Studievereniging NNP ging naar Brussel 15 mei alumni-studentenmiddag Uitreiking vijfde Siegenbeek Scriptieprijs Tentoonstelling ‘Wereldschatten!’ in De Lakenhal Couperussymposium op 23 mei interview met student Dutch Studies Verslag workshop Christiaan Weijts En nog veel meer…
JAARGANG 10 (2013) NUMMER 1
METAAL
Met onder meer:
TIJDSCHRIFT VOOR LEIDSE NEERLANDICI
Colofon Jaargang 10 Nummer 1 mei 2013 Metaal Tijdschrift voor Leidse neerlandici ISSN 1573-6210 Metaal verschijnt twee keer per jaar. Het blad wordt verspreid onder studenten en docenten van de Leidse opleiding Nederlandse taal en cultuur en onder de leden van Siegenbeek, Alumnivereniging voor Leidse Neerlandici. Voor andere belangstellenden is een jaarabonnement (EUR 12,50) beschikbaar.
INHOUD REDACTIONEEL
Generaties ............................................................. 3
AANKONDIGING
Siegenbeek Alumni-studentenmiddag ...... 4
INTERVIEW
Met een oosters tintje ...................................... 5 Carli van Winsen
TENTOONSTELLING
Wereldschatten ................................................... 7 Liesbet Winkelmolen
VERSLAG
De groeten uit Nederland ............................... 9 Tim Vergeer & Carli van Winsen
Postadres Opleiding Nederlandse taal en cultuur Postbus 9515 2300 RA Leiden
RECENSIE
E-mail en website
[email protected] www.hum.leidenuniv.nl/siegenbeek
AANKONDIGING
Redactie
[email protected] Sanderien de Jong, Annemieke Sterrenburg, Tim Vergeer, Liesbet Winkelmolen, Carli van Winsen Aan dit nummer werkten mee Coen van Beelen, Karel Bostoen, Yanli Zhou Opmaak 401 Publications, Alex van Egmond Druk en oplage Labor Vincit, Leiden 350 exemplaren Beeldmateriaal Tekeningen: Ardi Warnar
De schrijver als architect... ............................. 11 Coen van Beelen
Uitreiking scriptieprijs .................................... 13
LEZING
Write drunk, edit sober.................................... 14 Tim Vergeer
TENTOONSTELLING
Nog iets over vriendschap ............................. 16 Liesbet Winkelmolen
VICTOR
DE
STUERS
Een onbedoeld monument ............................. 17 Tim Vergeer
REDACTIONEEL
Tien jaar Voor u ligt een nieuwe editie van Metaal, gemaakt door een nieuwe redactie. Wij danken de oude redactie hartelijk voor hun jarenlange inzet voor Metaal. Dit nummer is in kortere tijd tot stand gekomen dan gebruikelijk en (daardoor) ook wat dunner dan u gewend bent. Maar dat maken we goed na de zomer, met extra veel pagina’s! 2013 is een bijzonder jaar voor de alumnivereniging Siegenbeek, want de vereniging bestaat dit jaar tien jaar. Het leek ons een goede reden om onze naamgever Matthias Siegenbeek weer eens op het omslag te zetten. We bedanken graag de bestuursleden van de afgelopen 10 jaar voor hun inzet en enthousiasme. Siegenbeek organiseert ook in 2013 bijzondere activiteiten voor alumni – en voor studenten. Hieronder en verderop in Metaal ziet u welke dat de komende tijd zijn. In september is er een afscheidssymposium voor een aantal toonaangevende docenten van de opleiding, op p.19 leest u hier meer over. En heeft u als lid, docent of student ideeën voor de alumnivereniging, dan nodigen we u van harte uit contact op te nemen via
[email protected]. Alvast bedankt!
Woensdag 15 mei Alumni-studentenmiddag Vanaf 13.00 uur Zie p.4
Donderdag 23 mei Couperussymposium in Den Haag Woensdag 15 mei
Zie p.8
15.00 uur Uitreiking vijfde Siegenbeek Scriptieprijs Zie p.14
Zie voor meer informatie over deze en andere activiteiten van Siegenbeek, Alumnivereniging voor Leidse Neerlandici ook www.hum.leidenuniv.nl/siegenbeek Wilt u ook per e-mail op de hoogte gehouden worden, laat ons dat dan weten via
[email protected]
Metaal 10 (2013) nummer 1
3
AANKONDIGING JE
DOET EEN STUDIE
NEDERLANDS…
ALUMNI-STUDENTENMIDDAG
OP WOENSDAG
EN DAN?
15
MEI
Word je tekstschrijver, journalist of leraar? Iets met boeken of iets met social media? Waar liggen je interesses, wat wordt je afstudeerrichting eigenlijk: taalkunde, taalbeheersing, letterkunde…? Keuzes. Gelukkig ben je niet de eerste neerlandicus die deze keuzes heeft moeten maken. Het kan wel eens fijn zijn om te weten hoe anderen terecht zijn gekomen. Alumni uit verschillende werkvelden vertellen je graag meer over hun werk, over hun keuzes. Dat doen zij op de eerste alumni-studentenmiddag op woensdag 15 mei. Alumnivereniging Siegenbeek organiseert deze middag met de opleiding Nederlands en het Studenten Loopbaan Centrum. Studenten krijgen veel informatie die zal helpen bij de oriëntatie op het werkveld (vooral voor masterstudenten onmisbare info!). Berry Dongelmans legt uit welke afstudeerrichtingen er zijn bij Nederlands. Loes Nordlohne van de Studenten Loopbaan Service kan je alles vertellen over het arbeidsmarktonderzoek dat recent is uitgevoerd (met andere woorden: is er nog wel werk in de letterenwereld en zo ja, waar?), maar ze heeft ook handige tips voor je voorbereiding op het echte werkende leven. Daarna komen de alumni aan het woord. Een paar jaar geleden zaten zij nog in dezelfde collegebanken als jij, nu zijn ze goed aan het werk. Maar hoe kwamen ze aan die mooie baan? En hoe ziet hun dagelijks werk eruit? Deze vragen – en al je andere vragen – worden zeker beantwoord op de alumni-studentenmiddag. Maar dat is nog niet alles… op deze middag wordt ook de scriptieprijs voor de beste masterscriptie van 2012 uitgereikt. Wat is immers een betere start van je loopbaan dan een prijswinnende scriptie? Alumni zijn deze middag welkom bij de algemene ledenvergadering van Siegenbeek, bij de uitreiking van de scriptieprijs en natuurlijk is er de jaarlijkse ontmoeting met vakgenoten. Studenten horen daar nu ook bij! Het programma: - 12.30 uur ALV voor leden Siegenbeek - vanaf 13.00 uur iedereen welkom, inloop tot 13.15 uur - 13.15 uur: inleiding Berry Dongelmans - 13.45 uur: Loes Nordlohne van de Studenten Loopbaan Service - 14.15 uur: alumni vertellen - 15.00 uur: uitreiking scriptieprijs met aansluitend pauze - 15.30 uur: alumni vertellen - 16.15 uur: verrassing - vanaf 16.30 uur: borrel Locatie: Lipsius-gebouw, zaal nader bekend te maken Aanmelden gewenst (ivm zaalgrootte en borrel), via
[email protected]. Alumni in het programma: Barbara Snel: zij won vorig jaar de scriptieprijs van Siegenbeek en is nu docent in het voortgezet onderwijs. Vera Spaans: werkt als eindredacteur en stagecoördinator bij Het Parool. Meer namen worden onthuld op de website: www.hum.leidenuniv.nl/siegenbeek
4
Metaal 10 (2013) nummer 1
INTERVIEW
Met een oosters tintje Een tempel van 1500 jaar oud. Wat zou ik daar graag naar binnen willen stappen. En dat is ook mogelijk, alleen moet daar wel een stukje voor gereisd worden. Deze bezienswaardige Shaolintempel staat namelijk in Zhengzhou, China, de geboortestad van Yanli Zhou. Zij vertrok vijf jaar geleden uit China en kwam naar de lage landen. Zij studeert nu Dutch Studies aan onze universiteit, die niet 1500 jaar oud, maar wel de oudste van Nederland is. Voor iemand die niet verder heeft gereisd dan de Spaanse costa’s is dit genoeg reden om wat meer te willen weten over Yanli en haar keuze voor dit vakgebied. Carli van Winsen Laten we met een voor de hand liggende vraag beginnen: hoe heb je het op de universiteit? Heel leuk! Toen ik voor het eerst op de universiteit kwam, waren er introductiedagen georganiseerd. Op die manier heb ik direct wat mensen leren kennen, zodat ik niet zo alleen was op de eerste dag van de colleges.
Om alleen de taal te leren lijkt Dutch Studies mij een zware studie. Dat is zo. De studie is veel academiscer en breder dan dat, al wordt er natuurlijk wel heel veel tijd en aandacht aan de taal besteed. Daarnaast zijn er colleges letterkunde en taalkunde, maar ook geschiedenis en kunstgeschiedenis. Het is voor mij inderdaad moeilijk, maar ik ben ook geïnteresseerd in het academisce gedeelte van de Nederlandse taal.
Wat heb je thuis voor studie gevolgd? In China heb ik Engelse Taal & Cultuur gestudeerd, maar dat richtte zich vooral op het leren spreken en luisteren van het Engels. We kregen op een gegeven moment wel linguïstiek. Hierna ben ik aan de slag gegaan als reisbegeleidster van Nederlandse toeristen. Ik sprak echter Engels met hen, dus kende toch nog Heeft je oma geen Nederlands.
wel wat te be-
Welke interesses heb je dan op het gebied Was daardoor wel je interesse voor het van de neerlandistiek? spreken met je Nederlands gewekt? Ik vind taalkunde een heel boeiend Nee, eigenlijk niet. Ik ben vijf jaar gevriendin? onderdeel, deze richting ga ik dan leden naar Nederland gekomen voor ook op. Ik volg een aantal vakken, mijn man, daarom wilde ik graag zoals Woord & Zin of Norm & Taal Nederlands leren. Voordat ik verhuisde, heb ik een bij de opleiding Nederlandse taal & cultuur. De kortdurende cursus Nederlands in China gevolgd. taalkundevakken bij Dutch Studies richten zich meer Hier heb ik bij het Talencentrum van de universiteit op tweedetaalverwerving, terwijl de taalkunde op het negen maanden lang achtereenvolgens drie cursussen gebied van woord en zin mij het meest aanspreekt. Ik Nederlands gevolgd, maar ik had na afloop niet het volg ook een aantal vakken over historische taalkunde idee dat dat voldoende was voor mij. Daarom heb ik zodat ik mijn kennis wat verbreed, maar hier ligt niet besloten om Dutch Studies te gaan doen. mijn interesse. Wat vind je van de vakken die je met studenten van de Metaal 10 (2013) nummer 1
5
opleiding Nederlandse taal & cultuur volgt? Die vind ik wel een stuk lastiger, omdat ze niet op buitenlandse studenten gericht zijn. Maar ik vind ze ook een stuk leuker om precies dezelfde reden. Het was überhaupt best wel wennen voor mij hier, want het lesgeven in Nederland is anders dan ik gewend was in China. In China geven de docenten colleges en schrijven de studenten dat op en maken daar een tentamen over. In Nederland wordt veel meer verwacht dat je zelfstandig stukken schrijft en opdrachten maakt. Ook bijdragen leveren aan werkcolleges of presentaties geven was nieuw voor mij, maar hier leer ik uiteindelijk wel veel van. Wat zijn je plannen voor wanneer je afgestudeerd bent? Dat weet ik nog niet precies, ik twijfel nog over het volgen van een master. Als ik deze zou volgen, zou ik er vermoedelijk één kiezen die zich richt op vertalen of op taalkunde. Ik ben er nog niet helemaal uit. Misschien ga ik dus wel helemaal geen master volgen, als ik na m’n bachelor al een leuke baan kan vinden. Wat lijkt je dan een leuke baan?
6
Metaal 10 (2013) nummer 1
Ik zou wel graag ergens als tolk willen werken. Of misschien bij een Chinees bedrijf in Nederland, daar heb ik ook veel aan mijn studie omdat ik goed klantencontact kan onderhouden, doordat ik bekend ben met de Nederlandse en Chinese taal & cultuur. Ik zou het eigenlijk allemaal nog niet weten, ik kijk liever even naar wat er op m’n pad komt. Yanli, erg bedankt voor dit gesprek! Ter afsluiting; wat is het meest bijzondere aan de Nederlandse taal of cultuur wat je tot nu toe bent tegengekomen? Wat ik nou echt heel vreemd vond toen ik in Nederland kwam, was hoe verjaardagen hier worden gevierd. Bij ons thuis was het niet gebruikelijk om vrienden en familie van allerlei verschillende leeftijden tegelijk te laten langskomen en hier komt wel iedereen tegelijk. Heeft je oma wel wat te bespreken met je vriendin? Dat is iets waar ik echt aan moest wennen. En nog steeds eigenlijk, want ik vier mijn verjaardag al een tijdje niet meer uitbundig. Ik hou het tegenwoordig liever bij een kleinschalig diner. Ik had er zelf nog nooit bij stil gestaan dat zoiets logisch voor de Nederlandse cultuur zoiets vreemds kan zijn voor een buitenstaander. Al is buitenstaander allang niet het juiste woord meer, want Yanli is niet van plan terug te gaan naar de oude tempel in Zhengzhou. Zij blijft hier op de oudste universiteit van Nederland en bewijst: welke nationaliteit je ook hebt, je kunt altijd een neerlandicus worden!
TENTOONSTELLING
Wereldschatten! We kennen het verhaal: in de zomer van 1574 werd Leiden belegerd door de Spanjaarden, maar de stad hield stand en op 3 oktober werd de stad door de watergeuzen ontzet. Tijdens de maanden van het beleg, deze tijd “van angste groot” raakte garnizoenscommandant Jan van der Does (Janus Dousa) bevriend met de stadsecretaris, Jan van Hout. Het was een vriendschap die een leven lang zou duren, en als het aan Van Hout lag “Jae naer de doot”. Liesbet Winkelmolen Dat schrijft hij tenminste op 2 december 1575 in het Liber Amicorum van Dousa in het gedicht ‘Vruntschap’. Dat gedicht is niet alleen te vinden als muurgedicht in de 3 Octoberstraat op het huis van Karel Bostoen, het handschrift is dit voorjaar ook tentoongesteld in Museum de Lakenhal. In de mooie omlijsting die Van Hout bij het gedicht liet maken, zien we duidelijk de verwijzingen naar de afschuwelijke maanden van het beleg: kanonnen, zwaarden en dode lichamen houden de herinnering levend. Maar veel tijd voor terugkijken hadden deze twee energieke dertigers niet, ze hadden het druk met belangrijker zaken: er was zojuist een universiteit opgericht in Leiden en Dousa was een van de drie curatoren met Van Hout als zijn secretaris. Ook dat verhaal kennen we: als beloning voor het manhaftig verzet kreeg Leiden van Willem van Oranje een universiteit toegewezen. Hoewel zo’n toewijzing officieel nog altijd een ‘jus regale’, een recht van de koning was (in dit geval Filips II), was Willem van Oranje de belangrijkste man achter de oprichting. Gebruik makend van het momentum dringt hij in een brief van 28 december 1574 bij de Staten van Holland aan op de oprichting van een protestante universiteit ”tot stuensel ende onderhoudt der vryheyt […] als een vast blochuys ende bewaernisse der gantscher landen”. Hij heeft het in die brief nog niet over Leiden, maar zal daar ongetwijfeld wel aan hebben gedacht, want nog geen week later staat in een resolutie van de Staten dat de prins Leiden “een bequame plaetse” vindt voor de nieuwe universiteit. Dat lag ook wel voor de hand want Leiden was na Amsterdam de belangrijkste stad
van Holland en Amsterdam was op dat moment nog in Spaanse handen. Er werd haast achter gezet: al op 8 februari 1575 vond de plechtige inauguratie plaats. Willem van Oranje schonk de Universiteit een exemplaar van de zogeheten Koningsbijbel uit de drukkerij van Plantijn in Antwerpen. Deze bijzondere bijbel is gedrukt in het Latijn, Grieks, Hebreeuws, Aramees en Oud-Syrisch en is alleen al vanuit typografisch oogpunt een meesterwerk, met al die verschillende schriftsoorten op een pagina waarbij de teksten ook nog eens parallel moesten lopen. De brief en de Biblia Regia zijn belangrijke stukken uit het archief van de Universiteit Leiden en het is dan ook logisch dat zij een prominente plaats hebben op de tentoonstelling Wereldschatten in de Lakenhal waarvoor is geput uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit. Voor de tentoonstelling is letterlijk alles uit de kast gehaald. Niet alleen historisch belangrijke stukken en typografische topstukken als de polyglot bijbel, maar ook kaarten, foto’s, tekeningen (van François HaverSchmidt bijvoorbeeld) en natuurlijk waanzinnig mooi geïllustreerde handschriften. Het mooist voor neerlandici is misschien wel het enig volledig bewaard gebleven handschrift van de roman Metaal 10 (2013) nummer 1
7
van Walewein. Het ligt opengeslagen op de bekende knalrode miniatuur waarop Walewein in vol ridderornaat het zwevende schaakbord achtervolgt.
nu kan iedereen het weten, want t/m 30 juni 2013 is het te zien in de Lakenhal in Leiden.
Maar eerlijk gezegd doe ik alle andere tentoongestelde werken tekort als ik er een paar uitlicht. De tentoonstelling Wereldschatten doet haar naam werkelijk eer aan. Ik denk dat er weinig mensen zijn die beseffen hóe groot en divers de collecties van de Leidse Universitaire bibliotheken zijn, en wat een schoonheid er ligt opgeborgen in de kelders en kluizen. Maar vanaf
SYMPOSIUM DE
TAAL VAN
COUPERUS
Schrijvers Abdelkader Benali en Oek de Jong, wandelend door Rome, praten over hem: over hun grote voorbeeld Louis Couperus, over zijn levensgevoel, zijn taalgebruik en zijn blijvende invloed. Wat maakt hem zo speciaal? Wat is zo bijzonder aan zijn taalgebruik? Om deze vragen te beantwoorden organiseert Het Louis Couperus Genootschap ter ere van de 150ste geboortedag van de schrijver op donderdag 23 mei een symposium over De taal van Couperus. Taalliefhebbers, wetenschappers, studenten en Couperus-lezers zijn welkom in de fraaie aula van de Haagse Hogeschool voor een afwisselend programma. De entreeprijs, inclusief koffie, thee, luxe lunch, borrel en korting op de congresbundel (Couperus Cahier XIV), bedraagt € 25,00. Siegenbeek-leden betalen € 20,00, studenten betalen € 15,00. Aanmelden, gaarne voor 10 mei, kan door het verschuldigde bedrag over te maken op rekening 8155340 t.n.v. Stichting Louis Couperus Genootschap te Vught, o.v.v. ‘Symposium 2013’. Na betaling volgt een bevestiging, en in mei een toegangsbewijs. Locatie: de Haagse Hogeschool, Johanna Westerdijkplein 75, 2521 EN Den Haag. Het volledige programma en alle informatie over de vele activiteiten in dit jubileumjaar Louis Couperus vindt u op: www.louiscouperus.nl
8
Metaal 10 (2013) nummer 1
VERSLAG
De groeten uit Nederland Als er één gebeurtenis is waar alle studenten het hele jaar naar uitkijken, dan is het wel de buitenlandreis van het NNP. De studievereniging Nieuw Nederlands Peil verzorgt elk jaar voor onze jonge leergierige geesten een prachtig weekend weg van de universiteit, weg van de sleur van het dagelijks leven en dropt ons in een stad die overloopt van de culturele eigenaardigheden. En we smullen ervan! Want laten we nou eerlijk zijn, wat is nou een betere invulling van het weekend voor neerlandici dan cultuur snuiven en in boeken kruipen? Dit jaar bracht de reis ons naar… Brussel! Tim Vergeer & Carli van Winsen 31 januari jl. was het dan inderdaad eindelijk zo ver: om 9 uur ’s ochtends stonden de leden van het NNP klaar met hun tassen om naar de hoofdstad van onze zuiderburen te vertrekken. We werden opgehaald door een bus waar levensgroot JOJO TOURS op staat geschreven. In het kader van YOLO (lees: you only live once, bijna de lijfspreuk van het NNP-bestuur van dit jaar) en dat dat nog nét niet op de bus stond, kon de reis al niet meer stuk. Drie benauwde uren later waarin een bevroren leiding toiletbezoek onmogelijk maakte, kwamen we aan in het regenachtige zuiden. En ze spraken er natuurlijk Frans, dus het vakantiegevoel was ondanks de weersomstandigheden aanwezig. Alle facilitaire moeilijkheden waren vergeten toen we heerlijk warm werden onthaald in het hostel waar we de komende dagen zouden verblijven. Het was echter alweer tijd voor de eerste activiteit (het bestuur heeft uiteraard weer voor een bomvol programma gezorgd), dus na even
vlug onze kamers te hebben bekeken, gingen we op weg naar het Utopia voor de letterkundigen onder ons, de Koninklijke Bibliotheek van België. Daar leerden we over de eerste gedrukte boeken van Thomas van Noot waarna Ludo Jongen ons een aantal eeuwenoude handschriften liet zien. De normaal zo mondige NNP-leden waren muisstil tijdens deze indrukwekkende presentatie van stukken geschiedenis. Na de lunch stonden we allemaal klaar voor de rondleiding in het ondergrondse stuk van Brussel, maar de geplande rondleiding was toch niet zo goed gepland. Het werd goed gemaakt door een amuserende tocht langs de hoogtepunten van de binnenstad. Improviseren kunnen onze docenten zeker wel! Nadat we gegeten hadden in een gezellig restaurantje in de buurt van Manneke Pis was er dan eindelijk ruimte in het programma voor een heel ander soort hoogtepunt: Belgisch bier drinken in de kroeg! We eindigden in een op zichzelf vrij suf barretje, maar beneden konden we ons hart ophalen, want ook daar was een stukje cultuur te vinden. Het was een karaokebar! Ohja, en boven was een zaaltje waar gedanst kon worden. Helaas moesten we al om 1 uur terug zijn in het hostel, dus voor de nacht echt was begonnen, begaven we ons naar de bar die gevestigd is in de kelder van het hostel. Daar zijn we als echte doorzetters nog even blijven hangen, maar toen kwam het ontbijt wel heel dichtbij… Toch gingen we bijna allemaal de volgende dag weer fris en fruitig op pad naar het universiteitsgebouw voor twee lezingen. De lezingen gingen over de rederijkerskamer in Brussel en over het
Metaal 10 (2013) nummer 1
9
correct/creatief schrijven van een tekst. Natuurlijk wisten wij van het laatste al alles af, dus de aandacht verslapte na de zware avond iets. Na de lunch waren ook de laatste ‘doorzetters’ wakker geworden en kregen we alsnog de kans om een kijkje onder Brussel te nemen. Ludo Jongen leidde ons op zijn geweldige manier rond door het voormalig Paleis van Brussel, dat nu onder het gemeentehuisplein ligt. Hierna was er vrije tijd om naar hartenlust de vele chocolateries te plunderen. Want voor bonbons moet je uiteraard in België zijn! Na het eten was onze NNP-voorzitter Jorrit niet meer te houden, hij zag een trompet aan de muur hangen en moest er een liedje op spelen. Uiteraard rees de vraag; maar waarom? Na dit verpletterende optreden wilde de eigenaar zelfs met Jorrit op de foto. En dat gebeurde in uniform. Opnieuw rees de vraag; maar waarom? Het bestuur had op alle vragen dit weekend maar één antwoord: ‘You only live once!’ Na dit spontane concert zijn we maar weer eventjes naar de karaoke bar geweest om de lijfspreuk van het bestuur echt eer aan te doen en om het verdriet van het aanbreken van de laatste dag in Brussel te vergeten. Maar hij kwam toch… De dag van vertrek begon met de keuze tussen een bezoek aan het Musée Magritte met surrealistische werken van René Magritte en het Museum voor Schone Kunsten waar Olga van Marion een leerzame en amuserende rondleiding zou geven. Het is wel in te zien dat dit een bijzonder lastige beslissing om te maken was voor ons! Zelf koos ik voor de rondleiding van Olga van Marion. Zij liet ons een aantal schilderijen van Bruegel zien. De volkstelling te Bethlehem was er er één van. Op het eerste gezicht lijkt dit schilderij een alledaags Brabants landschap. Het is er winter. Mensen schaatsen over het ijs. Een heleboel mensen zijn verzameld rond iets wat op een taveerne lijkt. Ik werd bijna het schilderij ingezogen; zo’n simpel, maar idyllisch dorpje. Maar toen zag ik ineens een ezel op de voorgrond waarop een vrouw zit die in blauwwit gekleed gaat. Ik herinnerde me plotseling dat blauw en wit de typische kleuren van Maria zijn. Op dat moment kwam het echte besef: de taveerne op het schilderij is dé taveerne. Die waar Jozef en Maria hebben overnacht, omdat zij vanwege de volkstelling van keizer Augustus naar hun geboorteplaats af moesten reizen. Het was 10
Metaal 10 (2013) nummer 1
wat Huizinga een historische sensatie zou noemen; dat geldt dan in ieder geval voor mij persoonlijk. Dit schilderij heeft mij zelfs zo geraakt dat ik nu mijn minor voor een gedeelte met vakken van de opleiding kunstgeschiedenis in wil vullen. Jammer genoeg sloeg na deze indrukwekkende rondleiding de realiteit weer toe en was het na de lunch alweer tijd om richting Leiden te gaan. De bus leek het met ons eens te zijn en wilde ook niet weg uit België, dus maakte een toeristische omweg om het thuiskomen toch nog even uit te stellen. Maar uiteindelijk kwamen we toch weer aan in Leiden… De buitenlandreis van het NNP zat er alweer op. Heimwee en verdriet waren van de gezichten van de NNP-leden af te lezen, maar deze waren niets bij het verdriet wat nog komen ging. Bij thuiskomst kregen wij het vreselijke nieuws dat onze vriendin, oud-bestuurslid en studiegenootje Marieke is overleden. Beste Marieke, hopelijk heb je nu rust… Volgend jaar maken we de buitenlandreis met het NNP in ere van jou! Marieke Kettlitz 17 juni 1989 - 3 februari 2013 † Marieke begon in 2008 aan haar studie Nederlands en was zeer actief bij de opleiding betrokken, o.a. als studentmentor en bestuurslid van het NNP. In september 2011 speelde het NNP het stuk Jacoba – man of macht?, een bewerking van Jan de Marre’s Jacoba van Beieren, Gravin van Holland en Zeeland (1736) door Marieke Kettlitz en Olga van Marion. Marieke volgde de educatieve minor bij het ICLON, liep stage op een middelbare school in Bleiswijk en was studentlid in de Opleidingscommissie van het ICLON. Haar toekomst leek veelbelovend. Op 3 februari overleed zij, op 23-jarige leeftijd. Onze harten zijn verwoest, onze gevoelens niet te verwoorden. Wij herinneren jou, allerliefste Marieke, als een vreugdevol wonder op aarde. Maar jouw hart was ook verwoest, jouw gevoelens niet te verwoorden. Lieve Marieke, jouw hart is nu hopelijk weer heel en hersteld. Doe met de onze hetzelfde en wees gelukkig daarboven, als een vreugdevol wonder in de hemel.
RECENSIE
De schrijver als architect Met zijn derde roman Euforie heeft Christiaan Weijts, oud-student Nederlands in Leiden, een grootse prestatie geleverd. In vierhonderd pagina’s lezen we de reconstructie van een man die zichzelf ontmaskert. Coen van Beelen Chaostheorie Enkele uren nadat ik Euforie dichtklapte, reed ik met lijn 3 door de Haagse tramtunnel. Met de roman nog levendig in gedachten was het niet moeilijk mij voor te stellen, terwijl ik afdaalde in de donkere schacht, hoe alles om mij heen binnen een aantal seconden zou kunnen veranderen in een bloederige ruïne. Een ruïne waarin de openingsscène van Euforie zich afspeelt. Architect Johannes Vermeer, rijdend in een geleend bestelbusje, wordt door een agent gesommeerd te assisteren met het verslepen van gewonden, als gevolg van een terroristische aanslag. Vermeer, zich nauwelijks bewust van wat hij aan het doen is, tilt samen met iemand een zwaargewonde man naar boven als hij plotseling iemand ziet liggen die sprekend lijkt op Isa, zijn oud-klasgenoot op het gymnasium, en destijds het onbetwiste fixatiepunt van zijn ontluikende seksualiteit. Hij loopt op haar af, maar een ijverige brandweerman is hem voor en neemt haar mee naar het daglicht. Deze terroristische oerknal en de hierboven beschreven toevalligheden zetten een reeks gebeurtenissen in werking die tot aan het einde van de roman doorklinken. De chaostheorie geïllustreerd. Neem alleen al het simpele feit dat Vermeer die dag in een busje rijdt. Het is de reden dat hij door de agent wordt aangehouden – de zelfmoordterroristen blijken met explosieven volgeladen bestelbusjes te hebben gebruikt, en er zouden nog meer aanslagen kunnen volgen – en ‘gevraagd’ wordt te helpen, waardoor hij Isa ziet en vanwege zijn reddingswerk tegen wil en dank persoonlijk betrokken raakt bij de aanslag. Het is dat engagement dat Vermeer driekwart jaar later met tegenzin zal inzetten, wanneer het architectenbureau dat hij samen met twee
vrienden heeft opgericht meedingt naar de prijs voor het beste ontwerp voor de nieuwe inrichting van het getroffen gebied; een besluit dat niet zonder gevolgen blijft. Vaardige dieren Johannes Vermeers vermeende voorvader en naamgenoot wordt vaak in één adem genoemd met de door hem majestueus geschilderde luchten. Die relatie wordt weerspiegeld in Euforie, doordat Weijts zijn Vermeer gehuwd laat zijn met Celine, ’s Neerlands bekendste weervrouw. Vermeer verricht als architect scheppend werk, probeert visionaire vergezichten te transformeren tot architectuur die als het een beetje meezit toch zeker twee eeuwen moet meegaan, kortom: hij wil de werkelijkheid naar zijn hand zetten. Celine is in haar werk juist helemaal overgeleverd aan de grillen van de natuur. Ze weet dat ze geen controle heeft over het weer, dat ze het hooguit kan ‘verwachten’ – al lijken haar kijkers nog al eens de illusie te hebben dat het weer dagelijks op haar tekentafel ontstaat. Het weer was er al nog voordat er mensen op aarde rondliepen, en heeft daardoor de eeuwigheidswaarde die Vermeer met zijn architectuur probeert te bewerkstelligen. Tegelijkertijd resoneert in Vermeers echtgenote de naam (Louis-Ferdinand) Céline en zijn grote roman Reis naar het einde van de nacht, een ondertitel die niet misstaan zou hebben op de cover van Euforie. Op meerdere manieren is Euforie, net als Céline’s klassieker, een Bildungsroman. In letterlijke zin, omdat de roman barstensvol zit met essayistische passages over architectuur (in het algemeen, maar ook met betrekking tot Vermeers wedstrijdontwerp), de rol van bouwkunst in een samenleving en het effect dat een bepaald ontwerp kan hebben op de mensen die erbinnen of eromheen moeten functioneren. ‘We wonen in andermans gedachten’, schrijft Weijts. Dat geeft de architect grote vrijheid, maar tegelijkertijd ook een enorme verantwoordelijkheid: ‘de buitenwereld bepaalt de binnenwereld’. Vermeers eigen reis door de nacht begint op het Stedelijk Gymnasium in Leiden, waar hij binMetaal 10 (2013) nummer 1
11
nenkomt als brave nerd maar langzaam transformeert tot een (nog altijd fatsoenlijke) zuipende en blowende alto, terwijl zijn hormoonhuishouding overuren maakt door de even mooie als ongrijpbare Isa, een anarchistisch meisje met wie Vermeer langzaam een relatie lijkt op te bouwen. In deze flashbacks – waarvan we de oerversie al hebben kunnen lezen in de verhalenbundel Oude & nieuwe Leidsche – worden hoofdzakelijk twee schoolactiviteiten beschreven die het klassieke ideaal van een gezonde geest in een gezond lichaam representeren; het winterkamp en de Romereis. Weijts excelleert in de Nesciaanse beschrijvingen van jeugdelijke bravoure (‘Dieren waren we, maar vaardige dieren.’). Als Vermeer met zijn medetitaantjes ’s nachts op winterkamp snoep gaat begraven om zo de voedselfouillering te slim af te zijn, ervaart hij een diepe melancholie, een grote nietigheid in het onbegrijpelijke mysterie dat leven heet. Langzaam wordt duidelijk hoe Vermeer is geworden wie hij is, en waarom hij wezenlijk verschilt van Isa, die zo haar eigen ballast met zich meedraagt. De schrijver als architect Met drie romans en een novelle kunnen we inmiddels zeggen dat Euforie een typische Weijts is. Ten eerste door de vorm. Narratief wordt moeiteloos verweven met essayistiek. Het is duidelijk dat Weijts zijn Houellebecq goed heeft gelezen. Die Franse echo lijkt zelfs door te klinken in zinnetjes als ‘Het is allemaal een beetje weerzinwekkend’, wanneer Vermeer een gewonde dikke man ziet liggen, en middenin de omschrijving van een Haagse ochtend de tussentijdse conclusie: ‘het is werkelijk allemaal veelbelovend.’ Bovendien is in Weijts’ universum, net als in dat van Houellebecq, een goed stel stevige borsten nooit ver weg. En gelukkig maar, want weinig hedendaagse schrijvers kunnen zo zinnenprikkelend schrijven over de magische aantrekkingskracht van het vrouwelijk lichaam. Daarnaast laat Weijts net als in zijn vorige romans alle kunstvormen de revue passeren. Het beroep van de hoofdpersoon geeft daar alle aanleiding toe. Weijts schetst een beeld van de architect als een hedendaagse homo universalis, iemand die om zijn beroep te kunnen uitoefenen van alles iets moet afweten. Hij doet dat in passages die vaak moeilijk niet poëticaal gelezen kunnen worden. De schrijver als architect. Het is daarom misschien ook niet verwonderlijk dat Weijts (wederom) rijkelijk 12
Metaal 10 (2013) nummer 1
put uit zijn eigen leven. Dat is op zichzelf niet zo’n interessant gegeven, ware het niet dat hij daarmee die persoonlijke werkelijkheid tot literatuur verheft, een legering maakt van leven en kunst, en zo doet wat Vermeer uiteindelijk ook zal doen met zijn ontwerp. Synesthetische trip Weijts speelt knap met verschillende vertelperspectieven, waardoor al snel duidelijk wordt dat het hier hoogstwaarschijnlijk niet gaat om ‘zomaar’ een personale verteller. ‘Elke ontmaskering dwingt tot een reconstructie,’ schrijft Weijts. Euforie is de reconstructie van Vermeer die tot zelfinzicht komt. Die beseft dat alleen vergezichten niet genoeg zijn, maar altijd gepaard moeten gaan met introspectie. Het is die bijna mystieke samensmelting, die Vermeer als puber al ervoer in een synesthetische trip na het eten van spacecake, die de werkelijkheid het meeste recht doet. Het ontwerp dat Vermeer uiteindelijk heimelijk maakt bevat organische elementen, zoals de vormen van de zee die overgaat in het land. Het doet denken aan een passage in het eerste hoofdstuk, waarin hij een discussie heeft met zijn zesjarige dochter Anne, over de vraag wanneer een mandarijn een sinaasappel wordt. Gaat het, zoals Vermeer beweert, om een ‘substantieel verschil’, of is er, zoals Anne denkt, een glijdende schaal met een schemerig overgangsgebied? Aan het einde van de roman, als voor Vermeer het ochtendgloren weer aanbreekt, zal daar geen discussie meer over bestaan. Melkmeisje Een ideeënroman als Euforie kun je met geen mogelijkheid recht doen in een bespreking van twaalfhonderd woorden. Alleen de roman zelf kan dat. Hij zit vol met verwijzingen naar onder andere actualiteit, literatuur en schilderkunst, bijvoorbeeld wanneer Vermeer Anne observeert als zij een glas melk inschenkt, en haar zo transformeert tot melkmeisje. Maar ook is Euforie een zedenschets van de afgelopen decennia, een verhaal over een samenleving in crisis, bomvol analyse, filosofie en cultuurkritiek. Het is zo’n rijk boek dat ik in deze bespreking slechts enkele grote lijnen heb kunnen aanstippen, zoals een bescheiden tuinhuisje nooit een kathedraal kan zijn. Euforie is zo’n kathedraal. Een grote roman van een groot schrijver.
AANKONDIGING UITREIKING
VIJFDE
SIEGENBEEK
SCRIPTIEPRIJS
De scriptieprijs van alumnivereniging Siegenbeek wordt dit jaar alweer voor de vijfde keer uitgereikt. De winnaar van de beste scriptie uit 2012 wordt bekend gemaakt tijdens de Algemene Ledenvergadering op woensdag 15 mei 2013. Iedereen die in Leiden bij de opleidingen Nederlands of Dutch Studies een masterscriptie heeft geschreven die beoordeeld is met een 7,5 of hoger, kan zijn of haar scriptie naar Siegenbeek sturen en meedingen. De prijs bestaat uit een bedrag van € 500,- en een zeer fraaie oorkonde, die elk jaar speciaal wordt vervaardigd door ‘De Uitvreter’ in ’t Woold. Voor de jury is het steeds weer een flinke klus om uit de inzendingen de beste te kiezen. Het gemiddelde aantal deelnemers over de afgelopen jaren is vier. Uit 2012 zijn er vijf kandidaten, dus dat betekent veel leeswerk voor de juryleden. De onderwerpen kunnen natuurlijk heel erg uiteenlopen en hebben dat de afgelopen jaren ook steevast gedaan: van moderne letterkunde tot taalbeheersing en van scheepsbrieven tot vertaalproblematiek. Om geen appels met peren te hoeven vergelijken beoordeelt de jury elke scriptie niet alleen op de kwaliteit en leesbaarheid van de inhoud, maar ook op originaliteit en persoonlijkheid in de keuze en behandeling van het onderwerp, op een vlotte stijl en op creativiteit en zorgvuldigheid in de opmaak en uitvoering. Soms stak één van de scripties met kop en schouders boven de andere uit, maar vaker gebeurde het dat de juryleden in conclaaf bijeen moesten komen en pas na veel wikken en wegen en stakende stemrondes tot een winnaar kwamen. De winnende scripties van de afgelopen jaren zijn: 2008 - Anne van Dijk: ‘Hoeven als negatief-polaire tegenhanger van moeten(?)’ 2009 - Nina Verheij: ‘Aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid? Analyse en beoordeling van waarschijnlijkheidsargumentatie’ 2010 - Frederique van Riessen: ‘Ellipsis bij afasiepatiënten’ 2011 – Barbara Snel: ‘Het lemma Toch’ Viermaal een vrouwelijke winnaar! En nog geen bekroonde scriptie uit de literaire hoek… Gaat dat dit jaar veranderen? Juryleden Christine Swankhuisen, Jos Paardekooper en Jan Bos maken het op 15 mei bekend… Meer over de Siegenbeek scriptieprijs met links naar alle juryrapporten is te vinden op www.hum.leidenuniv.nl/nederlands/alumni/alumnivereniging/activiteiten/scriptieprijs.html.
Metaal 10 (2013) nummer 1
13
LEZING
Write drunk, edit sober De studievereniging Nieuw Nederlands Peil is ook dit jaar weer goed bezig om verschillende activiteiten voor haar leden te organiseren. Onlangs nog organiseerde het bestuur een lezing, verzorgd door een voor sommige neerlandici oude bekende: Christiaan Weijts. De meesten zullen hem kennen van boeken als Art. 285b en Via Capello 23. Maar een leuke bijkomstigheid is dat ook hij een Leidse neerlandicus is: hij studeerde af in 1999. Ook heeft hij voor de Mare geschreven. Daarom is er geen betere persoon dan hij om uit te nodigen voor een lezing. Tim Vergeer Onderwerp van de lezing, of workshop zoals Weijts het zelf noemde, was creatief schrijven, een niet zo vreemd onderwerp voor een schrijver. Het bleek uiteindelijk een gewone lezing te zijn, want schrijven deden we zelf niet; alleen luisteren. Een vraag die hem vaak gesteld wordt, is wat het geheim van schrijven is. Volgens Weijts zijn die geheimen, en hij noemt ze consequent geheimen, nooit geformuleerd. Maar toch heeft Weijts die geheimen voor ons proberen te formuleren. Het eerste geheim is eigenlijk geen geheim. Het goed middel om die identificatie met het personage is voor neerlandici een bekend stilistisch middel: voor elkaar te krijgen is conflict. De lezer en het show, don’t tell. Laat zien wat er gebeurt, vertel het personage moeten door het conflict gedesoriënniet. Je wilt dat de lezer je gelooft en als hij het teerd raken. En een niet onbelangrijk punt om verhaal mee beleeft dan ziet hij wat er gebeurt. je te kunnen identificeren met de personages is En zoals het spreekwoord gaat: eerst zien, dan dat je zowel het hart als het hoofd als het lichaam geloven. Ook in dit geval geldt dat aanspreekt; je lezer moet meeleven wat de lezer ziet, hij eerder gelooft. met de personages, want je probeert Ook voor gevoelens geldt dat de Zoek de balans de lezer te verleiden tot het blijven lezer ze eerder gelooft als hij ze lezen van je boek. Zoek de balans tussen intellect ziet. Daarom moet je gevoelens tussen intellect en emoties. suggereren en niet benoemen. Laat en emoties. de lezer zelf de conclusies trekken. Het laatste geheim is dat van spanChristiaan zei dat wij het waarning. Het klinkt misschien clichéschijnlijk al wel kennen zouden en inderdaad heb matig, maar verwerk spanningsmomenten in je ik afgelopen semester dit wapen al in mijn arsenaal schrijverij. Spanning kun je extra benadrukken opgenomen. door staccato te schrijven; iets wat vaak wordt gehekeld, want het zou saai zijn. Dat is dus niet waar, Het tweede geheim is dat je lezer zich moet kunnen vertelt Christiaan Weijts. Als voorbeeld gaf hij een inleven; hij moet zich kunnen identificeren met fragment uit De donkere kamer van Damokles van je personages, maar ook met wat er gebeurt. Een W.F. Hermans. In de afgelopen anderhalf jaar dat 14
Metaal 10 (2013) nummer 1
ik Nederlands studeer, hebben al drie docenten het nooit eerder geprobeerd, verzekerde hij ons, maar gehad over dit boek en allemaal vertellen ze met on- volgens hem zworen sommige anderen erbij. Want geveer hetzelfde enthousiasme over juist als je dubbel gaat zien, schijn dezelfde passage; zo ook Christiaan: je de beste ingevingen te hebben. ‘s Laat zien wat “Osewoudt deed de tussendeur Ochtends moet je de syntaxis wel langzaam achter zich dicht, Ria oner gebeurt, grotendeels of misschien wel volophoudelijk aanstarend. Zijn benen ledig aanpassen. Dat hangt weer af vertel het niet. en armen begonnen te trillen, hij van het aantal glazen waarvan je de voelde het kapje op zijn hoofd heen bodem hebt gezien. en weer gaan. In de rand van zijn gezichtsveld zag hij de rest van de kamer. Er stonden meubelen in Schrijven is schrappen is een belangrijk motto. Ook die hij niet kende, nieuwe meubelen. Waar had zij Weijts liet zien hoe dat moet en hij schrapt tekst die vandaangehaald? Toen maakte een geluid zich nogal rigoureus. Toen hij gastcolleges in Nijmegen los uit zijn keel, hij wist niet welk geluid. Ria zei: gaf, hadden zijn studenten stukken geschreven. - Zuster! Ik schrik! U lijkt zo op mijn eerste man! Van een aantal studenten had hij wat fragmenten Niets was er in het huis toen haar gillen ophield. meegenomen naar deze workshopavond. Daarvan Zij lag op de vloer naast de strijkplank.” Hermans bleef maar weinig over: een fragment werd niet schrijft soms staccato; en wie durft te ontkennen meer dan een zin van zo’n zes woorden. Ik kon dat Hermans het bij het foute eind had? Ik zou me niet voorstellen dat hij dat met mijn teksten niet durven. Een ander middel om spanning op te zou doen. Kill your darlings is niet iets wat ik graag bouwen is volgens Weijts beginnen in medias res. doe. Je zit dan meteen in het verhaal, maar weet nog Kill your eigenlijk niets. Het effect is dat je als lezer weten Het was een avond met veel wilt, wat er daarvoor gebeurd is. Ook zei Weijts dat nuttige schrijftips. Misschien darlings je ervoor moet zorgen dat je vanuit de plot schrijft. heeft de workshop een aantal Je weet dan waar je naartoe gaat en daardoor kun schrijvers in de dop opgeleje alle informatie strategisch doseren. Als de lezer verd. Ik weet dat ik in ieder geval zal proberen om dan bij het einde is, dan heeft hij het idee dat hij alles wat ik van Weijts gehoord heb, in de praktijk had kunnen weten hoe het zou aflopen, als hij maar te brengen. beter had opgelet. Van alle geheimen die Weijts openbaarde, was een opmerkelijke dat je niet het voor de hand liggende moet beschrijven. Dat ligt misschien voor de hand, maar is lastiger dan je denkt. Want iedereen beschrijft hetzelfde krantje en het bakkie troost, waarvan elke NeDat wil je derlander wel ‘s ochtends geniet. Het is een bekend beeld dat voor als schrijver iedereen voorstelbaar is en daarom voorkomen: is het doorsnee. Dat wil je als schrijver voorkomen: doorsnee doorsnee zijn. Daarom moeten de krant zijn. en de koffie plaats maken voor bijvoorbeeld de cappuccino en de Elsevier. Het levert meteen een heel ander beeld op en juist dat is de bedoeling. Een van de andere door Weijts geformuleerde geheimen die ik niemand wil onthouden, is de volgende: write drunk, edit sober. Zelf had Weijts dat Metaal 10 (2013) nummer 1
15
TENTOONSTELLING
Nog iets meer over vriendschap
Jan van Hout, ‘Vruntschap gemaect//In schijn bedect’. In: Album Amicorum Janus Dousa. (hs. UB Leiden sign. BPL 1406, fol. 102r).
Als u toch in de Lakenhal bent voor de Wereldschatten, loop dan meteen even langs het schilderij Het verlenen van de keuren aan de Nering van Isaac Claesz. van Swanenburg. Op de achtergrond staat Van Hout die vanaf het bordes van het Leidse stadhuis de keuren voorleest. Op zich niet bijzonder want dat was gewoon deel van zijn werk. Maar de reden dat ik u erheen stuur, is dat we hier de maker te pakken hebben van de omlijsting van het gedicht dat Jan van Hout in 1575 in het Album Amicorum van Jan van der Does schreef. Dat gedicht is op de tentoonstelling Wereldschatten te zien en achterop dit nummer van Metaal vindt u de tekst. Liesbet Winkelmolen, met dank aan Karel Bostoen Dit gedicht van Van Hout is om meerdere redenen bijzonder, alleen al omdat het het allereerste is dat we van hem kennen. Van Hout maakt in het vers onderscheid tussen geveinsde vriendschap, die uiteen zal vallen zodra ze onder druk komt te staan, en vriendschap die ontstaat in tijden van grote angst waarin iedereen op zijn hoede is. Zulke vriendschappen kunnen alle stormen doorstaan, zelfs over de dood heen. Van Hout doelt natuurlijk op zijn vriendschap met Van der Does die ontstond tijdens het beleg van Leiden door de Spanjaarden in 1574. Van Swanenburg laat dat mooi zien in de omlijsting: boven het gedicht uit 1575 zien we de twee mannen elkaar de hand schudden. Zij hebben het overleefd, ondanks de vele doden die het beleg heeft gekost, en die ook in de omlijsting te vinden zijn. Er is trouwens nog iets bijzonders te zien in deze tekening. Halverwege aan de linkerkant staat een afbeelding van een vlag. Het is de oranje-witblauwe prinsenvlag die we wel vaker zien en die in deze vorm natuurlijk bekend is. Maar: dit is de oudst bekende afbeelding waarop de vlag op deze manier is afgebeeld. Tot dan werd deze vlag altijd afgebeeld met meerdere banen en niet noodzakelijk in de volgorde oranje-blanje-bleu. Karel Bostoen is er vast van overtuigd dat dit een ideetje van Van Hout was: “hij was daar helemaal de man naar!” Via optochten van de nieuwe universiteit en fees16
Metaal 10 (2013) nummer 1
telijke herdenkingen van het ontzet van Leiden die Van Hout in de jaren erna organiseerde, kon dit nieuwe symbool makkelijk breed ingang vinden. Als onderdeel van de zogenaamde ‘ontsetmarcten’ ter herdenking van Leidens ontzet organiseerde Van Hout onder andere rederijkerswedstrijden. En daarbij bemoeide hij zich ook meteen met de versvormen. Taalzuiverheid en metriek vond hij daarbij heel belangrijk en hij liet de rederijkers hun lettergrepen per versregel tellen om hen zo wat op weg te helpen. Het ons nu zo vertrouwde sonnet en een versvorm als de alexandrijn bijvoorbeeld waren in de 16e eeuw modern en niet alle rederijkers waren er dan ook meteen goed in. Maar aan ‘Vruntschap’ is duidelijk te zien dat Van Hout zelf zijn ideeën in de praktijk bracht: het gedicht is heel metrisch, hoewel hier en daar misschien wat gekunsteld. Als eersteling helemaal niet onaardig en - zeker als we het handschrift mét de omlijsting kunnen zien - de moeite van het bestuderen waard.
VICTOR
DE
STUERS
Een onbedoeld monument
Opvallend is dat het juist vrouwen zijn die de morele verleidingen verbeelden. Maar met de hulp van Pallas Athene, Labor, Industria en Veritas weet hij zijn doel te bereiken. Hij heeft de top bereikt. De naam van de tekening is dan ook niet gek: Gradus ad Parnassum: de stap naar de Parnassus. En Parnassus is de berg in Griekenland gewijd
van nostalgie opriepen. Ook al lang afgestuurde alumni hadden deze gevoelens. Zo ook François Haverschmidt. Hij prees in 1886 de tekeningen van De Stuers de hemel in. Het verhaal achter het ontstaan van de tekeningen is des te interessanter. Het was nooit de bedoeling van De Stuers geweest van zijn wandtekeningen een monument te maken. Tijdens het wachten op een vriend van hem die op dat moment een examen aflegde, doodde De Stuers de tijd door de wanden van het zweetkamertje te behandelen. De bedoeling was geweest dat, zoals elk jaar, de muren gewit werden, maar het verhaal gaat dat de bouwkundig opzichter wel ‘lol’ gehad had in de figuren die De Stuers op de wand gezet had. Hij gaf de witter de opdracht de figuren van De Stuers te sparen. Dat was voor De Stuers een reden om het jaar daarop maar eens de trap op zijn manier te decoreren. Juist omdat de witter zijn werk spaarde, kreeg het een onverwachte status. Het mocht echter niet baten want het is een keer vernield. Er waren daarom herstelwerkzaamheden nodig. Daarover hebben meerdere mensen gediscussieerd. Want was het restaureren van wat De Stuers zelf ‘krabbels uit mijn studententijd’
aan Apollo en het is het tehuis van de muzen. Die top bereiken, is het doel van de hele onderneming die we studeren noemen. Al tijdens De Stuers leven kregen de tekeningen een monumentale status. Dat lag niet aan de de thema’s verbeeld op de muur. Juist de herkenbaarheid van de thema’s in combinatie met de plek op de wand in het academiegebouw verklaren dat de tekeningen dierbaar werden en ideeën
noemde wel het geld waard? Huizinga was een van de mensen die daarom vond dat het beter was om de tekening maar niet te restaureren. Hij heeft echter geen gelijk gekregen, want de Leidse Senaat gaf het groene licht voor een duurzame reproductie; de originele tekeningen waren inmiddels verdwenen. Maar wie was Victor de Stuers? Hij en zijn familie komen uit Limburg. In 1861 schreef De
Iedereen die afstudeert neemt dezelfde wenteltrap in het academiegebouw naar boven, naar het zweetkamertje om zijn of haar handtekening te zetten. Op een van de muren die langs die wenteltrap loopt, staat een tekening uit 1865 die gemaakt is door de negentiendeeeuwse Leidse student: Victor de Stuers. De tekening verbeeldt de stappen die een student neemt tijdens zijn studentenleven op weg naar een academische titel. Op de tekening is te zien hoe de student het ouderlijk huis verlaat, zijn vader maakt een zegenend gebaar, zijn moeder huilt voor iedereen de tranen bij elkaar. Tijdens zijn studententijd moet hij allerlei morele verleidingen weerstaan. Tim Vergeer
Metaal 10 (2013) nummer 1
17
Stuers, toen nog net geen 18, zich in bij de universiteit Leiden. Hij ging rechten studeren. Maar dat hij rechten studeerde betekende niet dat hij zich niet met andere dingen bezig hield. Al toen hij jong was, was hij dol op tekenen. En dat bleef hij tijdens zijn studententijd ook doen. Hij leverde meerdere tekeningen aan voor de Leidse studentenalmanak. Waar andere in hun hele leven één of misschien twee tekeningen aanleverde, leverde Victor er maar liefst vijf aan. Hij was kortom een creatieve student. Het resultaat van die creativiteit is in 1865 op de muren van het academiegebouw geëindigd. Na zijn studententijd ging hij als advocaat werken. Hij wordt daarnaast beschouwd als de oprichter van Monumentenzorg. Daarmee hoopte hij te bereiken dat de nonchalance van zowel het volk en de regering getemperd werd. Want het was schandalig dat Nederland niet genoeg zorg droeg voor zijn monumenten.
‘VOORBIJ, AFSCHEID
VAN
Maar door alle studenten die onvoorzichtig en ondoordacht hun tassen langs de muren wrijven, terwijl zij naar boven gaan, is de tekening van de hand van De Stuers in verval geraakt. Het monument heeft wat zorg nodig. Daarom is er een actie opgezet. De universiteit is bezig om geld in te zamelen zodat de Gradus gerestaureerd kan worden. Dat doet ze bijvoorbeeld door een ansichtkaartenactie, waarop de voorkant de Gradus zelf is afgebeeld. Achterop staat het rekeningnummer voor donaties al voorgedrukt; wel zo makkelijk. Ook probeert ze zoveel mogelijk publiciteit te krijgen voor het project. Maar de actie kan altijd meer donaties gebruiken. Op http://nieuws.leidenuniv.nl/nieuws-2013/ een-geschenk-aan-de-universiteit.html meer informatie te vinden over deze actie.
VOORBIJ, O, EN VOORGOED VOORBIJ’
EEP FRANCKEN, TON HARMSEN
EN
PETER
VAN
ZONNEVELD
Vrijdag 6 september 2013 Op vrijdag 6 september 2013 nemen drie docenten van de sectie Letterkunde afscheid: Eep Francken, Ton Harmen en Peter van Zonneveld. Zij hebben sinds jaar en dag mede het gezicht bepaald van de opleiding Nederlands in Leiden en hun vertrek is het einde van een tijdperk. Velen zullen goede herinneringen bewaren aan de colleges die zij in de loop der tijd aan generaties studenten hebben gegeven en het zal dan ook vreemd zijn ze niet meer regelmatig in de bibliotheken, in de gangen of op de pleintjes tegen te komen. Deze dag mag dan ook niet ongemerkt passeren. Op vrijdag 6 september 2013 geven Francken, Harmsen en Van Zonneveld hun officieel laatste college waarbij iedereen van harte welkom is. Op de receptie na afloop is volop ruimte voor weemoed en persoonlijk afscheid. Programma 14.00
Welkom
14.15
‘Wat Anbeek laat liggen’ afscheidscollege Eep Francken
Korte pauze 15.00
‘Onderwijs, toneel en poëzie in de zeventiende eeuw’ afscheidscollege Ton Harmsen
15.30
Koffie/thee
16.15
‘Vaarwel, mijn lieve Julius! Schrijverszonen in Indië’ afscheidscollege Peter van Zonneveld
vanaf 17.30 uur receptie in het Arsenaal De afscheidscolleges vinden plaats in zaal 011 van het Lipsiusgebouw, Cleveringaplaats 1, Leiden. De receptie is in het Arsenaal, Arsenaalstraat 1, Leiden. Indien u één of meer van de afscheidscolleges en/of de receptie wilt bijwonen, kunt u zich kosteloos aanmelden via
[email protected]. Geef daarbij duidelijk aan welke onderdelen van het programma u wilt bijwonen.
18
Metaal 10 (2013) nummer 1
Metaal 10 (2013) nummer 1
19
Vruntschap gemaect// In schijn bedect, Vergaet soubyt Als comt de noot, En schielic laect.// Mer die vervvect Wert, in een tijt Van angste groot, Als elc een vvaect,// en noot deurbrect, Geen leet, noch spijt Noch storm, noch stoot Haer vvortel raect//. Mer onbevlect Blijft, hoe langh t’ lijt: Jae naer de doot. 1575. ijen December.
Jan van Hout, ‘Vruntschap gemaect//In schijn bedect’. In: Album Amicorum Janus Dousa. (hs. UB Leiden sign. BPL 1406, fol. 102r).