Aanwijzingen bij het zitten Zie track 2 van de oefen-‐CD © 1987 Maarten Houtman
inhoudsopgave
pag.
De oefeningen .................................................................................... 2 Inleiding .......................................................................................... 2 De zenmeditatie ............................................................................ 3 De tao-‐zen meditatie ..................................................................... 3 De ademspieroefening .................................................................. 5 Accent op de uitademing ............................................................... 5 Het tellen van de adem .................................................................. 5 De overgang naar de dag .............................................................. 6 Zitten op kussen of bankje ............................................................. 6 Het verwisselen van de benen ........................................................ 7 Een complete zit periode ................................................................ 9 Op diepte komen van de adem ....................................................... 9
Voornaamste punten van het staan ............................................... 9 Voornaamste punten van het lopen ............................................... 9 Wanneer en hoelang zitten .......................................................... 10
De tussendoor oefeningen ............................................................ 10 Dag-‐ en nachtoefening ................................................................. 10 Onvermijdelijke struikelblokken ................................................... 10 Tekst oefen-‐cd .................................................................................. 12 Zitten ............................................................................................ 12 Staan ............................................................................................ 13 Lopen ............................................................................................ 13 Uit ‘Tao-‐zen, de weg van niet-‐dwang' ............................................. 14 Waar meditatie begint ................................................................. 14 De evolutie van het zelfbewustzijn .............................................. 14 Het ik-‐bewustzijn .......................................................................... 15 Onze situatie ................................................................................. 15 De voortplantingsdrift en het liefdesspel ..................................... 15 Samenvatting ............................................................................... 16
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 1 van 16
de oefeningen Inleiding Leeg zijn van alles wat achter je ligt, ook de seconde hiervoor, vraagt een aandacht die je normaal niet hebt. Als je stil gaat zitten wordt je overvallen door gedachten en voorstellingen. Buitensluiten lukt niet, zoals duizenden voor jou hebben ervaren. Meditatie is een voortdurende ervaring die geen ruimte laat voor gedachten. Het gaat erom te blijven ervaren. Daarvoor zijn in het Westen en het Oosten speciale oefeningen ontwikkeld. In het Oosten, vanaf de Veda's, 6000 jaren geleden. De kern van deze oefeningen is in grote trekken gelijk. Het Za-‐zen (zitten) en Kin Hin (lopen) van de zenmeditatie zijn in de Tao-‐zen meditatie aangevuld met de energie-‐ en circulatie oefeningen uit de Taoïstische praktijk. Fig. 1a en 1b
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 2 van 16
Fig. 1c en 1d
De zenmeditatie De zenmeditatie kwam uit India waar Boeddha behalve zijn leer ook aanwijzingen voor het mediteren gaf. Toen het via Bodhidarma in China bekend werd smolt het samen met de Taoïstische leer die energie-‐ en circulatieoefeningen kende die berusten op het zich afstemmen op onpersoonlijke kosmische principes, die ook in de mens werken, onafhankelijk van ras, volk of geloofsovertuiging. Deze Ch'an-‐meditatie (Japans: Zen) verloor in de loop van de tijd – op welk tijdstip is niet bekend – zijn Taoïstische component en bij de overgang naar Japan was alleen de zit-‐ en ademoefening van Zen over, hoewel het begrip ‘Weg' nog altijd bestaat (het gaan van de Weg is leven naar de innerlijke bedoeling van de Schepping). Dit gaan van de Weg maakt je minder afhankelijk van de basiskrachten van zelfhandhaving en voortplanting in de gemanifesteerde schepping. Twee krachten die tot op de dag van vandaag de samenleving in allerlei variaties regeren. De Tao-‐zen meditatie De hierna gegeven aanwijzingen zijn verwoord in onze huidige omgangstaal. De kern is kosmisch en tijdloos. Aan het zitten gaat een vooroefening op een stoel of kruk vooraf. De zitting moet hard, vlak of schuin naar voren aflopen, en zo hoog zijn dat het bekken iets hoger is dan de knieën. De benen wijd uit elkaar. De onderbenen haaks op de vloer. De harde zitting is noodzakelijk om de zitbeentjes goed te kunnen voelen, zie tekening 1a en b. Tekening 1b laat ook de stand van de rug goed zien.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 3 van 16
Fig. 2 De punten of zones waar de voetzool rust is in figuur 1c te zien. Stand van nek en hoofd zie je duidelijk in 1d. De tongpunt is gedurende de hele oefening licht tegen het gehemelte gevlijd, zie figuur 3. De stralingsbanen van de energie zie je in figuur 2. Ze zijn voelbaar in de zones Tanden en Koshi (Japanse namen). De twee voornaamste handhoudingen zie je in figuur 4. 1) de linker-‐ in de rechter handpalm, de duimtoppen net tegen elkaar. 2) de rechterduim in de losse linker vuist. Het ademritme is: Lang en diep uit – pauze – kort in – pauze – langzaam en diep uit. Fig. 3
Fig. 4
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 4 van 16
De ademspieroefening -‐ zie fig. 5. Om tot in de bekkenbodem te kunnen ademen moet de middenrif-‐ of ademspier geoefend worden. Je maakt die bewust door zover mogelijk uit te ademen, de adem even vast te houden en vervolgens weer in te ademen, en vice versa. Doe het met zoveel kracht dat je de spier voelt bewegen. Door deze oefening kan de middenrifspier wennen aan de stand omlaag vanaf de aanhechting aan de buikwand. De stand omlaag kan op den duur permanent worden, waardoor je altijd in je basis, de bekkenbodem, rust. Je zult daardoor steeds meer open raken voor de totaliteit van het leven. Fig. 5
Accent op de uitademing Dat accent bevordert: ten eerste dat het lichaam zich kan ontspannen. ten tweede: in de uitademing worden we moeiteloos gecentreerd in onze basis. ten derde: aan het eind van de uitademing, als die volledig is, wordt het zuurstofopname mechanisme op scherp gesteld. We kunnen met weinig zuurstof toe. ten vierde: diep uitademen vergemakkelijkt het geestelijk verwerken en het komen tot de essentie van iedere ervaring. Er is dus ruimte voor nieuwe ervaringen, die je bij het inademen opdoet. Zit je met resten door onvolledig uitademen dan kun je maar gebrekkig nieuw innemen. Het tellen van de adem Gemiddelde meditatieduur is 80 ademhalingen. Je telt door de vingers en duimen licht aan te drukken, totaal tien. Daarna weer tien, enz. Je telt in veelvouden van tien en bent met je aandacht vanzelf dicht bij je basis bezig. Dit doen = ervaren sluit vanzelf gedachten buiten. Denk je dan kun je niet of gebrekkig ervaren. www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 5 van 16
De instinctieve krachten van zelfbehoud en seks kunnen niet overwonnen worden, maar ze kunnen zich onderschikken door een toenemend gevestigd zijn in de onpersoonlijke basis in je bekken. De overgang naar de dag Na tachtig ademhalingen voel je je lichaam nog helemaal na en staat rustig op. Neem hier de tijd voor zodat de kalmte en vrede met je mee de dag in kunnen gaan. Zitten op kussen of bankje Dit wordt uitvoerig op de oefen-‐Cd behandeld. Voor de kruiszit gebruik je een kussen, voor de hielzit een bankje, zie de tekeningen 6 en 7. De schuinte van het bankje moet je aanhouden, zie de maten op de tekening. Fig. 6
Fig. 7
Voor het kijken met geloken ogen, zie fig. 8. De kracht in de armboog zie je in fig. 9a en b. De stip in beide figuren geeft het basiscentrum aan. In de ligoefening in de vroege ochtend leerde je de energie door de armen te laten stromen. Dat komt je hier van pas, anders zou je het door spierspanning moeten doen, die de energiestroom blokkeert.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 6 van 16
Fig. 8
In fig. 9c zie je duidelijk de opwaartse kracht in de kruin en de neerwaartse kracht in de stuit, die omdat ze gelijktijdig optreden de ruggenwervels ontlasten en de energie een grotere kans geven te stromen. Kijk ook nog even naar fig. 2 die de stralingsbanen duidelijk aangeeft. Fig. 9c en d laten nogmaals de basis, knieën en zitbeentjes zien en tenslotte de neerwaartse energiekracht in de stuit. Je kunt het gevoel van omhoog getrokken worden in je kruin en omlaag gedrukt worden in je stuit versterken door je voor te stellen dat je je kruin de hemel indrukt en je stuit het kussen in. Je kunt op de tekening ook zien dat de borst niet ingevallen is, maar ook niet vooruit gestoken. Het borstbeen is iets ingevallen. Natuurlijk kun je deze zaken al doende zelf ook ontdekken en misschien zelfs duidelijker, maar deze kleine aanwijzingen laten je er eerder op letten. Het verwisselen van de benen Zodra een van je benen slaapneigingen vertoont, verwissel je ze. Dat geldt voor de hele, halve lotus en de Birmese zit. Bij het seisa bankje afwisselend een van de knieën even losmaken van de mat, tot de pijn of druk weg is.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 7 van 16
Fig. 9a en c
Fig 9d en e
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 8 van 16
Een complete zit periode Een complete zit periode bestaat uit zitten-‐lopen-‐zitten, in minuten ongeveer 25-‐10-‐25 of 30-‐10-‐30, of uiteindelijk 45-‐10-‐45. Wanneer je in ademhalingen telt, wat veel natuurlijker is en je onafhankelijk maakt van de klokkentijd, dan zijn de verhoudingen 80-‐40-‐80, 100-‐40-‐100, 150-‐40-‐150. Doordat je ademhaling zich in de loop van de tijd verlangzaamt, zachter wordt, ga je langer oefenen, maar dat is natuurlijk. Tenslotte verdiept de meditatie zodanig, dat je zelfs het tellen vergeet en roerloos en stil bij jezelf bent, open en wakker aan alle zijden. Op diepte komen van de adem Het op diepte komen bereik je door bewust omlaag te ademen, met enige wilsinzet, om er daarna gedurende langere tijd niets aan te doen en zonder verwachting te registreren wat gebeurt. Ook hier komt het erop neer dat je in staat moet zijn, geholpen door een helder inzicht in het hele proces, erbij te blijven zonder er iets aan te doen. Actief zijn zonder te handelen. Doen door niet te doen. Dat alleen maar erbij zijn is een geweldige kracht, die de ik-‐mogelijkheden verre te boven gaat. Maak daar gebruik van. Voornaamste punten van het staan Je staat zó dat je staande toch zit in je bekken, met een gelijke gewichtsverdeling tussen voorvoet en hiel. De buitenkant van je voet voel je door je knieën iets naar buiten te brengen. Zak zover door de knie dat je je bekken gemakkelijk kunt kantelen en je onderrug de juiste organische rechte stand heeft. Je hebt dan het gevoel schuin in je liezen te glijden. Tenslotte ontspan je je rug doordat de wervels recht boven elkaar je hele lichaam dragen. Je kunt dan ook je schouders loslaten, je armen ontspannen zwaar omlaag laten hangen, net vrij van je lichaam. Je nek is iets naar achteren gedrukt en weer losgelaten met je hoofd recht boven je nek door je kin in te nemen. Je ademhaling is, net als bij het zitten, langzaam, zacht, diep beneden, rustend in de pauze. Het afwisselend staan op een been is de eenvoudigste energiecirculatie, van vol naar leeg, die bestaat. Voornaamste punten van het lopen Uitgaande van het goede staan probeer je in het lopen steeds meester te zijn van je evenwicht. Je bevindt je zo lang mogelijk in het standbeen, zodat het loop-‐ of speelbeen, volkomen ontspannen kan landen, en het gewicht pas wordt overgebracht als je voetzool helemaal vlak op de grond rust. De pasgrootte wordt aangegeven door de lengte van je been, en het vermogen volkomen rustend in het standbeen de voet naar voren te bewegen. Het zal neerkomen op een pas van anderhalve voet lengte of minder. Ook als je je voet al helemaal hebt neergezet moet je nog volkomen in je standbeen gevestigd zijn. Pas op het moment van het overbrengen van het gewicht gaat je gevestigd www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 9 van 16
zijn over in het nieuwe been. De snelheid van lopen wordt bij die gegeven pasgrootte ingegeven door het ritme van je adem. Het lopen tussendoor verhoogt de concentratie van de hele meditatie. Wanneer en hoelang zitten De beste tijd is 's ochtends heel vroeg, voor het menselijke bedrijf op gang is, direct na het wakker worden, zonder tussentijdse activiteiten. Vroeg in de ochtend ben je nog onschuldig en is je bewustzijn nog niet bevolkt door het vele van de komende dag. Vanuit kosmisch oogpunt is het wijs om de ochtendoefening de langste te laten zijn. De tussendoor oefeningen Drie tot zeven keer per dag ongeveer 5 tot 10 minuten oefenen maakt dat je dag een gehéél wordt, niet opgedeeld in belangrijk en onbelangrijk, gejaagd en rustig. Je zult vanzelf uitvinden op welke momenten je de tussendoor oefeningen nodig hebt. De korte duur van de tussendoor oefening, en ook dat je deze zittende, staande of lopende kunt doen, maakt dat je omgeving er geen last van zal hebben. Ben je in loondienst, dan kun je even naar het toilet gaan of de gang op om staande voor een raam zo'n korte oefening te doen. Dag-‐ en de nachtoefening De nachtoefening, tussen 2 en 4 uur, spreekt de verborgen zijde van het bewustzijn gemakkelijk aan, waardoor de meditatie op een dieper niveau komt. De voornaamste storingen van de dag, ook die van het denken-‐voelen, zijn 's nachts gering. Onvermijdelijke struikelblokken Bij het doen van de oefeningen in afzondering, maar ook bij het toepassen ervan in het dagelijks leven en in de omgang met anderen zul je merken dat je: − gemakkelijk tot prestatiegericht oefenen komt; Zo oefenen houdt in dat je oefent aan een vooraf gesteld doel. Het is duidelijk dat je alleen al oefenend het onbekende, waarvan je niets weet, kunt ontdekken. − jezelf heel moeilijk kunt accepteren zoals je bent; Je streeft altijd naar iets beters in de toekomst. Tijdens dat streven kun je niet waarnemen wat er eigenlijk plaatsheeft. − er vaak onbewust vanuit gaat dat je ‘beter' wordt van meditatie, of verlost wordt van een knellend probleem; Dit hoort dus bij niet accepteren van de situatie zoals hij is. − niet echt belang kunt stellen in de wereld, terwijl wat daar in het groot gebeurt je toch bezorgd of angstig maakt. Je ik-‐belang sluit je af van wat buiten je gebeurt, terwijl je er in feite deel van bent. www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 10 van 16
Op aarde, in de wereld, sta je in relatie tot je medemens, maar ook tot de dieren, de planten, de mineralen, de dingen en levenssituaties. Wat je ontgaat is dat in dat onvoorstelbare net van relaties niet alleen het zintuiglijk waarneembare is besloten, maar ook het onzienlijke, dat nog geen vorm heeft aangenomen. Het onzienlijke, dat noch geboren wordt noch sterft en toch al het sterfelijke omvat. Het je bewust worden van deze ongedeelde eenheid, die zich uit in een onafgebroken ontstaan en vergaan, geboren worden en sterven, maakt je deel van het onvoorspelbare dat zich onophoudelijk voltrekt.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 11 van 16
tekst oefen-‐cd Ook voor deze uitgesproken tekst geldt, dat de pauzes door jezelf verlengd kunnen worden, door je toestel uit te schakelen, en als je klaar bent met dat gedeelte, weer in te schakelen. Zitten Kies een rustige plek met zo min mogelijk voorwerpen binnen je gezichtsveld. Met neergeslagen ogen is die plek ongeveer twee en een halve meter diep. Voel je zitbeentjes, de stand van je bekken en van je rug. Zwaai om het nulpunt te vinden naar links en naar rechts tot je in het midden eindigt (0). Voor de stand van je bekken: maak afwisselend een bolle en een holle rug, tot je het midden voelt. Dit kun je herhalen als je na een poosje het gevoel hebt niet in je midden te zitten. Voel of je schouders ontspannen neerhangen. Druk ze niet omlaag maar besef hoe ze zijn, telkens weer, tot je lichaam ze loslaat. Op den duur ontspannen je schouders zich direct als je gaat zitten. Voel of de zwaarte van je hele romp in je bekken rust. Dat lukt het gemakkelijkste door met de uitademing mee te gaan naar de bekkenbodem en daar even te rusten. Als je weer inademt en de adem opveert blijf je toch beneden. Door zo nauwkeurig mogelijk te volgen wat er aldoor gebeurt -‐ ademen gaat immers ononderbroken door -‐ blijf je gemakkelijk in de meditatie en buiten gedachten. Ook het tellen, steeds van een tot tien, door het aandrukken van de vingers -‐ de handen zijn hierbij vlakbij het basiscentrum -‐ houd je bij de les. Als je in gedachten verzeild raakt stopt je tellen. Keer er weer naar terug en ga zonder verwijten verder. Het constant volgen wat er plaats heeft zonder je met enig onderdeel te vereenzelvigen is de nooit eindigende opgaaf. Normaal identificeert ons bewustzijn zich onophoudelijk met een onderdeel, heel even maar, springt over naar het volgende, enz. Het korte moment dat er niets is, merken we niet op. Het gaat dus om het opmerken hoe je bewustzijn beweegt en wat het aan de gang houdt. Stel je vast dat het zo en zo gaat dan pin je jezelf vast en kun je niet meer waarnemen. Ook die altijd aanwezige neiging moet je alleen maar opmerken. Niet meer. Een periode van grenzeloze verveling hoort erbij. Het hele zitten lijkt volslagen zinloos. Daaruit wil je weg. Probeer te registreren wat er gebeurt als je wel blijft zitten. Gewoon ontspannen zitten. Nergens om. Staan en lopen is gemakkelijker omdat je dan steeds iets doet wat je aandacht gevangen houdt. Al het vorige geldt voor zolang als je zit, je hele leven lang, met ogenblikken dat het moment allesvervullend is. Een uitzonderlijke toestand.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 12 van 16
Staan Ga op heup-‐ of schouderbreedte staan. Voel je in je voetzolen in. Ze staan uiteindelijk vast en zwaar op de grond. Je rug is organisch recht (geen bezemsteel), je bekken zodanig gekanteld dat je rug noch bol noch hol is. Je kunt dit oefenen door je bekken extreem naar voren en naar achteren te kantelen, waardoor je rug hol of bol wordt. Na een paar keer voel je de juiste middenstand. Je schouders, als bij het zitten, ontspannen door op te merken dat ze gespannen zijn en je lichaam de gelegenheid geven ze te ontspannen, zonder commando van de geest. Probeer het staan steeds te voelen in je voeten, benen, bekken, schouders, hals en hoofd. Je handen en voeten worden warm en zwaar. Je blijft zolang staan tot je je helemaal doorstroomd en vernieuwd voelt. Lopen Ga ontspannen staan met de voeten op heup-‐ of schouderbreedte. Je armen hangen langs je lichaam. Je rug is organisch recht (geen bezemsteel). Je bekken heeft de natuurlijke kanteling zodat je rug noch hol noch bol is. De zwaarte van je hele lichaam laat je neer in je voetzolen. Die staan duidelijk aangedrukt op de vloer. Breng de handpalmen op je basiscentrum drie vingerdikten onder de navel. De ellenbogen naar buiten. Breng je hele gewicht in je linkerbeen, zó dat de rechtervoet licht en leeg voelt en neem een stap, laat je voet zacht neer, zodat je het overgaan van je gewicht van links naar rechts echt voelt. Dan, helemaal op rechts staand, maak je je linkervoet los, enz. Het tempo van je lopen pas je aan je adem aan, inademend als er een voet los is van de grond, uitademend als je het gewicht overbrengt, in een voet staat en je de andere voet weer losmaakt voor de volgende stap, enz. Op den duur doe je misschien 2 stappen op een uitademing. Maar streef er niet naar. Het moet vanzelf komen. In de groep zul je je aanpassen aan het tempo van de groep, waarbij je je snelheid door een kleinere of grotere stap aanpast. Je loopt in een groep altijd met je rechterschouder naar de binnenkant van de kring of naar de binnenkant van de ruimte als je alleen loopt.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 13 van 16
uit 'tao-‐zen, de weg van niet-‐dwang' Het navolgende is overgenomen uit het boek 'Tao -‐zen, de weg van niet-‐dwang'. Waar meditatie begint Alles wat je zintuiglijk, d.w.z. in vertaling, ervaart is in voortdurend ontstaan en vergaan, in een tempo van nauwelijks waarneembaar langzaam tot razend snel. Dit verschil in tempo, door de hele schepping heen, gaf ons de indeling van het levende en dode in. Wat je via de zintuigen in vertaling bereikt, is de steeds veranderende uitdrukking van het tijdloze 'er zijn' dat zich onophoudelijk in tijd en ruimte manifesteert. Zodra je beseft dat al je ervaringen uit de uitdrukking van het 'er zijn' voortkomen en niet het 'er zijn' zelf zijn, richt je aandacht zich naar binnen, naar het bewustzijn, dat ook uit het 'er zijn' is. Meditatie is het ongestoord en onafgeleid daar zijn waar het 'er zijn' overgaat in de manifestatie ervan, zonder het contact met wat zich aan de zintuigen voordoet te verliezen. Dit stille gewaarzijn, een onwilsmatig verzameld zijn, verbindt je vanuit het 'er zijn' met al het gemanifesteerde. Alle oefeningen die in dit weten geworteld zijn helpen de situatie te scheppen waarin dit 'éénworden' kan plaatshebben. De evolutie van het zelfbewustzijn Dat het menselijk bewustzijn zich nog steeds ontwikkelt, steeds sneller zelfs, in onderscheid tot het dierenrijk, komt doordat wij ons van onszelf bewust kunnen zijn. We weten niet hoe en wanneer dit zelfbewustzijn is ontstaan, hoewel in de Middeleeuwen een meer naïef gevoel van te behoren tot een niet-‐te-‐bevatten geheel geconstateerd kan worden. Denk aan de anoniem gebleven bouwers en versierders van de kerken, waarvan soms alleen de hoofdbouwmeester nog te boek staat en de naamgeving naar een landstreek, plaats of beroep gebruikelijk was. Maar vanaf de Renaissance tot op heden is de mogelijkheid om jezelf als zelfstandigheid te ervaren en van daaruit je leven te leiden, toegenomen. Dat we de levensverschijnselen kunnen onderscheiden, benoemen en daardoor vergelijken en categoriseren, is alleen mogelijk omdat we ons buiten die verschijnselen kunnen plaatsen. Zijn we enerzijds, in onderscheid tot het dier, in staat onszelf te beleven los van het omringende, zo hebben we ons anderzijds van de samenhang met het leven vervreemd. Wij kunnen de wereld, los van haar samenhangen, beheersen, hanteren en manipuleren. Wat wetenschap en techniek bereikten is genoegzaam bekend, terwijl pas de laatste vijftig jaar duidelijk is geworden, dat de door ons benoemde wereld voorbij gaat aan de eigenwaarde en samenhang van de levensverschijnselen. Ecologische en milieurampen en uitputting van grondstoffen, alsmede de verstoring van de atmosfeer om de aarde heen maken duidelijk dat wij van de samenhangende wereld en de scheppingsstructuur zijn vervreemd. De verdere evolutie van het zelfbewustzijn kan alleen plaatshebben, wanneer wij ons bevrijden van de afscheidende en vervreemdende bijwerking, die nu ons gevoel van een onafhankelijke zelfstandigheid, een ik, begeleidt. www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 14 van 16
We kunnen ons van die bijwerking ontdoen, door ons volledig bewust te worden van de werking van het ik-‐bewustzijn in zijn onbewuste staat. Het ik-‐bewustzijn De destructieve bijwerking van het ik-‐bewustzijn, versterkt door het nog onvoltooide zelfbewustzijn, is voortgekomen uit de eveneens onbewust gebleven zelfhandhavingsdrift. De zelfhandhavingsdrift, die het dier zijn voedsel doet veroveren en zich doet verdedigen op het moment dat zijn leven bedreigd wordt, en de voortplantingsdrift die het op gezette tijden geheel beheerst, waardoor het voortbestaan van de soort wordt veilig gesteld – die driften zijn bij het ik-‐ bewustzijn tot een verdediging van het ik geworden, niet alleen op lijfelijk en economisch vlak, maar ook psychologisch en gevoelsmatig. Zolang de enkeling niet beseft dat alles wat hij doet, denkt, voelt en nastreeft invloed heeft op het geheel waarvan hij deel is, is hij onbewust en ongewild een gevaar voor de wereld. In zijn ik-‐handhaving heeft hij een verweer opgebouwd dat geen rekening kan houden met het welzijn van het geheel. Je kunt eigenlijk alleen maar steeds meer gaan beseffen hoe dat verweer werkt, niet alleen in de dag maar ook in de meditatie, waar het de scheiding tussen binnen en buiten veroorzaakt, terwijl binnen en buiten natuurlijk één zijn. Deze bewustwording kan alleen op gang komen door bewuste inspanning. Als daarbij niet van de aanvang af duidelijk is dat het ik een ondergeschikte, maar ook onontbeerlijke rol speelt in de oefening, worden doel en middel met elkaar verwisseld en kunnen prestatie en machtsstreven hun destructieve werk doen. Onze situatie Uit het vorige is duidelijk in welke fase van de evolutie van het bewustzijn we ons bevinden. Een radicale ommekeer en een nieuwe aanpak zijn nodig om de rampen die ons bedreigen te keren. Zo'n totale bewustzijnsverandering kan alleen plaats hebben in de enkeling -‐ samenleving, cultuur en religie bij de verschillende rassen en volken zijn een weerspiegeling van de bewustzijnstoestand van de enkeling. In het groot lijkt het door de bundeling onverbiddelijk en schijnbaar onomkeerbaar, maar ook de ommekeer in de enkeling is een diep ingrijpend proces, een mutatie van de geest. Deze mutatie kan niet nabij gebracht worden door een wilsinzet omdat het de zachtmoedige volharding van het inzicht mist -‐ vanuit inzicht kan het bewustwordingsproces onverstoorbaar doorgaan, ook tijdens ziekte, gevangenschap, onderdrukking en andere schijnbaar onontkoombare situaties. Bij het oefenen uit inzicht ontbreekt iedere haast of ongeduld, omdat je je bewust bent van een proces in een totaliteit die je niet kunt bevatten, terwijl wat zich voordoet het enige duidelijke is waaraan je nu en hier kunt werken. De voortplantingsdrift en het liefdesspel In het verlengde van de zelfhandhaving ligt de voortplantingsdrift, die verbonden is met een enorm lustbeleven. www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 15 van 16
Bij het dier is dit lustbeleven slechts op gezette tijden (in seizoenen) aanwezig. De mens kan deze lust op elk moment beleven. Omdat hij het verband met het geheel heeft verloren, kan hij het ook ieder moment willen beleven. Velen, waaronder de stichters van de grote geestelijke stromingen, hebben dit beseft, terwijl hun volgelingen er regels uit hebben gedistilleerd waarmede ze proberen het lustbeleven buiten te sluiten, zonder op de eigenlijke oorzaak en zijn betekenis in te gaan. Dit heeft geleid tot ascetisme, celibaat en andere verboden, die het je bewust worden van de allesomvattende kracht van de eenwording onmogelijk maken. Samenvatting Uit het voorgaande is duidelijk dat je je bewust moet worden van de kosmische werkingen, die onophoudelijk op je inwerken, ook al merk je ze niet omdat je bezig bent met de in de materie geopenbaarde zaken, die wij de wereld en de ander noemen. Die kosmische werkingen word je je bewust in de oefeningen van houding, adem en energiecirculatie. Bij het bewust worden en daardoor steeds gemakkelijker ervaren hiervan verlegt je aandacht zich vanzelf naar andere zaken, die meestal niet zichtbaar zijn. Daardoor krijgt de wereld een totaal andere betekenis voor je. Wees alleen maar bij jezelf, stil en aandachtig, opgenomen in het Ene. Van daaruit tussen de mensen, het werk en het veelsoortige, dat voorbij en door je heen gaat, blijf je er luisterend mee verbonden.
Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie (5e druk, 2001) deel I Aanwijzingen bij de adem-‐ en energieoefeningen deel lI Aanwijzingen bij het zitten (MET INSTRUCTIE-‐CD) Prijs, inclusief verzendkosten: € 25,-‐ Bestelling vindt plaats door storting van het bedrag op postgiro 503 43 19 ten name van de stichting 'Zen als leefwijze' te Amsterdam, onder vermelding van hetgeen u verlangt.
www.taozen.nl
Maarten Houtman -‐ Aanwijzingen bij de Tao-‐zen meditatie [deel II]
Pagina 16 van 16