoor. Nu doorloop je met rustige aandacht je hele lichaam, vooral die plaatsen die vaak aangespannen zijn, en vraagt of ze zacht willen worden en zich behaaglijk uitstrekken, zoals op het strand met een milde zon, warm zand, een enkele vogel die overkomt, en het gelijkmatige ruisen van de zee die alle gedachten en voorstellingen uit je wegneemt naar de einder die zich steeds verder uitstrekt, tot het einde van de wereld en daar nog voorbij. Je maakt nu de oudste reis van de wereld, binnendoor, terug in de tijd, naar waar het begon toen je op aarde kwam en nog niets wist, maar wel alles wilde leren kennen, op je gemak, zoveel als prettig voor je was. Je hebt je ogen gesloten om niet gestoord te worden door de dingen van dit ogenblik, die verbonden zijn met wat achter je ligt. Om te zorgen dat de kringloop van de energie, zowel bij de orgaanoefening als de circulatie gesloten blijft is het nodig de tongpunt tegen het gehemelte aan te vlijen, zó dat hij contact maakt maar geen spanning geeft. Als je haar aandrukt zal ze gemakkelijk blokkeren. Welke van de drie plaatsen je als het beste ervaart moet de praktijk uitwijzen. Als je over dag een prothese in hebt, kies dan het zachte gedeelte achterin het gehemelte. Ernst doet je de mondhoeken omlaag trekken. Dat is spanning. Ontspan je in een lichte glimlach die niet alleen de mond maar het hele lichaam ontspant. De Taoïsten noemen de orgaanoefening, die nog volgt, dan ook 'De innerlijke glimlach'. Zo, rustig verwijlend achter je ogen, die nu heel vol en zwaar zijn, ga je naar je hart waarvan je het kloppen kunt voelen en dat zich koestert in de warme aandacht die je het misschien voor het eerst van je leven geeft. Je blijft zó lang bij je hart als je het prettig vindt en je hart erom vraagt, en gaat dan naar je longen, die je van binnenuit helemaal aftast; boven, beneden, voor, achter, en opzij en probeert het oppervlak nog te vergroten door langzaam, diep in te ademen en te voelen of je overal komt en of alles zacht en vriendelijk is. Op de uitademing laat je weer alles gaan, behalve je aandacht die in de ontspanning nog groter kan zijn en verruimende energie toevoeren. Ook hier blijf je zolang als het prettig is en je longen aandacht nodig hebben. Als je een poos geoefend hebt, soms al de eerste keer voel je dat ook je schouders belevendigd worden en opzij naar buiten willen, waarop er ook energie door je armen gaat stromen. Dat gaat op den duur vanzelf. Daar hoef je dus niets aan te doen. Het kan ook gebeuren, dat je, terwijl je met de energie in je hoofd bezig bent, je ook energie in je handen of voeten voelt stromen. Geef daar dan even aandacht aan en ga verder met de oefening.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 9 of 30
Daarna ga je met je aandacht naar je lever en milt, waarbij je bedenkt dat vooral je lever aandacht nodig heeft, om voldoende energie te hebben voor het vernietigen en afvoeren van voor het lichaam kwade stoffen, terwijl de milt je waarschuwt wanneer je je teveel inspant. Iets waar je misschien nog nooit op gelet hebt en wat je nu goed maakt door er langer doorheen te stromen. Je zonnevlecht waar je gevoelens steeds een beroep op doen heeft je vriendelijke aandacht ook nodig en wil zich graag koesteren in de energie die je toevoert om haar werk beter te kunnen doen. Dan ga je naar de nieren en bijnieren, die kleine uiterst belangrijke organen die de vochthuishouding regelen en eventueel bijsturen en die je aandacht en liefde hard nodig hebben. De bijnieren produceren adrenaline, die je doen vechten of vluchten en de daadkracht bevorderen. Blijf daar dus zolang als je voelt dat het nodig is, en bedank ze voor je verder gaat naar de alvleesklier. Als je naar de alvleesklier gaat neem je tegelijk de galblaas, die daar dicht bij is, in je aandacht op en doortrekt ze met vernieuwende energie. Daarna ga je terug naar de ogen en voelt hoe die nóg warmer en zwaarder zijn dan aan het begin door de energiestroom die al oefenende is toegenomen. Om de energie in je ogen nog meer voelbaar te maken verzamel je haar eerst in je linkeroog, 5-‐5, daarna in je rechteroog 5-‐5, en gaat met die verhoogde energie door de neus, het gehemelte en de tongpunt naar de slokdarm, die je nog extra voelbaar maakt door een beetje speeksel in te slikken. Je trekt langzaam door de slokdarm naar de maag, waar zoveel belangrijk werk gedaan wordt voor de spijsvertering en voedselopname. Vandaar trek je langzaam en aandachtig door de vele windingen van de dunne darm tot je onderin in de bekkenbodem de overgang rechts beneden met de dikke darm vindt, die naar boven doorloopt tot de horizontale overgang naar rechts, om vervolgens weer te dalen naar het rectum en de anus. Dit hele stuk vraagt extra aandacht omdat het gaan door de dikke prop afvalstoffen veel energie vraagt. Als je dit iedere dag doet zal op den duur de stoelgang soepel en op tijd verlopen. Ga daarna naar de blaas en maak hem zacht en veerkrachtig, zodat hij het vaak vergeten op tijd urineren beter kan verwerken. Maar neem je wel voor te letten op het seintje dat hij geleegd wil worden. Van de blaas ga je naar de zo belangrijke geslachtsorganen. Maak ze voelbaar door de spieren daar aan te trekken en los te laten. Omdat op deze plaats de voor ons belangrijkste energie wordt verbijzonderd, zie tekst, is het goed deze organen lang te doorstromen en pas verder te gaan als je het gevoel hebt dat alles verzadigd is van energie. Ga daarna voorlangs, uiteindelijk door tong, verhemelte en neus opnieuw naar de ogen, en vandaar in spiralen naar het achterhoofd waarbij je de belangrijke klieren voor de interne secretie doorloopt (pijnappel-‐, slijm-‐, en thalamusklier). Geef hier veel aandacht aan. Ga verschillende keren van je ogen naar je achterhoofd tot je voelt dat je overal voldoende langs bent geweest. Ga nu langzaam en aandachtig langs je wervelkolom naar beneden tot je stuit. Dit moet je echt langzaam doen om de verschillende centra op dit traject een goede beurt te geven. Het is daarom verstandig dit ook meerdere malen te doen. Ga daarna naar het dieptecentrum en vandaar langs de knieholte, de hiel en voetzool naar de tenen -‐ in het bijzonder naar de grote teen -‐ maak een lus over de grote teen naar bovenkant voet, verder omhoog over scheenbeen, voorkant knie, terug naar het dieptecentrum en weer omhoog door de
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 10 of 30
rug tot je in het kruin-‐ of hoogtecentrum bent en je de kracht, die je rug recht getrokken heeft, door je hele hoofd tot aan het schedeldak voelt. Doe het traject vanuit het dieptecentrum omhoog ook meerdere malen. Bij het omhooggaan moet je iedere keer ter hoogte van het hartcentrum naar de schouders gaan en de lus door armen en handen maken (zie tekst). Dit gaat niet direct, maar op den duur gebeurt dit vanzelf. Van het hoogtecentrum ga je via het schedeldak en het centrum tussen de wenkbrauwen naar beneden naar de ogen, waar je voelt hoe de energie nu is, waarna je naar neus en gehemelte gaat en via de tongpunt naar het borstbeen, waar aan de boven achterkant de thymusklier is, die de regeneratie (jong blijven) regelt. Ga verder naar beneden via het hartcentrum, de zonnevlecht, het navelcentrum en het geslachtscentrum naar het dieptecentrum, de knieholte, enz. Deze grote circulatie door romp en benen doe je in totaal drie maal. Als je uiteindelijk weer bij je ogen bent, ga je op dezelfde wijze naar beneden, maar bij het dieptecentrum ga je naar de stuit en door de ruggengraat weer naar boven tot je weer bij de ogen bent. Deze kleine circulatie alleen door de romp doe je ook driemaal. Als je dan weer bij de ogen bent, ga je naar beneden naar het navelcentrum waar je gaat verzamelen, 7-‐7, waarna je de verzamelde energie naar binnen trekt in het middelpunt van het basiscentrum. Het middelpunt ligt op de loodlijn van bovenkant schaambeen naar beneden -‐ als je op je rug ligt -‐ tot ongeveer 2.5 cm boven de wervelkolom. Dat naar binnen trekken doe je tot je voelt dat het genoeg is. Einde oefening. De eerste keren zul je de recorder of walkman stil moeten zetten om wat je te doen hebt ook echt te doen voordat je verder gaat. Heb je het enige maanden gedaan dan zit de oefening zó in je lichaamsbewustzijn dat je het zonder de cd kunt doen. Het gaat dan veel krachtiger, omdat je niet ook hoeft te luisteren. Zit de oefening er vast in dan kun je het naar behoefte op de dag nog eens doen, misschien wel meerdere keren. Behalve het beter functioneren van je lichaam verandert de kwaliteit van je bewustzijn, zonder dat dat je doel is, misschien juist wel daarom (het wu-‐wei uit het Taoïsme).
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 11 of 30
de beleving van de oefening Als je de oefening een poos gedaan hebt, dringt de eenheid en samenhang van je lichaam met zijn miljarden cellen zich onvermijdelijk aan je op. Cellen die onafgebroken, tot aan je sterven, met grote precisie hun werk doen. Je beleeft die samenhang, al oefenend, steeds dieper om tenslotte wat je voordien in onderdelen in je lichaam ervoer, gelijktijdig te ervaren. Die ervaring maakt je voorzichtig met het beoordelen van de wereld en de mensen om je heen. Je denkt dan misschien dat je de oefening wel weg kunt laten. Niets is minder waar! Wat je iedere ochtend weer doet, niet gestoord door geluiden van buiten, is het samenvoegen tot een geheel, zoals de foetus in de baarmoeder groeide tot hele mens in potentie. De baby gaat pas als hij geboren is merken dat hij in de vorm, die hij aangenomen heeft, gescheiden is van het omringende. Dat samenvoegen moet je eindeloos herhalen om de gewoontebedrijvigheid die je verdeeld houdt, en die je niet doelgericht kunt wegzetten, op afstand te houden. Je kunt dus niets anders doen dan zonder bedenken oefenen en ervaren dat je één bent, steeds weer. Daarmee ga je de wereld in, raakt weer in de verdeeldheid, merkt het op en keert terug tot de eenheid. Dat kunnen terugkeren hangt dus af van de steeds opnieuw beleefde eenheidsbeleving in de oefening. Door te blijven oefenen, waarschijnlijk steeds meer, ook in de dag, komt die eenheidsbeleving steeds gemakkelijker terug en stelt je in staat om ongehaast en onafgeleid te doen wat voorligt. Je zult ongetwijfeld, zo levende, veel in jezelf tegenkomen waarvan je zelfs geen vermoeden had. Maar dat is niet om te schrikken, maar juist een mogelijkheid om de instinctieve sector, die nu eenmaal een hele grote rol in je leven speelt beter te leren kennen, zodat hij je niet vanuit het onbewuste kan bespelen.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 12 of 30
organen Zoek de ligging van de verschillende organen in de tekeningen op en herhaal het een paar keer tot het er zo goed in zit, dat je het blindelings kunt vinden in je lichaam. De summiere hoofdkarakteristieken helpen je er een gevoelsverhouding toe te vinden. Alle karakteristieken die gegeven worden van de organen zijn onvolledig en doen geen recht aan de veelvoudige werkingen die ze op je lichaam uitoefenen, noch geven ze weer hoe ze op elkaar zijn afgestemd, elkaar beïnvloeden en beïnvloed worden. Dat betekent dat je zones van het orgaan moet doorstromen, geen punten of begrensde plaatsen. Dat maakt het sturen van de aandacht aanmerkelijk gemakkelijker. Als je er zo ongeveer door of langs gaat krijgt het geheel van het orgaan toch de extra energie toegevoerd. De ogen De ogen zijn met zoveel zenuw-‐ en energiebanen verbonden dat we het beste van daaruit onze oefeningen kunnen doen. Iedere keer dat we opnieuw langs en door de ogen komen is de energie toegenomen én verrijkt. Bij de volgende rondgang komt dat de organen en centra ten goede. Het hart Het hart is via de aderen ononderbroken met het hele lichaam verbonden. Wanneer het door de extra energiedoorstroming weer zacht wordt en soepel en rustig kan werken, komt er vanzelf een rustiger ritme in je leven. De longen De longen zorgen voor de zuurstofopname en afscheiding van kooldioxide. Het herstel van ruimte en soepelheid geeft een gevoel van opgewekte vrijheid. De lever en de milt De lever ontgift schadelijke stoffen en levert de gal voor de vetvertering. De milt waarschuwt ons voor overspanning. De aandacht die we aan beide geven verhoogt onze weerstand en ons welbevinden. De zonnevlecht In de zonnevlecht komen veel zenuw-‐ en energiebanen in een kring bijeen. Het doorstromen hiervan maakt ons bewegen vloeiender en de aanpak van ons werk minder bedacht. De nieren en bijnieren De nieren regelen de vochthuishouding, en de bijnieren produceren o.a. adrenaline en reinigen bovendien de seksuele energie. Door de toevoer van extra energie kunnen ze hun vitale functie beter uitoefenen. Alvleesklier en galblaas De alvleesklier verzorgt de suikerspiegel in het bloed en de aanmaak van insuline. De galblaas zorgt voor de juiste afgifte van gal voor de vetvertering. Functies die onze aandacht meer dan waard zijn. www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 13 of 30
De slokdarm Van de lenigheid en soepelheid van de slokdarm hangt het af of ons voedsel in gelijkmatig tempo in de maag komt voor verdere vertering. We trekken er rustig met de energie doorheen. De maag In de maag worden de maagsappen toegevoegd die de verdere vertering in de dunne darm mogelijk maken. In de maag gaat het verteringsproces dat met het speeksel in de mond begon verder. Als een van deze schakels onvoldoende is, ontbreekt een stuk spijsvertering. Het hele traject van de mond tot en met de maag moet dus rijkelijk worden doorstroomd. De dunne darm In de dunne darm met zijn vele windingen, waarin door de darmflora de belangrijke voedingsstoffen aan het voedsel worden onttrokken, heeft het belangrijkste deel van de spijsvertering plaats. Langzaam en aandachtig hier doorheen trekken met de energie over een breed front is dagelijks nodig. De dikke darm De dunne darm gaat helemaal rechts beneden over in de dikke darm. Deze gaat omhoog tot maaghoogte om rechtsom via de horizontale overgang weer naar beneden te gaan en via een S-‐ vormige vernauwing in de endeldarm over te gaan en te eindigen in de anus. Dit traject moet langzaam, maar met kracht, doortrokken worden opdat de laatste voedingsstoffen onttrokken kunnen worden en de voedselprop de juiste consistentie heeft om soepel en regelmatig verwijderd te kunnen worden, zó dat je vanzelf gewaarschuwd wordt voor het ontledigen. Geduldig en langzaam met energie doortrekken dus. Urineblaas en geslachtsorgaan De blaas moet zacht en lenig zijn om de wisselende inhoud en het dikwijls te laat ontledigen goed te kunnen opvangen. Geef de energie voldoende gelegenheid dit onderhoudswerk te doen. Het geslachtsorgaan -‐ schede, baarmoeder, eileiders voor de vrouw, zaadhuis, teelballen, prostaat en penis voor de man -‐ is de plaats voor de belangrijkste energieomzetting in ons lichaam. Een verdere evolutie van ons bewustzijn, ook de transformatie en mutatie zijn afhankelijk van de intensiteit en rijkdom van de energie die wij aanvoeren voor de uiteindelijke omzetting, die zich aan onze invloed onttrekt, maar waarvoor wij wel de juiste voorwaarden kunnen scheppen. De instinctieve lustbeleving die aanvankelijk de instandhouding van de soort moest verzekeren, moet nu de bewustzijnsomzetting bewerkstelligen. Een nieuwe uitdaging die niet door celibaat of achteloze lustbevrediging beantwoord kan worden, maar door een verder gaande bewustwording met haar eigen voldoening. Reden om alles langdurig met energie te verzadigen. Thymusklier en schildklier De thymusklier en schildklier passeren we als we van het geslachtsorgaan voorlangs omhoogtrekken en uiteindelijk via tongpunt en gehemelte en neus weer bij de ogen komen. In de oefening op de cd worden deze klieren niet genoemd omdat we er verscheidene keren langskomen en zodoende voldoende energie toevoeren. De thymusklier regelt het regeneratievermogen (jong blijven) en verschrompelt door onze haastige
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 14 of 30
en onaandachtige leefwijze. Door er steeds weer met energie doorheen te trekken herstellen we ons regeneratievermogen. De schildklier, bij de adamsappel, bepaalt ons levenstempo. Herhaalde doorstroming met energie bevordert een rustige, gestadige leefstijl. De pijnappel-‐ en slijmklier en de thalamusklier Deze klieren (allemaal ongeveer midden in het hoofd) regelen, ieder op het eigen gebied, de interne secretie die het levensritme, de vitaliteit, en de samenwerkingsgraad van de organen, spieren en het bewustzijn ervan bepalen. De medische wetenschap komt stukje bij beetje achter de verstrekkende beïnvloeding door deze klieren, zonder dat ze weet hoe wij de werking kunnen bevorderen, noch of wij het onbewust tegenwerken. De taoïstische oefeningen die nooit een speciaal orgaan willen verbeteren, maar steeds de circulatie en doorstroming van alle organen beogen regenereren daarbij het gehele samenstel op harmonische wijze. Dat is een waarborg voor een langzaam natuurlijk herstel van het geheel.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 15 of 30
centra Zoek de verschillende centra in de tekeningen op, en herhaal dit tot het er zo goed in zit, dat je het bij de oefeningen blindelings kunt vinden. Wat bij de organen gezegd werd over hun exacte plaats en hoe je er energie doorheen kunt sturen, geldt ook voor de centra, die in de hindoe terminologie ook wel chakra's genoemd worden. Het basis-‐ of navelcentrum Het basiscentrum bevindt zich ongeveer drie vingerdikten onder de navel. Naar binnen toe is het middelpunt ervan op de lijn van bovenkant schaambeen naar de ruggengraat op ongeveer 2,5 cm daarvandaan. In deze bol die zich tot buiten het lichaam kan uitstrekken komen alle energieën samen en worden van daaruit weer verdeeld. Bovendien reinigt en voedt hij het hele spijsverteringssysteem en de verschillende organen in de omtrek met energie. Je kunt de energie op verschillende plaatsen voelen: voorkant buik, ook boven de navel, achterkant boven de stuit of iets hoger. Het geslachtscentrum Voor de vrouw de plek tussen de eileiders, ongeveer 8 cm onder de navel, met de vingers te vinden door de handen op de buik te leggen, de duimtoppen tegen elkaar op de navel. Waar de wijsvingers elkaar raken is het centrum. Voor de man is het waar de pinken elkaar raken, bij het zaadhuis, ongeveer 2,5 tot 3 cm boven de aanzet van de penis. Het dieptecentrum Het dieptecentrum bevindt zich midden tussen geslacht (schede of aanzet penis) en anus. De Taoïsten noemen het ook wel de plek van leven en dood. Er kan gemakkelijk energie lekken. Extra verzamelen, 9-‐9, kan dit verhelpen of voorkomen. De stuit en de heilige poort Wanneer je met je vinger van onder de stuit al drukkend naar boven gaat voel je na 2,5 tot 3 cm een inkeping -‐ dat is de ingang in het ruggenmergkanaal, heilige poort genoemd. Bij dit centrum bevindt zich ook de zogenaamde energiepomp, die de energie omhoog pompt in het centraal zenuwstelsel. Het niercentrum Dit centrum ligt tegenover de navel in het gebied van het basiscentrum. Het bijniercentrum Het bijniercentrum ligt iets hoger, zoek op in de figuren. Het schedelpoortcentrum Dit centrum bij de overgang van de nek in de schedel is duidelijk onderaan de schedel te voelen. Hier wordt het ademritme en verschillende functies van het onwillekeurig zenuwstelsel beïnvloed. Vlak erboven bevindt zich de tweede energiepomp, die de energie door de hersenen stuwt. www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 16 of 30
Het hoogtecentrum Dit centrum, door de Hindoes 'duizendbladige Lotus' genoemd, ligt op het snijpunt van de lijn over de schedel van de gehoorgangen en die van de neus uit naar achter over de schedel. Eigenlijk recht boven de nekwervels, 3 cm van bovenkant schedel. Het centrum tussen de wenkbrauwen Dit centrum wordt ook wel het derde oog genoemd en beïnvloed het levensritme, de heftigheid van de emoties en de verdere ontwikkeling van de rechterhersenhelft. Daarom is het goed bij het gaan door dit centrum ook naar links en rechts te gaan voor directe belevendiging van de hersenhelften. Vanuit dit centrum begint de tocht omlaag, zo belangrijk om te voorkomen dat de energie zich in het hoofd ophoopt. De overgang bij de tongpunt De tongpunt laat de energie in het hoofd weer terugstromen naar de navel, waarmee de stroomkring gesloten is. De tongpunt kan op drie plaatsen tegen het gehemelte gevlijd worden: -‐ vlak achter de voortanden, waardoor o.a. kalmte en een goede nachtrust bevorderd worden. -‐ in het midden, tussen hard en zacht gehemelte, waardoor versterkte doorstroming maar ook een droge mond kan optreden. -‐ achterin het zachte gedeelte waardoor de speekselafscheiding sterker wordt en de nierenergie zich verbindt met de seksuele energie, die het bewustwordingsproces versterkt. Het is duidelijk dat deze werkingen pas na langdurige praktijk ervaren worden. Het keelcentrum Dit ligt op de hoogte van het kuiltje net boven het borstbeen en regelt het levenstempo en de intensiteit van je beleving. Een herhaalde doorstroming maakt ons geduldig en blijmoedig. Het hartcentrum Dit centrum op het borstbeen op tepelhoogte bij mannen, voor vrouwen bij het bh-‐bandje, beïnvloedt de regeneratie en het vermogen lief te hebben en blij te zijn. Ga hier steeds rustig en vriendelijk doorheen, liefst meerdere malen. De zonnevlecht Deze ligt midden tussen onderkant borstbeen en navel. Zenuw-‐ en energiebannen komen hier in een kring samen. Wanneer zij goed werkt regelt en intensiveert ze de balans tussen de verschillende organen. Reden haar overvloedig met energie te doortrekken. Zowel bij de orgaanoefening als bij het doortrekken van de centra stuit je op de moeilijkheid het onschuldig te doen. Het komt er op neer dat je het commando geeft en dan probeert te registreren wat er gebeurt, zonder er iets van te vinden (oordelen), iets wat je gewend bent altijd te doen. Als je opmerkt dat je oordeelt (dat is heel gewoon) is dat voldoende. Op den duur kun je onschuldig oefenen. Erover denken, of je er iets over afvragen heeft geen enkele zin en werkt zelfs de verkeerde kant uit. Dit is voor ons bewustzijn van vandaag, dat nog meer afgescheiden is van het grote dragende geheel, een grote moeilijkheid. Maar ook in de tijd van de taoïstische meesters wordt er al op gewezen, in de
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 17 of 30
zin van 'dat moet je niet doen' want je bent ondergeschikt aan de wetmatigheden van de kosmos, de Tao die altijd werkt. Hoe lang en hoeveel malen per etmaal moet je de oefening doen? Zodra je de orgaanoefening en de circulaties goed kunt doen -‐ beginnend met het aandachtig ademen, zacht, diep, en langzaam, zodat de energie voelbaar wordt -‐ kun je op elk gewenst moment een deel van de oefening herhalen. Vijf minuten is dan voldoende, ook in een niet-‐rustige omgeving. De kleine en de grote circulatie zijn het meest geschikt voor de oefening tussendoor. De avondoefening liefst een uur voor het naar bed gaan. Het is duidelijk dat je je leefritme en dagindeling zult moeten veranderen om het volle profijt van de oefeningen te hebben. Dat is in onze huidige, haastige en prestatiegerichte samenleving niet gemakkelijk, maar wat je geschonken wordt aan kalmte en welbevinden weegt daar ruimschoots tegen op. Het is eigenlijk geen keus, maar een vanzelfsprekend besluit om zó in overeenstemming met je diepere mogelijkheden verder te gaan.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 18 of 30
afbeeldingen Fig.1a + b De buikademhaling A
B
Bij de buikademhaling drukt het middenrif of de ademspier bij de inademing de hele buikinhoud omlaag (en dus ook samen) en vergroot daarmee tegelijkertijd de longinhoud (fig. 1a), terwijl bij de uitademing de longinhoud wordt verkleind en de buikinhoud vergroot (fig. 1b). Maar voor het gevoel gaat bij de uitademing de adem omlaag en laat je hem bij de inademing weer omhoog komen. Deze eenvoudige observatie geeft al aan dat je de adem niet van buitenaf ervaart, maar van binnenuit beleeft. Om de ademspier voelbaar te maken en te oefenen druk je de adem zover mogelijk omlaag en ademt daarbij dus uit, houdt hem daar even vast en ademt vervolgens diep in. Dit herhaal je tien tot vijftien keer, snel achterelkaar. Tenslotte zul je dat volledig uitademen vanzelf de hele dag door doen, waarmee je je tegelijk ontspant.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 19 of 30
Fig. 2 De vitale organen
Op figuur 2 vind je de schildklier, thymusklier, hart en longen, maag, lever en milt, alvleesklier of pancreas, nieren en bijnieren en de ovaria.
Wanneer je een bepaald orgaan minder of niet voelt kun je er verzamelen, 9-‐9. Misschien moet je dit telkens herhalen, tot je wel wat voelt. Maar denk er niet over na, oefen gewoon. Het heeft te maken met de evolutie gedurende duizenden jaren, waarvan je het resultaat ervaart. Maar je kunt er meer leven inbrengen door er steeds weer met energie doorheen te gaan.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 20 of 30
Fig. 3 Het spijsverteringssyteem
Op figuur 3 vind je adamsappel, trachea, slokdarm, galblaas, de dunne en de dikke darm, en het verloop van de laatste tot en met de anus.
Door de circulatie door de romp kom je al deze organen tegen, al worden ze niet direct bewust. Maar door de gestadige herhaling worden ze belevendigd en laten van zich weten.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 21 of 30
Fig. 4 Het verzamelen
Het spiralend verzamelen gaat steeds eerst van de navel uit naar de omtrek (bijvoorbeeld 36 maal), om vervolgens in de andere richting draaiend van omtrek naar navel te gaan (24 maal). Naar gelang je meer hebt geoefend kun je volstaan met de lagere verhoudingsgetallen. Dat wijst zich vanzelf. A. voor de man, beginnend met van bovenaf gezien, links naar beneden te gaan en vervolgens in de andere richting draaiend rechts naar beneden, in de verhouding 36-‐24, 18-‐12, 9-‐9, 5-‐5. B. voor de vrouw, beginnend met van bovenaf gezien, rechts naar beneden te gaan en vervolgens in de andere richting draaiend links naar beneden. Verhoudingsgetallen als bij de man.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 22 of 30
Fig. 5 De energiecentra
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 23 of 30
Fig. 6 Plaats van de energiecentra
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 24 of 30
Fig. 7 De onderste centra
Fig. 8 Het niercentrum (gelegen tegenover de navel)
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 25 of 30
Fig. 9a-‐c De energiecirculatie door romp en benen
A
B
C
De figuren 9a, 9b en 9c geven de circulatie voor de romp, en voor romp en benen ineen. Figuur 9a geeft bovendien de Yang energie weer, rijzend, met vlammetjes, en de Yin energie, met nullen.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 26 of 30
Fig. 10a-‐c De drie posities van de tong
De figuren 10a, b en c geven de drie posities van de tong aan.
In het begin zul je de verschillen niet voelen, naderhand, over weken of maanden, wel. De tongpunt kun je op drie plaatsen tegen het gehemelte aan vlijen: -‐ vlak achter de voortanden bevordert onder andere een goede nachtrust. -‐ in het midden, tussen hard en zacht gehemelte, die een gemakkelijker doorstroming van energie bevordert. -‐ achterin het zachte gedeelte wordt de speekselafscheiding bevordert en kan de nierenergie zich met de seksuele energie verbinden tot een energie die de bewustzijnsverandering bevordert. Dit hangt natuurlijk samen met hoe wij verder leven.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 27 of 30
Fig. 11 De energiepompen
Bij het gaan in spiralen van de ogen naar het achterhoofd waarbij we de pijnappel en slijmklier en de thalamusklier passeren, worden we bij het naar beneden gaan door de ruggengraat naar de stuit geholpen door de pomp bij de schedelingang en beneden door de pomp bij het heiligbeen, zie figuur 7b. Dit geldt natuurlijk ook voor het gaan in de omgekeerde richting van de stuit naar de kruin.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 28 of 30
Fig. 12a+b De energiecirculatie door de armen A
B
Fig. 12a: De circulatie door de armen is een aftakking van de stroom die van het bijniercentrum naar de schedelpoort gaat. Vanaf het bijniercentrum gaan we naar de schouderpunt (fig. 6a), ongeveer tegenover het hartcentrum, gaan naar de schouders, binnenkant arm, niercentrum in de handpalm, lus om de middelvinger, buitenkant arm, schouders, naar nekwervels, schedelpoort, enz. Fig. 12b: Hier zie je hoe de hoofdstroom weer door het hoofd en tongpunt uiteindelijk in het basiscentrum komt.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 29 of 30
nawoord Hoewel er in de tekst telkens op gewezen werd, wijst de ervaring uit dat je maar heel moeilijk went aan de gedachte dat je van je lichaam moet leren en niet omgekeerd! Je lichaam is, hoe wonderlijk dat ook klinkt, veel minder gedenatureerd dan ons bewustzijn, dat in feite zijn eigenlijke natuur nog moet leren kennen. Ons lichaam is, om het eenvoudig te stellen, al uitgëevolueerd, terwijl ons bewustzijn (mind) nog in het begin staat en door het contact met de Oorsprong zich beter bewust kan worden van zijn voorlopige staat én van de mogelijkheid in balans te komen met de Oorsprong die door al het levende heen werkt. In het Boeddhisme wordt dit ook nagestreefd, alleen verplicht je je daarbij te leven vanuit een levensgevoel dat nog niet het jouwe is. De hier gegeven oefeningen laten dat levensgevoel geleidelijk, geheel in overeenstemming met je mogelijkheden en trouw, in je groeien, zodat je vanzelfsprekend de wereld gaat ervaren vanuit een ruimer perspectief, dat vanzelf (zonder gelofte of dwang) rekening houdt met al het levende.
Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie (5e druk, 2001), deel I Aanwijzingen bij de adem-‐ en energieoefeningen deel lI Aanwijzingen bij het zitten (met instructie-‐CD) Prijs inclusief verzendkosten € 25,00 Bestelling vindt plaats door storting van het bedrag op postgiro 503 43 19 ten name van de stichting 'Zen als leefwijze' te Amsterdam, onder vermelding van hetgeen u verlangt.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel I]
Page 30 of 30