Onderwerp:
Soort uitspraak:
Oef en- en ontspanningstherapie bij a ngststoornissen als onderdeel van psychosomatische f ysiotherapie, is geen te verzekere n pre statie Oefen- en ontspanningstherapie bij angststoornissen - als onderdeel van psy chosomatische fy siotherapie - is niet conform de stand v an de wetenschap en praktijk, z oals bedoeld in artikel 2.1 tweede lid van het Besluit z orgverzekering. Oefen- en ontspanningstherapie bij angststoornissen - als onderdeel van psy chosomatische fy siotherapie -behoort daarmee niet tot de te verzekeren z org binnen de kaders van de Zorgverz ekeringsw et. SpZ = standpunt Zvw
Datum:
17 nov ember 2008
Samenvatting:
Onde rstaand de volle dige uitspraak.
Samenvatting Op grond van de huidige be schikbare wetenschappe lijke literatuur is de conclusie dat psychosomatische fysiotherapie, bij angststoornisse n niet conform de st and van de wetenschap en praktijk is zoals be doe ld in artike l 2.1 tweede lid Besluit zorgverzekering (Bzv). Oefen- en ontspanningsthe rapie als onde rdee l van de psychosomatische fysiotherapie bij angststoornisse n be hoort daarmee niet tot de te verzekeren pre statie s binne n de kaders van de Zorgverzekeringswet (Zvw).
1. Oefen- en o ntspanningstherapie bij Angststoo rnissen Vr aagstelling
Aan de orde is de vraag of oefen- en ontspanningstherapie bij angststoornisse n, als onde rdeel van de psychosomatische fysiotherapie, als afzonderlijke prest atie, tot de te verzekeren pre statie s be hoort.
Wat voor af gin g
In dece mbe r 2006 heeft het CV Z het standpunt ingenome n dat psychosomatische fysiotherapie e n oefenthe rapie niet tot de te verzekere n pre statie s be hore n. Het CV Z beoordee lde de stijds mee rde re studies naar dive rse indicatie s en behande lvorme n van psychosomatische fysiotherapie. De conclusie van deze beoorde ling luidde dat psychosomatische fysiotherapie in zijn alge meenhe id niet behoort tot de stand van de wetenschap en praktijk.
Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
1
Oefen- en ontspanningsthe rapie als onde rdee l van de psychosomatische fysiotherapie was op dat moment niet apart beoordee ld als spe cifieke therapie bij de indicatie (gege neralisee rde) angststoornis. Naar aanle iding van dive rse vrage n ove r dit onderwe rp heeft het CV Z besloten om deze vraag ove r een spe cifieke vorm van psychosomatische fysiotherapeutische interve ntie alsnog apart te beoorde le n. Aspecten bij de beoordeling
Bij de beoorde ling zijn de volge nde aspe cten in aanme rking genome n: de aandoening waarbij deze therapie ge ïndice erd is, de CBO richtlijn voor het desbetreffende indicatiege bied, de categorieë n van interventie s die hie rvoor in aanme rking komen en tenslotte de domeinomschrijving e n het be roe pscompetentie profie l van de Nede rlandse ve reniging voor Fysiothe rapie volge ns de P sychosomatie k (NFP).
Angststoornissen
Zowe l de DSM -IV als de ICD-10 kenme rke n een angststoornis door het optre de n van bove nmatige angstige re actie s in afwezighe id van ge vaar of in het ge val dat de mate van angst niet in ve rhouding st aat tot de mate van reëe l ge vaar. De volge nde categorieën van angststoornisse n zijn te ondersche iden: paniekstoornis ( met en zonde r agorafobie), sociale fobie, specifieke fobie, obsessie ve- compulsieve stoornis, gege ne ralisee rde angststoonis en posttraumatische angststoornis. V olgens de richtlij n Angststoornissen ( multidisciplinaire richtlijn angststoonissen, CBO, 2003) hebben angststoornisse n een grote impact op het functione ren van de patië nt en de persone n in zijn of haar dire cte omgeving.
Richtlijn angststoornissen CBO
Bij de behande ling van angststoornissen worde n er in de CBO richtlijn angststoornisse n uit 2003 verschillende categorieë n van interve nties ondersche iden. Dit zijn farmacothe rapie, psychologische- e n psychotherapeutische interve ntie s en ondersteunende interventie s. Farmacothe rapie en psychologische-/ psychothe rapeutische interve nties zijn primair ge richt op het terugdringen van de angststoornis. Deze therapieë n kunne n bovendien ee n verschille nde inhou d he bbe n afhankelijk van de gedragsstoornis die hiermee be hande ld wordt.
Ondersteunende interventies
V oor de ondersteunende interventie s ge ldt dat deze primair gericht zijn op het vermindere n van individuele be perkinge n en participatieprobleme n in het maatschappe lijke le ven alsmede op het vermindere n van be lemme rende factore n die een katalyse rende functie he bben voor de psychologische en farmacologische be hande lstappen. Deze interventie s zijn veelal ge ne riek e n niet spe cifiek op een be paalde angststoornis ge richt. Onde rsteunende interve nties worde n doorgaans uitgevoerd door ve rschille nde professionals, zoals door maatschappe lijk
Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
2
we rke rs, sociaalpsychiat risch ve rplee gkundige n, sociaalpedagogisch hulpve rlene rs en vaktherapeuten.
Domein NFP en beroepscompetentieprofiel
Het CBO heeft er bewu st voor gekozen om bovengenoemde typen van interve nties te onde rscheide n los van de vraag we lke professional ee n be paalde interve ntie op grond van de wet BIG mag e n kan uitvoe ren. Dit sluit aan bij de functiegerichte omschrij ving die de Zvw hanteert. In de paragraaf wet- en re gelge ving van deze duiding wordt de functie gerichte omschrijving nade r toege licht. Oefen- en ontspanningsthe rapie wordt binnen de psychosomatische fysiotherapie vee l ge bruikt bij de be hande ling van (gege neralisee rde) angststoornissen. In de dome inomschrij ving en het be roepscompetentie profiel van de Nede rlandse vere niging voor Fysiothe rapie volge ns de Psychosomatie k (zie bij lage 3) is de inde ling van clië nten op vie r nive aus. De categorie matig- en zwaar ge complicee rd be hore n vooral tot het domein van de psychosomatische fysiotherapeut. Bij de categorie matig en zwaar gecompliceerd is er sprake van een klacht betreffende het be wege nd functionere n. De psychosomatische fysiothe rapeut maakt gebruik van spe cifie ke interve ntie s om deze cliëntgroep te be handele n. Gedragsmatige interventie s, ade m- en ontspanningsmethodie ken, spe cifieke ge spreksvaardighede n en methodie ken gericht op lichaamsbe wust worden e n be we gingsexpre ssie, vorme n be langrijke onde rde le n van deze be handeling die gericht is op het ve rminde ren van herstelbele mme rende factore n. De behande ling van matig- e n zwaar gecomplicee rde klachten, zoals hie rbove n omschre ve n, heeft een sterk monodisciplinair karakter. Bij de categorie zwaar gecompliceerd staat met name het adequ aat omgaan van de psychosomatisch fysiothe rapeut met deze ernstige herstelbele mme rende factore n op de voorgrond. Om het fysiotherapeutische zorgproces gest alte te kunnen geve n st aat echter niet het verminderen van deze herstelbele mme rende factore n ce ntraal. Daar richten ande re zorgaanbiede rs (psycholoog, psychiater, maatschappe lijk we rke r etc) binne n de zorg zich op. W el kan de psychosomatische fysiothe rapeut de doele n van deze gezondheidwe rke r onde rsteunen. Door deze same nwe rking heeft de behandeling ee n sterk multidisciplinair karakter.
2. Standpunt Het CV Z heeft een standpunt ingenome n op basis van 3 onderzoeksdocumenten. Dit betreft in ee rste inst antie het in 2006 ingenome n standpunt over de psychosomatische fysiotherapie als ge heel. D aarnaast is de beoorde ling gebasee rd op aanvulle nd literatuuronde rzoek door het CV Z in 2008 (bijlage 2) en tenslotte op basis van de nagezonden Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
3
literatuur met bij behore nde analyse s door het KNGF en de interpretatie hie rvan door het CV Z (bijlage 3). Inhoudelijke consultatie
Conclusie
Medische ach ter grond rapportage
In maart 2008 legt het CV Z het standpunt tijde ns de inhou delijke consultatie voor aan het KNGF en de NFP. V an de NFP we rd geen zelfstandige re actie ontvange n tijdens deze inhoude lijke consultatie van het CV Z. Het KNGF heeft in reactie hie rop een literatuuranalyse laten uitvoere n door de Universiteit van M aastricht. Zij le ve ren enkele studie s met bij behorende conclusie aan. Het CV Z oordeelt dat Oefen-en ontspanningsthe rapie bij angststoornisse n, als onde rsteunende interve ntie die onderdee l uitmaakt van de psychosomatische fysiothe rapie, niet be hoort tot de te verzekere n prest aties. Bijlage 2 bevat een me dische achtergrondrapportage. Deze laat zien welke literatuur in be schouwing is genome n. Evenee ns maakt het CV Z hierin inzichtelijk hoe de ex acte beoorde ling tot stand is gekome n. In bij lage 3 is de door het KNGF nagezonde n literatuuranalyse van de unive rsiteit van M aastricht nader ge analysee rd. De inhoud hie rvan is mee ge nomen bij de uiteindelijke standpuntbe paling. In paragraaf 4b; onder het kopje motivering worden de conclusies van de analyse s uit bovenge noe mde bij lage n nade r toegelicht.
3. Co nsequenties Oefen- en ontspanningsthe rapie bij angststoornisse n als onderdee l van psychosomatische fysiothe rapie behoort niet tot de te verzekere n pre statie s binnen de kaders van de Zvw omdat deze zorg niet voldoet aan de st and van wetenschap e n praktijk, zoals bedoeld in artikel 2.1. tweede lid van het Bzv. Dit heeft als ge volg dat zorgve rzekeraars oefen- e n ontspanningsthe rapie bij de indicatie angststoornis niet in hu n polis als verzekerde zorg onder de de kking van de Zvw kunne n opneme n.
4. Motivering 4.a. Wet- en regelgeving Om een uitspraak te kunne n doe n over de vraag of oefen- en ontspanningsthe rapie bij angststoornisse n tot de te verzekeren pre staties be hoort, toetst het CV Z aan de wet- en rege lgeving. Par am edische zorg
Artikel 2.6, eerste lid, Bzv, be paalt dat parame dische zorg
Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
4
fysiotherapie, oefentherapie, logope die, ergothe rapie en dieet advise ring omvat. Artikel 2.6, tweede lid, bepaalt dat fysiotherapie en oefentherapie zorg omvat zoals fysiotherapeuten en oefenthe rapeuten die ple ge n te bie den ter behandeling van de in bijlage 1, Bzv (lijst chronische fysiothe rapie) aangege ve n aandoeninge n (zie bijlage 1) voor zover de daarbij aangege ve n termijn niet ove rschre den. Deze zorg omvat voor de verzekerde n van achttien jaar en oude r niet de eerste nege n behande lingen. Artikel 2.6, derde lid, bepaalt dat fysiotherapie voor verzekerde n jonge r dan achttien jaar in ande re ge valle n dan genoemd in het twee de lid, uit hoogstens ne gen be handelinge n van dezelfde aandoe ning pe r jaar be staat en dat dit, bij ontoe reikend re sult aat, ve rlengd kan worden met ten hoogste nege n be hande lingen. Stand van de weten sch ap en Praktijk
V oor alle zorgvormen die als te ve rzekere n prest aties in de wet zijn genoemd, ge ldt het ge stelde in artike l 2.1, lid 2, Bzv. Hierin is vastge steld dat de inhoud e n omvang van de zorgvorme n me de be paald worden door de stand van de wetenschap e n praktijk. Bij het ontbreke n van een zodanige maatstaf wordt dit be paald door hetgeen in het betrokke n vakge bie d ge ldt als ve rantwoorde e n ade qu ate zorg en die nsten.
EBM
Om te bepale n wat tot de stand van de wetenschap en praktijk gere kend moet worden, volgt het CV Z de principes van evide nce- base d me dicine (EBM ). Op basis hie rvan nee mt het CV Z een standpu nt in ove r de vraag of een pre statie tot de te verzekere n zorg be hoort en daarmee een te ve rgoede n of ve rstrekke n be hande ling is. Een meer uitvoe rige be schrijving van de bove nge noe mde we rkwijze , is te vinden in het CV Z-rapport Beoordeling van de stand van de wetenschap en praktijk (CV Z 2007, nr 254, zie ook www.cvz.nl)
Functiegerichte omschrijving
Eerde r werd al aange haald dat in de Zvw de te ve rzekeren pre statie s functiege richt zijn omschre ve n. Dit betekent dat de wet aangeeft ‘wat’ onder de te verzekere n pre statie s valt en bij we lke indicatie dit ge leve rd wordt. ‘W ie’ de zorg ve rlee nt en ‘waar’ de zorg gele verd wordt, laat de wet ove r aan de zorgve rzekeraar. De functiege richte omschrijving van de zorg in de Zvw bie dt de zorgve rzekeraars de moge lijkheid om in de polis te be schrij ven we lke zorgverle ners de prest atie kunne n aanbiede n en we lke pre statie s concreet ve rzekerd zijn onde r we lke voorwaarden.
4.b. Beoordeling (medisch en juridisch) De interventie s be schreve n in de literatuuranalyse van de unive rsiteit van M aastricht die ter aanvulling op de ee rste medische be oorde ling onde rzocht we rden (zie bijlage 2), zijn Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
5
bestudee rd in studie s die vee lal ve rschille n in opzet, kwaliteit en ge rapporteerde uitkomstmaten. De geïncludee rde patiënten in de onde rzochte studie s zijn meestal patië nten met een DSM 111 of DSM 111-R omschre ven ziektebeeld e n niet zonde rmee r ide ntiek aan de groe p patiënten die de psychosomatische fysiothe rapeut be handelt. Onde r deze aanvulle nd onde rzochte interve nties valle n relax ation therapy, bre athing retraining en bio-feedback. Uitkomstm aat
Kwali tei t
Zoals ee rde r gesteld, is oefen- en ontspanningsthe rapie bij angststoornisse n, aangebode n door ee n psychosomatisch fysiotherapeut een onde rsteune nde interve ntie. In de studie s die het CV Z in de me dische beoorde ling (zie bij lage n 2 en 3) heeft geanalysee rd wordt de effectiviteit van oefen- en ontspanningsthe rapie dan ook als ondersteunende interve ntie met die nove reenkomstige uitkomstmaten beoordee ld. Ee n onde rsteune nde interve ntie blijkt in de onderzochte literatuur echter niet een ee nduidig begrip. Zo blijkt een onde rsteunende inte rve ntie in dive rse studie s een aanvulling te zijn op een primaire psychologische- of psychothera- peutische behandeling, zoals bijvoorbee ld op een primaire be hande ling best aande uit Cognitieve Gedrags The rapie (CGT). De uitkomst is in deze gevalle n hoofdzakelijk gericht op het terugdringen/ ve rbeteren van de angststoornis. De betekenis van onde rsteunende be handeling in de psychosomatische fysiotherapie komt ove reen met de betekenis die het CBO geeft aan een onde rsteunende be hande ling. De rele vante uitkomstmaten e n be oogde re sultaten zijn ande rs. Uit het bove nstaande conclu deert het CV Z dat onde rsteunende/ aanvullende behande lingen binnen een primaire psychotherapeutische behandelsetting niet gelijk zijn aan oefen- en ontspanningsthe rapie zoals ge geve n door ee n psychosomatisch fysiothe rapeut. Om de effectiviteit van de onde rsteunende interventie oefenen ontspanningstherapie bij angststoornisse n binne n de psychosomatisch fysiothe rapeutische behande ling te kunne n onderzoeke n, zijn ande re studie s be nodigd. Het betreft dan studies waarvan de uitkomstmaat het ve rminde ren van herstelbele mme rende factore n bij angst-stoornissen is. Het betreft echter niet studies waarbij de uitkomstmaat zich richt op genezing of verminde ring van de angststoornis zelf. Deze uitkomstmaat is name lijk niet voorbehoude n aan oefen- en ontspanningsthe rapie bij angststoornisse n die alleen als ondersteuning be doe ld is. De inhoude lijke beoorde ling van de onde rzochte studies, met de hieraan toege kende kwaliteit, zijn nade r toege licht in de medische achte rgrondrapportage (bijlage 2). De studies zijn van onvoldoe nde kwaliteit om een conclusie op te base ren dat oefen- en ontspanningsthe rapie bij be hande ling van angststoornisse n voldoet aan de st and van de wetenschap en praktijk. Bij de hu idige be oorde ling en bestude ring van de literatuur
Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
6
Opzet
blijkt duidelijk dat de afbake ning op het ge bie d van de psychosomatische fysiotherapie ten aanzien van dome in, patiëntenpopulatie, indicatiegebied, e n diversiteit van behande ling niet helde r is.
5. Auteur Auteur
M evrouw drs. A.E.R.M . S peijer
D atum
17 novembe r 2008
6. Bijlagen 1 2 3
Beroe pscompetentie profiel NFP M edische achtergrondrapport age CV Z Aanvu lle nde medische be oordeling
7. Literatuurlijst 1
2
Conrad A and Roth WT. M uscle relaxation therapy for anxiety dis orders : it works but how? J Anxiety Dis ord 2007; 21 (3): 243-64 . Lee SH , Ahn SC , Lee YJ , et al. E ffectiveness of a meditationbased stress management program as an adjunc t to pharmacotherapy in patients with anxiety disorder. J Psychosom Res 2007; 62(2 ): 189-95 .
3
Milrod B, L eon AC , Busch F, et al. A randomized controlled clinical trial of psychoanalytic psyc hotherapy for panic disorder. Am J Psychiatry 2007; 164 (2): 265-72 .
4
Arias AJ, Steinberg K, Banga A , et al. Systematic review of the efficacy of meditation tec hniques as treatments for medical illness . J Altern Complement Med 2006; 12 (8): 81732 .
5
6
7
Clark DM , E hlers A , Hackmann A, et al. C ognitive therapy versus exposure and applied relaxation in soc ial phobia: A randomized controlled trial. J Consult Clin Psychol 2006; 74 (3): 568-78 . Krisanaprakornkit T , Krisanaprakornkit W, Piyavhatkul N , et al. Meditation therapy for anxiety disorders . Coc hrane Database Syst Rev 2006; (1 ): CD004998 . Larun L , Nordheim LV , Ekeland E , et al. Exerc ise in prevention and treatment of anxiety and depression among children and young people. Cochrane Database Syst Rev 2006; 3 , CD004691.
8
Peluso MAM and Guerra de Andrade LHS. Physical activity and mental health: the association between exercise and mood. Clinics 2005; 60(1 ): 61-70 .
9
Broman- Fulks JJ , Berman ME, Rabian BA, et al. E ffects of
Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
7
aerobic exercise on anxiety sensitivity. Behav Res Ther 2004; 42 (2): 125-36 . 10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
Rodebaugh TL , Holaway RM , H eimberg RG . The treatment of social anxiety disorder. Clin Psychol Rev 2004; 24 (7 ): 883908. Arntz A . Cognitive therapy versus applied relaxation as treatment of generalized anxiety dis order. Behav Res T her 2003; 41 (6): 633-46 . Kohli A , Varma VK, N ehra R. Comparis on of efficacy of ps ychorelaxation and pharmacotherapy in Generalized Anxiety Dis order. Journal of Personality and Clinic al Studies 2000; (1 ) Mar 2000, 43 488 .) Meyer T and Broocks A. T herapeutic impact of exercis e on ps ychiatric diseases : guidelines for exercise testing and prescription. Sports Med 2000; 30 (4): 269-79 . O st LG and Breitholtz E . Applied relaxation vs . cognitive therapy in the treatment of generalized anxiety dis order. Behav Res Ther 2000; 38 (8 ): 777-90. Goisman RM , Warshaw MG , Keller MB. Psychosocial treatment prescriptions for generalized anxiety dis order, panic disorder, and soc ial phobia, 1991-1996. Am J Psychiatry 1999 ; 156(11): 1819-21. Autogenes Training - Q ualitative Meta-Analyse kontrollierter klinisc her Studien und Beziehungen zur Naturheilkunde. Forsc h Komplementarmed 1998; 5 (5 ): 211-23. Andreoli A , Casolari L , Rigatelli M . Expressive relaxation training and anxiety disorders . New T rends in Experimental and Clinical Psychiatry 1995 ; (4 ) O ct D ec 1995 , 123 1299.): Cerc os A , Vallverdu R, U rbieta Solana R, et al. [Relaxation therapy in patients with anxiety and somatoform disorders in primary care] Tratamiento de relajacion en pacientes con tras tornos de ansiedad y somatoformes en atencion primaria. Aten Primaria 1995; 15(8 ): 499-504. O st LG and Westling BE . Applied relaxation vs c ognitive behavior therapy in the treatment of panic dis order. Behav Res T her 1995; 33 (2 ): 145-58. Beck JG , Stanley MA, Baldwin LE , et al. Comparison of cognitive therapy and relaxation training for panic dis order. J Consult Clin Psychol 1994; 62 (4 ): 818-26. Clark DM , Salkovskis PM, H ackmann A , et al. A comparison of c ognitive therapy, applied relaxation and imipramine in the treatment of panic disorder. Br J Psychiatry 1994; 164(6 ): 759-69. Gagne D and Toye RC . The effects of therapeutic touch and relaxation therapy in reducing anxiety. Arch Psychiatr Nurs 1994; 8 (3 ): 184-9.
Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
8
23
Rickard HC, Sc ogin F, Keith S. A one-year follow-up of relaxation training for elders with s ubjective anxiety. Gerontologis t 1994; (1 ) Feb 1994, 121 1222.):
24
Borkovec TD and Costello E . E fficacy of applied relaxation and cognitive-behavioral therapy in the treatment of generalized anxiety dis order. J Cons ult Clin Psychol 1993; 61 (4): 611-9 .
25
26
27
28
29
30
31
32
O st LG , Westling BE , Hellstrom K. Applied relaxation, exposure in vivo and c ognitive methods in the treatment of panic disorder with agoraphobia. Behav Res T her 1993; 31 (4): 383-94 . Kabat-Zinn J , Massion AO , Kris teller J , et al. E ffectiveness of a meditation- based stress reduc tion program in the treatment of anxiety dis orders . Am J Psychiatry 1992; 149(7 ): 936-43. Petruzzello SJ , Landers DM , Hatfield BD , et al. A metaanalysis on the anxiety-reducing effects of acute and c hronic exercise. O utcomes and mechanisms . Sports Med 1991; 11 (3): 143-82 . Deberry S, Davis S, Reinhard KE . A comparison of meditation- relaxation and c ognitive/behavioral tec hniques for reducing anxiety and depression in a geriatric population. J Geriatr Psychiatry 1989; 22 (2 ): 231-47. O st LG . A pplied relaxation vs progressive relaxation in the treatment of panic disorder. Behav Res Ther 1988 ; 26(1 ): 13-22. Tarrier N and Main CJ . Applied relaxation training for generalised anxiety and panic attacks : the efficacy of a learnt c oping strategy on subjec tive reports . Br J Psychiatry 1986; 149 , 330-6. S iev J and Chamble ss DL. S pecificity of treatment effects: Cognitive the rapy and relax ation for gene ralized anxiet y and panic disorde rs. J Consult Clin Psychol 2007; 75(4): 513-22. de Araujo S RC, de M ello M T, Leite JR. [Anxiety disorde rs and physical exercise] Transtornos de ansie dade e exercicio fisico. Rev Bras Psiquiatr 2007; 29(2): 164-71. Lambert RA, Harve y I, Poland F. A pragmatic, unblinded randomise d controlle d trial comparing an occu pational therapy- led lifestyle approach and routine GP care for panic disorder tre atme nt in primary care. J Affect Disord 2007; 99(13): 63-71.
33
Strohle A, Feller C, Onken M , et al. The acute antipanic activity of aerobic exercise. Am J Psychiat ry 2005; 162(12): 2376-8.
34
Jorm AF, Christense n H, Griffiths KM , et al. Effectiveness of compleme ntary and se lf-help tre atments for anxiety disorders. M ed J Aust 2004; 181(7 Suppl): S 29-S46.
35
Struzik L, V ermani M , Coone rty-Femiano A, et al. Tre atme nts for ge neralized anxiety disorde r. Expe rt Rev Neurother 2004; 4(2): 285-94.
Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
9
36
37 38
39 40
41
42
43
Gorman JM . Treating gene ralized anx iety disorde r. J Clin Psychiatry 2003; 64 S uppl 2, 24-9. Dratcu L. Physical exercise: an adjunctive tre atment for panic disorder? Eur P sychiatry 2001; 16(6): 372-4. M artinsen EW . [Physical activit y for me ntal he alth]Fysisk aktivitet for sinnets he lse. Tidsskr Nor Laegeforen 2000; 120(25): 3054-6. Paluska S A and S chwenk TL. Physical activity and me ntal he alth: cu rre nt concepts. S ports M ed 2000; 29(3): 167-80. Fisher PL and Durham RC. Recovery rates in ge neralized anxiety disorde r following psychological the rapy: an analysis of clinically significant change in the S TAI-T across outcome studies since 1990. Psychol M ed 1999; 29(6): 1425-34. Broocks A, Bandelow B, Pekrun G, et al. Comparison of ae robic exercise, clomipramine, and place bo in the tre atment of panic disorder. Am J Psychiatry 1998; 155(5): 603-9. Broocks A, M eyer TF, Bandelow B, et al. Exercise avoidance and impaire d endurance capacit y in patie nts with panic disorder. Neuropsychobiology 1997; 36(4): 182-7. Rief W and Hermanutz M . Response s to activation and re st in patients with panic disorde r and maj or depre ssion. Br J Clin Psychol 1996; 35 ( Pt 4), 605-16.
44
Juster HR and Heimbe rg RG. S ocial phobia. Longitudinal course and long-term outcome of cognitive-be havioral tre atment. Psychiatr Clin North Am 1995; 18(4): 821-42.
45
Ost LG and W estling BE. Applie d relax ation vs cognitive behavior therapy in the treatme nt of panic disorder. Be hav Res The r 1995; 33(2): 145-58.
46
Clark DM , S alkovskis PM , Hackmann A, et al. A comparison of cognitive therapy, applied relax ation and imipramine in the treatment of panic disorde r. Br J Psychiatry 1994; 164(6): 75969.
47
M cDanie l WW . Panic disorde r and exercise. Am J Psychiatry 1988; 145(2): 269.
48
Ost LG. Applied relax ation vs progre ssive re laxation in the treatment of panic disorde r. Behav Res The r 1988; 26(1): 1322.
49
Hale s RE and Travis TW . Exercise as a tre atme nt option for anxiety and de pressive disorders. M il M ed 1987; 152(6): 299302.
50
51
Gaul-Alacova P, Boucek J , Stejskal P , et al. Assessment of the influence of exercise on heart rate variability in anxiety patients . Neuro Endoc rinol L ett 2005; 26 (6): 713-8 . Weiss M , Nordlie J W, Siegel EP . Mindfulness-based stress reduction as an adjunct to outpatient psyc hotherapy. Psychother Psychosom 2005; 74 (2 ): 108-12.
Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
10
52
53
54
55
56
57
58
59
Shipherd JC, Beck JG , H amblen JL , et al. A preliminary examination of treatment for pos ttraumatic stress disorder in c hronic pain patients : a c ase study. J T rauma Stress 2003; 16 (5): 451-7 . Dai Y , Zhang S, Yamamoto J , et al. Cognitive behavioral therapy of minor depressive s ymptoms in elderly C hinese Americans : a pilot s tudy. C ommunity Ment H ealth J 1999; 35 (6): 537-42 . Goisman RM , Warshaw MG , Keller MB. Psychosocial treatment prescriptions for generalized anxiety dis order, panic disorder, and soc ial phobia, 1991-1996. Am J Psychiatry 1999 ; 156(11): 1819-21. Wellisch DK, H offman A , Goldman S, et al. Depression and anxiety symptoms in women at high risk for breast cancer: pilot study of a group intervention. Am J Psychiatry 1999; 156(10 ): 1644-5. Sharma VK, Borys B, N arkiewic z K, et al. [The influence of 5- week relaxation therapy on psyc hological state of patients with borderline hypertension] O cena wplywu 5- tygodniowej terapii relaksacyjnej na s tan ps ychic zny chorych na nadcisnienie tetnic ze granic zne. Pol Merkur Lekarski 1998; 4 (24 ): 323-5. Goisman RM , Rogers MP , Steketee GS, et al. U tilization of behavioral methods in a multicenter anxiety dis orders study. J Clin Psychiatry 1993; 54 (6): 213-8 . Barlow DH . Cognitive- behavioral approaches to panic disorder and social phobia. Bull Menninger Clin 1992; 56 (2 Suppl A): A14-A28 . Tarrier N and Main CJ . Applied relaxation training for generalised anxiety and panic attacks : the efficacy of a learnt c oping strategy on subjec tive reports . Br J Psychiatry 1986; 149 , 330-6.
Uitspraken www.cvz.nl – 27067442 (28111425)
11