DOSSIER
MET PENSIOEN
foto Peter Van Hoof
Door: Hilde Desmedt en Maarten De Gendt Met dank aan: Michèle Claeys, Erna De Cremer, Philippe Henquet, Jef Mannaerts, Simone Vervloessem en Germain Wagemans Foto’s: Peter Van Hoof, André Verdren en Louis Vermeiren
TOPONTMOETING DOSSIER
Op een moment dat iedereen de mond vol heeft over het ‘eindeloopbaandebat’ pakt de Goedendag uit met een dossier over het ambtenarenpensioen. Kort op de bal gespeeld. Juist. Maar dit dossier is ook symbolisch. Want wie pensioen zegt,
zegt ook afscheid. Met dit dossier trekt de redactie een streep onder de Goedendag, vieille cuvée. Als alles goed gaat, krijgt u volgend jaar een nieuw en naar we hopen (even?) leesbaar en spits blad in de bus.
VIJFTIEN VEELGESTELDE VRAGEN OVER UW PENSIOEN OP WELKE LEEFTIJD MAG IK MET PENSIOEN? De wettelijke pensioenleeftijd is 65 jaar, voor mannen én vrouwen. Voor vrouwen die contractueel in dienst zijn, geldt tot 2009 een overgangsperiode. In 2005 is hun pensioenleeftijd nog 63 jaar, van 2006 tot 2008 is dat 64 jaar. Statutairen worden trouwens sowieso op hun 65ste op rust gesteld, terwijl contractuelen in principe nog langer kunnen blijven werken.
Drie pensioenstelsels In België zijn er drie verschillende pensioenstelsels. Eén voor werknemers in de privé-sector, één voor zelfstandigen en één voor het personeel in de openbare sector. Die drie stelsels hebben elk hun eigen regels, hun eigen berekeningswijzen, hun eigen minimum- en maximumgrenzen, al blijven sommige zaken natuurlijk voor iedereen gelijk. Ruim driekwart van de collega’s in het ministerie is statutair benoemd. Zij kunnen dus genieten van de pensioenen voor de openbare sector. Maar het laatste kwart is contractueel in dienst. Voor hen gelden de minder gunstige regels voor werknemers in de privésector.
22
KAN IK OOK MET VERVROEGD PENSIOEN GAAN? Op dit moment kan iedereen vanaf zijn zestigste met vervroegd pensioen gaan. Contractuelen moeten dan wel minstens 35 loopbaanjaren bewijzen. Statutairen moeten minstens 5 dienstjaren (na 31 december 1976) kunnen bewijzen. HOEVEEL JAAR MOET IK GEWERKT HEBBEN VOOR EEN VOLLEDIG PENSIOEN? Een volledig pensioen krijgt u in principe na een loopbaan van 45 jaar. Voor vrouwen die contractueel in dienst zijn, ligt dat aantal jaren in 2005 nog op 43 jaar, en van 2006 tot 2008 op 44 jaar. HOE WORDT MIJN PENSIOEN BEREKEND? Voor statutairen gaat de berekening als volgt: vermenigvuldig het aantal jaren dienst met de gemiddelde voltijdse wedde van de laatste vijf jaar, en deel dat bedrag door 60. Sommige personeelsleden die aan gevaren of speciale weersomstandigheden zijn blootgesteld, zoals het scheepspersoneel, krijgen een voordeliger berekening: ze mogen het bedrag delen door 50 in plaats van door 60. Statutairen die na hun zestigste blijven werken,
krijgen daar nog een rustpensioencomplement bovenop. Die bonus bedraagt 1,5% tot 2% voor elk jaar dat ze na hun zestigste blijven werken. Als de bonus evenwel zou zorgen dat hun pensioen meer dan 75% van het laatste loon bedraagt, dan wordt hij afgetopt. Voor contractuelen zit de berekening moeilijker ineen. Er wordt rekening gehouden met de beroepsloopbaan, de lonen en de gezinstoestand. Vermenigvuldig het aantal jaren dat u gewerkt hebt met uw gemiddelde jaarlijkse loon over uw hele loopbaan (met een kleine aanpassing aan het welvaartspeil). Deel dat bedrag door 45 (of tot 2008, door 43 of 44 voor vrouwen). Van de uitkomst daarvan krijgt u 60% als u alleenstaande bent, of 75% als u gezinshoofd bent. Om gezinshoofd te zijn moet u gehuwd zijn én minstens één persoon ten laste hebben; uw partner mag geen beroepsactiviteiten uitoefenen en ook geen vervangingsinkomen genieten. HOEVEEL PENSIOEN KRIJG IK? Hoeveel u precies krijgt, hangt af van uw individuele situatie. U kunt normaal gezien niet méér dan 75% krijgen van het loon dat gebruikt wordt voor de berekening van uw pensioen. Maar er zijn minimumbedragen waar u sowieso recht op hebt. Het minimumbedrag dat contractuelen in elk geval moeten krijgen, is 866,30 euro per maand. Voor gezinshoofden ligt dat minimum op 1082,53 euro per maand. U moet wel een loopbaan van minstens 30 jaar kunnen bewijzen om recht te hebben op deze minima. Er bestaat ook een maximumgrens: contractuelen kunnen nooit méér krijgen dan 3463,68 per maand. Voor statutairen liggen die bedragen
TOPONTMOETING MET PENSIOEN
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN EEN OVERLEVINGSPENSIOEN EN EEN RUSTPENSIOEN? Een rustpensioen ontvangt u als u zelf gewerkt hebt. Een overlevingspensioen ontvangt u door de tewerkstelling van uw overleden echtgenoot of echtgenote. U moet dan wel minstens 45 jaar oud zijn en minstens één jaar gehuwd geweest zijn met de overledene - al zijn er een aantal uitzonderingen op die regel. Het minimumoverlevingspensioen bedraagt 852,67 euro bruto per maand voor de partner van de overleden contractuelen, en 920,23 euro bruto per maand voor de partner van de overleden statutairen. Bij echtscheiding kunnen de ex-partners van statutairen ook aanspraak maken op (een deel van) het overlevingspensioen. WORDT MIJN PENSIOEN GEÏNDEXEERD EN AANGEPAST AAN DE WELVAARTSTIJGING? Uw pensioen wordt automatisch aangepast aan de gezondheidsindex. Tegenwoordig betekent dit dat er ongeveer elk jaar 2% bijkomt. Bij statutairen loopt die aanpassing gelijk met de indexaanpassing van de lonen. Voor contractuelen gebeurt de indexaanpassing een maand eerder, gelijktijdig met de indexering van andere uitkeringen. een stuk hoger. Het minimum is 1055,68 euro per maand voor alleenstaanden, en 1319,60 euro per maand voor gezinshoofden. Om voor dat gewaarborgde minimumpensioen in aanmerking te komen, moet u minstens 20 jaar in openbare dienst gewerkt hebben. De maximumgrens voor statutairen ligt op 5363,39 euro per maand. Let wel: al die bedragen zijn brutobedragen!
De pensioenen van statutairen worden bovendien automatisch aangepast aan de loonsverhogingen. Als het maximum van uw laatste weddeschaal verhoogt, bijvoorbeeld in het kader van een sectoraal akkoord, dan gaat uw pensioen mee de hoogte in. Dat noemt men de ‘perequatie’. De pensioenen van contractuelen volgen de loonsverhogingen niet automatisch, maar worden af en toe aangepast aan de evolutie van het algemeen welzijn.
Sociale zekerheid in een notendop Eigenlijk draagt u uw hele loopbaan een percentage van uw loon af aan de sociale zekerheid. Die bijdrage vormt een soort verzekering: als u ziek wordt, zonder werk valt of te oud wordt om nog te werken, krijgt u een uitkering, zoals een pensioen. Hoeveel u krijgt is gedeeltelijk afhankelijk van uw bijdrage. Hoe hoger uw loon en dus ook uw bijdrage aan de sociale zekerheid was, hoe hoger ook uw pensioen zal zijn. Maar uw bijdragen worden niet gestort in een spaarpotje dat onaangeroerd blijft tot u het nodig hebt. Ze worden onmiddellijk weer verdeeld onder degenen die vandaag een uitkering krijgen. En wanneer u dan eindelijk een uitkering of een pensioen krijgt, wordt dat betaald met de bijdragen van degenen die op dat moment aan het werk zijn en bijdragen aan de sociale zekerheid storten. Daar wringt het schoentje voor de eindeloopbaanproblematiek, waar de laatste maanden en jaren zoveel over te doen is. Er komen immers alsmaar meer gepensioneerden, voor wie het pensioenbedrag gegarandeerd wordt op basis van hun vroegere loon. Maar er zijn ook steeds minder mensen aan het werk, die de bijdragen moeten leveren waarmee die pensioenen nu uitbetaald moeten worden. Grotere uitgaven tegenover kleinere inkomsten dus. Op het moment dat we dit schrijven, zijn de federale regering en de sociale partners volop op zoek naar oplossingen voor dit probleem. 23
TOPONTMOETING DOSSIER
Aan twee kanten uit de boot De pensioenen voor statutaire ambtenaren zijn heel wat voordeliger dan de andere wettelijke pensioenen. Dat stamt nog uit 1844, toen een wet stelde dat de staat “diegenen diende te onderhouden die hem trouw hadden gediend”. De overheidspensioenen werden dan ook lange tijd als een uitgesteld loon beschouwd. In veel privébedrijven of bedrijfstakken genieten de werknemers naast het wettelijk pensioen ook een aanvullend pensioen. Dat is een aanvulling die in één keer uitbetaald kan worden, of in maandelijkse schijven. Gedurende de loopbaan worden daarvoor extra bijdragen in een bedrijfspensioenfonds of aan een groepsverzekering gestort. In sommige gevallen is het de werkgever die de bijdragen stort, in andere gevallen is het de werknemer. Meestal storten ze allebei een deel. Voor werknemers in de privé kan het aanvullend pensioen het verschil met het wettelijk pensioen voor ambtenaren compenseren. Soms is het zelfs voordeliger. Contractuelen bij de overheid vallen op dit moment aan beide kanten uit de boot: ze krijgen hetzelfde wettelijke pensioen als hun collega’s uit de privésector, maar ze missen het extraatje dat een deel van de werknemers daar wel krijgt. De enige oplossing is: individueel aan pensioensparen doen. 24
WAT GAAT ER AF VAN MIJN PENSIOEN? U moet nog steeds sociale bijdragen betalen voor de ziekte- en invaliditeitsverzekering. Het gaat om 3,55% van uw maandelijkse brutopensioenbedrag. Vanaf een maandelijks pensioen van 1208,76 euro per maand (of 1510,95 euro voor gezinshoofden) komt daar ook een solidariteitsbijdrage bij, die schommelt tussen 0,5% en 2%. Statutairen moeten bovendien 0,5% afstaan ter financiering van hun begrafenisvergoeding. En jawel, ook als u met pensioen bent, moet u belastingen blijven betalen. Na de afhouding van uw sociale bijdragen, wordt er dan ook bedrijfsvoorheffing van uw pensioen afgehouden. BEHOUD IK MIJN SOCIALE RECHTEN, ZOALS DE ZIEKTEVERZEKERING OF VAKANTIEGELD? U behoudt uiteraard uw sociale rechten zoals het recht op terugbetaling van de kosten voor gezondheidszorg. Alle contractuelen krijgen ieder jaar vakantiegeld uitbetaald, samen met hun pensioen voor de maand mei. Een alleenstaande krijgt 515,18 euro, een gezinshoofd mag rekenen op 643,99 euro. Tijdens het jaar waarin het pensioen ingaat, krijgt u nog geen vakantiegeld. Statutairen kunnen alleen op vakantiegeld rekenen als ze minstens 60 jaar zijn en hun totale brutopensioenbedrag voor de maand mei niet hoger ligt dan 1749,67 euro. Hun vakantiegeld bedraagt 209,39 euro, of 279,19 euro voor een gezinshoofd. Wie een gewaarborgd minimumpensioen geniet, krijgt nog een aanvullende toeslag van 316,57 euro, of 379,58 euro voor een gezinshoofd. Daarnaast krijgen de nabestaanden van statutairen ook een begrafenisvergoeding. Die is gelijk aan het laatste brutomaandbedrag van uw pensioen, met een maximum van 2046,76 euro.
VERLIES IK PENSIOENRECHTEN VOOR DE DAGEN DAT IK AFWEZIG BEN OP HET WERK? Bezoldigde afwezigheden die gelijkgesteld worden aan dienstactiviteit, tellen mee voor de berekening van uw pensioen. Het gaat bijvoorbeeld om wettelijk verlof, ziekteverlof, verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte … Ook onbezoldigde afwezigheden kunnen meetellen, zolang ze maar gelijkgesteld worden aan dienstactiviteit. Het kan gaan om ouderschapsverlof, loopbaanonderbreking, sommige deeltijdse prestaties … (let wel: op die afwezigheden kunnen verschillende maximumgrenzen staan). U bouwt geen pensioenrechten op met onbezoldigde afwezigheden die niet gelijkgesteld worden aan dienstactiviteit, zoals verlof zonder wedde. Zowel voor statutairen als voor contractuelen telt ook de militaire dienstplicht mee voor de berekening van het pensioen. Contractuelen kunnen verder de periodes meetellen waarin ze onvrijwillig werkloos waren of een beroepsopleiding volgden. Statutairen van niveau A of B krijgen dan weer een diplomabonificatie die gelijk is aan de duur van de hogere studies die ze gevolgd moesten hebben voor hun aanwerving. WAT ALS IK EERST CONTRACTUEEL GEWERKT HEB VOOR DE OVERHEID, EN PAS LATER STATUTAIR BENOEMD BEN? Alle jaren dat u als contractueel hebt gewerkt voor de overheid, worden meegeteld voor de berekening van uw pensioen als statutaire ambtenaar. WAT ALS IK ZOWEL IN DE OVERHEID ALS IN DE PRIVÉSECTOR HEB GEWERKT? Voor de jaren dat u in de privésector hebt gewerkt, wordt uw pensioen berekend volgens het stelsel van de werknemers. Of van de
TOPONTMOETING MET PENSIOEN
zelfstandigen, als u een poosje zelfstandig was. Voor de jaren dat u bij de overheid hebt gewerkt, wordt uw pensioen berekend volgens de regels voor statutaire ambtenaren - althans als u uiteindelijk statutair benoemd bent, want als u alléén maar contractueel voor de overheid gewerkt hebt, gelden de regels voor werknemers. Het is dus niet zo dat men alleen de regels toepast van het statuut waarin u werkt op het ogenblik dat u met pensioen gaat. WAT MOET IK EIGENLIJK DOEN OM MIJN PENSIOEN AAN TE VRAGEN? Statutairen moeten hun pensioen altijd zelf aanvragen. In principe kan dat van één jaar voor tot één jaar na de dag van uw pensionering. Maar in de praktijk kunt u dat het best zes maanden op voorhand doen. Uw aanvraag kunt u schriftelijk indienen bij uw personeelsdienst. Contractuelen moeten alleen een aanvraag indienen als ze vervroegd met pensioen willen gaan (of als ze niet in België wonen), en dat op zijn vroegst één jaar voor de gekozen dag van
op na, dan ligt het maximum van uw bijverdienste ergens tussen 5937,26 euro en 14.843,13 euro netto per jaar. U moet uw activiteit ook tijdig aangeven. Overtreedt u die regels, dan wordt uw pensioen verminderd of zelfs geschorst. Als u wetenschappelijk of artistiek werk verricht, dan zijn er evenwel geen maximumgrenzen aan uw bijverdienste.
pensionering. Uw aanvraag dient u in bij uw gemeentebestuur. Let erop dat uw contract wel nog steeds moet worden opgezegd. HOEVEEL MAG IK BIJVERDIENEN? Ook als u met pensioen gaat, mag u nog een centje bijverdienen. Maar het bedrag mag niet te hoog liggen. Verdient u nog iets bij als werknemer, dan ligt het maximum ergens tussen 7421,57 euro en 18.553,93 euro bruto per jaar, afhankelijk van uw specifieke situatie. Houdt u er een activiteit als zelfstandige
KAN IK OOK EEN EXTRAATJE KRIJGEN MET EEN AANVULLEND PENSIOEN? Een extraatje kan handig zijn als u toch wat meer geld wilt dan uw wettelijk pensioen (ook wel de eerste pijler van het pensioenstelsel genoemd). Wie voor de overheid werkt, kan tot nu toe niet genieten van een aanvullend pensioen dat via de werkgever wordt georganiseerd (de tweede pijler). Wat wél mogelijk is, is een individueel aanvullend pensioen bijeensparen (de derde pijler). Daarvoor kunt u bij zowat alle banken en verzekeringsmaatschappijen terecht. Met pensioensparen kunt u trouwens jaarlijks tot 620 euro van uw belastbaar inkomen aftrekken.
André Verschelde (60) uitgestapt op 59 Was maatschappelijk assistent bij de Sociale Dienst “Ik wist maar al te goed hoe ik mijn pensioen wou aanpakken.” “Ik ben uitgestapt op mijn negenenvijftigste. Niet om de gunstige voorwaarden, maar vooral omdat ik nog zoveel wou doen. Waarom wachten tot vijfenzestig? Dan ben je een stuk minder vitaal. Ik heb jarenlang de cursus pensioenvoorbereiding begeleid, ik wist dus maar al te goed hoe ik het wou aanpakken. Met pensioen gaan betekent loslaten. Sommige mensen hebben het daar erg moeilijk mee. Je moet je daar dus mentaal op voorbereiden. Als je niet meer gaat werken verlies je een stuk structuur en zingeving in je leven. Het is belangrijk dat je een project hebt, iets wat inzet vraagt. Ik heb een cursus reisleiding gevolgd en ga nu mee als gids met onze gepensioneerde ambtenaren. Een goede raad aan alle oudere collega’s: volg de cursus pensioenvoorbereiding van de Sociale Dienst. Je zult bewuster en dus beter gewapend aan je nieuwe levensfase beginnen.”
25
TOPONTMOETING DOSSIER
PENSIOEN IN ZICHT? Weg van de snelweg aan de rand van het Zoniënwoud, een imposante villa in een prachtig park. Hier zitten op deze prachtige herfstdag een twintigtal mensen van rijpere leeftijd - grotendeels mannen - wat onwennig te wachten op wat komen gaat. Want wat moet je je voorstellen bij een cursus pensioenvoorbereiding? Leren knutselen, bloemschikken of een ander soort bezigheidstherapie? Niets daarvan. Het gaat erover, zo blijkt, om te leren loslaten en opnieuw te beginnen. Een nieuwe invulling geven aan de tijd, je gezondheid in eigen handen nemen, opnieuw leren leven met twee.
Kortom, bewust de overstap maken naar je laatste levensfase. En dat is niet zo makkelijk vertelt een gepensioneerde collega. Met je werk verlies je ook veel van je status. Hij kon moeizaam afscheid nemen van zijn agenda, hij bleef alles opschrijven. Het was ook zoeken naar een nieuw evenwicht in de relatie met de partner. “Er waren spanningen en een stuk onbehagen”, getuigt zijn vrouw Marie-Louise. “Maar we hebben erover gepraat en nieuwe afspraken gemaakt. We hebben geleerd om op een andere manier met elkaar om te gaan.” Jean had nog graag wat bijgeklust, een job waarbij hij ten dienste kon staan door zijn jarenlange ervaring als directeur. Maar niemand zat daar blijkbaar op te wachten. Toch blijft hij een bezige bij.
Zo is hij actief in het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk. Bezig blijven is de boodschap. “Je tijd opnieuw indelen en realistisch blijven, ook financieel. Want al heb je als ambtenaar gemiddeld een goed pensioen, je moet het toch met minder doen.” MET PENSIOEN GAAN DOE JE NIET ALLEEN Met pensioen gaan kan je dus leren. “Wie zich verstandig voorbereidt, zal ook minder kans maken om in het fameuze zwarte gat te vallen. Want plots heb je een zee van tijd die je moet invullen. Liefst zo zinvol mogelijk”, zegt Erna De Cremer van de Sociale Dienst die de
Christiane Aelbrecht (60) Is assistent bij de afdeling Hogescholen (OND) “Ik heb geen tijd om de pensioencursus te volgen.” “Op 1 januari 2006 zet ik een punt achter mijn carrière. Dan heb ik bijna 45 jaar gewerkt, waarvan 37 jaar in overheidsdienst. Ik denk dat ik ruimschoots mijn steentje heb bijgedragen. Of ik uitkijk naar mijn pensioen? Ik zit niet te popelen, maar ik ben er ook niet bang voor. Natuurlijk ga ik het werk en de collega’s missen. Als je zoals ik alleenstaande bent, moet je zorgen dat je dag gevuld blijft. Gelukkig heb ik altijd al activiteiten gehad buiten het werk. Ik zit in een wijkvereniging en in een gemeentelijke werkgroep voor ruimtelijke ordening, volg elke week een gymnastiekcursus, fiets regelmatig, bezoek musea en ga op stap met vrienden. En misschien ga ik ook mijn huis eens onder handen nemen. Dat ik het financieel met minder zal moeten doen, besef ik maar al te goed. Ik heb dan ook gezorgd voor een appeltje voor de dorst. Ik heb wel een uitnodiging gekregen voor de cursus pensioenvoorbereiding, maar daar heb ik geen tijd voor. Ik kan geen vijf vrijdagen na elkaar afhaken. Het werk gaat voor, tot de laatste werkdag.”
26
cursus begeleidt. “Wij nodigen ook de partners uit, want met pensioen gaan doe je met twee.” De cursus duurt vijf dagen, gespreid over vijf opeenvolgende weken. Op het programma staan thema’s zoals erfrecht, pensioenwetgeving, gezonde voeding, medische aspecten van het ouder worden. Kortom, een stevige bagage die zeker kan helpen om de bladzijde om te slaan. Wie tussen de negenenvijftig en de vierenzestig is, krijgt elk jaar een uitnodiging in de bus. De meesten volgen de cursus net voor ze met pensioen gaan. Dat zijn gemiddeld zo’n honderd mensen per jaar. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers ligt dan ook net onder de zestig, de breuklijn waarop de meeste mensen afhaken.
TOPONTMOETING MET PENSIOEN
Twee jaar na de cursus volgt een terugkomdag waarop de ervaringen getoetst worden. VOORDELIG GEPENSIONEERD De cursus pensioenvoorbereiding is maar één onderdeel van de eindeloopbaanwerking die de Vlaamse overheid aanbiedt aan haar oudere werknemers. Al wie zevenenvijftig is, wordt uitgenodigd op een infodag in Brussel, Antwerpen, Gent, Brugge of Hasselt, naar gelang van de woonplaats. Daar verneemt u dan meer over pensioen in het algemeen, hoe en wanneer u uw pensioen moet aanvragen enzovoort. Wie wil, kan zelfs zijn pensioen individueel laten uitrekenen. U komt ook te weten waarvoor u als gepensioneerde terechtkunt bij de Sociale Dienst. “Heel wat gepensioneerden denken er niet aan dat wij er nog zijn voor hen”, zegt Dany Jonckheere. “Ons klassiek dienstenpakket geldt ook voor wie met pensioen is. Elke gepensioneerde heeft recht op medische tegemoetkomingen, psychosociale bijstand en juridisch
advies. Indien nodig gaan onze maatschappelijke assistenten op huisbezoek. We geven ook pensioenvoorschotten en komen tegemoet in zaken die niet door het ziekenfonds worden gedekt zoals familiale hulp, sociale vakanties enzovoort. Gepensioneerde personeelsleden kunnen ook nog kaarten aanvragen voor pretparken, kortingen op culturele evenementen. Kortom, zij blijven voor ons volwaardige klanten.” Contractuele personeelsleden vallen niet uit de boot. Ook zij genieten die voordelen op voorwaarde dat ze met pensioen gaan als personeelslid van de Vlaamse overheid. En hoe zit het met de mensen die zijn uitgestapt voor hun pensioen? “Die krijgen net hetzelfde pakket aangeboden als de gepensioneerden.” NIET MET LEGE HANDEN De Sociale Dienst heeft nog meer in petto voor de afzwaaiers. Iedere ambtenaar die zijn
pen aan de wilgen hangt, wordt feestelijk uitgewuifd met een etentje en een geschenk: een waardebon van 125 euro, voor boeken, cd’s, elektrische huishoudtoestellen, een horloge of sportactiviteiten. Om de zaken overzichtelijk te houden - gemiddeld gaan er per jaar zo’n 300 mensen met pensioen - wordt er gegroepeerd gefeest, telkens met een zeventigtal gepensioneerden in spe. Daarmee is de pret nog niet uit. De Vlaamse overheid knipt de band met haar gepensioneerden niet zo maar door. Een keer per jaar worden ze allemaal verwacht op de seniorendagen. In 2004 kwamen daar maar liefst 1600 oudgedienden op af. Onder hen 202 zeventigers en 9 tachtigers, de oudste deelnemer was 89 jaar! Ook dat feest moet wegens het grote aantal deelnemers gespreid worden over drie dagen. De gepensioneerden moeten hiervoor wel zelf een kleine duit in het zakje doen. Het budget zou anders te hoog oplopen.
Louis Vermeiren (70) met pensioen op 60 Was directeur bij het secretariaat-generaal (COO) “ Met pensioen gaan was geen opgave. Op mijn 68ste ben ik met een vriend naar Compostela gefietst.” “Ik ben met pensioen gegaan op mijn zestigste. Dat stond allang vast. Op je zestigste ben je fysiek nog sterk en kun je dus meer genieten van je vrije tijd. Hoewel ik mijn job altijd met hart en ziel heb gedaan, kostte het mij geen moeite om alles los te laten. De administratie was mijn maîtresse, maar ik was er niet mee getrouwd. En er was ook de financiële kant: langer werken leverde mij amper 5% extra pensioen op. Het sop was de kool niet waard. Uiteraard moet je wel inleveren, maar je hebt ook minder behoeften en uitgaven. Je kan al heel wat besparen als je met het openbaar vervoer reist. Dat is zo goed als gratis voor 65-plussers. Het zwarte gat? Ik zou niet weten wat dat is. Mijn dagen zijn gewoon te kort. Ik hou van actie en fysieke inspanning: kilometers stappen, fietsen, tuinieren, bomen omhakken. Op mijn 65ste heb ik een nieuwe fiets gekocht en drie jaar later ben ik met een vriend naar Compostela gefietst. En dan zijn er natuurlijk nog de kleinkinderen waar ik veel tijd insteek. Neen, met pensioen gaan was voor mij geen opgave. Ik denk dat het moeilijker was voor mijn vrouw. Die kreeg er ineens een chef bij!”
27
TOPONTMOETING DOSSIER
SAMEN UIT, SAMEN THUIS DE VZW GEPENSIONEERDENVERENIGING VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP “Onderling contact houden, voeling blijven houden met de vroegere werkkring, activiteiten opzetten van vormende, culturele en recreatieve aard en gezamenlijk alle initiatieven nemen die het welzijn van de gepensioneerden kunnen bevorderen.” Zo staat het in de statuten van de vzw Gepensioneerdenvereniging van de Vlaamse Gemeenschap. Maar wat zit er achter die enigszins plechtstatige intentieverklaring? “Oud-collega’s de kans geven om elkaar nog eens te ontmoeten, gezellig samen te zijn en samen op stap te gaan”, zegt Germain Wagemans, nu 78, en een van de founding fathers van de vzw. Als penningmeester, voorzitter en nu ondervoorzitter is hij nog steeds een van de drijvende krachten achter de vereniging die in 1992 werd opgericht. De vzw staat open voor alle gepensioneerde personeelsleden van de Vlaamse overheid dus ook de contractuelen
en de VOI’s. Wie lid wil worden, betaalt 6,50 euro per jaar. Daarnaast krijgt de vzw jaarlijks een duwtje in de rug van de Sociale Dienst: zo’n 3000 euro om de werkingskosten te dekken. Momenteel telt de vzw ruim 1700 leden. Hoofdbrok van het activiteitenprogramma zijn de uitstapjes, zowel daguitstapjes in het binnenland als langere reizen in het buitenland. Zo staat er dit najaar een bezoek aan de Katharenstreek in Zuidwest-Frankrijk op het
Paul Van de Velde (64) Is directeur-generaal van de administratie Media (WIM) “ Ook na mijn pensioen zou ik graag nog actief blijven en mijn ervaring ten dienste stellen.” “Vervroegd met pensioen gaan? Ik denk er niet aan. Ik blijf werken tot mijn 65, dus tot volgend jaar. Op de eerste plaats omdat ik mijn job heel graag doe en ik mij helemaal niet uitgeblust voel. Het feit dat ik nauw betrokken ben bij het beleid heeft daarin zeker meegespeeld. Ik denk dat mensen in louter uitvoerende functies gemakkelijker afhaken. Anderzijds behoor ik tot een generatie mannen van wie de echtgenote meestal niet mee uit werken ging. En ik heb nog kinderen die studeren. Vroegtijdig stoppen was dus niet zo evident, ook om financiële redenen. Men heeft mij gevraagd om langer te blijven, maar dat heb ik geweigerd. Ik zou maar in de weg lopen. Het is nu aan de nieuwe generatie om de fakkel over te nemen. In al die jaren heb ik geprobeerd om mijn kennis, mijn bagage en mijn contacten door te geven aan mijn medewerkers zodat er geen hiaat komt. Toch zou ik graag nog actief blijven in de mediasector en bijvoorbeeld mijn ervaring ten dienste stellen bij het totstandkomen van de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT.” 28
programma. Bovendien organiseert de vzw provinciale ontmoetingsdagen. Het moet gezegd worden: de Vlaamse overheid laat haar ‘anciens’ niet in de kou staan. Zo kunnen niet al onze federale collega’s een cursus pensioenvoorbereiding volgen. En waarschijnlijk zijn er ook maar weinig privébedrijven die zo’n gul aanbod in petto hebben voor hun ex-werknemers.
Info Heeft dit dossier vragen opgeroepen waar u geen antwoord op kreeg? Dan kunt u op de volgende adressen terecht: • Voor al uw vragen in verband met pensioenen kunt u steeds terecht bij uw personeelsdienst. • Informatie over de pensioenen voor statutairen vindt u bij de federale Administratie der Pensioenen op www.ap.fgov.be (of: Victor Hortaplein 40 bus 30, 1060 Brussel, tel.: 02-558 60 00, e-mail:
[email protected]. be). Ook bij de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven - Pensioenen, die de maandelijkse uitbetaling van de pensioenen doet, vindt u nuttige informatie: www.treasury.fgov.be/intercdvupnl/ (of: Kunstlaan 30, 1040 Brussel, tel.: 02-237 03 11). • Informatie over de pensioenen voor contractuelen vindt u bij de Rijksdienst voor Pensioenen, die zorgt voor alle werknemerspensioenen: www.onprvp.fgov.be (of: Zuidertoren 5, 1060 Brussel, tel.: 02-529 30 02, e-mail:
[email protected]). • U kunt ook terecht bij de Sociale Dienst van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel, tel.: 02-553 49 79.