Diemensies
sinds 1969
38
e
jaargang, nummer 4
vakgroepsblad Psychologie verenigingsblad VIP
De vier jaargetijden
Help, ik ben een winterbaby! E D F E I L R ‘DE BEVROREN HEL’ ZOME
JAGERS TIJDEN STAAT HET SOMS IN DE STERREN GESCHREVEN? DE STUDENTENTIJD VAN JACCO KRAMER
COLOFON [DIEMENSIES] is het huisblad van de opleiding Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen en is het verenigingsblad van de VIP. Diemensies verschijnt zes maal per jaar in een oplage van 660 en wordt gratis verspreid. [KOPIJ] ontvangt de redaxie bij voorkeur per e-mail. Kopij kan ook ingeleverd worden in het postvakje van Diemensies bij de portiersloge of in de VIP kamer. De redaxie behoudt zich het recht voor stukken in te korten, fouten te verbeteren en/ of kopij niet te plaatsen. [BESTUUR] [VOORZITTER] Anouk de Kleijn [EINDREDACTEUR] Anouk de Kleijn [SECRETARIS] Hinke Hamer [PENNINGMEESTER] Patrick Noordhof [PROMO] Rudolf Leermakers [ILLUSTRATIES] Albert Hietkamp [LAYOUT] Patrick Noordhof Rudolf Leermakers [REDAXIE] Anouk de Kleijn Ann Christin Uphaus Coosje de Vries Eke Poortinga Hinke Hamer Jonas Rubrech Jorn Verhagen Patrick Noordhof Rachel Elsinga Roos Arends Rudolf Leermakers Sandra Lucas Stephanie Bennett Susanne Dieudonné Tanja Witte Theo van Mourik [ADRES] Psychologisch Instituut Heymans Kamer 404a Grote Kruisstraat 2/1 9712 TS Groningen [E-MAIL]
[email protected] [INTERNET] WWW.DIEMENSIES.NL [TELEFOON] (050) 363 7614 [DRUK] Kerklaan 49-51 Groningen [©2008] Het is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de redaxie kopieën van Diemensies of delen daarvan te maken en/of te gebruiken.
2
Jaargang 38 nummer 4
Voorwoord Lieve lezers, Gefeliciteerd, je hebt de eerste helft van het studiejaar overleefd! Sterker nog, je bent al over de helft. De colleges zijn alweer begonnen en we hebben het grootste gedeelte van de winter al achter de rug (kalendertechnisch gezien dan). Nog even en dan staat de lente op de stoep en begint het te regenen met vrije (maan)dagen en waarschijnlijk een hoop water. Vanaf dan is het toeleven naar de zomer, die voor veel mensen symbool staat voor zon, warmte, vrije tijd, naar het strand gaan en terrassen, kortom genieten. Om de cyclus even compleet te maken krijgen we daarna natuurlijk nog een stormachtige herfst. Maar de tijd dat je aan de hand van het jaargetij het weer kon voorspellen is nu toch wel voorbij. We krijgen hittegolven in april, de maand die volgens de kalender bij de lente hoort, maar hierdoor wat zomerse trekjes krijgt. In de zomer regent het zoveel dat het lijkt of de zee via de wolken naar ons toe komt in plaats van dat wij haar opzoeken onder het genot van een zonnetje.Vanaf september lijkt het weer wat rustiger te worden. Het zonnetjes schijnt, de temperatuur is net te hoog, maar wel heel lekker en wij zitten weer in de collegebanken. De herfststorm lijkt wat efficiënter te zijn geworden. Het waait nu niet meer constant in de herfst, maar zo nu en dan gewoon zo verschrikkelijk hard dat vooruit fietsen niet meer wil en de bomen erbij gaan liggen. In de winter zijn we al blij als we drie dagen kunnen schaatsen en sneeuwballengevechten zitten er ook niet echt meer in. Maar wie weet heeft de lente nog wat voor ons in petto. Waar de jaargetijden nog wel degelijk invloed op hebben is onze psychische gesteldheid. Wat dacht je van de lentekriebels? Of de winterdepressie en de zomerliefde? Ja, we hebben er allemaal wel eens over gehoord, maar wat is het nou precies? Je leest het in Diemensies, want deze editie staat volledig in het teken van de vier jaargetijden. Lees alles over de verbanden tussen ontwikkeling en geboorteseizoen, het leven in een eeuwige winter en het jachtseizoen. Naast deze en nog andere seizoensonderwerpen vind je in deze editie natuurlijk ook weer de oude vertrouwde Studententijd van, een Kolom en een heerlijk recept in de POT. Pak nog even lekker een kopje koffie of thee en stort je op de Diemensies. Mocht je nou zelf ook graag schrijven en lijkt het je leuk om dat voor Diemensies te doen, solliciteer dan en wie weet kun jij ons gezellige team binnenkort komen versterken. Veel leesplezier! Groetjes, Anouk de Kleijn
Inhoud 4
Prikbord
15
Het ontstaan van de seizoenen Want de aarde is plat en de zon draait om de aarde Eke Poortinga
6
Winterdepressie in barre tijden Susanne Dieudonné
7
18
Kolom Idols verkiezingen Patrick Noordhof
F.A.Q. op de fac Veelgestelde vragen op de faculteit Eke Poortinga i.s.m. Berber Munstra
9
VIP-Pagina’s
Zomerliefde Stephanie Bennett
8
16
18
Afgestudeerden
19
Vakevaluaties psychologie
Jagers tijden Patrick Noordhof
Aukje Molenaar
10
‘De bevroren hel’ Sandra Lucas
12
22
Is de ontwikkeling van de levensloop seizoensgebonden? Stephanie Bennett
Staat het soms in de sterren geschreven? Jorn Verhagen
14
De studententijd van ... Jacco Kramer
Help, ik ben een winterbaby!
23
Diemensies’ POT Ann Christin Uphaus & Rudolf Leermakers
Tekst: Susanne Dieudonné Interview: Coosje de Vries
Maart 2008
3
PRIKBORD Oudjes op de loopband Uit recent onderzoek aan het Howard Florey instituut in Melbourne Australië is gebleken dat mentale en fysieke activiteit het begin van dementie bij Huntington muizen kan uitstellen en de achteruitgang van de hersenen kan vertragen. Dit wijst erop dat de dementie die optreedt bij de ziekte van Huntington, maar ook in Alzheimer en andere dementiegerelateerde ziektes, kan worden tegengegaan door voldoende lichamelijke oefening. Om gezond ouder te worden moeten we de ouden van dagen dus voor de tv weghalen en op de loopband zetten. Een bijkomend voordeel is dat ze op een loopband ook niet kunnen verdwalen. (Howard Florey Institute. “Mental And Physical Exercise Delays Dementia In Fatal Genetic Disease.” ScienceDaily 29 January 2008)
4
Jaargang 38 nummer 4
De zon als levensbron Voor de Afrikaanse tropische vlinders zijn de seizoenen letterlijk van levensbelang. Deze insecten bestaan in twee vormen die verschillen doordat ze in andere seizoenen leven. De vlinder die in het droge seizoen geboren wordt leeft langer en is beter bestand tegen honger dan de soort die in het regenseizoen leeft. Dit is zo ontstaan omdat de Afrikaanse vlinder zich voortplant in het natte seizoen. De vlinders die in het droge seizoen geboren worden moeten eerst deze lange tijd, waarin weinig voedsel voorradig is, overleven om hun genen te kunnen voortzetten. Wanneer één van deze twee vlindervormen echter wordt geplaatst in een an-
der klimaat, blijven zijn unieke eigenschappen intact. Zo zal een “droge vlinder” in het regenseizoen ofwel minder eten dan mogelijk is (mannetjes) of de extra energie die hij binnenkrijgt doordat er meer voedsel voorradig is, gebruiken om extra actief te kunnen zijn (vrouwtjes). Ook zal een droge vlinder in een nat seizoen langer leven dan een “natte vlinder” in welk seizoen dan ook. Zo blijkt maar weer dat het seizoen een verschil kan maken tussen leven en dood. (University of Chicago Press Journals (2008, January 5). Why Do Some Animals Live Longer Than Others?. ScienceDaily)
Februarizon Weer gaat de wereld als een meisjeskamer open het straatgebeuren zeilt uit witte verten aan arbeiders bouwen met aluinen handen aan een raamloos huis van trappen en piano’s. De populieren werpen met een schoolse nijging elkaar een bal vol vogelstemmen toe en héél hoog schildert een onzichtbaar vliegtuig helblauwe bloemen op helblauwe zijde. De zon speelt aan mijn voeten als een ernstig kind. Ik draag het donzen masker van de eerste lentewind. Paul Rodenko
Seizoensquotes “Een leven zonder liefde is als een jaar zonder zomer”
“Er is leven onder de winterse sneeuw, al ziet het er dood uit voor het gemiddelde oog” Agnes Sligh
“Voor de onopgeleiden is ouderdom de winter, voor de geleerden is het het oogstseizoen.”
“Lente is wanneer je zin hebt in fluiten, zelfs wanneer je schoenen vol modder zitten”
Zweeds gezegde
De Talmoed
Doug Larson
“De natuur geeft ieder moment en seizoen zijn eigen schoonheid, en van morgen tot nacht, zoals van de wieg tot het graf, is er een opeenvolging van veranderingen zo klein en rustig dat we hun voortgang amper kunnen waarnemen.” Charles Dickens
Maart 2008
5
AUTEUR: Susanne Dieudonné
W interdepressie in barre tijden Als de zon schijnt, zijn mensen vrolijker en vriendelijker dan wanneer het regent. Zodra in september of oktober de herfststormen beginnen, beginnen veel mensen zich ook neerslachtiger te voelen. Maar meestal is dit geen echte depressie. Sommige mensen echter hebben dusdanig zware klachten dat zij last hebben van een ‘winterdepressie’. In het Engels wordt de term SAD gebruikt, dat staat voor seasonal affective disorder. Andere woorden zijn winterblues of ‘een winterdipje’. Deze termen worden meestal gebruikt voor wat lichtere varianten van depressieve gevoelens in de winter. Rond de vijf procent van de Nederlanders krijgt in de herfst en winter een winterdepressie. Vrouwen hebben er vaker last van dan mannen. De klachten beginnen vaak als je in de twintig bent, maar ook kinderen kunnen er al last van hebben. Winterdepressiepatiënten slapen soms wel 14 uur aan een stuk, en worden dan toch gebroken wakker. Ook komen ze ‘s avonds wel eens moeilijk in slaap en draaien ze dan hun dag- en nachtritme om. Over het algemeen voelen ze zich in de winter de hele dag door vermoeid. In de winter eten winterdepressiepatiënten extra veel koolhydraten (brood, pasta) waardoor ze behoorlijk aan kunnen komen. Gewichtstoename van 10 kilo komt soms voor! In de lente vliegen al de extra kilo’s er weer af. Het depressieve gevoel overvalt een winterdepressiepatiënt zonder dat er een reden voor lijkt te zijn. Winterdepressiepatiënten raken in de winter veel eerder van hun stuk, worden kribbig tegenover de omgeving en zonderen zich uiteindelijk af. Een winterdepressiepatiënt voelt zich knap nutteloos en waardeloos en voelt zich ook schuldig voelt tegenover de omgeving. Het gevoel kan ontstaan dat men niet meer in deze wereld past. Als het depressieve gevoel zo ernstig is kan soms besloten worden om dan maar uit die wereld te stappen. Hoe ontstaat nou een depressie? Wie het weet mag het zeggen. Naar de oorzaak van winterdepressie wordt nog steeds gezocht. Een gangbare theorie is die van de verstoorde biologische klok. Mensen krijgen via gebiedjes op het netvlies zonlicht binnen. Dit licht leidt via de pijnappelklier chemische processen in de hersenen. De stoffen die daar aangemaakt worden regelen onze biologische klok. Zo’n stof is bijvoorbeeld melatonine. Iedereen maakt dat ‘s avonds aan, je wordt er slaperig door. Winterdepressiepatiënten maken deze stof overdag al in grote hoeveelheden aan. Het melatoninegehalte heeft weer effect op het serotoninegehalte. Serotonine is de stof die het gevoel van welbevinden regelt. Omdat serotonine door het lichaam wordt opgebouwd uit koolhydraten zal een tekort aan serotonine ertoe leiden dat het lichaam om meer koolhydraten gaat vragen, en men dus veel meer koolhydraatrijk voedsel gaat
6
Jaargang 38 nummer 4
eten dan ‘normaal’. Dat kan op zich ook weer vermoeidheid veroorzaken en is niet toereikend om het serotoninetekort aan te vullen. Onder dit soort omstandigheden komt de neiging op om als het ware in ‘winterslaap’ te gaan, je terug te trekken in het donker. Licht regelt het dag- en nachtritme, de biologische klok. Denk bijvoorbeeld aan het verschijnsel jet-lag, waarbij dat ritme door de war gegooid wordt. Zoiets gebeurt ook in een winterdepressie. Er wordt gedacht dat winterdepressiepatiënten extra veel licht nodig hebben om de biologische klok goed te regelen. Winterdepressie komt veelvuldig voor, maar is in de meeste gevallen redelijk goed te behandelen. Wat is er dan aan te doen? In dit geval is de ‘oplossing’ al eerder bekend dan de oorzaak. Onderzoekers in Amerika kwamen al snel op het idee dat een winterdag met kunstmatig zonlicht verlengd moest worden tot een zomerdag. Er is speciaal zogeheten volspectrumlicht ontwikkeld. Dit licht is samengesteld uit alle kleuren van de zon, en heeft ook de intensiteit van zonlicht op een normale heldere dag. Ter vergelijking: de intensiteit van dit volspectrumlicht is 10.000 lux, de intensiteit van de verlichting in een huiskamer is 500 lux. Het volspectrumlicht is in speciale lichtbakken ingebouwd. Die bakken worden gebruikt voor lichttherapie. Lichtherapie is, in de simpelste vorm, een weekje dertig minuten per dag voor zo’n lichtbak gaan zitten en er af en toe in kijken. Bij zo’n tachtig procent van de winterdepressiepatiënten verdwijnen hierdoor de klachten geheel of gedeeltelijk! Er zijn ook winterdepressiepatiënten die iedere dag lichttherapie nodig hebben. Naast lichttherapie is er ook nog een middel uit de kruidengeneeskunde tegen winterdepressie, namelijk SintJanskruid. Er moet echter, evenals farmaceutische antidepressiva, enige weken worden ingenomen, voordat het begint te werken. Het innemen van Sint-Janskruid neigt naar volksgeloof, omdat het plantje omsteeks midzomer in bloei komt. Niettemin is aangetoond dat St. Janskruid inderdaad chemische stoffen bevat die verwant zijn aan gangbare antidepressiva, en is in diverse meta-analysen een duidelijk effect ten opzichte van placebo gevonden bij depressieve klachten. Het mechanisme is waarschijnlijk hetzelfde als dat van moderne SSRI’s. De dosering is echter, zoals bij alle kruidengeneesmiddelen, door de natuurlijke variatie in het gehalte aan werkzame stoffen belangrijk onzekerder dan bij tabletpreparaten. In sommige gevallen zal de arts samen met of als alternatief voor lichttherapie een antidepressivum voorschrijven. Over de combinatie van beide zijn evenwel geen studies bekend. Vaak als de lente weer begint, verdwijnen de klachten van de winterdepressie vanzelf! Gelukkig komt de lente er weer aan, dus hoeven we ons niet langer down te voelen. Laat de lentekriebels en de zomerflirt maar komen!
AUTEUR: Stephanie Bennett
Z omerliefde Het overgrote deel van de Nederlandse bevolking heeft wel mooie herinneringen aan een hartstochtelijke maar kortstondige zomerliefde, of zal die ooit nog krijgen. Romantische strandwandelingen, dineetjes bij kaarslicht, zorgeloos flirten. Het afscheid van de Don Juan of Juanita in kwestie gaat je niet in de koude kleren zitten. Die koude kleren voelen nog eens extra koud wanneer je weer aangekomen bent in het druilerige Nederland. Waarom is het fenomeen zomerliefde nou eigenlijk zo populair?
Het antwoord op die vraag is vrij simpel: de vakantie is de ideale periode om verliefd te worden. Er heerst een ontspannen sfeer, iedereen heeft plezier. Even lekker vluchten van de studiestress, vervelende bijbaan of andere verplichtingen doet wonderen voor velen. Bovendien heeft het warme klimaat op de vakantiebestemming op velen een gunstige uitwerking. Je voelt je relaxt en vrolijk en bent omringd door eveneens vrolijke en relaxte mensen. Flirten gebeurd dan veel makkelijker. Bovendien is het op vakantie geen ramp om eens een blauwtje te lopen, omdat niet heel Groningen je daar de volgende dag mee zal confronteren. Een andere reden voor de vele zomerliefdes is, dat veel vakantiegangers hun eisen voor een potentiële liefde naar beneden bijstellen. Dit is uit onderzoek gebleken. Vakantieliefdes moeten vooral leuk en spannend zijn. Er worden geen verwachtingen opgesteld over een eventuele toekomst samen, hierdoor zijn de eisen aan een liefde minder streng. Bovendien is het doel van meer dan de helft van de vakantiegangers om op vakantie te flirten en hier vervolgens een zomerliefde aan over te houden. Het overgrote deel is dus bewust uit op een ‘avontuurtje’. Natuurlijk heeft niet iedereen behoefte aan een zomerliefde. Persoonlijkheid en eerdere ervaringen op liefdesgebied blijken logische factoren te zijn in de behoefte aan een zomerliefde. Ook in de manier waarop een zomerliefde ervaren en afgehandeld wordt zitten grote verschillen. Het overgrote deel van mensen met een zomerliefde vindt het eenmalige avontuur voldoende. ‘Vakantie voorbij, liefde voorbij’ is het motto van deze mensen. Toch is er ook een groep mensen die hun vakantieliefde een kans wil geven nadat de vakantie afgelopen is. Natuurlijk kunnen deze mensen tegen een aantal barrières aanlopen. Een van die barrières is de afstand. Het is moeilijk om een goede relatie te onderhouden wanneer je duizend kilometer van elkaar verwijderd bent. Gelukkig is daar het internet en de telefoon. Ook kun je tegen een taalbarrière aanlopen. Het Italiaanse gelispel van je zomerliefde kan in het begin erg aantrekkelijk zijn, maar wanneer elke poging tot een
serieus gesprek eindigd in onbegrip is het erg moeilijk om een relatie in stand te houden. Een andere barrière kan het cultuurverschil zijn. Kan jij wel echt wennen aan zijn of haar opvliegende temperament en kan hij of zij wel wennen aan je Hollandse nuchterheid? De grootste barrière is echter de werkelijkheid. Op vakantie leef je in een soort surrogaatwereldje waarin alles even heerlijk is. Het klimaat, het eten, de omgeving. Is je liefde nog steeds zo leuk als hij of zij elke dag in het grauwe Nederland chagrijnig voor de TV zit? Kan hij of zij wel wennen aan het klimaat en de omgeving in Nederland en vindt hij of zij jou nog steeds zo geweldig als jij in je sloebertrui de hele dag je neus kapot snuit (sja,verkoudheidje..) Zomerliefdes zijn meestal leuk en spannend, zolang je er goed mee om weet te gaan. Geniet ervan, zolang het kan. Creëer reële verwachtingen, dit zal je een hoop verdriet besparen bij het afscheid en de periode die daarop volgt. Ook wanneer je besluit om verder te gaan met je zomerliefde zijn er nog een hoop barrières die jullie zullen moeten overwinnen. Wanneer dit lukt, kun je er misschien een levenslange partner aan overhouden. Zo niet, dan resten er wel een hoop mooie herinneringen aan een geweldige vakantie. Laat die zomer maar komen!
Maart 2008
7
F.A.Q. op de fac
Veelgestelde vragen op de faculteit Door Eke Poortinga i.s.m. Berber Munstra
Tijdens het dagelijks spreekuur van de studieadviseurs komen regelmatig dezelfde vragen voorbij. Vragen waar een simpel antwoord op gegeven kan worden. Om je een bezoek aan een volle wachtkamer te besparen verschijnt voortaan een rubriek met F.A.Q’s. Staat je vraag hier niet tussen? Kijk dan in de studiegids of zoek op de website www.rug.nl/psy. Geen succes? Loop binnen bij de studieadviseurs (dagelijks spreekuur van 110012.00) of bel 050-3636301 om een afspraak te maken. In deze aflevering van de F.A.Q. voor studenten van elk Bachelorjaar een tip: Voor eerstejaars studenten die het afgelopen semester sommige vakken niet gehaald hebben is het een aanrader bladzijde vijf van de studiegids, met de hoofdregels uit de Onderwijs- en Examenregeling (OER) eens goed door te nemen. Er moet namelijk aan enkele voorwaarden worden voldaan om na het eerste jaar aan tweedejaars vakken te beginnen: - Je moet meer dan 45 EC van de propedeuse psychologie gehaald hebben. - Je moet de vakken “Overzicht van de psychologie” en Statistiek 1A” met een voldoende afgesloten hebben. Voldoe je aan deze eisen dan krijg je ‘beperkt en tijdelijk toegang tot postpropedeutische vakken’. Houdt wel rekening met een blokkaderegeling voor de statistiek vakken. Een voldoende voor “Statistiek 1B” is vereist om aan “Statistiek 2” te mogen beginnen. Zonder “Statistiek 2” mag je weer niet aan je Bachelorthese beginnen.
Op die bladzijde van de studiegids lezen tweedejaars studenten die in september inderdaad met zo’n beperkte toegang aan hun tweede jaar zijn begonnen, maar nog steeds niet alle vakken van de propedeuse op zak hebben, dat ze het komende semester de sokken erin moeten zetten. Zonder propedeuse krijgt men namelijk slechts beperkt en tijdelijk toegang tot het postpropedeutisch onderwijs. Dit is je aan het einde van het eerste jaar schriftelijk mede gedeeld. Het woord ‘tijdelijk’ in deze regeling, betekent dat je slechts één jaar van die beperkte toegang mag genieten. Heb je na dat jaar nog steeds niet alle vakken van de propedeuse binnen, dan wordt je uitgesloten van het verdere programma en zul je eerst je propedeuse af moeten ronden voor je weer verder mag studeren. Mocht je op zo’n blokkade afstevenen, dan kun je binnenkort een brief van de studieadviseur verwachten over een uitnodiging voor een voortgangsgesprek. Voor derdejaars studenten van psychologie dan nog de tip om uit te kijken naar de mastervoorlichting van Psychologie. De datum daarvan is op moment van schrijven nog niet bekend. Meer vragen en ook antwoorden vind je overigens op de website van de opleiding. Ga naar www.rug.nl/psy, ga vervolgens naar ‘informatie voor studenten’ en dan, dames en heren, ziet u nu aan uw linkerzijde de knop ‘veelgestelde vragen’. Tientallen vragen zijn overzichtelijk geordend in verschillende categorieën. Oftewel; de studieadviseurs presenteren u… lekkere hapklare brokken informatie. Een aanrader.
Vacatures Faculteitsraad Ben jij kritisch en mondig genoeg om je mening te geven èn bezit je voldoende initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel om je woorden om te zetten in daden? Dan ben jij de aangewezen persoon om te solliciteren voor de Faculteitsraad GMW! Als student-lid ben je gemiddeld één dag in de week bezig met werkzaamheden voor de Faculteitsraad. Hier krijg je een vergoeding voor. Geïnteresseerd? Stuur je motivatiebrief en CV vóór 28 februari naar:
[email protected] Als je vragen hebt kun je ons natuurlijk ook altijd mailen.
8
Jaargang 38 nummer 4
AUTEUR: Patrick Noordhof
Jagers tijden Het jachtseizoen. Een term die menig mens wel kent en vaak een negatieve ondertoon heeft. De jager gaat samen met collega jagers en zijn bloeddorstige jachthond op pad om onschuldige diertjes van het leven te beroven. In rare groene pakjes gestoken en met trofee behangen hoeden op, stappen zij door de modder om op zondag hun vers geschoten stukje vlees aan moeder de vrouw te kunnen tonen. Het prototype jager zou een welverdienende bal zijn die uit gekheid niet meer weet waar hij zijn plezier nog vandaan moet halen. Zijn Gooise echtgenote voelt zich zo belangrijk dat ze bang is haar gouden huidje te beschadigen aan het vleesgeweer van haar man (de liefde was toch al ver te zoeken) en dus koopt de beste man maar een echt geweer om andere wezens te beschadigen. Een ware psychopaat. Een pistoolpyromaan. De jacht is van oorsprong een natuurlijk iets. Al het vlees dat duizenden jaren geleden gegeten werd, was al levend zorgvuldig uitgekozen, benaderd, en afgetikt door een groepje masculien mannen met speren. Het sterven werd gegarandeerd door de lijdende prooi met stenen te bewerken. Trots zegevierend kwamen deze primitieven met het avondeten terug bij vrouw en kinderen en stond de hele avond in het teken van dit feestmaal. Tegenwoordig hebben we bio-industrie. Zonder dat we het zien, worden dieren langere tijd gepijnigd en getraumatiseerd. Als ze ‘rijp’ zijn, worden ze op gruwelijke wijze geslacht en verwerkt tot het enige wat we wel zien: dat lekkere stukje vlees bij de slager in de lokale supermarkt. Een optimaal en goedkoop systeem waar wij als mens optimaal van profiteren. De meeste mensen zijn het er wel over eens dat een dier beter een fijn leven kan leiden en vervolgens op slag zijn dood kent. Een minimale lijdensweg. Maar om dan die paar diertjes die we nog in het wild hebben rond lopen in Nederland dood te schieten voor het ogenschijnlijke plezier, nee, dat kan niet. Think again. Dieren die in het wild leven? Er is geen natuur meer in Nederland! Alle natuur is kunstmatig aangelegd of kunstmatig in stand gehouden.
allerlei verkeersgevaren en dergelijke. Een te grote populatie in een klein gebied zorgt ook voor stress onder de dieren waardoor ze hele landerijen en bossen kunnen vernielen. Ze gaan bijvoorbeeld landerijen vertrappen of met hun geweien bomen bewerken. Nederland is verdeeld in een aantal Wild Beheer Eenheden, zogenaamde WBE’s. Deze houden enkele malen per jaar wildtellingen, waarbij per gebied geteld wordt hoeveel reeën en ander wild er rond loopt. Aan de hand daarvan wordt bepaald hoeveel dieren geschoten mogen worden per gebied. De jager die dit gebied mag bejagen (hij pacht het land vaak van een boer) krijgt dan een target hoeveel dieren hij moet afschieten om de populatie optimaal in stand te houden. De jager probeert dan ook vooral de zwakke en zieke dieren af te schieten. Weg dus met de illusie van bier-reclame achtige, met testosteron doorzeefde mannen die hun ei alleen nog maar kwijt kunnen in het jagen. De jager is een zorgzame metroman die om de natuur geeft en een erg absurde mode kent. Dat hij een mals stukje vlees voor zijn gezin bereid is slechts bijzaak. Deze moderne metro-jager wordt ook nog beperkt in wanneer hij welk dier mag schieten. Er is niet één jachtseizoen, maar er zijn meerdere. Zo mag er slechts enkele maanden op de bok (mannelijke ree) geschoten worden en enkele andere maanden op de geit (vrouwelijke ree). Dit wordt optimaal afgestemd op de biologie van het dier. Jagen is dus meer dan voor het plezier konijntjes schieten. Jagen is beheren en de natuur in stand houden. Dankzij de jager hoeven we niet elke vijf minuten uit te wijken voor een overstekende ree en dankzij de jager zijn er überhaupt nog reeën. Eigenlijk zouden we allemaal moeten jagen. Back to basic!
De Nederlandse jager is niet zomaar een jager. De Nederlandse jager is een natuurliefhebber met een enorme kennis van het dierenrijk en de planten. Hij jaagt om de dierenpopulaties in stand te houden, omdat de kunstmatige natuur in Nederland dat zelf niet meer kan. Neem bijvoorbeeld de ree. Reeën hebben geen natuurlijke vijanden meer in ons land. Daardoor breidt de populatie reeën steeds sneller uit wat meerdere risico’s met zich mee brengt. Zieke dieren sterven bijvoorbeeld niet, waardoor ziektes zich sneller verspreiden. Deze verspreiden zich ook naar andere dieren, wat cruciale gevolgen kan hebben. Daarnaast hebben reeën een bepaald leefgebied nodig, en als er teveel in een gebied zijn, worden ze verstoten of weggejaagd. Dit zorgt voor
Maart 2008
9
AUTEUR: Sandra Lucas
‘De bevroren hel’ Ons eigen kikkerlandje heeft misschien geen optimaal klimaat. Voor de brandende zon of de besneeuwde bergtoppen trekken we allemaal wel eens naar Frankrijk of Oostenrijk. Maar het kan erger. Of beter gezegd, het kan extremer. Denk bijvoorbeeld aan de Noord- of Zuidpool met hun onvoorstelbaar lage temperaturen en schuivende ijslandschappen. Hoewel moeilijk voor te stellen, leven er mensen in deze gebieden! Aan welke weersomstandigheden moeten zij zich aanpassen? Wie leven er en waarom zijn ze daar? Met de Noordpool wordt vaak het gehele gebied ten noorden van de noordpoolcirkel (66° 33’NB) bedoeld, de zogenaamde Arctis. De naam Arctis is een verwijzing naar de sterrenbeelden Grote Beer en Kleine Beer (Arktos is Grieks voor Beer), die zich nabij de noordelijke hemelpool bevinden. Vandaar dat de Zuidpool Ant-Arctis, ofwel Antarctica, wordt genoemd. Antarctica wordt omringd door de Indische Oceaan en de Grote Oceaan. Van al het ijs op de wereld ligt 90% op Antarctica. Dit is landijs. De noordpool bestaat uit drijfijs. Antarctica is de koudste plek op aarde. De laagste temperatuur officieel ooit gemeten was op de zuidpool: -88°C. (Officieus zelfs -91°C). Antarctica heeft regelmatig te maken heeft met sterke oosten winden. Aan de kust is zelfs de hoogste windsnelheid op aarde gemeten! Antarctica heeft, buiten wat pinguïns en stormvogels, geen inheemse bevolking maar de noordpool wordt bevolkt door de Inuit die wij ook wel kennen als Eskimo’s. Overigens is het woord ‘Eskimo’ een scheldwoord. Het betekent ‘rauw vleeseter’ en werd gebruikt door de Canadese Indianen. De Inuit wonen aan de rand van het poolgebied op de toendra in houten huizen. Dat ze in iglo’s wonen is dus een fabeltje. Deze worden alleen gebruikt als ze ergens ver van huis moeten overnachten. Buiten de Inuit zijn er op beide poolgebieden vrijwel voortdurend onderzoekers aanwezig en zij verblijven op een aantal onderzoeksstations. Er wordt geschat dat er op het Antarctisch continent ongeveer duizend onderzoekers leven. Hoeveel dit er op de Noordpool zijn, is onbekend. Op de poolstations wordt
onderzoek gedaan op meteorologisch, geofysisch (naar natuurkundige eigenschappen van de aarde), geomagnetisch (naar het aardmagnetisch veld), hydrologisch (naar de eigenschappen van water in de atmosfeer) en soms ook biologisch of medisch gebied. Een leuk weetje is dat het Arctisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen een poolstation gebruikt in de plaats Ny-Ålesund op Spitsbergen (Noordpool). Zij doen onderzoek naar brandganzen. Sinds 1990 houden zij de populatie nauwkeurig in de gaten. Het onderzoek is gericht op het gedrag van ganzen, hoe ze voedsel vinden, het effect van de ganzen op de vegetatie, populatiecycli en ziektes. Meestal ligt de gemiddelde verblijfsduur tussen de zes en twaalf maanden. Eenzaamheid ligt op de loer als je zo lang van huis bent. Je bent als wetenschapper wel druk en het is natuurlijk mooi op de polen, maar ’s avonds even de kroeg in zit er niet bij. Aan de andere kant is het natuurlijk mogelijk dat er wrijving ontstaat tussen twee collega wetenschappers. Bij –80°C is een blokje om dan niet zo’n goed idee alhoewel een verhitte discussie op die manier aardig afkoelt. Kortom, als wetenschapper in een verlaten gebied is het balanceren tussen eenzaamheid en het goed houden van de contacten die je nog wel hebt. De poolonderzoekers hebben weinig “last” van een vijandig gezinde inheemse bevolking, maar des te meer van de vijandige natuurelementen zoals verraderlijk ijs, de plotseling omslaande weersomstandigheden, sneeuwstormen, gebrek aan voedsel en de lange afstanden die ze moesten afleggen. Uitputting en ontmoediging liggen voortdurend op de loer. In de winter zijn de poolgebieden gehuld in duisternis en een gebrek aan zonlicht lijdt tot winterdepressies. In de zomer wordt het teveel zonlicht juist een probleem. Dit is niet alleen schadelijk voor de ogen, maar op bijvoorbeeld Antarctica is de ozonlaag erg dun wat gevaarlijk is voor de gezondheid. Wanneer de onderzoekers geen poolstation hebben om te bivakkeren, zetten ze zelf barakken op. De onderzoekers dragen speciale kleding die aan de buitenkant water- en winddicht is en ruim zitt zodat er lucht tussen de kledinglagen zit die ze extra warm houdt. Naast goede kleding moeten poolonderzoekers ook uitgerust zijn met goede apparatuur. Denk niet alleen aan meetinstrumenten, maar ook aan middelen om op de plaats van bestemming aan te komen zoals ijsbrekers (schepen die door de ijszee heen kunnen breken), helikopters, jetski’s enzovoorts. Ook moet er voldoende voedsel mee, want een kampvuurtje maken om een pinguïn te roosteren is lastig. Een ander probleem is het goed houden van elektrische apparatuur. Een accu die in Nederland enkele dagen mee gaat, kan op Antarctica met een uurtje leeg zijn. Al met al lijkt het herfstige klimaat van Nederland, in vergelijking met de –80°C op Antarctica, helemaal zo slecht nog niet. Hoewel Nederlanders inderdaad één keer per jaar massaal op zoek gaan naar die besneeuwde bergtoppen houden de meeste zulke extreme weersomstandigheden toch liever voor gezien. Lang leve het gematigd zeeklimaat!
10
Jaargang 38 nummer 4
Maart 2008
11
AUTEUR: Jorn Verhagen
Staat het soms in de sterren Ik weet niet wat het precies is,maar maandagochtenden zijn voor mij nooit echt een bron van geluk geweest. Daar kwam de afgelopen week, op een wederom zware maandagochtend, verandering in. In de trein las ik in een alom bekend gratis dagblad het volgende: “Jupiter levert zijn bijdrage zodat je tot bloei komt in je werkomgeving. Dat kan leiden tot interessante ontmoetingen. Daar kan een belangrijke relatie tussen zitten die jou profijt zal brengen.” Ik moet bekennen dat normaal gesproken horoscopen uit de Spits mij persoonlijk niet zoveel doen, maar als Jupiter zich er persoonlijk mee gaat bemoeien, verandert dat de zaak. Mijn bui veranderde dan ook abrupt van een eerste klas chagrijn naar een tweede klas hypomaan. Die bewuste maandagochtend kon ik de hele wereld aan! Maar aan het einde van de dag bleek mijn euforie onterecht te zijn geweest. Hoewel mijn hart de hele dag vol verwachting klopte, kreeg ik geen interessante ontmoeting. Laat staan een ontmoeting met een belangrijke relatie die mij profijt zou komen brengen. Wellicht deed Jupiter gewoon niet genoeg zijn best, maar ik heb sindsdien nooit meer een horoscoop vertrouwd.
En toch sla ik de krant meestal niet dicht zonder even een kijkje genomen te hebben in de toekomst. En waarschijnlijk met mij een paar miljoen andere amateurastrologen. Astrologie is nog steeds onderdeel van onze wetenschappelijk gedreven westerse maatschappij. Uit de huidige populariteit blijkt dat de belangstelling voor de voorspellende kracht van sterren en planeten er in de loop van de eeuwen niet minder op is geworden. Opmerkelijk, aangezien astrologie elke vorm van wetenschappelijke verantwoording ontbeert. Vanwaar deze interesse? Hoe komt het dat zelfs in de 21e eeuw nog steeds meer mensen op de hoogte zijn van hun sterrenbeeld dan van hun eigen bloedgroep? Astrologie komt overal op de wereld voor en is van alle tijden. De westerse astrologie vindt zijn basis in de Griekse oudheid. Het woord ‘astrologie’ bestaat dan ook uit de Griekse woorden ‘astron’ (wat staat voor ster of sterrenbeelden) en ‘logos’ (wat ondermeer theorie
12
Jaargang 38 nummer 4
betekend). Het is een verzamelnaam voor ideeën over het verband tussen de stand van de hemellichamen en het lot van mensen en gebeurtenissen op aarde. De beweging van lichtpunten langs de hemel, zoals die van de zon, maan, planeten en sterren heeft mensen van alle tijden gefascineerd. De oude Grieken ontdekten regelmaat in deze bewegingen en probeerden de lichtpunten te beschrijven en te benoemen. Niet alleen gaven zij namen aan individuele lichtpunten, maar ook aan schijnbare samenstellingen van lichtpunten; de zogenaamde sterrenbeelden. Maar de astrologie deed meer dan alleen beschrijven en naamgeving (astronomie). Ze kende ook betekenis toe aan de posities van hemellichamen om daarmee de toekomst te voorspellen. Hét grote verschil tussen astrologie en astronomie is dan ook dat astronomen zich puur en alleen bezighouden met strikt waarneembare feiten. De scheiding tussen astronomie en astrologie kwam er pas na de middeleeuwen, met de opkomst van de natuurkunde. De systematische, empirische methoden van de natuurwetenschappen pasten niet meer bij astrologie. Daarnaast deden astronomen ontdekkingen die niet in overeenstemming waren met de visie van de astrologen. Een voorbeeld hiervan was het vernieuwde heliocentrische wereldbeeld van Copernicus en latere astronomen, die de aarde en planeten in een baan rondom de zon plaatsten. Astrologen werkten echter vanuit het klassieke
geschreven? geocentrische wereldbeeld, waarbij de aarde het middelpunt was. De bloei van de wetenschap sloot astrologie uit. Ook psychologisch wetenschappelijk onderzoek heeft hieraan een bijdrage geleverd. Zo ontwikkelde de astrologiecriticus Geoffrey Dean een onderzoek dat aantoonde dat horoscopen geen voorspellende waarde hebben of nuttige informatie bevatten. In zijn experiment moesten astrologen op basis van geboortehoroscopen verschillende proefpersonen van elkaar onderscheiden. Door middel van een betrouwbare psychologische persoonlijkheidsvragenlijst, de Eysenck Personality Inventory, selecteerde Dean zestig personen die zeer extravert of zeer introvert waren. De geboortehoroscopen van deze 120 proefpersonen werden verzonden naar de astrologen. Deze deden vervolgens een poging de extraverten van de introverten te onderscheiden. Het resultaat was dat het aantal correcte scores rond 50% lag. De astrologen hadden dus net zo goed hun keuzes kunnen maken door middel van het opgooien van een muntje. Het onderzoek werd herhaald voor emotioneel labiele personen en emotioneel stabiele personen, met dezelfde resultaten. Het wetenschappelijke punt van kritiek op astrologie is dat ze niet in staat is om concrete causale relaties aan te tonen tussen de stand van de hemellichamen en bijvoorbeeld iemand zijn karakter of toekomst. Daarom verhullen astrologen hun uitspraken vaak in weinig specifieke, vage voorspellingen, waaruit lastig een oorzaak-gevolg relatie af te leiden valt. Maar toch beweren astrologen dat het ene verband houdt met het andere. Word je geboren in mei, in het teken van de Tweeling, dan houdt dat bijvoorbeeld verband met een goed aanpassingsvermogen. Psychometrisch kunnen dit soort uitspraken wél wetenschappelijk op houdbaarheid worden onderzocht. Met behulp van grote gegevensbestanden en programma’s als SPSS kunnen dit soort verbanden tegenwoordig gemakkelijk getoetst worden. En iedereen die statistiek gevolgd heeft weet dat een verband pas van betekenis is wanneer het statisch significant is. Resultaten van dit soort onderzoeken tonen aan dat het onzin is dat bepaalde menselijke karaktertrekken meer voorkomen in bepaalde geboortetekens. Zo zijn Weegschalen niet significant evenwichtiger, zijn Steenbokken niet significant
koppiger en zijn Watermannen niet significant serieuzer dan andere geboortetekens. Soortgelijk onderzoek is gedaan naar de verdeling van geboortetekens in beroepen. En wat blijkt? Onder beroepsvoetballers zijn niet significant meer Kreeften en wetenschappers zijn niet allemaal Ram. Statistisch gezien worden de vermeende astrologische verbanden allemaal verworpen. Tot slot, denk je dat je als Boogschutter meer kans maakt op iemand uit het geboorteteken Kreeft, dan kom je wederom bedrogen uit. Het blijkt dat Boogschutters net zo lief met Kreeften trouwen als met Stieren, Watermannen of Boogschutters, of wie dan ook! Hoewel de wetenschap astrologie uitsluit, blijven horoscopen toch mensen aanspreken. Wie een horoscoop leest beschouwd het geschrevene meestal als juist. Zoals eerder gezegd kunnen uitspraken van astrologen op iedereen slaan, omdat die zo vaag en weinig concreet zijn. Je zult nooit een horoscoop lezen die beweert: “Vanmiddag om 14.00 uur zal je promotie ontvangen van je baas, met als gevolg 50% loonsverhoging”. Een grappig voorbeeld hiervan is een experiment van de Franse astroloog en psycholoog Michel Gauquelin. Gauquelin stuurde in 1968 aan 150 mensen één en dezelfde, tien pagina’s lange horoscoop. Hij zei erbij dat het de persoonlijke horoscoop van de deelnemer was, gebaseerd op grond van zijn of haar eigen geboortegegevens. Van de deelnemers zei 94% dat het een perfecte beschrijving was van zijn of haar karakter. In werkelijkheid ging het om de geboortehoroscoop van Marcel Petiot, een ter dood veroordeelde seriemoordenaar. Met dit alles gezegd lijkt het bijna vreemd dat zowat alle kranten kostbare ruimte verspillen met het plaatsen van een horoscoop. De populariteit van de horoscoop, en dus de astrologie, blijft echter aan de orde van de dag. Ik heb zelf geen idee waarom dit nog het geval zou kunnen zijn. Misschien wordt een horoscoop gezien als een stukje ontspanning. Wie vindt het nou niet leuk om met een weliswaar dikke knipoog even een kijkje in zijn eigen toekomst te nemen?
Maart 2008
13
De studententijd van ...
Jacco Kramer Tekst: Susanne Dieudonné Interview: Coosje de Vries
Ik heb van 1994 tot 2008 gestudeerd in Groningen, te beginnen met een jaar biologie en ben daarna overgestapt naar psychologie. Tussendoor heb ik geprobeerd om ook nog een beetje filosofie te doen, maar dat was vrij kansloos met mijn instelling. Ik ben gestopt met biologie omdat ik een hekel had aan plantjes en weefsels tekenen. Ik bedacht mij dat ik met de studie biologie later erg weinig kon doen. Ik kon docent worden of het onderzoeksvak in, maar geen van beide spraken me aan. Dus ben ik gaan kijken of er nog een andere leuke studie was. Ik kwam in aanraking met psychologie, omdat een studievriend van me ook de overstap maakte van biologie naar psychologie. Uiteindelijk vond ik het een ontzettend leuke studie. Het grappige is dat mijn statistiekvakken een drama waren, terwijl ik daar later les in ben gaan geven. Toen ik eenmaal mijn afstudeerrichting arbeids- en organisatie psychologie had gekozen ging het studeren een stuk voorspoediger, dat waren echt de leuke vakken.
“Ik weiger om ooit zo’n elektronische nepsigaret te roken” Mijn propedeuse heb ik bijna in één keer gehaald, vervolgens dacht ik dat ik het wel wat rustiger aan kon doen en heb vervolgens drieëneenhalf jaar geen punten gehaald. Daarna liep ik weer bijna nominaal. In die 3,5 jaar heb ik genoten van mijn studentenleven. Discipline is nooit mijn sterkste kant geweest. Ik heb wel discipline op een spontane, maar niet op een afgesproken manier. Het verschil tussen studeren nu en toen is dat de studenten nu meer in een korset gedwongen worden. Ik had in mijn tijd veel meer vrijheid. Tegenwoordig is er ook nog bindend studieadvies, waardoor studenten veel sneller moeten studeren. Psychologie is ook een veel grotere opleiding geworden. In mijn tijd waren er ongeveer 250 tot 300 eerstejaars, tegenwoordig is dat gegroeid tot het dubbele. Tijdens mijn studie had ik veel bijbaantjes. Ik ben begonnen als vakkenvuller bij een supermarkt. Later heb ik ook in wisselende periodes telemarketing werk gedaan.
14
Jaargang 38 nummer 4
Mijn gezelligste baantje was werken in de keuken van een verzorgingsflat. Eén van mijn collega’s werd mijn beste vriend. De sfeer was gewoon erg goed, je merkte nauwelijks dat je aan het werk was. Vanaf 1998 heb ik verschillende practica gegeven op de faculteit. Ik heb op verschillende plekken in de stad gewoond, anderhalf jaar in de Taco Mesdagstraat, daarna vier jaar in de Parklaan. Hier heb ik vooral een gezellige tijd gehad. Later in mijn studie had ik genoeg punten gespaard voor een eigen huisje in de Adriaan Pauwstraat.
“Je hoeft niet na 4 jaar met je diploma buiten te staan.” Ik heb mij nooit aangetrokken gevoeld tot studentenverenigingen. Bij biologie hoorde je weinig mensen over studentenverenigingen, later bij psychologie ook niet echt. In mijn omgeving was niemand lid van een vereniging, dus mij trok dit ook niet zo. Wel heb ik veel aan sport gedaan. Mijn voornaamste sport was basketbal. Daarnaast tennis, fitness, voetbal en squashen. Ook heb ik een tijdje meegedaan met bommen, omdat ik een meisje leuk vond die meedeed. Ik heb best respect voor mensen die bommen, ik had altijd enorme spierpijn de volgende dag! Bij het uitgaan kon je mij meestal vinden in de bruine kroegjes. Ik zat daar meestal met mijn basketbalvrienden en studievrienden. Ik ben nooit echt fan van disco’s geweest. Ik begon pas met drinken toen ik tweeëntwintig was, daarvoor dronk ik geen druppel alcohol. Op zich had ik geen problemen met niet drinken, maar als iedereen zat was en ik volkomen nuchter, was het iets minder leuk. Ik dronk niet omdat ik veel met sport bezig was, sporten was alles voor me. Tegenwoordig drink ik redelijk veel. Als ik nu een fles wijn open maak is ie meestal vrij snel leeg. Ik was vroeger ook absoluut tegen roken. Op mijn 26ste ben ik begonnen met roken, ik kwam toen net uit een relatie en ging wat meer de kroeg in. Een goede vriendin van me rookte, zo ben ik dus begonnen. Ik rook nu nog steeds
Door Eke Poortinga
best veel. En nee, ik weiger om ooit zo’n elektronische nepsigaret te roken, dat is niks voor mij. Ik ga mezelf niet voor de gek houden! Aan drugs deed ik niet echt, ik heb wel eens een jointje gerookt, maar verder niet. Tijdens mijn studie heb ik drie serieuze partners gehad. Met één heb ik zelfs samengewoond. Nu heb ik al 4 jaar een relatie met iemand die ik eerder statistiekles heb gegeven. Ze studeert nu diergeneeskunde in België. Ik ben begonnen met mijn bijlessen, doordat een vriend van mij vroeg of ik zijn bijles wilde overnemen. Ik geef nu al een tijdje statistiekcursussen, omdat ik het leuk vind om les te geven. Ik verzorg voor bijna alle statistiekcursussen bijlessen. Verder geef ik nog les aan de avondopleiding van de Stichting Pedagogische Opleiding. Naast ongeveer 20 uren lesgeven is er ook nog veel administratief regelwerk. Heel veel studenten blokkeren bij het woord statistiek. Ik probeer die blokkade weg te nemen. De blokkade wegnemen is het halve werk. Tips die ik de student graag mee wil geven is dat je moet genieten van je studententijd. Focus je niet te veel op studievertraging. Je moet natuurlijk wel gemotiveerd met je studie omgaan en niet alleen maar feesten. Maar zorg dat je een leuke studententijd hebt en weet je prioriteiten te stellen. Je hoeft niet na 4 jaar met je diploma buiten te staan.
De paus wrijft zich in zijn handen. Vierhonderd jaar nadat de kerk Galileo Galileï tot levenslang huisarrest veroordeelde, op straffe van zijn uitspraken over de aarde die om de zon draaide, lijkt de poging van de paus tot het volhouden dat de aarde het middelpunt is geslaagd. Uit een onderzoek van de Europese Commissie naar wetenschappelijke kennis Galileo Galilei blijkt namelijk dat maar liefst 29 procent van de Europeanen denkt dat de zon om de aarde draait. Omdat wij Europeanen zijn (en ook nog eens alfa’s) kunnen we waarschijnlijk wel een kleine natuurkundige opfrisser gebruiken; wat draait waar omheen en hoe ontstaan de seizoenen? Galileo Galileï had toch gelijk. De aarde draait in een baan, de ecliptica, om de zon heen. Terwijl de aarde in die baan beweegt draait hij ook om zijn eigen as heen, die van de noord- tot de zuidpool loopt. De hele baan om de zon duurt een jaar, het draaien om de eigen as duurt 24 uur. De stand van de aardas zorgt voor het ontstaan van de seizoenen. De aardas staat namelijk niet loodrecht op de ecliptica, maar heeft een afwijking van 23,5 graden. Door het bewegen van de aarde in zijn baan om de zon, verandert de stand van die aardas. Door de wisselende stand van de aardas ten opzichte van de zon wordt de aarde het hele jaar door op een andere manier door de zon beschenen. Het is ’s winters niet kouder omdat de aarde verder van de zon af staat, maar het is kouder omdat door een grotere hoek ten opzichte van de zon, een even groot aantal zonnestralen een groter gebied van de aarde moet verwarmen. In december staat de noordpool van de zon afgekeerd en is het winter op het noordelijk halfrond. Het zuidelijk halfrond krijgt juist meer zonlicht, daar is het dan zomer. En zo passen de vier seizoenen precies in die baan van een jaar.
Maart 2008
15
VIP-PAGINA’S GalantGala 2008 Op 17 maart organiseert de VIP in samenwerking met tien andere verenigingen het GalantGala. Vanaf 23.00 uur zal het feest in Huize Maas losbarsten. Dit jaar is het thema ‘Chique de Mystique’, wat betekent dat het een gemaskerd bal is. Om 0.00 uur zal de officiële opening plaatsvinden, waarna een band ervoor zal zorgen dat de sfeer op het goede niveau komt. Tegen de klok van 04.00 uur zal het gala afgelopen zijn. Een kaartje zal 28,50 euro kosten, dit zal het enige geld zijn dat je deze avond nodig hebt, want de drank en de garderobe zijn afgekocht. Je kan onbeperkt bier, fris, wijn en binnenlands gedistileerd bestellen zonder dat je ervoor hoeft te betalen! Tot de 17de!
16
Jaargang 38 nummer 4
VIP-PAGINA’S Van 20 tot 25 juli is er in Berlijn het Internationale Congres der Psychologie. Op dit congres worden 8000 mensen en veel bekende sprekers verwacht en vrijwel alle richtingen binnen de psychologie zullen aan bod komen. Een buitenkans, want dit congres wordt slechts vier keer per tien jaar gehouden, en om te illustreren hoe bijzonder het is dat het ICP ‘in de buurt’ wordt georganiseerd: vorige keer was het in Peking en volgende keer zal het in Kaapstad georganiseerd worden. Vandaar dat het een stel actieve leden binnen de VIP een goed idee leek om hier naar toe te gaan! We zullen drie dagen in Berlijn zijn om te genieten van het congres. Ook zullen we het mooie Berlijn verkennen. Maar wat gebeurt er allemaal op een dergelijk congres? Wat is er te doen, te zien en natuurlijk te horen? In de eerste plaats is een congres een plaats om in contact te komen met medepsychologen. Het is dé plek bij uitstek om te netwerken en nuttige contacten te leggen met psychologen van verschillende of juist dezelfde vakgebieden, in dit geval ook over de grens. Daarnaast word je door middel van verschillende lezingen en symposia op de hoogte gehouden van de nieuwste ontwikkelingen op je vakgebied. Nieuw binnen dit congres zijn de ‘controversiële debatten’. Deze debatten zullen geleid worden door een aantal van de beste wetenschapspsychologen in de wereld. Enkele vraagstellingen zijn: - Functional neuroimaging has already told us a lot about cognition: Yes or No? - Managing diversity at school: Should students be grouped by their ability? De organisatie hoopt op deze manier dat er meer gediscussieerd zal worden gedurende het hele congres. Naast de lezingen, symposia en debatten worden er ook workshops en seminars georganiseerd en worden er verschillende tripjes naar universiteiten en andere interessante wetenschappelijke locaties in Berlijn georganiseerd. Om dit voor 8000 mensen mogelijk te maken wordt gebruik gemaakt van het International Congres Center Berlin. Dit is het grootste congrescentrum van Europa. Er zijn tachtig zalen en kan plaats bieden aan 9.100 mensen. Het Center zelf is eigenlijk al een bezoekje waard.
Naar het congres dus! We hopen dat er veel mensen mee gaan, om van deze bijzondere gelegenheid gebruik te maken. Wij organiseren de reis, het verblijf, en toegang tot het congres. Kosten zullen rond de €250,- liggen. We zullen verblijven in een youth hostel, en gaan waarschijnlijk ook het nachtleven in Berlijn verkennen. Geïnteresseerd? Stuur snel een mailtje naar
[email protected], en we houden je op de hoogte van al onze vorderingen! Namens de ICP-werkgroep, Daan Ornée
Maart 2008
17
Kolom Patrick Noordhof
Idols verkiezingen “Volgens mij kunnen wij er als jury net zo goed mee stoppen. Het publiek denkt het kennelijk beter te weten en negeert compleet onze adviezen.” Aldus Gordon tijdens één van de afvalrondes van het welbekende Idols. Het paard wordt op zijn manen gekozen en er wordt vergeten hem in de bek te kijken. We zien het steeds vaker. Als naïeve kijker mogen wij beslissen over het lot van gepassioneerde kandidaten onder het mom van ‘veel subjectieve stemmen maken een objectief oordeel’. Een ‘objectief oordeel’ dat vaak anders blijkt te zijn dan de mening van een weliswaar kleine maar des te vakkundiger groep experts. Gebruikt de kijker misschien andere kiescriteria? Absoluut. Sterker nog, de kijker kiest grotendeels op gevoel. Als er een fysiek aantrekkelijke dame of heer op het podium staat, weten we van te voren al dat een deel van het andere geslacht op hen stemt. Ook een onhandige verspreking of een uitbundig huppeltje zijn garantie voor een hoge score. Hetzelfde zien we terug bij de gekozen burgemeester. Het duivelsei van de vorige regering waar nog steeds op gebroed wordt. In Eindhoven is de verkiezing van een burgemeester al uitgelopen op een catastrofe. Na een lang uitstellen was er op de definitieve dag een dramatisch lage opkomst en is het referendum niet bindend bevonden. Het bindend burgemeestersreferendum is de ultieme vorm van democratie waarin het proletariaat steeds meer macht krijgt door binnen een kleine gemeente zelf hun leider te kunnen kiezen. De vraag is of het volk wel capabel genoeg is om deze belangrijke keuze te kunnen maken. Het volk kiest zijn Idol op de markt. De kandidaat die zich op zijn zeepkist het meest geliefd kan maken wordt de nieuwe burgemeester. Koefnoen illustreerde dit op een geniale manier bij de landelijke verkiezingen, waar het ook steeds meer op een Amerikaanse situatie begint te lijken. We zien ABBA fan Balkenende en Wouter Bos in de Idols-studio staan alwaar ze beiden een lied ten gehore brengen om vervolgens beoordeeld te worden door de smsende kijker. Amerikaanse verkiezingen. De ultieme idols verkiezing. We zouden door de media al bijna gaan geloven dat de verkiezingen tussen Barack Obama en Hillary Clinton gaan, maar dat was nog maar slechts binnen de democratische partij. Het circus dat ‘American Elections’ heet. De inhoud van de verkiezingsprogramma’s lijkt slechts bijzaak te zijn naast de miljoenen dollars kostende marketing. Scoort Obama iets beter dan Clinton als hij een groep kinderen achter zijn laatste speech had staan? Dan doet mevrouw Clinton dat toch ook gewoon. Nee, wel overwogen kiezen doet de gemiddelde kiezer bij dit soort verkiezingen niet. Het zijn de charme en de looks die het hem doen. Daarom wil ik bij deze graag een motie indienen. Laten we met z’n allen de mensen die er verstand van hebben de burgemeesters en president laten kiezen en ons er vooral niet mee bemoeien. En mocht dit niet realiseerbaar zijn, dan wil ik mijn favoriete partij vragen of ze het niet willen overwegen om een echte Idol aan te trekken: Floortje uit seizoen drie. Zij was veel schattiger en leuker dan die Raffaëla. Vooral toen ze in één van de voorrondes een paar gigantische fouten maakte! Zij had moeten winnen!
18
Jaargang 38 nummer 4
Afgestudeerden Masterbul
A. Broersma
H.R. Hamer
L. Waanders C.G. Carmelia E.L.E. de Vries A.G.Veenstra E. Jurjens H.A. Bosma D. Hartlief M.E. Jekel J. van de Worp D.C. van Zwieten F.A. Lummen B.A. Feenstra F. Giesberts J.J. Witteman R. Hulshoff L.J. Kok A.F. Mobron M.Vermaat L. de Haan S.P. Knuijver A.J. Feddema A.R. Battja K.A. Cordemeijer H.K. Kikkert M.B. van Vilsteren M.C. Eisma E.E.B Kolhoff M.C. Meijer H.J. Evers E. Batting H.J. Jacobs
K&O
K&O K&O H&G SPT H&G K&O K&O K&O K&O AOP SPT K&O SPT SPT K&O K&O K&O K&O H&G H&G H&G K&O SPT K&O H&G K&O K&O H&G H&G H&G K&O K&O
AUTEUR: Aukje Molenaar
V akevaluaties psychologie Bij elk tentamen ligt het er weer: het evaluatieformulier. Na je tentamen nóg dertig vragen beantwoorden, waar doe je dat eigenlijk voor? Voor de verbetering van het onderwijs! Hoe het onderwijs kan worden verbeterd door het invullen van het evaluatieformulier lees je hieronder.
Het evaluatieformulier (zie volgende twee pagina’s) Na elk tentamen leveren bijna alle psychologie studenten hun evaluatieformulier in. Deze formulieren worden gescand en de computer berekent per vraag de gemiddelde score per vraag (pijl 1). Deze scores worden vervolgens tegen drie verschillende cijfers afgezet. Ten eerste worden de scores vergeleken met de gemiddelde scores die alle vakken samen uit het vorige studiejaar behaalde Bijvoorbeeld: het tweedejaars vak BA2-08 uit 2006-2007 wordt vergeleken met de gemiddelde score van alle tweedejaars vakken uit 2005-2006 (zie pijl 2). Vervolgens worden de cijfers afgezet tegen de cijfers die hetzelfde vak haalde in het vorige studiejaar Bijvoorbeeld: BA2-08 uit 2006-2007 tegen BA2-08 in 2007-2008 (zie pijl 3). Ten slotte zien we ook de vergelijking tussen de scores van het vak in het vorige studiejaar ten opzichte van het studiejaar daarvoor Bijvoorbeeld: BA2-08 uit 2005-2006 ten opzichte van BA2-08 uit 2004-2005 (zie pijl 4). Naast de gesloten vragen op de voorkant van het formulier kunnen studenten ook op- en aanmerkingen op de achterkant van het formulier kwijt. Deze opmerkingen worden geïnventariseerd door de jaarvertegenwoordiging (BA1 en BA2) of door een student-assistent (BA3 en master). Door de eerste- en tweedejaarsvertegenwoordigingen wordt er een evaluatieverslag over de vakken geschreven dat tijdens een semesterbespreking met de betrokken docenten wordt besproken. Tijdens deze vergadering worden eventuele verbeterpunten geformuleerd, met daarbij zo concreet mogelijke afspraken over aanpassingen van de cursus qua vorm of qua inhoud naar aanleiding van de evaluatiegegevens. Het is dus van groot belang dat je de evaluatieformulieren invult! Ook de geschreven opmerkingen zijn van groot belang: laat ons weten wat je vindt! Vanaf volgend studiejaar zal de cursusevaluatiemethode enigszins worden aangepast. Daarbij zal ook het evaluatieformulier op een aantal punten worden bijgesteld. De bovenbeschreven wijze van presentatie zal wel worden gehandhaafd. Contact met de jaarvertegenwoordiging?
[email protected]
Maart 2008
19
20
Jaargang 38 nummer 4
Maart 2008
21
AUTEUR: Stephanie Bennett
Help, ik ben een winterbaby!
Is de ontwikkeling van de levensloop seizoensgebonden?
Het is het grondbeginsel van de astrologie: de periode van geboorte heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de persoonlijkheid en de levensloop. Maagden zijn perfectionistisch, boogschutters zijn avontuurlijk. Vaak wordt er binnen de astrologie een breder verband gezien tussen geboorteseizoen en de ontwikkeling van de persoonlijkheid of de levensloop. De wetenschap is iets terughoudender op dit vlak. Toch zijn er resultaten gevonden die een verband tussen geboorteseizoen en ontwikkeling aantonen. Wat zeggen de astrologie en wetenschap over deze verbanden? Zijn er overeenkomsten te vinden tussen beide? De ‘Winterbaby’ Astrologie: Winterbaby’s zijn meestal vrij onzeker. Ze zijn passief, maar wel zeer flexibel. Bovendien zijn ze intuïtief en verdraagzaam. Omdat ze de neiging hebben overal bezwaren bij te zoeken, lukt het hen vaak niet om gemaakte plannen uit te voeren. Andere kenmerken van winterbaby’s zijn berekendheid en voorzichtigheid Wetenschap: Uit onderzoek is gebleken dat winter- en lentebaby’s tien procent meer kans hebben op schizofrenie dan zomer- en herfstbaby’s. De precieze oorzaak van dit verband is echter nog steeds niet duidelijk. Een groot longitudinaal onderzoek waarbij kinderen vanaf de geboorte tot aan het zevende levensjaar werden gevolgd, had een nogal verbazende uitkomst: de groep winter- en lentebaby’s ontwikkelden zich (na een initiële achterstand op de zomer- en herfstbaby’s) tot grotere, slimmere kinderen. Ook waren zij motorisch beter ontwikkeld dan zomer- en herfstbaby’s. De causaliteit van dit verband is ook hier niet duidelijk. Narcolepsie (slaapstoornis die gekenmerkt wordt door slaperigheid die overdag optreedt) komt vaker voor bij winterbaby’s. Vooral voor baby’s die in maart geboren zijn schijnt er een groot risico te zijn op deze stoornis. De ‘Lentebaby’ Astrologie: Lentebaby’s zijn meestal zelfbewust. Ze kunnen goed de mooie dingen in het leven ontdekken en zijn toekomstgericht. Ze zijn in het bezit van een intellectuele honger en nemen vaak makkelijk en zelfbewust een besluit. Andere kenmerken van lentebaby’s zijn openheid en spontaniteit. Wetenschap: Zoals reeds geschreven hebben lentebaby’s (net als de winterba-
22
Jaargang 38 nummer 4
by’s) meer kans op schizofrenie. Ook bleek uit het eerder genoemde longitudinale onderzoek dus dat zij slimmer, groter en motorisch beter ontwikkeld waren dan de zomer- en herfstbaby’s. Er schijnen verder weinig andere voor- of nadelen te kleven aan de lentebaby. De ‘Zomerbaby’ Astrologie: Zomerbaby’s hebben (heel toepasselijk) een zonnige persoonlijkheid. Ze houden van reizen en zijn avontuurlijk. Door hun warmte, passie en empathie zijn ze vaak een voorbeeld voor anderen. Andere kenmerken van een zomerbaby zijn hun vermogen om innovatieve plannen te bedenken. Ook hebben ze een aangeboren talent voor leiderschap Wetenschap: Zomerbaby’s hebben meer kans op multiple sclerose en astma. Deze bevinding is in verschillende onderzoeken naar voren gekomen. Weer is de causaliteit niet duidelijk. De ‘Herfstbaby’ Astrologie: Herfstbaby’s zijn vaak in zichzelf gekeerd en relatief gezien, vrij introvert. Ze zijn bespiegelend en vinden het prettig om alleen te zijn. Ze zijn rijper en wijzer dan de andere types, maar kunnen zich niet altijd even makkelijk aan nieuwe situaties aanpassen.. Wetenschap: Net als de zomerbaby’s hebben de herfstbaby’s meer kans op multiple sclerose en astma. Waar de winterbaby’s de grootste kans heeft op narcolepsie, hebben de herfstbaby’s daar de minste kans op (vooral bij een geboorte in september) Uit de voorgaande bevindingen wordt duidelijk dat er tussen de astrologie en wetenschap weinig tot geen overeenkomsten te vinden zijn tussen het geboorteseizoen en de verdere ontwikkeling van de levensloop. De oorzaak hiervan is waarschijnlijk dat er binnen de wetenschap nog weinig onderzoek is gedaan naar het verband tussen geboorteseizoen en persoonlijkheid, maar wel naar geboorteseizoen en (geestes)ziekte. Binnen de astrologie draait het daarentegen voornamelijk om het verband tussen persoonlijkheid en geboorteseizoen. Het belangrijkste verband tussen geboorteseizoen en ontwikkeling lijkt voorlopig de veel hogere prevalentie van schizofrenie bij winter- en herfstbaby’s te zijn. Wellicht zal er in de toekomst meer duidelijk komen over het (al dan niet bestaande) verband tussen geboorteseizoen en ontwikkeling van de levensloop.
Diemensies’ POT
[AUTEURS] Ann Christin Uphaus & Rudolf Leermakers
De POT met Pierre Catecholamini Recept - gemarineerde kip drumsticks (1 kilo) - kastanje-champignons - citroenschil (hele schil erbij, sap/vrucht eruithalen) - zout - knoflook (paar teentjes) - sambal badjak - rijst - sperziebonen
H
et begint inmiddels vaste prik te worden. Elke POT begint met een avontuur: een bezoekje aan de persoon in kwestie op de faculteit en enige weken later dwalen we ergens rond in de Groninger provincie, op zoek naar een huis. Ervaring leert ons dat enige voorbereiding altijd tot zijn recht zal komen, dus waren we dit maal bewapend met het juiste adres en een kaart. De kaart had ook best van een andere stad mogen zijn, want voor ons gevoel is Lewenborg met geen kaart te beschrijven. Gelukkig wist een vriendelijke jongeman ons ‘bij de T-splitsing rechtdoor’ te sturen, waarna we vrij spoedig onze bestemming vonden op een plek waar we uiteraard al eerder waren geweest. Bij binnenkomst ruikt het al lekker, dus wat het eten betreft hebben we er meteen vertrouwen in. Dit vertrouwen werd versterkt door het feit dat Pierre Cavalini in zijn studententijd in een kookclubje had gezeten en ons wijze kooktips van zijn oma bijbracht. Als het eten bijna klaar is, wordt de dochter des huizes gevraagd om de tafel te dekken. Miriam, 15 lentes jong, bevindt zich in de standaard puberhouding voor de televisie: uiterst relaxed onderuit gepositioneerd in een fauteuil waar ze drie keer in past. Na een welgemeend “Waarom moet ík dat doen?”, manouvreert ze zich uit haar standbypositie. Onder het bereiden van de salade vertelt Pierre dat hij, voordat hij fulltime docent werd,
- eikenbladsla - feta (plakje) - 3 tomaatjes - halve paprika - augurken eerst twintig jaar onderzoek heeft verricht. Zijn interesse ging onder Zout bij het bakken van de de champignons andere uit naar de invloed van (maakt de champignons een stuk lekkerder, stress op het ziekteverzuim van omdat zo het vocht in de champignons blijft buschauffeurs. Hierna maakte hij zitten) deel uit van een onderzoeksgroep Rode wijn; Jacob’s Creek, Cabernet Merlot. die de stank van de welbekende Merlot van het zuidelijk halfrond is altijd goed. suikerfabriek aan de westkant van Groningen onderzocht. Na zo vele jaren onderzoek te geven. Direct na elkaar, exact hetzelfde, de hebben gedaan, heeft Pierre een tijdelijke eerste in het Nederlands, de tweede in het aanstelling als docent gekregen bij Engels, alleen was het frappante dat er beide Psychologie. Maar in tegenstelling tot zijn keren eigenlijk alleen maar Nederlandse collega’s is hij alleen docent, in plaats van 50 studenten aanwezig waren. procent docent en 50 procent onderzoeker. Naast koken, hard studeren en sporten, Toen Pierre hier op de faculteit kwam heeft Pierre ook enige tijd bij Diemensies werken had hij het gevoel “terug te keren doorgebracht(!). Na het archief in te zijn in het nest”. Omdat hij in Groningen had gedoken, vinden we inderdaad iets van gestudeerd, voelde hij zich in de buurt van Pierre’s hand. Een tweedelig “Over leven zijn eigen hoogleraren en oude bekenden onder wolven” wordt teruggevonden in snel op zijn gemak. een editie van Diemensies van 1982. Ze Dit jaar heeft hij het vak beschrijven het verhaal over de wolfskinderen Gegevensverzameling overgenomen van die in 1926 in het oerwoud van India werden de inmiddels gepensioneerde Hans van de gevonden: Junglebook, maar dan echt Sande. Daarnaast leert hij studenten in het gebeurd. Naar schatting waren de meisjes tweedejaars vak Onderzoeksmethoden de een jaar of acht toen zij gevonden werden. vaardigheden, die hij zelf jarenlang in de Eén van hen ging na een jaar dood, maar de praktijk heeft toegepast. Enthousiast liet ander heeft voor ze overleed nog acht jaar Pierre ons weten dat zijn groep studenten in een weeshuis doorgebracht. Zijn stukken van vorig jaar de relatie tussen bijbaantjes die aansloten op zijn scriptie over stress, en succes in de studie heeft onderzocht. gepubliceerd onder de pseudoniem ‘Pierre Afgelopen jaar heeft Pierre ook twee Catecholamini’, waren tot onze grote spijt gastcollege’s over groepsprocessen aan niet terug te vinden in onze archieven. bedrijfskundige studenten aan de VU mogen
Maart 2008
23