3. De organisatie van het onderwijs

3. De organisatie van het onderwijs______________________________________________________________

3.

DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS

3.1

De organisatie van de school

Onze school werkt met een gecombineerde groep 1-2 en daarna zo veel mogelijk met aparte jaargroepen. De groepen 1 en 2 zijn bewust gecombineerd. In deze groepen wordt namelijk de sociaal-emotionele basis gelegd, die van belang is voor het verdere leerproces. Het is erg belangrijk dat leerlingen vertrouwen hebben in zichzelf en goed overweg kunnen met medeleerlingen. Kinderen leren veel van elkaar in dit opzicht. Vandaar dat we, in het belang van die sociaal-emotionele ontwikkeling, leerlingen van vier, vijf en zes jaar in één groep geplaatst hebben. Vanaf groep 3 wordt gestreefd naar aparte jaargroepen. Door interactief te werken en de leerstof aan te bieden in niveaugroepen (bij lezen, spelling en rekenen), wordt gedeeltelijk al tegemoet gekomen aan de verschillende ontwikkelingsniveaus van de leerlingen.

3.2

De samenstelling van het team

Duo-directie Onze school wordt geleid door een duo-directie. De directie houdt zich bezig met een groot aantal van de taken, die er naast het werken in de groepen zijn. De directietaken liggen onder andere op het gebied van onderwijskundig beleid, personeelsbeleid, kwaliteitszorg, huisvesting en financiën. Managementteam Er wordt gewerkt met een managementteam. Het managementteam bestaat uit de directie, drie bouwcoördinatoren en de intern begeleider. Er zijn 3 bouwen: een onderbouw (groepen 1-2), een middenbouw (groepen 3-4-5) en een bovenbouw (groepen 6-7-8). Per bouw is er een coördinator. Hij /zij bereidt en zit bouwvergaderingen voor en is aanspreekpunt voor de leerkrachten en ouders van leerlingen uit de betreffende bouw. De bouwcoördinator is als lid van het managementteam betrokken bij beleidsvoorbereidende en -uitvoerende zaken. Bij afwezigheid van de directie is de bouwcoördinator bovendien aanspreekpunt voor alle algemene zaken. Interne begeleider (IB-er) De taak van de interne begeleider bestaat uit het coördineren van alle zaken rond de leerlingenzorg in de school. Daarnaast maakt de intern begeleider deel uit van het managementteam, wat betreft de onderwijsinhoudelijke zaken. De intern begeleider begeleidt en ondersteunt leerkrachten, en is aanspreekpunt voor ouders op het gebied van de leerlingenzorg. Remedial teacher (RT-er) De remedial teacher onderzoekt leerlingen met leer- of gedragsproblemen. Dit onderzoek mondt uit in een verslag en een handelingsplan. De remedial teacher gaat individueel of in een groepje met deze leerlingen aan de slag. Regelmatig worden deze leerlingen met de groepsleerkracht besproken en geeft de remedial teacher in het handelingsplan ook aan hoe de leerkracht in de klas met deze leerlingen kan werken. Daarnaast worden de leerkrachten gecoacht om hun leerlingen in de klas zelf deze extra aandacht te geven. De remedial teacher verzorgt samen met de Kanjertrainer de sociale vaardigheidstraining voor de leerlingen.

Schoolgids katholieke basisschool Franciscus

8


Groepsleerkracht De groepsleerkracht houdt zich voornamelijk bezig met de klas. Naast lesgeven zijn onder andere signaleren, observeren, corrigeren en registreren een dagelijks terugkerende bezigheid. Een aantal taken, die er naast het werken in de groepen zijn, wordt over alle leerkrachten verdeeld. Kanjertrainer De Kanjertrainer verzorgt de Kanjertraining in de groepen 1-2 en 6, en samen met de remedial teacher de sociale vaardigheidstraining voor de leerlingen. Vakleerkracht Voor het vakgebied lichamelijke opvoeding is er een vakleerkracht. Deze geeft 1 les per week aan de groepen 3 t/m 8. Ook voor catechese is er een vakleerkracht. Zij geeft catecheseles in de groepen 1 t/m 8. Onderwijsondersteunend personeel In de school is ook onderwijsondersteunend personeel werkzaam. Tot het onderwijsondersteunend personeel behoren de conciërge, de administratief medewerker en de onderwijsassistent.

3.3

Activiteiten van de kinderen

3.3.1

Groep 1-2

De activiteiten in de groepen 1-2 zijn voornamelijk gericht op het spelend leren. Wij bieden de kinderen de gelegenheid en het materiaal om zich tijdens het spelen te ontwikkelen. Natuurlijk gebeurt dit niet geheel vrijblijvend, ook in de onderbouw is het spelen en werken gebonden aan regels en afspraken. Ook het bewegingsonderwijs is heel belangrijk; een goed ontwikkelde motoriek is een voorwaarde om met het leerproces te kunnen beginnen. Vandaar dat in de groepen 1-2 de leerlingen elke dag twee keer bewegingsonderwijs hebben. Bij goed weer wordt er buiten gespeeld, bij slechter weer binnen in de speelzaal. We gaan ervan uit dat kinderen zindelijk zijn als ze naar de school gaan. Is dit om medische reden niet het geval, dan zullen aanvullende afspraken met ouders gemaakt worden. De dagen in de groepen 1-2 verlopen meestal volgens een vast ritme. De kinderen starten in de kring of vanuit een korte keuzeactiviteit. In de kring kunnen de kinderen hun ervaringen vertellen, of wordt door de leerkracht voorgelezen of verteld. Ook wordt in de kring besproken wat de kinderen die dag gaan doen en hoe, worden er voorbereidende rekenen taalspelletjes gedaan of liedjes gezongen. In de kring worden ook vaak nieuwe technieken voor werklesjes aangeboden. Na de kring kunnen er verschillende activiteiten plaatsvinden. De kinderen gaan in de speelzaal of buiten spelen of gaan werken in groepen. Bij het werken in groepen kiezen kinderen ontwikkelingsmateriaal uit de kast, of werken in de verschillende hoeken (bouwhoek, poppenhoek, lees- /schrijfhoek, water- /zandtafel of computer).


9


Halverwege de ochtend gaan alle kinderen weer in de kring, om samen te eten en /of te drinken. Meestal wordt er vooraf een liedje gezongen. In de kleutergroepen wordt gewerkt naar aanleiding van thema’s en projecten uit de methode Schatkist. Buiten deze projecten kunnen onderwerpen aan de orde komen die verband houden met de tijd van het jaar, feesten, beroepen, voeding of dieren. Andere onderwerpen worden bepaald door de ervaringswereld van het kind. Bij de kinderen die daaraan toe zijn, wordt gestart met voorbereidende lees-, schrijf- en rekenoefeningen. Kleuters worden geobserveerd bij zelfgekozen activiteiten, omdat zij dan het meest gemotiveerd zijn en zich het best laten zien. Door middel van het observatie- en registratiesysteem ‘KIJK!’ wordt de ontwikkeling van de leerlingen in de gaten gehouden en in kaart gebracht.

3.3.2

Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen)

In de groepen 1-2 wordt in de kring en door middel van ontwikkelingsmaterialen al veel aandacht besteed aan voorbereidende taal-, rekenen schrijfactiviteiten. In groep 3 gaan de leerlingen ‘echt’ leren lezen, schrijven en rekenen. Het taalonderwijs omvat niet alleen het foutloos schrijven, maar ook creatief taalgebruik, spreken, luisteren en het verwoorden van een eigen mening. Bij het rekenen zullen ouders merken, dat hun kind sommen op een andere manier geleerd krijgt dan zij vroeger gewend waren. Wij proberen de kinderen inzichtelijk te leren rekenen, waarbij het bedenken en doorzien van strategieën en oplossingen centraal staan. Het lezen wordt naast het technisch lezen uitgebreid met begrijpend en studerend lezen. Deze basisvaardigheden worden voortgezet en stap voor stap uitgebreid in de volgende groepen. De volgende methoden worden gebruikt: Lezen Taal Schrijven Rekenen

: : : :

‘Veilig leren lezen’ en ‘Estafette’ ‘Taal op maat’ ‘Pennenstreken’ ‘Wereld in Getallen’

3.3.3

Zelfstandig werken

Het zelfstandig werken neemt een belangrijke plaats in op onze school. Bij het zelfstandig werken wordt in de groepen 3 t/m 8 gebruik gemaakt van de instructietafel en speciale regels en afspraken. Uitgangspunt is dat we de kinderen willen helpen het zelf te doen, zodat zij zelfstandig taken kunnen uitvoeren en samen met anderen problemen kunnen oplossen, waardoor zij steeds minder afhankelijk worden van volwassenen. Dit is een pedagogische doelstelling. Daarnaast is er ook een onderwijskundige doelstelling: - de leerkracht krijgt tijd en gelegenheid om leerlingen te observeren, eventueel te toetsen; - de leerkracht krijgt gelegenheid om meer individuele aandacht aan leerlingen te geven; hierdoor wordt het mogelijk om het onderwijs aan te passen aan de individuele behoeften, met andere woorden om te differentiëren. - de leerkracht kan op verschillende niveaus lesgeven; terwijl de leerkracht instructie geeft aan een bepaalde niveaugroep, moeten de andere niveaugroepen zelfstandig kunnen werken. Er zijn verschillende vormen van zelfstandig werken in de school, onder andere het werken in hoeken, de werkles en het samenwerkend leren.


10


3.3.4

Wereldoriënterende vakken

In de groepen 1 t/m 4 worden geschiedenis en aardrijkskunde niet afzonderlijk gegeven, maar ingepast in thema’s en projecten die bij andere vakken aan de orde komen. In de groepen 5 t/m 8 leren de kinderen Nederland, Europa en de werelddelen kennen en leren zij over de geschiedenis van ons land. In tegenstelling tot vroeger gaat het nu niet om feitenkennis en het leren van bijvoorbeeld jaartallen, maar meer om het leren opzoeken van informatie; het gebruiken van een atlas en boeken uit de bibliotheek of documentatiecentrum en natuurlijk het gebruiken van de computer (internet) voor het verzamelen van informatie. De kinderen leren deze informatie te ordenen, samen te vatten en /of in de juiste tijd te plaatsen. We proberen hen inzicht te laten krijgen in het hoe en waarom van geschiedenis en aardrijkskunde. Naast de methoden maken wij onder andere ook gebruik van programma’s van de Nederlandse Onderwijs Televisie en de leskisten van het Milieu Educatief Centrum. Behalve bovengenoemde leer- en vormingsgebieden geven we nog verkeersles en in de groepen 7 en 8 Engels. De volgende methoden worden op onze school gebruikt: Natuurkennis Geschiedenis Aardrijkskunde Engels Verkeer

3.3.5

: : : : :

‘Leefwereld’ ‘Wijzer door de tijd’ ‘Wijzer door de wereld’ ‘Bubbles’ ‘Wijzer door het verkeer’

Creatieve vakken en cultuureducatie

Natuurlijk staan ook creatieve vakken als tekenen, handvaardigheid, muziek, dans en drama bij ons op het rooster. Het tekenen en handvaardigheid gebeurt, evenals muziek en drama, klassikaal. Het bewegen op muziek (volksdansen, ‘aerobic’) gebeurt tijdens de gymlessen. Ook dramatische expressie komt regelmatig aan de orde. In de kring, tijdens (de voorbereiding op) een gezamenlijke viering (bijvoorbeeld kerstviering), of tijdens (de voorbereiding van) de jaarlijkse ‘Showtime’. Iedere groep verzorgt één keer per jaar een voorstelling voor de ouders. De groepen 1-2 doen dit onder schooltijd in de speelzaal. De groepen 3 t/m 7 houden hun showtime ’s avonds in de gemeenschappelijke ruimte van het complex. Groep 8 verzorgt aan het eind van het schooljaar, tijdens de afscheidsavond, een musical die ook voor alle andere groepen van de school opgevoerd wordt. Eén van de leerkrachten is cultuurcoördinator, die meewerkt aan het ontwikkelen en uitvoeren van het cultuurbeleid. Vanaf groep 4 wordt cultuureducatie geïntegreerd in andere vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis en taal. Er worden jaarlijks excursies gedaan, en musea of ander cultureel erfgoed bezocht. Alle scholen binnen Maarssen nemen gezamenlijk deel aan het ‘Kunstmenu’ van Kunst Centraal. Daarnaast brengen we de kinderen via het ‘Cultuurprogramma’ in aanraking met alle mogelijke lokale culturele uitingen.


11


Voor de creatieve vakken worden de volgende methoden gebruikt: Tekenen Handvaardigheid Muziek Drama Dans

3.3.6

: : : : :

‘Tekenen moet je doen’ ‘Handenarbeid moet je doen’ ‘Muziek moet je doen’ ‘Drama moet je doen’ ‘Dans moet je doen’

ICT

De computer is niet meer weg te denken uit het moderne onderwijs. Vanaf de kleutergroepen tot en met de schoolverlaters wordt met de computer gewerkt. In elk lokaal is een aantal computers te vinden. De computers zijn aangesloten op een netwerk. Dit netwerk wordt onderhouden door een bedrijf dat het beheer remote (van afstand) verzorgt. De ICT-coördinator, één van de leerkrachten, zorgt voor het ondersteunen van het onderwijsleerproces. Zij zorgt voor begeleiding van de leerkrachten en het team als geheel. Er zijn voldoende programma’s aanwezig voor iedere leeftijdsgroep. Deze geven veel gelegenheid om het onderwijs op een aantrekkelijke manier te ondersteunen. Daarnaast kunnen kinderen ook werken met multimediale technieken en wordt het internet dagelijks gebruikt. In alle groepen wordt gebruik gemaakt van een digitaal schoolbord, wat nog meer mogelijkheden biedt voor de leerkracht en de leerlingen. De school beschikt over een aantrekkelijke website, www.kbsfranciscus.nl waarop ook de weblogs van de verschillende groepen te vinden zijn. Over het gebruik van internet door de leerlingen zijn afspraken vastgelegd.

3.3.7

Lichamelijke opvoeding

Al eerder is aangegeven dat bewegingsonderwijs heel belangrijk is. De groepen 1-2 gymmen en spelen elke dag in de speelzaal. Bij mooi weer spelen ze buiten. Gymkleding voor de kleuters kan bestaan uit bijvoorbeeld een broek met een shirt of een gympakje, en bijvoorkeur schoenen die kinderen zelf kunnen aantrekken, zoals ballet-, boot- of klittenbandschoenen. In verband met het kwijtraken vragen wij de naam van het kind in de schoenen en de kleding te zetten. De kleuters nemen elke vrijdag hun gymkleding mee naar huis om te laten wassen. De groepen 3 t /m 8 krijgen hun gymlessen in de grote sportzaal. De lessen worden gegeven door de vakleerkracht bewegingsonderwijs en de groepsleerkracht. De gymkleding kan bestaan uit een broek met een shirt of een gympak. Het dragen van sieraden, die gevaar kunnen opleveren voor het kind zelf of voor anderen, is verboden. Het dragen van gymschoenen is zeer wenselijk in verband met hygiëne en veiligheid. Sportschoenen die ook buiten gedragen worden zijn in de gymzaal niet toegestaan. Na de gymles is het voor de groepen 4 t/m 8 verplicht douchen (handdoek meenemen). Badslippers zijn om hygiënische redenen gewenst. Omdat we met de drie scholen in het scholencomplex gebruik maken van de grote gymzaal, wordt er elke week door zo’n 25 groepen twee keer in gegymd. Dit betekent dat we er niet aan ontkomen om elk schooljaar van enkele groepen de schooltijden aan te passen. Hierin wordt de pijn over de drie scholen verdeeld.


12


We realiseren ons, dat een aanpassing van de schooltijden lastig is voor ouders. Zeker als er meerdere kinderen in het gezin zijn, die verschillende begin- en eindtijden hebben. We proberen de ouders die met verschillende begin- en eindtijden te maken hebben tegemoet te komen door op de betreffende dagen opvang voor de kinderen te regelen.

3.3.8

Gezamenlijke evenementen

De verjaardag van een kind wordt in de eigen groep gevierd. De jarige wordt door de klasgenoten toegezongen en hij/zij mag trakteren. Wij vragen ouders vriendelijk en dringend, de kinderen tijdens hun verjaardag geen snoepgoed te laten uitdelen. Het is leuk om te zien hoe ouders en kinderen een gezonde traktatie bedenken. Het gebeurt vaak dat aan de klasgenoten een gezonde en lekkere traktatie wordt uitgedeeld en dat de leerkrachten bijvoorbeeld chocolade krijgen. Dat is niet nodig. Wij willen graag ‘meesnoepen’ van dezelfde traktatie. In de groepen 1-2 wordt de verjaardag ’s morgens in de kring gevierd. Ouders mogen daarbij aanwezig zijn. Op of rond 5 december komt Sinterklaas. Het Sinterklaasfeest begint meestal met een gezamenlijke ontvangst van de Sint met zijn Pieten. Daarna ontvangt de Sint in zijn ‘schatkamer’ de kinderen uit de groepen 1 t/m 5. Alle leerlingen krijgen een cadeautje. De kinderen van de groepen 5 t/m 8 maken voor elkaar een surprise met een gedicht. Het kerstfeest vieren we in principe op donderdagavond in de week voor de kerstvakantie. Onder schooltijd gaan de kinderen voor een viering naar de Verrijzeniskerk en ’s avonds is er een kerstdiner in de eigen groep. Daarbij kunnen nog verhalen worden verteld, liedjes gezongen en stukjes opgevoerd. In februari wordt elk jaar Carnaval gevierd. De kinderen mogen deze dag verkleed op school komen. Er is een gezamenlijke start of afsluiting en de rest van de tijd brengen de kinderen in de groep of samen met andere groepen door. De paasviering vindt meestal plaats op Witte Donderdag in de Verrijzeniskerk. ’s Morgens gaan de kinderen voor een viering naar de Verrijzeniskerk en aansluitend is er een ‘paasbrunch’ in de eigen groep. Twee keer in het schooljaar is er een project waaraan door alle groepen tegelijkertijd gewerkt wordt. Het eerste project vindt in het najaar plaats. De projecten worden afgesloten met een kijkavond voor ouders, grootouders en andere belangstellenden. Tijdens de kijkavond wordt tentoongesteld waar de kinderen gedurende het project aan gewerkt hebben. Het tweede project staat altijd in het thema van ‘[ÉÉN] gelijke behandeling voor iedereen’ en vindt plaats in het voorjaar. Regelmatig vinden er buitenschoolse activiteiten plaats. Hieronder vallen excursies, bijvoorbeeld n.a.v. een thema bij geschiedenis, zoals kastelen, Romeinse tijd, WO II, schoolwandelingen onder leiding van biologiemoeders n.a.v. de seizoenen. Ook gaan er groepen regelmatig naar de kinderboerderij en het Milieu Educatief Centrum. Er worden door diverse groepen bezoeken gebracht aan de plaatselijke bibliotheek. Elk jaar is er ook een sport- en spellendag, een schoolreis en/of een kleuterfeest voor de onderbouw. Groep 8 gaat aan het begin van het schooljaar drie dagen op kamp. Voor dit kamp wordt van de ouders een extra bijdrage gevraagd. Twee maal per jaar doet onze school mee aan een sporttoernooi. In januari kunnen leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 deelnemen aan het schoolschaaktoernooi.


13


In maart/april vindt het schoolvoetbaltoernooi plaats. Teams met leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8 zullen dan de school vertegenwoordigen. Ze worden begeleid en getraind door ouders en/of leerkrachten.

3.4 3.4.1.

Overig Telefonische bereikbaarheid

Als u de school wilt bereiken, dan kan dit het best voor 8.30 uur of na 15.15 uur. In dringende gevallen kan tijdens de pauze, tussen 12.00 - 13.15 uur, gebeld worden. In tijden van verminderde weerstand, kunnen er in een school van onze grootte op een ochtend veel ziekmeldingen binnenkomen. Zowel ouders (de telefoon is steeds bezet) als leerkrachten (gestoord in hun voorbereidingen voor de klas door het steeds moeten aannemen van telefoontjes) kost dit veel tijd. De school heeft voor ziekmeldingen en overblijf een apart telefoonnummer met antwoordapparaat beschikbaar.

3.4.2.

Aanvang en einde schooltijd

De betrokkenheid van ouders in de school vinden we heel belangrijk! In de vorm van ouderhulp wordt dit zeer gewaardeerd en ook de belangstelling van ouders voor (het werk van) hun kind(eren) wordt op prijs gesteld. Kortom: u bent van harte welkom in de school! Om op tijd te kunnen beginnen met de lessen en om de zelfstandigheid van de kinderen op te bouwen hebben we hierover een aantal afspraken op papier gezet. Hierbij maken we een onderscheid tussen de groepen 1-2, 3 en 4 t/m 8.

Groep 1-2 Ouders zijn voor schooltijd van harte welkom in de klas van hun kind. Om 8.30 uur en 13.15 uur wordt begonnen met de lessen. Er mogen geen buggies/kinderwagens in de klas. De kinderen hangen zelf hun jas op en pakken zelf een werkje. Als ouders de leerkracht willen spreken, is de meest geschikte tijd om een afspraak te maken 12.00 uur of 15.15 uur.

Groep 3 De ouders van de kinderen uit groep 3 mogen alleen de eerste weken van het schooljaar voor schooltijd in de klas komen om samen met hun kind het werk te bekijken. Om 8.30 uur en 13.15 uur wordt begonnen met de lessen. Ook hier geldt dat als ouders de leerkracht willen spreken, de meest geschikte tijd om een afspraak te maken 12.00 uur of 15.15 uur is.

Groep 4 t/m 8 Ouders mogen het kind wegbrengen tot de deur van de klas. Ook hier zijn ouders na schooltijd van harte welkom om samen met hun kind werk te bekijken of een afspraak te maken met de leerkracht. Om 8.30 uur en 13.15 uur wordt begonnen met de lessen.

3.4.3.

Op de fiets naar school

In verband met een zeer beperkt aantal stallingplaatsen, is het de leerlingen niet toegestaan om met de fiets naar school te komen. Wanneer de loopafstand dermate groot is, kan schriftelijk een verzoek tot ontheffing worden gedaan. Uw kind krijgt dan voor de fiets een eigen plaats toegewezen in de fietsenstalling.


14


3.4.4.

Ziekmelding

Als ouders door willen geven dat het kind ziek is, moet dit voor schooltijd gedaan worden. Als de leerkracht een half uur na aanvang van de les geen bericht heeft ontvangen, wordt er naar huis gebeld. Omdat het nog wel eens voorkomt dat kinderen met ziekteverschijnselen tóch naar school worden gebracht (‘Hij/zij wil zelf zo graag naar school’), moeten na korte tijd en de nodige overlast (spugen, diarree) ouders/verzorgers gebeld worden om het kind alsnog op te halen. Dit is niet alleen voor het desbetreffende kind en de leerkracht vervelend, het brengt ook risico’s voor de overige kinderen (besmetting) met zich mee. Vandaar dat wij ouders attenderen op het volgende: - het kind thuis te houden als het zich niet lekker voelt (hoofdpijn, misselijkheid, oorpijn, enz.) - het kind thuis te houden bij koorts, tot de koorts weer helemaal verdwenen is; - het kind thuis te houden bij diarree, tot de ontlasting weer helemaal normaal is; - de leerkracht altijd op de hoogte te stellen van ziektes als kinkhoest, de bof, geelzucht, nekkramp, krentenbaard, mazelen, waterpokken, rode hond, roodvonk.

3.4.5.

Hoofdluis

Het luizenteam controleert op discrete wijze na iedere schoolvakantie alle groepen op de aanwezigheid van hoofdluis. Mocht er bij een kind hoofdluis worden waargenomen, dan worden de ouders persoonlijk door de leerkracht geïnformeerd. Alle kinderen uit de betreffende groep krijgen een brief mee ter informatie en binnen 2 weken wordt de groep nogmaals gecontroleerd, net zolang tot de groep weer luisvrij is. Om de controle goed te kunnen uitvoeren, is het dragen van staarten, vlechten en gel deze dag ongewenst. Als kinderen gel in hun haar hebben, dan moet het haar voor de luizencontrole op school gewassen worden. Een dringend verzoek aan ouders om het op school te melden als er thuis bij hun kind(eren) hoofdluis geconstateerd is. Om de bestrijding van hoofdluis te ondersteunen, heeft elke leerling van onze school een luizenzak. Hierin kunnen de jas (muts, sjaal, enz.) van het kind aan de kapstok worden opgehangen.

3.4.6.

Dieren in en rond de school

Vrij veel kinderen zijn allergisch voor behaarde of gevederde dieren. Om deze reden hebben wij besloten geen dieren in de school toe te laten. Bij hoge uitzondering gebeurt dit bij spreekbeurten. Dan wordt er eerst nadrukkelijk gecontroleerd of er een kind binnen de klas allergisch is. Honden zijn niet toegestaan op het schoolplein en in de school, ook niet aangelijnd.

3.4.7.

Mobiele telefoons

Voor leerlingen is het in bezit hebben van een mobiele telefoon niet toegestaan op school. Voor uitzonderingen dient de ouder een verzoek in bij de leerkracht, waaruit de noodzaak van het hebben van de mobiele telefoon duidelijk naar voren komt. Op het schoolplein en binnen het gebouw dient het apparaat uitgeschakeld te zijn. Ongeoorloofd gebruik van een mobiele telefoon en het maken van opnamen (geluid, video, foto’s) is zowel in en om de school als tijdens schoolactiviteiten elders niet toegestaan. Bij overtreding zal de telefoon in beslag genomen worden. De ouders kunnen deze dan op school op komen halen.


15

3. De organisatie van het onderwijs

Recommend Documents