KNNV afdeling Apeldoorn
DE VIER JAARGETIJDEN
2
Jaargang 2014, nummer 3
INHOUD Voorwoord
3
Programma 3e kwartaal 2014
4
KNNV Natuurboeken Informatie
5
HERINNERING -- Natuurdag Apeldoorn 27/28 september 2014
6
Officiële opening Park Zuidbroek
7
Herinneringen aan Bram
8
Dagvlinders rond Apeldoorn
9
Nachtzwaluwen tellen op het Kootwijkerzand
12
Beestjes kijken in de omgeving
13
Big Day 2014
15
Vogels en natuurlijk ...
16
Veldsalie – een plant van kalkrijk grasland
17
KNNV op bezoek bij het Waterschap
18 ----------
Algemene informatie KNNV afdeling Apeldoorn
20
Ledenmutaties
21
Bijlage bij de KNNV boeken informatie
22
Opzeggen van het lidmaatschap kan uitsluitend schriftelijk of per e-mail (wordt definitief als dit per email bevestigd is) en wel per 1 januari met een opzegtermijn van 2 maanden (dus uiterlijk 31 oktober).
Ontwerp en foto’s voorpagina: Nina de Vries UITERSTE INLEVERDATUM KOPIJ 2014 – nr. 4: 1 september 2014
2
De Vier Jaargetijden 2014-3
Voorwoord Jan den Held Van dagvlinders tot nachtzwaluwen, en van paddenstoelen tot zuiveringsinstallaties – het is allemaal te vinden in deze aflevering van De Vier Jaargetijden. Nina de Vries schreef een overzichtelijk artikel over dagvlinders rond Apeldoorn en Yvonne Zwikker interviewde Olga van der Klis over nachtzwaluw-tellingen, waaruit een informatief verhaal voortkwam. Nog meer insekten in de bijdrage van Rob Versteeg, die een aantal interessante lokaties in de naaste omgeving beschrijft. En dan natuurlijk nog de artikelen over Nonnenkapkluifzwam, Big Day 2014, Waterschap , Veldsalie, de opening van Park Zuidbroek .... Verder kijken we met spanning uit naar de happening aan het begin van de herfst: de Natuurdag Apeldoorn, te houden op 27 en 28 september. Een evenement dat KNNV, IVN en Stichting Veldwerk gezamenlijk organiseren. Verderop in dit nummer vindt u een korte beschrijving. Komt allen op deze leerzame en gezellige dag!
3
De Vier Jaargetijden 2014-3
Programma 3e kwartaal 2014 De excursies van de Insectenwerkgroep worden bekendgemaakt op de website. Voor alle excursies geldt: raadpleeg de website http://www.knnv.nl/agenda/310 of informeer bij de werkgroepcoördinator, in het bijzonder leden die deel willen nemen aan een activiteit van een werkgroep waar ze geen lid van zijn.
datum di 15 juli do 24 juli
activiteit Plwg. Inventarisatie Koningsbeek Wg S&B, excursie Loenen en Voorster Klei
ma 28 juli
Pawg. Excursie Berg en Bos
di 5 aug.
Plwg. Excursie Beekbergerwoud Pawg. Excursie Ereveld Loenen Wg S&B, fiets/wandelexcursie langs de herstelde Orderbeek Iwg. Werkgroepavond Wg S&B, werkgroepavond Pawg. Excursie Berg en Bos
ma 11 aug. do 14 aug.
di 19 aug. do 21 aug. ma 25 aug. di 26 aug.
di 2 sept.
Plwg. Inventariseren stadsblok Pawg. Werkgroepavond Vwg. Avondwandeling De Ossenwaard Vwg. Werkgroepavond
za 6 sept
Vwg. Excursie
ma 8 sept.
Pawg. Excursie Leusveld, Hall Plawg. Werkgroepavond Iwg. Werkgroepavond Wg S&B, wandelexcursie Nijmolense beek te Vaassen Vwg. Wandeling Hoog Buurlo Pawg. Excursie Berg en Bos
di 26 aug. di 26 aug.
di. 9 sept. di. 16 sept do 18 sept. za 20 sept. ma 22 sept. di 23 sept. za 27 en zo 28 sept.
Pawg. Werkgroepavond Natuurdag-Apeldoorn
toelichting 19.00 uur verzamelen bij Café de Hamer, Zwolseweg Vertrek om 13.30 uur per fiets vanaf eetcafé De Nieuwe Ruys, Lierderstraat 73 Lieren (hoek Kanaal); voor fietsvervoer naar vertrekpunt contact opnemen met Jan Folbert 0553561877 13.30 uur verzamelen aan het einde van de Asselsestraat ter hoogte van de ingang van Trim Apeldoorn 18.30 uur verzamelen Kanaal Zuid bij Landrostlaan 13.30 uur verzamelen parkeerplaats van het Ereveld, Groenendaalseweg 64, Loenen Vertrek om 13.30 vanaf de Dekamarkt, Ordenplein
19.30 uur Torricellistraat 2-26, Apeldoorn 20.00 uur Torricellistraat 2-26, Apeldoorn 13.30 uur verzamelen aan het einde van de Asselsestraat ter hoogte van de ingang van Trim Apeldoorn 18.30 verzamelen parkeerplaats Dubbelbeek bij ingang Kinderboerderij 19.30 uur Torricellistraat 2-26, Apeldoorn Vertrek om 18.30 uur van Meubelboulevard 20.00 uur Wijkcentrum De Groene Hoven, Koninginnelaan 280, Apeldoorn Nog onbekend waarheen. Voor nadere gegevens zie website of informeer bij coördinator 13.30 uur verzamelen bij de kerk in Hall 19.30 uur Torricellistraat 2-26, Apeldoorn 19.30 uur Torricellistraat 2-26, Apeldoorn Vertrek om 14.00 uur vanaf Bed & Stal, Isendoornweg 10, Vaassen Vertrek 8.00 uur van Carpoolplaats Europaweg/Hoog Buurloseweg 13.30 uur verzamelen aan het einde van de Asselsestraat ter hoogte van de ingang van Trim Apeldoorn 19.30 uur Torricellistraat 2-26, Apeldoorn 10.30 uur tot 16.30 in en bij Het Woldhuis, Woldhuis 6, Apeldoorn Bekijk de website www.natuurdag-apeldoorn.nl voor alle activiteiten
4
De Vier Jaargetijden 2014-3
KNNV natuurboeken informatie Joke Tammen Met deze rubriek houden wij u op de hoogte van de meest recente publicaties van de KNNV Uitgeverij. Voor een totaal overzicht van alle KNNV uigaven is het beslist de moeite waard om eens op de website www.knnvuitgeverij.nl rond te neuzen. Hieronder een overzicht van de boeken die we in Apeldoorn op dit moment in voorraad hebben. UIT VOORRAAD LEVERBAAR: • Zakgids Vogels van Nederland. Ledenprijs € 11,65 • Herkenningskaart Vogels van Nederland. Ledenprijs € 4,45 • Herkenningskaart (wilde) Dieren in de tuin. Ledenprijs € 4,45
UIT VOORRAAD LEVERBAAR UIT DE SERIE “IN BEELD”: • Bijna de gehele serie in voorraad. Ledenprijs actieprijs € 3,00 per boekje zolang de voorraad strekt ! Deze leuke boekjes komen niet meer in de herdruk ! NIEUWE UITGAVEN EN AKTIES VAN DE KNNV UITGEVERIJ: • Natuurreisgids Eastern Rhodopes-Griekenland en Bulgarije Auteurs: Dirk Hilbers, Herman Dierickx, Alex Tabak en Albert Vliegenthart. Ledenprijs: € 23,35 • Stadsvogels in hun domein. Auteur: Jip Louwe Kooijmans Ledenprijs € 13,45 • Natuurreisgids Northeast Poland-Polen, Bialowieza en Wigry.Auteurs: Dirk Hilbers eb Bouke ten Cate. Ledenprijs: € 23,35 • De Waterkevers van Nederland. Auteurs: Bas Drost, Hub Cuppen, Erik van Nieukerken, Michiel Schreijer. Ledenprijs: € 31,45
Uitgaven te bestellen via tel: 055 3664087 of mail:
[email protected] • • • • • •
OUDE BOEKEN SERVICE Wat doet u met die mooie maar wellicht oude natuurboeken die u niet meer leest? Zonde om ze weg te gooien, maar wat doe je ermee? De OUDE BOEKEN SERVICE helpt je om een KNNV-lid te vinden die jouw mooie oude boeken wil overnemen. Ga naar de website httsps://docs.google.com. Log in met gebruikersnaam:
[email protected] en wachtwoord: boek100service. Open het bestand 2e hands boeken KNNV. Hier zie je een lijst met boeken die KNNV-leden graag willen overdragen aan andere KNNV-leden. Je ziet o.m. de titel, uitgavejaar, naam, telefoonnummer en e-mail van de aanbieder en de prijs. Het bedrag is niet voor de aanbieder maar is voor onze afdeling. Wil je boeken overnemen? Bel of mail de aanbieder en maak een afspraak om het boek te bekijken. Als je het boek wilt overnemen, maak je het bedrag over op giro 948886 tnv de penningmeester KNNV afdeling Apeldoorn. Wil je boeken aanbieden? Ga naar de laatste regel van de tabel en vul boek voor boek de gevraagde gegevens in. De prijs mag je helemaal zelf bepalen. Zodra het boek “verkocht” is geef je dat aan in de kolom “verkocht”. LET OP: de OUDE BOEKEN SERVICE is leuk als je boeken kwijt wilt, maar ook als je mooie oude boeken zoekt. KIJK DUS REGELMATIG of er nieuwe oude boeken aangeboden worden. Heeft u vragen of hulp nodig bij het invoeren van de boeken neem dan contact op met Jan Kerseboom tel. 055-5338323 of
[email protected]. Hij wil u graag helpen.
Levering boeken voor de ledenprijs. U betaalt geen verzend- of administratiekosten. Uw bestelling wordt in Apeldoorn gratis thuis afgeleverd. Zodra de boeken binnen zijn krijgt u bericht over de bezorging (of ophalen van de boeken). Betaling contant, pas bij aflevering. (op verzoek per bank) De KNNV afdeling Apeldoorn wordt er ook nog financieel sterker van.
Het kan gebeuren dat bestelde boeken enige levertijd hebben, dit is afhankelijk van hoeveel boeken er op de bestellijst staan om weer een bestelling te kunnen plaatsen. Advies: bestel ruim op tijd.
5
De Vier Jaargetijden 2014-3
HERINNERING -- Natuurdag Apeldoorn 27/28 September 2014 In het weekend van 27 en 28 september organiseren wij, samen met IVN en Stichting Veldwerk, het natuurdag evenement in en rond Het Woldhuis in Apeldoorn. Staat dit al in jullie agenda? Iedereen is van harte uitgenodigd om te komen kijken en aan de activiteiten mee te doen. Neem gerust vrienden, buren kinderen en kleinkinderen mee want er is voor iedereen veel te doen.
o o o o o o
Minicursussen en workshops Rondwandelingen, excursies, Natuurtentoonstellingen Activiteitencircuit voor kinderen Informatiemarkt natuurorganisaties Hapjes en drankjes
Kijk tegen die tijd voor een gedetailleerd overzicht en tijdschema op de speciale website: www. http://natuurdag-apeldoorn.nl/
Aan de organisatie wordt hard gewerkt door teams van de drie clubs. Voor de dag zelf kunnen we nog hulp gebruiken voor taken als parkeerwacht, hulp bij bewegwijzering, hulp bij het activiteitencircuit etc etc. Hiervoor sturen we e.d.d. nog een herinneringsmail maar je kunt je ook direct opgeven bij Marchien van Looij ( 055-3550149) of Paul Vermeulen (055-5789978).. OPROEP OUDE BOEKEN OPROEP OUDE BOEKEN In het Woldhuis maken we ook een tafel waar we tweede hands natuurboeken van onze leden gaan verkopen ten behoeve van de verenigingskas. Heb je oude boeken die je kwijt wil dan is dit de gelegenheid om die een nuttige bestemming te geven. Alle niet verkochte boeken gaan naar de landelijke KNNV die tegenwoordig via een webshop succesvol verkocht worden. Heb je boeken die we kunnen verkopen neem dan contact op met Jan Kerseboom (055-5338323) of Paul Vermeulen (055-5789978).
6
De Vier Jaargetijden 2014-3
Officiële opening Park Zuidbroek Zaterdag 5 juli 2014 van 14.00 – 17.00 uur Nina de Vries Na de zomer van 2013 ging ‘de schop erin’, met grote machines werd een start gemaakt met de aanleg van Park Zuidbroek. In het januari nummer van De Vier Jaargetijden heb ik over de vorderingen een verslag geschreven. Nu ruim 9 maanden later is het dan zo ver: de officiële opening. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het inzaaien en maken van de nodige afrasteringen, o.a. voor de hondenuitlaatplaatsen. De vleermuizenbunker, oeverzwaluwwand, ijsvogelwand en vlinderstroken zijn klaar, het natuurlijke deel mag weer zijn gang gaan. Hopelijk herstelt het zich vlot en kunnen we hier weer genieten van mooie waarnemingen. Zaterdag 5 juli wordt het park op feestelijke wijze geopend voor alle buurtbewoners en andere geïnteresseerde Apeldoorners. Op deze middag zullen ook alle betrokken organisaties die meegedacht hebben in de klankbordgroep zich op een informatiemarkt presenteren. Dit zijn naast de KNNV, het IVN en Vogelwerkgroep Oost-Veluwe: de wijkraad, het wandelnet/Natuurmonumenten, de stadsakkers, de tuinen van Zuidbroek, het volkstuinencomplex, de scouting en Wisselwerk (jeugd en jongeren). Daarnaast is er een programma van allerlei activiteiten voor jong en oud, o.a. een natuurspeurtocht voor de jeugd. Via de stadsbladen zal hier door de Gemeente meer bekendheid aan worden gegeven. Dus wie weet tot ziens op 5 juli!
7
De Vier Jaargetijden 2014-3
Herinneringen aan Bram Ruud Lorwa Bram de Bruin was nog niet zolang lid van de KNNV, op zaterdag 30 april 2011 heeft Bram zich bij “mevrouw Ineke Klaver” opgegeven als KNNV lid. Komt vaker voor onder KNNV leden dat na een werkzaam leven, meer tijd aan hobby en interesses besteed kan worden en dat gold zeker ook voor Bram. Op de simpele vraag van Ineke, hoe het zo gekomen was lid van de KNNV te worden kwam er een antwoord dat Bram typeert. Degenen die hem in de afgelopen jaren hebben meegemaakt, zullen Bram in zijn mailantwoord herkennen. Als ik Bram had kunnen vragen of hij het goed vond zijn antwoord hieronder aan te halen, dan was zijn reactie geweest: ‘als jij denkt dat het interessant is voor de lezer, dan moet je dat maar doen’ - typisch Bram. “Hoe ken ik de KNNV en waarom een lidmaatschap? De naam van de vereniging ken ik denk ik al vanaf mijn jeugd, toen had je ook nog een NJN (maar daar ben ik nooit lid van geweest) was. Sommige wetenschappelijke publicaties van de KNNV heb ik in mijn bezit, waaronder mijn favoriete boekje: "De sprengen en sprengenbeken van de Veluwe", ooit 2e hands gekocht op de markt van Apeldoorn bij Sjors Intema. Kort nadat Marijke en ik vanuit Nijmegen in Apeldoorn kwamen wonen was ik op zoek naar water. Ook zonder gebruikmaking van een wichelroede bleek het niet zo moeilijk als hardloper dat in de droge Veluwse bossen, grenzend aan de onze wijk Orden te vinden. Van andere hardlopers kreeg ik ook tips waar ik nog meer stromend water kon vinden en kreeg te horen dat je dat water zelfs kon drinken (zo dicht mogelijk bij de bron van sommige sprengen dan wel). Wat een tegenstelling met de doodlopende gracht in Amsterdam, waar mijn vroegste jeugd ligt en waar ik als waterplanten alleen het drijvende groente en fruit afkomstig van de groente- en fruitveiling "Markthallen" kende. Een van de leden, die ik van elders kende, Ruud Lorwa, kwam en kom ik regelmatig tegen, aanvankelijk bij een lezing van de gemeente Apeldoorn over het nieuwe waterbeleid en het belang van de sprengen daarin. Hij heeft me ook vanwege zijn enthousiasme voor sprengen doen besluiten lid te worden bij de KNNV, naast de educatieve natuurvereniging het IVN. Hmm, toch wel een mondvol geworden dat antwoord op uw vraag.” Ja, dat was het begin van onze kennismaking, ik kwam regelmatig datzelfde gezicht bij lezingen over sprengen en beken tegen en dan kwam het vaak tot een praatje. Toen ik Bram bij toeval ontmoette bij ‘kLeef werd mij duidelijk dat hij in het verleden geconfronteerd was met kanker, maar daar hoorde je hem nooit over, pas later op een van onze gezamenlijke sprengen wandelingen kwam dat ter sprake. Behalve interesse voor de natuur was Bram ook sportief, hij leerde als hardloper Frank de Vries kennen en zo is het gekomen dat ik in overleg met Frank besloot Bram eens te polsen of hij er wat voor voelde om een KNNV werkgroep sprengen en beken op te zetten. Na een middagje verhalen aan elkaar vertellen over onze jeugd en interesses in de natuur en met name water, werd besloten dat Bram e.e.a. op papier zou zetten om een basis te geven aan de doelstellingen voor een werkgroep. Ja, dat werden niet minder dan drie velletjes A4, die we uiteindelijk gezamenlijk hebben teruggebracht tot een A4tje. Met dat document werd het KNNV bestuur gevraagd of ze de nieuwe werkgroep een start wilde geven. Na een positieve reactie en een periode van praktijkverkenningen als projectgroep werd de werkgroep sprengen en beken een feit. Gedurende onze gezamenlijke bekenwandelingen, werd steeds duidelijker dat Bram al de nodige kennis en ervaring had opgedaan. Onderweg kwamen we regelmatig (oudere) bewoners tegen, die Bram al eens had geïnterviewd over hoe het vroeger was en hoe die beek er vroeger uitzag. Het inspireerde ons allemaal om meer over beken te weten te komen. Gekscherend maakte ik wel eens de opmerking: voor Bram is een betonnen paaltje nog interessant, want er liep misschien wel een oude erfgrens. Zijn honger naar alles wat met natuur en cultuur te maken had kenmerkte zich niet alleen door het bijwonen van diverse lezingen en cursussen van KNNV en IVN, maar ook zijn boekenkast puilde uit met boeken en publicaties over de natuur. De coördinatie en het succes van een Sprengen en Beken cursus bij het IVN heeft hem veel voldoening gegeven. Ook in de wijk Orden was Bram een bekendheid en een graag geziene bewoner, een mooie cultuurhistorische fietstocht door de wijk werd door hem geïnitieerd. Op een gegeven moment liet Bram merken dat hij voelde dat de ziekte die hem eerder getroffen had, mogelijk de kop weer had opgestoken. Zijn vermoeden bleek juist, opnieuw ging hij een zwaar traject in. Hijzelf ging ervoor vol goede moed, gesterkt door zijn optimisme en zijn vrouw Marijke om samen nog een aantal mooie jaren voor de boeg te hebben. Hij ging ervoor tot het laatste moment. Jammer Bram, we hadden je als mens en inspirator graag langer in ons midden gehad.
8
De Vier Jaargetijden 2014-3
Dagvlinders rond Apeldoorn Nina de Vries Tijdens de algemene ledenvergadering werd ik gevraagd om een stukje te schrijven over vlinders voor het zomernummer van De Vier Jaargetijden. Natuurlijk gaf ik een bevestigend antwoord op deze vraag, de sluitingsdatum voor de kopij was nog zo ver weg… maar ja, dan moet vervolgens dat stukje wel geschreven worden. Het is niet dat ik niets over het onderwerp weet, integendeel, zoveel, dus waar te beginnen? Welke kennis is algemeen bekend, wat is specifieker en daardoor weer informatief voor ‘leken’? In dit artikeltje beperk ik me tot de dagvlinders en hun leefwijze en zal ik een aantal tips geven om vlinders te leren herkennen. De leefwijze van vlinders. Vlinders behoren tot de insecten met een volledige gedaanteverwisseling: ei – rups – pop – vlinder. In het popstadium vindt de gedaanteverwisseling plaats van rups tot volwassen insect, de vlinder. De vlinders paren, het vrouwtje legt eitjes op een geschikte voedselplant (waardplant) voor de rupsen, deze verpoppen en de cirkel is weer rond. Vlinders vliegen niet overal, veel soorten komen alleen in bepaalde landschappen en op bepaalde plaatsen voor. Eistrengen Rupsen kleine vos Een geschikt biotoop moet namelijk aan de randvoorwaarden voldoen, die álle stadia van een vlindersoort in staat stellen te overleven. Een stabiele vlinderpopulatie komt alleen daar voor waar zowel eitjes, rupsen, poppen als vlinders kunnen overleven. Dit betekent dat dagvlinders de volgende condities stellen aan hun vlieggebied: - geschikte temperatuur en luchtvochtigheid - voedsel: waardplanten voor de rupsen en nectarplanten voor de vlinders - oriëntatiemogelijkheden voor de vlinder bij het zoeken Pop oranjetipje Paring oranjetipje naar waardplanten (eiafzet) en naar partners (paring) - mogelijkheden voor overleving in de winter Dit geldt voor alle vlinders, iedere soort heeft zijn eigen voorkeuren m.b.t. deze factoren, waardoor er grote verschillen in verspreiding en voorkomen zijn. De lichaamstemperatuur van vlinders is afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Om te kunnen vliegen moeten zij een temperatuur van tenminste 20 graden hebben, dit bereiken ze door te zonnen. Op wat koelere dagen zie je ze dan zitten op beschutte plekjes, bijvoorbeeld een wat warme muur of kale plek op de grond, vleugels gespreid en gericht naar de zon. Zo vangen ze de warmte op en leiden dat naar hun lichaam. Als ze voldoende opgewarmd zijn kunnen ze vliegen en op zoek gaan naar partners. Op warme dagen zijn ze vaak erg actief, alleen bij echt hoge temperaturen zie dat ook vlinders koelte zoeken en zich in de schaduw terugtrekken. Ook aan de luchtvochtigheid worden hoge eisen gesteld. De kleine ijsvogelvlinder, een bosvlinder die we hier bij het Leusveld kunnen vinden, heeft warme open plekken in het bos nodig op te kunnen opwarmen, maar ook beschaduwde plaatsen voor bescherming tegen uitdroging en oververhitting. De ontwikkeling van de eitjes, rupsen en poppen is afhankelijk van het microklimaat. Sommige vlindersoorten zetten de eitjes af op zonnige, warme plaatsen, zodat ze zich zo snel mogelijk kunnen ontwikkelen. Andere soorten kiezen juist voor meer schaduw, die bescherming biedt tegen uitdroging. Bont zandoogje warmt zich op
9
De Vier Jaargetijden 2014-3
Het landkaartje bijvoorbeeld zet haar eitjes af aan de onderzijde van een brandnetelblad. De brandnetelplanten staan vaak aan de (bos)rand, op een beschutte, schaduwrijke plek. Ik noemde eerder al de term waardplanten, hiermee bedoelen we de planten waarvan de rupsen eten. Er bestaan grote verschillen in de voedselvraag van rupsen, sommige soorten eten alleen van één bepaalde plant (monofaag), de rups van de kleine ijsvogelvlinder bijvoorbeeld fourageert alleen op kamperfoelie. De rups van de eikenpage eet alleen (jonge) blaadjes van de eik. Oligofage soorten leven van meerdere planten uit het zelfde geslacht, zoals de rups van de kleine vuurvlinder die zowel veldzuring als schapezuring eet. En vervolgens zijn er nog polyfage soorten, waarbij de rupsen uiteenlopende plantensoorten als voedselbron gebruiken. De rups van het boomblauwtje bijvoorbeeld kun je vinden op o.a. vuilboom, kornoelje, kardinaalmuts, klimop, hulst en struikheide. In veel gevallen blijkt dat de standplaats en de conditie van de waardplant bepalend is bij de keuze die het vrouwtje maakt als ze haar eitjes wil afzetten. Maar ook de vlinders zelf hebben voedsel, nectar nodig. De vlinderstruik is natuurlijk een overbekende nectarplant, maar ook braam, distels en koninginnenkruid zijn goede nectarplanten.
Landkaartje zet eitjes af op brandnetel
Waar kunnen we vlinders vinden? Wat kenmerkt hun leefgebied? De meeste vlindersoorten komen voor in soortenrijke vegetaties, bijvoorbeeld kruidenrijke graslanden en geleidelijke overgangen tussen grasland en bos of houtwal. Daarnaast zijn de meeste dagvlinders gebonden aan bepaalde landschapstypen. Zo is het heideblauwtje kenmerkend voor heidevelden met struikhei en dopheide. Zo’n twintig soorten worden gevonden in een breder scala van leefmilieus. Zij komen ook voor in tuinen en parken en hebben een goed verbreidingsvermogen. Doordat ze minder eisen aan hun Bruine vuurvlinder drinkt nectar omgeving stellen kunnen ze uit veel meer vliegplaatsen kiezen. op braam Vlinders moeten zich in het landschap kunnen oriënteren. De meeste soorten kunnen goed vliegen en hebben een goed gezichtsvermogen (facetogen). Bij het zoeken naar voedsel, waardplanten en een partner oriënteren ze zich op landschapsstructuren en vegetatiepatronen. De mobiliteit van de meeste dagvlinders is echter gering. Soorten van voedselrijke en meer dynamische milieus, zoals de koolwitjes, kunnen gemakkelijk vele kilometers afleggen, maar de meeste soorten zijn erg honkvast. Deze geringe mobiliteit en de inrichting van ons landschap, van kleinschalig naar steeds grootschaliger, met meer barrières, vormt een bedreiging voor de vlinderstand. Gelukkig worden er tegenwoordig verbindingszones aangelegd, waardoor geschikte leefgebieden gemobiliseerd kunnen worden. Al vroeg in de winter, bij de eerste mooie zonnige dagen kunnen we vlinders zien vliegen. Dit zijn de soorten die overwinteren als imago (volwassen vlinder): citroenvlinder, kleine vos, dagpauwoog en gehakkelde aurelia. Deze soorten kiezen een beschutte plek, bijvoorbeeld in een schuurtje of stapel open haardhout. Andere soorten kiezen er voor om de koude winterperiode te overleven als pop, de koolwitjes en oranjetipjes zijn daar voorbeelden van. In de lente zijn dit dus de volgende vlinders die we kunnen zien. Voor de vlinderaar is het ‘seizoen’ dan echt begonnen. De derde mogelijkheid is te overwinteren als rups, bij een zachte winter blijven deze rupsen soms nog actief en eten door, bij een strenge winter verbergen ze zich diep onder de strooisellaag en gaan in een soort Gehakkelde aurelia op ‘ruststand’, waardoor ze geen voedsel meer nodig hebben. In de lente sleedoorn worden de rupsen dan weer actief, doen zich te goed aan verse jonge blaadjes en als ze zijn volgevreten gaan ze verpoppen. De laatste mogelijkheid voor overwintering is als eitje, het zwartsprietdikkopje legt in juli-augustus eitjes in grasstengels en die daar dan overwinteren. Pas in april komen de rupsjes te voorschijn, dit betekent dat de vlinder alleen kan voortbestaan als het gras de winter blijft overstaan.
10
De Vier Jaargetijden 2014-3
Welke vlinders kun je in en rondom Apeldoorn tegenkomen? Voor vlinderaars is Apeldoorn een prima startplek voor ‘vlinderzoektochten’. Tussen de Veluwe en de IJssel, dus verschillende landschapstypen in de directe omgeving. Heidevelden, bossen, maar ook weiden, broeklanden en uiterwaarden. En natuurlijk de parken in de stad zelf… we hebben hier bijvoorbeeld een grote populatie van de zeldzame sleedoornpage. Ik ga hier geen uitgebreide opsomming geven van vlinders van de omgeving, enkel nog een paar tips voor herkenning van vlinders en wat foto’s van vlinders uit onze omgeving. Waar moet je naar kijken om vlinders te kunnen herkennen? - vleugels: zowel de bovenkant als de onderkant: kleur, wel/niet met een patroon, stippen, lijnen - grootte: groot (dagpauwoog), klein (boomblauwtje) of juist er tussenin? Vrouwtje sleedoornpage zet eitje af - waar vliegt de vlinder? Stad, weiland, bos, heide? - wanneer vliegt de vlinder? Het oranjetipje vliegt niet in augustus en een zwartsprietdikkopje niet in april (denk aan stadium van overwintering). Daarna is het handig om inzicht te krijgen in de verschillende families die we kennen bij de dagvlinders. We onderscheiden de volgende families: - Dikkopjes (Hesperiidae) - Grote pages (Papilionidae) - Witjes (Pieridae) - Vuurvlinders, kleine pages en blauwtjes (Lycaenidae) - Parelmoervlinders, vossen, weerschijnvlinders en zandoogjes (Nymphalidae) Hesperiidae –
Paplionidae - Grote
Dikkopjes
pages
Pieridae – Witjes
Lycaenidae – Blauwtjes
Klein geaderd witje Nymphalidae Parelmoervlinders
Tot slot, een paar boekentips: • De nieuwe veldgids Dagvlinders – Irma Wynhoff, Chris van Swaay, Kars Veling, Albert Vliegenthart KNNV uitgeverij / De Vlinderstichting • Vlinders in de Gelderse Vallei – Anko de Graaf BDU uitgevers • Vlinders in de tuin – Inge van Halder, Liesbeth ten Hallers, Tim Pavlicek KNNV Uitgeverij / De Vlinderstichting / IVN Bosparelmoervlinder (foto’s: Nina de Vries)
11
De Vier Jaargetijden 2014-3
Nachtzwaluwen tellen op het Kootwijkerzand Yvonne Zwikker ‘Jammer dat de nachtzwaluwen op het Kootwijkerzand niet meer geteld worden’ las Olga van der Klis in 2005 in het jaarverslag van Sovon. Omdat ze ervaring had opgedaan met nachtzwaluwen tellen op de Hoge Veluwe besloot ze op het Kootwijkerzand aan de slag te gaan. Deze activiteit doet ze met de pet op van de vogelwerkgroep van de KNNV. Ieder jaar is er voor belangstellende leden van (foto: Wim Weenink) de werkgroep een kans om mee te gaan met een avondwandeling in het droge, open en half open zanderige gebied dat met zijn solitaire bomen een uitermate geschikte biotoop voor de nachtzwaluw is. Vanaf eind april begin mei arriveren ze uit jaar Aantal bezoeken Aantal territoria tropisch Afrika en in de loop van augustus 2006 ?? 8 vertrekken ze weer, gemiddeld genomen. 2007 4 12 Vanaf 2006 bezocht Olga jaarlijks deze 2008 5 11 unieke locatie, altijd in de avonduren. Dit 2009 6 20 keer geen vroege vogelwerk maar 2010 6 14 nachtwerk. Pas vanaf 15 mei tellen de 2011 4 14 waarnemingen. Voor die datum kan je te 2012 3 13 maken hebben met doortrekkers. Olga geeft 2013 5 16 haar waarnemingen door op de site van Sovon als losse LSB waarnemingen. Andere telsystemen zijn mogelijk maar voor haar niet haalbaar wat tijdsinvestering betreft. En beter op deze manier dan geen gegevens. Ook gaan de resultaten naar Staatsbosbeheer, de beheerder van het Kootwijkerzand.
(bron: www.sovon.nl)
De afgelopen jaren bezocht ze het telgebied van 15 mei tot begin juli soms drie keer een ander jaar zes keer, altijd met een telmaatje. Bij het tellen gaat het om het registreren van territoria. Het eerste jaar vond ze 8 territoria, in 2009 waren dat er 20. Ze stippelt zelf de route in deelgebieden uit. Hoe langer je een gebied bezoekt des te meer kennis je van het terrein opdoet, en dat is waardevol. De vogels keren vaak terug naar dezelfde plek is gebleken. Ook de continuïteit van het doorgeven van de waarnemingen is belangrijk. Het waarnemen van de vogels gaat op geluid. De mannetjes bedienen zich van een zeer markante snorrende zang. Mannetje en vrouwtje gebruiken ook een contactroep. De zang is vanaf de schemer te horen. Vaak na een stilte periode komt de zang later in de nacht weer op gang. Dat je verschillende toonhoogte hoort heeft te maken met de wind en het draaien van de kop. Door met de bek wijd open te vliegen vangt hij nachtvlinders. Overdag rust de nachtzwaluw op de grond of op een tak, zittend in de
12
De Vier Jaargetijden 2014-3
lengterichting. In de praktijk is het bijna ondoenlijk om ze te vinden omdat het verenkleed zeer efficiënt camoufleert. Het nest, waar geen werk van wordt gemaakt, is op de grond te vinden. Een keer trof Olga een nachtzwaluw op een nest aan. De nachtzwaluw staat op de rode lijst met de toevoeging: kwetsbaar. Waren er in de jaren ’90 nog maar 450 tot 600 paren, Sovon schat dat er nu 950 tot 1100 paren in Nederland verblijven. Het feit dat er meer nachtzwaluwen gemeld worden heeft onder andere te maken met steeds meer tellers die op pad gaan en hun waarnemingen doorgeven, vermoed Olga. Volgens Sovon kunnen de drogere en warmere zomers ook van invloed zijn, evenals het afsluiten van wegen en de komst van grote grazers. Blijven tellen blijft belangrijk. De naam van Olga van der Klis is al sinds 1996 gekoppeld aan het nachtzwaluwen tellen. Op de Hoge Veluwe deed ze haar eerste ervaringen met tellen op. Na het volgen van de vogelcursus nam ze deze taak voor de KNNV in Apeldoorn op zich. Al die jaren is de tellocatie gelijk gebleven: het Kootwijkerzand. In de periode dat de nachtzwaluwen in Nederland verblijven vinden telrondes plaats. Een ideale bezigheid voor wie niet van vroeg opstaan houdt, want nachtzwaluwen tel je ’s avonds tegen de schemering. Als je vroeg naar bed wilt heb je wel een probleem. Het snorrende geluid, afwisselend van toonhoogte, kan wel drie minuten uren aanhouden. Hoe minder concurrentie hoe korter de zang. In het broedseizoen wisselen glijvluchten de zang af, waarbij de vogel klappende vleugelgeluiden maakt.
De naam van deze markante vogel sticht verwarring. Want hij vliegt niet alleen ’s nachts maar ook in de schemering en tot de zwaluwen behoort hij niet. Deze vogel kun je in heel Europa aantreffen met uitzondering van het hooggebergte in Midden-Europa, Schotland, IJsland en afnemend van Midden- tot Noord-Scandinavië. Nachtzwaluw man en vrouw zijn bijna gelijk van tekening, een tekening die sublieme camouflage biedt als ze overdag op de grond of in de lengterichting op een boomtak rusten. Je kunt ze aantreffen in droog bosrijk terrein met bosranden in combinatie met heide. Al vliegend met de bek open, die als een fuik fungeert, vangen ze nachtvlinders en andere insecten. De vogel van ongeveer 27 cm heeft een korte snavel en poten en puntige vleugels. Zijn vliegbeeld doet denken aan dat van een koekoek. De nachtzwaluw is als een van de weinige vogelsoorten in staat om twee broedsels te laten overlappen. Het vrouwtje bebroedt dan het tweede legsel, terwijl het mannetje voedsel aandraagt voor de jongen van het eerste broedsel. In normale tot minder goede zomers komt het echter meestal slechts tot één legsel Nachtzwaluwen maken geen nest. De 1 a 2 eieren rollen ze gewoon onder zich. Zijn bijnaam is geitenmelker naar aanleiding van een Griekse fabel. Kijk voor afbeeldingen eens op: https://www.google.nl/search?q=nachtzwaluw&bi w=1024&bih=677&source=lnms&tbm=isch&sa=X &ei=RL5vU8P
Beestjes kijken in de omgeving Rob Versteeg Als je belangstelling hebt voor insecten, dan is de winter vooral een periode van rustig wachten. Dat ‘rustig’ groeit bij mij dan uiteindelijk uit tot behoorlijk ‘onrustig’ of beter nog “ongedurig”, naar gelang de winterperiode voortkabbelt. Zodra het buiten iets warmer wordt ga ik dan ook weer snel op pad, om dan tot de ontdekking te komen dat er nog weinig te zien valt. Ondanks dat het voorjaar dit jaar al vroeg begon, met in de maanden maart en april meerdere mooie dagen, viel het aantal insecten zo vroeg in het jaar dus tegen. Natuurlijk, je weet het ook wel, maar toch! Met de temperatuur dit voorjaar ver boven het langjarig gemiddelde, houden de meeste insectensoorten zich nog gewoon aan hun interne kalender en verschijnen pas wanneer het hun tijd is. De interne kalender van diverse dagvlinders, die als imago overwinteren zijn gekoppeld aan de weers-omstandigheden. Bij de eerste warme dagen in de overgang van winter op voorjaar verschenen die dus al wèl vroeg. De vlinders vlogen dit jaar ook in behoorlijk grote aantallen. Apeldoorn ligt heel gunstig ten opzichte van veel leuke en mooie plekken met volop natuur waar veel te genieten valt. Er zijn veel plekken waar ik zelfstandig of met de insectenwerkgroep regelmatig kom.
13
De Vier Jaargetijden 2014-3
Een van de locaties is de omgeving van de Karitskyweg op de Hoge Veluwe. In ieder geval was dit de omgeving waar ik op 4 maart weer de eerste adders zag. Ik weet het, iets anders dan insecten, maar ik heb een brede belangstelling. Deze locatie is in het voorjaar verder ook goed voor o.a. de aardbeivlinder en bruine vuurvlinder. Later komen hier de bosparelmoervlinder en de grote parelmoer-vlinder als bijzonderheden bij. En hoewel geen insect, de lentevuurspin heeft vanaf half april altijd mijn (en onze) aandacht. In de buurt ligt ook de enige bekende plek in Nederland voor het bosdoorntje. Een kwetsbare situatie voor deze kleine sprinkhaansoort, dus ik ga niet zeggen wáár je die moet zoeken. Bos- en veldkrekels kan je hier en in de wijde omgeving trouwens ook ‘scoren’. Op 2 april fotografeerde ik een onvolwassen mannetje veldkrekel die heel onvoorzichtig een behoorlijk stuk van z’n holletje was weggelopen. Later in april hoorde ik echter al weer stridulerende mannetjes en dat zijn dus al volwassen exemplaren. Veldkrekels striduleren door met hun –volgroeide- vleugels over elkaar te wrijven. Dit jaar kocht ik voor acht euro een jaarkaart voor het paleisbos (Het Loo). Lekker dicht in de buurt en je fietst daar zo even heen als het zonnetje doorbreekt. En ook met de auto is parkeerplaats ‘Bosloo’ (v.a. Amersfoortseweg de Pijnboomlaan het bos in) gratis en een mooi startpunt het bos/park in. Er is redelijk veel variatie in landschap, van parkachtig tot Veluwe’s bos en een uitgebreid sprengengebied. Eigenlijk kocht ik de jaarkaart stiekem om nu toch eindelijk de middelste bonte specht in Apeldoorn te gaan zien. Dat is nog niet gelukt. Maar goed dat is een andere tak van sport. Opmerkelijk was het waarnemen op 11 april van ‘zwermen’ groentjes in het paleisbos. Ik heb geprobeerd dit mooie vlindertje al rondwandelend te tellen. Over een stuk van ongeveer twee kilometer zag ik er zeker meer dan vijftig. De vlinders snoepen o.a. van de nectar van de vossenbes en die vind je in ruime mate in grote delen van het paleisbos. Het Leusveld in de Gemeente Brummen Dit afwisselende en soortenrijke stuk bos nabij Hall wordt door ons(insectenwerkgroep) met name bezocht voor de daar voorkomende kleine ijsvogelvlinder. Deze vliegt echter pas vanaf tweede helft juni, dit jaar heb ik ‘m dus nog niet gezien. Alhoewel... Op de werkgroepavond van 15 april deed een recente foto de ronde met daarop een rups(je) van de kleine ijsvogelvlinder. Het is niet verstandig en ook niet gebruikelijk voor de waarnemer om overal rond te gaan bazuinen wáár exact het rupsje zich bevond. Daar heb ik geen probleem mee en zelf zoeken en vinden is ook leuk. Een week later toog ik naar het gebied. Ik verwachtte niet dat ik zo’n rupsje zou kunnen vinden, maar het was een prachtige ochtend, de vogels zongen volop en gewapend met fototoestel slenterde ik genietend door het bos. Dus ook zonder het vinden van zo’n rups was het daar lekker vertoeven. Ja, ik heb diverse kamperfoelieplanten goed bekeken en niets gevonden. Maar toeval bestaat. Ik liep namelijk prompt een van de andere insecten-werkgroep-leden tegen het lijf die klaarblijkelijk wat meer aangedrongen had bij de ontdekker van het rupsje. Ze wist de plek! Na eerst geruime tijd tevergeefs de blaadjes op de bewuste plek onderzocht te hebben werd dan toch nog het rupsje gevonden. En ik moet zeggen: een schoonheid! Eind juni ga ik er zeker weer heen voor de vlinder en al de andere leuke insecten die je daar kunt vinden. Recreatiegebied Kievitsveld bij Vaassen Dit is een plek waar ik al járen kom en daarom ook goed ken. Als lid van een vogelwerkgroep maakte ik daar in het verleden al deel uit van een telgroepje dat de broedvogels telde. Met diezelfde vogelwerkgroep ga ik overigens in het winterhalfjaar nog steeds 1x per maand op de fiets en tellen we een route die via het Kievitsveld loopt. Tegenwoordig met de insectenwerkgroep of zelfstandig, ga ik vanaf het voorjaar heel regelmatig naar dit gebied. Afgelopen 17 mei heeft de insectenwerkgroep daar weer geassisteerd bij een excursie van de libellencursus. En een week later idem voor de groencursus van het IVN. Een van de opvallende soorten op het kievitsveld is de weidebeekjuffer, maar ook meer algemenere libellensoorten komen daar in behoorlijke aantallen voor. Maar ook andere insectensoorten kan je daar aantreffen. Omdat de strand- en waterrecreatie zich ’s zomers voornamelijk afspeelt aan één kant van de Smallertseplas (een van de twee grote plassen in het gebied) is er voldoende rust in het andere deel, zowel langs de plassen als rond de visvijvers en de beken. Ondanks het predicaat “recreatiegebied” is hier dan ook ruimte voor een wat ‘bedachtzamer’ vermaak. En dan doel ik natuurlijk op het genieten van de natuur en al wat er leeft. En fotograferen! Dat is voor mij èn veel van mijn mede insectelingen een bijkomende hobby!
14
De Vier Jaargetijden 2014-3
Beekbergerwoud Voor Natuurmonumenten voert de insectenwerkgroep dit jaar een periodieke inventarisatie uit op dagvlinders, libellen en sprinkhanen. Het gebied wordt conform de SNL-regels (subsidiestelsel Natuur & Landschap) in vier rondes geteld. Op 23 april hebben we hiervoor een 1e oriënterend bezoek gebracht. Er werden door ons toen o.a. al tien dagvlindersoorten genoteerd. De libellen waren nog betrekkelijk schaars, zo vroeg in het seizoen. Sprinkhaan imago’s zie je in april nog niet, dat wil zeggen: ‘behalve de doornsprinkhanen’. Wij zagen drie soorten doorntjes. Insecten van andere orden zullen door ons facultatief bekeken worden en zo mogelijk op naam gebracht. De nadruk blijft echter op de eerder genoemde insectengroepen. Het Kootwijkerzand is ook een van de locaties rondom Apeldoorn waar de insectenwerkgroep ieder jaar wel een keer heen gaat. De belangrijkste doelsoort is (in augustus) dan de kleine heivlinder. Ook voordat ik bij de insectenwerkgroep kwam ging ik jaarlijks op zoek naar deze schaarse vlinder. De belangstelling van de insectenwerkgroep gaat daar echter ook speciaal uit naar lieveheersbeestjes. Een soortgroep met verassend veel en voor veel mensen –onbekende- soorten. Vlak bij de kleine heivlinders zien we de laatste jaren steeds het heidelieveheersbeestje en op dezelfde plek ook het wilgenlieveheersbeestje. Voor de hele Veluwe geldt overigens dat lieveheersbeestjes vaak in grove dennen te vinden zijn, al vinden we de genoemde lieveheersbeestsoorten altijd in de jeneverbes. Het uitgestrekte droge gebied heeft in iedere geval een bijzonder karakter met weer kans op andere soorten dan in nattere delen van de Veluwe. Veel andere locaties die vaak bezocht worden zijn door mij nu niet genoemd. Dat zijn de plekken waar we onze standaard libellen-, dagvlinder- en reptielentellingen uitvoeren. Sommige gebieden zijn ook niet vrij toegankelijk. Wij tellen tegenwoordig zo veel, dat het behoorlijk krap wordt om alle bezoeken te kunnen plannen. Mede hierdoor zijn we bij een beetje redelijk weer steeds in het buitengebied te vinden. Zo blijf je jong, zullen we maar zeggen. (foto’s: Rob Versteeg)
Big Day 2014 Martijn Deinum Op zaterdag 19 april was het dan zover: een kleine, gemoedelijke competitie tussen meerdere teams van de Vogel Werkgroep om binnen een vooraf afgesproken tijd zo veel mogelijk vogelsoorten te spotten. Een mooi initiatief van de Werkgroep coördinatoren waarmee kennis en sociale contacten van de leden worden gediend. Jammer dat er slechts 6 enthousiaste vogelaars om 6.45 u. klaar stonden bij de Kwantumhallen om binnen een begrenzing van de gemeente tot 11.00 u. op pad te gaan. Het weer was ons goed gezind dus we mochten rekenen op een mooie vogeldag. We verdeelden ons in twee groepen van drie, t.w. Frank Heilmann, Ruud Lorwa en Rein van Putten, de andere groep Carel ter Horst, Fred Bontenbal en ondergetekende, die elk een eigen route kozen. In bijgevoegd overzicht is te zien wat er zoal gehoord en gezien is. Aalscholver Blauwe Reiger Knobbelzwaan Grauwe Gans Nijlgans Wilde Eend Buizerd Torenvalk Waterhoen Meerkoet
Scholekster Kievit Kokmeeuw Houtduif Stadsduif Turkse Tortel IJsvogel Grote Bonte Specht Boerenzwaluw Witte kwikstaart
Winterkoning Heggenmus Roodborst Zwarte Roodstaart Merel Zanglijster Grote Lijster Zwartkop Grasmus Fitis
Tjiftjaf Goudhaan Bonte Vliegenvanger Koolmees Pimpelmees Glanskop Staartmees Boomkruiper Boomklever Spreeuw
Ekster Gaai Kauw Zwarte Kraai Huismus Vink Groenling Goudvink Appelvink Rietgors
Het leuke aan deze wedstrijd was dat iedereen op onbekende plaatsen terecht kwam. Na afloop kwamen we tot de slotsom dat er bij beide teams nagenoeg evenveel (43/42 soorten) zijn waargenomen. Bij elkaar werden dit uiteindelijk 50 soorten. Als je in aanmerking neemt dat nog niet alle zomervogels weer terug zijn mag deze score heel behoorlijk genoemd worden. Opvallend was dat er dit keer geen vrouwelijke leden waren. Ook al was het aanvankelijk fris, later kon de jas los dus zeker geen kou lijden. Waren we vroeger gestart dan zouden waarschijnlijk meer soorten zijn gespot. Voor degenen die niet zijn gekomen zeker een aansporing volgende keer mee te doen. Conclusie tijdens de gezellige koffie bij Frank na afloop om 11.00 u. (waarvoor dank aan Anneke voor al het lekkers): volgend jaar weer een Big Day, waarbij te denken valt dit te combineren met de nationale vogelkijkdag.
15
De Vier Jaargetijden 2014-3
Vogels en natuurlijk .... Ans Weenk Zaterdagmorgen 12 april verzamelen we ons bij de boot naar Schiermonnikoog. Een dagje uit met het gewest van de KNNV, onder leiding van Tjalling van der Meer en Hans Grotenhuis. Het wordt een prachtige zonnige dag en we zijn op pad, ja hoe kan het anders, met vogelaars. Een groep ging per fiets en een kleine groep lopend. Hoewel ik geen echte vogelaar ben en de voorkeur geef aan paddenstoelen, was ik me bewust hier weinig te vinden in deze periode. Aan vogels ontbrak het zeker niet. Tussen de grote groepen Brandganzen zaten twee Roodhalsganzen. Iedereen in vervoering en erop af, behalve ik zelf. Mijn belangstelling ging Nonnenkapkluifzwam naar iets anders uit. Op een stoppelakker van maïs, had ik honderden Goudplevieren ontdekt. Prachtig al die zwarte buikjes die één kant opstonden. Zo ontdekte ik ze ook. Toen de rest van de groep arriveerde hielden ze het voor gezien. De soortenlijst is veel langer geworden maar die bespaar ik jullie, want met mijn verhaal wil ik naar de Nonnenkapkluifzwam. De Nonnenkapkluifzwam (Helvella spadicea) wordt zo genoemd omdat de hoed als bij sommige nonnenkappen 3 omhoogstaande plooien heeft en om de steel lijkt gedrapeerd. Een beetje zadelvormig en de randen zijn soms vergroeid met de steel. Het vruchtlichaam is 5-10 cm hoog, hoed 3-6 cm. Kleur donkerbruin tot zwart met witte, holle steel, die aan de basis indeukingen heeft. Groeit bij voorkeur bij populieren op kalkrijk zand in april-mei. Het is een rode lijst soort en ernstig bedreigd. We hadden ons verblijf met enkele dagen verlengd in Lauwersoog omdat ik daar, eind april 2000, de Nonnenkapkluifzwam had gevonden. Nu was het een gunstige periode en de plek zat nog goed in m’n geheugen. Dus op de fiets en op zoek in het Ballastplaatbos, bij bungalowpark Suideroogh. Maar halverwege de bestemming zie ik, in de bermen langs het fietspad, al grote aantallen Nonnenkapkluifzwammmen. Foto’s gemaakt en verder. Ik val van de ene verbazing in de andere want al verder fietsend door het bos komen we ze overal tegen. Ze lijken wel gezaaid. Hoezo ernstig bedreigd? Wie schetst mijn verbazing, dat op de bewuste plek van de vondst in 2000 niks meer te vinden is? Onderweg nog twee leuke soorten gevonden, de Bokaalkluifzwam en Schotelkluifzwam. In één van mijn eerste paddenstoelenboeken en een dagboekje had ik een notitie gemaakt en dat was ook de reden om weer eens te gaan kijken nu we toch in de buurt waren. Thuis, al zoekend op een site, zie ik een artikel van de paddenstoelenwerkgroep uit Friesland, dat tussen 1992-2006 geen waarnemingen zijn gedaan van de Nonnenkapkluifzwam. Nooit geweten van mijn bijzondere vondst van jaren terug. Op de verspreidingsatlas staan meerdere vindplaatsen van deze soort. Dit was voor mij aanleiding om hiervan melding te maken bij hen en een mooie bijkomstigheid om dit artikel mee af te sluiten. Schotelkluifzwam
16
(foto’s: Ans Weenk)
De Vier Jaargetijden 2014-3
Veldsalie – een plant van kalkrijk grasland Hilly Schäffer In mei heb ik met de plantenwerkgroep een bezoek gebracht aan Cortenoever. Dit is een natuurgebied van Staatsbosbeheer en ligt aan een grote bocht van de IJssel, ongeveer 30 km van Apeldoorn. Volgens Wikipedia is het één van de rijkste uiterwaarden van Nederland. Vorig jaar hebben we ook een bezoek gebracht aan dit gebied om te genieten van de plantenrijkdom. Cortenoever is namelijk een echt plantenreservaat. Het landschap is gevormd door de rivier en de bodem bevat dus kalkrijk zand en klei. Voor landbouw was dit gebied niet geschikt en het is vrijwel onaangetast. Zo treft je hier rivierduinen aan. Deze bodem zorgt voor een ongekende plantenweelde, die ook KNNV’ers uit het westen van het land aantrekt zoals we bij onze laatste bezoek hebben gemerkt. Ondanks de regen hebben we genoten van o.a. de veldsalie, maar ook de cypreswolfsmelk, wilde reseda en ruige weegbree om een paar soorten te noemen. De Veldsalie (Salvia pratensis) is een vrij forse plant, die velen wel zullen kennen. De Veldsalie is een lipbloemige met de grootste bloemen (2- 3 cm) van deze familie in Nederland. Deze bloemen, die meestal paarsblauw van kleur zijn, zijn speciaal gebouwd op bezoek door hommels. Als een hommel namelijk nectar uit de bloem gaat halen, komen de meeldraden met stuifmeel via een hefboomeffect op de rug van de hommel terecht. Als de hommel van bloem tot bloem vliegt worden zo de bloemen bevrucht. De Veldsalie heeft niet alleen hommels nodig, maar ook andere dieren. Hij ontkiemt namelijk op kale stukjes grond, zoals een molshoop. In Nederland is deze plant beschermd en staat hij op de rode lijst. Dit heeft vooral te maken met zijn behoefte aan kalkrijke en niet bemeste grond. Dit komt in Nederland voor rond de grote rivieren, bekend als het stroomdal gebied. Je treft deze plant aan in een gemeenschap van andere (zeldzame) planten die ook deze biotoop nodig hebben.
17
De Vier Jaargetijden 2014-3
KNNV Apeldoorn op bezoek bij het Waterschap over poep, pies en nog iets - oftewel: hoe werkt een rioolwaterzuiveringsinstallatie Ruud Lorwa Op 20 februari was een delegatie van de KNNV op initiatief van de Werkgroep Sprengen en Beken te gast op het zuiveringscomplex van het Waterschap aan de Vlijtseweg in Apeldoorn. Na de ontvangst met een kopje koffie kregen we een geanimeerde theoretische uitleg over het zuiveringsproces van een doorgewinterde (oud)medewerker van het waterschap. Aan de hand van een aantal flessen gevuld met vloeistof zoals ze de zuivering binnenkomen (donker grijs/zwart) tot een ogenschijnlijk heldere schone vloeistof (“nee we maken geen drinkwater”) die voldoet aan de eisen om op het oppervlaktewater te worden geloosd. We hebben daarna een praktische rondleiding met uitleg gekregen bij de diverse onderdelen op het complex. Je moet het met eigen ogen gezien hebben om het hele proces te doorgronden. Vandaar hieronder een schematische impressie van het complex. Ik zal proberen puntsgewijs aan de hand van onderstaande afbeelding duidelijk te maken wat er zoal met ons Apeldoornse afvalwater gebeurt voordat het weer “schoon” in de IJssel belandt.
Schematische impressie waterzuivering Vlijtseweg Waterschap Vallei en Veluwe Vuilwater aanvoer uit toilet, gootsteen, douche etc. gaat eerst via een rooster waar grove delen zoals blad, papier, plastic, takken en maandverband eruit gevist worden en dan samengeperst afgevoerd worden naar de vuilverbranding. Voorbezink tank (horizontaal rood-wit) hier stroomt het vuile water vanuit het midden van de tank langzaam naar de zijkant waardoor de vaste deeltjes, het slib, bezinkt. Beluchting tank (middelste tank) Hier voltrekt zich het belangrijkste onderdeel van het zuiveringsproces. Bacteriën ‘eten’ het afvalwater schoon, daarvoor is o.a. zuurstof nodig. Het water blijft continu in beweging en na 2 a 3 dagen is het water schoon gegeten. Nabezink tank (blauwe tank) Hier worden de volgegeten bacteriën (actief slib) gescheiden van het water. Bacteriën worden teruggepompt naar de beluchting tank, overtollig actief slib gaat naar de vergisting tank. Gezuiverd water gaat naar de IJssel. Vergisting tank (verticale tanks) Het slib uit de voor-en na bezinkingtank gist d.m.v. verwarming en hier ontstaat biogas dat wordt opgeslagen in een aparte tank. Met tankauto’s wordt ook slachtafval en aardappelverwerkingsresten aangevoerd en vergist.
18
De Vier Jaargetijden 2014-3
Gasmotoren Via warmtekrachtkoppeling wordt warmte en elektriciteit opgewekt. De opgewekte elektriciteit wordt deels zelf benut, de rest wordt verkocht aan energiebedrijven. De warmte wordt in Apeldoorn gebruikt voor stadsverwarming in Zuidbroek. Grondstoffen terugwinning Nieuw in Apeldoorn is de bouw van een fosfaatfabriek. Uit het gezuiverde afvalwater wordt binnenkort deze stof teruggewonnen en verkocht als meststof. Wie weet is het in de toekomst mogelijk op economische schaal ook waardevolle grondstoffen als stikstof, kalium en bouwstenen voor bio-plastics uit het slib terug te winnen, dan kan met recht gesproken worden van waterzuivering tot energie en grondstoffenfabriek. We kregen tot slot van de leerzame bijeenkomst nog de boodschap mee: zuinig te zijn met water, vanaf nu staan we niet langer dan 5 minuten onder de douche. Met dank aan het waterschap voor de gastvrijheid. PS Een verslag over de vervolg-presentatie van een aantal andere activiteiten van het waterschap zoals: schoon oppervlaktewater, regelen waterpeil, verdrogingsbestrijding, veilige dijken en NEREDA (rioolwaterzuivering Epe) bewaren we voor een volgende keer.
19
De Vier Jaargetijden 2014-3
Algemene informatie KNNV afdeling Apeldoorn Doel van de KNNV is het verbreiden van de kennis van de natuur in de ruimste zin van het woord en meewerken aan de bescherming van natuur en landschap door het voeren of steunen van acties die hierop gericht zijn. De afdeling Apeldoorn van de KNNV is opgericht op 16 december 1911. Afdeling Apeldoorn heeft een paddenstoelen-, planten-, insecten-, vogel- en een sprengen en bekenwerkgroep. Iedere werkgroep organiseert excursies en lezingen. Deze worden als regel in de algemene agenda opgenomen. Alle leden en huisgenootleden van de afdeling mogen aan deze activiteiten deelnemen. De werkgroepavonden zijn 1 x per maand op dinsdagavond. Voor tijdstip, plaats en over wat de groepen doen kunt u informatie krijgen bij onderstaande werkgroepcoördinatoren en op de afdelingswebsite: www.knnv.nl/apeldoorn. Locaties:
Gebouw ’t Hoefijzer, Torricellistraat 2-26, Apeldoorn (Kerschoten) Wijkcentrum De Groene Hoven, Koninginnelaan 280, Apeldoorn
Bestuur Voorzitter Secretaris Penningmeester Ledenadministrateur Activiteitencoördinator Lid Werkgroepcoördinatoren Insectenwerkgroep Paddenstoelenwerkgroep Plantenwerkgroep Vogelwerkgroep Werkgroep Sprengen en Beken
vacant Ineke de Vries Martijn Deinum Ineke Klaver Marchien van Looij Jan den Held
Koos Middelkamp vacant Marchien van Looij Rein van Putten Ruud Lorwa (wrnd.)
Commissies en overige adressen Activiteitencommissie Marchien van Looij Nina de Vries Andries Sjouke Monique v.d.Waarsenburg Miep Verwoerd Jan Folbert De Vier Jaargetijden Joke Tammen Redactie Lidy Kraamer Jan den Held Bezorging Els Kruijff
055-3552918 055-5214028 055-5412107 055-3550149 0575-517750
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
055-3667693
[email protected]
055-3550149 055-5412454 055-5788844
[email protected] [email protected] [email protected]
055-3550149 055-3013259 0578-572640 055-3601979
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
055-5337328 055-3552918 055-3664087 055-3663541 0575-517750 055-5417251
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Contributie per jaar: € 32,00, huisgenootleden € 18,00, jeugdleden (jonger dan 25 jaar) € 15,00. Contributiereductie is mogelijk voor leden die gebruik kunnen maken van RegelRecht. Opgeven als lid van onze afdeling Apeldoorn bij Ineke Klaver, tel 055-5412107 of
[email protected].
Opzeggen van het lidmaatschap kan uitsluitend schriftelijk of per e-mail (wordt definitief als dit per e-mail bevestigd is) en wel per 1 januari met een opzegtermijn van 2 maanden (dus uiterlijk 31 oktober). Betaling vóór 1 februari van het lopend jaar op gironummer NL64INGB0000948886, ten name van KNNV, afd. Apeldoorn te Apeldoorn.
20
De Vier Jaargetijden 2014-3
Ledenmutaties Nieuw lid 2e kwartaal 2014: Geert van Dijk (Vwg) Overleden: Bram de Bruijn Lidmaatschap tussentijds beëindigd: Regina Vlijm
21
De Vier Jaargetijden 2014-3
Bijlage bij de KNNV natuurboeken informatie
leefwijze en gedrag - de nieuwste inzichten - unieke foto's
• •
Auteur: Juergen Tautz en Helga R. Heilmann Prijs: € 29,95 ledenprijs € 26,95
Baanbrekende inzichten in het leven van honingbijen Presenteert op toegankelijke manier actuele kennis van honingbijen en baanbrekende inzichten in hun leven en gedrag. De vele unieke foto’s geven een fascinerend beeld van deze evolutionair gezien zo succesvolle insecten. Honingbijen hebben de mens altijd geboeid. Als leverancier van honing, als grootmeesters in het organiseren van complexe sociale koloniën en als architecten van indrukwekkende raatconstructies. En dankzij hun enorme prestaties bij het bestuiven van landbouwgewassen zijn bijen voor de mensheid volstrekt onmisbaar. Des te alarmerender zijn recente ontwikkelingen van toenemende bijensterfte wereldwijd. Wat zijn toch de geheimen van dit fascinerende insect? Topexperts ontrafelen stap voor stap het ‘verschijnsel honingbij’ en komen daarbij steeds weer voor nieuwe verrassingen te staan. ‘Honingbijen’: een boeiend standaardwerk voor bijenliefhebbers, landbouwers, imkers en entomologen.
nieuwe methode - compact en betrouwbaar - ideaal voor beginners
• •
Auteur: Henk Eggelte Prijs: € 39,95 ledenprijs € 35,95
IN HERDRUK - verschijnt begin juli 2014 Wilde planten van Nederland herkennen Met deze geïllustreerde flora van Nederland breng je alle Nederlandse wilde plantensoorten - zonder al te veel voorkennis - snel en makkelijk op naam aan de hand van een nieuwe methode. De determinatiesleutels zijn - vergeleken met andere flora's - compact en overzichtelijk. Steeds is duidelijk zichtbaar wat onderscheidende en wat aanvullende kenmerken zijn. Ook is er gebruik gemaakt van duidelijk waarneembare, bij voorkeur vegetatieve kenmerken. Dit is handig voor beginners die zonder al te veel botanische voorkennis aan de slag kunnen. Iedereen leert snel met deze flora werken en ook ‘moeilijke’ groepen blijken toegankelijk. Voor gevorderden is er het voordeel dat kenmerkende verschillen tussen soorten in een oogopslag terug te vinden zijn. Vooral in het veld is dat zeer handig.
• • • • •
complete determinatiegids voor alle wilde planten van Nederland compacte sleutels op basis van duidelijk waarneembare kenmerken inclusief 2000 lijntekeningen van alle soorten kenmerken, zeldzaamheid, grootte, bloeitijd en voorkomen in landschapstypen en milieu register met de wetenschappelijke, familie- en geslachtsnamen
Een prettige én betrouwbare determinatiegids voor beginners en gevorderden
22
De Vier Jaargetijden 2014-3
de beste vogelplekken - gedetailleerde kaarten - fotografie tips
• •
Auteur: Luc Hoogenstein Prijs: € 19,95 ledenprijs: €17,95
Ontdek de mooiste vogelgebieden van Europa! Lesbos is een Grieks eiland in de oostelijke Middellandse Zee. Het is een geliefde bestemming onder vogelaars, fotografen en andere natuurliefhebbers. Er komen ruim 300 vogelsoorten voor, waaronder maar liefst 33 soorten roofvogels en een keur aan bijzondere steltlopers, watervogels en zangvogels. 'Vogels kijken op Lesbos' is de ideale gids voor iedereen die deze vogelrijkdom wil ontdekken. Beschrijft de belangrijkste doelsoorten zoals dwergooruil, sporenkievit, zwarte ibis en smyrnagors, en beste vogelplekken op het eiland. Daarnaast bevat het boek talloze praktische tips voor fotografen. Maar Lesbos is meer dan een vogelparadijs! Het heeft een heerlijk klimaat en biedt eindeloze wandelmogelijkheden. Het landschap is zeer afwisselend, van olijfboomgaarden en golvende droge graslanden tot rotskusten, zoutpannen en moerassen. Je vindt hier veel bijzondere bloemen, insecten, reptielen en amfibieën. 'Vogels kijken op Lesbos' biedt volop algemene informatie en reistips om ook deze kanten van het eiland te leren kennen.
meer dan 200 soorten - herkenning en leefwijze - compleet voor Europa
• •
Auteur: Peter Twisk, Annemarie Diepenbeek en Jan Piet Bekker Prijs: € 32,95 ledenprijs € 29,65
Fotogids zoogdieren van Europa herkennen & determineren Een praktische zoogdierengids en een compleet naslagwerk. Niet eerder werden alle zoogdieren van Europa en hun sporen zo compleet in beeld gebracht. Inclusief soorten die nieuw zijn voor Europa, zoals de Levantmol en de steppebaardvleermuis. Combineert soortbeschrijvingen, detailtekeningen en waarnemingstips. Behandelt zowel uiterlijke als ook schedelkenmerken.
• • • • • • •
alle zoogddieren van Europa doeltreffend herkennen veldmethodieken en waarnemingstips soortbeschrijvingen (lichaamsbouw, herkenning, biotoop en leefwijze) extra aandacht voor sterk gelijkende groepen diersporenoverzichten voor 'lastige' groepen schedelkenmerken voor 'lastige' soorten met prachtige detailtekeningen en kleurenfoto's
23
De Vier Jaargetijden 2014-3