Venkraai
Het verenigingsblad van de KNNV - afdeling Eindhoven (Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Vereniging voor Veldbiologie) De verschijningsdata zijn: 20 februari, 20 mei, 1 september en 20 december. Kopij kan tot uiterlijk 1 maand voor verschijning ingeleverd worden bij de eindredacteur. Eindredactie Henny van Rijck Redactieleden Jan Schellekens Jelle Schuurmans Gerard Vos De KNNV is een landelijke vereniging, opgericht in 1901. Het doel is natuurstudie en -bescherming door middel van inventarisaties en activiteiten als excursies, lezingen en cursussen. De afdeling Eindhoven - opgericht in 1945 - is op al deze terreinen actief, o.a. in een aantal werkgroepen (zie hieronder). Het aantal leden bedraagt ongeveer 250. Het lidmaatschapsgeld voor 2015 is € 32,00 voor een gewoon lid en € 13,75 voor een huisgenootlid per jaar. Bij toetreden na 31 juli geldt de helft van deze bedragen. Over te maken op de rekening van KNNV Afd. Ehv. Gewone leden ontvangen naast het verenigingsblad het landelijke KNNV-tijdschrift ‘Natura’ 4x per jaar. Een informatiepakket voor toekomstige leden ligt bij de ledenadministratie gereed. Aanmelden en opzeggen kan bij de ledenadministrateur (zie hieronder). Website: www.knnv.nl/eindhoven
Kopij Adressen
De volgende Venkraai komt uit op 20 februari 2015. Kopij hiervoor aanleveren vóór 20 januari 2015. Per email:
[email protected], of per post aan: Redactie Venkraai, Louise de Colignystraat 10-A, 5616 ER Eindhoven. De redactie behoudt zich het recht voor, teksten aan te passen of in te korten. Bestuur Voorzitter Annemieke van Vucht-Houniet Secretaris Jan Lanters Penningmeester Gerard Vos Bestuurslid Margriet Bekking-van Dort Bestuurslid Han Monteiro Ledenadministratie Henk van der Gaag
Lezingen Neske Dupuis Cursussen Harry Nouwen Annemieke van Vucht-Houniet
Floristische werkgroep Wim v.d. Ven Insectenwerkgroep P.T.H. Tutelaers Mossenwerkgroep Marleen Smulders Paddenstoelenwerkgroep Nel Bulthuis Micro-hydrobiologische werkgroep Joost van de Sande Plantenwerkgroep Petra van Leeuwen Commissies Excursiecommissie Trudy Vos Natuurbeschermingscommissie Jacqueline van Heek Stichting Stadsnatuur Eindhoven Voorzitter: Paul Timmermans
Wim Wieland Publiciteit Margriet Bekking-van Dort
Werkgroepen Vogelwerkgroep Johan Goossen Vogelgroep Willy Meijer
Natuurhistorisch archief Dit bevat alle Wetenschappelijke Mededelingen, uitgaven van de Stichting Uitgeverij KNNV, inventarisatierapporten, Venkraaien, Dubbelloven, excursieverslagen en andere literatuur. leder lid van de afdeling kan gebruik maken van dit archief. Inlichtingen bij Jelle Schuurmans. Website www.knnv.nl/eindhoven Beheer: Harry Nouwen
[email protected]
Winter 2014
Inhoud
In Memoriam Ru Bossong
2
In Memoriam Wim Niemantsverdriet
2
Wijzigingen ledenbestand
3
We hebben een nieuw (tijdelijk) onderkomen gevonden!
3
Waardevolle aanvulling Natuurhistorisch Archief door Jan Bos
6
Lezing Ma 23 feb
”Natuurfotografie en Vogels”
7
Vooraankondiging Cursus Libellen en Waterjuffers
8
Vooraankondiging Cursus Bomen, bijzondere planten?
8
De cursuscommissie steekt haar licht op bij de leden
8
Excursies Zo
4 jan
Nieuwjaarswandeling Oisterwijkse Vennen
7
Zo 11 jan
Traditionele vogelexcursie naar Zeeland
9
Za 24 jan
Malpieheide in Valkenswaard en de Horsten - Putten in Borkel en Schaft
9
Za 14 feb
Loonse en Drunense duinen
9
Za 28 feb
Dommeldal, met de Elshouters en ’t Heike
10
Excursies Vogelwerkgroep
10
Vooraankondiging: Algemene ledenvergadering op 12 maart
11
Verslag paddenstoelenexcursie naar de Wielewaal
11
Cursus Sterrenkunde bij IVN Valkenswaard
11
Verslag paddenstoelenexcursie naar het Hurkske
12
Boekbespreking “Menno Schilthuizen: Darwins peepshow”
13
Wantsen
14
Onze website
16
Nieuwkomer
17
Ecoduct de Mortelen
19
Aan alle KNNV-ers en IVN-ers
20
Op zoek naar de Maretak
21
Tekeningen Voorblad
Annemarie Schrover-van Bokhoven Moeraswespenorchis (Epipactis palustris) – © Foto Jan Bos
1
In Memoriam Ru Bossong Martien Helmig
Op 11 november 2014 is Ru Bossong overleden. “De vogel is gevlogen” stond er op de rouwkaart, vergezeld van een foto van een Kraanvogel. Ru was gek op Kraanvogels. Als er weer eens een melding van deze vogels was, dan belde hij zijn vogelvrienden om die fantastische waarneming door te geven. De laatste keer was nog onlangs, toen er honderden op Strabrecht waren gezien. Ru was erelid van de Vogelwerkgroep, waarvan hij in 1963 een van de oprichters was. De werkgroep heeft vorig jaar het 50jarig jubileum gevierd met de toen 90-jarige Ru erbij. In de beginjaren werd de Argonne met het prachtige Étang de Belval in Noord Frankrijk regelmatig bezocht. Ru en Catrien waren daar vanzelfsprekend bij. Toen enkele vogelvrienden de gelegenheid kregen naar een van de leden te gaan die een tijd in Marokko woonde, waren Ru en Catrien daar ook bij.
Samen werden reizen gemaakt door dat land en genoten we van de cultuur en uiteraard van de vele vogelsoorten, die je hier niet zo aantreft. Later werden nog andere landen aangedaan: Griekenland en Spanje bv. En niet te vergeten hun lievelingseiland Texel. Zelf hebben ze dat zo'n 25 keer bezocht. Ru heeft veel betekend in de Vogelwerkgroep. Behalve het delen van zijn kennis van vogels deed hij onder meer tellingen in roeken- en reigerkolonies. Heel belangrijk ook voor Ru was het controleren van nestkasten voor de Kerkuil, met gevaarlijk klimwerk in torens in de omgeving van Eindhoven. Ru was opvliegend. Zeker als hij onrecht bespeurde. Voorvallen waarbij hij uitviel naar anderen, waren er te over. Diplomatie was niet zijn sterkste kant. Maar als rechtgeaarde socialist en esperantist liet hij zien begaan te zijn met de medemens. Zijn hele leven toonde Ru zijn liefde voor de natuur, in bijzonder voor bomen en vogels. De laatste tijd gaven we interessante waarnemingen aan hem door, vaak met foto's. En altijd kon hij uitroepen hoe prachtig hij de waarneming weer vond. Met dat enthousiasme willen wij ons Ru blijven herinneren.
In Memoriam Wim Niemantsverdriet Mark Uittenbogaard
Wim heeft een technische opleiding gehad en daarbij paste het dat hij bij Philips werkzaam was. Maar hij had ook veel belangstelling voor de natuur, waarvan hij als autodidact een uitgebreide kennis vergaarde. In de loop van zijn leven heeft de natuur zelfs een steeds prominentere rol gespeeld, ook in zijn dagelijks werk. Al voor de oprichting van het Heempark Frater Simon Deltour zette hij zich in voor zo’n heempark. Toen het park daadwerkelijk van start ging was hij vanaf het begin de drijvende kracht bij de inrichting en het beheer er van. En dat is hij zo’n 25 jaar gebleven. Omdat hij graag natuurkennis op anderen overbracht was hij er vaak als gids actief. Zonder Wim zou het
2
heempark er beslist minder goed hebben uitgezien. De erkentelijkheid daarvoor is hem tijdens het 25-jarig jubileum van het park uitgebreid overgebracht. Vanuit deze werksituatie was hij vele jaren actief voor de Stichting Oase, als oprichter en als bestuurslid. Namens deze stichting heeft hij als (mede)auteur de gids ‘Natuurparken en Tuinen’ uitgegeven. Hierin wordt een overzicht gegeven van heemparken in Nederland en Vlaanderen. Het is dan ook terecht dat Wim in 2009 voor deze intensieve inzet voor de natuur een Koninklijke onderscheiding heeft ontvangen. Dit vond plaats in Vught waar
hij inmiddels woonde. Zo’n 10 jaar geleden werd bij hem de ziekte van Parkinson vastgesteld. Ondanks intensieve therapiebehandelingen heeft de ziekte hem geleidelijk buitenspel geplaatst. In mei van dit jaar hebben diverse natuur-
vrienden op een fijne wijze Wim voor het laatst in het heempark kunnen ontmoeten. Begin september kwam het droevige bericht van zijn overlijden. Hij was slechts 72 jaar geworden.
Wijzigingen ledenbestand van 06-08 t/m 02-12-2014 Overleden Dhr. R.H. Bossong Dhr. W.H. Niemantsverdriet Dhr. L.J.J. Willems Mw. B.W. Zwanenburg-Bosman Nieuw Dhr. H.J.M. Knitel Mw. M.H.H. Knitel-Vervoort Mw. B. Willems-Veldman Verhuisd Mw. J. Bottema Dhr. C. Bottema Dhr. J.A. Vegter Geen lid meer per 01-01-2015 Mw. M.M.T.C. Caris Dhr. P.R.W. Kerkhofs Mw. A. Kleijn Dhr. B.G. van 't Land Dhr. J. Schutjes Stuur wijzigingen naar onze ledenadministrateur (
[email protected]).
We hebben een nieuw (tijdelijk) onderkomen gevonden! Annemieke van Vucht namens het bestuur
Beste leden, Vanaf 1 december a.s. heten wij al onze leden welkom op onze tijdelijke locatie: het IVN-gebouw D ’n Aard, Ariëspad 5 in Veldhoven.
Gezien de huidige situatie rondom het MEC zijn wij genoodzaakt geweest een nieuw onderkomen te zoeken voor onze vereniging. We zijn ons ervan bewust dat het voor veel leden niet leuk is om het MEC te verlaten, maar we kunnen niet anders. Een verandering roept gemakkelijk weerstand op, ook dat weten we, maar we zullen moeten roeien met de riemen die we hebben. We hopen dat jullie je er ook snel welkom en thuis zullen voelen. Hieronder beschrijf ik het proces dat we doorlopen hebben. Op 9 september van dit jaar ontvingen wij van Monica Daniëls (projectleider binnen de gemeente m.b.t. het MEC) de Raads Informatie Brief waarin staat dat het MEC per 1 december a.s. de deuren sluit voor alle publieksactiviteiten en gebruikers.
3
Het gebouw moet voor Kerstmis leeggehaald zijn. Allereerst wordt het asbest verwijderd uit het gebouw, tegelijkertijd wordt er nog gesproken met een mogelijke kandidaat over exploitatie ervan. Het woonhuis naast het MEC zal door zorgorganisatie De Seizoenen in gebruik worden genomen als woonlocatie voor enkele cliënten.
Onze zorg Onze eerste en grootste zorg was en is dat alle activiteiten van onze afdeling gecontinueerd kunnen worden. Dat betekende dus op relatief korte termijn nieuwe huisvesting vinden voor alle werkgroepen, de lezingen en de cursussen. Daarnaast is er de zorg voor het herbarium van de floristische werkgroep, dat 2 kasten omvat van 2,5 m hoog, 3 m breed en 0,6 m diep. Het moest meeverhuizen naar de nieuwe locatie aangezien dit het studiemateriaal is voor hun werkgroepavonden.
De huur die we gaan betalen is gunstiger dan een marktconform bedrag, iets dat sommige andere locaties wel vroegen. De contactpersonen van de verschillende werkgroepen zijn er komen kijken en op de hoogte gesteld van de praktische zaken. D ’n Aard is een voormalige Protestantse Kerk die sinds 2 jaar eigendom is van IVN VEV. Rondom het gebouw ligt een vlindertuin die onderhouden wordt door de IVN-leden.
Toekomst oftewel ‘hoe lang is tijdelijk?’
We zijn gewend dat alle activiteiten op 1 locatie plaatsvinden en willen dat voor de cohesie binnen de afdeling ook zo houden.
De toekomst van het MEC kent meerdere onzekere factoren:
Acties van het bestuur
Het is nog niet duidelijk wanneer de asbestsanering is voltooid.
Wij hebben bij 14 adressen in en rondom Eindhoven geïnformeerd naar huisvestingsmogelijkheden. Praktische uitgangspunten: In de periode september – april komen elke woensdag 2 of 3 werkgroepen bijeen, variërend in grootte van 8 tot 24 personen. Daarnaast moest het herbarium beschikbaar blijven voor de floristische werkgroep en moest er een grote zaal aanwezig zijn voor lezingen, cursussen en de jaarvergadering.
Waarom Veldhoven? Deze locatie kan voldoende ruimte bieden, ook voor 3 werkgroepen die op de woensdagavond samenkomen. Het was het enige adres dat ruimte bood voor het herbarium. Vanuit het verleden hebben wij al lange tijd binding met het IVN Eindhoven. Datzelfde IVN is m.i.v. 1-1-2013 gefuseerd met IVN Veldhoven-Vessem. Ons eerste contact met IVN VEV dateert van januari 2013. We zijn op de hoogte van elkaars reilen en zeilen.
4
We zijn er welkom en het bestuur daar denkt goed mee. Men heeft activiteiten verzet om onze werkgroepavonden door te kunnen laten gaan, en men richt enkele ruimtes anders in, zodat ook ons herbarium mee verhuisd kon worden.
Het staat nog niet vast wie het gebouw gaat exploiteren. De gemeente gaat uit van een proeftijd voor de exploitatie van 3 jaar. De grond en het gebouw blijven eigendom van de gemeente. Het is nog niet duidelijk of wij gedurende die periode terug kunnen komen en tegen welke condities/bedragen. Het is onbekend wat er na die proefperiode gebeurt, alleen het feit dat het gebouw tegen die tijd tegen een marktconforme prijs verhuurd zal worden. Wat dat gaat betekenen voor ons is ook koffiedik kijken. Uiteraard blijven we de ontwikkelingen nauwgezet volgen en blijven we contact houden met de projectleider van de gemeente. Jullie zullen begrijpen dat er geen zinnig antwoord te geven is op de vraag ‘hoe lang is tijdelijk?’
Financiën In 1979 is door het toenmalig bestuur met de gemeente Eindhoven overeen gekomen dat de afdeling alle bijeenkomsten zonder kosten mocht gaan houden in het MEC, in ruil voor het afzien van subsidie. Helaas voor ons is dit nooit contractueel vastgelegd en kunnen wij dus op die manier geen aanspraak maken voor subsidie. Uiteraard hebben wij die wel opnieuw aangevraagd. Begin december kregen we het verheugende bericht, dat de gemeente ons "verzoek om een financiële bijdrage i.v.m. verhuizing en huisvesting voor 2014 plus 2015 positief heeft beoordeeld".
vroeger in het documentatiecentrum van het MEC stonden en sinds de opheffing van die ruimte al jaren bij een lid van ons op zolder stonden opgeslagen, mogen we nu op de boekenkasten van het IVN VEV zetten. Ze zijn te gebruiken op werkgroepavonden (Als je een boek mee naar huis wilt nemen, neem dan contact op met Annemieke).
Bijeenkomst met IVN VEV bestuur Op 28-10-2014 hebben de besturen van KNNV en IVN VEV samen vergaderd over de invulling van concrete zaken die van belang zijn voor ons tijdelijk verblijf in hun gebouw. Het KNNV-bestuur heeft als blijk van waardering voor de prettige ontvangst en samenwerking een schaal met vogelvoer overhandigd aan het bestuur van het IVN VEV. Daarnaast hebben we exemplaren van onze Atlas van de Flora van Eindhoven deel 1 en deel 2 en onze Atlas van de Mosflora van Eindhoven geschonken voor het documentatiecentrum van het IVN VEV. Wat boeken betreft: de KNNV-boeken die
Margriet Bekking overhandigt een Atlas van de Mosflora van Eindhoven aan Etje Hendrikx, voorzitter van IVN VEV Hieronder vinden jullie een kaartje waarop het IVN-gebouw staat aangegeven, en foto's van twee van de drie daar aanwezige vergaderruimten. We vertrouwen erop dat we met z’n allen onze draai kunnen vinden in Veldhoven!
5
Grote zaal
Vergaderruimte - rechts het herbarium van onze floristen
Waardevolle aanvulling Natuurhistorisch Archief met materiaal en beelden van Jan Bos Annemieke van Vucht
Jan Bos - een bekende naam binnen IVN Eindhoven en KNNV afdeling Eindhoven heeft, gezien zijn gezegende leeftijd van 91 jaar, besloten dat hij een deel van zijn archief gaat opruimen. Hij heeft ons een stapel gebiedsbeschrijvingen en onderzoeksrapporten aangeboden. Daarnaast beschikt hij over zo’n 23.000 dia’s, voor een heel groot deel van wilde planten, maar ook van landschappen bijvoorbeeld. Hij is doende dit alles te digitaliseren en heeft ons een groot deel van zijn tot nu toe omgezette bestand aangeboden om te gebruiken. De afdeling beschikt nu over een harddisk met 5029 afbeeldingen van 1118 wilde plantensoorten. Jan Bos heeft voorwaarden opgesteld waaronder het gebruikt mag worden. Die komen in essentie neer op: 1. “Gebruik uitsluitend ten behoeve van de KNNV” 2. “Niet voor commerciële doeleinden” 3. “Altijd met vermelding © Foto Jan Bos” Leden van onze afdeling die interesse hebben in de documentatie of de digitale bestanden kunnen contact opnemen met Jelle Schuurmans. Hieronder staan de voorwaarden voor het gebruik die Jan heeft opgesteld en die wij als bestuur hebben geaccepteerd.
Voorwaarden voor het gebruik Jan J. Bos, wonende Pippelingstraat 7 te Eindhoven, verleent hierbij toestemming aan
6
de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Afdeling Eindhoven, voor het gebruik van de op deze harddisk aanwezige afbeeldingen van Wilde planten. De afbeeldingen zijn scans van dia’s op Kodachrome 64 film, gefotografeerd met een Nikon F3 spiegelreflex camera en, na ontwikkeling, gescand met Nikon Coolscan V ED door J.J. Bos. De afbeeldingen hebben een resolutie van ca. 454 dpi in JPG bestand. De breedte en lengte van de afbeeldingen is ca. 20x30 cm (3600x5400 pixels). Grootte per afbeelding: ca. 30 MB. De afbeeldingen mogen uitsluitend gebruikt worden ten behoeve van de KNNV. Zij mogen niet gebruikt worden voor commerciële doeleinden. Het gebruik, vermenigvuldiging van afbeeldingen of het kopiëren van de inhoud van de Harddisk voor andere dan bovenvermelde doeleinden is alleen toegestaan met schriftelijke c.q. mondelinge toestemming van de auteur: J.J. Bos. Bij het plaatsen van een afbeelding, voorkomende op deze harddisk, dient daarbij de naam van de auteur als volgt te worden vermeld: © Foto Jan Bos. Bij gebruik van de afbeeldingen, genoemd in dit schrijven, worden de voorwaarden, daarin vermeld, geaccepteerd als een gentlemen’s agreement. J.J. Bos
Nieuwjaarswandeling Oisterwijkse Vennen Zondag 4 januari
Leiding: Duur: Start:
Rob en Annemieke van Vucht halve dag 10:00 uur bij de carpoolplaats afrit 28 Best van de A2 aan de Oude Rijksweg Best
Opgave vooraf is niet verplicht. In geval van gladheid of twijfel of de wandeling wel doorgaat is het verstandig om 's ochtends vanaf half 9 contact op te nemen met Rob en Annemieke.
De Nieuwjaarswandeling voor onze leden voert ons dit jaar naar de Oisterwijkse Vennen. Het gebied was ooit een uitgestrekt
heidegebied waarin zich vele vennen bevonden, maar vanaf 1801 begon men het gebied te bebossen. Jongere aanplant dateert van omstreeks 1840. In 1913 kocht Natuurmonumenten het eerste stuk van de Oisterwijkse Bossen om het fraaie gebied te beschermen. Pieter van Tienhoven vervulde daarbij een zeer belangrijke rol, hij was van 1907 t/m 1952 bestuurslid van Natuurmonumenten. Tot 1932 werden aankopen gedaan, waardoor het gebied tegenwoordig 391 ha omvat. Het gebied maakt deel uit van het Europese natuurnetwerk Natura 2000. De ontstaanswijze van de vennen is niet in alle gevallen geheel zeker, maar aangezien er in de directe omgeving zowel beekdalen liggen als stuifzandgebieden, neemt men vaak aan dat er zowel uitgestoven laagten als stroomdalvennen bij zijn. Merkwaardig is in ieder geval de aanzienlijke variatie tussen de vennen. Tijdens de wandeling wordt er een toelichting over de verschillende namen gegeven. Rond 13:00 uur biedt het bestuur de leden een kop soep aan in café-restaurant Croy ’t Stokske, Zandstraat 1 in Moergestel.
Lezing ”Natuurfotografie en Vogels” Maandag 23 februari
20:00 uur - Gebouw "D'n Aard", Ariespad 5, Veldhoven
Sperwergrasmus – Foto: Jankees Schwiebbe
Deze lezing wordt verzorgd door Jankees Schwiebbe. Hij is niet alleen een kenner van de natuur en in het bijzonder van vogels, maar ook een van Nederlands beste vogelfotografen. Zijn website www.birdphoto.nl toont beschrijvingen en prachtige foto's van bijna 400 vogelsoorten, grotendeels gemaakt in eigen land. Het is duidelijk dat Jankees niet alleen de vogels kent, maar ook de gebieden waar bijzondere soorten te verwachten zijn. Zijn foto's, gecombineerd met geluiden, zijn beschikbaar in Apps voor smartphones. Sinds enige tijd legt hij zich ook toe op macro-opnames, te beginnen met vlinders. Dit belooft voor liefhebbers van vogels en natuurfotografie een boeiende avond te worden!
7
Vooraankondiging Cursus Libellen en Waterjuffers Wist je dat sommige libellen meer dan vijftig kilometer per uur kunnen vliegen? En dat er bij jouw vijver wel tien verschillende soorten libellen kunnen leven? Libellen behoren samen met de vlinders tot de mooiste insecten in onze Lage Landen. De kleurrijke en elegante vliegers leven als larve in het water. In Nederland zijn 71 soorten aangetroffen, waarvan er 66 als inheems worden beschouwd. Opvallend is verder het grote aantal soorten dat op de Nederlandse rode lijst
staat vermeld als zeldzaam of vrij zeldzaam. Tim Raats (adviseur hydrologie) en Mark Scheepens (ecoloog), beiden werkzaam bij Waterschap De Dommel, geven voor ons in maart een cursus met afsluitende excursie over libellen en waterjuffers. Cursusdata: 19 maart en 26 maart (donderdagavonden) Meer info volgt in de Venkraai van februari 2015.
Vooraankondiging Cursus Bomen, bijzondere planten? Ivo Rothuizen geeft in komend voorjaar (maart-april) een cursus over bomen waarin hij aandacht besteedt aan de volgende aspecten: - De biologie van bomen - De ecologie in relatie tot bomen - De voortplanting en - De evolutie en systematiek.
Ivo is bioloog en heeft ruime ervaring in het geven van cursussen. Hij wil ons wat diepgaander wegwijs maken in de materie van bovengenoemde aspecten. De cursus sluit af met een excursie. Meer info volgt in de Venkraai van februari 2015.
De cursuscommissie steekt haar licht op bij de leden Wij willen graag van jullie horen naar welke cursussen jullie belangstelling uitgaat, zodat wij bij de organisatie van een cursus daar rekening mee kunnen houden. Wij voorkomen hiermee misschien ook dat een cursus afgelast moet worden wegens
te geringe belangstelling. Mail a.u.b. naar de cursuscommissie, welke cursussen u nog graag georganiseerd wilt zien. Met dank voor jullie medewerking! Mailadres:
[email protected]
Excursies Voor alle excursies geldt:
8
Laat het de excursieleider weten als je mee wilt gaan. Een kleine wijziging is altijd mogelijk en vervoer kan aangepast worden aan de deelnemers.
Zorg voor proviand – eten en drinken.
Neem regenkleding mee, evt. laarzen.
En natuurlijk…. een veldkijker, een loepje, je favoriete boek om iets in op te zoeken.
Bij colonne rijden let de chauffeur altijd op degenen die volgen, dit om elkaar niet uit het oog te verliezen.
De chauffeur kan de route ontvangen van, of vragen aan de excursieleider.
Iedereen is ook van harte welkom.
Het mag duidelijk zijn dat het KNNV-principe is: We leren van en ontdekken met elkaar, ieder brengt het hare of zijne in.
Zondag 11 januari
Traditionele vogelexcursie naar Zeeland Thema: Leiding: Duur: Start:
Water- en Winterkustvogels Leden van de Vogelwerkgroep Hele dag 8:00 uur, parkeerplaats bij winkelcentrum Eckart (AH), tussen Firmamentlaan en Orionstraat. Aanmelden en inlichtingen: Wil Busink
Als je naar Zeeland gaat, slechts 120 km hier vandaan, beleef je een geheel ander landschap. Ben je hier vertrouwd met bossen en hei, daar speelt het water met je. De dynamiek van de eb- en vloedstromen, waardoor zandige platen en slikken droogvallen, zorgen dat hier miljarden schelpdieren en andere zoutwaterbewoners leven. Een voedselbron voor talloze vogels die hier verblijven. Zaterdag 24 januari
Excursie naar de Malpieheide in Valkenswaard en de Horsten - Putten in Borkel en Schaft Thema: Leiding:
Algemeen, vogels en beheer Jacques van Kessel
Duur: Start:
4 uur 9:00 uur - Gerardusplein
Afgelopen jaren zijn in het Natura 2000 gebied de Malpieheide Valkenswaard diverse beheerwerkzaamheden uitgevoerd, zowel in als ook rond het vennengebied. Er is veel machinaal geplagd en dennenhout verwijderd waardoor een meer open landschap is ontstaan. Aan de noordzijde zijn de werkzaamheden nog in volle gang. We gaan in dit prachtige heide- en vennengebied wandelen. Ik wil er graag Zaterdag 14 februari
Excursie naar de Loonse en Drunense duinen Thema: Contact:
Algemeen Jan en Monique Lanters
Start: Duur:
10:00 uur, Gerardusplein tot ca. 16:00 uur
Elke maand heeft zijn soorten, maar in de winter verblijven hier de wintergasten uit Scandinavië en Oost Europa. Talloze ganzen, eenden, zaagbekken en duikers, vinden ons zeeklimaat uitstekend om hier te overwinteren. Daarnaast nog doortrekkers, die hier kort verblijven en de reis voortzetten naar Afrika. Dit gaan we bekijken in Tholen. De Schakerloopolder met aansluitend de Scherpenissepolder is door plan Tureluur een groot natuurgebied geworden. De landbouwpercelen zijn afgegraven en hoogteverschillen zijn aangebracht zodat zoete en zilte graslanden zich kunnen ontwikkelen. De ganzen vinden dit prima en zijn daar zeer talrijk. Daarna zetten we onze tocht voort, Rammegors-Philipsdam-Grevelingen restaurant-Plaat Oude Tonge. Als het ter plaatse 16:00 uur is gaan we huiswaarts
wat vertellen over roofvogelonderzoek, heidebeheer en het beheer van omliggende gebieden. Daarna vertrekken we naar Borkel en Schaft (Peedijk), waar we gaan wandelen in de Horsten en de Putten in het beekdal van de Dommel. In dit gebied komt de Dommel vanuit België Nederland binnen, deze grensstreek staat lokaal bekend als de Graaf van Loon. Het is een afwisselend landschap met graslanden houtwallen, poelen en bossen, er vind ook begrazing plaats met runderen. Een groot deel van deze beekdalgronden is eigendom van Natuurmonumenten. Het is een heel mooi landschap vooral voor de vogelaars! In dit gebied zijn afgelopen jaar veel nieuwe elzensingels aangelegd door het Waterschap de Dommel. Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen is een natuurgebied in NoordBrabant. Het is ruim 4000 ha groot en sinds 2002 een nationaal park. Het park is enerzijds grotendeels een afwisseling van droge zandverstuivingen en naaldbos, maar ook de uitgestrekte beekdalzone van de Zandleij hoort erbij. Hier ligt met name het natuurgebied De Brand bij Udenhout, met zijn afwisseling
9
Zaterdag 28 februari
van hakhoutbossen, natte weilanden en moerasruigtes. De heiden, dennenbossen en stuifzanden zijn van nature betrekkelijk soortenarme gebieden. Dat ligt heel anders voor het Zandleijgebied, waar zich in de hakhoutbossen op venige en lemige bodems zware kwel voordoet. Dat zijn prima omstandigheden voor een rijke voorjaarsflora met o.a. bosanemoon en gele dovenetel. Door het schone kwelwater is het Zandleijgebied en omgeving ook een voortreffelijk gebied
voor amfibieën zoals grote populaties boomkikker, heikikker en kamsalamander. De das is met succes in dit gebied geherintroduceerd. Doordat dit nationaal park meer en meer ingesloten raakt door bebouwing, wordt migratie steeds moeilijker voor dieren.
Excursie naar het Dommeldal, met de Elshouters en ’t Heike
Eén over de Dommel (tussen de Loonderweg en de splitsing Dommel/Keersop) en één over de Keersop nabij de splitsing.
Thema: Leiding:
Landschap en vogels. Trudy Vos
Duur: Start:
Halve tot driekwart dag. 9:00 uur, Gerardusplein 9:15 uur bij Camping de Volmolen, aan de Molenstraat vanuit Waalre.
Het Loondermolenpad in het Dommeldal is een nieuw wandelpad door De Elshouters, het landgoed De Loonderhoeve in Waalre en 't Heike in Valkenswaard. De wandeling is ruim 6 km lang en start bij de Volmolen. Het project is tot stand gekomen door de gemeenten Valkenswaard en Waalre, Waterschap de Dommel en Natuurmonumenten. Deze route voert je door een uniek en prachtig stukje Dommeldal. De Dommel komt bij Borkel en Schaft Nederland binnen. Daar begint het natuurgebied Dommeldal, dat loopt tot aan Eindhoven. In bosgebied ’t Heike zijn recent twee nieuwe bruggen geplaatst.
Wij gaan wandelen in het Oostelijke gebied van de duinen, ten noorden van de Rustende Jager.
Natuurgebied De Elshouters is een mooi voorbeeld van een Middeleeuws cultuurlandschap. Het gebied is een laagte met een broekbos van oud elzenhakhout. Dicht bij de Dommel liggen kleinschalige hooilandjes op de oeverwallen. De Elshouters ligt tegenover de plaats waar de Keersop in de Dommel uitkomt. Landgoed De Loonderhoeve is in maart 2014 ontstaan. Landbouwgronden werden toen natuurgebied. Het landgoed heeft als doel, de natuur in de Dommelvallei te versterken. Waterschap De Dommel heeft op het landgoed de 'vispassage de Loondermolen' in de Dommel gerealiseerd. Vissen kunnen daardoor weer stroomopwaarts zwemmen, ondanks de stuw. Sinds eind 2013 is er een imker actief op het landgoed. Het oudste deel van Landgoed De Loonderhoeve is in 2006 door de Rijksoverheid aangemerkt als een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet (NSW).
Excursies Vogelwerkgroep Datum Di 30 dec Zo 25 jan Za 7 feb
Zo 22 feb
Gebied Traditionele Zeelandtocht Groote Peel Bergerven / Schootsheide (bij Maaseik), en Bichterweerd (bij Elen) Bemmelerwaard / Gendtse Polder
Contactpersonen Jan Pelgrim Martien Helmig Annemieke van Vucht
10
Plaats Orionstraat (AH) Gerardusplein Gerardusplein
Vertrek 8:00 uur 9:00 uur 9:00 uur
Contact Martien Martien Annemieke
Orionstraat (AH)
9:00 uur
Jan P
Vooraankondiging: Algemene ledenvergadering op 12 maart Om 20:00 uur, in IVN-gebouw D ’n Aard, Ariëspad 5 in Veldhoven. Agenda 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Ontvangst met koffie Opening. Mededelingen, plannen en beleid van de afdeling. Notulen van de Algemene ledenvergadering van 13 maart 2014. Jaarverslagen. Financiën. Verkiezing afgevaardigde en reserve naar de Vertegenwoordigende Vergadering Samenstelling bestuur Vaststellen van datum van Algemene Jaarvergadering in 2016. Rondvraag. Sluiting van de vergadering.
Pauze, waarna:
Presentatie "Natuur aan Huis" door Hans Peeters Je ziet ze steeds meer verschijnen – natuurrijke erven op het platteland. Vaak goed verstopt, liggen ze als parels in het landschap. Ze zijn de trots van de bewoners, die hun paradijsjes vertroetelen voor de bloemen, dieren en een beetje voor zichzelf. Hans Peeters, werkzaam bij Vogelbescherming Nederland en auteur van het boek ‘Natuur aan Huis’ (uitgave KNNV), bezocht 35 van die erven. Hij doorkruiste Nederland en België om de
mooiste tuinen en erven vast te leggen. Zoals in het boek ‘Natuur aan Huis’ laat hij zien wat jezelf op je erf of in je tuin kunt doen, om het aantrekkelijker te maken voor planten en dieren. Niet alleen vogels, maar ook zoogdieren, amfibieën, reptielen, insecten krijgen alle aandacht. De presentatie staat boordevol praktische tips, zodat je na afloop direct aan de gang kunt. Vanzelfsprekend is er gelegenheid om het boek ‘Natuur aan Huis’ aan te schaffen.
Verslag paddenstoelenexcursie naar de Wielewaal Hennie Guns
Onder begeleiding van Jan Lanters gingen we op 25 oktober met twintig enthousiaste mensen vanaf het Philips de Jonghpark met de auto's naar landgoed De Wielewaal. Het was droog weer. Rond 13:00 uur kwam er een regenbuitje van 20 minuten, maar daar was iedereen op voorbereid. We hebben mooie paddenstoelen gezien,
waaronder: gewone wimperzwam, rode koolzwam, getande boomkorst, oorlepelzwam, spekzwoerdzwam, cantharel, gele trilzwam. Prachtig. Sommige hebben toch een fantastische naam! Zoals kastanjestromakelkje, deze zit op de binnenzijde van tamme kastanjebolsters. Het was een fijne ochtend.
Cursus Sterrenkunde bij IVN Valkenswaard Onze cursus Sterrenkunde ging dit najaar niet door. Voor wie zich had aangemeld is het wellicht interessant te weten, dat Emile Weijters en Tjitte Bakker een cursus
Sterrenkunde geven bij het IVN Valkenswaard-Waalre. De eerste les is op 13 januari. Zie de website van die organisatie.
11
Verslag paddenstoelenexcursie naar het Hurkske Trudy Vos
Op zaterdag 18 oktober gingen we o.l.v. Ton Hermans met maar liefst 17 deelnemers naar natuurgebied het Hurkske. Dit ligt tussen Erp en Gemert, en voor de meesten was het een onbekend terrein. Het is een zeer afwisselend gebied en vooral onder de naaldbomen vind je een prachtig mossentapijt en ook heel veel paddenstoelen.
Knikkend kaalkopje Het was een uitzonderlijk mooie en warme dag voor de tijd van het jaar, het werd wel 22 graden! Op de parkeerplaats bij de start van de wandeling wachtte Ton ons op en hij had een verrassing: het Eierzakje, een heel klein paddenstoeltje dat groeit op dood hout en dat bestaat uit een bleek bolvormig zakje met geelbruine lensvormige “eitjes”. Ik had het nog niet eerder gezien.
Roze stinkzwam
Roze stinkzwam
12
Ton en Karin hadden een dag eerder al voorgewandeld, dus ze wisten ons goed de weg naar de paddenstoelen te wijzen. We vielen meteen met de neus in de boter, er stonden mooie Gele ringboleten en Holsteelboleten die beiden in symbiose met Lariksen leven. Er werd gekeken of de Holsteelboleet ook echt een holle steel had, en ja, natuurlijk was dat zo. De Sparrenkegelzwam en de Muizenstaartzwam groeiden naast elkaar en zo konden we mooi de verschillen zien want ze lijken best veel op elkaar. De sparrenkegelzwam groeit op kegels van de fijnspar en de muizenstaartzwam op kegels van allerlei naaldbomen. Bijzonder mooi was de slijmzwam Knikkend kaalkopje, maar om hem goed te kunnen bewonderen moet je wel een loep gebruiken. Aangekomen bij een fraai heideveldje vonden we nogal wat bijzondere paddenstoelen, de Heideknotszwam in groten getale, de Grijsvezelige beurszwam, het Vuurzwammetje, de Zwartwordende wasplaat, en de Koeienboleet met de Roze spijkerzwam, die laatste twee horen bij elkaar maar dat zie je lang niet altijd. Hier stond ook een picknickbank met een mooi uitzicht en het was ongeveer twaalf uur, dus tijd voor de lunch, heerlijk in het zonnetje. Toen we onze weg vervolgden zagen we o.a. de Slijmsteelmycena en de Zwarte veldridder. En op een open veld tussen gras en mos was ook veel te beleven. Wat te denken van de Roze stinkzwam, de Rupsendoder en de Trechterwasplaat. De fotografen hadden het er maar druk mee. Bijzonder aardig was het Breedsporig hangkommetje, dat groeit op dood hout, ook hier was een loep noodzakelijk om de schoonheid ervan te ervaren. We zagen ongeveer negentig soorten paddenstoelen, te veel om op te noemen! Maar er waren ook nog vlinders, het Bont zandoogje, de Citroenvlinder en de Atalanta, en er vlogen Heidelibellen. Ton attendeerde ons op Goudvinken die te horen waren, en de Kleine bonte specht. Het was echt een gezellige en leerzame excursie met heel veel mooie waarnemingen! Ton en Karin, heel hartelijk dank voor jullie deskundige leiding. We hebben genoten!
Boekbespreking “Menno Schilthuizen: Darwins peepshow” Piet Tutelaers (Insectenwerkgroep)
Dit jaar is er een zeer interessant boek verschenen over de grote verscheidenheid aan geslachtsorganen in het dierenrijk. De auteur is hoogleraar aan de Universiteit van Leiden in het vakgebied ‘Kenmerkevolutie en biodiversiteit’ bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen. Het boek richt zich op de geïnteresseerde leek en leest als een trein omdat er geen hoogdravende wetenschappelijke terminologie is gebruikt. Een aanrader voor iedereen die meer wil weten over evolutie en de rol die de geslachtelijke voortplanting hierin speelt. In het boek komen allerlei diergroepen aan bod, van insecten, spinnen, slakken, eenden, apen tot wijzelf, de mens. Zo las ik dat de penis van sommige nachtvlinders voorzien is van kraaienpootachtige stekels net zoals de bonenkevers. Met deze stekels kan het mannetje de vaginawand tijdens de paring doorboren met een tweeledig doel: het voorkomen dat het vrouwtje paart met andere mannetjes vanwege de pijn die dit doet en de mogelijkheid om via de gaatjes in de vaginawand stoffen uit zijn sperma te kunnen injecteren in de bloedbaan van het vrouwtje om hier voordeel uit te halen. Zo las ik verder dat het mannetje van de wilde eend beschikt over een penis wat bij vogels een uitzondering op de regel is. Deze penis bestaat uit een slurf met windingen zoals bij een kurkentrekker en de vagina bestaat uit een buis met soortgelijke wendingen. De windingen van de vrouwtjes lopen met de klok mee terwijl die van de mannetjes tegen de klok in lopen. Het mannetje kan hierdoor alleen zijn sperma afgeven als het vrouwtje de spieren in haar vagina ontspant. Een geruststellende gedachte als je ziet hoe verschillende mannetjes een paringsrijp vrouwtje bespringen.
Bijvoorbeeld dat hangmatspinnen aan droge en natte seks doen. Vrouwtjes van deze soorten beschikken over spermaleiders met vele bochten en het is voor mannetjes een hele kunst om hier met zijn lange embolus de weg in te vinden vandaar dat er eerst droog geoefend wordt en pas als de route gevonden is, komt er sperma aan te pas. Tenminste als het vrouwtje tevreden is met de prestaties van het mannetje bij de droge oefeningen. Zo ben ik ook te weten gekomen dat er een spinnensoort is (Harpactea sadistica) waarbij sprake is van traumatische seks zoals we dat kennen bij de bedwants. Het mannetje maakt bij deze soort geen gebruik van de spermaleiders om het vrouwtje te bevruchten maar doet dat door haar achterlijf te doorboren met zijn dolkvormige pedipalpen om zo het beveiligingscircuit van het vrouwtje te omzeilen. Slakken zijn hermafrodieten dat wil zeggen man en vrouw tegelijk. Bij de paring produceert elke slak een spermatofoor waarin zijn sperma verpakt zit. Via zijn penis wordt dit pakketje afgeleverd in een zijtak van de vrouwelijke geslachtsdelen van de partner (diverticulum) en van hieruit gaat het naar de bursa, een soort maag die de spermatofoor in zijn geheel met sperma en al verteert. Maar bij het transport van diverticulum naar bursa weten enkele spermacellen te ontsnappen en de eileiders in te glippen en zo de eitjes te bevruchten. Op dit basisprincipe zijn allerlei variaties mogelijk. Het boek is een spannende ontdekkingsreis in de wereld van de geslachtsorganen en je valt van de ene in de andere verbazing. Menno Schilthuizen: Darwin’s peepshow, wat Geslachtsdelen onthullen over Evolutie, Biodiversiteit en Onszelf. Atlas Contact, Amsterdam. 351 pp. ISBN 978 90 450 2449 3. € 24,99.
Ik dacht een hele hoop te weten over de voortplanting bij spinnen maar dankzij dit boek ben ik een stuk wijzer geworden.
13
Wantsen Dik Hermes (Insectenwerkgroep)
Onbekend maakt onbemind, en dat lijkt ook op te gaan voor wantsen. Hoewel wantsen overal in de natuur voorkomen waar ook andere insecten te vinden zijn, zijn er maar weinige natuurliefhebbers die zich in wantsen specialiseren. In Nederland zijn er op dit ogenblik op de kop af vier mensen die actief met het verzamelen van wantsen bezig zijn. De eerste vraag die je meestal krijgt toegeworpen als je zegt dat je wantsen verzamelt, luidt dan ook: “Wat zijn wantsen?” Welnu, wantsen zijn insecten met een onvolledige
Bessenwants, Dolycoris baccarum,onderaanzicht
Bessenwants, Dolycoris baccarum, bovenaanzicht
gedaanteverwisseling en een lange, gelede zuigsnuit die voor aan de kop begint. Bij twee families roofwantsen is de zuigsnuit boogvormig naar beneden gekromd, maar bij de meeste wantsen wordt deze zuigsnuit in rust tegen de onderkant van het lichaam gedragen zodat hij niet direct opvalt. Pas als ze ermee gaan prikken, komt hij tevoorschijn. Dat prikken doen wantsen in de planten of dieren die ze als voedsel gebruiken. Sommige wantsen zijn erg gespecialiseerd en hebben maar één soort plant of dier als voedselbron; andere zijn minder kieskeurig. Vele soorten zuigen zowel aan planten als aan dieren. Wantsen kennen, voordat ze volwassen worden, vijf nimfstadia. Bij deze nimfen zijn de vleugels nog niet ontwikkeld; bij de oudere nimfstadia zijn zij zichtbaar als zakjes, maar van een echte vleugel is nog geen sprake.
14
Niet alleen op het gebied van voedsel zijn wantsen erg veelzijdig, ook wat habitat betreft kunnen ze alle kanten op. Er zijn waterwantsen, oppervlaktewantsen, oeverwantsen, bodemwantsen, schorswantsen, boomwantsen, graswantsen, enz. Vrijwel overal kun je ze tegenkomen. Eén van de weinige plekken waar niet vaak wantsen gevangen worden, is in huis, hoewel het dan ook meestal de enige wants betreft die wel iedereen kent, de bedwants, waarover straks meer. n
Hoe ziet een wants eruit? Zoals gezegd, de meeste mensen die een wants zien, weten niet dat het een wants is. Zij zullen het dier aanduiden als een kever, een vliegje, een luis, of iets dergelijks. Het meest bekend zijn nog de schildwantsen. De meeste mensen zullen deze dieren herkennen aan de vorm van de voorvleugels. Net als de meeste andere insecten hebben wantsen vier vleugels, maar in rust zijn alleen de achtervleugels zichtbaar. De voorvleugels zitten, net als bij vele kevers, veilig opgeborgen onder de achterste vleugels, bij kevers ook wel aangeduid met dekschilden. In de vorm van deze achtervleugels zit hem een ander verschil tussen wantsen en kevers. Kevers hebben gewoonlijk volledig verharde, gesclerotiseerde achtervleugels. Bij wantsen is dit gewoonlijk alleen met het voorste deel van de achtervleugels het geval. Het achterste gedeelte van de achtervleugels is meestal vliezig, en deze vliezige gedeeltes van de beide achtervleugels liggen over elkaar. Door deze manier waarop de vleugels gebouwd zijn en deels over elkaar liggen, ontstaat een voor wantsen typisch patroon. Bij een aantal wantsen echter zijn de vleugels van bovenaf helemaal niet zichtbaar. Bij deze wantsen is de bovenkant van het halsschild helemaal over de vleugels heengegroeid. Dit is het geval bij de bekende pyjamawants, Graphosoma lineatum. Deze wants heeft een onmiskenbaar kleurpatroon van parallelle rode en zwarte lengtestrepen. Tot in de tachtiger jaren was dit dier uiterst zeldzaam in Nederland, maar na die tijd is
hij tot op de Waddeneilanden doorgedrongen. De aantallen wisselen echter sterk van jaar tot jaar. Hoe leer ik wantsen kennen? Alle insectengidsen bevatten een hoofdstuk over wantsen, en hierin zijn een aantal algemene soorten goed afgebeeld. Van de waterwantsen is er een uitstekende tabel van de Jeugdbondsuitgeverij: David Tempelman en Ton van Haaren, “Water- en Oppervlaktewantsen van Nederland”.
Coreus marginatus, nimf Eveneens van de Jeugdbondsuitgeverij is er een beknopte maar bruikbare tabel van de “Boom- en Bodemwantsen”, geschreven door Fons van der Plas en Jaap van Schaik. Wie verder wil gaan kan in de eerste plaats een vijftal uitstekende Duitse boeken aanschaffen, getiteld “Wanzen” van Ekkehard Wachmann, Albert Melber, en Jürgen Deckert, uitgegeven door Goecke & Evers, Keltern. Deze boeken bevatten geen determinatietabellen, maar van de meeste Duitse, en dus de Nederlandse, soorten zijn prachtige foto’s geplaatst. Van alle soorten wordt het een en ander verteld over het voorkomen, de verspreiding, de leefwijze, en de levenscyclus. Maar van de meeste wantsenfamilies zijn er helaas geen toegankelijke determinatiewerken te krijgen; deze zijn óf in het Frans of Duits, óf alleen antiquarisch te krijgen. Daar valt dus nog het een en ander aan werk te doen.
Stinken wantsen? Ja, wantsen stinken. Zij zijn namelijk gekenmerkt door stinkklieren. Bij nimfen zitten deze boven op drie achterlijfsegmenten. Bij volwassen dieren zitten deze aan de zijkant van de dieren, ongeveer op de plek waar ook de drie paar poten naar buiten komen. De kleuring en de vorm van de openingen kunnen een belangrijk deteminatiekenmerk zijn. Deze stinkklieren worden bij gevaar gebruikt. Zij spuiten dan het gif in de richting van het gevaar. Bij hun belagers, zoals mieren en wespen, kan dit gif verlammingsverschijnselen teweegbrengen. Zelfs waterwantsen hebben stinkklieren. Dit is één van de redenen waarom waterwantsen niet in aquaria gehouden kunnen worden; het gif uit de stinkklieren kan het water vergiftigen. De Bedwants Bijna niemand weet wat wantsen zijn. Maar één wants kent bijna iedereen, de bedwants, Cimex lectularius. Dit dier was in Nederland vrijwel uitgeroeid, maar omdat mensen veel meer reizen naar steeds exotischer bestemmingen, wordt de bedwants weer vaker aangetroffen. Ze zijn moeilijk te bestrijden omdat ze zich schuilhouden in kieren, tussen planken, achter het behang, e.d. ‘s Nachts komen ze tevoorschijn op zoek naar een menselijke prooi die ze op één nacht op verscheidene plekken kunnen prikken. Dit geeft jeukbulten die de nachtrust van de slaper behoorlijk verzieken. Deze bulten onderscheiden zich in de volgende kenmerken van gewone muggenbulten. Bulten van de bedwants liggen vaak op een rij en kunnen overal op het lichaam worden aangetroffen, niet alleen op plekken die boven de dekens uitkomen. Van klamboes trekken bedwantsen zich evenmin iets aan. Bedwantsen brengen geen ziektes over. Over de bestrijding van bedwantsen wordt verschillend gedacht. Sommigen geven advies over hoe je het zelf kunt doen, anderen raden aan meteen een bestrijder te bellen. Iets wat veel mensen doen, is kleren, kleden, of meubels goed uitkloppen en dan elders “in veiligheid te brengen”. Hiermee maak je het alleen maar erger, omdat je
15
hiermee de dieren of de eieren naar andere ruimtes verplaatst. Niet doen dus! Traumatische inseminatie Een ander verschijnsel dat de bedwants interessant maakt, is het verschijnsel dat traumatische inseminatie wordt genoemd. Het mannetje brengt hierbij zijn zaad in het vrouwtje niet via een speciaal daarvoor beschikbare lichaamsopening van het vrouwtje. Nee, het mannetje prikt met zijn geslachtsapparaat een gat in het achterlijf van het vrouwtje en brengt op die manier zijn zaad rechtstreeks in de buikholte van het vrouwtje. Dit maakt een open wond, die de gezondheid van het vrouwtje ernstig kan schaden, zeker als er infecties optreden. Traumatische inseminatie komt ook voor tussen mannetjes onderling. Het zaad verplaatst zich dan naar de testikels van het slachtoffer, en er wordt beweerd dat dit slachtoffer dan bij de volgende paring niet alleen zijn eigen zaad, maar ook dat van het andere mannetje bij het vrouwtje naar binnen brengt. Er zijn ook
Nabis ferus, roofwants gevallen bekend van bedwants mannetjes die een andere wantsensoort aanprikken. Door een immuunreaktie bij het slachtoffer leidt dit dan binnen één tot twee dagen
tot de dood van het slachtoffer. Traumatische inseminatie wordt niet alleen bij de bedwants aangetroffen, maar ook in andere groepen wantsen. Maar daar zijn dan meestal nog structuren aanwezig die de schade voor het slachtoffer beperken. Over het evolutionaire nut van traumatische inseminatie wordt sterk gediscussieerd. Schade en nut Als het om insecten gaat, vraagt men al gauw naar het nut of de schadelijkheid van de dieren. Net als bij de meeste andere dieren en planten zijn er zowel nuttige als schadelijke wantsen. Een voorbeeld van een schadelijke wants is de appelwants, Lygocoris pabulinus. Deze zuigt aan twijgen en knoppen die daardoor niet goed uitgroeien en verkleuren. Dit kan de fruitopbrengst flink omlaag brengen. Wantsen staan bij boeren dan ook niet in een goed daglicht. Maar welke insecten staan dit wel? Nuttige wantsen zijn er zeker ook. Vele wantsen prikken aan luizen, rupsen, en andere “schadelijke” insecten. Een aantal soorten wordt dan ook massaal gekweekt en uitgezet in kassen voor de bestrijding van luis. Dit zijn vaak buitenlandse soorten, die in de buurt van kassen ook in het wild kunnen worden aangetroffen. Het nut van de meeste wantsen is echter gewoon dat ze er zijn. Het zijn prachtige dieren met een grote rijkdom aan vormen, kleuren, leefwijzen, en gedrag. Elk levert een bijdrage aan de biodiversiteit en allemaal spelen ze een rol in de cyclus van het leven, waar nog te weinig over bekend is.
Onze website Velen van jullie zullen onze website slechts af en toe bezoeken. Deze site is niet alleen bedoeld voor mensen die de KNNV niet kennen, maar ook voor de leden. Naast de Venkraai die slechts 4 keer per jaar op jullie deurmat ploft, zou de website regelmatig nieuws van en voor de leden kunnen bieden. Dat zou de site
16
meer levendig maken. Graag ontvang ik jullie berichten, over bijvoorbeeld interessante gebeurtenissen tijdens activiteiten. De webredacteur www.knnv.nl/eindhoven
[email protected]
Nieuwkomer Achilles Cools
Tussen kale takken in de tuin van Gerrit Nijboer zat een mooie tortel te koukleumen. Met een kiekje werd de vogel door een klein cameraatje vastgelegd en als ‘zomertortel’ op de site van waarneming.nl geregistreerd. Vogelkijkend Nederland kon meekijken. Men keurde en bestudeerde de foto. Een zomertortel midden in de winter? Normaal zitten onze zomertortels dan in Afrika. Was het wel wat het was? De vogel had kenmerken van de ‘Oostelijke tortel’, een zeldzaamheid, die Nederland nog nooit had bezocht. Er heerste al een hele tijd de verzuchting dat er geen nieuwe of zeer bijzondere soorten Nederland nog aandeden. De laatste echte knaller was de dwerguil van Valkenswaard.
alle kandidaten gespot. Eigenlijk iets te ver voor de verrekijkers, want hij zat in een boom achter het kanaal. Sommigen liepen via de brug naar de overkant. Daar hadden ze eindelijk de prijsvogel. Het was hem! Een echte Oosterse tortel! De soort werd door de strijdmakkers meteen genoteerd op hun palmares. De trofee was binnen. Voor de twitchers een ‘lifer!’ Het was voor het eerst dat deze duif in Nederland werd gezien. In Oudersluis dook een jaar geleden ook al een Oosterse tortel op, maar die vogel droeg een ring. En zogeheten escapes tellen niet mee voor de Nederlandse vogellijst. Nu hadden ze wel prijs! Ze hoefden de nieuwe vogelsoort slechts een keer te zien, meer niet. Maar er waren nog andere twitchers die deze soort ook wilden hebben.
Deze tortel bracht opwinding onder de vogelaars. Dutch Birding kwam in actie en stuurde zijn verkenners. De foto was gemaakt in Werga, een klein en rustig dorpje in Friesland. Het was er koud. De vogelaars verspreidden zich rondom de kerk, want de vogel zat immers tussen de huizenblokken. Maar de duif liet zich niet zomaar spotten. Het was even zoeken. Nadat een eerste konvooi de zeldzame dwaalgast toch ontdekte en waarachtig als ‘Oostelijke tortel’ determineerde, ontvlamde het grote nieuws als een lopend vuurtje onder de vogeltwitchers.
De volgende dagen was er nog meer belangstelling zodat er files ontstonden in Werga. Sommige vogeltwitchers hadden aan hun werkgever een vrije dag gevraagd. Er waren zelfs twitchers uit Gent, die er een lange tocht voor over hadden. Mijn slechtste vriend Leo, die zich af en toe ook bezondigd aan het twitchen was ook van de partij. Van in het ochtendgloren zwierven overal groepjes met teletoeters en superzoomreflexcamera’s. Een hele attractie voor de bewoners van Werga, ze konden genieten van de aanblik van hollende snoeshanen door de smalle straatjes. Een groot spektakel in een klein dorp. De bewoners snapten er niets van: zoveel aandacht voor een klein vogeltje! Overal rennende pelotons, naar de ene kant, naar de andere kant, en weer terug. Carrousels die kwamen en gingen. De vogeltjesdans van Werga.
’s Anderendaags stroomde het dorp vol stoere vogeltoeristen met verrekijkers en telescopen. Uit alle delen van het land. Het werd een drukte in de smalle straatjes. Iedereen keek scherp om zich heen. Opeens werd er gerend. Ze werd gezien! Maar waar? Iedereen rende achter iedereen. Er was gemeld dat hij bij het Groote Buren bruggetje zat. De twitchers hadden geen flauw idee waar dat was, maar renden naar de andere kant van de kerk. Daar was een bruggetje met waarnemers, maar geen tortel. Er stonden een aantal twitchers te bellen met anderen die de duif in het vizier hadden. Er bleek nog een ander bruggetje te zijn. Weer rennen dus. De tortel vloog wat rond in het centrum. Uiteindelijk werd hij door
Met al die spiedende ogen moest deze prijsvogel toch snel teruggevonden worden. Want iedereen wilde hem zien. Spannend! Toch duurde het even voordat het verlossende bericht kwam. Uiteindelijk konden ook deze twitchers hem spotten. De score werd aangevinkt. Er werd gejuicht, op de schouders geklopt, handen geschud. In een enigszins gespannen sfeer werd nagepraat. Gezellig! Er was gestamp van veel bergschoenen in het anders zo rustige
17
boerendorp. De Gentenaars waren in de wolken en beuzelden: ‘ vri vrieë wijs, zaaalig biest, vrieë giestig, mijn schonske veugel.’ De Nederlanders knikten, maar verstonden het niet. De meesten hadden het duifje amper twee seconden kunnen zien wegvliegen. Maar Belgen zijn met een kleinigheid tevreden. Ze hadden toch gescoord!
De plaatselijke middenstand speelde handig in op de nieuwe vogelsoort voor Nederland. De bakker verkocht ‘Oosterse Tortel Grondels’: een appelgebakje met daarop een tortel in marsepein, de slager etiketteerde zijn gebraden kip met ‘Gegrilde Oosterse tortel!’ Ook prijs, want de vele koukleumers hapten toe. Nijboer die het duifje had ontdekt werd geprezen. Hij liet het zich welgevallen en gniffelde: ‘het dorp zit vol vreemden met kanonnen van telelenzen, niemand heeft nog een goede foto, terwijl ikzelf gewoon een simpel cameraatje heb gebruikt’. Er liep ook een wat verlegen man van middelbare leeftijd rond: Akke Bijlsma. Hij kwam uit een naburig dorp en begreep niets van de toeloop. Soms benaderde hij de troepen kijkers op twintig meter, maar aanspreken durfde hij niemand. Waarom werd er toch zo achter zijn ontsnapte duif gejaagd? Hij had al verschillende pogingen gedaan om zijn doffer terug te pakken te krijgen. In zijn rugzak hield hij een mistnet verborgen dat hij maar nergens kon opstellen met zoveel pottenkijkers.
De dagen die volgden werd het nog drukker in het Friese dorpje. Er waren nog veel diehards die aan de wedstrijd wilden meedoen. Maar het duifje liet telkens langer op zich wachten. Twitchers stonden in rijen te blauwbekken met bevroren tenen om toch maar een glimp te kunnen opvangen van de zeldzaamheid. Ook was er een cameraploeg van de omroep Fryslan! Een verslaggever van ‘Man bijt hond’ was eveneens ter plaatse. Journalisten van allerlei kranten kwamen naar dit vergeten plekje afgezakt. Honderden foto’s werden gemaakt. De tortel werd een superster.
18
In zijn volière zat zijn treurende duivinnetje nu alleen. De schuwe doffer was ontsnapt toen deze schrok en tegen de volièredeur aan botste. Het slotje begaf het en met snelle spurt vloog hij uit. Akke had nog voeder gestrooid, maar de doffer kwam niet terug. Het verlies was teleurstellend, niet omwille van de kostprijs. Ze werden genoeg te koop aangeboden aan slechts dertig euro het paar. Oosterse tortels zijn in Azië de meest gekooide vogels. Net zoals men in Europa een kanarie of parkiet kooit, houden de Aziaten allemaal tortels. Het zijn er heilige vogels. In de steden zie je ze te koop, aan de prijs van een ananas, in propvolle manden opgestapeld tot aan het plafond. Ze worden ook nog steeds massaal geëxporteerd. In het Vlaamse Westerlo werden er het laatste jaar nog een paar duizend ingevoerd. Wat voor Akke het gemis vooral inhield was dat het doffertje al zo’n hechte band had met zijn duivinnetje. Het was een mooi paartje. Ze hadden al enkele succesvolle
broedsels gehad. Oosterse tortels waren gemakkelijke vogels in een volière, winterhard en verdraagzaam tegenover andere vogels. Maar met zomertortels samenhouden kon niet. Dan werd er gevochten in de volière. Akke wist veel van duiven. Hij kende in één oogopslag het verschil tussen doffer en duivin. Niet zo eenvoudig op het eerste zicht, maar de doffer is forser en trotser van aard. Hij heeft ook een bredere hals dan de duivin. Zij is meer opgetogen en heeft ook een breder bekken. ‘Ik heb hem!’ riep plots een twitcher met een baseball pet op. Akke schrok en keek verbaasd! Hij dacht dat hij zijn doffer kwijt was. Maar de duif zat nog in de boom. Akke snapte niets van die toeristen. Het waren twee verschillende werelden van vogelliefhebberij die elkaars wegen kruisten in een klein Fries dorpje. Na vijf minuten had het beestje klaarblijkelijk alweer genoeg van alle belangstelling en verdween richting de nieuwbouwwijk. Vogelaars marcheerden weer af. Een uur later ontvingen enkelen op hun mobieltje dat de vogel opnieuw werd gezien bij de sporthallen. Het hele schouwspel herhaalde zich en vijf minuten later stonden de vogelaars hijgend door hun telescoop te staren naar de geweldige nieuwe soort voor Nederland. ‘Normaal gesproken overwintert hij in Centraal Azië,’ zei een slimme twitcher. ‘Waarschijnlijk is hij uit koers geraakt met een scherpe oostenwind die hem
in de war heeft gebracht,’ voegde een andere er aan toe. ‘De kans dat hij op eigen kracht terugvliegt is klein,’ oordeelde een grote kerel. ‘Overlevingskansen heeft hij hier alleszins, het is een zaadeter, daar is hier genoeg van,’ beklemtoonde een man met Veerman-muts. ‘Voortplantingskansen zijn er niet, tenzij hij met een zomertortel paart. Maar die laatste zijn ook al zeldzaam,’ besloot een andere kameraad. De gegrilde ‘Oosterse Tortels’ waren aan het einde van de dag iedere keer uitverkocht. ‘Wel apart dat volwassen mannen achter een dergelijk vogeltje aanvliegen,’ lachte de slager genietend. Vorige week had hij de vreemde vogel ook gezien. De tortelgrondeltjes bij de bakker vonden ook gretig aftrek. ‘Ik ha der wol sa’n hûndert fan ferkocht’, zei hij, ‘je saegen de mensken troch Wergea flaenen’ Na enkele weken nam de toeloop wat af, omdat het alle dagen regende. Terwijl kon Akke in het geniep zijn slag slaan. Er waren zo goed als geen pottenkijkers. Op een vaste voerplek, ergens achter een heg, stelde hij een klapval op en ving zijn duifje terug. Het duivinnetje kirde toen ze haar partner in de volière terugzag. De curieuze intocht in het dorpje verminderde. Na achtenvijftig dagen keerde de rust weer. Bij de bakker werden gratis koekjes uitgedeeld. De 500ste vogelsoort voor Nederland was binnen.
Ecoduct de Mortelen Jelle Schuurmans
Tot mijn verrassing hoorde ik afgelopen zomer, dat in 2015 begonnen zal worden met de aanleg van het ecoduct over de spoorlijn tussen Best en Boxtel. Weliswaar was het plan daarvoor al gemaakt tegelijk met dat voor het ecoduct over de A2 tussen Best en Boxtel, maar ik veronderstelde, dat de realisatie vanwege de bezuinigingen voor onbepaalde tijd zou zijn uitgesteld. Het nieuwe ecoduct zal worden aangelegd net ten noorden van de Monnikenweg/ Liempdsedijk.
De volgende tekst is met een kleine aanpassing afkomstig van de website van ProRail: “www.prorail.nl/projecten/ecoduct-demortelen” Midden in provincie Brabant ligt het Groene Woud, een unieke aaneenschakeling van verschillende natuurgebieden. Het spoor tussen Eindhoven en Boxtel loopt hier dwars doorheen. ProRail bouwt daarom een nieuw ecoduct. Zodat de dieren veilig van het ene natuurgebied naar het andere kunnen.
19
Hart van het Groene Woud Het nieuwe ecoduct, zo’n 50 meter breed, komt te liggen midden in het Groene Woud. Het verbindt de kernnatuurgebieden Kampina, de Mortelen, de Scheeken en het Dommeldal weer met elkaar. Daarmee is het een belangrijke ecologische impuls voor het gebied.
Van herten tot salamanders Naar verwachting zullen dassen, reeën, kamsalamanders, hazelwormen en hagedissen het ecoduct gaan gebruiken. Het ecoduct wordt zo vorm gegeven dat in de toekomst ook het edelhert hier gebruik van kan maken’ Planning Op dit moment zijn we bezig met het uitwerken van de plannen voor het ecoduct. De bouw start halverwege 2016, eind 2017 is het klaar. ProRail werkt voor dit project samen met Brabants Landschap, gemeente Best en gemeente Oirschot. Het ecoduct is onderdeel van het regionale programma Kloppend hart van het Groene Woud. De aanleg wordt gefinancierd vanuit het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO) van de overheid. Ook de provincie NoordBrabant investeert in het ecoduct.
Aan alle KNNV-ers en IVN-ers Houd je van kamperen? Houd je van de natuur? Vind je het leuk om met andere mensen op excursie te gaan?
voor je uitzoekt. Je kunt je wensen voor het programma ‘s avonds bij de koffie of chocolademelk, die we meestal gezamenlijk drinken, kenbaar maken.
Overweeg dan eens mee te gaan met een kampeervakantie, georganiseerd door een aantal enthousiaste leden van de KNNV. Je kiest dan voor een vakantie in een mooi natuurgebied ergens in Europa en kampeert in een tent, caravan, camper of eventueel een huisje of appartement in de buurt. Met elke dag de mogelijkheid met andere natuurliefhebbers te gaan wandelen of fietsen in de omgeving van de camping. Het programma wordt grotendeels door de deelnemers zelf bepaald. Ieder jaar worden er ongeveer 15 bestemmingen aangeboden. Variërend van een paar dagen tot twee weken. In Nederland, Frankrijk of elders in Europa. Maar altijd in een schitterend gebied.
Kamperen is sowieso een goedkope manier van vakantievieren, heel dicht bij de natuur. Omdat de kampeervakanties voor en door leden van de KNNV en IVN worden georganiseerd kunnen de inschrijfkosten worden beperkt tot een paar tientjes. Daarvoor krijg je de gezelligheid en kennis van de andere deelnemers.
Je reist er zelf heen en zorgt voor je eigen eten en drinken. En iedere dag is er de mogelijkheid mee te gaan met een (deel van de) groep en te kiezen uit één van de excursies, die een excursieregelaar
20
Kijk eens op www.knnv.nl/kampeervakanties. Daar zijn ook de e-mailadressen en telefoonnummers te vinden waar je met vragen terecht kunt.
Op zoek naar de Maretak Gerard Compiet
Vlak voor kerst. Ik ben in Mheer, een plaatsje in Zuid-Limburg, dicht tegen de Belgische grens. Als ik door het dorp loop, zie ik verschillende mensen hun stoep sneeuwvrij maken, want het heeft de voorbije nacht gesneeuwd. Via een straatje met enkele vakwerkhuizen ben ik al gauw buiten de bebouwde kom en wel in de buurt van het Hoogbos. Het Hoogbos is een dicht en steil hellingbos. Mijn pad blijft steeds aan de voet van het bos en volgt zo’n beetje de contouren ervan. Uiteindelijk kom ik uit op een wat oplopende holle weg richting ’s-Gravenvoeren (België). Intussen geniet ik van het besneeuwde heuvellandschap. Tijdens het sneeuwen moet het flink gewaaid hebben, want de sneeuw zit maar aan een kant tegen de bomen. Opvallend voorts de grote, ronde bollen die zich op veel plaatsen in de populieren bevinden. Maretakken heten deze bolvormige verdichtingen. Het zijn altijd-groene ministruiken. Zij groeien op een tak of tegen de stam van een boom en wortelen dus in de bast van hun gastheer. Voor een gedeelte kunnen maretakken in hun eigen voedsel voorzien. Anderzijds verkrijgen zij van de gastheerboom water met daarin opgeloste mineralen. De maretak is dus een halfparasiet. In onze contreien komt hij praktisch niet voor omdat hij een kalkrijke standplaats vereist. De maretak wordt ook wel mistel (Engels: mistletoe) genoemd. Takken van de struik worden in de Angelsaksische landen veel als kerstversiering gebruikt. Nu ik in het ZuidLimburgse ben wil ik voor de komende kerst ook wel een paar takjes
scoren, maar de boomkogels hangen onbereikbaar hoog in de populieren. Achter dezelfde bomen zie ik de lucht nu trouwens steeds donkerder worden. Even later barst de bui los. De sneeuw komt door de harde wind bijna horizontaal aanzetten en zeilt grotendeels over me heen. Ik sta namelijk in de diepte van de holle weg. Na niet al te lange tijd heldert de lucht uit en kan ik mijn wandeling vervolgen. Niet veel later verschijnt er links van me een ouderwetse hoogstamboomgaard. De fruitbomen met hun besneeuwde takken lichten prachtig op tegen de donkere lucht boven het Hoogbos. Tussen de stammen lopen een aantal runderen. Veel voedsel zullen ze in de sneeuw niet vinden, maar er staan gelukkig enkele voedertroggen. In de fruitbomen bevinden zich trouwens ook maretakken, d.w.z. wel in de appel-, maar niet in de perenbomen. De maretak heeft zo zijn voorkeuren. Tenslotte kom ik bij een boomgaard waarvan het hek heel uitnodigend openstaat. Dus banjer ik hier enige tijd tussen de stammen door. Ik ben trouwens niet de enige bezoeker, want regelmatig zie ik zich in groepjes verplaatsende kramsvogels. Op de grond bevinden zich sporen van hun aanwezigheid in de vorm van aangepikte appels. Dan onder een van de appelbomen zie ik half onder de sneeuw een aantal takken liggen. Goudgele takken nog wel. Takken van de maretak. De meeste ervan versierd met geelachtige, witte bessen. Deze bessen worden vooral door lijsters gegeten die daarbij tevens voor de verspreiding van de zaden zorgen. Ook de mens had van oudsher belangstelling voor de bessen. Omdat deze taai en slijmig zijn, werden ze voor de bereiding van lijm gebruikt. Deze lijm werd vervolgens op takken gestreken om er zo vogels mee te vangen. Vandaar dat er, naast maretak en mistel, nog een derde benaming voor deze bolronde, altijd groene dwergheester bestaat, nl. vogellijm. In ieder geval ben ik nu op eenvoudige wijze aan maretakken gekomen. Maretakken die mijn huis verder in kerstsfeer zullen brengen.
21
KNNV Afdeling Eindhoven Ansbalduslaan 10 B, 5581 CW Waalre
Venkraai