10 tijdschrift van het openbaar ministerie jaargang 15 nummer 10 oktober 2009
‘OM steeds alerter’
Minister Hirsch Ballin over criminaliteitsbestrijding
Hennepteelt de onschuld voorbij De zaak van de Marktplaats-oplichter
2
hoek van Jan
OPPORTUUN tijdschrift van het openbaar ministerie jaargang 15 nummer 10 oktober 2009 Opportuun is het personeels- en relatiemagazine van het Openbaar Ministerie. Het blad wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het blad verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van het blad. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan.
Auto Breed lachend kwam hij binnen wandelen. Waar mocht hij gaan zitten? In het midden, bij de microfoon? Prima! Zomaar een woensdagmorgen, kantongerecht Assen. Het beloofde een vrolijke zitting te worden. De jongeman gaf toe dat hij te hard had gereden met zijn brommer. Maar ja, hij was aan de late kant geweest voor zijn examen. Dus het gas erop. En hij had geen fietsers in gevaar gebracht. Daarom was hij juist op de gewone rijbaan gaan rijden. En daar zal de brommer inderdaad minder opgevallen zijn. Met zijn negentig kilometer per uur. Natuurlijk snapte de jongen wel dat het eigenlijk niet kon. Maar: hij was mooi wel op tijd geweest en had het examen mooi wel gehaald. Waarna hij de rechter en mij verwachtingsvol en olijk aankeek. De kennelijk verwachte felicitaties bleven echter uit. Zelfs dat deerde zijn opgeruimde humeur niet. Totdat de rechter vertelde dat zijn rijbewijs op het spel stond. De lach verdween acuut van zijn gezicht. Hij verstarde en stamelde: ‘maar ik raak hem toch niet kwijt?’
Vanaf dat moment nam de zitting een wending. Kregen de rechter en ik ineens een andere verdachte te zien. Nog steeds lachend, dat wel. Maar een stuk onzekerder ook. Meer een nerveuze grimas, dan een gelukkige glimlach. Kon het echt niet anders? Moest hij echt de roze credit card inleveren? Maar hij had niet eens een brommer meer. Hij had een echt rijbewijs nu, voor een auto. Ik heb geen ontzegging geëist. De rechter heeft hem niet opgelegd. Soft? Misschien wel. Maar ergens in zijn verhaal was ons duidelijk geworden waarom de jongen eigenlijk zo vrolijk was. Hij moest die dag namelijk niet alleen bij ons komen. Hij ging ook nog iets anders doen. Het zou zijn allereerste worden. Zelf bij elkaar gespaard. Hij wist ook al welke. Met kleur en al. En die pret wilden we niet voor hem bederven. Want geef toe, het zou frustrerend zijn geweest. Erg frustrerend. Als hij maanden lang alleen maar had mogen kíjken. Naar zijn nieuwe auto. Jan Hoekman
Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adreswikkel met de aangebrachte wijzigingen naar het redactieadres, of mail de wijzigingen, onder vermelding van het nummer op de adreswikkel, naar
[email protected]. NB: inhoudelijke opmerkingen en suggesties melden aan de eindredacteur (zie hieronder). Redactieadres Afdeling Communicatie, Parket-Generaal, kamer 5.19, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Telefoon: 070 – 3399840. Eindredactie Pieter Vermaas, 070 – 3399840 of
[email protected]. Vaste medewerkers Thea van der Geest, Jan-Willem Grimbergen, Mary Hallebeek, Jan Hoekman, Willem Hoogendoorn, Petra Sprado, Nina Janssen. Aan dit nummer werkten verder mee Aleida Berends, Jeichien de Graaf. Foto omslag Rob Keeris Ontwerp Fabrique, Delft Druk Zijlstra Drukwerk, Rijswijk Oplage: 8.000
OPPORTUUN · 10 / 2009
3
‘Ik ben veranderd’ Minister Hirsch Ballin blikt terug in de tijd, pag. 10
Oktober 2009
rubrieken
06 Marktplaats-oplichter
18 Casusoverleg verkeer
‘Hij bekende wel, ook op zitting. Maar hij toonde eigenlijk geen enkel berouw. Dat vond ik heel vervelend voor de slachtoffers die in de zaal zaten.’ Officier van justitie Maurice van Heemst blikt terug op de zaak van de Marktplaats-oplichter
Teruglopende doorlooptijden, minder papierwerk en slachtoffers en nabestaanden die tevreden zijn over de afhandeling van hun zaak door politie en OM. Parket Dordrecht introduceerde het Verkeerscasusoverleg art 6.
10 Ernst Hirsch Ballin
20 Oratie Paul Frielink
In twintig minuten geeft hij een schets van dertig jaar criminaliteit en misdaadbestrijding. Minister van justitie Ernst Hirsch Ballin over misdaad, OM en zichzelf. ‘In het kabinet Lubbers-III voelde ik me 365 dagen per jaar, 24 uur, minister. Morgen ga ik naar een concert van Coldplay.’
Hoe kan het draagvlak voor de strafrechtspleging groter worden? Op die vraag zocht Paul Frielink, bijzonder hoogleraar OM, een antwoord in zijn oratie. Zijn Leerstoel OM aan de Universiteit van Maastricht wordt samen met het WBOM en de Cassatiedesk gezien als OM-drieluik wetenschap & strafrecht.
14 Hennepteelt Betere hennep-procesverbalen. Dóórrechercheren naar bendes achter de telers. En met verzekeraars, banken en energiebedrijven dammen opwerpen tegen hennepcriminaliteit. Dat is de kern van het Programmabureau Georganiseerde Hennepteelt van politie en OM.
24 Rotterdam en Dordrecht David en Goliath, daar werd de verhouding tussen de parketten Dordrecht en Rotterdam wel eens mee vergeleken. Nu gaan ze één regio vormen. ‘De strategie was voor beide parketten eenduidig: we maken géén blauwdruk.’
02 Hoek van Jan ‘Auto’ 04 KortOM 09 Handig met GPS 27 Grombergen ‘Discussie’ 28 Internationaal 29 OMgeslagen 30 Verkeer 31 Ut Recht ‘Hondenzaken’ 32 AchterOM
4
KORTom
Gevangenpoort lezingen en wandeltocht
Kick-off gebruikersraden nieuwe stijl
Elk jaar organiseert advocatenkantoor Wladimiroff & Waling in samenwerking met Museum de Gevangenpoort een reeks Gevangenpoortlezingen met één gezamenlijk thema. Prominente sprekers behandelen actuele of uitdagende onderwerpen, die min of meer in de juridische sfeer liggen.
Op 10 september kwamen de voorzitters van de gebruikersraden van zes “domeinen” bij elkaar voor een kick-off. Deze was georganiseerd door het PaG en de DVOM/I, die samen de nieuwe opzet implementeren.
“Spelers in de rechtszaal” is het thema van een zevental lezingen die volgend voorjaar worden georganiseerd. Prominente sprekers geven een beeld van de verschillende rollen en posities in de rechtszaal, waarbij de functie van de politiek, de media en ‘het publiek’ niet wordt vergeten. Het OM is gevraagd ook mee te denken aan de invulling van deze lezingen. Suggesties daarvoor kunnen voor 15 oktober gemaild worden naar Esther Schaddelee, hoofd communicatie OM (
[email protected]) Wandeltocht Daarnaast organiseert Museum de Gevangenpoort ook wandelingen langs juridische instellingen in Den Haag “Den Haag heeft gesproken” is een tocht langs de oudste juridische
instanties. De Gevangenpoort zelf is een middeleeuws poortgebouw in het centrum van Den Haag. Vier eeuwen lang zijn verdachten in dit gebouw opgesloten. Gidsen van het museum laten plaatsen zien die een bijzondere rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van Den Haag als “Internationale Stad van het Recht”. Voor meer informatie over de wandelingen: www.Gevangenpoort.nl
Waar voorheen elke applicatie één gebruikersraad kende, heeft het College besloten voortaan gebruikersraden per informatiedomein samen te stellen. Zo krijgt de gebruikersraad 1e lijn naast GPS ook nog applicaties zoals LURIS en BOPZ-omnis te onderhouden, en de gebruikersraad Voorlichting en Communicatie naast OMtranet ook nog applicaties als OM.nl. Op 1 januari 2010 gaan de gebruikersraden-nieuwe-stijl aan de slag. De gebruikersraad beslist binnen de kaders van het College over veranderingen en vernieuwingen in de applicaties. Ze adviseert over de ingebruikname van nieuwe releases en zorgt voor draagvlak. De DVOM/I voert het functioneel beheer uit van de applicaties waarover de gebruikersraden besluiten nemen.
De gebruikersraad kan de hoogte van het budget voor gebruikersbeheer beïnvloeden door de gewenste veranderingen in een jaarplan bij het PaG in te dienen. Het College kan dan besluiten het onderhoud van een applicatie te intensiveren. Voortaan werft de gebruikersraad zelf materiedeskundigen, bijvoorbeeld voor het helpen opstellen van specificaties of voor het testen. De voorzitters gaven aan behoefte te hebben aan ondersteuning bij de communicatie met de gebruikers. DVOM/I neemt deze behoefte mee in haar O&F-plan. Tijdens de bijeenkomst spraken de voorzitters zich er voor uit om voorlopig de validatie op zich te nemen van documenten, brieven en formulieren die in de verschillende applicaties gebruikt worden – dit in afwachting van een landelijke validatiecommissie. Meer informatie bij Mahinder Poedai (secretaris gebruikersraden), via
[email protected] of 030-8787306 / 06-18307223.
OPPORTUUN · 10 / 2009
5
Registratie beslag nu in GPS
Bestuursrechtelijke aanpak in IAP-congres
Bureau Ontnemings wetgeving van het Openbaar Ministerie handelt conservatoir beslag af voor alle parketten: beslag op roerende of onroerende goederen na de machtiging van de rechtercommissaris. Tot nu toe gebruikte BOOM voor dit beslagbeheer de applicatie CEBES.
“Successful Prosecutions; Achieving just Outcomes”. Dat was het thema van het jaarlijkse International Association of Public Prosecutors (IAP) Congres dat van 6 tot 10 september werd gehouden in Kiev, Oekraïne.
de Development Board GPEN. Tijdens het IAP Congres in Kiev nam Han Moraal als lid van de Development Board GPEN deel aan de eerste vergadering en aansluitend heeft hij deelgenomen aan de bijeenkomst van de “Heads of Prosecution Agencies”.
Harm Brouwer sprak de congresdeelnemers toe tijdens een plenaire sessie over “Alternatives to arrest trial and punishment”. In zijn speech over de “Co-operation between the prosecution service and administrative authorities” brak Brouwer een lans voor de bestuursrechtelijke aanpak: ‘Administrative law may sometimes be the best criminal law there is.’
In 2010 is het Nederlandse Openbaar Ministerie gastheer van het jaarlijkse IAP Congres. Van 5 tot 9 september 2010 organiseert het OM, samen met de IAP en het ministerie van Justitie, het 15e IAP Congres in Den Haag. Het thema is “Crossing Borders”, met subthema’s als organised crime, human trafficking and asset recovery.
CEBES wordt uitgeschakeld omdat er grote wijzigingen nodig waren, het een oud systeem is en de functionaliteit grotendeels al in GPS aanwezig was. GPS release 3.3 gaat nu CEBES vervangen. Alle gegevens uit CEBES zijn gemigreerd naar GPS (ca. 7000 zaken). GPS ontvangt en verwerkt conservatoir beslag uit COMPAS. Bovendien is de functionaliteit voor het afhandelen van conservatoir beslag uitgebreid met onder meer: • beslismodel BOOM • afhandeling voor internationale zaken Op 15 september is het nieuwe beslagregistratiesysteem in GPS op feestelijke wijze in gebruik genomen. Hessel Schuth, directeur BOOM, en Andre Blommers, gedelegeerd
opdrachtgever GPS, luidden deze belangrijke gebeurtenis in door samen een GPS-taart aan te snijden. Vanaf nu registreren alle beslagmedewerkers van de eerstelijnsparketten, het CJIB, DVOM-F en het BOOM al het nationale en internationale conservatoire beslag op uniforme wijze in GPS. De ingebruikname van het nieuwe systeem biedt het meer kansen voor een gedegen beslagregistratie van conservatoir beslag, omdat zowel het nationale als het internationale conservatoire beslag in GPS wordt vastgelegd. Tekst: Dickey Gardenier
Met als onderwerp voor zijn speech “Taking the profit out of crime”, nam Han Moraal deel aan een workshop over “New prosecutorial approaches” Na de lanchering tijdens het IAP Congres in Singapore in 2008 van het global Prosecutors E-crime Network (GPEN), valt het toezicht op de ontwikkeling van dit platform voor de grensoverschrijdende educatie van cybercrime officieren onder
Voor het IAP Congres 2010 in Den Haag werd aan de congresdeelnemers in Kiev een promotiefilm vertoond die met een korte speech door Harm Brouwer werd ingeleid. Meer informatie: raadpleeg de website van het IAP www.iapassociation.org. Contactpersoon IAP2010: Benn van Alphen,
[email protected]
6
ALLES AFWEGENDE
‘Hij dacht: ik kom er mee weg’ De zaak van de Marktplaatsoplichter Het zijn misdrijven waarbij geen bloed vloeit en het gaat om relatief geringe geldbedragen. Prioriteit hebben de kleine oplichters via websites dan ook niet. Gedupeerden zullen niet snel naar de andere kant van het land afreizen voor een bedrag van 200 euro. ‘Ze voelen zich vaak heel dom en doen lang niet altijd aangifte.’
Medio 2008 kwam voor het eerst bij de politie in Hoek van Holland een aangifte wegens oplichting binnen tegen een inwoner van de kleine badplaats. Via Marktplaats.nl aangeboden en betaalde concertkaarten werden niet geleverd. De politie ontbood de Hoekenees. Tijdens een verhoor wees de man naar zijn inmiddels ex-vriendin. ‘De politie kon er op dat moment niet heel veel mee,’ blikt officier van justitie Maurice van Heemst terug, ‘maar hoopte dat deze aanhouding hem ertoe zou brengen dat hij zijn leven zou beteren. Maar dat was helaas niet zo.’ Van Heemst raakte eind 2008 in de zaak betrokken. De politie van Hoek van Holland klopte bij hem als districtsofficier aan. ‘Vrij snel was er weer een aangifte binnengekomen. En ook elders in het land werd aangifte tegen deze “verkoper” gedaan. Dit zorgde voor onrust bij de plaatselijke politieambtenaren. Ze vroegen mij letterlijk deze verdachte te stoppen.’
“Eigen schuld” De politie en Van Heemst hadden het idee dat er waarschijnlijk veel meer gedupeerden waren dan degenen die op dat moment bekend waren. ‘Probleem was dat deze zaken vanwege de relatief geringe schade geen prioriteit hebben. Ook
heerst toch wel vaak een “eigen schuld”gedachte ten aanzien van slachtoffers van Marktplaatsoplichtingen. Dit geldt voor alle politieregio’s waar één of enkele aangiften zijn opgenomen en daarom blijven ze overal liggen. Ondertussen kan zo’n oplichter in het gehele land slachtoffers blijven maken. Ook deze man merkte dat hij dit kennelijk ongestraft kon blijven doen.’ Van Heemst en de politie doken erin. ‘Ik wilde de zaak wel oppakken, maar dan alleen als we hem een goede douw zouden kunnen geven. Dat betekende dat ik het niet bij de paar aangiften uit deze regio wilde laten. Hij had namelijk een praktisch blanco strafblad, waardoor een flinke straf met ook nog een stok achter de deur om hem voortaan van dit gedrag te weerhouden, een tenlastelegging met meerdere feiten noodzakelijk maakte. Bovendien wilde ik de zaak aanbrengen bij de meervoudige kamer, dat is toch een afschrikwekkender forum.’ Niet alleen zou deze verdachte dan écht afgestraft kunnen worden, ook zouden er geen slachtoffers in de kou hoeven te blijven staan. ‘Ik heb dan ook tegen het team gezegd dat ik me realiseerde dat het mijn district capaciteit kost die dan benut zou
worden om zaken uit andere regio’s op te lossen, maar dat ik toch zoveel mogelijk aangiften uit het gehele land wilde bundelen.’
Stan, Suusje, Sandra Uiteindelijk kreeg het kleine politieteam de ruimte om de zaak grondig op te pakken. ‘Ze hebben de zaak landelijk uitgezet, alle korpsen in Nederland gevraagd of ze vergelijkbare aangiften hadden. Dat was in dit geval niet zo heel moeilijk. Verdachte gebruikte eigenlijk altijd dezelfde achternaam, zijn echte ook nog. Maar hij had altijd een andere voornaam: Swen, Sjoerd, Stan, maar ook Sophie, Suusje en Sandra.’ Van Heemst maakt een welgemeend compliment in de richting van het politieteam. ‘Ondanks de capaciteit die gevraagd werd, lag er uiteindelijk gewoon een heel mooi dossier. Van alle aangiften was de zaak uitgewerkt, compleet met de geplaatste advertenties, de bankafschriften die de betalingen aantoonden en de verhoren van de verdachte. En je merkt dat zo’n klein team vaak een persoonlijker aanpak heeft. Dit gold zelfs voor de manier waarop de ouders van de verdachte bejegend werden. Die waren er kapot van, want zij hadden hem de computer gegeven die hij gebruikt had.’
OPPORTUUN · 10 / 2009
7
‘Hij bekende wel, ook op zitting. Maar hij toonde eigenlijk geen enkel berouw. Dat vond ik heel vervelend voor de slachtoffers die in de zaal zaten.’ Officier van justitie Maurice van Heemst Foto: Joop Reijngoud
Sandalen De persoonlijke aandacht van het politieteam leidde overigens nog tot een vrijspraak in een van de zaken. Nooit geleverde maar wel betaalde gezondheidssandalen, waarvan de verdachte zei dat ze bij hem thuis stonden, werden met zijn toestemming door de politiemensen alsnog bij de aangever afgeleverd. ‘Daarmee was de oplichting teniet gedaan.’ Van Heemst kan er eigenlijk nog wel om lachen. Twintig aangiften werden verzameld. Het ging om nooit geleverde dvd’s, concertkaartjes van wereldsterren als Coldplay maar ook van K3, restaurantbonnen, een saunabon, en de al eerder genoemde san-
dalen. De gedupeerden zaten door het hele land: van Middelburg tot Meppel, maar ook in de regio Rijnmond. De bedragen varieerden van 42 tot 200 euro. ‘Hij toonde de door hem aangeboden kaartjes in zijn advertenties op Marktplaats.nl, hoewel hij ze niet bezat. De bedragen waren ook reëel. Er ontstond e-mailcontact. Door dat alles hadden kopers het idee dat hij oprecht was en verdween het wantrouwen, dat er bij veel mensen toch wel is.’ En omdat de kopers dan tóch werden opgelicht, voelden ze zich heel dom, zo bleek uit de verklaringen. Vooral ook omdat de naam van deze verdachte bekend was op websites, waar men voor oplichtingen waarschuwt. Sommige men-
sen die waren opgelicht kregen hun geld terug. ‘Dan werd hem de grond te heet onder de voeten. Die zaten dichterbij en wilden de verdachte persoonlijk opzoeken om hun geld of goederen te komen halen.’ Die mensen werden overigens betaald uit het geld dat inmiddels weer via nieuwe advertenties was binnengekomen. Van Heemst: ‘Maar voor een bedrag van 150 euro zal iemand uit bijvoorbeeld Drenthe toch niet gauw naar Hoek van Holland afreizen.’ Overigens is Van Heemst zeer te spreken over de medewerking van Marktplaats.nl. ‘We vorderden en kregen van hen zeer snel alle medewerking, alle > advertenties, alle IP-adressen.’
Alles afwegende
8
‘Ik wilde de zaak wel oppakken, maar alleen als we hem een goede douw zouden kunnen geven’ >
Leeg en lui De verdachte bleek zijn gemakkelijk verworven inkomsten volledig te hebben besteed aan een leeg en lui leventje. Kort gezegd bestond zijn dagbesteding uit het roken van joints, het ontvangen van prostituees en het vanachter zijn pc oplichten van mensen. Hij kwam z’n deur praktisch niet uit, behalve om naar de koffieshop te gaan. De rechter-commissaris schorste de voorlopige hechtenis, volgens Van Heemst vooral omdat de man volledig ingestort
Uiteindelijk kwam Van Heemst tot een eis van een werkstraf van 240 uur en 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar met verplichte begeleiding door de reclassering. Het plan van aanpak van de reclassering behelsde ondermeer een behandeling bij een forensisch psychiatrische kliniek, aandacht voor dagbesteding, een budgetteringstraining en schuldsanering. De dertien slachtoffers die zich als benadeelde partij hadden gevoegd, moesten schadeloos gesteld worden.
eis, waarbij de rechtbank onder andere stelde dat de man op slinkse wijze voor veel teleurstellingen heeft gezorgd bij mensen die niet alleen hun geld kwijt waren, maar zich ook tevergeefs op een concert hadden verheugd. De rechtbank nam hem extra kwalijk dat hier ook kinderen bijzaten, die nu niet naar K3 konden, hoewel hun ouders dit hen hadden beloofd. Hij heeft het vertrouwen dat mensen stellen in het zakendoen via internet geschaad, aldus de rechtbank. ‘Dat signaal wilde ik afgeven’, aldus Van Heemst. ‘Dat ook Marktplaatsoplichters eens door het OM worden aangepakt en hun slachtoffers schadeloos worden gesteld.’ Dat de pers meteen aandacht aan deze zaak besteedde, geeft aan dat dit inderdaad nog niet vanzelfsprekend is. ‘Maar als je écht wat wilt, moet je het dus grondig aanpakken. En dat vraagt het nodige van de beschikbare capaciteit. Daar moet je dan voor kiezen.’
Kinderen en K3
Tekst: Jeichien de Graaf
was en aan alle behandelingen wilde meewerken. Hij bekende nagenoeg alle zaken, al kon hij zich één oplichting niet meer herinneren. Maar hij herkende wel de advertentie en het gebruikte e-mailadres. Van Heemst: ‘Hij bekende wel, ook op zitting. Maar hij toonde eigenlijk geen enkel berouw. Dat vond ik heel vervelend voor de slachtoffers die in de zaal zaten.’
De veroordeling was geheel conform de
Marktplaats.nl is “prikbord” Uiteindelijk is Marktplaats.nl niet meer dan een advertentiesite: te vergelijken met een prikbord in de supermarkt, maar dan digitaal. De transacties tussen kopers en verkopers gaan buiten de site om. Toch doet Marktplaats. nl er alles aan om te voorkomen dat mensen via de site opgelicht worden. Er wordt veel aan voorlichting gedaan, en er worden veel tips gegeven om veilig te kunnen handelen. Gebruikers van de site kunnen met een druk op de knop de site tippen dat er mogelijk iets aan de hand is met een advertentie. Die advertenties worden allemaal meteen bekeken. Dat kan alleen al door de volumes, 255.000 nieuwe advertenties per dag, niet met alle advertenties. Blijkt uit de tip dat er iets aangeboden wordt wat niet mag, dan wordt de advertentie meteen verwijderd. Marktplaats.nl krijgt tussen de 10 en 15 meldingen per dag over een mogelijke oplichter. Relatief gezien niet veel, maar ‘elke melding is er één te veel’, aldus woordvoerder Chantal Malfeyt van Marktplaats.nl. Wanneer wordt gewaarschuwd voor een mogelijke oplichter, dan kan de advertentie niet zomaar verwijderd worden. Marktplaats kan namelijk niet controleren of er wel of niet betaald en geleverd is, want de betalingen gaan niet via de site. Wel wordt op elke melding actie ondernomen. Wanneer blijkt dat sprake is van een malafide adverteerder dan blokkeert het bedrijf e-mailaccounts en – waar mogelijk – IP-adressen. Sinds enige maanden biedt Marktplaats de mogelijkheid om via de veiliger methode PayPal te betalen.
GPS-TIPS
OPPORTUUN · 10 / 2009
Deze maand: Drie recente wijzigingen
Handig met GPS Op drie punten zijn er recent wijzigingen in GPS aangebracht: een groeps-emailadres op documenten; de processtap “verwerken voegingsformulier”; en het aanmeldscherm.
Groeps-emailadres Sinds de installatie van release 3.3 is het mogelijk om op een aantal documenten een groeps-emailadres in het briefhoofd te vermelden (in plaats van het emailadres van één gebruiker, zoals nu gebeurt). Voor standaardzaken gaat het om de volgende categorieën documenten: • Slachtoffers • Rijbewijzen • Beslag • Executie De decentraal functioneel beheerder kan per categorie documenten een groepsemailadres en groepstelefoonnummer opgeven in het scherm “Beheren groepsgegevens document”.
Voegingscontroleur Met de komst van GPS is er veel veranderd in de procedure rondom slachtofferzorg. Een vraag die op veel parketten leeft is wie nu het voegingsformulier controleert en
hoe men dit het beste kan organiseren. Sinds kort biedt GPS de mogelijkheid om de processtap “Verwerken voegingsformulier” toe te wijzen aan een specifieke groep medewerkers. Deze medewerkers kunnen dan deze taak op zich nemen zonder het overige werk van slachtofferzorg in hun werkbak te krijgen.
Aanmeldscherm Een andere recente wijziging betreft het aanmeldscherm, ofwel de startpagina van GPS. Dit is het scherm dat wordt geopend nadat er met gebruikersnaam en wachtwoord is ingelogd in GPS. Onder in dit scherm kunnen nu mededelingen worden getoond over de actuele status van GPS, zoals beperkingen in de beschikbaarheid van GPS door calamiteiten en/of installaties van patches of nieuwe releases. Het is dan ook belangrijk dat je dit scherm openhoudt naast de GPS-sessie. Voor de meest actuele mededelingen dient het scherm regelmatig te worden “ververst” met behulp van de F5-toets. De mededelingen worden beheerd door Centraal Functioneel Beheer (DVOM/I CFB).
9
10
Buitenom
‘Het OM wordt steeds alerter’ Ernst Hirsch Ballin over criminaliteit en handhavers In twintig minuten geeft hij een schets van dertig jaar criminaliteit en misdaadbestrijding. Minister van justitie Ernst Hirsch Ballin over misdaad, OM en zichzelf. ‘In het kabinet Lubbers III voelde ik me 365 dagen per jaar, 24 uur, minister. Dat is nu niet anders, maar dan wel ook tijdens een concert van Coldplay.’
Een kras op het gelaat. In politiek Den Haag staat dat voor een bewindsman met afgenomen gezag. Maar bij Ernst Hirsch Ballin bedriegt de schijn. Ja, er zit een kras. Opgelopen eind augustus, toen hij tijdens het jaarlijkse kabinetsuitje ten val kwam tijdens het bestormen van een hindernisbaan. De bewindsman moest de hoofdwond in het ziekenhuis laten hechten. Maar bungelen doet de minister van Justitie bepaald niet. Wie de beste bewindsman van Balkenende-IV is? “Hirsch Ballin”, antwoordden parlementariërs in een deze zomer gehouden enquête van Vrij Nederland en de Radboud Universiteit Nijmegen.
het vraaggesprek resteren nog zo’n twintig minuten. Alle vragen dan maar zo’n beetje in één klap op tafel.
‘De hechtingen zijn net uit mijn hoofd gehaald’, legt hij uit nadat hij zich ervoor heeft verontschuldigd dat hij zijn interview-afspraak niet helemaal heeft gered om negen uur, op de negende van de negende van 2009. Stapt dan zijn werkkamer binnen, tekent een stapeltje stukken. En is er dan klaar voor, maar niet dan nadat hij gemeld heeft ook een kwartier eerder weg te moeten: een Kamercommissie verwacht hem om tien uur ‘s ochtends. Dat juist op deze eerste hechtingenloze ochtend een fotograaf vanaf anderhalve meter de lens nog maar eens scherp stelt, hindert Hirsch Ballin ogenschijnlijk niet. Geen spoor van stress. Niet bij de minister. Voor
Non-organisatie
Hoe, zo wil Opportuun weten, hebben criminaliteit en criminaliteitsbestrijding zich ontwikkeld? Is Ernst Maurits Henricus Hirsch Ballin (Amsterdam, 1950; zoon van een katholieke moeder en joodse vader) nog dezelfde minister als de besnorde 39-jarige hoogleraar Staats- en bestuursrecht die in 1989 toetrad tot het kabinet-Lubbers III? Gelooft de minister in maakbaarheid van een criminaliteitsloos Nederland en heeft hij het OM zien veranderen?
‘En óf het OM veranderd is, en ik zou zeggen: gelukkig maar. Ik ken het OM al wat langer dan alleen van mijn perioden als minister van Justitie. Eind jaren zeventig had ik al gesprekken met het Openbaar Ministerie, toen ik als juridisch medewerker werkte op het Ministerie van Justitie. Op de hoofdafdeling Staats- en Strafrecht hield ik me bezig met het vervolgingsbeleid. Ik herinner me dat het OM alles wat het richting het departement moest doen, heel zorgvuldig en heel traditioneel afhandelde. Het was de tijd waarin de minister van Justitie één keer per maand een Kamervraag over het OM kreeg.
Tegenwoordig is dat zo’n drie keer per dag. Benoemingen binnen het OM vonden plaats op basis van het anciënniteitsbeginsel. Dat is niet per se verkeerd, want het kán leiden tot prima mensen op hoge posities. Tegelijkertijd ben je dan het aantal dienstjaren van iemand aan het berekenen in plaats van dat je iemand beoordeelt op basis van kwaliteit - dat leverde niet altijd de beste mensen op. Het OM was verder erg gericht op de werkverdéling: dit was voor het OM en al dat andere niet. Van die cultuur was nog veel te merken toen ik in 1989, als minister, terugkeerde op het departement. Een “non-organisatie”, zo kwalificeerde de toenmalige secretaris-generaal van Justitie het OM – en daarmee bedoelde hij niet een organisatie van zusters die de kloostergeloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid hebben afgelegd. Gelukkig is dat inmiddels veranderd – ik heb daartoe zelf stappen mogen zetten. Geleidelijk is een proces gestart – ook door mijn opvolgers, die nu weer mijn voorgangers zijn – waarin het OM een organisatie is geworden. Met eenheid in beleid. Veel alerter ook. Duurde het vroeger soms weken voordat die ene vraag per maand die het departement aan het OM stelde, zorgvuldig werd beantwoord, nu speelt het OM het klaar om al op de dag dat de vraag > komt, telefonisch of in de vorm van een
OPPORTUUN · 10 / 2009
‘Ik ga morgenavond naar Coldplay, en ik durf de stelling wel aan dat ik daardoor mijn werk beter doe’
11
Foto’s: Rob Keeris
12
Buitenom
‘De maakbaarheid een Nederland zonder criminaliteit, ha, daar heb ik nooit in geloofd’ > ambtsbericht een antwoord te formuleren.’
Coffeeshops ‘Criminaliteit en criminelen zijn ook veranderd, en ook zij niet van de ene dag op de andere. Ik onderscheid hier liever drie periodes dan dat ik alleen een vergelijking maak tussen de periodes van mijn ministerschappen. Allereerst de tijd van toen ik ambtenaar was, de tijd van de bewindslieden Van Agt, De Gaay Fortman en De Ruiter. Ook toen waren er wel vormen van vérstrekkende criminaliteit en terrorisme. Toch werd de criminaliteit overwegend gepleegd door individuele daders. De bewijsvoering werd traditioneel georganiseerd door zelfstandig werkende officieren van justitie die weinig met anderen hoefden samen te werken. De eigen persoonlijke, lokale contacten speelden voor rechercheurs een grote rol in het opsporen van misdrijven. Daarna zou ik de fase van, grofweg, 1990 tot 1994 willen noemen. Het was tijdens
mijn ministerschap in het derde kabinetLubbers (’89-’94) dat echt een overgang naar het ontstaan van georganiseerde criminaliteit werd waargenomen. Met drugshandel die daarin een steeds grotere rol ging spelen. Voorheen waren coffeeshops winkeltjes met een beperkte handel, met softdrugs afkomstig van kleinschalige hennepteelt. Maar begin jaren negentig was dat verworden tot grootschalige exploitatie van coffeeshops die aan de achterdeur even grootschalig bevoorraad werden. Die grootschaligheid en de gevolgen daarvan – daar had in die tijd bijna niemand nog over nagedacht. Maar daarna zagen we de gevolgen: het ontstaan van georganiseerde misdaad, van groepen die later de “Hollandse netwerken” zijn gaan heten. Daarnaast zagen we natuurlijk ook de cocaïnehandel vanuit Zuid-Amerika en kwam er heroïne uit Azië. In die periode heb ik me sterk gemaakt voor Europese samenwerking. Toen ik voorzitter was van de Europese Raad van ministers van Justitie en Binnenlandse zaken, is de
Foto’s: Rob Keeris
oprichting van Europol vastgelegd in het Verdrag van Maastricht van 1992.’
Internationaal ‘Die internationalisering is een van de belangrijkste veranderingen in de criminaliteitsbestrijding geweest. In de huidige tijd kan er zonder Europese en mondiale samenwerking geen effectieve bestrijding van georganiseerde criminaliteit plaatsvinden. De lokale rechercheur bestaat niet meer. Op dit moment is de voorzitter van het College van procureurs-generaal in Kiev, waar hij een bijeenkomst van de International Association of Prosecutors bijwoont. Dat geeft aan hoe vanzelfsprekend internationale opsporing en vervolging zijn geworden. Ook de methode, de manier waarop criminaliteit wordt bestreden, is veranderd. Er wordt rekening mee gehouden dat de winsten van de georganiseerde criminaliteit weer in de criminele organisatie worden gestoken en daartoe soms naar het buitenland verdwijnt. Het is niet voor niets dat we
OPPORTUUN · 10 / 2009
13
‘Moest de rechercheur het vroeger van zijn persoonlijke contacten hebben, tegenwoordig is internationale opsporing en vervolging vanzelf sprekend geworden’ het financieel rechercheren een belangrijke plek geven binnen de opsporing.’
Straf en zorg ‘Begin deze kabinetsperiode is de criminaliteitsbestrijding weer van aard veranderd, waarbij ik overigens voortbouw op het werk van mijn voorgangers. Vanaf 2002 slagen we er in criminaliteit terug te dringen. Daarbij kiezen we in deze kabinetsperiode steeds meer voor een op de persoon gerichte aanpak. Denk bijvoorbeeld aan geweld van personen in afhankelijkheidsrelaties, waarbij persoonlijke verhoudingen misbruikt worden. Zoals het geval is bij huiselijk geweld of bij de misdrijven van pooierboys. Daar zoomen we veel scherper in op wat nodig is om de oorzaken van het ontstaan van criminaliteit weg te nemen, er is niet alleen een gerichtheid op straffen en sancties. Die omslag zie je op een aantal punten terug. Allereerst in het werken in Veilig heidshuizen, waarin gemeenten, politie en OM samenwerken met anderen zoals zorgmedewerkers of leerplichtambtenaren. We kennen inmiddels een bijna landelijke dekking van deze veiligheidshuizen. Ten tweede – en niet los van het eerste punt – gaat het om de verbinding tussen straf en zorg. In het oude, traditionele denken was er sprake van een keuze: óf we kozen voor een strenge straf, óf we waren begripvol vanwege die moeilijke jeugd van een verdachte. Er werd polarisend over gedebatteerd. Die tijd waarin er een zwart-witkeuze moest worden gemaakt, hebben we achter ons gelaten. Nu kan zo’n persoon een straf krijgen met daarbij een gedeelte voorwaardelijk. De voorwaarden richten zich dan op bijvoorbeeld een training voor het reguleren van agressie. Dan pak je dus ook de bron aan. Deze benadering kun je het best omvatten in een goed samenspel tussen repressie en preventie. Niet voor niets is dit beleid samengebracht is een aparte projectdirectie: “Veiligheid begint bij voorkomen”.’
Werkweek ‘Of ik zelf veranderd ben, ook wat betreft visie?’ (Begint de bril te poetsen en constateert dat het slechte zicht door krassen wordt veroorzaakt) ‘Nee, mijn geloof in de maakbaarheid van een criminaliteitsloos Nederland is niet afgenomen, want daar heb ik nooit in geloofd. Een samenleving waarin de criminele statistiek op nul staat, is een utopie. Maar ik heb wél een stevige ambitie. Er zijn nog aanzienlijke verbeteringen mogelijk, zoals op het gebied van criminaliteitspreventie. Kijk naar de gemeente Tilburg die erin geslaagd is de jeugdrecidive met 50 procent omlaag te brengen. Staatssecretaris Albayrak en ik gaan later deze dag ook een Veiligheidshuis in Den Haag openen. Ook daar zijn er dit jaar minder aangiften en gevallen van slachtofferschap. Het doel is om in 2011, aan het einde van de kabinetsperiode, de criminaliteit met een kwart omlaag te brengen ten opzichte van 2002. Da’s een stevige, maar realistische ambitie. ‘Tussen mijn eerste en tweede ministerschap zaten twaalf jaar; daarin is de samenleving veranderd, en ik gelukkig ook. Wat ik heb “opgezogen” is het besef van de waarde die het heeft om in nétwerken in de samenleving het justitiewerk te verrichten, precies wat je terugziet in de werkwijze van de Veiligheidshuizen.’ (Wiebelt wat op de stoel, alsof hij twijfelt om een ontboezeming te doen) ‘En op persoonlijk vlak... ik doe mijn privéleven nog steeds te kort, maar het is nu wel verbeterd. Kijk, bij Justitie is altijd wel wat te doen. Daardoor heb ik me tijdens mijn eerste ministerschap heel sterk laten opdringen – ik was er zelf bij, het was mijn keuze – dat ik dag en nacht moest doorgaan. Dat ik 365 dagen maal 24 uur minister moest zijn. Dat ben ik nu ook, maar gelukkig slaag ik er de laatste tijd, de kinderen zijn inmiddels de deur uitgevlogen, beter in ook ruimte voor andere dingen te creëren. Door de lengte van de werkweek ziet mijn vrouw mij nog steeds te weinig, toch pak ik nu meer de ruimte. Gewoon eens naar buiten
gaan, dat kan nu gelukkig af en toe. Zo ga ik morgenavond met mijn vrouw naar een concert van Coldplay in Nijmegen. Ik durf de stelling wel aan dat ik mijn werk daardoor beter doe.’
Gezag ‘Welke twee dingen er bij het OM veel beter kunnen?’ (Trekt zijn vriendelijkste gezicht) ‘U bedoelt: vérder verbeteren? Nou ja, meer nog dan in de huidige situatie al het geval is moet het komen tot de best mogelijke verbinding tussen de kwaliteit van mensen die de opsporing en vervolging leiden. Het gaat dus om mensen en zaken in vaak complexe samenwerkingsverbanden. De opsporing en vervolging is in toenemende mate een schakel in een proces waarin we de levensloop van een crimineel effectief willen veranderen. Ook het gezag waarmee het OM op de zitting spreekt, zou verder kunnen worden verbeterd, en dan doel ik op de kennis van de zaken. Ook de mogelijkheden die netwerken bieden, zoals bij het toepassen van de Wet OM-afdoening, kunnen nog verder worden benut. In die zin moeten er binnen het OM niet te veel zorgen leven over de bezuinigingen. De zware tijden die nog voor ons liggen, en dan bedoel ik met “ons” de gehele maatschappij, zullen gevolgen hebben voor de aanpak van criminaliteit. Het kabinet heeft ambtelijke commissies gevraagd nadere bezuinigingsvoorstellen te ontwikkelen. Een van die commissies zal zich richten op veiligheid en terrorismebestrijding. Men moet niet bang zijn, maar wel opletten dat er een juiste balans blijft tussen de beschikbare middelen en een daadkrachtige en geloofwaardige criminaliteitsbestrijding. Het OM moet zijn inzet afstemmen op wat mogelijk is en dat samen met ketenpartners doen.’ Tekst: Pieter Vermaas
14
Intensiveringsprogramma
Huidige aanpak ontoereikend
‘Hennepteelt is georganiseerde criminaliteit’ Betere hennep-procesverbalen. Dóórrechercheren naar bendes achter de telers. En met verzekeraars, banken en energiebedrijven dammen opwerpen tegen hennepcriminaliteit. Dat is de kern van het Programmabureau Georganiseerde Hennepteelt van politie en OM. Bij een presentatie in het politiebureau in Den Bosch staken rechters hun handen in hennepplanten.
Stilletjes sluipt de groep naar de container waarin een hennepkwekerij wordt vermoed. Er wordt bijna geen woord gesproken, misschien kijken en luisteren criminelen via geplaatste camera’s wel mee, en die mogen absoluut geen tactische politie-informatie opvangen. Dan wordt de stilte verbroken door de meest kordate magistraat van de rechters die per bus naar de vermeende hennepkwekerij zijn gereden. Een bons op de deur. ‘Politie!’, roept de rechter. Even later stappen de rechters naar binnen. Behoedzaam. Vooral niet op de deurmat stappen, weet voormalig rc Nol van de Ven, sectorvoorzitter rechtbank Den Bosch. Misschien ligt daaronder een bewegingsmelder die een gsm-alarm activeert. Of is onder de deurmat het luik van de kruipruimte weggehaald, en ligt er een plank met spijkers onder. Er gaat nog een deur open, en daar wentelt een trap naar de eerste verdieping. “Au”, is luid hoorbaar, een van de rechters heeft een schok gekregen nadat hij steun zocht bij een metalen voorwerp. Gelukkig blijft de schade beperkt tot schrik, want op het voorwerp is een hoog voltage gecombineerd met een laag ampèrage.
‘Let op boobytraps, pak niet iets van ijzer aan’, horen de rechters van docent Jon Warmerdam van Onderzoeks- en opleidingsbureau Warmerdam. ‘Je hebt gelijk,’ geeft hij Van de Ven na, ‘dergelijke boobytraps worden gelukkig in werkelijkheid zelden aangetroffen. Toch willen we politiemensen een stukje bewustwording bijbrengen.’ De rechters hebben de hennepcontrainer – met een “r” in het woord – betreden, die op het parkeerterrein van politie Brabant Noord staat. In deze oefenruimte worden politiemensen getraind veilig hennepkwekerijen te ontmantelen en bewijs voor drugshandel te verzamelen.
Hotbox Daar staan ze tussen de hennepplanten, de Bossche rechters. In een temperatuur van 27 graden Celsius zien ze een professionele hennepkwekerij in actie. Geen gieter in een moderne kwekerij. Een voedingscomputer zorgt ervoor dat de planten – die wortelen in aarde, kokos of steenwol – automatisch voldoende voeding, fosfor, salpeterzuur, licht en warmte krijgen. De rechters zien een hotbox, een
CO2-kachel die zorgt voor meer zuurstof in de ruimte. Een gevaarlijk apparaat, horen ze. Wie te lang in de CO2 staat krijgt hoofdpijn, valt flauw en stikt. Er hangt een zwavelverdamper om schimmels te doden. Verder staat er een cannacutter, die de blaadjes van de henneptop scheidt. En een droogrek onder een lamp zodat de geknipte planten snel kunnen drogen. In principe hoeft niemand hier te zijn. Wel zie je vaak een matras liggen, zodat bewakers de handel kunnen beschermen tegen rippers. Na het bekijken van de planten, zien de rechters voorbeelden van hoe criminelen met magneten en zekeringen elektriciteitsmeters manipuleren en daarmee frauderen.
Barrière Later die middag krijgen de rechters een presentatie van het Programmabureau Aanpak Georganiseerde Hennepteelt dat wordt bemand door politiemensen en OM’ers. Dat programma heeft twee doelen. Eén: tussen de oren krijgen dat hennepproductie en -handel georganiseerde criminaliteit is, met veel risico’s voor kwekers en bewoners. Ook wel het “door-
OPPORTUUN · 10 / 2009
‘Let op boobytraps, pak niet iets van ijzer aan’ breken van het normaliseringsproces” genoemd. Twee: de georganiseerde hennepcriminaliteit een slag toebrengen door betere opsporing en vervolging én door een programmatische aanpak. In die laatste aanpak worden onder meer bestuurlijke middelen ingezet, waardoor barrières voor criminelen worden opgeworpen. Allereerst dat “tussen de oren krijgen”. Om hennep hangt nog steeds de sfeer van gedogen, het beeld van die excentrieke oom die op zijn zolderkamer een paar plantjes heeft. Ten onrechte, aldus Willem Bos, officier van justitie en namens het OM verbonden aan het program-
15
mabureau. ‘Hennep mag dan niet zoveel schade toebrengen als heroïne en alcohol, maar hennepteelt heeft zijn onschuld verloren. Keiharde criminaliteit, moord, afpersing en grootschalige belasting- en energiefraude hebben er aan bijgedragen dat bestrijding van georganiseerde hennepteelt door de politiek tot een belangrijk thema is benoemd.’ Bos wijst op een schatting van de waarde van de export van hennep: 930 miljoen tot 2,2 miljard euro. En vergelijkt dat met de export van gewone bloemen en planten die 5,4 miljard euro bedraagt. ‘Maar gerekend in wat de hennep in het buitenland oplevert overstijgt de hennepexport die van bloemen en planten.’
YouTube Zelf een hennepkwekerij beginnen? Met informatie die je van internet plukt, kom je een eind, horen de rechters van de aanklager. Wie meer wil weten over de kweek, gaat naar een site als jointjekweek.nl. Of kijkt op YouTube hoe
je een kwekerij inricht. En op een site als snow-white.nl kun je niet alleen informatie over verschillende soorten cannabiszaden vinden, ook kun je de knop “wetgeving” aanklikken. En hup, dan verschijnt daar info over het gedoogbeleid of de Plukzewetgeving. Je kunt ook een “Strafwijzer” invullen die voor verschillende situaties straffen op maat berekent. Analoog aan de Bos/Polaris-strafvorderingsrichtlijnen van het OM. Handig! ‘Iedereen zou het dus op eigen houtje moeten kunnen,’ zeg aanklager Bos, ‘maar je zal plantjes, kweekbenodigdheden moeten ophalen, en waar ga je later met je geteelde plantjes naar toe? Achter elke kwekerij zit een georganiseerd verband: een growshop of een criminele organisatie.’
Link Johan Warmerdam, drugsexpert van de politie en als zodanig verbonden aan het programmabureau, valt de officier bij. ‘Ik durf de stelling wel aan: Geen enkele plan- >
Foto: Vincent Boon
Intensiveringsprogramma
16
>
tage staat op zich. Ik ben in veel kwekerijen geweest en ik kom eigenlijk nooit een mislukte oogst tegen – elke kweker wordt begeleid, hè? Alles begint bij de growshop. Van daaruit wil men bij anderen wel hennepkwekerijen op fifty-fiftybasis inrichten. Stekken worden bij de growshop gekocht. En 85 procent van de growshops koopt de hennep die in plantages is geteeld zelf weer op. Als burger zélf gaan kweken, en vervolgens met heel goede plantentoppen naar de growshop gaan om ze daar te verkopen – dá’s link hoor.’ Met vijf vierkante meter hennep in je woning rijd je elk jaar in een mooie nieuwe auto, horen de rechters van Warmerdam. ‘Maar de professionele inrichting is duur. Mensen moeten eerst minimaal zo’n tienduizend euro investeren. Kant en klare containers kun je tegenwoordig kopen: plug and play! En vervolgens laat de cri-
‘Als een pand onverzekerbaar wordt vanwege hennepantece denten van de koper, leggen we een stevige barrière neer’ minele organisatie de eerste oogst rippen, waardoor mensen met een nog grotere schuld komen te zitten.’
Brandweer Het risico van brand is groot. De brandweer van Rotterdam geeft aan dat drie van de vijf woningbranden “hennepgerelateerd” zijn. Gemiddeld brandt één hennepplantage per dag af in Nederland. Vaak door slechte aansluiting op elektriciteit. Vaak kan de hoofdzekering de belasting niet meer aan en vliegt eruit. Daardoor laten criminelen de aansluiting langs de zekering lopen, wat levensgevaarlijk is, want er blijft stroom op staan.
“Vegen” Politieman Johan Warmerdam is de eerste om aan te geven dat de manier waarop de politie de afgelopen jaren hennepkweke-
rijen heeft aangepakt ontoereikend is. De politie doet vooral aan “vegen”: naar een kwekerij toe, plantjes weghalen en klaar. Bewijs vergaren van georganiseerde productie, uitrekenen hoe groot het criminele gewin is, en doorrechercheren naar de misdaadbende op de achtergrond: het is er nauwelijks bij. Warmerdam: ‘We doen heel weinig buurtonderzoek, houden geen goed verhoor, en nemen genoegen met teksten als: “het was een mij onbekende Turkse man die de kwekerij in de schuur zette”. Er wordt slecht gedocumenteerd in procesverbalen. Wij moeten de hand in eigen boezem steken. Met foto’s en betere verhoren, gebruik van CIE-informatie, kunnen we veel meer bereiken. Vaak zijn het politiestudenten die we naar een kwekerij sturen, daardoor verliezen we veel info. Vaste specialisten zien wél dat verschillende kwekerijen bij elkaar horen, dat bakken op dezelfde manier zijn getimmerd, dat de voedingsapparatuur hetzelfde is, et cetera. Dat gaat veranderen: er worden nu hennepteams geformeerd. We werken met format-hennep-pv’s. En de hennepcontrainer wordt ingezet in de integrale beroepstraining van de politie.’
Canna-sniffer Het gebruik van de moderne “cannachopper”, een helikopter met een “cannasniffer” aan boord die gaat piepen als hij in de lucht tussen gasmoleculen hennepgeur detecteert, geeft een steun in de rug. Die helpt als politiemensen op de grond te weinig aanwijzingen hebben om een huis binnen te kunnen treden. ‘Op grond van de Opiumwet mogen we alleen rondkijken, niet kastjes opentrekken. Daar worden agenten nu op getraind, want dit gaat vaak fout.’ Warmerdam heeft twee stellingen voor de rechterlijke macht. Officieren zouden geen genoegen moeten nemen met een hennepverbaal zonder een berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. En twee: rechters zouden kritischer moeten zijn als verdachten beweren dat er slechts sprake was van één oogst die bovendien mislukt is. ‘Maar de rechter is grotendeels afhankelijk van het ter zitting gepresenteerde en in het dossier aanwezige bewijs’, reageert rechter Nol van de Ven. ‘Succesvolle vervolging staat of valt met goed gedocumenteerd en vastgelegd bewijs met redenen van wetenschap en goed omschreven gedane
Foto: Vincent Boon
waarnemingen. Enkel foto’s van gemanipuleerde elektriciteitsmeters zijn niet altijd voldoende - rechters zijn nu eenmaal niet allemaal elektriciens.’ De rechter heeft een punt, vindt Warmerdam: ‘We moeten inderdaad beter documenteren, en er voor zorgen dat de redenen van wetenschap en hoe er met de elektriciteitsmeter is geknoeid beter worden omschreven in de PV’s, met hulp van monteurs van energiebedrijven.’
Hypotheken In de programmatische aanpak van hennepteelt wordt ook op andere manieren en samen met andere partners de criminaliteit bestreden, krijgen de rechters te horen van Geert Broeren, namens het OM als beleidsmedewerker werkzaam bij het programmabureau. Hij wijst op een aantal
OPPORTUUN · 10 / 2009
ontwikkelingen en kansen. Zo overlegt hij met de verzekeringsbranche. ‘De kern van de samenwerking met die private partner is, dat we een barrière proberen op te werpen door hypotheken onverzekerbaar te maken. Criminelen kopen vaak vastgoed om er hennepkwekerijen in te zetten. Ter verkrijging van een hypotheek moet voor het pand een opstalverzekering worden afgesloten. Als die onverzekerbaar wordt vanwege hennepantecedenten van de koper, hebben we een stevige barrière.’ ‘Verder zijn we in gesprek met de Nederlandse Vereniging van Banken / Stichting bestrijding hypotheekfraude. We hebben op hen een appèl gedaan om alert te zijn bij verdachte situaties. Als iemand elke maand een flinke zak met geld komt brengen voor de hypotheekaflossing, moet Foto: Boon een lampje gaan branden. er opVincent z’n minst
17
‘Ik durf de stelling wel aan: geen enkele plantage staat op zich’ Ook makelaars en notarissen zouden veel alerter moeten zijn op verdachte transacties en deze moeten melden.’ ‘En we spreken met de energiebranche’, vervolgt Broeren. ‘De monteurs van die bedrijven zijn relatief vaak “in beeld” bij criminele organisaties omdat zij de elektriciteitsmeters kunnen manipuleren. Energiebedrijven ontwikkelen daarom een integriteitsbeleid voor hun monteurs. We
hebben afgesproken dat wij de gegevens krijgen van de “rotte appels”. Die zijn immers een interessant onderzoekssubject voor de politie.’ Dan is het tijd voor de rechters om weer de bus in te stappen. Een ambitieus verhaal, vinden ze, maar goed en aanschouwelijk gebracht. En nee, vinden ze, het is helemaal niet gek dat rechters zich zo op sleeptouw laten nemen door zo’n presentatie van politie en OM. Sectorvoorzitter Nol van de Ven: ‘Nuttige kennisverbreding en voorlichting, dat is het.’ Tekst: Pieter Vermaas
18
Verkeer
Casusoverleg verkeer ‘Leg maar eens uit waarom een leven 180 euro waard is’ Teruglopende doorlooptijden, minder papierwerk en slachtoffers en nabestaanden die tevreden zijn over de afhandeling van hun zaak door politie en OM. Parket Dordrecht introduceerde het Casusoverleg artikel 6 en behaalt hiermee goede resultaten.
Miranda Paapen, officier van justitie op het parket Dordrecht, was net twee dagen terug van een verlofperiode, toen ze de ouders van een verongelukt kind moest uitleggen dat de betrokken automobilist er vanaf kwam met een geldboete van 180 euro. ‘Toen ging bij mij de knop om en dacht ik: dat gaan we anders doen’. Parketsecretaris Bert Punt knikt instemmend. ‘Ook vanuit de politie leefde er al langer onvrede over de afhandeling van ernstige aanrijdingen. Met elkaar kwamen we tot de conclusie dat we ons niet prettig voelden bij de manier waarop de zaken soms verliepen.’ Aan tafel zit ook Fred Quaak verkeersspecialist en ongevalanalist bij de politie Zuid-Holland-Zuid. Hij bevestigt de woorden van beide OM’ers: ‘Natuurlijk maken we altijd veel werk van een aanrijding. Maar als je een stapel papier hebt geproduceerd en het OM zegt: we doen er niets mee, dan is dat behoorlijk frustrerend. Nu overleggen we vooraf en dat scheelt beide kanten heel veel tijd.’ En zo werd het Casusoverleg artikel 6 een feit.
Dordtse aanpak Quaak: ‘Bij een (ernstig) verkeersongeval, gaat de verkeerscoördinator ter plaatse om te schouwen en om samen met de collega’s van de basispolitiezorg te bekijken of er sprake is van een artikel 6 zaak. In dat geval komt de bus uit de loods rijden (de ongevallenbus met alles erop en eraan om sporen te verzamelen) en gaan we alles vastleggen conform de aanwijzing artikel 6. Terug op het bureau worden de zaken
ingevoerd in ons aanrijding-volgsysteem. Eens per veertien dagen hebben we zo’n 7 à 15 zaken voor het casusoverleg.’ Officier Paapen: ‘Vergelijk het casusoverleg artikel 6 met het justitieel casusoverleg jeugdzaken. In een vroeg stadium bespreken we een zaak. Gaan we voor artikel 6, of is het een combinatie van artikel 5 en 6. Aan de hand van de gevonden sporen op het plaats delict, weet ik in bepaalde zaken al of we een kans maken bij de rechter.’ Punt vult aan: ‘We kunnen in het overleg ook besluiten dat er aanvullend onderzoek gedaan moet worden, bijvoorbeeld een analyse van de belgegevens.’
Slachtofferzorg Het informeren van slachtoffers en nabestaanden is een vast agendapunt in het casusoverleg. Alle drie hechten ze er grote waarde aan dat slachtoffers en nabestaanden goed op de hoogte worden gehouden. ‘Zij mogen niet verrast worden over het verloop van hun zaak en de afloop in de rechtszaal. We hebben de brieven die slachtofferzorg verstuurt eens goed onder de loep genomen en waar nodig aangepast.’ Het grootste verschil zit hem erin dat slachtoffers en nabestaanden nu veel eerder worden geïnformeerd over de vervolgstappen in het onderzoek, en over de kant die het OM op wil met de zaak. Officier Papen en parketsecretaris Punt voeren samen de gesprekken met slachtoffers en nabestaanden. ‘Als je goede uitleg geeft, zijn de mensen drie van de vier keer tevreden. Gaat het toch mis, dan kun je dat vaak
al zien aankomen. Die mensen willen koste wat kost een schuldige aanwijzen en kunnen niet accepteren dat het slachtoffer ook een fout heeft gemaakt.’
Dalende doorlooptijden Er zijn nog meer factoren die meespelen bij het succes van het casusoverleg. De politie Zuid-Holland-Zuid heeft zich gecommitteerd het proces-verbaal binnen een maand af te hebben (de officiële richtlijn gaat uit van twee maanden). Paapen en Punt doen er vervolgens alles aan om de zaak snel op zitting te krijgen. In het verleden lagen artikel 6 zaken weleens langer dan een jaar op de plank. Nu zijn zaken gemiddeld binnen een half jaar op zitting geweest én afgedaan. Vanuit de politie is er oog voor de nieuwe aanpak. ‘De chef ziet de doorlooptijden dalen, we hebben meer tijd voor andere dingen en het heeft een positief effect op de burgertevredenheid’, aldus Quaak. Een mijlpaal voor het OM was de Arkelzaak, een aanrijding tussen een personenauto en een grote groep fietsende scholieren. Het OM ging voor het eerst zelf ter plaatse om de strafrechtelijke afhandeling te coördineren. ‘Als officier is het een groot voordeel dat je erbij bent geweest, ’ zegt Paapen. Officier Paapen en parketsecretaris Punt, beide bovengemiddeld geïnteresseerd in techniek en auto’s, hebben inmiddels veel expertise opgebouwd. Het is hun taak om alle technische details van
OPPORTUUN · 10 / 2009
V.l.n.r. Fred Quaak, Miranda Paapen en Bert Punt
19
Artikel 5 en 6 Wegenverkeerswet
de bewijsvoering in gewone mensentaal te presenteren bij de rechter. En op een overtuigende manier, want als iets vaag is gaat de rechtbank er niet in mee.
Verkeer op de kaart Alle drie denken ze dat de Dordtse aanpak ook in andere regio’s kan werken. ‘Je kunt hiermee het onderwerp verkeer op de kaart zetten in je regio. Als een aanrijding van begin tot eind goed wordt afgehandeld door politie en OM, geeft dat ons en onze collega’s voldoening en zijn de burgers meer tevreden.’
Tekst en foto: Aleida Berends
Artikel 5 WVW 1994: Het is een ieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd. Artikel 6 WVW1994: Het is een ieder die aan het verkeer deelneemt verboden zich zodanig te gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt, waardoor een ander wordt gedood of waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht of zodanig lichamelijk letsel dat daaruit tijdelijk ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden ontstaat.
20
Wetenschap en strafrecht
Oratie van AG Paul Frielink, bijzonder hoogleraar OM:
‘Relatie met advocatuur essentieel voor draagvlak strafrechtspleging’ Hoe kan het draagvlak voor de strafrechtspleging groter worden? En kan dat überhaupt wel? Op die vragen zocht Paul Frielink, bijzonder hoogleraar OM, een antwoord in zijn oratie over OM, media en advocatuur.
Het is misschien wel Het Moment in een wetenschappelijke carrière: het uitspreken van een oratie, de openbare rede waarmee een pas benoemde hoogleraar zich presenteert aan het publiek. En waarmee het ambt officieel aanvangt. Voor Paul Frielink, advocaat-generaal bij het ressortsparket Arnhem, hoefde het allemaal niet zo, maar toch moest ook hij er op 18 september 2009 aan geloven. De dag waarop hij, in wetenschappelijke toga, zou spreken voor zijn gehoor aan de Universiteit van Maastricht, waar hij “bijzonder hoogleraar OM” is. ‘Eigenlijk heb ik een grote hekel aan ceremoniële bijeenkomsten waar ik het middelpunt ben. Het gaat me wel redelijk goed af hoor, maar ik hou er gewoon niet van. Achteraf zeg ik toch: het was hartstikke leuk. Veel OM’ers, ZM’ers, vrienden en familie waren voor de oratie helemaal naar Zuid-Limburg gekomen. Van het ressortsparket Arnhem waren er niet alleen AG’s gekomen, maar ook veel parketsecretarissen en administratief medewerkers, dat vond ik fantastisch.’ Na de oratie kreeg Frielink een receptie aangeboden. In de buitenlucht, op een plek in de oude rechtbank van Maastricht
die in vroeger tijden een luchtplaats van een huis van bewaring is geweest. Het was schitterend weer, en onder de parasols hoorde Frielink van zijn vrienden, familie en collega’s dat ze zijn oratie een helder verhaal hadden gevonden. ‘Dat moest ook, want het leuke van de Maastrichtse universiteit is dat daar is voorgeschreven dat je wetenschappelijke verhaal voor iedereen te volgen moet zijn.’ De lijn in dat verhaal is dat het OM, advocaten en media een grote rol spelen bij de geloofwaardigheid van de strafrechtspleging.
Publiek vertrouwen De nieuwe bijzonder hoogleraar startte zijn oratie met een zorgelijke constatering: het draagvlak voor de strafrechtspleging is niet hoog. ‘Uit de NPS/NIPO-enquête bleek dat zes van de tien Nederlanders zegt geen vertrouwen te hebben in de manier waarop de misdaad in Nederland wordt bestreden. Je weet nooit helemaal wat de respondenten tot een antwoord heeft bewogen, maar het probleem blijkt structureel, ongeacht of zich in een periode justitiële affaires en crises voordoen. Het
probleem van vertrouwen zit dieper.’ In zijn oratie zocht Frielink naar factoren die kunnen bijdragen aan een geloofwaardige strafrechtspleging. ‘Snelheid, betrouwbaarheid en effectiviteit zijn naar mijn mening allereerst bepalend voor het publiek vertrouwen. Die zijn voor het publiek – anders dan voor ons juristen – veel belangrijker dan procedurele factoren als rechtmatigheid van de opsporing, fairheid van de vervolging, en een humane tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen.’
Mensenwerk Toch is een goed werkende strafrechtpleging geen voldoende voorwaarde voor draagvlak onder het systeem. Dat draagvlak, zegt Frielink, wordt in grote mate bepaald door het beeld dat media neerzetten. ‘Wat de media berichten, is een selectie. En ik begrijp dat daar geldt: goed nieuws is geen nieuws. Het overgrote deel van de zaken die het OM doet – en dat zijn zo’n 230 duizend misdrijven per jaar – gaat goed. Strafrecht is mensenwerk, dus bij die productieaantallen is het eigenlijk niet te voorkomen dat er ook wel eens wat mis gaat. Die missers halen het nieuws. Niet alleen is slecht nieuws wel nieuws, ook
OPPORTUUN · 10 / 2009
21
> Foto: Fotostudio CL / Frans Bastings
Wetenschap en strafrecht
22
>
wordt slecht nieuws steeds opnieuw herhaald bij het bekend worden van nieuwe incidenten. Dus lees je bij elke fout weer over de Schiedammer parkmoord, wéér over Putten en wéér over Lucia de B. Op die manier ontstaat het beeld dat blunder op blunder wordt gestapeld en dat het OM maar wat aanrommelt – en dáár maak ik bezwaar tegen. Steeds worden daarbij ook dezelfde advocaten geciteerd. Het omgekeerde zie je eigenlijk nooit. Hoe vaak lees
je een artikel over een succesvolle opsporing en vervolging van een bankovervaller, waarbij wordt gemeld dat het al de zoveelste bankoverval is die dit jaar is opgelost? Ja, het zou zo maar kunnen dat ik hier vecht tegen de bierkaai. Maar dan is het toch maar eens een keer gezegd.’ Bovendien heeft het OM misschien toch meer grip op het draagvlak dan het denkt. Het OM moet ontlast worden, vindt
Frielink, en zich kunnen richten op zaken die er maatschappelijk echt toe doen. ‘Dus: levensdelicten, overvallen, woninginbraken, geweld op straat, verweving van onderwereld en bovenwereld et cetera. Dat is de core-business, dáár optimaal presteren komt de geloofwaardigheid van de strafrechtspleging ten goede. Daarvoor is het ook nodig dat er zo langzamerhand rust in de tent komt. Hoewel de reorganisaties en verandertrajecten die het OM
OM-drieluik wetenschap & strafrecht Met de combinatie Leerstoel OM, Wetenschappelijk Bureau OM, en de Cassatiedesk beschikt het OM over een “drieluik” wetenschap & strafrecht. ‘Mooi dat de Leerstoel OM van Paul Frielink, er is gekomen’, zegt Gert Haverkate, hoofd Wetenschappelijk Bureau OM. ‘Met de leerstoel is er nu een wetenschappelijk drieluik tot stand gekomen, bestaande uit de Cassatiedesk, het WBOM, en de Leerstoel OM. Met dat alles is een flinke stap gezet in de “academisering” van het OM. Het OM schuwt het wetenschappelijke niet. Dat is belangrijk voor een organisatie die grotendeels een kennisorganisatie is.’ De komst van de leerstoel wordt ook verwelkomd door Leon Plas, plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal van ressortsparket Den Haag en hoofd van de Cassatiedesk die alle cassatieschrifturen voor het OM opstelt. ‘Het heeft me altijd verbaasd hoe weinig vakken op de universiteit over het OM of de zittende magistratuur gaan. Dat verandert nu. En het is aardig als straks OM’ers zouden kunnen promoveren bij bijzonder hoogleraar Paul Frielink.’ Leon Plas vindt het nog niet zo makkelijk om precies het wetenschappelijk karakter van de cassatiedesk aan te geven. Toch is de aanpak van zaken door de cassatiedesk anders dan die in de meeste OM-zaken in eerste of tweede aanleg. ‘Wij bestuderen in bijna elke zaak de wetenschappelijke literatuur en vaak ook de wetsgeschiedenis. Daarnaast bekijken we elke zaak met twee of drie AG’s, waarbij (opbouwende) kritiek geven op elkaars concepten eigenlijk verplicht is. Bovendien hebben wij meer ervaring met het opstellen van een cassatieschriftuur en de techniek daarvan.Vaak gaat het daarbij om principiële juridische vraagstukken. In die zin zijn het de moeilijkste OM-zaken. De Hoge Raad moet wat kunnen met onze schrifturen. Het gaat niet alleen om heeft-ie-het-wel-of-niet-gedaan. Je moet, vanuit de casus, abstraheren. Zaaksoverstijgend kijken. En dan in die bredere context de meer principiële vragen zien te beantwoorden, en dat ook weer zo makkelijk mogelijk uitleggen en opschrijven.’ Overigens hebben de AG’s en zelfs de parketsecretaris bij de cassatiedesk een wetenschappelijke achtergrond. Frielink: ‘De zaken die we, ook met het Wetenschappelijk Bureau OM, gaan onderzoeken, gaan we bezien tegen een dogmatische achtergrond: doen we het op de goede manier? Passen we, bij voorbeeld, voorlopige hechtenis te vaak toe, terwijl het uitgangspunt is dat de verdachte zo veel mogelijk in vrijheid zijn proces afwacht? Tappen we in Nederland niet wat veel? Ook kunnen we in kaart brengen wat de consequenties zouden moeten zijn van opsporingsonderzoek dat niet volgens de regels verloopt. Het OM wordt tegenwoordig alleen nog niet-ontvankelijk verklaard, als het OM bewust onrechtmatig heeft gehandeld en als de verdachte daardoor erg in zijn belang is geschaad. Dat vind ik begrijpelijk en terecht. Vaak volgt alleen bewijsuitsluiting als sanctie – hoewel dat uitgesloten bewijs dan al wel tussen de oren van rechters zit. Misschien moet de oplossing toch meer worden gezocht in de richting van het toekennen van een schadevergoeding. Dat kunnen we onderzoeken, net als vragen als: waar ligt nu de grens tussen medeplichtigheid en medeplegen.’
OPPORTUUN · 10 / 2009
de afgelopen jaren heeft doorgevoerd, allemaal waren gericht op kwaliteitsverbetering, kunnen ze toch ook gepaard gaan met verlies van kennis en kwaliteit.’
Zand in machine ‘Ook de relatie tussen OM en advocatuur is essentieel voor een geloofwaardige strafrechtpleging. OM’ers moeten advocaten respecteren en inhoudelijk op hen ingaan. Ze moeten niet alleen maar denken dat een advocaat slechts zand in de machine wil strooien. Omgekeerd moeten advocaten op politie en justitie kunnen vertrouwen. Zij moeten weten dat OM’ers ook aandacht hebben voor ontlastend bewijsmateriaal. Advocaten die als basishouding hebben dat “OM’ers niet deugen” – ook daar maak ik bezwaar tegen. Het OM moet het merendeel van de strafrechtadvocaten serieus nemen, maar er zijn ook bepaalde advocaten waar je zo onderhand maar geen aandacht meer aan zou moeten besteden.’
23
Frielink wil aan de universiteit meer onderzoek gaan doen naar welke factoren het zijn die het beeld bepalen dat mensen van criminaliteitsbestrijding hebben. Verder geeft hij onder meer colleges over dwangmiddelen, over opsporingsmethoden en over professionele ethiek; practica over straf- en strafprocesrecht; en is hij bezig met de ontwikkeling van een “eigen” OM-blok “OM & Rechtshandhaving”. ‘De OM-leerstoel is ontstaan vanuit plannen van het College van PG’s. Nee, ik zie niet direct spanning tussen enerzijds de onafhankelijke wetenschap en anderzijds het feit dat ik de andere helft van de week een OM-pet op heb, dat ik me OM’er voel en het OM de allermooiste club vind. Ik zie het zo: tot nu toe lag in Maastricht het accent op verdediging-in-strafzaken. Nu zal in Maastricht óók het OM-perspectief beter voor het voetlicht gebracht worden, daar is niets mis mee.’ Tekst: Pieter Vermaas
‘Niet alleen is goed nieuws geen nieuws, ook wordt slecht nieuws steeds opnieuw herhaald bij het bekend worden van een nieuw incident’ Paul Frielink, bijzonder hoogleraar OM aan de Universiteit van Maastricht
Drieluik en samenwerking Er is al samenwerking tussen Leerstoel, Cassatiedesk en WBOM. Zo werken Paul Frielink, Gert Haverkate en Leon Plas samen bij het maken van een boek over 200 jaar OM, en is het niet uitgesloten dat Haverkate en Plas een gastcollege zullen geven aan studenten in Maastricht. Frielink: ‘Je ziet dat het WBOM en de Cassatiedesk elkaar helpen bij het opstellen van cassatieschrifturen en adviezen. De link naar mij is dat ik in Maastricht studenten zie rondlopen die wat willen met het OM. Die kan ik vervolgens voor scripties en stages in contact brengen met WBOM en Cassatiedesk. ‘En verder bekijken we hoe we elkaar van dienst kunnen zijn’, zegt Gert Haverkate (WBOM). ‘We proberen zo goed mogelijk op de hoogte van elkaars werkzaamheden te zijn, zodat we geen dubbel werk doen. Het komt namelijk voor dat de Cassatiedesk over een bepaalde zaak een cassatieschriftuur aan het opstellen is, terwijl tegelijkertijd het WBOM gevraagd over dezelfde thematiek een advies uit te brengen. Het is van belang dat we dat van elkaar weten, dan kunnen we wederzijds ons voordeel mee doen.’ Leon Plas (Cassatiedesk): ‘Er is soms overlap tussen wat we doen. Gelukkig kennen we elkaar goed, de lijntjes tussen Paul, Gert en mij zijn kort. Er is geen ieder-voor-zich mentaliteit. We zijn geen concurrenten, daarvoor zijn we ook veel te klein.’ Hoe de samenwerking tussen de drie precies vormgegeven en uitgebouwd gaat worden, zal moeten blijken, zeggen alle partijen. Frielink: ‘Dat moet zich echt nog gaan zetten; laten we niet op voorhand enorme verwachtingen wekken.’ Kwaliteitsverbetering is het uiteindelijk doel, zegt Haverkate. ‘En die trek je naar je toe via dit drieluik. Door de leerstoel hebben we nog beter toegang tot de academische wereld. Academici die bepaalde opvattingen hebben die nuttig kunnen zijn voor het OM, leggen ze, via het bordje van het WBOM, neer bij officieren en AG’s. We zitten nu in ongunstig financieel weer, maar in de kern schuilt er een potentiële kwaliteitsverbetering in de samenwerking tussen WBOM en Universiteiten. Dat moet er uit gaan komen, al is dat is een zaak van lange adem.’
24
Regionalisering
De weg van de geleidelijkheid Rotterdam en Dordrecht regionaliseren De samenwerking tussen een klein en een groot parket kent een eigen dynamiek. David en Goliath, daar werd de verhouding tussen de parketten Dordrecht en Rotterdam wel eens mee vergeleken. Nu ze één regio gaan vormen, is de vraag hoe ze daarmee omgaan. ‘De strategie om tot een regionalisering te komen was voor beide parketten eenduidig: We maken géén blauwdruk.’ Een interview met programmamanager regionalisering Jan van Dorp, afdelingshoofd Liesbeth Schuijer van parket Dordrecht en Andjana Kalloe, voorzitter regio-OR. Foto: Joop Reijngoud
Een verstandshuwelijk. Zo noemen de drie OM’ers het samenwerkingsverband tussen de parketten Rotterdam en Dordrecht. ‘Het was geen hoofse liefde, maar beide partijen zagen duidelijk het belang in van een nauwere samenwerking’, legt programmamanager Jan van Dorp uit. Beide hoofdofficieren zagen uiteraard grote voordelen in regionaliseren. Het vermindert de kwetsbaarheid, vergroot de continuïteit, de efficiëntie (meer doen met minder) en de kwaliteit van beide parketten. Een overeenkomst tussen de twee parketten moest duidelijk regelen hoe die samenwerking – het verstandshuwelijk eruit zou moeten zien. Van Dorp: ‘Noem het maar het opstellen van de huwelijkse voorwaarden.’ Volgens Liesbeth Schuijer is er inmiddels een vonkje van liefde overgesprongen. ‘En wanneer daadwerkelijk tot je doordringt dat je er beiden wat aan hebt, groeit de liefde vanzelf’, sluit Kalloe aan. Het lag gevoelig, de regionalisering.
Dordrecht is een klein parket met een kleine honderd medewerkers. In Rotterdam werken er vier keer zoveel. De angst om opgeslokt te worden door de Maasstad was een zorg. Schuijer: ‘Het was een David-en-Goliathgevoel. Daarin onderscheiden wij ons van andere regio’s. Die hebben te maken met parketten van ongeveer gelijke grootte. Dordrecht is zo overzichtelijk dat na een MT-vergadering het hele parket direct wordt ingelicht tijdens een gezamenlijke koffiepauze. Iedereen kent elkaar, de lijnen zijn kort en de cultuur anders. In een kleine organisatie heb je goede generalisten nodig, specialisten kunnen verder groeien in een groter parket. En in een kleine werkomgeving ben je zichtbaarder voor je collega’s dan in een groot parket waar een grotere anonimiteit mogelijk is.’ In tegenstelling tot de volle liefdesrelatie tussen parket Middelburg en Breda die de regionalisering vanaf het eerste moment hebben omarmd, is de samenwerking tus-
sen Rotterdam en Dordrecht met enige voorzichtigheid benaderd. Toch ontdekt Jan van Dorp ook overeenkomsten: ‘Ook Zeebra maakt, na aanvankelijk een innige relatie te zijn aangegaan, huishoudelijke afspraken. Er moeten uiteindelijk altijd structuren en protocollen opgesteld worden. Wij zijn begonnen met die afspraken en hebben dat vastgelegd in - om bij de analogie te blijven - de huwelijkse voorwaarden.’ Rotterdam en Dordrecht zijn geen vreemden van elkaar. Voor er sprake was van regionalisering, werkten de parketten al vrijwillig samen, onder andere op het gebied van automatisering, informatiebeveiliging en fraudezaken. De strategie om tot een regionalisering te komen was voor beide parketten eenduidig: We maken géén gedetailleerde blauwdruk, maar zetten alleen grote lijnen uit.. Van Dorp: In de Rotterdam-Dordtse aanpak is expliciet gekozen voor de weg van de geleidelijkheid. Het plan van aanpak is
OPPORTUUN · 10 / 2009
25
Van links naar rechts: Liesbeth Schuijer, Andjana Kalloe en Jan van Dorp
gebaseerd op mensen bij elkaar brengen. Schuijer: Mensen bij elkaar brengen levert draagvlak op. Ik zie het op de werkvloer. OM’ers van beide parketten met dezelfde taken begrijpen elkaar blind. Ze bevragen elkaar over het werk - hoe doe jij dat?’ Van Dorp: ‘Levert het winst op? Als regiovorming winst oplevert, gaan we ermee door. Als dat niet het geval is, dan blijven de taken lokaal.’ Zo zijn er inmiddels een aantal regiothema’s aangepakt. De inrichting van de regionale bedrijfsvoering ligt bij de directeur bedrijfsvoering. Er zijn voorstellen klaar voor de regionale verwerking van specialistische zaken op het gebied van complexe zeden- en mensenhandelzaken, medische en discriminatiezaken.. Er is in concept een regionaal communicatieplan geschreven. En verder zijn spelregels voor de nieuwe verhoudingen tussen de regionale en lokale hoofdofficieren, de directeur regionale bedrijfsvoering en hun samenwerking in het regio-MT vastgelegd
Op 2 juli benoemde het regio-MT de visie en ambitie voor 2012. Opnieuw wordt vastgelegd dat er voor de weg van geleidelijkheid wordt gekozen. Er staat te lezen: “Het regio-MT kiest voor een regionale organisatie met waar nodig een herkenbaar lokaal gezicht. Dit betekent niet op voorhand dat er één parketorganisatie moet komen met regiobrede afdelingen. De inrichting van de regionale organisatie is een proces, waarin een optimale mix wordt gezocht tussen grootschaligheid waar dat kan én winst oplevert, en tegelijkertijd kleinschaligheid en lokale aanwezigheid waar dat nodig is.” Om tot een optimale inrichting van de organisatie te komen vergaderde de parketleiding afgelopen maand verder, waarna in oktober alle leidinggevenden van beide parketten zich buigen over hoe deze ambities voor 2012 bereikt kunnen worden. Jan van Dorp: ‘Hoe kom je van A naar B? Hoe kijkt de buitenwereld naar ons in 2012 en wat betekent dat intern? Wat wordt er in >
‘Biedt het lokaal of regionaal uitvoe ren van deze taak voordelen? Dat is de cruciale vraag’
26
Regionalisering
‘Mensen bij elkaar brengen levert draagvlak op. Ik zie het op de werkvloer: OM’ers van beide parketten met dezelfde taken begrijpen elkaar blind. Ze bevragen elkaar over het werk - hoe doe jij dat?’ > de regio van het OM verwacht? Uiteraard allemaal binnen de kaders die gesteld zijn door het College. Zo blijft er voor de buitenwereld één OM-loket. Dat daarachter een regionale organisatie schuil gaat – als het gaat om bedrijfsvoering en verwerking van bepaalde specialistische zaken – zal de buitenwereld niet deren, zo lang zij daarvan maar ‘geen last’ hebben. Zo blijft mogelijk,’ schetst Van Dorp, ‘dat bij lokaal gevoelige zaken de burgemeester toch met de hoofdofficier van Dordt als eerstverantwoordelijke kan overleggen, ook al wordt de zaak regionaal in Rotterdam verwerkt. Het is allemaal een kwestie van wat we afspreken en hoe we het invullen.’ Inmiddels is de regionalisering beter bekend onder de naam “Maas-Merwede” – het stroomgebied van de rivieren is het werkgebied van beide parketten -, is er een slogan “Met recht een slagvaardige regio” en draait er een gezamenlijk Omtranet. Kalloe: ‘Wij hebben in onze regio met een unieke situatie te maken. Een groot en klein parket, met beiden een heel eigen cultuur, die samengaan. Daar is de regioOR veel mee bezig geweest. We hebben bijvoorbeeld uitgebreid over de bezuinigingen gepraat. Rotterdam, dat nu tekorten kent, heeft het zwaarder dan Dordrecht, dat in de plus staat. Dat is voor een regio-
parket bij uitstek een situatie waarin je, ondanks de verschillen, nader tot elkaar moet komen.’ Schuijer: ‘Personele uitwisseling ging voorheen moeizaam, maar is onder druk van de bezuinigingen en de regionalisering in een stoomversnelling terechtgekomen. Zoals gezegd, ontwikkelt de regio MaasMerwede zich expliciet niet met een blauwdruk van structuren. De reorganisatie ‘Het OM Verandert’ is al een paar jaar achter de rug. ‘Er zijn toen met de blauwdruk in de hand structuurwijzigingen en scheidingen aangebracht in het primaire proces, terwijl de noodzakelijke verbindingen daartussen nog steeds niet overal goed zijn gelegd’, aldus Van Dorp. Schuijer: “Je ziet sinds een half jaar een enorme omslag. Die omslag is voornamelijk te danken aan het feit dat mensen elkaar beter leren kennen. Zo zijn er afspraken gemaakt dat als zich bepaalde complexe zaken voordoen in Dordrecht, er versterking van een officier wordt ingevlogen vanuit Rotterdam. Daarmee blijft de zaak administratief op locatie en is samenwerking tussen de parketten geregeld. Mensen vragen al gauw: Hoe doe jij je werk en wat kan ik daarvan leren?” Toen de Rotterdamse hoofdofficier Henk Korvinus op vakantie ging, nam de
Dordtse hoofdofficier Paul van de Beek ál zijn taken over. Dus hij schreef ook Henks blog en vertegenwoordigde hem in de driehoek. Jan van Dorp: ‘De cruciale vraag stellen biedt het lokaal of regionaal uitvoeren van deze taak voordelen? - is in de regio MaasMerwede een tweede natuur geworden.’ Tekst: Thea van der Geest
GRomBERGEN
OPPORTUUN · 10 / 2009
Discussie Het moet niet gekker worden!Nederland is een land waar vrije meningsuiting een groot goed is. Gelukkig! Over alles kan gediscussieerd worden. Prima! Maar er zijn grenzen. Als er eenmaal regels zijn gesteld, dan moeten die niet te pas en te onpas ter discussie worden gesteld. Dat niet iedereen het daar mee eens is bleek onlangs maar weer eens bij de Utrechtse rechtbank. Het is een koude januaridag, begin dit jaar. Rond vijf uur ’s middags – het is dan al volop aan het schemeren – staat een verkeersregelaar bij een afzetting. Bij die blokkade komt een man aangereden in een forse terreinwagen. Alle ingrediënten voor een confrontatie zijn aanwezig en het gaat dan ook al snel mis: de bestuurder van de terreinwagen wil erdoor, de verkeersregelaar vindt dat geen ‘strak plan’. Al snel ontaardt het conflict in een flinke ruzie. Over wat er vervolgens gebeurt lopen de lezingen uiteen. Volgens de automobilist heeft hij een vrachtje bij zich voor de bewoner van een nabijgelegen flat en moet hij voor de deur lossen. Dat vindt ook de bewoner van de flat, maar niet de verkeersregelaar. Als deze de bestuurder niet doorlaat, kan hij rekenen op een boze reactie: ‘Dat zullen we nog wel eens zien’. Vervolgens stapt hij in zijn auto en duwt naar eigen zeggen het hek langzaam terug. ‘De verkeersregelaar had het hek toen al los gelaten.’ Die laatste heeft een heel andere visie op het gebeuren: ‘De man zei: “dan rijd ik op je in”, en dit deed hij vervolgens ook. Toen de man tegen het hek was gereden gaf hij nog meer gas en moest ik door de kracht het hek wel loslaten en ben ik snel opzij gestapt om niet te worden geraakt. Ik zou zeker zijn aangereden als ik was blijven staan.’ Als reactie geeft de verkeersregelaar een klap tegen de buitenspiegel van de auto, waardoor deze naar binnen klapt. Wat volgt is een handgemeen: volgens de verkeersregelaar krijgt hij een vuistslag, de bestuurder spreekt van een duw. Hoe dan ook: de
man van de terreinwagen wordt vervolgd voor mishandeling. Ligt het aan mij dat ik een berouwvolle verdachte verwacht die spijt betuigt voor het feit dat hij een ambtsdrager geweld heeft aangedaan? Die inziet dat, als iedereen zelf bepaalt welke regels voor hem gelden, het een enorme puinhoop wordt? Die zich realiseert dat hij met alleen een geldboete goed wegkomt? De realiteit blijkt in ieder geval anders te zijn. De man is nog steeds hevig verontwaardigd en zit bijna te huilen van woede. Hij voelt zich nog steeds onrechtvaardig behandeld door de verkeersregelaar. En ook bestraffende woorden dat niemand het recht heeft iemand die gewoon zijn werk doet op deze manier te bejegenen komen bij de man niet binnen. Hij heeft een aangeboden transactie van 400 euro niet betaald. Nieuwe ronde, nieuwe kansen, denk ik dan, en eis een geldboete van 600 euro. De politierechter gaat daar niet in mee en legt het transactiebedrag als geldboete op. En de man? Die kan ook deze discussie niet winnen en druipt verontwaardigd af. Jan-Willem Grimbergen, Officier van justitie te Utrecht
27
28
INTERNATIONAAL
Internationaal
Jurisprudentie Inspanningverplichting horen getuige in buitenland Hoge Raad, LJN BG7754, 12 mei 2009
worden ingewilligd. Ook nadien kon betrokkene niet getraceerd worden. Hiermee wordt de oproeping van deze getuige voor verhoor ter terechtzitting bij voorbaat zinloos.
Verdachte wordt ervan verdacht behulpzaam te zijn geweest bij zelfbevrijding (artikel 191 Sr). Hij heeft cassatie ingesteld. Het middel klaagt over het gebruik van verklaringen van enkele getuigen, mede omdat de verdediging een van de betrokken getuigen niet heeft kunnen horen. Voordat deze getuige op 4 januari 2004 is uitgezet naar Albanië heeft de verdediging geen kans gehad om de getuige te ondervragen. Zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn er pogingen gedaan om de verdediging in de gelegenheid te stellen het ondervragingsrecht te effectueren. In oktober 2005 heeft het hof op verzoek van de verdediging de zaak verwezen naar de rechter-commissaris, teneinde de getuige te horen in Albanië. Het hof heeft geoordeeld dat de rechter-commissaris gedurende bijna twee jaren met veel inzet en vasthoudendheid middels rechtshulpverzoeken heeft getracht om een verhoor van deze getuige te realiseren. Dit heeft geen resultaat opgeleverd. De autoriteiten van Albanië lieten in juni 2006 weten dat gebleken is dat de getuige zijn naam heeft gewijzigd en thans onvindbaar is. Het Nederlandse rechtshulpverzoek kan dan ook niet
De vraag rijst of het feit dat de getuige twee weken na de opheffing van de voorlopige hechtenis het land is uitgezet zonder dat er een mogelijkheid is gecreëerd voor de verdediging om deze getuige te ondervragen en de verdediging ook later niet in de gelegenheid is geweest deze getuige te horen, dient te leiden tot enig rechtsgevolg. Niet gebleken is dat het OM in de periode tussen 24 december 2003 en 4 januari 2004 enige actie heeft ondernomen waarmee zou kunnen worden voorkomen dat het ondervragingsrecht van de verdediging illusoir zou worden. Achteraf gezien, acht het hof het wenselijk geweest als de verdediging op enig moment van het strafproces in de gelegenheid zou zijn geweest deze getuige te bevragen en is deze gang van zaken ongelukkig. Het hof oordeelde echter dat geen sprake is geweest van ernstige inbreuken op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan. Volgens het hof staat artikel 6 EVRM verder niet in de weg aan het gebruik tot
bewijs van de belastende verklaring en houdt artikel 6 EVRM geen onbeperkt recht in voor de verdediging om getuigen te laten verschijnen op de zitting. De Advocaat-generaal stelt dat het niet zozeer beslissend is of de rechter-commissaris inzet en vasthoudendheid heeft getoond, maar of de justitiele autoriteiten alles hebben gedaan wat in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van hen kon worden gevergd om het ondervragingsrecht van verdachte te realiseren. Ten aanzien hiervan ziet de Advocaat-generaal niet in hoe de verdachte in zijn belangen zou zijn geschaad gezien de inzet van het hof, de meervoudige rechtshulpverzoeken en inzet van de liaison officer. De Hoge Raad verwerpt het beroep op dit punt. Geen mogelijkheden tot dwingen van een getuige in het buitenland tot afleggen verklaring Rechtbank Amsterdam, LJN BJ7316, 24 augustus 2009 Een rechtshulpverzoek en poging tot het horen in het buitenland van een getuige speelde recent ook in een zaak bij de rechtbank Amsterdam waarin de verdachte werd vrijgesproken van afpersing en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Raadsman van de verdachte voert aan dat de zaaksofficier een belangrijke getuige trachtte weg te houden.
De verdediging heeft halverwege 2005 de rechter-commissaris verzocht om betrokken getuige te horen. Deze getuige was op 8 december 2004 als ongewenst vreemdeling Nederland uitgezet naar Israël. De rechter-commissaris heeft de toenmalige zaaksofficier verzocht de verblijfplaats van de getuige te achterhalen. De zaaksofficier heeft vervolgens in januari 2006 de Nederlandse raadsman van de getuige verzocht om te laten weten hoe een oproep voor een verhoor bij betrokkene terecht zou kunnen komen. Dat heeft geen resultaat gehad. Inmiddels was wel via een rechtshulpverzoek aan Israël een telefoonnummer van de getuige bekend geworden. In oktober 2006 werd toen een rogatoire reis naar Israël gepland om de getuige ter plaatse te horen. De Israëlische autoriteiten bleven echter telkens aanvullende eisen stellen die het getuigenverhoor op losse schroeven stelden, zodat de rechter-commissaris uiteindelijk de hele reis heeft afgeblazen. Vervolgens heeft de rechter-commissaris onder andere nog via email contact gehad met de betrokken getuige, waarop afwijzend gereageerd werd (de getuige wilde in ruil voor een opheffing van de ongewenstverklaring naar Nederland kotmen). Hierop gelet, valt niet in te zien dat de OvJ ervoor zou hebben gezorgd dat betrokkene niet als getuige kan worden gehoord.
OPPORTUUN · 10 / 2009
29
OMgeslagen ‘Ik zie nog steeds niet waarom advocaten ook na gedane zaken in het openbaar zouden mogen blijven prijsschieten op vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie, hetgeen soms zelfs geschiedt wanneer zij donders goed beseffen dat degene op wie zij hun giftige pijlen richten daar persoonlijke schade van ondervindt.’ Columnist Rob Hoogland. De Telegraaf, 12 augustus. Illustratie: Erwin Suvaal
‘Op het moment dat je met je mobiele telefoon belt, kan de politie dat ook waarnemen. Maar het kijken naar je navigatiesysteem is een gedraging die je moeilijk in een wettelijke bepaling kunt omschrijven.’
Het is integendeel zonneklaar dat het de getuige zelf is die weigert een getuigenverklaring af te leggen. Nu de getuige zich niet in Nederland bevindt en geen Nederlands onderdaan is, beschikt de Nederlandse rechter niet over middelen om hem tot het afleggen van een verklaring te dwingen. De rechtbank verwerpt het verweer.
Landelijk verkeersofficier Paul Muijen. De Telegraaf, 7 augustus.
Ten aanzien van het dagvaarden van getuigen en verdachten in het algemeen geldt dat men op basis van de EU-rechtshulpovereenkomst personen rechtstreeks de stukken per post dient te sturen (artikel 5). Afhankelijk van het verdrag dient betekening echter ookwel via diplomatieke kanalen en de rechterlijke autoriteiten plaats te vinden. Tekst: Nina Janssen, Afdeling Internationale Rechtshulp in Strafzaken, tel. 070 3703033
Naar aanleiding van de oefenwedstrijd tussen Nederland en Engeland: ‘Het is volkomen idioot dat het tuig van heinde en verre komt om hier in Amsterdam met elkaar te vechten. Een interland was altijd een feest voor Oranjesupporters. Ik heb de wedstrijd laten doorgaan omdat ik niet een grote groep welwillende voetballiefhebbers wil laten lijden onder het wangedrag van een kleine groep.’ Amsterdamse loco-burgemeester Lodewijk Asscher. NRC, 13 augustus.
Naar aanleiding van kritiek op het gebuik van Automatic Number Plate Recognition (ANPR) waarmee patronen van criminelen in kaart kunnen worden gebracht: ‘Bij ernstige zaken, zoals een moordonderzoek, kan op vordering van de officier van justitie gedurende de zeven dagen rond het tijdstip van het misdrijf kentekens worden verstrekt aan het opsporingsonderzoek. We gebruiken de informatie dus niet om te ontdekken of iemand iets van plan is, want dat is niet toegestaan in Nederland.’ Politiewoordvoerder Kremer. Stentor, 13 augustus.
‘De huidige economische crisis vergroot de kans op uitbuiting. We zien in onderzoeken in Vietnam, Cambodja en landen in Latijns-Amerika dat kinderen acht maanden geleden nog op school zaten. Nu zijn die kinderen straatverkopers, ze worden kwetsbaar. Meer gezinnen komen in de marge terecht en we weten uit eerdere onderzoeken dat die omstandigheid een belangrijke oorzaak kan zijn van kinderhandel en seksuele uitbuiting.’ Carmen Madriñán van Ecpat international. Trouw, 13 augustus.
‘Ik wil meer geld voor zedenagenten combineren met een versterking van de technische kennis bij de politie, en de werving van computerwizzkids. De “computernerds” heeft de politie hard nodig in de wedloop tegen de misbruikers op het internet, waar tegelijk de computerfraude en digitale misdaad groeien.’ SP Kamerlid Ada Gerkens. Nederlands Dagblad, 8 augustus.
‘Een (ander) stokpaardje van mij als het gaat om van overheidswege bedreven criminaliteit is de gedoogpolitiek ten aanzien van softdrugs. Als je bewust criminaliteit gedoogt, werk je eraan mee. De justitie is op de wereld gezet om criminaliteit te bestrijden. Niet om die te gedogen.’ Strafpleiter Gerard Sprong. HP/De Tijd, 14 augustus.
30
verkeer
Verkeer
Herziening rechtspraak Hof Leeuwarden m.b.t. gevolgen overschrijding redelijke termijn in WAHV-zaken Gerechtshof Leeuwarden 21 juli 2009 WAHV 200.007.460 (089/1630); LJN:BJ3210 In een zaak waarin het hof van oordeel was dat de redelijke termijn van berechting als bedoeld in artikel 6 EVRM was overschreden, overwoog het vervolgens: De Hoge Raad heeft bij zijn arrest van 15 november 1994 (NJ 1995, 187) i.v.m. bedoelde overschrijding in een WAHVzaak de bij de inleidende sanctie op 250 gulden gestelde sanctie verlaagd tot 100 gulden. Bij zijn arrest van 3 oktober 2000 (LJN: AA7309, NJ 2000,721) heeft de Hoge Raad algemene uitgangspunten en regels geformuleerd waarop zijn rechtspraak terzake van bedoelde overschrijding op dat moment was gebaseerd. Gelet op de omstandigheid dat de laaststgenoemde uitspraak geen rechtstreekse betekenis had en kon hebben op WAHVzaken, nu de beoordeling daarvan in laatste instanties inmiddels door het hof geschiedde, heeft het hof als uitgangspunt gehanteerd, gelet op de geringe hoogte van de meeste opgelegde sancties en indachtig dat –althans in een groot deel van de gevallen- de sanctie reeds als zekerheid is gesteld, dat bij overschrijding van de bedoelde termijn de inleidende beschikking werd vernietigd. Bij arrest van 17 juni 2008 (LJN:BD2578,
NJ 2008, 358) heeft de Hoge Raad de regels inzake overschrijding van de redelijke termijn herijkt. In overweging 3.6.2. van dat arrest wordt, zakelijk weergegeven, overwogen dat onder meer bij een geldboete waarvan het onvoorwaardelijk deel minder beloopt dan € 1.000,= geen vermindering wordt toegepast, maar wordt volstaan met het oordeel dat de geconstateerde verdragsschending voldoende is gecompenseerd met de enkele vaststelling dat inbreuk is gemaakt op artikel 6, eerste lid, EVRM. Het hof is van oordeel dat deze herijking van de regels inzake bedoelde overschrijding noopt tot herziening van de rechtspraak van het hof m.b.t. de gevolgen van die overschrijding in WAHV-zaken. Immers, indien het hof het eerder ingenomen standpunt handhaaft t.a.v. de sanctionering van die overschrijding, betekent dit bijvoorbeeld dat degene die met een zodanig hoge snelheid rijdt dat sprake is van een strafbaar feit, en degene die een gedraging begaat, waarbij letsel of schade is toegebracht en om die reden niet meer onder het regiem van de WAHV valt, slechts worden gecompenseerd door de vaststelling dat die termijn is overschreden, terwijl in WAHV-zaken de compensatie maximaal zou zijn. Het hof zal dan ook voortaan volstaan met de constatering dat de redelijke termijn van berechting als bedoeld in artikel 6 EVRM is overschreden.
Snelheidscontrole vanaf particulier terrein Gerechtshof Leeuwarden 20 juli 2009 WAHV 200.024.754 (09/594) De betrokkene ontkent niet de maximumsnelheid te hebben overschreden, maar voert aan dat die constatering heeft plaatsgevonden op particulier terrein en niet op de openbare weg nu het politievoertuig en de dienstdoende agent zich op de oprit bevonden van de P-weg. Het hof overweegt dat er geen twijfel over bestaat dat de verbalisant zich op privé-terrein bevond, dit is duidelijk aangetoond d.m.v. een kadastrale plattegrond en foto’s. Er is door het OM geen verklaring van de eigenaar/bewoner overgelegd, zodat ervan mag worden uitgegaan dat er geen toestemming is verleend. Het hof leidt uit hetgeen ter zitting is aangevoerd af, dat de auto van verbalisant voor driekwart op de oprit van het aders P-weg 5 stond geparkeerd. De verbalisant heeft de snelheid van het voertuig van de betrokkene gemeten, terwijl hij leunde op de motorkap van zijn auto. Uit de in het dossier aanwezige stukken blijkt niet of de verbalisant toestemming van de rechthebbende op het aders P-weg 5 had diens oprit te gebruiken voor het uitvoeren van een snelheidscontrole op de (langs die oprit liggende) P-weg. Naar het oordeel van het hof is dit echter in de onderhavige procedure niet relevant. Vaststaat dat het voertuig van
de betrokkene ten tijde van de meting de snelheidsoverschrijding heeft begaan op een voor het openbaar verkeer toegankelijke weg. Zelfs indien de verbalisant de meting zou hebben verricht zonder toestemming van de rechthebbende op de oprit waar de verbalisant (deels) op stond geparkeerd –wat daar ook van zij- is dit niet een omstandigheid die gevolgen voor de procedure van de betrokkene kan hebben. Immers, niet gezegd kan worden dat het de betrokkene is die door het evt. onbevoegdelijk betreden en gebruik maken van de oprit van het adres P-weg 5 is getroffen in het belang dat de overtreden norm –in de woorden van de betrokkene het respecteren van privé-eigendombeoogt te beschermen. Volgt vernietiging van de beslissing van de kantonrechter en doet het hof hetgeen de kantonrechter had behoren te doen, te weten, het beroep ongegrond verklaren. Tekst: Bureau Verkeershandhaving OM, Willem Hoogendoorn. Voor complete teksten, bel: 0346 - 333310
Illustratie: Erwin Suvaal
Ut Recht
OPPORTUUN · 10 / 2009
Hondenzaken Ooit bezocht ik een concert in de Jacobikerk in Utrecht. Al snel werd ik afgeleid door de geur van hondenpoep. Vol schaamte moest ik even daarna ontdekken dat die geur van mijn linkerschoen kwam. Wat heb ik de hondeneigenaar verfoeit die zijn of haar hond de darmen liet legen achter die ’s avonds donkere beuk waar concertbezoekers en kerkgangers hun fietsen in de klemmen plaatsen. Na de pauze was het euvel verholpen en heb ik naar de muziek kunnen luisteren, zij het met een natte linkerschoen. Moet ik u overtuigen van de overlast die hondenpoep kan geven? In uw lijstje van dagelijkse ergernissen zal het in de top drie staan.
Ik voel een lach kriebel omhoog komen als de offi cier vertelt waar de zaak over gaat: hondenpoep niet direct opgeruimd
Daarom is het verheugend dat de gemeente Utrecht deze vorm van overlast voortvarend aanpakt. Sinds het begin van dit jaar hebben de vier grote gemeenten een nieuw instrument: de Bestuurlijke Strafbeschikking. Gemeenten kunnen ook kiezen voor de Bestuurlijke Boete. Het verschil zit hem in de afhandeling achteraf. In het geval van de Bestuurlijke Boete moet de gemeente het zelf organiseren en bij de strafbeschikking kunnen ze gebruik maken van bestaande instanties als CJIB en jawel, het OM. Logisch dat gemeenten voor de tweede mogelijkheid kiezen. En zo kwam het dat zich eind augustus de eerste verzetszitting voordeed. Van de zes zaken die op het bureau van de officier zijn beland, worden er die dag twee behandeld. Daar zitten we: rechter, griffier, officier en een zaal vol BOA’s, beleidsmakers en CVOM’ers. In de rechtszaal waar het altijd gaat over zaken die diep in mensenlevens ingrijpen, voel ik een lachkriebel omhoog komen als de officier vertelt waar de zaak over gaat: hondenpoep niet direct opgeruimd. De keurige mevrouw die tegenover de rechter zit is het lachen al lang vergaan; ze zit er gespannen als een riet bij. De kantonrechter, vol empathie, speelt daar goed op in. “Het voelt misschien alsof u hier als een of andere misdadiger zit, maar dat is niet zo, hoor”, stelt hij haar gerust. En ook de officier neemt de tijd om het kader van deze zitting nog eens rustig te schetsen. Dat alles brengt de mevrouw ertoe om
uit te brengen: “Daar zit ik dan voor de rechter. Voor een hondendrol!” Ze schetst de toedracht: andere jas aangetrokken, toevallig geen zakjes voorhanden, wilde naar huis om zakjes te halen… te laat. De officier gelooft de mevrouw en vraagt om uitsluitend een voorwaardelijke geldboete, waar de rechter en ook de verdachte – in deze fase ben je verdachte en niet meer bestrafte – het mee eens zijn. Een zaak van een niet aangelijnde hond heeft de officier van justitie ingetrokken. Het gaat om een zieke hond die pijn heeft en geen lijn om de nek kan velen. Een omstandigheid waarvoor het boeteboekje van de BOA en de zittingsvoorbereiding van de CVOM geen filter heeft. Als burger mag ik dan blij zijn met schonere straten, toch kun je je achter de oren krabben over de gang van zaken. Moet het zo? Moeten mensen die het niet eens zijn met de bestuurlijke boete, gelijk in het beklaagdenbankje belanden? Is het maatschappelijk belang van deze feiten groot genoeg om een dergelijke openbare zitting te rechtvaardigen? Worden de verzetbrieven wel goed gelezen in de voorbereidende fase en wordt er naast de feiten, ook voldoende naar de omstandigheden gekeken? Ik heb de neiging deze vragen met nee te beantwoorden maar realiseer me dat ik dat doe op basis van een enkele zaak die wellicht niet maatgevend zal blijken te zijn, en van een type zitting waar alle partners nog flink aan moeten wennen. In de toekomst zal het vast verbeteren, bijvoorbeeld als het belang van handhaving op een plek wordt gespecificeerd of als het doel van de behandeling niet zozeer repressie maar eerder gedragsbeïnvloeding is. Maar dan nog. Moeten we deze zaken op zitting willen? Niet dat ik me daar druk om moet maken. Als de wetgever het zo wil, dan doen we het zo. Wie verzet aantekent tegen een bestuurlijke strafbeschikking, komt voor de rechter. Ook al gaat het om hondenzaken van een paar tientjes. Mary Hallebeek, Persvoorlichter parket Utrecht
31