DE COMPOSIET www.knnv.nl/walcheren
NATUURVERENIGING WALCHEREN KNNV 48e JAARGANG AUGUSTUS 2014 nummer
3
COLOFON Composiet is een uitgave van de Natuurvereniging Walcheren, afdeling van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging en verschijnt 4x per jaar. Bestuur KNNV afdeling Walcheren: Voorzitter Ria Verhagen, Verdilaan 96, 4384 LG Vlissingen, tel. 0118 478307, email:
[email protected] Secretaris Peter Sneltjes, Middelburgseweg 19, 4364 TB Grijpskerke, tel. 06 36105645, email:
[email protected] Penningmeester vacant, zie verenigingsnieuws Ledenadministratie Adri de Munck, Walraven van Hallstraat 7, 4333 CN Middelburg, tel. 0118 626183, email:
[email protected] Natuurhistorisch coördinator Gerard Brand, Schuitvlotstraat 24a, 4331 SZ Middelburg, tel. 0118 633931, email: webmaster@walcheren. knnv.nl Natuurbeschermings coördinator Hans Eckhardt, tel. 0118 636222, email
[email protected] Plantenwerkgroep: Jo Clarijs, tel. 0118 581799 Website www.knnv.nl/walcheren Contributie 2014 De contributie bedraagt jaarlijks voor leden € 27,50, huisgenoten € 12,50 en donateurs € 12,50 (minimaal). Het is alleen mogelijk om huisgenootlid te worden indien dit gekoppeld is aan een gewoon lidmaatschap. Huisgenootleden zijn, in tegenstelling tot donateurs, lid van de landelijke vereniging. Het IBANnummer is: NL56 INGB 0002 3044 11 tnv: KON NED NATUURH VER PENN AFD WALCHEREN
Activiteitenagenda Datum
Activiteit
Pg
Ma 1 sept.
Vrij wandelen Valkenisse
17
Di 2 sept.
Plantenwg. Veerse Bos
18
Vrij 12 sept. Strandwacht Neeltje Jans
18
Za 13 sept.
Vogelexcursie Zandvoort
17
Di 16 sept.
Plantenwg. Ritthem
18
Wo 24 sept. Vlinder en libellewg Kars Veling
19
Za 27 sept.
19
Paddenstoelenwg. Clingse Bos
Ma 29 sept. Strandwacht Neeltje Jans
18
Di 30 sept.
Plantenwg. Kaden Middelburg
18
Za 4 okt.
Gewestelijke excursie Breda
17
Ma 6 okt.
Vrij wandelen Oranjezon
17
Wo 8 okt.
Paddenstoelenwg. Ter Hooge
19
Za 11 okt.
Vogelexcursie Zandvoort
17
Ma 13 okt.
Strandwacht Neeltje Jans
18
Di 14 okt.
Plantenwg. Rammekenshoek
18
Vrij 17 okt.
Strandwacht Neeltje Jans
18
Za 25 okt.
Paddenstoelenwg. Kapelse Bos
19
Za 25 okt.
Vogeltrek Nollepier
17
Di 28 okt.
Plantenwg. Veerse Bos-west
18
Vrij 31 okt
Strandwacht Neeltje Jans
18
Ma 3 nov.
Vrij wandelen De Piet
17
Za 8 nov.
Vogelexcursie Zandvoort
17
Ma 10 nov.
Strandwacht Neeltje Jans
18
Di 11 nov.
Plantenwg. Bergen op Zoom
18
Wo 12 nov.
Paddenstoelenwg. Dijkwater
19
Wo 12 nov. Vlinder en libellewg. Goes
19
Za 22 nov.
Paddenstoelenwg. Neeltje Jans
19
Di 25 nov.
Plantenwg. Middelburg
18
Vrij 28 nov. Strandwacht Neeltje Jans
18
Ma 1 dec.
Vrij wandelen Valkenisse
17
Di 9 dec.
Paddenstoelenwg. Mec Goes
19
Vrij 12 dec
Strandwacht Neeltje Jans
18
Za 13 dec.
Vogelexcursie Zandvoort
17
Za 27 dec.
Strandwacht Neeltje Jans
18
Inhoud Artikel
Pagina
Verenigingsnieuws Nieuws van de werkgroepen: Plantenwerkgroep. Strandwerkgroep Even napraten: vrij wandelen Het zilveren fluitje ’t Zandvoort: steltkluten Zomaar…wat vliegen Wat altijd weer boeit….. Activiteiten
3-4 5 6-7 7-8 9 - 11 12 – 14 15 16 - 17 17 – 19
Fotoverantwoording Hans Eckhardt: pg. 5, 7, 8, 13, 14 (links), 15. Adri Joosse : pg. 16, achterpagina. Hannie Joziasse: Jacobs Kruiskruid - voorpagina. Wim Karst: pg. 14 (rechts). Mayro Pattikawa: pg. 12. Albert de Wilde: pg. 9-11. Theo Willemstein: pg. 6. Copyright: Overname van foto’s en tekst is alleen toegestaan na toestemming van de fotograaf of de redactie.
VERENIGINGSNIEUWS Van de voorzitter Ria Verhagen Vacatures in het bestuur vanaf maart 2015. Tijdens de jaarvergadering in maart 2014 is het rooster van aftreden van bestuursleden aan de orde geweest en aangenomen. Op grond daarvan zijn er in het bestuur per maart 2015 in ieder geval twee vacatures. Naast Michiel Kruit, nu penningmeester, zal ook ik, voorzitter, aftreden. Er is in het bestuur van onze afdeling een aantal jaren geleden voor gekozen om het penningmeesterschap, in verband met de langdurige afwezigheid van Michiel in de zomermaanden, los te koppelen van de ledenadministratie. Om die reden is Adri de Munck destijds als bestuurslid ledenadministratie benoemd. Het is echter beter om het penningmeesterschap en de ledenadministratie in één hand te hebben. Ook in andere afdelingen is dat meestal het geval. Adri de Munck is daarom ook in maart 2015 aftredend en hij heeft aangegeven het penningmeesterschap niet te willen vervullen. In het bestuur zijn er dus m.i.v. maart 2015 twee vacatures: voorzitter en penningmeester/ledenadministrateur. Het bestuur wil zich in de komende najaarsvergaderingen beraden over de vacatures en op zoek gaan naar leden die een bestuurstaak op zich willen nemen. Daarnaast wil het bestuur uiteraard ook graag vernemen of er leden zijn die een bestuursfunctie ambiëren of namen horen van leden, die gepolst zouden kunnen worden. Kortom, we gaan aan de slag om tot een goede kandidaatstelling te komen tijdens de jaarvergadering 2015.
Oproep tijdelijke vervanging penningmeester ! Onze penningmeester Michiel is met een voedselvergiftiging thuis gekomen van vakantie. Helaas bleek er meer aan de hand. Hij heeft darmkanker met uitzaaiingen in de buikholte. Michiel onder-gaat nu een serie chemokuren. Pas als deze slagen kan men tot gerichtere behandeling overgaan. Michiel is erg optimistisch en probeert iedere dag flink te lopen. Uiteraard ligt zijn energie op een laag pitje. Hij stopt nu zeer begrijpelijk - per direct met het penningmeesterschap. Bij deze wil ik dringend vragen om ons bestuur op dit terrein te willen versterken! Meld u aan bij één van de bestuursleden.
Strandwacht en strandwerkgroep. De strandwacht wordt gevormd door een groep enthousiastelingen, die geregeld een stuk strand onderzoeken en daar verslag vanuit brengen naar de landelijke stichting Anemoon. Zo hebben wij een onderzoeksgebied bij de Neeltje Jans. Dit strand wordt al jaren gemonitord door enthousiastelingen. Deze zijn lid van de K.N.N.V. Walcheren of Zuid-Beveland of zijn Oosterschelde gids, of zijn nergens lid van. Door de cursus flora en fauna van de zee hebben zich wat meer mensen aangemeld om waarnemingen te doen op dit unieke stukje strand. Namelijk het enige strand van Nederland waar geen zandsuppletie plaats vindt.
Naast deze Strandwacht komt er ook een strandwerkgroep van de K.N.N.V. Wo. 8 oktober verwachten we alle cursisten weer in Grijpskerke; dorpshuis Nimmerdor om hierover te brainstormen. Maar ook andere K.N.N.V.ers zijn welkom. Noteer vast in de agenda: Wo. 8 oktober 19.30 in Nimmerdor te Grijpskerke
Van de secretaris Peter Sneltjes Bestuursmededeling De vakantie loopt ten einde, dus moet ook het bestuur weer aan het werk. En werk is er altijd. De bestuurssamenstelling staat de komende periode hoog op de agenda st. (zie onze vacaturemelding van de voorzitter!).
Website De komende maanden wordt deze door Gerard Brand aangepast. Het landelijk bestuur wil namelijk dat alle KNNV afdelingen een website hebben met hetzelfde uiterlijk. Als wij hier niet aan mee zouden doen, kon dat tot hogere kosten leiden voor onze afdeling.
Cursus amfibieen en reptielen Er hebben ongeveer 8 mensen deelgenomen aan de cursus die bestond uit 3 theorieavonden met als onderwerp; leefgebied van amfibieën, amfibieën en reptielen. Als laatste een praktijkavond in Oranjezon waar we zijn gaan kijken welke amfibieën we aantreffen. Omdat het te ver in het seizoen is om op excursie te gaan naar boomkikkers hebben we besloten dat we dat in 2015 gaan doen.
Van de natuurbeschermingscoördinator Hans Eckhardt De argusvlinder zo goed als verdwenen uit Zeeland Het gaat slecht met de argusvlinder, bar slecht. Niet alleen in Zeeland, maar in heel Nederland. Het was vorig jaar voor de Vlinder- en Libellenwerkgroep Zeeland aanleiding om deze soort op te nemen in de lijst van “Op de bres voor de Zeeuwse zes”, een vijfjarig vlinderbeschermingsproject waaraan al eerder in de Composiet aandacht is besteed. Dit jaar heeft ook de landelijke Vlinderstichting zich opgeworpen voor de Argus. Ze hebben in de persoon van Anthonie Stip een nieuwe medewerker aangesteld die primair tot taak heeft om zich met de Argusvlinder te bemoeien. Dit heeft recent geleid tot het opstellen van een beschermingsplan, waarmee hopelijk weer herstel van de oorspronkelijke populatie kan worden gerealiseerd. Dit jaar heeft de Vlinderstichting twee landelijke tellingen georganiseerd. Eén in de periode dat de eerste generatie vloog en de volgende midden in de vliegperiode van de tweede generatie. Precies in het tweede telweekend had de Vlinder- en Libellenwerkgroep Zeeland een argustelling gepland en ook de KNNV-leden waren uitgenodigd om hieraan mee te doen. De oproep in de Zeekraal heeft in er in elk geval toe geleid dat
VERENIGINGSNIEUWS (vervolg) ook onze vereniging vertegenwoordigd was. De eerste telling (op 17 en 18 mei) leverde voor Zeeland 92 waarnemingen op, waarvan 77 bij het sluizencomplex van Hansweert, een waar bolwerk dus. Op Walcheren, waar 15 potentieel geschikte locaties werden onderzocht, werden geen Argusvlinders waargenomen. In het direct aangrenzende gebied was het ook al niet best: 1 argus in het Sloegebied en 3 in Noord-Beveland.
Van de tweede telling (9 en 10 augustus) waren de resultaten niet op tijd bekend om in deze Composiet te kunnen worden meegenomen. Wel zijn ons de resultaten bericht van de argustelling van de Vlinderwerkgroep, die werd georganiseerd in het sluizencomplex van Hansweert. Ondanks de ongunstige weersomstandigheden (vooral de harde wind was spelbreker) kon maar een beperkt gebied worden bezocht. Toch werden daar in drie uurhokken in totaal 20 argusvlinders waargenomen. Dat lijkt niet veel maar, gelet op de omstandigheden en op het feit dat de verwachting is dat de rest van Nederland ook wat teleurstellend scoort, toch een resultaat om blij van te worden. De vlinderwerkgroep gaat nu flink inzetten op behoud van alle beheersaspecten die gunstig zijn voor de argusvlinder en wellicht kunnen in overleg met de diverse terreinbeheerders zelfs extra stappen worden gezet om het gebied nog gunstiger te maken voor zowel de argusvlinder als de vele andere vlindersoorten die op het sluizencomplex rondvlogen.
Van de redactie Jos de Jong Kopij voor De Composiet: Door vakanties is de kopij later aangeleverd maar kon ook door mij en Gerard niet snel verwerkt worden. Wel is het zo dat er uiteindelijk teveel (!) kopij is aangele-
verd voor deze uitgave, zodat ik een (luxe) keuze moest maken. In het volgende nummer (november) zullen de meeste artikelen alsnog geplaatst kunnen worden. In ieder geval: hartelijk dank aan allen kopij en foto’s hebben aangeleverd !
Oproep van redactie: In het vorige nummers heb ik een oproep gedaan voor steun bij het samenstellen van de Composiet en de Zeekraal. Christien Labruyere (al eerder) en Alice Raapvan Calmthout hebben nu steun toegezegd bij het samenstellen van de Composiet ! Voor de technische ondersteuning voor dit blad en de Zeekraal – het vele en onmisbare werk wat Gerard Brand daarvoor doetzal ik binnenkort contact opnemen met een vrijwilligersorganisatie.
Redactie adressen Composiet: Jos de Jong, Walraven van Hallstraat 3, 4333 CN Middelburg, Tel. 0118-615189, email:
[email protected] Nieuwsbrief Zeekraal: Gerard Brand, Schuitvlotstraat 24a, 4331 SZ Middelburg, Tel. 0118-633931, email:
[email protected]
Inleverdatum kopij voor de volgende Composiet : Vóór 1 november 2014 s.v.p.
NIEUWS VAN DE WERKGROEPEN Plantenwerkgroep De hedendaagse plantenwerkgroep Gelukkig was Henk Mandemaker in de vorige Composiet bereid iets over het ontstaan van de werkgroep te vertellen. Ik kon dat niet, want ik was daarvoor te kort lid van de KNNV. Wel is het zo dat de tijd zeer vlug verstrijkt, want ik ben inmiddels al weer 6 jaar coördinator van de werkgroep. Aanvankelijk ging dat coördineren wel vrij gemakkelijk, want Roelof Bijl zorgde voor de verslagen en het contact met de terreinbeheerders, maar na zijn overlijden had ik dus een dubbele taak plus ook nog ongeveer 2 jaar lang de functie van natuurhistorisch secretaris van de afdeling. Als gevolg daarvan ben ik niet meer doorgegaan met het verzorgen van de digitale nieuwsbrief van de plantenwerkgroep
Ik kan e.e.a. niet via een Excel-file in mijn Accessdatabase zetten omdat de huidige FLORON namenlijst enorm afwijkt van de lijst van jaren her die ik -zij het aangepast- gebruik.
Wat en hoe inventariseren we ? In eerste instantie inventariseren we van alles wat planten betreft. We doen dat in in natuurgebieden waarvoor we toestemming vragen bij de betreffende beheersinstanties, maar ook wel gewoon op openbaar terrein zoals dijken, bermen van wegen e.d. Eind januari bepalen we in een werkgroepvergadering waar we aandacht aan willen besteden en stellen het jaarlijkse excursieprogramma op. De meeste excursies worden op dinsdagmiddag gehouden en duren 2 uur. Éen of twee keer per jaar hebben we een dagexcursie naar een leuk terrein buiten Walcheren. Naast planteninventarisaties kijken we in principe ook naar paddenstoelen, mossen en korstmossen. Helaas zijn er maar slechts enkele werkgroepsleden die op deze aandachtsgebieden voldoende kennis hebben om zo’n excursie te doen slagen. Bovendien komt na de zomer, als de plantenwereld min of meer in winterslaap gaat, het koude en het vochtige weer. De lust om op excursie te gaan wordt dan beperkt.
Inventarisatie Oranjezon
Onder mijn leiding zijn we min of meer gewoon doorgegaan met excursies houden en inventariseren zoals in de tijd onder Henk. Grotendeels zijn de contacten met werkgroepsleden inmiddels via de mail, behalve voor diegenen die óf geen mail hebben óf daar enige moeilijkheden mee hebben. Dat contact per mail bespaart me uiteraard veel tijd en portokosten. Het noteren van de waarnemingen gebeurt nog steeds op de papieren FLORON-streeplijsten. Het doorgeven van die gegevens naar FLORON gebeurt echter met digitale streeplijsten die verzonden worden via de mail. Op zich is dit een stap vooruit sinds vroeger, echter die digitale streeplijst is zodanig opgezet dat je invoert per soortnummer en naar gelang de instelling verschijnt dan alleen de correcte wetenschappelijke of alleen de Nederlandse naam. Voor de informatie aan de werkgroepleden en de beheerders is deze lijst een beetje onoverzichtelijk. Daarom zet ik die lijst om in een lijst met wetenschappelijke namen en Nederlandse namen. Een moeizaam gebeuren, omdat FLORON de lijsten beveiligd heeft.
Vorig jaar heeft een gering aantal leden meegeholpen om -samen met mensen van Het Zeeuwse Landschap- geheel het voormalig waterwingebied van Oranjezon te inventariseren. Dit onderzoek was nodig om recente gegevens voor het beheer te verkrijgen, daar het gebied onder het nieuwe Natura 2000 natuurgebied “De Manteling” valt. Deze inventarisatie viel buiten ons normale programma. De plantenwerkgroep (PWG) schonk zelf al -in verband met Natura 2000- speciale aandacht aan het noorden van Walcheren (waartoe Oranjezon behoort)
Inventarisaties 2014 Dit jaar heeft de PWG er voor gekozen om speciale aandacht te geven aan de gebieden bij de Veerse kreken en het duingebied “De Vier Hoogten”. Beide gebieden onder beheer van SBB. Bovendien proberen we meer aandacht dan normaal te geven aan grassen, zeggen en biezen (ook) met extra determinatiemiddagen. Een volgende keer zal ik nog nader ingaan op de inventarisaties van vorig jaar in Oranjezon.
Jo Clarijs
NIEUWS VAN DE WERKGROEPEN (vervolg) Strandwerkgroep “Blij als een kind dat net op ‘t strand een schelpje vindt . . . .” Dit liedje van De Makkers uit de jaren ‘70 zong door mijn hoofd toen ik op zaterdag 30 augustus over het strand bij Neeltje Jans liep. Was toch maar naar dit strandje gegaan ondanks de onzekere weersvoorspelling. ’s-Morgens in bed hoorde ik de regen weer tegen de ramen kletteren, net als de keer daarvoor toen ik samen met mijn kleinzoon aan de strandwerkgroep activiteit zou deelnemen. Maar toen op 28 juli was er zwaar onweer bij. Dit keer (zonder kleinzoon) de gok maar gewaagd.
Speuren naar schelpen, wieren, kwallen, schaaldieren, stekelhuidigen, etc. is nog een hele kunst. Maar ik verkeer in goed gezelschap en word geholpen als ik net niet op die (ene) naam kan komen. Sinds ik natuurgids ben weet ik dat Anemonen niet alleen bloemen zijn. Ook bevinden zich paarden en zebra’s in het zeewater.
Op het strand aangekomen kwamen we Petra en Anneke tegen, ze hadden al een voorsprong van een uur, maar dat zouden we wel inhalen. De strandwerkgroep inventariseert op Neeltje Jans regelmatig al het kustleven om de aanwas en teruggang van schelpen(soorten) en andere levensvormen aldaar in kaart te brengen en de aanwezigheidstrends vast te leggen. Tijdens de uitstekend verzorgde en leerzame cursus “Flora en Fauna van de Noordzee” in mei van dit jaar heb ik voor het eerst kennis gemaakt met dit strand op Neeltje Jans. Heel anders dan het voor mij bekende strand in Domburg waar ik dagelijks met mijn hond loop. In plaats van een schoon opgeruimd en door zandsuppletie onderhouden strand vind je bij Neeltje Jans nog een ongeschonden en met rust gelaten strandplek. Om die reden een uitstekende plaats om de variatie in verscheidenheid en aantallen organisch leven inzichtelijk te maken. Ditmaal was ik de enige mannelijke deelnemer tussen de andere aanwezige leden van de strandwerkgroep.
Op de foto is te zien dat ik gastvrij en centraal word omringd door de dames Petra, Ria, Jeannette, Karien, Annet, Corrie en Anneke.
Verder legt Petra uit -door middel van aanschouwelijk onderwijs- wat het verschil is tussen een Witte en een Amerikaanse boormossel. Ook het Amerikaanse Zeedruifje komen we nog tegen. Dit kwalletje laten we nog even ronddobberen in ons bakje. Petra heeft inmiddels een hele lijst van wat we deze morgen hebben aangetroffen. Deze informatie zet ze door naar de Stichting ANEMOON. Tezamen met de waarnemingen van andere strandwerkgroepen, actief aan andere stranden, maakt deze stichting een totaalplaatje van de gehele Nederlandse kust. Aan het begin van mijn speurtocht vind ik een bijzondere schelp die we niet direct als soort kunnen benoemen. Een mailtje naar mijn leermeester Harry Raad brengt uitkomst. Binnen een mum van tijd krijg ik het antwoord: een fossiele hartschelp uit het pliocene tijdperk (miljoenen jaren geleden). Weliswaar is de schelp wat versleten maar ziet er nog schitterend uit (zie foto 3). Thuis met de schelp in mijn handen denk ik weer terug Laevicardium decorticatum aan dat lied: “Blij als een kind dat net op het strand een Laevicardium decorticatum (hartschelp) vindt.” Mooi meegenomen toch?
Theo Willemstein
NIEUWS VAN DE WERKGROEPEN (vervolg) Terugkomavond cursisten van de cursus “Flora en fauna van de zee”. Wanneer: Woensdag 8 oktober. Tijd: Vanaf 19.30 tot maximaal 22u. Waar: Nimmerdor, Bakkersland 22, Grijpskerke. Agenda: * Theo Willemsteyn zal een verhaal houden over paalhoofden en zandsuppletie m.b.v. een powerpoint presentatie. * Ik zet jullie aan het werk met het invullen van de formulieren m.b.v. vondsten aan het Neeltje Jans strand. * Tenslotte wordt er gesproken over de STRANDWACHT en wat nu nog STRANDWERKGROEP heet: Wie neemt de verantwoordelijkheid op zich en hoe reilen en zeilen wij verder met al onze enthousiaste strand/zee liefhebbers . . . Wie wil iets specials brengen i.v.m. ons thema? Laat het me even weten.
EVEN NAPRATEN Vrij wandelen op “De Schotsman”
Sint Jansvlinder - paring op cocon
In de reeks Vrij wandelen was op de eerste maandag van juli de Schotsman weer eens aan de beurt. Met een aardig groepje leden trokken we een stuk door het bos in de richting van de velden die ons de vorige keer een deken van ratelaars hadden gepresenteerd. Nu lag het veld er verdroogd en onaantrekkelijk bij. Maar wat bleek deze eerste aanblik een vergissing. Het was prachtig en de held van de excursie werd de Sint Jansvlinder. Maar hoe aantrekkelijk de vlinders Sint Jansvlinder mochten zijn, de planten waren rups en cocon ook niet te versmaden. De groep raakte wat verspreid, maar voor we aan de koffie waren, die Wim Rauwe deze keer -na vele jaren ‘trouwe dienst’- voor het laatst serveerde, hadden we allen een keur aan bloemen gezien. Corrie wist de Zonnedauw te
Kleine zonnedauw
Rondbladig wintergroen
staan. Ik had deze vleesetende plant daar nog nooit op de foto gezet, dus liet ik mij graag leiden naar de groeiplaats. Dat gold ook voor Hillary. Op weg daarheen passeerden we aardige groepjes Kruipwilg, met al een aantal paddenstoelen en Rondbladig wintergroen. De paddenstoelfoto’s heb ik opgestuurd naar Henk
Egelboterbloem
EVEN NAPRATEN Remijn, die me wist te vertellen dat het Vaalhoeden waren. De exacte soort zou moeten worden vastgesteld aan de hand van microscopisch onderzoek, want er bestaan meerdere soorten vaalhoeden die bij kruipwilg groeien. Het blijft toch altijd lastig met die paddenstoelen. Bij een achterweitje aangekomen troffen we -nadat we een veldje Egelboterbloemen gepasseerd waren- inderdaad Waterpunge op een vrij vochtige plaats een behoorlijk aantal plantjes van de Kleine zonnedauw aan. Lang tijd om deze te bewonderen hadden we niet, want onze tijd was aardig aan het verstrijken.
Toch was op de terugweg de koek nog niet op, want na het verlaten van het vochtige weitje troffen we nog Bitterling en Waterpunge aan. Niet dat ik de planten op dat moment herkende, maar -na het opsturen van de foto’s aan Maaike en Hans Boomstra- stond alles binnen de kortste keren keurig op naam. Ik wil beiden dan ook langs deze weg bedanken voor hun steun, evenals Henk voor zijn geduld bij mijn vele paddenstoelenvraagtekens. Het was weer een heerlijke wandeling.
Bitterling Hans Eckhardt
!
!In Nederland waren er in het begin van de 20
Figuur 1: vrouwtje zilveren fluitje (Megachile leachella) met stukje blad voor haar nestbekleding
Hij zag het dier actief in de duinen, waar hij veel vertoefde, omdat het er zo mooi was in die tijd. Hij kende deze biotopen ook van Texel, waar hij zijn loopbaan begon als onderwijzer.
eeuw enkele voortrekkers om kennis van de natuur uit te dragen onder een breed publiek. De middelen waren beperkt, maar men schuwde het niet om gebruik te maken van commerciële vondsten die tenminste twee doelen dienden: klantenbinding aan bepaalde producten en kennisoverbrenging in zeer brede kring. Een zeer belangrijke figuur was dr. Jac. P. Thijsse (1865-1945) die zich niet te groot achtte om veel Verkade-albums van goede teksten en plaatjes te voorzien. Thijsse was een zeer boeiend persoon. In eenvoudige stijl wist hij zeer velen te bereiken. Zijn schrijfwerk in verteltrant was nooit saai en hij gaf dingen ook namen die begrijpelijk waren. Ik ben zelf niet zo’n liefhebber van Nederlandse namen van dieren. Liever gebruik ik de wetenschappelijke naam. Dat geeft minder verwarring. Heden ten dage gebeurt het maar al te vaak dat ingeburgerde namen ineens door een specialist die ‘het licht heeft gezien’ maar weer eens worden veranderd en dan zeker niet steeds logisch en begrijpelijk. De ingeburgerde naam van de grote zweefvlieg Volucella zonaria was lange tijd ‘hoornaarzweefvlieg’ en dat klopte met de grootte en zeker met de kleurstelling van die zweefvlieg. Er was zelfs nog een verwijzing denkbaar naar de wijze van voortplanten, namelijk onderin de nesten van wespen. Nu moet dat dier ineens ‘stadsreus’ heten. Ik kan er helaas niet aan wennen en gebruik meestal de oude naam toch nog maar, met tussen haakjes de wetenschappelijke naam als zekerheid voor de lezer. ste
!
!
!
!
Figuur 3: mannetje zilveren fluitje
!
!Het beestje is zwart met zilverwitte beharing en hij Figuur 4: mannetje zilveren fluitje
noemde het toepasselijk: ‘zilveren fluitje’. Het is de bij die de wetenschappelijke naam heeft van Megachile leachella. Over die naam is recent ook wat discussie geweest. De naam M. dorsalis is even gebruikt, maar men heeft kort daarna toch vastgesteld dat de Brit Curtis in 1828 de soort correct als eerste heeft beschreven en de bij heet nu weer M. leachella. !
!Thijsse was geboeid geraakt door een bijtje, dat
Figuur 2: vrouwtje zilveren fluitje (Megachile leachella)
afwijkend was van veel andere soorten. Het produceerde bij het vliegen een zeer duidelijk hoorbare hoge zoemtoon, veel hoger dan die van andere bijen.
!!
!Het zilveren fluitje is een liefhebber van droge
zandgronden en is zowel in de duinen als op zandverstuivingen in heidegebieden te vinden. De vrouwtjes hebben een lengte van 10 – 11,5 mm; mannetjes 6,5 – 10 mm. Dat zijn lengtes die ik zelf heb opgemeten door ze te fotograferen op millimeterpapier. Ze behoren tot de behangersbijen. Ze worden ook wel bladsnijders genoemd. In zanderige grond graven de vrouwtjes (fig. 1, 2 en 5) gangen, meestal in taluds of steilwandjes. De
nestholte wordt bekleed met door de bij uitgesneden stukjes blad (fig. 1). Daarna wordt er stuifmeel in gebracht. Bij het foerageren op bloemen wordt dat opgeslagen in de buikschuier (scopa). De onderkant van het achterlijf van vrouwtjes heeft op de sternietranden haarborstels die dienst doen als opslagmedium (fig. 2). Zo wordt het vervoerd naar het nest en daar gedeponeerd. Als de voorraad voldoende is wordt er een eitje bij gelegd en wordt de cel afgesloten met een stukje blad. Zo liggen er enkele cellen na elkaar, soms ook in vertakte gangen.
!De laatste cellen van een broedgang zijn meestal
!
!Ik ken het zilveren fluitje in mijn omgeving
belegd met onbevruchte eitjes, waaruit mannetjes (fig. 3 en 4) geboren zullen worden. Ze zitten dus dicht bij de uitgang en komen in het volgende jaar meestal het eerst uit. Mannetjes hebben prachtig gekleurde groene ogen en zijn daaraan in het veld gemakkelijk te herkennen.
Figuur 7: de hoekige kaken van het vrouwtje duinkegelbij
!
(Walcheren) vooral van de Kaloot. Dat is een duinsluftergebied met aanwas van duintjes via verstuiving. Veel delen zijn begroeid met helm en andere planten, maar er zijn ook stukken waar het vrij kaal is. Dat zijn de interessantste plekken voor deze bij, zeker als die plaatsen ook op de zonkant liggen.
!Ook andere insectensoorten zijn op die plekken te
!
vinden, zoals bepaalde wespen. In dat duingebiedje zijn de zilveren fluitjes vrij talrijk en ook de koekoek die daar optreedt, is bepaald niet zeldzaam. Die laatste is de duinkegelbij (C. mandibularis), zie figuur 6. De soortnaam verwijst naar de mandibels (kaken) die bij die soort een kenmerkende hoekige vorm hebben bij de vrouwtjes (fig. 7). De mannetjes (fig. 8) zijn iets korter en hebben de voor kegelbijmannen karakteristieke uitsteeksels op de punt van het achterlijf.
!
Figuur 5: vrouwtje zilveren fluitje (Megachile leachella) bij haar nestholte
!Het zilveren fluitje is een belangrijke gastheer voor
een viertal koekoeksbijen. Het zijn allemaal kegelbijen (genus Coelioxys), die tegenwoordig als schaars tot zeer zeldzaam worden betiteld. In die volgorde zou ik ze als volgt rangschikken: Coelioxys inermis, mandibularis, elongata en afra.
!
!
!De ogen zijn ook iets groenachtig, maar minder fel van kleur dan bij de mannen van het zilveren fluitje. !De gewone kegelbij (C. inermis) parasiteert op veel !
Figuur 8: mannetje duinkegelbij
!!
Figuur 6: vrouwtje duinkegelbij (Coelioxys mandibularis)
soorten behangersbijen. In mijn tuin in Koudekerke is het ieder jaar een vaste bezoeker, die als waardbijen Megachile centuncularis en willughbiella heeft. De kegelbijen in mijn tuin foerageren zeer graag op heelblaadje (fig. 9).
!!
!
!In 2010 is door een entomoloog op een stuifzand in Figuur 9: vrouwtje gewone kegelbij (Coelioxys inermis)
Noord-Limburg een mannetje van de zeer zeldzame schubhaarkegelbij (C. afra) gevangen. In augustus organiseerde de werkgroep aculeaten (angeldragers) van de NEV (Nederlandse Entomologische Vereniging) een excursie naar dat gebied. Ik ben lid van die werkgroep en was er bij. De persoon die de eerste bij voor Nederland van C. afra ving was ook present en wees ons de vangstplek aan. Juist die persoon ving nu op die plek, na 3 jaar, opnieuw een exemplaar van die soort, maar nu een vrouwtje (fig. 10 t/m 13). Van deze bij heb ik op zijn verzoek een grote serie foto’s gemaakt, zodat er wat kenmerken ook voor anderen beschikbaar kunnen zijn zonder het insect onder een binoculair te hoeven bekijken. Het is een prachtige bij. Dit exemplaar was 9,6 mm lang. Een typisch kenmerk van de vrouwtjes is dat het laatste achterlijfsegment minder langgerekt is dan bij ander kegelbijsoorten. De laatste tergiet is niet lang en puntig, maar meer afgerond en heeft bovendien een opvallende rode kleur (fig. 12), die geen enkele andere soortgenoot zo heeft. Ook de inkeping in de achterrand van de zesde sterniet is typisch voor de soort (fig. 12). De schubvormige haren zijn vooral duidelijk te zien op de poten en het achterlijf (fig. 11). Op andere delen van het lijf heeft deze bij ook gewone haren. Een leuk detail is de vorm van de kaken. Die hebben halverwege aan de binnenzijde nog een forse extra tand (fig. 13).
!
!
Figuur 10: vrouwtje schubhaarkegelbij (Coelioxys afra)
!
!
Figuur 11: vrouwtje schubhaarkegelbij, achterlijf
!
!
Figuur 12: vrouwtje schubhaarkegelbij, achterlijfpunt
!
!Kegelbijen zijn koekoeken en ze doen niets anders Figuur 13: vrouwtje schubhaarkegelbij, kaken
dan hun ei in het nest van een ander leggen. De gastheerbij moet al het werk doen, zoals het broednest inrichten en stuifmeel verzamelen. Voor de schubhaarkegelbij is de aanwezigheid van het zilveren fluitje van groot belang. Ze parasiteren ook nog op een andere behangersbij, maar die is hier zeer zeldzaam: Megachile pilidens. Het zilveren fluitje is dus een zeer belangrijke waardbij voor kegelbijen in het algemeen, maar in het bijzonder voor de schubhaarkegelbij. Instandhouding van de geschikte habitat is dus van groot belang. De biotoop bestaat uit vrij kale zandgrond met wat bloemen in de buurt om stuifmeel en nectar te kunnen verzamelen.
!Tekst en foto’s: Albert de Wilde
‘t ZANDVOORT
Waarnemingen in het Zandvoort . . . Steltkluten! Vrijdag 23 mei. Mijn vrouw is een dagje naar de dierentuin in Antwerpen, met gevolg dat ik mij alleen moet vermaken. Geen probleem! ‘s morgens ben ik in de stad boodschappen gaan doen. Nu ik zelf voor mijn warme hap moet zorgen besluit ik op de markt een bak friet te kopen. Daarna ben ik naar de Zandvoortweg gereden en heb op een bankje gezeten mijn honger gestild. Nadat ik verzadigd was ben ik jonge kluten gaan tellen. Ik had ongeveer 15 jonge kluten geteld en een jonge tureluur toen ik besloot naar mijn laatste telpost te rijden, het op twee na laatste hek voor de Buttingseweg. Op het damhek leunend speurde ik de plas af. Tot mijn grote verrassing zag ik tussen de russenvegetatie twee Steltkluten lopen ! Daar had ik nu helemaal niet op gerekend. Drie weken geleden was in het weekend ook een Steltkluut in het reservaat gezien. Door het slechte weer van die dagen had ik verstek laten gaan. Evenals veertien dagen later toen er een Breedbekstrandloper was gezien. Je moet gewoon geluk hebben en op het juiste moment aanwezig zijn. Aangezien vogels geen emailtjes verzenden waarin zij hun komst melden moet je gewoon regelmatig gaan kijken. In dit geval had ik geluk en heb de vogels lange tijd kunnen gadeslaan. Vanaf 1 uur tot kwart over twee heb ik naar de vogels staan kijken. De vogels liepen getweeën of afzonderlijk rond daarbij steeds in het water of tussen de begroeiing pikkend. De ene vogel had zwarte vleugels en zwarte nekstreek. De andere vogel had op de vleugels een bruinige gloed en was de nek licht gevlekt wat bleek het vrouwtje te zijn. Af en toe ging het mannetje fier rechtop staan, alsof het imponeerde. In ieder geval was het een prachtig gezicht. Het witte lijf en hals staken heel mooi af tegen de zwarte vleugels. De zwarte vleugels zijn zowel van boven als van onder zwart wat goed te zien was wanneer de vogel met zijn vleugels klapperde en bij het opvliegen. De lange rode dunne poten en rode snavel maken het dier tot een sprookjesachtige verschijning. Regelmatig maakte het mannetje met de kop knikbewegingen. Even later stonden de vogels op enige afstand van elkaar met de kop knikbewegingen naar elkaar te maken. Alsof ze elkaar kenbaar wilden maken dat lijkt wel een goede plek voor een nest. Ook zag ik het mannetje een keer gaan zitten en enkele draaiende bewegingen maken.
Terwijl ik stond te observeren kwam ons bestuurslid Hans Eckhardt met zijn vrouw langs rijden. Ik hield hen staande om hen attent te maken op de vogels en vertelde dat ik het vermoeden had dat de vogels hier willen gaan broeden. Daarna ben ik snel naar huis gereden om mijn telescoop te halen. Terug ter plaatse waren de vogels gevlogen. Zaterdag 24 mei. Ik ben ‘s morgens gaan kijken of de vogels er nog zaten. Op afstand zag ik bij het bewuste damhek al een fiets staan, dat kon niet anders dan van Arjen van Gilst zijn die er al zat te posten. Na de be-groeting en wat waarnemingen te hebben uitgewisseld hebben we samen een uur staan kijken naar het gedrag van de vogels. Wat ons opviel was dat de vogels veel naar planteresten in het water pikten en deze zijdelings naar achteren gooiden. Soms stonden ze met kracht aan gras-stengels te trekken. Ook zagen wij het mannetje met het achterlijf omhoog gebogen een kuiltje draaien. Verder liepen de vogels wat heen en weer, tijdens die wandelingen kregen ze af en toe aan de stok met de daar rondlopende kluten en tureluurs waarbij het even heftig kon toegaan. Terwijl wij daar stonden te observeren liep vlak voor ons een Hermelijntje door her gras. Zondagmiddag 25 mei. De hele middag had ik gezelschap van mensen met fototoestellen met grote telelenzen. Verder kwamen enkele bekende vogelaars langs. We zagen ook nu weer nestelgedrag. Het hoogtepunt was het moment dat de vogels copuleerden. Toen begon mijn hart sneller te kloppen, zouden de vogels toch hier gaan broeden ? Maandag 26 mei. Ik ben ‘s morgens weer gaan kijken. Arjen zat er al. Samen hebben we de vogels bezig gezien met kuiltjes draaien. Ook nu mochten wij getuigen zijn van een copulatie. Een overvliegende Buizerd maakte waarschijnlijk zo’n indruk op hen dat ze zijn weggevlogen naar een nabij liggende plas. Hierna ben ik huiswaarts gegaan. Onderweg sprak ik twee werknemers van het Zeeuws Landschap en heb hen attent gemaakt op wat wij gezien hadden. Ik heb hen gevraagd naar de mogelijkheid om de plek waar de vogels hun nest maken te willen afschermen voor het vee. Donderdag 29 mei zagen wij een van de vogels op het nest zitten broeden en hebben wij gezien dat ze elkaar aflosten. Jonge kluten en bergeenden evenals de volwassen vogels werden verjaagd. Maandag 2 juni. De omgeving van het nest is door medewerkers van het Zeeuwse Landschap afgeschermd
‘t ZANDVOORT (vervolg)
met schrikdraad om te voorkomen dat jong vee het nest zou vertrappen. Dezelfde dag sprak ik Joop Scheibeler. Hij vertelde mij dat hij de vorige dag vanaf de Buttingseweg ook een paartje steltkluten had gezien. Dinsdag 3 juni. Ik reed met Arjen van Gilst over de Buttingseweg en zag in een plasje drie Steltkluten staan, twee mannetjes en een vrouwtje. ‘s Avonds ben ik weer gaan kijken en zag toen een paartje steltkluten lopen. Doorrijdend naar de Zandvoortweg zag ik daar het vrouwtje op het nest zitten en het mannetje in de buurt lopen. Dus waren er twee paartjes in de Sint Laurense weihoek! Het tweede stel heb ik een paar dagen steeds gezien in de plas langs de Buttingseweg. Van Arjen kreeg ik een mailtje dat hij de vogels een kuiltje had zien draaien, maar toen ik ging kijken heb ik de vogels niet meer gezien. Een paar keer ben ik van mening geweest, doordat ik geen vogel op het nest zag, dat het broeden was verstoord en de vogels vertrokken waren. Wat heel goed
mogelijk was omdat ik op 29 mei een hermelijn in de omgeving van het nest had zien lopen en toen was het werkelijk paniek. Achteraf bleek dat van nest verlating geen sprake was. Tijdens het broeden hadden de vogels weinig rust, doordat een bergeend met jongen of een gans steeds langs de broedende vogel liepen. Een keer zag ik een bergeend met jongen vlak bij het nest gaan zitten. Ook hadden ze veel last van de soepganzen die zich in de omgeving ophielden. Zaterdag 21 juni. Je kon merken dat de broedtijd er bijna op zat. De vogels werden onrustig en agressiever. Een overvliegende zilvermeeuw en een kiekendief werden verjaagd. Die dag hebben Arjen en ik lange tijd staan waarnemen omdat we ieder ogenblik verwachten dat de eieren zouden uitkomen. Zondagmorgen 22 juni. Arjen zat al vroeg te posten. Toen ik ‘s middags aankwam vertelde hij mij dat hij al
drie jongen had gezien. Het derde jong was wat krikkemikkig vertelde hij. Na enige tijd vertrok Arjen. Hij was nog maar twee minuten vertrokken toen ik tussen het gras opeens de jonge vogels zag verschijnen en nu geen drie maar vier!. De vierde was kennelijk nog maar pas uit het ei gezien de stuntelige bewegingen. ‘s Avonds ben ik weer gaan kijken en trof ik Arjen ook aan en kregen we de vier jonge vogels weer te zien. U kunt wel begrijpen dat wij razend enthousiast waren.
Dinsdag 24 juni. De heer J. Sietsma zag ‘s middags de vier jonge steltkluten de plas overzwemmen. Waar gingen deze jongen van slechts twee dagen oud met hun ouders heen ? Onwetend van deze migratie reed ik de volgende morgen over de Buttingseweg daar zag ik Arjen staan die mij wenkte naar hem toe te komen. Tot mijn verbazing vertelde hij dat de jongen en hun ouders waren verkast naar deze plas. Een afstand van ongeveer 350 meter. Terwijl ik door mijn kijker naar de jongen zocht zag ik een Lepelaar met twee jongen lopen die om voer bedelden. Aangezien ik dat al eens eerder gezien had besteedde ik nu al mijn aandacht aan de jonge steltkluten. De volgende dag telde ik weer vier jonge steltkluten. Ik ga U nu niet verder over mijn dagelijkse observaties vertellen. Zaterdag 6 juli. De jongen waren twee weken oud. Ik denk nog twee weken en de vogels zijn vliegvlug. We kijken daar naar uit. Als gevolg van de droogte begon de plas uit te drogen zodat de vogels genoodzaakt waren te verkassen en zijn ze terug gegaan naar de plas waar ze het levenslicht aanschouwden. De vogels groeiden voorspoedig en na korte tijd vlogen ze al van de ene naar de andere kant van de plas. Dikwijls zaten ze vlak bij de Zandvoortweg zodat we ze goed konden observeren. Met de scoop was goed te zien dat de jonge vogels niet zwart maar bruine veren hadden met een licht gekleurd randje. Dinsdag 29 juli. Arjen en ik zagen de vogels achterin de plas lopen met hun ouders. Toen ik ‘s-avonds weer ging kijken telde ik slechts twee vogels. Over
‘t ZANDVOORT (vervolg) de Buttingse weg rijdend, zag ik dat de plas aan de Zandvoortweg, waar de vogels eerst hebben gezeten weer water bevatte. Tot mijn grote verbazing zag ik in de plas twee jonge steltkluten lopen. Op hetzelfde moment zag ik drie stelkluten komen aanvliegen en in de plas neerstreken, zodat er nu vier jongen en een volwassen kluut liepen Zouden de vogels na de regen van afgelopen morgen naar hun oude stek zijn teruggekeerd ?
Woensdag 30 juni. Ik ben ‘s avonds weer naar de Buttingseweg gefietst en zag daar in de plas vijf Steltkluten staan. Toen ik even niet oplette waren de vogels verdwenen. Ik ben daarop naar de Zandvoort-weg gereden en na enig zoeken zag ik, vlak bij vijf Lepelaars, de vier jonge Steltkluten in het gras zitten. Even later vlogen ze op om vlak bij de weg neer te strijken en in de rietkraag naar insecten lopen zoeken. Verbaasd keek ik toe hoe ze het ene insect na het andere van de stengels en de bladeren oppikten. Viel er een in het water dan werd het snel opgepikt en vlogen ze weg dan werden met een snelle beweging gesnapt en geconsumeerd. Zeker een kwartier hebben we de jonge vogels zo bezig gezien. Maandag 4 augustus. Ik zag drie jonge Stelkluten een vliegdemonstratie geven in een uiting van levenslust en lieten ze ons zien wat ze al kunnen. Op donderdag 7 augustus zag ik twee jonge vogels aan komen vliegen en in een glijvlucht in het water van de plas duiken om een paar meter verder weer boven te komen, opstijgen en het ritueel herhalen om vervolgens neer te strijken en uitbundig te gaan baden. Dat zijn waarnemingen die het regelmatig waarnemen tot een feest maken. Je ziet de jongen volwassen worden en zich klaar maken voor de grote reis. Wanneer? Op dat moment zitten wij te wachten. Tijdens onze maandelijkse excursie zagen wij op zaterdag 9 augustus het complete gezin nog druk aan het voedselzoeken. De volgende dag ging ik ‘s middags weer polshoogte nemen maar heb dat moeten bekopen met een nat pak vanwege een hoosbui. De vogels heb ik toen niet gezien.
Het is vandaag donderdag 14 augustus. Vanmorgen ben ik weer gaan kijken of vogels er nog waren en zag de zes steltkluten lopen fourageren. ‘s Avonds ben ik weer gaan kijken of ze er nog waren. Ik telde toen weer zes steltkluten. Vlak bij de weg zag ik het mannetje lopen en twee jongen in de rietkraag naar voedsel zoeken. Opeens gaf het mannetje een schreeuw en kwamen de jongen van tussen het riet aangesneld. Terwijl ze zo bij elkaar stonden dacht ik: Je hebben toch niet het plan om te vertrekken”. Het was mijn laatste ontmoeting met de steltkluten. De volgende dag hebben wij de vogels niet meer gezien. Het was het eerste broedgeval van de steltkluten op Walcheren. Gedurende de tijd dat wij de vogels hebben kunnen waarnemen hebben mijn vrienden van de Vogelwerkgroep Walcheren en ik genoten van deze schitterende vogels. In de nacht van 14 op 15 augustus zijn de Steltkluten vertrokken! Na iedere dag een paar keer observeren eindelijk rust . . . . . Tenslotte een tip: Zoek op Google bij “Steltkluten” en je krijgt meer dan honderd prachtige foto’s van deze vogels te zien. Wanneer je “arjenvangilst” intypt kunt je ook filmpjes bekijken die Arjen van Gilst heeft gemaakt van de vogels. Wanneer je “waarnemingen” opzoekt kun je zien dat de steltkluut op meerdere plaatsen in Nederland is waargenomen en op verschil-
lende plaatsen heeft gebroed. Het is voor Walcheren de eerste keer dat er een paartje steltkluten heeft gebroed. Het was al langer bekend dat ze bij Oostburg broeden.
Henk Mandemaker.
(alle foto’s bij dit artikel zijn van Steltkluten)
ZOMAAR . . . . wat vliegen Meestal ga ik redelijk gericht de natuur in. Zo had ik me voorgenomen om na terugkomst van mijn vakantie in Frankrijk de omgeving van Dishoek weer eens grondig te onderzoeken op vlinders en libellen. Ik werd -zoals vaak in dit gebied- weer niet teleurgesteld. Het begon al direct goed op het Klein Vroon, waar verrassend veel Koevinkjes vlogen. En in het Groot Vroon zag ik veel heidelibellen: een soortengroep die ik lastig blijf vinden om in het veld te determineren. Op de foto’s die ik maakte viel thuis het onderscheid tussen geheel zwarte poten en zwarte poten met een geel randje een stuk beter op.
Maar hoe interessant het ook was met de insecten waar ik voor ging lukte het opnieuw niet om me volledig te focussen. Zo stuitte ik al speurend tussen de vroonplas en het fietspad op een plek van iets meer dan een vierkante meter waar de begroeiing was geplet. Daar had volgens mij het jonge reetje gelegen dat nu met fikse tred richting bosrand liep. Na een paar meter kwam hij (of misschien zij) kennelijk tot de conclusie dat hij beter de andere kant op was gegaan, want hij keerde om, passeerde mij op twee meter afstand, liep nog een meter of vijf verder en sprong vervolgens uit zicht. Ik vond het een leuke ontmoeting. Ik kwam even later nog twee beestjes tegen die mijn aandacht trokken. Het waren twee vliegen. Niet in één klap () maar met enige afstand er tussen. Ik vond ze beide zo opvallend dat ik verwachtte ze thuis gemakkelijk te kunnen determineren. Helaas, want tot op heden moet ik het doen zonder namen. Ik zal ze aan u voorstellen, wellicht levert dat een kennisverrijkend mailtje op naar de redactie. De eerste vlieg zat aan de noordkant van het Groot
voorbij het Groot Vroon. Ik was een van de kleinere paadjes ingelopen, kwam in het open duin eerst een ijverige Harkwesp tegen en vervolgens een vrouwtje van de Blauwvleugelsprinkhaan die niet heel erg haar best deed om weg te lopen. Deze was dus veel gemakkelijker om te fotograferen dan de superactieve harkwesp die korte harkperioden en snelle rondjes vliegen continu afwisselde, waardoor het beestje nauwelijks te
benaderen was. Ik moest het dus doen met een foto op afstand; geen topshot, maar wel aardig als bewijsfoto. Even daarna was daar mijn tweede vlieg. Hij vloog het pad over waar ik liep en ging prachtig in beeld op de begroeiing zitten. Ik vond het een juweeltje, met opvallende witte vlekken aan weerszijden van zijn achterlijf, zomaar gratis aangeboden door moeder natuur op ons wonderschone ‘eiland’. Maar ondanks zijn opvallende verschijning heb ik mijn foto moeten archiveren zonder de naam te kunnen vermelden. Terugkijkend op de hele dag was het met al de genoemde beestjes, nog vele andere en ook nog wat leuke plantjes toch weer zomaar een heel gevarieerde natuurdag geworden met een behoorlijke verscheidenheid in hoogtepunten.
Hans Eckhardt
Vroon lekker te zonnen in de bosrand. Het was een forse vlieg, een soort hommelachtige zweefvlieg, mooi diepzwart met een opvallend wit achterlijfspuntje. Ik ben voor de determinatie begonnen met zoeken in een fors boekwerk over zweefvliegen, maar dat leidde niet tot resultaat. In de wat meer algemene boekjes over insecten die ik heb kwam ik hem ook niet tegen en zelfs wat rondvragen binnen de vereniging leidde niet tot een naam. Doodlopende wegen dus. De tweede vlieg was ook een redelijk groot exemplaar maar in dit geval met het voorkomen van een ‘gewone’ vlieg. Ik kwam hem tegen in de wat kalere duinen even
WAT ALTIJD WEER BOEIT . . . Teken!
Dat de teken nog steeds actief zijn is vermeldenswaard. In enkele weken hechtten zich een drietal in mijn lichaam vast, op voor mij moeilijk bereikbare plaatsen. Ank, mijn vrouw, moest er dus aan te pas komen. Het lukte haar na veel gewurm de speldeknop grote diertjes te verwijderen. Ik hield er een enkele dagen jeukende plek aan over.
Kikkers De groene kikkers in mijn vijver waren er dit voorjaar vroeg bij. Van grote afstand was hun gekwaak te horen. Dat hielden ze lang vol, want nog in juli lieten ze van hun aanwezigheid blijken. Zag ik in Oranjezon af en toe uiterst kleine kikkertjes, rond mijn vijver zullen ze ook wel zijn, maar zien: ho maar ! Misschien heeft de reiger daar debet aan.
Hierdoor laten de vogels zich behoedzaam zakken om zo bij de bessen te komen. Zodra ik nader ontstaat er evenwel paniek. Desondanks zien ze toch kans te ontsnappen. Scheldend blijven ze op een afstand om na enige tijd opnieuw een poging te wagen. Het droge weer zal zeker een rol hebben gespeeld, want bodemdieren, zoals wormen trekken zich dan al snel terug. Het één hangt altijd met iets anders samen. Bij onze “Knalhutte” in Enschede heb ik mooie, zwarte bessen. Begin juli zaten de struiken vol, maar zwart is, ook voor vogels, geen boeiende kleur. Nood leert evenwel bidden en naar iets anders uitzien. Toen we dan ook medio juli weer die kant op gingen bleken de struiken geheel kaal gegeten. Dat ging me toch wel aan het hart. Nu lachen de lijsterbessen me nog tegen, maar hoe lang nog ?
Konijnen Konijnen zijn ook van die lieverdjes. Terwijl ik deze regels aan het papier toevertrouw zit een groot beest op het grasveld evenwijdig met de Knalhutteweg. Laat hem maar rustig zitten, maar als je je moestuin bekijkt praat je wel anders. Zelfs geraniums blijken te smaken. En alles in het gaas zetten? Nou ja, laat ze ook maar. ‘s Morgens vroeg zie ik er meerdere. Ze zitten dan in het aangrenzende weitje. Zodra ze me zien, klappen ze met de achterpoten op de grond om hun holgenoten te waarschuwen. En weg zijn ze. Helaas geldt dat ook voor je sla- en andijvieplanten. Toch. . . . leuke beesten.
Spechten
Ekster
Eksters en Kauwen In het nabij gelegen Oranjebos bevinden zich sinds enkele jaren twee bewoonde nesten. Dit tot mijn vreugde, maar bij de vijver zie ik ze toch niet zo graag. Dat geldt ook voor mijn Eksters en Kauwen. Zij brengen zelfs op eigen erf de vogelwereld in rep en roer. In Enschede ga ik, wanneer we daar vertoeven, donderdags naar de markt. Deze ligt in een wijk met veel groen. Terug lopend naar de auto schoten eensklaps een paar vogels langs me heen. Ze achtervolgden een Ekster, die zijn toevlucht zocht in een flinke plataan. Zelden zag ik merels zo agressief en luid scheldend. Kennelijk had de Ekster het op hun nest en/of jongen voorzien. Zeeuwse merels, zoals die bij mij, doen het altijd rustiger aan. Of zijn de Walcherse Eksters niet zo hongerig en roofzuchtig? Eksters ten spijt blijven er altijd voldoende merels over om b.v. mijn rode bessen te belagen. Ik heb de struiken met een net afgedekt, maar het is boeiend om te zien hoe de vogels kans zien bij de smakelijke, maar zure vruchten te komen. Ze laten zich op het net neer, dat onder hun gewicht doorzakt. Op de plaatsen, waar stukken net aan elkaar zijn gehecht ontstaan spleetjes.
Met de spechten gaat het crescendo. De bonte hoor en zie je regelmatig; ook de groene. De middelste bonte en de kleine zie ik zelden. Toch schijnen ze in aantal toe te nemen. Opletten dus. De groene rukt verder op. De vogel heeft dan ook reden tot “lachen”, want zijn roep lijkt hierop. Ik trouwens ook, want toen we de laatste keer op de “Knalhutte” waren
Bonte specht
WAT ALTIJD WEER BOEIT (vervolg) wenkte Ank mij en legde een vinger op de lippen. We stonden in de keuken en konden via het deurraam een fraaie groene specht gadeslaan, die druk bezig was vlak achter het huis mieren te verschalken. Op slechts 1 meter van de keukendeur stak hij regelmatig de forse snavel in de groef tussen twee grindtegels. Zoiets had ik nog nooit gezien. Kennelijk bevond zich daar het nodige voedsel, zoals zwarte wegmieren, die regelmatig grote hoeveelheden zand tussen de tegels vandaan peuren.
Boomkikker Tussen twee fraaie hoogveen gebieden, t.w. het Aamsveen en het Witteveen gaat het “Landschap Overijssel” een nieuw boomkikkergebied aanleggen. Ik moet de locatie nog eens gaan bekijken. Nieuwe natuur is nooit weg, maar of dit nu zinvol is?
Veen
Half juli ging ik met ons lid en huisvriendin Corrie v.d.Hart naar de Schotsman. We genoten van de nog bloeiende Handekenskruiden en de rijk bloeiende Moeraswespenorchissen. Zij wilde echter naar de Zonnedauw. Twee jaar geleden waren we daar ook. Ik maakte me toen zorgen over de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van dit veen. De Schotsman wordt n.l. regelmatig gemaaid om verruiging en dichtgroeien te voorkomen. Door het maaien wordt het omhoog groeiende hoogveen afgevlakt en verstoord. Daar zal iets op gevonden moeten worden wil het ooit iets worden. Nu zijn er enkele plekjes, waar de kleine zonnedauw massaal voorkomt. Een veenplek ziet al helemaal rood. De rondbladige volgt wellicht al komt ook elders in den lande, zoals in de Twentse venen, de kleine veel meer voor. Wanneer jullie dit lezen ben ik vermoedelijk al met Piet de Keuning van SBB naar de Schotsman geweest om eens poolshoogte te nemen. Ben benieuwd hoe hij er als beheerder tegen aan kijkt. Misschien kunnen we eens een “veenexcursie” organiseren. Richard Struijk
Via de boomkikker beland ik tenslotte bij het veen.
ACTIVITEITEN Activiteitenprogramma van de Afdeling
1. Vogelexcursies naar het Zandvoort Tijd: 10 tot 12 uur. Vertrek: Kruising Zandvoortweg met Schotelweg. Begeleiding: Henk Mandemaker Data: Zaterdag 13 september, 11 oktober, 8 november en 13 december.
2. Gewestelijke excursie Breda Op zaterdag 4 oktober wordt deze excursie georganiseerd door de KNNV Breda. Tijd: 9.30 uur; start programma 10.00 uur. Plaats van samenkomst: Bezoekerscentrum Wolfslaar, Wolfslaardreef 95, 4834 SN Breda. Op deze dag willen we enkele landgoederen in de buurt van Breda zoals Wolfslaar, Hondsdonk/Valkenberg en Luchtenburg centraal stellen. In verband met de organisatie graag even tevoren doorgeven met hoeveel
Excursieprogramma Vrij wandelen
personen u als afdeling komt. Dit kan via
[email protected] We verwelkomen u graag op 4 oktober.
3. Vogeltrek Vlissingen Zou het niet aardig zijn bijv. 25 oktober trek te gaan kijken op de Nolle? Vanaf 08.00 uur is het daar als het weer wil meewerken een va-et-vient van vogels, die richting zuiden vliegen. De excursie begint om 08.00 uur op de P aan het einde van de van Woelderenlaan te Vlissingen en dan zo rond 10 uur einde (men kan uiteraard langer blijven) Begeleiding: Karel Leeftink. Wel koffie en brood en verrekijker meenemen.
Maandag 1 september: Valkenisse bos en duin. We lopen langs de vroonweide en door het duin terug. Misschien al leuke paddenstoelen te zien. Start: 14.00 uur; verzamelen op de parkeerplaats aan het eind van de Strandweg te Koudekerke, bij het Watermachien, ofwel voormalig waterwingebied Valkenisse.
Maandag 3 november: De Piet Door het bos en langs het Veerse meer. Vogels zijn er altijd. Start: 13.30 uur (een half uurtje eerder in verband met de invallende duisternis) en verzamelen op de parkeerplaats bij de kanohaven De Piet, Muidenweg 225 (tussen Arnemuiden en Wolphaarstdijk.)
Maandag 6 oktober: Oranjezon in de herfst Paddenstoelen en hopelijk ook herten naast de hertenzwammen. Start: 14 uur; verzamelen op parkeerplaats aan de Koningin Emmaweg, Vrouwenpolder. N.B. betaald parkeren en lidmaatschap Zeeuws Landschap meenemen.
Maandag 1 december: Valkenisse: bos en duin.; Start: 13.30 uur; verzamelen op de parkeerplaats aan het einde van de Strandweg te Koudekerke( bij het Watermachien of wel voormalig waterwingebied Valkenisse.)
ACTIVITEITEN (vervolg)
Toelichting Vrij Wandelen De wandelingen zijn voor leden van KNNV, IVN en KBO. Er is geen gids. Iedereen praat met elkaar over de natuur en elkaar. Voor de wandelingen geldt een duur van 1,5 tot 2 uur in langzaam tempo. Soms wordt
Excursieprogramma Plantenwerkgroep
Dinsdag 30 september: Planteninventarisatieexcursie naar de kademuur van de Kinderdijk; (B); Coördinaten 0324-3917 Tijd: 14:00–16:00 uur. Vertrek: Bij de Spijkerbrug; (geen goede parkeermogelijkheden in de buurt !!!) Dinsdag 14 oktober; Paddenstoelenexcursie naar Rammekenshoek; (O); Coördinaten 0331-3865 Tijd: 14:00–16:00 uur. Vertrek: Parkeerplaats van SBB aan de Rammekensweg. Dinsdag 28 oktober: Paddenstoelen- en korstmossenexcursie naar het Veerse bos-west; (O); Coördinaten 0339-3981 Tijd: 14:00–16:00 uur. Vertrek: Parkeerplaats SBB aan de Kraaiennestweg (zijweg van de Polredijk). Dinsdag 11 november: Paddenstoelenexcursie naar Mattenburg bij Bergen op Zoom; (Bt); Coördinaten 0328-3894 Tijd: 10:00–ca. 16:00 uur. Vertrek: Parkeerplaats bij de Mortiere. NB. Uiterlijk zaterdag 8 november aan de coördinator melden of je mee wilt, e.e.a. in verband met regelen wie er rijdt en wie mee wil rijden.
Inventarisaties Strandwerkgroep
Vrijdag 12 september 10.00u Maandag 29 september 11.00u Maandag 13 oktober 11.00u Vrijdag 17 oktober 15.00u Vrijdag 31 oktober 12.00u Maandag 10 november 9.00u Vrijdag 28 november 11.00u Vrijdag 12 december 10.30u Zaterdag 27 december 11.00u
aangeraden een verrekijker mee te nemen. Bij voortdurende regen of gladheid gaat de wandeling niet door. Contactpersonen voor vragen bij slechte weersomstandigheden, over startplaats of meerijden: Ria Verhagen:06-10696268 en Joanna de Buck 06 48831509.
Dinsdag 25 november: Korstmossenexcursie naar het Molenwater te Middelburg; (O) Coördinaten 0321-3923 Tijd: 13:30–ca. 15:00 uur. Vertrek: Parkeerplaats tegenover de Schouwburg. Toelichting Plantenwerkgroep Bovengenoemde “Open”- excursies (O), kunnen door ieder KNNV-lid worden meegemaakt, aanmelding is niet nodig , tenzij uitdrukkelijk bij de betreffende excursie vermeld. “Beperkt toegankelijk”(Bt) is eigenlijk een Open –excursie, maar met een gelimiteerd aantal (wat minder gelimiteerd dan Besloten), aanmelding verplicht en kan dus geweigerd worden. “Besloten” excursies (B), kunnen alleen door niet-werkgroepsleden worden bijgewoond na toestemming van de coördinator van de werkgroep. Het is niet toegestaan om honden en/of andere huisdieren mee op excursie te nemen. Het schema is onder voorbehoud dat de benodigde vergunningen c.q. toestemmingen worden verkregen. Bij slecht weer kan de excursie naar een andere dinsdag b.v. 1 week later worden verplaatst. Niet-werkgroepsleden worden hierover niet ingelicht, men dient dus voor 13:00 uur de coördinator te bellen of de excursie doorgaat. Coördinator Jo Clarijs; Tel: 0118-581799; Mobiel:06-10661974; Mail: jmclarijs@ zeelandnet.nl Toelichting: De inventarisaties worden bij laag water gehouden op het strand van Neeltje Jans en duren ongeveer twee uur. Laarzen aanbevolen. U kunt uw auto kwijt onder het viaduct bij de Roompotsluizen. Voor verdere informatie en evt. meerijden: Ria Verhagen-Zuure: tel. 06-10696268.en Petra Sloof: tel. 06207326637
Oproep van Stichting Duinbehoud De werkgroep Midden Zeeland van de stichting Duinbehoud zoekt enkele nieuwe –liefst vrouwelijke- medewerkers. Inlichtingen over het functioneren en eventuele taken worden graag verstrekt door de voorzitter, Richard Struijk.
ACTIVITEITEN (vervolg) Excursies Paddenstoelenwerkgroep (vervolg)
Zaterdag 27 september: Het Clingse Bos Dit bos ligt tegen het dorp Clinge in Zeeuws Vlaanderen aan. Het maakt deel uit van het waterwingebied van St Jansteen. De excursie begint om 13.30 uur op de parkeerplaats aan de Molenstraat bij St Jansteen. We vertrekken uit Goes om 12.30 uur uit Goes (achterkant station). Aansluiten kan weer op de parkeerstrook na de tolpoortjes bij de Westerschelde-tunnel omstreeks 12.50 uur. Deze dag is de tunnel tolvrij. Woensdag 8 oktober: Ter Hooge. Ter Hooge is een landgoed even ten westen van Middelburg. De excursie start om 13.30 uur op de parkeerplaats aan de achterzijde van het landgoed aan de Breeweg. Vertrek uit Goes om 13.00 uur (achterkant station) Zaterdag 25 oktober: Kapelse Bos Zie ook 21 mei. Excursie start om 13.30 uur op de parkeerplaats aan de Dankertsweg. Vertrek uit Goes om 13.00 uur (achterzijde station) Woensdag 12 november: Dijkwater Dijkwater ligt op Schouwen Duiveland tussen Dreischor
Excursies Vlinder en Libellenwerkgroep
Woensdag 24 september 2014 houden we een publieksavond. Kars Veling van de Vlinderstichting hebben we bereid gevonden om deze avond in te vullen. Locatie: kantoor Het Zeeuwse Landschap in Wilhelminadorp
en Sirjansland , langs de Weg door Dijkwater. We verzamelen bij de Knotwilgendreef om 13.30 uur. Vertrek uit Goes om 12.45 uur (achterzijde station)
Zaterdag 22 november: Neeltje Jans De laatste excursie gaat naar het voormalig werkeiland Neeltje Jans. We verzamelen aan de Oosterscheldekant van het eiland. U neemt de afslag naar Deltapark Neeltje Jans, maar we gaan niet naar de parkeerplaat , maar gaan rechtsaf naar de voormalige viskwekerij. Verzamelen daar om 13.30 uur. Vertrek uit Goes om 12.45 uur (achterzijde station) Dinsdag 9 december: Traditionele afsluiting van het jaar in MEC De Bevelanden te Goes. Het MeC ligt in het recreatiegebied De Hollandse Hoeve vlak achter Sportpunt Zeeland. De avond begint om 19.30 uur. Toelichting: Aanmelden is verplicht. Dit om te voorkomen dat er gewacht wordt op mensen die niet komen en ook dat we niemand laten staan. Voor KNNV leden van onze afdeling kan aanmelding geschieden door contact op te nemen met Henk Remijn te Oostkapelle : Tel. 0118-581473. Dit is ook nodig voor informatie over weersomstandigheden en droogte waardoor de excursies soms niet kunnen doorgaan.
Woensdag 12 november 2014 houden we een mistery-avond. De avond begint om 19:45 uur met een korte vergadering. Locatie: MEC de Bevelanden te Goes. Toelichting: Door slecht weer of andere omstandigheden kan het voorkomen dat een activiteit niet door kan gaan. Neem bij twijfel contact op met Henny Waanders (0113 270 436) en kijk regelmatig op onze website, www.vlinlibzeeland.nl/Activiteiten.
Herfst 2014
vallend blad -invallend lichth eeft ook wel wat . . . .