04 tijdschrift van het openbaar ministerie jaargang 16 nummer 4 april 2010
‘Ik moest soms stoom afblazen’ Erna Vrijhoeven over de zaak Melanie Sybers
Een beetje hulp van je collega’s: Leerstukken en Requipedia Advocaat en Waarheid
2
hoek van Jan
Inhoud
OPPORTUUN · 04 / 2010
OPPORTUUN tijdschrift van het openbaar ministerie jaargang 16 nummer 4 april 2010 Opportuun is het personeels- en relatiemagazine van het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.
Kapper In Emmen fietst een man rond met een krulset in zijn fietstas. En een schaar. Hij belt bij vrouwen aan en vraagt of hij hun haar mag doen. Soms mag dat dan. Verrassend vaak zelfs. De man spiegelt de vrouwen een modellenbestaan voor. Als de vrouwen na afloop van de knipbeurt echt in de spiegel mogen kijken, spat die luchtballon gauw uiteen. Menig Emmer kapsel is door de man grondig verknipt. Verknipt is misschien wel een goed woord. Want de man is geen kapper. Hij voelt alleen de drang om haar te doen. Zo zegt hij het zelf. Want het is ook al voorgekomen dat de man een woning binnen ging, als de vrouw het niet wilde. Ook toen zat hij met zijn handen in het haar. Haar haar. Dat leverde een aangifte op. Bij de politie zei de man dat hij echt geen andere bedoelingen had. Hij wilde heus alleen het haar doen. Hij moest daar inderdaad nu eens mee ophouden. Maar ja, die drang, hè?
De politie wilde wel wat meer weten over die drang. Wat voor gevoel gaf het hem eigenlijk, om met de handen in vrouwenhaar te woelen. Dat wist hij niet precies. Maar het was niets seksueels. Beweerde hij. Maar hij kon niet uitleggen waarom hij altijd eerst wachtte tot de man des huizes vertrokken was. En dat verbaasde oom agent. Want als het nou alleen om modellenwerk en thuisknippen ging, waarom mocht de man dan niet thuis zijn? De ‘kapper’ vond dat voor de hand liggen. ‘Je weet nooit hoe zo’n man reageert...’ Maar de rechercheur gaf het niet zomaar op. Hij betrok het op zichzelf. En zijn vrouw. Want de agent zou er geen enkel probleem mee hebben gehad. Als de kapper hem gevraagd had het haar van zijn vrouw te mogen doen. Immers, zo stelde de agent: ‘Als mijn vrouw naar de kapper gaat boeit me dat niet.’ Lekker huwelijk, lijkt me dat. Jan Hoekman
Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen, onder vermelding van het nummer op de adreswikkel, naar
[email protected]. NB: inhoudelijke opmerkingen en suggesties melden aan de eindredacteur (zie hieronder). Redactieadres Openbaar Ministerie, Afdeling Communicatie Parket-Generaal, kamer 5.19 Prins Clauslaan 16, Postbus 20305 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840. Eindredactie Pieter Vermaas, 070 – 3399840 of
[email protected]. Vaste medewerkers Thea van der Geest, Jan-Willem Grimbergen, Mary Hallebeek, Jan Hoekman, Petra Sprado. Aan dit nummer werkten verder mee Peter Louwerse, Lars Kuipers, Olga Hoekstra, Linda van Bruggen Foto omslag Wim Hollemans Ontwerp Fabrique, Delft Druk Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 8.000
De zaak-Melanie Sybers pag. 6
April 2010 06 Melanie De eerste zaak die officier van justitie Erna Vrijhoeven na haar installatie in Den Bosch in 2006 kreeg toegewezen, was de verdwijning van Melanie Sybers uit Geldrop. Het meisje bleek te zijn verkracht en ter dood gebracht door Peter H., een voormalige tbs’er. Vrijhoeven blikt terug op deze geruchtmakende zaak.
10 Betekenen Via duidelijkere formulieren en een andere wijze van bezorgen moet het betekenen van gerechtelijke stukken naar een hoger niveau.
12 Leerstukken en Requipedia Kennis vergaren en met anderen delen via applicaties Leerstukken en Requipedia – zit de individuele aanklager daar nou op te wachten? ‘De meesten zijn enthousiast’, zegt Edwin Mac Gillavry. Opgewekt pareert de plaatsvervangend directeur van het Wetenschappelijk Bureau OM zeven bezwaren tegen zijn applicaties.
18 Justitiële Voorwaarden Reclasseringsrapporten digitaal aanvragen. Toezichtopdrachten via het CJIB laten lopen. Daarmee proberen parket en
rubrieken reclassering recidive te voorkomen. ‘Ook het OM zal een omslag moeten maken.’
02 Hoek van Jan ‘Kapper’
22 04 KortOM Advocaat en Waarheid Heeft de advocaat iets met waarheidsvinding te schaften? Nee, vinden voorzitter Pieter van der Kruijs van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) en advocaat en oud-officier van justitie Hendrik Jan Biemond.
24 Stagiair op stadhuis Het was een opmerkelijke plek voor een buitenstage. De kijk in de keuken van gemeente Utrecht gaf raio –en inmiddels officier- Reinoud den Haan veel inzicht. De Domstad profiteerde mee.
26 Lojack Groningen strijdt integraal tegen woninginbraken en vooral: diefstal van studentenlaptops. Samen met softwarebedrijf, internetprovider, gemeente en kennisinstellingen startten politie en parket Groningen “Lojack voor laptops”. Onkraakbare software traceert de draagbare computers.
16 De 2 Johnnen ‘Superusers voorop’ 21 GrOMbergen ‘Pudding’ 29 Ut Recht ‘De snelste’ 30 Internationaal 31 Omgeslagen 32 AchterOM
3
4
KORTom
OPPORTUUN · 04 / 2010
5
Advocaat bij politieverhoor
Geen elf maar tien arrondissementen
Politici in Haagse regio Ministerio Publico minder bedreigd van Aruba online
Het recht van de verdachte om voorafgaand aan het verhoor door de politie een raadsman te raadplegen is geregeld in de Aanwijzing Rechtsbijstand Politieverhoor. Deze aanwijzing, die op 1 april jl. in werking trad, is het gevolg van jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
De herziening van de Gerechtelijke Kaart kan doorgaan. Het onderwerp geldt in politiek-Den Haag als “niet-controversieel”, waardoor een beweging naar tien arrondissementen kan worden doorgezet.
Het Team Bedreigde Politici (TBP) van politie Haaglanden kreeg in 2009 in totaal 386 meldingen van bedreigingen binnen. In 2008 waren dit er 424.
Zowel minderjarige als meerderjarige verdachten hebben recht op “consultatiebijstand” van een advocaat voorafgaand aan het politieverhoor. Een advocaat kan met de verdachte het strafbare feit bespreken, uitleggen hoe een politieverhoor verloopt en vertellen welke rechten en plichten de verdachte heeft tijdens het verhoor. Een minderjarige verdachte heeft daarnaast recht op bijstand tijdens het verhoor, de zogenoemde ‘verhoorbijstand’. Hiermee is een belangrijke stap gezet in de jarenlange discussie over toelating van een advocaat tot de verdachte die zich op het politiebureau bevindt. Deze discussie kwam in een stroomversnelling toen op 27 november 2008 het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) arrest wees in de zaak Salduz tegen Turkije.
In dit arrest constateerde het Hof een schending van artikel 6 EVRM, omdat de minderjarige Salduz ten tijde van de politieverhoren verstoken was gebleven van rechtsbijstand. Uit dit arrest volgt dat de verdachte in de gelegenheid moet worden gesteld om met een raadsman te overleggen voorafgaand aan de eerste ondervraging door de politie over diens betrokkenheid bij het strafbare feit waarvoor hij is aangehouden. De invoering van een dergelijk consultatierecht betekent een ingrijpende verandering van de verhoorpraktijk. Deze veranderingen zijn vanaf december 2008 gefaseerd ingevoerd.
De Aanwijzing Rechtsbijstand Politieverhoor is te vinden op www.om.nl > organisatie > beleidsregels > overzicht beleidsregels > opsporing
De Gerechtelijke Kaart verandert: de huidige negentien arrondissementen gaan op in tien arrondissementen. Dat hebben minister van Justitie, Hirsch Ballin, en de Tweede Kamer 10 februari afgesproken. De herziening geldt als “nietcontroversieel”, waardoor de demissionaire status van het kabinet geen rem op de besluitvorming zet. Het Oosten van Nederland gaat op in het rechtsgebied Oost-Nederland, met daarin de rechtspraaklocaties Zwolle, Almelo, Arnhem, Zutphen, Apeldoorn en Enschede. Voor het OM betreft dit de parketten Zwolle, Almelo, Arnhem en Zutphen. Hierdoor komt het aantal OM-regio’s op tien. In het eerste voorstel van de minister was er nog sprake van een aparte regio ZwolleAlmelo-Zutphen en een regio Arnhem. Het OM ondersteunde dit voorstel niet. De voorkeur van het OM ging uit naar twee regio’s, zijnde Zwolle-Almelo
en Arnhem-Zutphen, met op termijn een opschaling naar één regio Oost-Nederland. Met de recente afspraken tussen Kamer en minister wordt deze beweging in één keer ingezet. Vooralsnog ontwikkelen Arnhem-Zutphen en ZwolleAlmelo zich apart, naast elkaar en parallel aan elkaar. De vier betrokken hoofdofficieren hadden al met elkaar afgesproken om op zoek te gaan naar onderwerpen waarop samenwerking voor de beide regio's meerwaarde heeft en waarop men elkaar kan ondersteunen. In hetzelfde debat heeft de Kamer gevraagd de positie van de landelijk hoofdadvocaatgeneraal in de Wet op de Rechtelijke Organisatie te verankeren. De minister heeft hiermee ingestemd. Hiermee krijgt doorontwikkeling van de Landelijk Ressortelijke Organisatie een impuls. Het College van procureursgeneraal heeft met tevredenheid kennis genomen van de wens van de Kamer en noemt de afspraken gunstig voor het OM omdat hiermee de regiovorming van het Openbaar Ministerie, langs de ingezette lijn verder gestalte kan worden gegeven.
Veruit de meeste bedreigingen tegen ministers, staatssecretarissen, parlementariërs en burgemeesters worden per e-mail verstuurd of anoniem op internet geplaatst. In 200 van de 386 meldingen bleek dat er geen sprake was van een strafbare bedreiging. In de overige 186 gevallen meende het OM dat er wel sprake was van een strafbare bedreiging en deden de betrokkenen vervolgens aangifte. Een jaar eerder waren dat er nog 304. Van de 186 aangiftes in 2009 zijn er 79 opgelost, zijn er nog 68 in onderzoek, werden vijf zaken geseponeerd en leverde het politieonderzoek in 34 zaken geen of onvoldoende bewijs op om te vervolgen. Politie Haaglanden en parket Den Haag hebben overigens niet alle 186 aangiftes zelf afgehandeld. In totaal zij er 117 zaken overgedragen aan andere politiekorpsen voor verder onderzoek in die regio. Politici die in de regio Haaglanden werkzaam zijn en die een bedreiging ontvangen, maken hiervan melding bij het
Team Bedreigde Politici van politiekorps Haaglanden. Dit team neemt alle aangiftes op en bekijkt in overleg met het OM in Den Haag of er ook daadwerkelijk sprake is van een strafbare bedreiging. Twee keer per jaar worden er themazittingen bij de politierechter gehouden waarbij alle zaken van de afgelopen periode voor de rechter worden gebracht. Zo stonden afgelopen december enkele verdachten voor de politierechter. Zoals een 19-jarige man die ‘als grap’ een bedreiging insprak op de voicemail van Geert Wilders, een 53-jarige man die e-mails met bedreigingen stuurde naar de burgemeester van Delft en een 42-jarige man die toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Guusje ter Horst mailde dat hij zelfmoord zou plegen, maar ‘niet alleen zou gaan’.
Het Arubaanse Ministerio Publico kreeg onlangs beveiligde toegang tot online bronnen als JD-Online, OMtranet en Porta Iuris, waarmee Nederlandse OM’ers al langer kunnen werken. De informatiebehoefte van de Nederlandse strafrechtsketen stopt niet aan de Noordzeekust. Vanzelfsprekend hebben ook de landen in het Caribische deel van het Koninkrijk behoefte aan actuele en uniforme juridische en beleidsinformatie. Om die reden werd in de laatste week van 2009 op initiatief van Taco Stein, advocaat-generaal in Aruba, een samenwerkingsverband tussen het ParketGeneraal en het Arubaanse OM opgezet. Doel hiervan is het ontsluiten van bronnen zoals JD-Online, OMtranet, JKS en Porta Iuris voor de Arubaanse OM-collega’s. Daarnaast moet het binnenkort mogelijk zijn om vanaf een willekeurige Arubaanse werkplek rechtstreeks digitaal te kunnen communiceren met onder meer het Gemeenschappelijk Hof op Curaçao en andere (rechts)instanties binnen het Koninkrijk. Om dit mogelijk te maken is een ingrijpende aanpassing van de auto-
matiseringsmiddelen van het Arubaanse OM vereist en moeten er beveiligde verbindingen worden opgezet tussen Aruba en Nederland. De eerste projectfase waarbij behalve de Arubaanse en Nederlandse OM-organisaties, ook JustID en GDI waren betrokken, werd eind februari succesvol afgerond. Na een introductiebijeenkomst in Oranjestad konden webbureaumedewerkers Mirelle Herlfterkamp en Wil Eelsing een eerste groep juridische professionals van het Ministerio Publico beveiligd toegang geven tot online bronnen die in Nederland al enige tijd tot het juridische standaardinstrumentarium behoren. In de komende maanden volgt toegang voor de overige medewerkers van het Arubaanse OM. In de vervolgafspraken is opgenomen dat het project rond het najaar wordt afgerond als de structurele aanpassingen van de Arubaanse automatiseringsmiddelen zijn voltooid. Tegen die tijd zal de online informatie voorziening die via een Arubaanse OM-werkplek wordt aangeboden, nog maar weinig verschillen van de Nederlandse.
6
Alles Afwegende
OPPORTUUN · 04 / 2010
Die beelden hakten er verschrikkelijk in’ Erna Vrijhoeven blikt terug op zaak van verkrachte en vermoorde Melanie Sybers
7
‘We moesten alle opties openhouden, het leven van het meisje stond daarbij voorop’ Erna Vrijhoeven
De eerste zaak die officier van justitie Erna Vrijhoeven na haar installatie in Den Bosch in 2006 kreeg toegewezen, was de verdwijning van Melanie Sybers uit Geldrop. Het meisje bleek te zijn verkracht en ter dood gebracht door Peter H., een voormalige tbs’er. Vrijhoeven blikt terug op deze geruchtmakende zaak.
'Thuis praat ik nooit over zaken,’ zegt de Bossche officier van justitie Erna Vrijhoeven, ‘maar toen ik deze zaak be- handelde moest ik soms stoom afblazen. Zo heftig was dat soms.’ Daarbij doelt ze onder meer op de gruwelijke foto’s die de recherche toonde van het dode lichaam van Melanie. De dader had het 15-jarige meisje op 7 september 2006 door verstikking om het leven gebracht en haar achtergelaten in de bossen bij Lierop-Someren. Hij bedekte het lichaam met takken, plaggen mos en bladeren. Ze werd pas twee weken later gevonden door wandelaars. ‘Omdat het in die periode erg warm was, verkeerde het stoffelijk overschot in vergaande staat van ontbinding’, vertelt Vrijhoeven. ‘Ze was niet meer herkenbaar.’ Op het moment dat de rechercheurs de foto’s gingen tonen, waarschuwden ze van te voren: ‘We zijn nu aanbeland bij de foto’s die laten zien hoe wij Melanie gevonden hebben.’ Mensen die het niet wilden zien, konden dan de ruimte verlaten. Zelf heeft
Vrijhoeven had al eerder, als zaaksofficier bij het Zutphense parket, met een ontvoering van een meisje te maken gehad. Ook die zaak, van het 13-jarige Chinese meisje uit Eibergen dat in mei 2004 was ontvoerd en herhaaldelijk verkracht door een tbs’er, trok veel landelijke media-aandacht.
men door een bekende, namelijk Peter H., de stiefvader van haar vriendin Sharon. H. lokte Melanie mee met de smoes dat hij samen met haar een feest wil organiseren in een loods in de buurt. Melanie stapte nietsvermoedend in bij H., en ging mee naar de loods, haar noodlot tegemoet. Nadat Melanies vader de vermissing van zijn dochter had gemeld, hield het rechercheteam onder leiding van Erna Vrijhoeven alle opties open. ‘We wisten niet of ze nog leefde of al dood was,’ vertelt de officier. ‘We wisten ook niet of we te maken hadden een gijzeling, verkrachting, moord of een meisje dat was weggelopen van huis. We moesten alle opties openhouden. Het leven van het meisje stond daarbij voorop.’
Het Eibergse meisje overleefde het drama, anders dan Melanie Sybers. De ervaring met het Eibergse meisje was een nuttige bagage voor het onderzoek naar de verdwijning van Melanie Sybers, al was die laatste zaak op veel punten anders. Van Melanie was bekend dat ze op 7 september 2006 is opgebeld en in de auto meegeno-
Er werden een buurtonderzoek en een passantenonderzoek gedaan. De latere dader Peter H. werd als getuige gehoord. ‘Omdat hij over een alibi beschikte, is hij vrijgelaten,’ licht Vrijhoeven toe. ‘Toen was trouwens nog niet bekend dat H. een veroordeelde ex-tbs’er was. Enkele dagen later bleek uit verklaringen van mensen >
Vrijhoeven de foto’s wel gezien. ‘Die beelden hakken er verschrikkelijk in. Maar als officier moet je die foto’s bekijken, vind ik.’ Toen ze later die week thuis bij het kijken naar een aflevering van de Britse detectiveserie Waking The Dead ook met dergelijke beelden werd geconfronteerd, zette ze de tv uit. ‘Dat was even te veel herkenning’.
Eibergse meisje
Foto's: Wim Hollemans
8
Alles afwegende
OPPORTUUN · 04 / 2010
9
‘De familie wilde flyers ophangen. Wij waren daar tegen gekant omdat wij de verdachte niet in paniek wilden brengen’ > met wie H. zou hebben zitten vissen en kaarten dat hij een vals alibi had verstrekt. Ook uit telefoongegevens concludeerde de recherche dat H. onwaarheden had gesproken.’ H. werd verdachte.
Jachthut Maar toen was de vogel gevlogen. H. hield zich schuil in een jachthut, in het huis van de moeder van een vriend en op een camping in het Belgische Bocholt. Intussen onderhield Erna Vrijhoeven nauw contact met de familie van Melanie, die uiteraard ten einde raad was. ‘De familie zocht contact met de media. Ze wilden ook flyers ophangen. Wij waren daar tegen gekant omdat wij de verdachte niet in paniek wilden brengen. Je weet nooit wat zo iemand dan gaat doen. Eerst reageerde de familie daar emotioneel op, maar later toonden ze begrip. Je moet als OM uitleggen dat je je best doet, al is dat in de ogen van de familie in zijn algemeenheid natuurlijk nooit genoeg.’ Extra complicatie daarbij is dat je als opsporingsteam nooit alles kunt zeggen
tegen de familie omdat je niet weet wat er met die informatie gebeurt. Nadat Melanie door wandelaars werd gevonden, gingen familierechercheurs naar de familie om het dramatische nieuws te vertellen. Familierechercheurs zijn leden van het rechercheteam die de contacten met de familie onderhouden. Vrijhoeven: ‘Zij hebben niet alle ballast van de onderzoeksgegevens en kunnen dus niet hun mond voorbijpraten.’ Een dag later meldde H. zich bij de politie en werd gearresteerd. ‘Hij legde dezelfde dag nog een bekentenis af,’ blijkt Vrijhoeven terug. ‘Het was de eerste van een reeks van zeven verklaringen waarin de verdachte elke keer weer een andere verhaal opdiste. Deze eerste verklaring is de meest geloofwaardige omdat die strookt met het technisch bewijs.’
Tie-wraps Tijdens dit verhoor bekende H. dat hij Melanie had meegelokt naar een loods waarin zijn caravan stond. Daar had hij haar armen met tie-wraps vastgebonden, haar uitgekleed en haar vervolgens verkracht. Daarna raakte hij naar eigen
zeggen in paniek, hij wist niet meer wat hij moest doen. Melanie vroeg hem haar in de bossen af te zetten. Ze zou hem dan niet aangeven. Met Melanie in de kofferbak reed H. vervolgens naar het bos, waar hij haar tie-wraps losmaakte omdat ze moest plassen. Toen H. daarna stemmen hoorde, was bij bang dat Melanie om hulp zou gaan gillen. De honderd kilo zware man legde zijn hand op haar mond, duwde haar op de grond en ging op de tegenspartelende Melanie zitten. Toen de stemmen wegwaren, liet hij Melanie los. Hij merkte dat ze toen dood was. In zijn verklaring zegt hij: ‘Toen begon ik te beseffen wat ik had gedaan.’ Deze lezing van de gebeurtenissen wordt ondersteund door een veelvoud aan bewijzen: de bekentenis van de verdachte, het onvolledig DNA-profiel op caravankussen waarin sporen van de verdachte en Melanie zijn aangetroffen, de restanten van tie-wraps in de loods, weggegooide tie-wraps onderweg, het sleepspoor in het bos, de ban-
densporen in het bos, het niet-kloppende alibi, de uitpeilgegevens van de mobiele telefoons van de verdachte en Melanie, de verklaringen van Melanies vriendinnen, de verklaring van een medewerker van een benzinepomp dat H. had gevraagd om de beelden te wissen waarop te zien is dat Melanie bij H. in de auto stapt, enzovoorts.‘Ik had er dus alle vertrouwen in dat H. veroordeeld zou worden,’ zegt Vrijhoeven. De belangrijkste vraag was of het doodslag of moord zou worden. Voor het eerste is opzet voldoende, voor het tweede moet voorbedachten rade worden bewezen. Vrijhoeven koos voor doodslag. In haar requisitoir zei ze: ‘Primair ben ik van mening dat de handelwijze van de verdachte - mond afsluiten en minutenlang op het slachtoffer zitten - geëigend is om de dood te bewerkstelligen. Wat had de verdachte nog meer moeten doen om de dood van Melanie te laten intreden? Niets!’
Berekenend Ze eiste achttien jaar celstraf met tbs, de rechtbank legde vijftien jaar met tbs op. In
hoger beroep eiste de advocaat-generaal opnieuw achttien jaar en opnieuw werd dit teruggebracht tot vijftien jaar met tbs. Alleen de advocaat-generaal ging voor moord; Vrijhoeven, de rechtbank en het gerechtshof achtten doodslag bewezen. Het gerechtshof besloot op verzoek van het OM dat de tbs pas mocht ingaan nadat tweederde van de straf is verstreken. Dit was voor Vrijhoeven de reden om hoger beroep in te stellen tegen het vonnis van de rechtbank. ‘Zo wilde ik evenwicht aanbrengen tussen de vergelding door de straf en de behandeling door de tbs-maatregel,’ licht Erna Vrijhoeven toe.Het was, zegt Vrijhoeven, een ingrijpende zaak, met een grote emotionele lading. Niet alleen bij de familie, maar ook voor een ex-slachtoffer. ‘Natuurlijk speelde ook een rol dat het hof eerder de tbs van deze verdachte had opgeheven,’ blikt ze terug. In haar requisitoir verwoordde ze de impact van de zaak zo: ‘Tegen dergelijke zaken zijn kinderen en hun ouders niet te beschermen. Honderd procent bescherming bestaat niet, zeker niet bij jongvol-
wassenen die vaak een eigen leven hebben. Het is het ergste wat je als ouder kan overkomen.’ De officier liet zich tijdens de zitting uitgesproken negatief uit over persoon van de verdachte: berekenend, criminele inslag, laf en laag, een egoïstische, op zichzelf gerichte man. ‘Geen persoonlijke aanval,’ verzekert Vrijhoeven. ‘Ik heb aansluiting gezocht bij wat de deskundigen zeggen en wat de man over zichzelf heeft gezegd.’ Om daar aan toe te voegen: ‘We gaan natuurlijk geen SBS-achtige teksten gebruiken.’ Tekst: Peter Louwerse
10
BETEKENEN
OPPORTUUN · 04 / 2010
Betrouwbaar betekenen
11
Nieuwe werkwijze
OM en TNT willen aantal nietige dagvaardingen verminderen Via duidelijkere formulierenen een andere wijze van bezorgen moet het betekenen van gerechtelijke stukken naar een hoger niveau. Betekenen - het uitreiken van een gerechtelijk schrijven – lukt niet altijd, of wordt niet altijd correct uitgevoerd. Soms heeft een klein foutje van een TNT-postbezorger grote gevolgen. Als de bezorger bijvoorbeeld een kruisje verkeerd heeft geplaatst
op een akte van uitreiking, kan uiteindelijk de rechter de dagvaarding nietig verklaren. Waardoor een verdachte de dans ontspringt.
Helder ‘Het aantal betekeningen dat correct wordt uitgevoerd, moet toenemen,’ zegt procureur-generaal Henk van Brummen. Daartoe tekende hij samen met fungerend hoofdofficier Zwolle/Lelystad Gerard Veenstra op 19 februari met TNT Post een overeenkomst waarin een vernieuwd proces van betekenen staat beschreven. Op elk moment moet helder zijn wat met de dagvaarding is gebeurd.
TNT-pakketpost In een pilot wordt de bestaande distributie van gerechtelijke brieven vervangen door een nieuwe. Allereerst worden de gerechtelijke brieven gescheiden van de overige parketpost. Die gerechtelijke brieven worden, in de pilot, voortaan niet meer uitgereikt door de traditionele postbezorger, maar door een medewerker van TNT Pakketpost. Dat betreft een veel kleinere groep bestellers, die je beter kunt instrueren voor het toch redelijk ingewikkelde betekeningsproces. Ten tweede maakt de TNT in de nieuwe opzet gebruik van meer en andere “bestelmomenten”. Als het niet lukt om de gerechtelijke brief in persoon uit te reiken zal de TNT ook ’s avonds en in het weekend proberen het gerechtelijke stuk succesvol af te leveren.
Oude werkwijze
Formulieren Een derde verbetering wordt gevonden in eenduidigere OM-formulieren. Want de kruisjes die TNT moet zetten op aktes van uitreiking worden óók verkeerd gezet omdat de OM-formulieren onduidelijk en niet eenduidig zijn opgebouwd, denkt fungerend hoofdofficier Gerard Veenstra. ‘Er zijn nu te veel verschillende soorten van akten. In de pilot maken we gebruik van slechts drie soorten “geautoriseerde” akten, die alle in GPS worden gebruikt. Dat maakt het veel overzichtelijker.’ Ten vierde moet digitale terugkoppeling van gegevens (track and trace) tussen
OM en TNT er toe leiden dat het OM op elk moment weet wat de status van een gerechtelijke brief is: is een akte uitgereikt, met welk nummer, hoe, door wie, aan wie, wanneer, waar. Tekst: Pieter Vermaas illustraties: Erwin Suvaal
12
Kennis delen
OPPORTUUN · 04 / 2010
13
Leerstukken & requipedia Edwin Mac Gillavry pareert zeven bezwaren Kennis vergaren en met anderen delen via applicaties Leerstukken en Requipedia – zit de individuele aanklager daar nou op te wachten? ‘De meesten zijn enthousiast’, zegt Edwin Mac Gillavry. Opgewekt pareert de plaatsvervangend directeur van het Wetenschappelijk Bureau OM zeven bezwaren tegen zijn applicaties.
Leerstukken en Requipedia zijn nieuwe applicaties binnen JKS waarmee juridische kennis kan worden gedeeld. Wat kunnen OM’ers met die applicaties? Applicatie “Leerstukken” Deze site biedt geactualiseerde overzichten van het geldend recht van een aantal leerstukken. Op dit moment zijn dit de leerstukken “Noodweer & noodweerexces” en “Poging en voorbereiding”. De leerstukken die er bij zullen komen zijn: “Deelneming”, “Voorwaardelijk opzet”, “Overgangsrecht”, “Strafbaarheid rechtspersonen”, “Deelneming aan een criminele organisatie”, “Ontneming”, “Causaliteit” en “Schuld en causaliteit in art. 6 WVW”. De opbouw van de leerstukken is toegesneden op de werkwijze van de officier van justitie en de advocaat-generaal en besteedt veel aandacht aan de jurisprudentie. De leerstukken worden door het WBOM actueel gehouden. De Leerstukken applicatie is te vinden op de voorpagina van JKS. Applicatie “Requipedia” Dit is een database van requisitoiren. De applicatie wordt gevuld met requisitoiren die officieren en AG’s insturen. Het WBOM haalt uit de requisitoiren de requisitoirelementen. Dit zijn die stukken uit de tekst die voor collega officieren en AG’s het meest interessant zijn. In het systeem kan op basis van trefwoorden gezocht worden naar die elementen. Ook kan altijd het achterliggende requisitoir worden opgevraagd. De gevonden requisitoirelementen kun je zo in je Word-document plakken. Ook staan er standaardrequisitoirs en sjablonen in. Requipedia is een applicatie van en voor officieren en AG’s. Het WBOM ondersteunt deze applicatie alleen. Het komt er dan ook op aan om niet alleen een gebruiker te zijn maar ook een bijdrage te leveren aan het verder uitbouwen van Requipedia. Requipedia is te vinden op de voorpagina van JKS.
1. Medewerkers moeten twee applicaties onder de knie zien te krijgen. Zitten ze daarop te wachten? Edwin Mac Gillavry: ‘Al zeg ik het zelf: het is doodsimpel om mee te werken. Het vraagt geen voorkennis of opleiding om de site te doorgronden waarop de applicaties staan. Als je er doorheen klikt en zoekt, merk je dat de navigatie logisch in elkaar zit. En ja, ik denk dat medewerkers er op zaten te wachten. We zijn deze applicatie pas gaan bouwen nadat we in kaart hadden gebracht waar OM’ers behoefte aan hadden. Toen kwam als antwoord: “Leerstukken” en instrumenten om kennis daadwerkelijk te delen. Requipedia is zo’n instrument.’
2. De applicatie Leerstukken bevat nu slechts twee leerstukken, da’s niet echt veel. ‘We beperken ons tot veelgebruikte leerstukken. Sinds de start op 11 februari in Maastricht staan er twee leerstukken op de site. “Noodweer & Noodweerexces” is de eerste. “Poging & Voorbereiding” de tweede. Na de zomer zullen er al vijf leerstukken op staan. En daarna groeien we door naar tien leerstukken. We hebben veel tijd gestoken in de voorbereiding. Site, platform, hosting: we hebben het nu voor elkaar. Maar dan komt de inhoud. Met officieren hebben we gesproken over hoe je een leerstuk het best kunt “fileren” en vervolgens ontsluiten. De leerstukken hebben we voor een deel zelf beschreven en een deel hebben we uitbesteed aan universiteiten. En er is een begeleidingscommissie erop gezet om de kwaliteit te monitoren. Bovendien worden alle leerstukken voor publicatie op de site beoordeeld door een
hoogleraar om zeker te stellen dat niet sprake is van een eenzijdige visie. We zullen het nu zelf moeten aanvullen en actualiseren. We zullen de jurisprudentie van de Hoge Raad op de voet volgen. Als we een interessant arrest zien dan moet je op de site direct melden: “jongens, dit arrest is gewezen, de impact ervan is nog niet verwerkt in de leerstukken, maar let op”. Daarna gaan we zelf aan de slag. Een pool van advocaten-generaal helpt ons door te fungeren als klankbord. En dan verwerken we die nieuwe kennis in de leerstukken. Zo’n proces duurt maximaal drie weken, maar moet ook niet veel sneller gaan, want het vraagt om zorgvuldig handelen. We doen dit voor tien leerstukken omdat het te arbeidsintensief is om dit te doen voor allerlei strafrechtelijke leerstukken die weinig voorkomen. In die geval kan de officier doen wat hij al gewend is: er zelf in duiken om het uit te zoeken.’ >
Kennis delen 14
OPPORTUUN · 04 / 2010
‘De komst van Requipedia betekent toch niet dat je zelf moet stoppen met nadenken?’ >
3. Aanklagers hébben voor leerstukken toch al de boekjes Tekst & Commentaar bij Strafrecht en strafvordering? ‘Dat kregen we eerder te horen: “Ja maar, we hebben toch het rode boekje?” Ja en nee. “Tekst & Commentaar” is uitstekend, maar erg opgehangen aan de systematiek en volgorde van de wet, terwijl thema’s als “voorwaardelijk opzet” niet aan één artikel is opgehangen. Met “Leerstukken” hebben we een digitale vorm die ingericht is op basis van de wensen van de officieren, en die via het WBOM op wekelijkse basis wordt geactualiseerd. Het ontwerp is gecreëerd om vanaf het scherm mee te kunnen werken. Ja, je kan het ook op zitting gebruiken. Als je bij JKS kan, kan je ook hierbij. Voor de beginnende officier laat het zien hoe het zit; de ervaren officier kan het gebruiken om de kennis nog even te checken. Daarom is er ook veel aandacht voor de jurisprudentie.’
4. Zitten we bij Requipedia niet arbeidsintensief te kopiëren wat je snel via internet vindt? ‘Door te googelen vind je geen requisitoirs, of het moeten net die paar zijn die op om.nl staan. Via Rechtspraak.nl dan? Ja, daar vind je jurisprudentie, maar geen requisitoirs. Ik zeg niet: dit is de enige manier. Iedere officier, AG en parketsecretaris kan zelf wetten doorlezen, jurisprudentie opzoeken, literatuur erop naslaan en daarin bouwstenen vinden voor een sterk requisitoir. Maar we willen toch kennisdelen? Met Requipedia deel je het resultaat van je inspanningen en vervolgens heeft iedereen daar voordeel van.
5. Leerstukken en Requipedia worden nu in een adem genoemd. Ze hebben toch niets met elkaar te maken? ‘“Leerstukken” en “Requipedia” grijpen in elkaar. Neem een strafzaak over legionellabesmetting. Of een zaak waarin er in een online spel virtuele spullen werden gestolen. Dat komt zelden voor, dus daar ga je geen leerstuk van maken. Maar in díe gevallen werkt “Requipedia” dan weer goed. In dergelijke zaken duikt één officier diep in de materie, verwoordt die expertise in het requisitoir, zet het requisitoir op Requipedia en hup, hij heeft zijn kennis aan alle collega’s beschikbaar gesteld. Als je dat doet, werk je met het hele OM via het “wisdom of the crowds”principe.’
6. Misschien is nét dat requisitoir dat op Requipedia staat heel matig, en dan moddert iedereen daar maar op verder. ‘Tja, zou kunnen. Wat zal ik er op zeggen? Allereerst: dat gevaar heb je ook in de huidige situatie; ook nu roept een officier op de gang wel: “jongens wie heeft er een requisitoir over dit onderwerp.” Er zou eens een zwakke alinea in zo’n requisitoir kunnen staan, maar tegelijkertijd: OM’ers vormen wel om een homogene groep mensen met dezelfde opleiding, waaraan dezelfde eisen gesteld zijn, en die dezelfde cursussen doen. Het materiaal dat zij inbrengen is dus in beginsel geschikt voor collega’s. In Requipedia staat de naam van de zaaksofficier bij het requisitoir, dus je kunt bellen en vragen hoe deze bepaalde afwegingen en keuzes gemaakt heeft. Maar los daarvan, de komst van Requipedia betekent toch niet dat je zelf moet stoppen met nadenken? Het is niet anders dan bij informatie die je van internet haalt. Je zoekt dingen, pakt de informatie er uit die je waardevol vindt, en valideert zelf. Je bepaalt altijd zelf hoe je je requisitoir invult. Requipedia kan juist zorgen voor actualisering en verbetering. Stel dat BOOM-officieren zien dat sommige requisitoiren verouderd zijn, terwijl zij een voorbeeldrequisitoir in huis hebben waarin wel de laatste inzichten en jurisprudentie zijn verwerkt. Dan ben je met een beetje hulp van je collega’s toch spekkoper? Noem alle nieuwe inzichten maar op: het Salduz-verweer en de Aanwijzing daarover
dat een advocaat voorafgaande aan het eerste politieverhoor met zijn cliënt moet kunnen spreken. De commissie-Zandee die adviseert over omgaan met geheimhoudersgesprekken. Van al die kennis kunnen standaard requisitoirelementen worden gemaakt die je zo kan gebruiken in je eigen requisitoir. Uiteindelijk gaat het om je eigen beoordeling. Maar ik zeg ook heel basaal: kennisdelen begint pas als je durft te delen.’
7. Aanklagers doen meestal in hun uppie een zaak. Zijn dat wel van die kennisdelers?
15
‘'In Requipedia staan op dit moment 237 requisitoirs en 491 requisitoir- elementen'
‘De uitdaging ligt bij de mensen zelf. Waarom zou je wel op je buurman in de kamer naast je vertrouwen, maar niet op een collega die aan de andere kant van het land in Maastricht zit? Maar vergis je niet: ze délen al veel. In Requipedia staan op dit moment 237 requisitoirs en 491 requisitoirelementen. Elke organisatie heeft zijn cynici die alleen “ja maar” kunnen roepen, maar ik merk dat OM’ers enthousiast zijn en het belang voelen. Het gaat ons er om dat we hiermee OM’ers verder helpen. Zodat officieren, AG’s, parketsecretarissen, beleidsmedewerkers sneller en makkelijker aan de kennis komen die voor hun zaak relevant is. Er zit dynamiek en schwung in. Er zullen altijd puntjes zijn die beter kunnen, en the proof of the pudding is in the eating. Maar wij gaan d’r vol in.’ Tekst: Pieter Vermaas
Stuur je requisitoir in Requipedia is van en voor officieren en AG’s. Ook bijdragen? Stuur je requisitoirs in naar:
[email protected]. Zie voor het begeleidende formulier de voorpagina van de Requipedia. Ook als je maar een deel van het requisitoir hebt uitgeschreven maar dit echt een aspect is waarvoor je in de boeken bent gedoken, is dit requisitoirelement echt iets voor Requipedia. Insturen dus!
Foto's: Blauweluchten fotografie
16
DE TWEE JOHNNEN
OPPORTUUN · 04 / 2010
17
2010: GPS superusers voorop De invoering van GPS ligt in handen van twee Johnnen. John Remmerswaal, officier van justitie, en John van de Rijt, gepokt en gemazeld manager. Ze filosoferen hardop over 2010, het jaar waarin het OM volledig op GPS overstapt. John Remmerswaal: Hé John, ik was net naar je op zoek.
‘Superusers moeten alles krijgen wat ze nodig hebben’ John Remmerswaal
John van de Rijt: Ik kom net terug van de GPS-superusers, onze ‘GPSambassadeurs’ op de parketten. Die zijn hier in Utrecht bij elkaar en ik heb ze een presentatie gegeven over de stand van zaken rond een aantal GPS-onderwerpen. Remmerswaal: Ah, dat heb ik deze week ook een keer gedaan. Leuk om te doen! Daar krijg je energie van! Je merkt dat de superusers er intussen goed in zitten, zich betrokken voelen, kritisch met ons meedenken en echt voortrekkers zijn op hun parketten. Van de Rijt: Klopt! We hebben er bewust voor gekozen om bij de verdere opschaling in GPS een veel prominentere rol te geven aan de medewerkers van de parketten zelf. En dat geldt straks ook bij de implementatie van GPS voor zaken met preventieve hechtenis, onderzoeken en Meervoudige Kamer. Hun expertise is echt onmisbaar! Dan is het erg prettig om te zien dat ze het op deze manier oppakken.
Remmerswaal: Het is nu ook wel een heel andere situatie dan bij de implementatie van Standaard. Toen brachten we met GPS een heel nieuw systeem naar de parketten. Heel weinig collega’s hadden er al iets van gezien. Nu werken er zoveel OM-medewerkers met GPS, zij kunnen hun eigen kennis en ervaring goed
gebruiken in het vervolgtraject. Er zitten nu zoveel standaardzaken in GPS dat we het kantelpunt echt hebben bereikt! GPS is nu veel meer van de parketten, steeds minder van het programma hier in Utrecht. Van de Rijt: Maar dat schept ook nieuwe verplichtingen. We moeten de superusers in dit traject wel heel goed ondersteunen, want ze hebben die taak vaak naast hun gewone werk. Remmerswaal: Dat doen we toch ook? Ik vind dat we in elk geval bij parketleidingen aandacht moeten vragen voor de belasting van de superusers. Ze zijn enorm belangrijk voor de implementatie van GPS op het parket en moeten daar dus ook de ruimte voor krijgen. En ik weet dat dit vooral jouw pakkie-an is, maar we hebben toch ook een aantal middelen om ze te helpen? Van de Rijt: Da’s waar. Om te beginnen natuurlijk de GPS Superuseropleiding. Als je die uitgebreide opleiding hebt gevolgd dan heb je een goede basis om je collega’s verder te helpen, je hebt dan een redelijk goed inzicht in het systeem. En we organiseren dus regelmatig bijeenkomsten waar we alle superusers bijpraten over de laatste ontwikkelingen. We bespreken nieuwe modules, aanpassingen in het systeem. Wij leren van hen, zij leren van elkaar en we komen er achter waar zij tegenaan lopen in het gebruik van GPS. Zowel in positieve als in negatieve zin. Heel zinvol. Remmerswaal: Mijn groep was laatst behoorlijk groot. Weet jij of alle bijeen-
komsten een beetje goed worden bezocht? Of ze die de moeite waard vinden? Van de Rijt: Onze coördinator opleidingen, Jan Meijaard, koppelt steeds terug over die sessies. Ja, ze worden erg goed bezocht. Men heeft die reis naar Utrecht er voor over. Superusers gebruiken die bijeenkomsten ook om ons te vertellen hoe wij ze nog beter kunnen helpen, en daar maken wij natuurlijk graag gebruik van. Remmerswaal: Vertel es, wat kunnen we dan nog meer doen? Van de Rijt: Nou, de telefonische werkplekbegeleiding opschroeven, bijvoorbeeld. Uit opmerkingen van de superusers konden we opmaken dat onze mensen aan de helpdesk qua kennis achter beginnen te lopen bij de collega’s in het land. Die zitten dagelijks in GPS en maken in de praktijk allerlei situaties mee. Daarom hebben we nu een plan bedacht om het niveau van onze mensen omhoog te brengen. Maar superusers hebben ook vragen waar ze niet stante pede via de telefoon een antwoord op hoeven. Daarvoor hebben we op hun verzoek een speciale superusermailbox ingericht. Ingedeeld naar verschillende onderwerpen. Lopen ze tegen een probleem aan, hebben ze een vraag die niet meteen beantwoord hoeft te worden, sturen ze een mail. Onze deskundigen garanderen een reactie binnen 48 uur.
digitale omgeving waar ze GPS-kwesties met elkaar kunnen delen. We zijn dit idee nu verder aan het ontwikkelen. Hopelijk kunnen we het resultaat binnenkort presenteren. Op de I-portal, waar alle OM'ers tegenwoordig GPS-wijzigingsverzoeken kunnen bekijken. Remmerswaal: Goed bezig, jongen! Eigenlijk heel logisch allemaal. Voor ons zijn de superusers onze belangrijkste contactgroep - naast de parketleidingen, hoofdofficieren, directeuren bedrijfsvoering en lokale projectleiders, natuurlijk. Samen kunnen we GPS op een goede manier in het OM laten landen en laten werken. Randvoorwaarde nummer 1 is dan wel: zorgen dat zij alles krijgen wat ze nodig hebben. Terecht dat jij daarom steeds roept dat 2010 het jaar van de superusers moet worden. Van de Rijt: Zo is het maar net. Als GPS eenmaal helemaal ingeburgerd is, kunnen de parketten zelf bepalen hoe ze hun superusers willen inzetten. Dan neemt onze rol weer af. Tot die tijd hebben we ze heel hard nodig. Maar eh… waarom zocht je mij eigenlijk?
‘Superusers vertellen ons hoe wij ze nog beter kunnen helpen, daar maken wij graag gebruik van’ John van de Rijt
Remmerswaal: O ja! Ik wilde jou ook nog even bijpraten. Maar dat komt de volgende keer wel.
Remmerswaal: Klinkt goed. Heb je nog meer op stapel staan? Van de Rijt: Ja, heel spannend! Sommige parketten wilden graag dat een paar superusers een ‘meekijkscherm’ krijgen. Daarmee kunnen ze hun collega’s vanaf hun eigen werkplek helpen met vragen of problemen. Hoeven ze niet het hele parket door. Volgende stap is het opzetten van een forum. De superusers willen graag een “De Johnnen”: John Remmerswaal (links) en John van de Rijt (rechts) | Foto's: Kick Smeets
18
Justitiële voorwaarden
OPPORTUUN · 04 / 2010
19
OM en reclassering testen met recidivereductie
Op maat gesneden Reclasseringsrapporten digitaal aanvragen. Toezichtopdrachten via het CJIB laten lopen. Daarmee proberen parket en reclassering recidive te voorkomen. ‘Ook het OM zal een omslag moeten maken.’ 80% Van de gedetineerden zit korter dan zes maanden in detentie. Bij zo’n korte straf is er weinig tijd om iemand stevig aan te pakken. Een kans die je wel hebt bij een voorwaardelijke beoordeling. Daarom wordt in het programma Justitiële Voorwaarden hoog ingezet op de persoonsgerichte aanpak met op maat gesneden bijzondere voorwaarden en bijbehorend toezicht. Sinds anderhalf jaar werken OM en de ketenpartners reclassering, CJIB, politie, JustID en de rechtspraak intensief samen. Willemijn Meerveld, procesmanager OM en Monique de Vries, projectcoördinator reclassering zijn nauw betrokken bij twee belangrijke pijlers onder dit programma, namelijk JD-online en Routeren Toezicht. Beide trajecten zijn uitgeprobeerd bij het parket Zwolle.
JD-online Via JD-online worden onder andere de aanvragen van reclasseringsadviezen gedigitaliseerd. Voorheen ging dat op papier. Willemijn Meerveld: ‘In Zwolle scannen we het proces-verbaal als dat niet digitaal voorhanden is. Is het een groot dossier, dan sturen we bepaalde delen daarvan op. Wil de reclassering meer gegevens, dan vragen ze het gewoon op. Ze zitten immers om de hoek.’ Het digitale aanvraagformulier is nu dwingend in tegenstelling tot de papieren versie. Dat vraagt extra tijd, horen ze wel eens klagen, maar het is volgens Meerveld en De Vries een kwestie van wennen. ‘Als je het nieuwe systeem kent is het ook snel.’ Wel waarschuwt Willemijn Meerveld om de mailbox goed in de gaten houden. Dat geldt voor zowel het OM en de reclassering. Die mailbox moet beheerd worden,
omdat het ook een controlemiddel is: welke zaken zijn er bekeken en welke nog niet.’ De Vries: ‘Dat is meteen het voordeel van een digitaal systeem. Voorheen werden aanvragen op papier gedaan. Daaruit kon je niet altijd opmaken wat de verwachtingen waren en wanneer een zaak aangeleverd diende te worden. Nu zijn er duidelijke afspraken en is het gemakkelijk terug te vinden.’ Alle rapportages blijven in JD-online en kunnen landelijk geraadpleegd worden. Alles over een cliënt staat keurig gebundeld in het systeem. Zo kan je in een oogopslag zien of er al een rapport is aangevraagd, maar ook wat er in het verleden al over een verdachte is geschreven, ook door de Raad voor de Kinderbescherming en het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie.’
Toezicht via CJIB Voorheen ontvingen wij de vonissen met de toezichtopdracht direct van het OM, maar nu is het CJIB ertussen gezet. Dat lijkt wat omslachtig,’ legt Monique de Vries van de reclassering uit. ‘Waarom een instantie uit Leeuwarden toevoegen, terwijl wij naast elkaar op de gang zitten? Maar de toevoeging van het CJIB in de keten biedt de mogelijkheid om termijncontrole toe te voegen aan het huidige proces.’ In Zwolle is hard gezocht naar een methode om de informatiestromen van voorwaardelijke veroordelingen bij het CJIB te krijgen. OM’er Meerveld: ‘Als klein parket konden wij wel een uitdraai maken van de adresgegevens, de zittingsgegevens en het uitgebreide vonnis - door knippen en
plakken - maar dat zagen we niet gebeuren op een groot parket waar 300 zaken per week voorbij komen. Voorwaardelijke veroordelingen, sepot’s, herkansingen, TOM-zittingen, TBS met bijzondere voorwaarden, schorsingstoezichten: alle toezichten moeten zo gerouteerd worden dat het CJIB eenvoudig over de juiste informatie beschikt. Ook uit GPS-zaken moet die informatie eenvoudig te halen zijn. Om dat te stroomlijnen zijn verschillende afdelingen binnen het parket betrokken. En er moet rekening gehouden worden met rechtbankinformatie die ook weer bij het OM terecht moet komen. Het routeringssysteem van controle en toezicht is zo georganiseerd dat informatie niet meer per ongeluk kan verdwijnen. Voordeel is ook dat in het nieuwe systeem het CJIB automatisch rappelleert: Hé reclassering of, hé OM wij zouden nog informatie krijgen, er ontbreekt nog een startdatum of is het toezicht al gestart? Alle actuele gegevens worden bijgehouden: Is het toezicht al gestart, hoelang is de proeftijd, is er al een eindrapportage over het toezicht?’
Bijzondere voorwaarden De focus ligt bij de reclassering op het voorkómen van recidive en op een bijdrage leveren aan een veiligere samenleving. ‘Met de invoering van het werken met bijzondere voorwaarden is het voor iedereen helder wat de afspraken zijn’, vertelt Monique de Vries. ‘De reclassering adviseert de rechter of de officier van justitie nu niet alleen over de mogelijkheid van toezicht, maar adviseer ook over de bijzondere voorwaarden die daarbij noodzakelijk zijn. Zo is het voor iedereen helder wat er verwacht kan worden van het toezicht.’ ‘Ook het OM zal een omslag moeten
Foto: Herman Engbers Links: Willemijn Meerveld. Rechts: Monique de Vries
‘In Zwolle scannen we het procesverbaal als dat niet digitaal voorhanden is’ Willemijn Meerveld, parket Zwolle maken’, reageert Willemijn Meerveld. Van officieren wordt onder invloed van deze aanpak, gevraagd om op een heel andere manier te gaan denken bij het formuleren van een strafeis. Niet meer “klakkeloos” een vrijheidsstraf eisen, maar goed nadenken welke mogelijkheden een bijzondere voorwaarde kan opleveren. Over de meest geschikte voorwaardelijke
sanctie adviseert de reclassering, maar de officier moet alvast rekening houden met de mogelijkheid om een deels voorwaardelijke straf te kunnen opleggen. Meerveld: ‘En hoe specifieker de eis, hoe makkelijker het uit te voeren is door de reclassering.’
Ketensamenwerking Ook de pilot Optimalisering Voorwaardelijke Sancties heeft in Zwolle gedraaid. Deze pilot was vooral gericht op de uitbreiding van de bijzondere voorwaarden en daarmee ook gericht op een verbeterde ketensamenwerking. Het parket Zwolle heeft een cultuur waarin pilotprojecten makkelijk kunnen worden ingepast, volgens OM’er Willemijn Meerveld en Monique de Vries. Monique de Vries: ‘In Zwolle zijn we van nature geneigd om samenwerking te zoeken. De reclasseringsbalie is op een centrale plaats binnen het OM gevestigd en heeft een vaste dagelijkse bezetting. Door die persoonlijk aanwezigheid en betrok-
kenheid begrijp je de zienswijze van het OM en ZM en zij de onze. We zien elkaar als collega’s, niet als iemand van een andere organisatie.’ Meerveld: ‘Het winstpunt bij ons is dat we binnen een uur iets kunnen regelen. Willen we iets in kaart brengen? Dan lopen we bij elkaar binnen om te vragen hoe wat dat gaan doen en regelen het direct. In Zwolle zijn verschillende pilots van het programma Justitiële Voorwaarden uitgeprobeerd en opgebouwd. Het is een uitdaging om oplossingen te vinden en het is leuk om structuren uit te proberen. Het één volgt logisch op het ander. We groeien erin mee. Dat is een hele andere benadering dan geldt voor de andere parketten. Zij moeten vanuit hun eigen werkwijze, opeens overstappen op de nieuwe aanpak. Dat roept altijd weerstand op’, realiseert Willemijn Meerveld zich. ‘En zodra de andere parketten klaar zijn, zijn wij weer bezig met een volgende pilot.’ Tekst: Thea van der Geest
20
Justitiële voorwaarden
Grombergen
OPPORTUUN · 04 / 2010
OM klaar voor bijzondere voorwaarden Het OM is klaar voor werken met bijzondere voorwaarden. ‘De uitvoering, ondersteuning en de (elektronische) informatie-uitwisseling zijn geregeld.’ Dat zegt PG Han Moraal.
weg zonder overleg”. ‘Het OM is geen 24-uurs organisatie,’ geeft Han Moraal toe, ‘maar kan door het maken van lokale afspraken met de politie vastleggen hoe contact gemaakt wordt zodra dat nodig is.’
Parketten krijgen extra geld voor capaciteitsuitbreiding om te kunnen voldoen aan de nieuwe eis: recidivereductie door persoonsgerichte aanpak die in gang is gezet met het Programma Justitiële Voorwaarden. ‘We komen van een tijd dat gereguleerde structuren ontbraken, maar inmiddels is de tendens een persoonsgebonden aanpak’, legt Han Moraal uit. ‘Alles wordt in het werk gesteld om vroegtijdig in te grijpen met persoongerichte bijzondere voorwaarden, zoals dat ook is ingezet met de oprichting van veiligheidshuizen.’ ‘Als iemand elk weekend dronken de boel in elkaar slaat, dan kan het opleggen van een bijzondere voorwaarde in de vorm van een alcoholverbod uitkomst brengen’, schetst ondersteunend projectleider Arnout Pullen een van de mogelijkheden.
Verder zal een wetsaanpassing op 1 januari 2011 de toepassing van voorwaardelijke sancties regelen. Daarmee zijn de bijzondere voorwaarden gecategoriseerd en ligt vast hoe ze gehandhaafd kunnen worden. Nu de ondersteuning, de elektronische informatiesystemen en extra mensen zijn geregeld kan iedereen ervan uitgaan dat bijzondere voorwaarden opgelegd en uitgevoerd kunnen worden’, besluit PG Han Moraal.
Moraal: ‘Een persoonsgerichte aanpak kan dus inhouden dat voor hetzelfde strafbare feit een andere bijzondere voorwaarde wordt geëist. Het draait om een recidivereductie en dat kan per persoon verschillen. In de praktijk vergt de executie van de persoongerichte voorwaarden meer tijd, onder meer omdat de keten met elkaar in contact moet blijven. Deze interactie met de reclassering en de politie zal meer capaciteit opeisen. Er moet tenslotte snel worden ingegrepen als het fout dreigt te gaan. Permanent op elkaar afgestemd zijn is de spilfunctie’, benadrukt de PG.Arnout Pullen: ‘De extra tijd die het informeren kost, proberen we te vinden door andere onderdelen te standaardiseren en uniformeren. De winst ligt in dit geval bij de digitale systemen als JD-online en de ondersteuning die we met het CJIB gaan regelen voor toezichtopdrachten.’Uit de pilot in Zwolle is volgens de beleidsmedewerker duidelijk naar voren gekomen dat de geüniformeerde elektronisch adviesaanvragen voor de reclassering tijdwinst opleveren. Voor iedereen is direct duidelijk wie bijvoorbeeld de aanvraag in behandeling heeft, dat scheelt een hoop telefoontjes. ‘De technische applicaties, maar ook de regio-afspraken waardoor op de werkvloer nauw met elkaar moet worden samengewerkt zijn essentieel,’ vindt PG Moraal. ‘Dat is ook naar voren gekomen uit de pilots. Vooraf moet vastgelegd worden van wie wat verwacht kan worden om snel te kunnen handelen.’ Arnout Pullen: ‘We moeten zorgen dat de informatie over de opgelegde bijzondere voorwaarden goed op orde is. We moeten kunnen zeggen bij overtreding: “hou die persoon maar vast”. De politie zal dus veelvuldig contact onderhouden met het OM.’ In de “Aanwijzing Keten advies, toezicht en naleving van voorwaardelijke sancties” is dit geregeld als “Niemand
Langs de parketten Diewerke Stikkelbroeck, officier van justitie met de reclasseringsportefeuille is programmamanager Justitiële Voorwaarden voor het OM.
Pudding ‘Als ouwehoeren pudding war, warde gij dokter Oetker!’ Een mooi rond en tot voor kort probleemloos Brabants gezegde. Tot voor kort. Want tegenwoordig schijnt “dokter Oetker” ineens “dokter Utker” te moeten heten. Waar heeft de beste man (ik ga er maar even van uit dat hij niet fout is geweest in de oorlog) dat aan verdiend? Dat zal wel weer verzonnen zijn door een of andere utlul van een reclamebureau… Pudding. Ook een van de favoriete gerechten van een man die onlangs voor de rechtbank te Utrecht moest verschijnen. Eén van de kleurrijkste, maar ook één van de meest tragische verdachten die ik ooit voorbij heb zien komen. Een man die een miljoenenerfenis had verkregen, die hem op slinkse wijze grotendeels afhandig was gemaakt. En hoewel er nog een niet onaanzienlijk deel restte, leefde hij zeer spaarzaam. Op veel plaatsen in de Utrechtse binnenstad kreeg hij gratis eten en drinken. Veel fast food, maar ook, jawel, pudding. Tot nu toe niks aan de hand, zou je zo zeggen. En ook nog niet bij het bekend worden van de grootste hobby van de man: collecteren.
‘Ik geef voorlichting aan de verschillende parketten over de nieuwe “Aanwijzing Advies, toezicht en naleving van voorwaardelijke sancties” en wat dit concreet voor de medewerkers gaat betekenen. In de Aanwijzing liggen de afspraken vast voor de ketensamenwerking. Het geeft een ingang voor ons om strakker en effectiever om te gaan met voorwaardelijke sancties. Verder vertegenwoordig ik het OM in diverse landelijke overleggen met de ketenpartners. En zal ik, als de rechtbanken daar behoefte aan hebben daar eveneens de voorlichting gaan verzorgen.’ Voor meer informatie zie OMtranet: Organisatie > Implementatie > Projecten > Justitiële Voorwaarden
Zowat iedere dag ging hij op pad om voor diverse goede doelen geld op te halen. Eén van zijn meest geliefde goede doelen was War Child. Het wordt echter merkwaardig als we ons realiseren dat War Child geen geld inzamelt via collectes. En ook dat zou zo’n ramp nog niet zijn als al het door de man ingezamelde geld dan maar daadwerkelijk aan het goede doel werd overgedragen. Echter, het zal inmiddels duidelijk zijn, ook dat was niet het geval.
Oplichting was dan ook het feit waarvoor onze collectant zich voor de rechtbank moest verantwoorden. Maar het ging wel op een heel a-typische vorm van oplichting. Want hij stortte het opgehaalde geld weliswaar op één van zijn (bijna vijftig!) bankrekeningen, maar hij maakte er zelf geen cent van op. In tegendeel: in zijn testament was voorzien dat nagenoeg zijn gehele nalatenschap zou worden overgemaakt aan een groot aantal goede doelen. Klein probleempje daarbij: een testament kan op ieder moment gewijzigd worden. Zekerheid dat het geld ook daadwerkelijk bij de doelen waarvoor hij zou inzamelen terecht zou komen was er dus niet. En daar zat ‘m dan ook voor de rechtbank de kneep. De man werd, bij heropening van het onderzoek, in de gelegenheid gesteld het bedrag waarop de oplichting betrekking zou hebben, zo’n zestigduizend euro, over te maken aan goede doelen. Een vraag waaraan hij niet wilde of kon voldoen. Gevolg: aan hem werd een maatregel tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel tot genoemd bedrag opgelegd. In de strafzaak werd bovendien een voorwaardelijke werkstraf opgelegd van honderd uren, met als bijzondere voorwaarde dat hij zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. Bij die beslissing speelde de intenties van de man een doorslaggevende rol: ‘de rechtbank is ervan overtuigd dat verdachte op dit punt volkomen oprecht is. Niet gebleken is dat verdachte enig deel van de opbrengst van de collectes heeft uitgegeven ten behoeve van zichzelf.’ En dat zal dus voorlopig ook niet meer gebeuren, gezien de ontnemingsmaatregel. Dat wordt dus veel gratis pudding eten… Tekst: Jan-Willem Grimbergen, officier van justitie, parket Utrecht
21
22
Gevangenpoortlezing
OPPORTUUN · 04 / 2010
23
‘Stiekem hoopte ik dat de rechter mijn cliënt zou veroordelen’
Advocaat en waarheid
Heeft de advocaat iets met waarheidsvinding te schaften? Nee, vinden voorzitter Pieter van der Kruijs van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) en advocaat en oud-officier van justitie Hendrik Jan Biemond. Zeker wel, vindt advocaat Pim de Vos, auteur van het in advocatenkringen niet erg populaire “Advocaat of maffiamaat”. Op 21 maart kruisten ze de degens tijdens de Gevangenpoortlezing. Een Gevangenpoortlezing, dat is zoiets als het tv-programma Buitenhof, maar dan in écht Den Haag en alleen over recht. Er komt een gemengd publiek op af van juristen en geïnteresseerde leken. Dit keer mocht journalist en thrillerschrijver Roel Janssen advocaten De Vos, Biemond en Van der Kruijs interviewen, onder de noemer “Advocaat van de duivel of beschermengel van de rechtsstaat?”. Achter dat thema dook meteen de waarheidsvinding op, en de beroepsdilemma’s die daarmee zijn verbonden. Advocaten moeten zich wel dégelijk iets gelegen laten liggen aan waarheidsvinding, vindt Pim de Vos. Om dat te onderschrijven, haalde hij een uitspraak uit 1990 aan van het Hof van Discipline, de hoogste tuchtrechter binnen de advocatuur. ‘De vrijheid van de raadsman vindt zijn beperking in het nadeel dat hij kan berokkenen aan de waarheidsvinding.’ Maar wat doet de partijdige advocaat met een verklaring van een door hemzelf gevraagde deskundige die zijn cliënt niet echt helpt of zelfs belast? Hendrik Jan Biemond, oud-officier van justitie en sinds een paar jaar weer werkzaam als advocaat, hoefde er geen moment over na te denken: ‘Dan leg je dat stuk in een la. Wat jou betreft is het niet geschreven. Dus: heeft de advocaat een rol in de waarheidsvinding? Nee.’
Valse hotelnota NVSA-voorzitter Van der Kruijs schaarde zich daar vierkant achter. In theorie dan, want er zijn dingen die je nou eenmaal niet doet. Hij herinnerde zich een moordverdachte die verklaarde dat hij op het tijdstip van de moord in Polen zat en een hotelnota te voorschijn toverde om dat te bewijzen. ‘Ik had het vermoeden dat die nota vals was. Dat bleek ook zo te zijn. Toen heb ik gezegd: “Die ga ik niet gebruiken”. Niet iedere collega zal dat met mij eens zijn, maar ik vind dat je de plicht hebt om ervoor te zorgen dat stukken die je in het geding brengt in principe juist zijn.’En dan zijn er nog van die zaken waarin alle theoretische leerstukken over de positie van de advocaat schuren met de praktijk. Biemond had ooit een cliënt die werd verdacht van vijf bankovervallen. Vier ervan bekende hij, van de vijfde bestonden enkel vage opnames van een bewakingscamera. Biemond: ‘Mijn cliënt zei: “Ja, dat was ik ook, maar ik denk dat ik die ga ontkennen”. Dat leek me verstandig. En dus stond ik in de rechtszaal te pleiten dat het bewijs in die vijfde zaak onvoldoende overtuigend was. Maar de beelden waren nogal akelig, er werd bijvoorbeeld een kind onder schot gehouden. En ik merkte bij mezelf dat ik stiekem hoopte dat de rechter mijn cliënt toch ook voor deze overval zou veroordelen. Als advocaat ben je op dat moment niet goed bezig.’‘Kun je dan niet met je wenkbrauwen signalen aan
de rechter geven?’, probeerde interviewer Janssen. Biemond moest hem teleurstellen: ‘Ik ben bang dat dit soort subtiele signalen bij rechters niet aankomen.’
Trillende stem De advocaat die voor zichzelf geen rol ziet in de waarheidsvinding - Pim de Vos had het er maar moeilijk mee. ‘Waar ik van schrik, is dat collega Van der Kruijs het verhaal vertelt van die vervalste hotelnota en dat hij daarbij zegt: “Niet iedere collega zal het met mij eens zijn”.’ Eerder had De Vos niet zonder pathos verteld over de manier waarop hij in 1974 werd beëdigd als advocaat. ‘Met trillende stem zei ik dat ik geen dingen zou doen die niet deugen.’Advocaten die dingen doen die niet deugen – aan dat thema hing De Vos zijn laatste boek op, “Advocaat of Maffiamaat”. Hij staat zelf op het omslag, in toga gefotografeerd op een kokette Vespa-scooter; een verwijzing naar Willem Holleeder. Het boek is een verzameling columns over het vak, waarin De Vos hartstochtelijk pleit voor een grotere plek voor de ethiek in de beroepsopleiding voor de advocatuur. Het leverde hem binnen zijn eigen beroepsgroep nogal wat scheve ogen op; veel collega’s bekijken hem als ijdeltuit of nestbevuiler. De Vos richt zijn pijlen vooral op ‘een heel kleine groep’ binnen de advocatuur. Zijn speciale aandacht hebben de strafpleiters die langere tijd werken voor grote criminelen. ‘Zulke advocaten zouden na vijf of zes jaar moeten ophouden voor deze cliënt te werken. Als je twintig jaar werkt voor de Heinekenontvoerders, ontstaat een zekere mate van afhankelijkheid, en dat is schadelijk voor ons beroep. Je komt dan al heel snel in de verleiding om alles voor die cliënt te gaan doen. Ik wacht op het moment dat een topadvocaat zegt: “Ik ga op toevoegings basis verkeersslachtoffers bijstaan”.’
Eerlijk proces Een ander onderwerp dat advocaten – en het OM – zeer bezig houdt, is de vraag wanneer je als raadsman de media zoekt. NVSA-voorzitter Van der Kruijs deed het onlangs in de zaak tegen Benno L., de Bossche zwemleraar die wordt verdacht van ontucht met kinderen die zijn zwemschool bezochten. Van der Kruijs: ‘In die
Illustratie: Erwin Suvaal
zaak is het OM heel vroeg fors naar buiten getreden. In de voorlopige dagvaarding was sprake van 98 gevallen van ontucht, bestaande of mede bestaande uit binnendringen. In de definitieve dagvaarding zijn daarvan nul gevallen van binnendringen overgebleven. In deze zaak heb ik voor de camera gereageerd, omdat ik het idee had dat er nauwelijks nog een eerlijk proces mogelijk was.’ Nog steeds, zegt Van der Kruijs, kan hij elke avond in een praatprogramma zitten, ‘maar dat is niet in het belang van mijn cliënt. Dat is mijn enige leidraad: het belang van mijn cliënt. En de media hebben in dit soort zaken hun eigen belang. Ik ben hier wat conservatief in, maar strijd hoort thuis in de rechtszaal, niet in de media.’Daarop viel interviewer en NRC-journalist Roel Janssen hem voorzichtig bij. ‘Bij kranten valt het nog wel mee, maar op televisie is het totaal doorgeslagen. Wilt u dat van mij horen?’ Inderdaad, dat wilde het publiek horen. Janssen kreeg voor zijn ontboezeming een warm applaus. Tekst: Lars Kuipers
OM en de Gevangenpoortlezingen Het OM neemt dit seizoen actief deel aan de programmering van de Gevangenpoortlezingen. De lezing op 18 april, “Magistraat of crimefighter?”, wordt gehouden door Harm Brouwer, voorzitter van het College van procureurs-generaal. De vierde lezing op 16 mei, “Wie over tuigt de officier van justitie met het requisitoir?”, komt voor rekening van officieren van justitie Roel Dona en Ronald de Brouwer. De Gevangenpoortlezingen zijn een co-productie van het Haags Historisch Museum en het Haagse advocatenkantoor Wladimiroff. De laatste drie Gevangenpoortlezingen van 2010 worden gehouden op 19 september, 7 november en 12 december. Decor is het Haags Historisch Museum, de aanvang steeds om 12 uur ‘s middags. De toegang is 10 euro, inclusief koffie en bezoek aan het museum. Zie ook www.om.nl
24
NETWERKEN
OPPORTUUN · 04 / 2010
Stagiair op stadhuis
‘Ik kan andere raio’s een buitenstage bij een afdeling Openbare Orde en Veiligheid aanbevelen’
Raio Reinoud den Haan dacht mee met de Domstad Het was een opmerkelijke plek voor een buitenstage. De kijk in de keuken van gemeente Utrecht gaf raio –en inmiddels officier- Reinoud den Haan veel inzicht. De Domstad profiteerde mee.
Jaarlijks volgen zo’n 42 raio’s hun buitenstage. Het merendeel daarvan doet dit op een advocatenkantoor, sommigen bij de politie. Zo niet Reinoud den Haan. Zijn voorkeur ging eerder uit naar het openbaar bestuur dan werken bij een advocatenkantoor en hij vond een stageplaats bij de gemeente Utrecht. Hoewel deze keus noch voor gemeenten noch voor het OM een gebruikelijke is, melden zowel Reinoud den Haan als Marijke de Jong, hoofd van de afdeling waar hij het afgelopen jaar werkte, positieve ervaringen. Als hoofd van het programmabureau veiligheid van de gemeente Utrecht heeft Marijke de Jong veelvuldig contact met het OM. Ondanks de gezamenlijke doelen, constateert ze verschillen in cultuur en standpunten. Om de samenwerking goed te laten verlopen ‘is wederzijds begrip van belang. Ieder moet zijn eigen rol spelen. Het openbaar bestuur wordt het meest direct geconfronteerd met de problemen op straat en wil daar graag in optreden. Het is daarbij verhelderend als het OM aangeeft wat er binnen de justitiële kaders mogelijk is.’ Den Haan kan dit beamen. ‘Als OM denken we bijvoorbeeld dat we onze nek uitsteken door de grenzen van de rechtspleging op te zoeken, maar dat wordt door onze partners niet altijd gezien. En zo zijn er meer onduidelijkheden: waarom is voorlopige hechtenis soms
niet mogelijk, wat is de rol van de parketsecretaris, hoe groot is het OM eigenlijk? Ik heb gemerkt dat het van belang is dat het OM zijn positie steeds verheldert en uitlegt wat wel en niet bestuurlijk juridisch haalbaar is. We moeten wegkomen van het jargon. Opereren vanuit de besloten setting, zoals vroeger gebruikelijk was, kan nu niet meer. Je hebt elkaar nodig, wil je effectief optreden en soepel samenwerken.’ Beiden zijn het erover eens dat het belangrijk is dat officieren weten wat er speelt in de wijken.
Aanvullen en versterken Die samenwerking is door de jaren heen geïntensiveerd, niet alleen doordat er meer aandacht is gekomen voor veiligheid maar ook door de komst van de veiligheidshuizen. Het besef is sterk dat preventie, repressie en nazorg elkaar moeten aanvullen en versterken. ‘Maar het strafrecht heeft zijn beperkingen’, stelt Reinoud de Haan. ‘Als OM zit je aan het eind van de lijn, maar in het traject daarvoor kun je niet veel doen.’ Ook Marijke de Jong realiseert zich dit. ‘Aan de ene kant is er het volksgevoel dat er harder moet worden opgetreden. Aan de andere kant zijn er geluiden dat we niet moeten doorschieten in de repressie. Het Utrechtse motto luidt al jaren: hard optreden waar nodig en zacht waar het kan. De beperkingen van het strafrecht betekent dat je met preventie aan de bak moet.’
25
Reinoud den Haan
Utrecht heeft daar de afgelopen jaren fors in geïnvesteerd. Door de komst van hostels en andere voorzieningen voor verslaafden en psychiatrische patiënten is de drugsoverlast beheersbaar geworden. In de wijken die gebukt gaan onder overlast en criminaliteit, zijn tal van maatregelen ingezet, van straatcoaches en opvoedingsondersteuning tot jongerenwerk.‘Ik heb het afgelopen jaar geleerd dat je als officier van justitie vanuit je eigen rol wel heel goed kan meedenken’, meent Den Haan. ‘Als OM moeten we dan ook het contact zoeken met de gemeenten en de politie, en steeds werken aan een sterk netwerk. Daar wordt de zaak beter van.’
Voetbalwet En dan concreet. Een van de zaken waar Den Haan zich in zijn stage mee heeft beziggehouden is de inhoud en invoering van de nieuwe Wet Ernstige Overlast en Voetbalgeweld. Omdat de Eerste Kamer aanvullend advies heeft aangevraagd bij de Raad van State, is de datum van invoering van de wet onzeker geworden. In Utrecht wordt naar deze wet uitgekeken. Marijke de Jong: ‘We hebben duidelijk gemaakt dat het samenscholingsverbod effectief was en dat we wetgeving nodig hebben om deze
problematiek aan te kunnen pakken. ’De nieuwe voetbalwet, zoals hij kortweg wordt genoemd, is ontworpen in deze geest. Onder bepaalde voorwaarden kunnen zowel burgemeester als officier van justitie maatregelen opleggen bij voortdurende overlast door groepen of individuen, en in dit geval al voordat het kwaad is geschied. Den Haan: ‘Uiteraard moeten deze maatregelen op elkaar worden afgestemd. En daarnaast kun je met elkaar kijken welke mogelijkheden er zijn in het verlengde van deze wet. Denk aan de Engelse anti-social behaviour contracts, dat zich in Utrecht zal vertalen in gedragscontracten.’ Voor de stagiair betekende dit niet alleen de voorbereiding van de juridische basis maar ook overleg met partners over de invoering en handhaving.
Blik verruimd Daarnaast heeft hij zich nuttig gemaakt voor diverse onderwerpen: de invoering van het samenscholingsverbod en verblijfsontzeggingen in de wijk Zuilen, de gebiedsaanwijzing voor verblijfsontzeggingen in winkelcentrum Overvecht, de evaluatie van bestuurlijke maatregelen, de aanpak woonoverlast en de voorbereiding van een landelijke kraakdemonstratie
vorig jaar, om een paar voorbeelden te noemen. En zelf heeft hij veel ervaring opgedaan door vanuit een justitiële wereld een tijd mee te draaien in een wereld met politieke en bestuurlijke belangen. Leerzaam en blikverruimend waren ook de diverse overleggen waar hij aan deelnam, het meelopen met de wijkagenten en recherche in de wijk Zuilen, de samenwerking met gemeentelijke toezichthouders en de voorlichtingsavond aan ouders van jongeren met een samenscholingsverbod. En tenslotte is het bijzonder om te mogen werken in het stadhuis in de stad waar je zelf burger en inwoner van bent. In april is Reinoud den Haan begonnen als officier van justitie bij parket Zwolle. Terugkijkend, kan hij een buitenstage bij de afdeling Openbare Orde en Veiligheid van een gemeente andere raio’s aanraden, althans ‘als ze officier willen worden. En als het gaat om een wat grotere gemeente waar voldoende speelt om je bijdrage te kunnen leveren.’ Ook voor de gemeente is dat niet anders. Marijke de Jong: ‘We hebben een jaar lang een hoog gekwalificeerd persoon in huis gehad die niet alleen inhoudelijk heeft meegewerkt
‘We hebben een jaar lang een hoog gekwalificeerd persoon in huis gehad, wat voor wederzijds begrip en inzicht zorgde’ Marijke de Jong, gemeente Utrecht maar ook veel wederzijds begrip en inzicht heeft gebracht. Dat zal onze samenwerking zeker ten goede komen.’ In april verwelkomt de gemeente Utrecht opnieuw een raio die stage zal lopen bij OOV en de afdeling Juridische Zaken. Tekst: Mary Hallebeek
26
Intensivering cybercrime
OPPORTUUN · 04 / 2010
27
'Lojack' tegen laptop lichten OM neemt deel in Gronings project Groningen strijdt integraal tegen woninginbraken en vooral: diefstal van studentenlaptops. Samen met softwarebedrijf, internetprovider, gemeente en kennisinstellingen startten politie en parket Groningen “Lojack voor laptops”. Onkraakbare software traceert de draagbare computers.
De huisgenoten van pedagogiekstudente Joyce IJlenhave hadden niets door. Joyce zelf had eerst ook niets door, toen ze na een late dienst op haar stageadres haar kamer in het Groningse studentenhuis binnenging. Oké, de deur stond open en ze wist toch zeker dat ze die dicht had gedaan... Even duurde het voordat ze besefte wat ze miste op het lege bureau. 'Mijn laptop was weg, de tas, de spullen die erbij hoorden, zoals een accu. Maar ook mijn mobiele telefoon en de smartcard voor de digitale televisie waren ver dwenen.' Dieven waren het studentenhuis van Joyce binnengekomen door te “flipperen”. Een methode die erom bekend staat geen braaksporen achter te laten. Alleen Joyce's kamer was leeggehaald. Een ervaring die voor een paar slapeloze nachten zorgde bij de studente. 'Je voelt je niet veilig meer als een onbekende aan je spullen is geweest.' De inbraak was des te vervelender omdat Joyce, net zoals veel studenten, studiewerk op haar laptop had opgeslagen. En, net zoals veel studenten, had verzuimd een back-up te maken van belangrijke bestanden. De schade viel nog enigszins mee. 'Ik had net mijn eindgesprek gehad en had daarvoor alle spullen al ingeleverd. Ik had het werk via de e-mail verstuurd, dus had nog een kopie.'Direct toen Joyce aangifte deed bij de politie, werd duidelijk dat er weinig gedaan kon worden. Er waren geen braaksporen en geen aanwijzingen
die mogelijkerwijs naar de dader konden leiden. Haar geroofde spullen waren waarschijnlijk al ver het circuit van steler naar heler naar nieuwe eigenaar door.
Serieus probleem In studentenstad Groningen vormen woninginbraken een groot probleem. Het aantal inbraken steeg in 2008 fors: van 1900 inbraken in 2007 naar 2500 een jaar later. Dat vroeg om een stevige aanpak, met een focus op preventie. Antiinbraakstrips werden uitgedeeld en “stadjers” en studenten kregen voorlichting. Al snel bleek dat onder de slachtoffers van inbraken verhoudingsgewijs veel studenten zaten. En dat veel laptops werden buitgemaakt. Bij niet-studenten wordt bij eenderde van de inbraken een laptop gestolen, bij studenten wordt in de helft van de gevallen de computer meegejat, stelt Janny Dolfing, plaatsvervangend hoofdofficier van het parket Groningen. 'De diefstal is bijzonder vervelend. De laptop bevat vaak persoonlijke gegevens, herinneringen en foto's, maar ook bijvoorbeeld een bijna afgeronde afstudeerscriptie. En het blijkt dat het maken van een back-up vaak niet verder komt dan een plaats op een to do lijstje.' Dat studenten meer dan evenredig worden getroffen, vindt burgemeester van Groningen, Peter Rehwinkel logisch. 'Want wat is in materiële zin kenmerkend voor een student? Hun laptop en hun mobiele
telefoon.' Samen met vertegenwoordigers van het OM, Regiopolitie Groningen, Rijksuniversiteit Groningen, Hanze Hogeschool en softwarebedrijf Absolute Software gaf Rehwinkel donderdag 4 maart het startschot van het pilotproject “Lojack voor laptops”. Lojack staat voor het terughalen van een gestolen goed, het tegenovergestelde van “hijacken”. Het OM werd naast Dolfing vertegenwoordigd door onder meer beleidsmedewerker recherche Arjen Polstra – trekker van het project binnen het OM – en Jan Hoekman, projectleider van het intensiveringsprogramma Cybercrime.
'Drie van de vier gestolen laptops vinden wij terug’ Ronald Weber, van Absolute Software Koude kermis Wat houdt Lojack precies in? Onder toeziend oog van tientallen hoogleraren, die vanaf hun statige portretten in de Senaatskamer van de Rijksuniversiteit Groningen in oude lijsten de toeschouwers in de gaten houden, wordt de moderne techniek door Ronald Weber van >
Illustratie: Linda van Bruggen
28
Intensivering cybercrime
De snelste
‘Nergens in Nederland wordt er op dusdanige wijze samengewerkt om diefstal van laptops te voorkomen onder deze specifieke doelgroep’
De snelste, dat willen ze tegenwoordig allemaal zijn, de jongens en meisjes van de pers. Je kunt het ze niet kwalijk nemen. Het gaat om marktaandeel en om geld. In kleinere strafzaken is het nog wel grappig om te zien hoe ze elkaar in de gaten houden. Als de schrijvende journalist een collega met een camera ontwaart, zet hij de laptop in. En als het echt spannend is, zie je een enkeling twitteren vanuit de zaal.
Peter Rehwinkel, Burgemeester Groningen
> Absolute Software uitgelegd. De eigenaar van een laptop koopt voor 39,95 euro per jaar een licentie voor Lojack en krijgt een code die hij moet invoeren in de computer. Middels de code wordt software op de laptop geïnstalleerd vanuit “het bios”, aldus Weber. Voor niet-informatici: het hart van de computer. Kortom, de laptops worden softwarematig voorzien van een track and trace-systeem. Wordt de laptop gestolen, dan moet de eigenaar daarvan melding doen bij het softwarebedrijf, naast de aangifte bij de politie natuurlijk. Zodra met de gestolen laptop contact wordt gemaakt met internet, geeft deze in een bepaalde frequentie het IP adres, oftewel de locatie, door. 'Haal je de harddisk uit de computer? Of formateer je de computer volledig? Dan kom je alsnog van een koude kermis thuis', stelt Weber. Het hart van de computer blijft gelijk, dus de software ook. Deze zal zichzelf telkens opnieuw installeren. Het programma is niet te kraken, benadrukt Weber. 'Het is nog niemand gelukt om de agent uit het bios te krijgen. De techniek is dermate robuust, dat deze niet van de laptop af te krijgen is.' Ondanks onkraakbare software, worden niet alle laptops teruggevonden, die met Lojack zijn uitgerust. 'Drie van de vier laptops vinden wij terug. Dat komt neer op zo'n 75 tot 80 procent.' Waarom niet honderd procent, als de software niet te kraken is? Het antwoord, afkomstig van Weber's collega Robert van de Vegte, is logisch: 'Sommige laptops komen nooit online. Die worden gebruikt voor andere doeleinden. Die laptops worden bijvoorbeeld uit elkaar gehaald, gestript voor de onderdelen en gebruikt voor spare parts.' Of een laptop komt ergens in Afrika terecht. Technisch kan deze wel teruggehaald worden, maar volgens Weber wordt daar soms om prodecurele redenen vanaf gezien. Over privacy hoeven eigenaars van laptops
Ut Recht
OPPORTUUN · 04 / 2010
zich geen zorgen te maken, benadrukt Van de Vegte. Het bedrijf neemt alleen contact op met een laptop, als er aangifte is gedaan van diefstal. Dat het softwarebedrijf rondneust in privébestanden van de eigenaar, sluit hij stellig uit. 'De privacy is gewaarborgd.'
Barrière 'Met Lojack voorkom je de diefstal niet, maar je zorgt wel dat de buit een stuk minder aantrekkelijk wordt. Dat die buit de dief onder de vingers brandt', legt plaatsvervangend-hoofdofficier Janny Dolfing uit. Dat het OM meewerkt aan de pilot, ligt volgens Dolfing en Arjen Polstra aan de preventiedoelstelling en het innovatieve karakter. Nergens in Nederland wordt er op dusdanige wijze samengewerkt om diefstal van laptops te voorkomen onder deze specifieke doelgroep, stelt ook burgemeester Rehwinkel. 'Initiatieven zoals Lojack bewijzen dat we oog hebben voor elkaar in Groningen.' Vanuit het Intensiveringsprogramma Cybercrime heeft het OM twaalfduizend euro ter beschikking gesteld aan de pilot. Hiervan worden onder meer duizend gratis licenties vergeven aan studenten. De gemeente Groningen en het softwarebedrijf nemen een deel van de kosten voor deze licenties op zich. 'Hoewel dit geen “echte” cybercrime betreft, past de pilot wel binnen de doelstellingen van het intensiveringsprogramma', verduidelijkt Jan Hoekman. 'In het programma willen we uitdragen dat we deze vorm van criminaliteit samen willen oppakken.' Er is een raakvlak met de preventie- en innovatiedoelstellingen van het intensiveringsprogramma. Hoekman: 'We zoeken naar barrières om het probleem mede aan te pakken, om ons werk makkelijker te maken.' Op de vraag wanneer het project een succes te noemen is, wil Polstra nog geen antwoord geven. 'Het project maakt
deel uit van een breder kader. We willen het aantal woninginbraken terugdringen. Het aanbieden van anti-inbraakstrips door de gemeente, de gezamenlijke veelplegeraanpak en dit project moeten aan die doelstelling bijdragen.Het wachten is nu op de eerste aangifte.’ Hij laat weten dat er over zes maanden een evaluatie op het programma staat. Na een jaar – de totale looptijd van de pilot - moet er een adviesrapportage zijn opgesteld.
Veertig euro waard De hamvraag lijkt vooralsnog of studenten veertig euro per jaar over hebben voor de onzichtbare diefstalpreventie. 'Ja, dat is afwachten', erkent Dolfing. 'Maar er is al veel interesse voor de twee dagen waarop we de gratis licenties gaan uitdelen hier in Groningen.' Hoekman: 'Deze vraag wil ik beantwoorden met een wedervraag. Als je nagaat hoeveel er op het spel staat... Op die laptop staat niet alleen je afstudeerscriptie die bijna af is, maar staan ook privézaken en al je foto's. Je hele hebben en houden staat op die laptop. Dat alles is in een flits van een seconde weg. Is dat géén 40 euro per jaar waard?' Hoe vervelend ook, een slimme dief zal de meegejatte laptop waarschijnlijk direct formatteren, waardoor helaas alle privébestanden toch zijn vernietigd. Toch twijfelt studente Joyce geen moment. Zij zou de software direct installeren en de veerig euro per jaar betalen. 'Ik heb nu de ervaring dat het uiteindelijk veel meer geld kost, als je alles kwijt bent. En op jaarbasis is veertig euro niet zo veel. Ik heb mijn huisgenoten verteld dat er licenties worden uitgedeeld. Ze waren zeker van plan om daarheen te gaan.' Tekst: Olga Hoekstra
Hier worden grenzen overschreden omwille van de verkoopcijfers
Maar dat streven om de eerste te zijn, kan niet alleen ten koste gaan van de kwaliteit of de diepgang, maar ook leiden tot Amerikaanse toestanden. De berichtgeving rond het onderzoek naar de dood van het Dordrechtse meisje Milly Boele illustreerde dit op een pijnlijke manier. Natuurlijk is het een verbijsterend verhaal dat het goed doet in de media. Maar de manier waarop de journalistiek er op dinsdag 16 maart en de dagen erna mee omging, is net zo verbijsterend. Die avond is de politie bezig met het onderzoek in en rond het huis van de man die eerder die dag als verdachte is aangehouden. Op dat moment valt er nog niet veel te melden: de man is op het bureau geweest, heeft een verklaring afgelegd, is aangehouden en de politie onderzoekt de woning en de tuin. Maar de cameraploegen zijn uitgerukt en willen nieuws. Petje af voor politiewoordvoerder Nicolette Bovenhorst die haar beperkte boodschap manmoedig bleef herhalen onder de aanhoudende stroom van vragen. Wat zien we: Nova (ja, u leest het goed) heeft een hoog punt opgezocht in de hoop over de afzetting te kunnen kijken en een glimp van het onderzoek op te vangen. Het liefst hadden ze het levenloze lichaam van Milly willen zien, willen filmen. Alle distantie lijkt verdwenen met als klap op de vuurpijl dat omwille van de primeur niet gewacht wordt op de officiële bevestiging.
Op enig moment begint het gebuitel en meldt de NOS, dat RTL Nieuws meldt, dat het ANP bevestigt dat het levenloze lichaam van Milly in de tuin is opgegraven. Het ANP heeft het van een twitter van Frits Wester. De persconferentie de volgende ochtend is druk bezocht. Een aantal websites publiceren de voor- en achternaam van de verdachte en plaatsen foto’s van hem. De kranten houden zich wat de naam betreft in, maar plaatsen ook foto’s. Het AD van donderdag besteedt maar liefst zes pagina’s aan het verhaal en de man wordt dan niet meer aangeduid als verdachte maar als ‘de moordenaar van’. De kritiek op de politie is niet mals: ze hebben verkeerd gezocht en niet doorgevraagd. Ruim baan voor de geschokte burgers die hun kinderen de deur niet meer open laten doen. Er wordt voor de camera getrild met lippen en traantjes weggepinkt. Ik vond het allemaal erg ongepast. Omwille van de primeur is alles geoorloofd. Omwille van het smeuïge verhaal wordt er collectieve rouw in beeld gebracht die - zo kun je vermoeden - flinterdun is. Wat zijn de media aan het doen? Verslaggeving? Controle? Waarheidsvinding? Nee, hier worden grenzen overschreden en collectieve emoties uitvergroot omwille van de verkoopcijfers. Als politie en Openbaar Ministerie kunnen we niet meer dan doen de hype tijdig onderkennen en de feiten in het juiste perspectief plaatsen en helpen duiden. Wat ze er verder mee doen, kunnen we niet beïnvloeden. Niemand kan journalisten dwingen compassie te hebben met de ouders, broer en zus en om die reden waardig verslag te doen. Hopelijk beschikt de journalistiek over een zelfreinigend vermogen om deze verpulping te keren. Mary Hallebeek, persvoorlichter parket Utrecht
29
30
INTERNATIONAAL
OPPORTUUN · 04 / 2010
OMgeslagen
OMgeslagen Het EVRM in de uitleverings- en over leveringsprocedure Opgeëiste personen in een uit- of overleveringsprocedure doen meer dan eens een beroep op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna EVRM). In beginsel moet worden uitgegaan van het vertrouwen dat een verzoekende staat de mensenrechten zal respecteren. Dit geldt zowel voor het optreden in concrete zaken, als in het algemeen in het strafrechtsysteem van die staat. Voor de overleveringsprocedure geldt artikel 11 Overleveringswet (OW). Hierin is bepaald dat overlevering niet wordt toegestaan, indien de Rechtbank op grond van feiten en omstandigheden vermoedt dat inwilliging van het verzoek zal leiden tot flagrante schending van de fundamentele rechten van de betrokken persoon zoals deze gewaarborgd zijn in het EVRM. In de Uitleveringswet (UW) of de uitleveringsverdragen staat geen dergelijke algemene weigeringsgrond. Echter, de algemene verplichting tot eerbiediging van de mensenrechten vloeit voort uit de artikelen 1, 3 en 6 EVRM, zoals dit in het Soering-arrest al in 1989 door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is uitgesproken (en door de Hoge Raad ook is overgenomen). In overleveringszaken oordeelt de rechtbank Amsterdam, als enige bevoegde (rechterlijke) autoriteit in overleveringszaken, over mensenrechtverweren.In
uitleveringszaken daarentegen is er een taak voor zowel de rechter, die de uitlevering toelaatbaar danwel ontoelaatbaar verklaart, als voor de Minister van Justitie, die de uitlevering wel of niet toestaat nadat rechterlijke behandeling van het uitleveringsverzoek heeft plaats gevonden. Indien er echter sprake is van een reeds voltooide schending van het EVRM door de verzoekende staat, dan moet de uitleveringsrechter (na onderzoek van het verweer) de uitlevering ontoelaatbaar verklaren. De Minister van Justitie is daarnaast verantwoordelijk voor de beoordeling of er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn uitlevering gevaar loopt voor een dreigende schending in de verzoekende staat. Een schending van het EVRM kan de (verdragsrechtelijke verplichting tot) uitlevering pas in de weg staan als vast staat dat er een dreiging van een flagrante inbreuk van een in het EVRM erkend recht aanwezig is, en de opgeëiste persoon na uitlevering geen rechtsmiddel ten dienste staat (de zogenaamde effective remedy). De Minister kan hieromtrent garanties vragen aan de verzoekende staat.Een beroep op het EVRM heeft vaak betrekking op artikel 3 (verbod op marteling) danwel op artikel 6 (recht op een eerlijk proces). Hieronder volgen 2 uitspraken waarin tweemaal besloten is dat het EVRM uitlevering niet in de weg stond.
Voorzieningenrechter Rechtbank Den Haag, 19 januari 2010, LJN BL1115 Opgeëiste persoon wordt ervan verdacht, deelnemend aan een criminele organisatie, vanuit Pakistan cannabis naar de VS te hebben gesmokkeld. Namens opgeëiste persoon wordt aangevoerd dat de Staat onrechtmatig handelt door de uitlevering aan VS toe te staan i.v.m. schending van artikel 3 EVRM, aangezien de Amerikaanse rechter verplicht zou zijn om aan de opgeëiste persoon na diens uitlevering aan de VS een levenslange gevangenisstraf op te leggen (i.v.m. recidive). De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de overlegde e-mails van gedaagde genoegzaam blijkt dat de Amerikaanse rechter niet verplicht is een levenslange straf op te leggen aan eiser. Eiser heeft onvoldoende bijzondere omstandigheden aangevoerd die de conclusie zouden rechtvaardigen dat aan de kundigheid van het oordeel van de Amerikaanse autoriteiten op dit punt moet worden getwijfeld. Voorts wordt door de rechter opgemerkt dat een levenslange straf op zichzelf niet per definitie onmenselijk is dan wel in strijd met artikel 3 EVRM kan worden geacht. Dit kan anders zijn als er geen enkel uitzicht op vrijlating bestaat, wat in casu niet in hoge mate aannemelijk is geworden. Er resteert tenslotte een gratiemogelijkheid. De omstandigheid dat eiser in de VS in een zwaar beveiligde inrichting zal komen,
leidt niet tot een ander oordeel. Er is nl. niet gebleken van een dreigende schending van artikel 3 door plaatsing in een dergelijke inrichting. Eiser heeft niet gesteld, laat staan onderbouwd, dat de detentieomstandigheden in de VS in het algemeen zodanig zijn dat een behandeling in strijd met artikel 3 EVRM dreigt.
Rechtbank Den Haag, 8 februari 2010, LJN BL3679 Oekraïne verzoekt om uitlevering ter fine van vervolging wegens verdenking van twee strafbare feiten. De raadsman heeft aangevoerd dat zijn cliënt vreest voor EVRM schendingen, ondanks dat Oekraïne partij is bij EVRM. De rechtbank overweegt als volgt: ‘het komt de rechter die moet oordelen over de toelaatbaarheid van de uitlevering van de opgeëiste persoon ter fine van strafvervolging in het algemeen niet toe te beslissen, in een geval zoals dit - waarin zowel de verzoekende Staat als de aangezochte Staat is toegetreden tot het EVRM - over de vraag of in het kader van die strafvervolging enig in het EVRM gegarandeerd recht van de opgeëiste persoon is of dreigt te worden geschonden. In beginsel dient immers te worden uitgegaan van het vertrouwen dat de verzoekende Staat de bepalingen van het EVRM zal eerbiedigen. Dit uitgangspunt kan evenwel uitzondering lijden, indien blijkt dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de opgeëiste persoon door zijn uitlevering zou worden blootgesteld aan zodanig risico
van een flagrante inbreuk op enig hem ingevolge artikel 6, eerste lid, EVRM toekomend recht, dat de ingevolge artikel 1 EVRM op Nederland rustende verplichting om dat recht te verzekeren in de weg staat aan nakoming van de verdragsrechtelijke verplichting tot uitlevering’. Het EVRM is op 11 september 1997 voor de Oekraïne in werking getreden. Dit betekent dat het EVRM eveneens voor de Oekraïne zelfwerkend en direct toepasselijk in alle garanties is. Dit brengt mee dat de opgeëiste persoon in geval van schending van enig hem bij het EVRM toegekend recht na zijn uitlevering ter strafvervolging het recht heeft op een daadwerkelijk rechtsmiddel ('effective remedy') als bedoeld in artikel 13 EVRM. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan moet worden gevreesd dat de opgeëiste persoon door zijn uitlevering zou worden blootgesteld aan het risico van een flagrante inbreuk op artikel 6 EVRM en hem geen rechtsmiddel als bedoeld in art. 13 EVRM ter beschikking zou staan. De rechtbank verwerpt derhalve het verweer. Rechtbank verklaart de uitlevering (gedeeltelijk) toelaatbaar. Tekst: AIRS, tel. 070 – 370 7134
‘We worden sterk gedreven door sociale beloning en straf. Mensen moeten geen overtrokken ideeën koesteren over hun moraliteit.’ Victor Lamme, hoogleraar cognitieve neuropsychologie UvA Management Scope, nr 03, 2010
‘Ik ben (bij vermoeden van kindermishandeling, red.) niet zo van het strafrechtelijke. Wij doen als ziekenhuis vrijwel nooit aangifte omdat het gaat om hulpverlening, bescherming en de veiligheid van het kind. Daarvoor heb je het strafrecht niet nodig. Wij willen voorkomen dat ouders of verzorgers het ziekenhuis gaan mijden. Het is telkens de vraag of daderbestraffing in het belang van het kind is. Soms zal het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling bij ernstige mishandeling besluiten tot aangifte om herhaling te voorkomen. Slachtoffers van seksueel misbruik en hun ouders stimuleren wij om aangifte te doen, zeker wanneer het misbruik recent heeft plaatsgevonden en er nog sporenonderzoek kan plaatsvinden.’ Rian Teeuw, kinderarts bij het AMC Blauw, 20 maart 2010
‘Ikzelf heb in mijn tijd van Van Traa gevraagd om betere verantwoording et cetera, maar het is doorgeslagen. Het is te veel geworden. Dat ligt niet zo zeer aan de politie, je ziet het ook bij dokters en bankiers. Het is allemaal schijterigheid, iedereen wil zich indekken en dat doet afbreuk aan het gezag dat je hebt.’ Strafjurist Ybo Buruma Het Tijdschrijft voor de Politie, nr.2, 2010
‘De politiecultuur is er één van doeners, waarbij niet per se de vraag wordt gesteld: “Waarom doen we het niet slimmer?” Er is sprake van vrees en terughoudendheid tegenover de komst van hoger opgeleiden. Niet alleen op de werkvloer, maar ook onder leidinggevenden en in de top. Het gevolg was dat “recherchekundigen”, een enkele uitzondering daargelaten, nogal eens werden opgezadeld met werkzaamheden die ver onder hun kennisniveau en capaciteiten lagen. De politiecultuur is keihard voor wie niet wordt geaccepteerd. Het gevolg was dat sommige recherchekundigen de politie weer verlieten.’ Annemieke Roobeek, hoogleraar strategie en transformatiemanagement Blauw, 6 maart 2010
31