DeernsData Actueel: Burj al Shams: energieneutrale wolkenkrabber
Opdrachtgever aan het woord: Nieuwbouw AMOLF: trillingsarm, flexibel en uiterst duurzaam
Deerns: opmerkelijk duurzaam! nummer 18 - juni 2008
Actueel: Het toonaangevende groene datacenter
Inhoud
Werken aan duurzame techniek Het uiterst duurzame nieuwe gebouw van AMOLF
4
Een van de vijf Eco-gebouwen in Europa 8 Viploges Philips Stadion ‘binnenstebuiten’ 9 Deerns ontwerpt ‘zero energy building’ in China 10 Renovatie Museum Boijmans van Beuningen in beeld 12 Drie duurzame bronnen voor Kabul
15
Deerns skyline 16 Het toonaangevende groene datacenter 18 Deerns laat hart Rabobank continu veilig kloppen 20 Steriel werken in het Jeroen Bosch Ziekenhuis 24 Onderzoek prijsniveau duurzame energiesystemen 26 Ontwikkeling groene luchthavens 27 Online Nederlandse normenvraagbaak 28 Succesvol seminar in Dubai 29 Nieuwe managers bij Deerns 30 Column Jan Paul van Soest 31 Burj al Shams 32
| DeernsData
‘Weg met de angst’ Het klimaat verandert, fossiele brandstoffen raken op, maar zijn dat redenen voor angst? De Nederlandse advies- en ingenieursbureaus, verenigd in ONRI,
Voorwoord
Opmerkelijk duurzaam Vandaag de dag staat het duurzaamheidsdenken hoog op iedere politieke agenda. Dat is goed nieuws, want Deerns ‘doet’ al decennialang aan duurzaamheid. Veel van onze opdrachten worden voorzien van energiebesparende oplossingen die werken: realiseerbare concepten voor duurzame energievoorziening. Dankzij deze innovatieve concepten is heel wat CO2uitstoot vermeden.
vinden van niet. Wij zien dit juist als kans. We gaan graag de uitdaging aan om Nederland klimaatbestendig te maken een van de grootste opgaven van deze eeuw. Overal werken wij aan duurzame projecten en programma’s. Waar velen denken in problemen, zien wij vooral oplossingen. Advies- en ingenieursbureaus hebben Nederland gemaakt tot wat het is: een land dat door mensenhanden tot stand is gekomen. Nu staan we klaar om dat land voor te bereiden op de toekomst. Wij hebben aansprekende oplossingen, die staan beschreven in het door de ONRI uitgegeven boekje ‘Weg met de angst’. Het is de ‘state of the art’ van projecten die de gevolgen van klimaatverandering opvangen en naar onze hand zetten. Deerns is erin vertegenwoordigd met haar project ‘energievoorziening van woonwijk Duindorp’. Het project en andere toepassingen van dit CO2-besparende concept werden begin dit jaar toegelicht in het NOS Journaal en in Goedemorgen Nederland. De projecten in het boekje laten zien dat advies- en ingenieursbureaus een praktische en innovatieve instelling combineren met helder denken. Ze leggen de verbinding tussen theorie en praktijk, tussen de wetenschappelijke kracht van universiteiten en onderzoeksinstellingen en de daadkracht van bouwers en ontwikkelaars. Bent u geïnteresseerd in het boekje ‘Weg met de angst’, stuur dan een e-mail naar
[email protected] om het aan te vragen.
In deze Deerns Data komt duurzaam ontwerpen in verschillende vormen aan bod. Bij het nieuwe gebouw van het FOMinstituut voor Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF) in Amsterdam is duurzaamheid in het uiteindelijke ontwerp op vier hoofdpunten gerealiseerd: energiebesparing in de laboratoria en, in de kantoren, duurzame energieopwekking, maximale gebruiksflexibiliteit en het gebruik van onderhoudsarme materialen die lang meegaan. Bij nieuw te ontwikkelen of te renoveren datacenters krijgt het verlagen van de energievraag topprioriteit. Op pagina 18 kunt u lezen hoe wij 80 procent energie weten te besparen bij datacenters. Voor Rabobank Nederland ontwierpen wij een datacenter dat als het om groen en duurzaamheid gaat - tot de absolute top behoort. Daarbij is niet alleen naar het gebouw gekeken, maar ook naar het gebruik van restwarmte op het bedrijventerrein rondom het datacenter. In het buitenland is duurzaamheid eveneens een hot item. In deze Deerns Data ziet u daar een aantal voorbeelden van, zoals een ‘zero energy building’ in China, een duurzaam energieconcept voor een nieuw grootstedelijk gebied in Afghanistan en duurzame oplossingen voor luchthavens in onder andere Abu Dhabi en Macedonië. Onze vestiging in Dubai organiseerde recentelijk een goed bezocht seminar dat in het teken stond van ‘Green Building Design’. Duurzaamheid blijkt een vast uitgangspunt bij nieuwe gebouwen in de Verenigde Arabische Emiraten. Met ingang van deze Deerns Data hebben we ook een column van iemand buiten Deerns. Ir. Jan Paul van Soest, duurzaamheidsadviseur, zal deze column een aantal keren verzorgen en het stokje daarna overdragen. Hij start zijn reeks op pagina 31 met zijn visie op energie en innovatie. Verder een gesprek over de renovatie van Museum Boijmans van Beuningen, waarin Deerns zich buigt over de vraag hoe de lichtkwaliteit naar een hedendaags niveau te brengen is. Door het gebruik van 3D-visualisatietechnieken kan het resultaat op voorhand al zo realistisch mogelijk inzichtelijk worden gemaakt. Daarbij houden de daglichtsimulaties ook rekening met de tentoonstellingsduur per object, waardoor is na te gaan welke bescherming nodig is om de objecten tegen het uv-bestanddeel van daglicht te beschermen. Deze simulatietechnieken worden steeds belangrijker in het hedendaags ontwerp. ir. E.S. Hora Siccama Directeur Deerns raadgevende ingenieurs DeernsData |
opdrachtgever aan het woord
Trillings
flexibel duur
Nieuw gebouw AMOLF
Toegegeven, duurzaamheid kwam niet op de eerste plaats bij het nieuwe gebouw van het FOM-instituut voor Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF) in Amsterdam. Hoogste prioriteit hadden de laboratoria, waar de medewerkers optimaal hun onderzoek moeten kunnen doen. Toch is duurzaamheid in het uiteindelijke ontwerp op vier hoofdpunten gerealiseerd: energiebesparing in de laboratoria en, in de kantoren, duurzame energieopwekking, maximale gebruiksflexibiliteit en het gebruik van onderhoudsarme materialen die lang meegaan. Deerns ontwierp de installaties van dit in menig opzicht bijzondere gebouw.
A
MOLF is een van de drie onderzoeksinstituten van de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM). De huidige huisvesting, te midden van andere gerenommeerde kennisinstituten op het Science Park Amsterdam, is bijna vijftig jaar oud. Het wekt dan ook geen verbazing dat nieuwbouw de voorkeur had boven de zoveelste renovatie of uitbreiding. Dankzij het ministerie van OC&W en NWO kwam | DeernsData
de financiering rond en nu verrijst 200 meter verderop op het Science Park de nieuwe AMOLF-thuisbasis. De ontwerpende partijen zijn via een Europese aanbestedingsprocedure geselecteerd. De opdracht voor het architectonisch ontwerp ging naar architectenbureau Dick van Gameren. Het constructieve en installatietechnische ontwerp kwam als ‘total engineerings’-opdracht in handen van de combinatie A2DP,
bestaande uit Aronsohn Management, Aronsohn Constructies, Deerns raadgevende ingenieurs en Peutz. Flexibel Drie verdiepingen telt het nieuwe gebouw. Op de begane grond en de tweede verdieping liggen laboratoria, daartussenin een laag met technische voorzieningen. “In een gebouw als het onze zijn veel installaties nodig: leidingen, water,
arm,
en uiterst zaam Links Huub Kersten, rechts Piet Kistemaker
elektra, koeling, gassen, ventilatie, afzuiging. Daar is de eerste verdieping grotendeels voor ingericht”, zegt bedrijfsingenieur Huub Kersten, tevens projectleider nieuwbouw. “Voordeel is dat de afstand van de installaties naar zowel de etage eronder als die erboven klein is. Vanuit de laboratoria kan je snel verbinding maken met de infrastructuur die je nodig hebt, want alle aansluitingen zitten er al. Elke onderzoeksruimte heeft letterlijk een gat in het plafond of de vloer naar de tussenlaag. Als een onderzoek na vier tot acht jaar is afgerond, kunnen we de ruimte eenvoudig en snel herinrichten voor het volgende onderzoek of experiment, zonder dat grote aanpassingen in de infrastructuur nodig zijn. Het gebouw is zo flexibel mogelijk ontworpen.” De in totaal 1500 vierkante meter onderzoeks- en experimenteerruimte, inclusief cleanroom, beslaat ruim 30 procent van het nuttig oppervlak. Liefst 70 procent van alle techniek in het gebouw is ervoor bestemd. In de - vooral fysische en microbiologische - laboratoria wordt zowel
fundamenteel als toepassingsgericht onderzoek gedaan. Het kent twee hoofdlijnen: onderzoek van lichttransport in nano-gestructureerde materialen (nanofotonica) en aan de fysica van leven (de fysische processen die een rol spelen bij het functioneren van cellen). Uniek aan de 21 laboratoria op de begane grond is dat ze stuk voor stuk trillingsarm zijn. Het vloeroppervlak op de begane grond bestaat uit 21 eilanden met rondom 10 centimeter tussenruimte. Op elk eiland is een laboratorium van 6 bij 7 meter gebouwd, met een 80 centimeter dikke betonvloer, die op acht geschoorde heipalen staat. Kersten: “Daardoor kunnen trillingen van het gebouw of de omgeving niet of nauwelijks doordringen tot de eilanden. En van de eilanden niet naar de buureilanden, want daar heb je in de praktijk het meeste last van.” Trillingsarm is noodzakelijk voor het onderzoek binnen AMOLF, legt beheerder Piet Kistemaker uit. “We maken en onderzoeken materialen met nanometernauw-
keurigheid. In cellen worden krachten gemeten die componenten op elkaar uitoefenen. Daarbij gaat het om krachten als een miljoenste van een miljoenste Newton. Die kun je uitsluitend meten in een trillingsarme omgeving.” Waterbronnen Eerst moet de kwaliteit van de laboratoria gewaarborgd zijn en in de ontwerpruimte die overblijft, moet je een zo duurzaam mogelijk gebouw ontwikkelen. Dat was het uitgangspunt, zegt Huub Kersten. “Bovendien hebben wij - instituten en grondeigenaren van het Science Park Amsterdam - met elkaar in het stedenbouwkundig plan afgesproken dat we zo duurzaam mogelijk energie binnenhalen en verbruiken.” In het nieuwe gebouw is daarop dan ook sterk de nadruk gelegd, dankzij nauw overleg tussen Deerns en de toekomstige gebruikers van AMOLF in de ontwerpfase. Een van de belangrijkste onderdelen is het door Deerns uitgewerkte bodemopslagsysteem. Onder het gebouw zijn >> DeernsData |
twee waterbronnen van 100 meter diepte aangeboord. Simpel gezegd wordt het water uit de ene bron opgepompt om te gebruiken bij het ventileren en koelen van de laboratoria, en na gebruik opgeslagen in de tweede bron. Het opslagsysteem zorgt ervoor dat ’s winters het warme water van de zomer gebruikt kan worden voor de verwarming en ’s zomers het water dat in de winter is afgekoeld voor de koeling. Het systeem is zodanig geautomatiseerd dat het nooit méér energie levert dan voor de onderzoeksruimten nodig is, verzekert Wouter Kok, manager van de adviesgroep Laboratoria, Industrie & Telecom van Deerns. “De benodigde ventilatie, verwarming of koeling worden geen moment overbodig geleverd. Zo bespaart het bodemopslagsysteem enerzijds veel energie, terwijl anderzijds de energie díe nodig is, zo duurzaam mogelijk wordt opgewekt. Dat is voor een gebouw als dit uniek; we zijn er in het ontwerp in geslaagd de warmte- en koude vraag voor de onderzoeksruimten met succes af te stemmen op de bronnen.” | DeernsData
Innovatief klimaatconcept Voor de kantoren heeft Deerns een innovatief klimaatconcept bedacht en voor het eerst toegepast. Kok: “Omdat AMOLF zo sterk op de laboratoria focust, hebben we voor de kantoren een klimaatconcept ontwikkeld dat weinig geld en moeite kost om aan te leggen én weinig energie verbruikt volgens het principe ‘less is more’.” Om te verwarmen en te koelen, maakt Deerns gebruik van natuurlijke luchttoevoer en betonkernactivering. Het plafond is het beton van de vloer erboven. Strak langs dat plafond wordt buitenlucht naar binnen geblazen via een kiertje in de gevel. Die natuurlijke toevoer is zodanig aerodynamisch ontwikkeld, dat er volgens Kok geen tocht is en ook geen hulpvoorzieningen nodig zijn. Verder is er centrale afzuiging, zodat elk kantoor altijd voldoende verse lucht heeft. “Anders dan bij een mechanische installatie kan de gebruiker in dit concept het binnenklimaat eenvoudig beïnvloeden. Hij kan direct de ventilatie aan- of uitzetten, met de radiator de
temperatuur corrigeren en desnoods een raam openzetten. ’s Nachts kan met de buitenlucht het gebouw gekoeld worden. De kou wordt opgeslagen in het beton om daarmee de koelbehoefte van het systeem overdag te temperen.” Deerns gaat het nieuwe klimaatconcept zeker vaker toepassen, voorziet Kok. “Het leent zich met name voor gebouwen waarvan de gebruiker dezelfde visie op zijn faciliteiten heeft als AMOLF. Voor organisaties die dus primair investeren in bijvoorbeeld de laboratoria en niet, zoals grote kantoren, in een tot in de puntjes mechanisch geregeld klimaat met full-airco. Er zijn meer gebouwen met natuurlijke toevoer en mechanische afzuiging, maar dit concept onderscheidt zich vooral door zijn eenvoud, maar ook diepgang wat betreft de geavanceerde technologie die gebruikt is in de ontwikkeling ervan. Een van de medewerkers van Deerns is zelfs gepromoveerd op dit systeem aan de TU Delft. Voor een op deze wijze geklimatiseerd kantoor is de energie-behoefte echt heel laag.”
Links: de huidige AMOLF-vestiging; Onder: de nieuwe AMOLF-vestiging
Laag stroomverbruik Ook op het gebied van stroomverbruik zijn de nodige maatregelen genomen. Zo heeft Deerns bij de verlichting gekozen voor armaturen die automatisch uitgaan bij voldoende daglicht en afwezigheid van mensen. Verder is per laboratorium centraal in te stellen dat de afzuiging van zuurkasten ’s nachts en in het weekend aan blijft of juist - wat uiteraard de nodige energie bespaart - wordt beperkt. Dit kan niet alleen door de technische voorzieningen, maar ook omdat het binnen AMOLF mogelijk is om goede afspraken te maken met TD en onderzoekers, waardoor de veiligheidsrisico’s klein zijn. Piet Kistemaker legt uit: “Er werken hier tweehonderd mensen - ongeveer de helft wetenschappers en de andere helft technisch en administratief ondersteunend personeel - dus je kent elkaar, hebt geregeld contact. Dat verhoogt het verantwoordelijkheidsgevoel en collega’s durven elkaar eerder ergens op aan te spreken. Als je weet dat anderen hun afspraken nakomen, kun je
ze ook maken. In grote organisaties heb je geen idee of iemand ’s avonds opeens wil overwerken, zodat de zuurkast absoluut niet uit mag. Gebeurt dit toch, dan kan dat gevaarlijk zijn. Bij AMOLF kunnen we zonder meer de verantwoordelijkheid bij mensen neerleggen. Zij voelen zich verantwoordelijk voor een ruimte en beslissen zelf of apparatuur er aan of uit kan.” Ook architect Dick van Gameren heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan, weet Huub Kersten. Dat blijkt onder meer uit de materiaalkeuze. “De gevel van het gebouw bestaat uit elementen van beton. Schilderen is bepaald niet duurzaam; daarom heeft Van Gameren gekozen voor beton met gemalen groene natuursteen erdoorheen. Dat geeft kleur en blijft mooi zonder onderhoud. De elementen zijn door een speciale bewerking licht verschillend van kleur, dus als er in de loop der jaren ergens een stuk zou verkleuren onder invloed van het klimaat, valt dat niet op en hoeft er geen schilder te komen. Ook het toegepaste hout - veel bamboe - hoeft
niet geschilderd te worden. Verder zijn de kunststofvloeren onderhoudsvrij, ze hoeven bijvoorbeeld niet in de was gezet te worden. Al dit soort zaken draagt bij aan de duurzaamheid van het gebouw.” Filosofie Het hoogste punt van het nieuwe gebouw is inmiddels bereikt en eind mei zal de buitenkant klaar zijn. De oplevering staat voor half september gepland. Dan staat er een duurzaam, flexibel duurzaam gebouw, dat ook in de toekomst de meest uiteenlopende experimenten kan faciliteren. AMOLF zal er weer minstens vijftig jaar mee vooruit kunnen, verwachten Kersten en Kistemaker. <<
i
ir. W.M. Kok Telefoon: (070) 395 74 24 E-mail:
[email protected]
DeernsData |
Kort Nieuws
Bibliotheek Amsterdam een van de vijf Eco-gebouwen in Europa De Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) bespaart jaarlijks 765.000 kWh en is hierdoor een van de vijf Eco-gebouwen in Europa. Door een aantal technologieën te combineren, waaronder warmte- en koude-energieopslag (LTEO), zonnepanelen en een klimaatbeheersysteem om onnodig energieverlies tegen te gaan, is Deerns erin geslaagd een uiterst milieuvriendelijk gebouw te ontwerpen.
M
vraag naar warmte op de koudste dagen van het jaar niet helemaal aan. Voor de laatste 5 tot 10 procent warmte zorgt een ketel die gestookt wordt op bio-olie. Dit is plantaardige olie, waarvan de CO2 die vrijkomt bij de verbranding niet bijdraagt aan het broeikaseffect. Bijkomend voordeel is een verlaagd explosiegevaar, waardoor de ketel in een ruimte op de begane grond kan worden geplaatst. Door gebruik van het energieopslagsysteem en de bio-olie als energievoorziening wordt 65 procent minder CO2 uitgestoten dan bij de toepassing van conventionele installaties. Het totale energieverbruik van de nieuwe bibliotheek komt onder de norm van 606 megajoule per m2 functioneel nuttig oppervlak uit het ‘Stedenbouwkundig Programma van Eisen Oosterdokseiland’. Energiesysteem Dankzij al deze maatregelen bespaart Het energiesysteem is verdeeld in een de gemeente per jaar 765.000 kWh aan grondwatersysteem, een distributienet energie, wat financieel neerkomt op een en warmtepompen in de gebouwen. Het distributienet transporteert het distribu- besparing van zo’n 200.000 euro per jaar op de exploitatie. De zonnecellen tiewater over het plangebied en voorziet dragen 2 procent bij aan de CO2 uitstootde warmtepompen in de gebouwen van vermindering. << water. De warmtepompen kunnen de et een oppervlakte van 28.500 vierkante meter is de OBA het grootste openbare gebouw van Amsterdam. De gemeente heeft in het ‘Stedenbouwkundig Programma van Eisen Oosterdokseiland’ energetische eisen aan het gebouw gesteld. Amsterdam wil de gehele Zuidelijke IJ-oever, waar het Oosterdokseiland deel van uitmaakt, milieuvriendelijk realiseren. Daarom heeft het eiland een milieuvriendelijk energiesysteem, waarop de bibliotheek aansluit. Het systeem, dat voorziet in verwarming en koeling, bestaat uit energieopslag in de bodem, gecombineerd met warmtepompen en piekketels die werken op bio-olie.
| DeernsData
i
M.L. Hollander Telefoon: (020) 348 45 78 E-mail:
[email protected]
Viploges Philips Stadion ‘binnenstebuiten’ De viploges van het Philips Stadion in Eindhoven worden grondig gerenoveerd. Deerns verzorgt het gehele E- en W-ontwerp. Bijzonder is dat de glaslijn naar binnen wordt verplaatst, zodat binnen in de toekomst buiten wordt,
H
et huidige ontwerp is zo’n tien jaar oud. Destijds was het beleid om de hooggeplaatste gasten comfortabel achter glas van de wedstrijden te laten genieten. Groot nadeel was alleen dat je vanuit de loges een belangrijk deel van de stadionsfeer mist. Het nieuwe ontwerp voorziet dan ook in een groter buitengedeelte door de glaslijn naar binnen te verplaatsen. Het binnenklimaat wordt beheerst met bestaande infrastructuur, aangevuld met losse koelunits. Deze units kunnen bij intensief gebruik van de loges zorgen voor extra
koeling en ontvochtiging van de lucht; ze zijn individueel regelbaar. Ook in het grotere buitengedeelte is aandacht voor comfort. Aan de overstek van de bovenliggende tribune worden infrarood stralers gemonteerd, die in de wintermaanden voor voldoende verwarming zorgen. Binnenruimte Het interieur wordt totaal vervangen. Topontwerper Jan des Bouvrie is benaderd om een hoogwaardige en moderne uitstraling te creëren, waarin gasten
comfortabel van sport kunnen genieten. De plannen zijn inmiddels uitgewerkt. Vanaf augustus 2008 zullen de gasten in de geheel nieuwe ambiance kunnen genieten van wedstrijden en evenementen. <<
Zonneschoorsteen voor RIKILT In december 2006 stond het RIKILT-instituut aan het begin van een grootscheeps renovatie- en nieuwbouwproject. In nauwe samenwerking met architectenbureau Broekbakema heeft Deerns installatietechniek gecombineerd met bouwkundige technieken, waardoor de energielasten van het nieuwe complex substantieel omlaag gebracht worden.
H
et RIKILT - Instituut voor Voedselveiligheid doet hoogwaardig onderzoek naar de veiligheid en kwaliteit van het Nederlandse voedselpakket en adviseert nationale en internationale overheden. De onderzoeken vereisen ruimten waarin het binnenmilieu goed kan worden beheerst. Aangezien het gaat om laboratoria met veel zuurkasten, die bovendaks hun afzuiglucht wegblazen, kan schone ventilatielucht niet van bovenaf worden aangezogen, zoals gebruikelijk is bij mechanische ventilatie. Daarom heeft Deerns een tweedehuidfaçade ontworpen, die onder meer gebruikt wordt als luchtschacht om schone lucht aan te zuigen. Het vernuft zit in de regeltechniek en het in tweeën delen van de tweedehuid-façade.
Hierdoor wordt warmte die tussen de gebouwgevel en de façade ontstaat, gebruikt wanneer het nodig is en afgevoerd als het een overschot vormt. Door deze eigenschap hebben de specialisten het nieuwe ontwerp ‘zonneschoorsteen’ genoemd. De energielasten worden er substantieel mee gereduceerd. Bouwfysica De specifieke eigenschappen van een tweedehuid-façade vragen zowel bij het ontwerp als tijdens de uitvoering om bijzondere aandacht. Om de effecten van de bouwconstructie in combinatie met de invloed van installaties op het binnenmilieu in kaart te brengen, voerde Deerns een aantal bouwfysische studies uit. Zo werden onder meer de tweedehuid-
Bezonningsstudie RIKILT
façade, de binnentemperatuur van de loopbruggen, de bezonning van de nieuwbouw en de daglichttoetreding nader in kaart gebracht. De grote voordelen van de zonneschoorsteen zijn vooral de aanzuiging van schonere lucht en de energiebesparing door het gebruik van zonneenergie. Er zijn diverse (laboratorium) projecten denkbaar waar dit principe in de toekomst ingezet zou kunnen worden. <<
i
R.J.J. Stevens Telefoon: (024) 383 11 11 E-mail:
[email protected]
DeernsData |
Project in beeld
De groeiende uitstoot van CO2 heeft een negatieve invloed op het milieu en vormt een bedreiging voor ons leven op aarde. In China werd tot voor kort niet of nauwelijks naar energiebesparing en CO2uitstoot gekeken. Suntech Power Holdings, internationaal marktleider op het gebied van zonnepanelentechnologie, stelde echter hoge eisen aan het binnenklimaat van zijn nieuwe kantoren- en productiecomplex. Daarbij moest er tevens een duurzaam energieconcept ontwikkeld worden. Door een mix van duurzame energieopwekking en -systemen toe te passen, zorgde Deerns ervoor dat zo’n 80 procent van de energiebehoefte op een duurzame manier wordt opgewekt. Het grote gebouw verbruikt daardoor zo goed als geen energie en heeft een voorbeeldfunctie in China.
Deerns ontwerpt groen energieconcept voor Suntech Power Holdings
Zero energy building in China In de gevel worden de nieuwste typen (experimentele) zonnecellen met hoge rendementen toegepast. Deze zonnepanelen vergen nauwelijks onderhoud, waardoor het project ook exploitatietechnisch erg interessant is. 6000 m2 semitransparante zonnepanelen is voor de opwekking van ten minste 300 kWp* aan elektriciteit.
* K ilowatt piek (kWp) geeft het vermogen van een zonnepaneel aan onder standaard testomstandigheden, de zogeheten STC (1.000 W/m2 instraling, 25°C paneeltemperatuur, lichtspectrum “AM1,5”).
10 | DeernsData
De combinatie van de gebruikte technieken is in China nieuw. Energieopslag in de bodem werd tot op heden door de lokale overheden in China verboden in verband met problemen in het verleden, toen bedrijven met slecht opgeleide medewerkers bodemopslagsystemen realiseerden. De kennis op het gebied van bodemopslag en duurzame energie van Deerns zijn aanleiding om het hier toch toe te passen.
i
ir. R.L.P. van den Berg Telefoon: (040) 269 76 94 E-mail:
[email protected]
DeernsData | 11
Achtergrondverhaal
monumentaal museum opnieuw het Hoe een
daglicht ziet Museumgebouwen zijn altijd in ontwikkeling. Bouwkundige en installatietechnieken die de functionaliteit van deze gebouwen verbeteren volgen elkaar namelijk in hoog tempo op. Bijvoorbeeld op het gebied van daglichttoetreding. In het restaurant van het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen treffen renovatiearchitect Jan Willem Walraad van Molenaar & Van Winden Walraad architecten en daglichtspecialist Jelle Post van Deerns elkaar. Ze discussiëren over de mogelijkheden en onmogelijkheden van het te renoveren monumentale gebouw van Museum Boijmans Van Beuningen.
“
In samenwerking met onder andere projectmanagementbureau ToornendPartners en Deerns gaan we beginnen met de renovatie van de Van der Steurvleugel van het Boijmans”, vertelt Jan Willem Walraad in rap tempo. “Het gaat om het oudste deel van het gebouw, in 1935 gerealiseerd, ontworpen door stadsarchitect Van der Steur. De renovatiewerkzaamheden zijn heel divers. We moeten bijvoorbeeld de centrale meldkamer herinrichten, het prenten-kabinet - een topcollectie - herhuisvesten en we moeten een oplossing vinden voor de condensvorming in de glazen spits op de toren boven de hoofdingang. Maar ook de binnenplaats, de binnentuin, de museumtuin en zaken als hemelwaterafvoer verdienen de nodige aandacht. Omdat de renovatie zo omvangrijk is hebben we het project in verschillende fasen ingedeeld.” Daglichtmuseum Net als het Gemeentemuseum in Den Haag en het Rijksmuseum in Amsterdam is Museum Boijmans Van Beuningen gebouwd in de traditie van een typisch daglichtmuseum. Dit is goed te zien aan de buitenkant van het museum. De daken van de tentoonstellingsruimte bestaan voor het grootste gedeelte uit glaskappen. Aan de binnenzijde van de tentoonstellingsruimte zijn de plafondlamellen, waardoor het daglicht toetreedt, duidelijk waarneembaar. In de loop der jaren zijn talrijke maat-
12 | DeernsData
regelen genomen die dit toetredende daglicht hebben aangetast, en waardoor kunstlicht noodzakelijk werd toegevoegd. De toename van kennis over de invloed van daglicht op kunstobjecten ligt daar mede aan ten grondslag. Maar ook door bouwkundige praktische aanpassingen heeft het gebouw aan oorspronkelijkheid verloren. “We willen de museumvleugel weer in oude glorie terugbrengen, geheel in de stijl van Van der Steur’ gaat Walraad verder. “Aan de hand van de originele tekeningen, die het museum al die tijd heeft bewaard, kunnen we de meeste zaken reconstrueren. Maar er zijn ook details waar we niet meer van weten hoe die eruit moeten hebben gezien. Bijvoorbeeld de bekleding van de stoelen van het auditorium van het museum. Daar zullen we deskundigen naar laten kijken om zo dicht mogelijk bij de waarheid te komen. Ook de verlichting van het auditorium moet door deskundigen bekeken worden. Op dit moment zijn er in het prachtige plafond, dat opgebouwd is uit koven, lelijke tl-armaturen geplaatst. Niet mooi om te zien en ook het licht dat ze afgeven is niet goed. We hebben Deerns gevraagd hier eens naar te kijken. Wat zijn de mogelijkheden om binnen de esthetische grenzen van Van der Steur de lichtkwaliteit naar een hedendaags niveau te brengen? Je ziet, we brengen niet alles klakkeloos terug in de oude staat, maar zijn ook uit op verbetering. Ook dit is geheel in lijn met de visie van de oorspronkelijke architect. Hij was een perfectionist, die destijds al technische innovaties heeft toegepast in zijn meesterwerk. Neem bijvoorbeeld de ingenieuze manier waarop alle ruimten via luchtschachten geventileerd worden: Links: Jelle Post, rechts Jan Willem Walraad een zogeheten ademend gebouw.” legramen en de reflectie via de lamellen: een aangepast schoepenplafond. Perfectionist alles moet van tevoren in de proefopstel- “Met het onderzoek zijn we eigenlijk “Een perfectionist was hij zeker”, vult ling zijn getest.” Deerns heeft voor het in de voetsporen van Van der Steur Jelle Post aan. “Met veel plezier heb ik museum een onderzoek uitgevoerd naar getreden”, vervolgt Post. “Wat hij met zijn naar de kapconstructies gekeken die daglichttoetreding in de tentoonstellingszalen mogelijk maken. Maar het Het gaat om het oudste deel van het gebouw, in 1935 meest opmerkelijke vond ik het feit gerealiseerd, ontworpen door stadsarchitect Van der Steur dat de architect tijdens de bouw van het museum op het bouwterrein een daglichttoetreding in de tentoonstelproefopstelling deed, doe ik nu digitaal. proefopstelling heeft gemaakt van de Dit onderzoek toont aan dat mijn methodakconstructie. Hiermee kon hij op ware lingszalen. Hierbij is gekozen voor een typerende tentoonstellingszaal, omdat diek van meting en simulatie ook in deze grootte experimenteren met daglichttoetreding. Zo is hij tot zijn uiteindelijke iedere ruimte een ander daglichtkarakter complexe situatie werkt, en dat deze heeft. Zo heeft het prentenkabinet aan simulaties dus gevalideerd zijn. ontwerp gekomen. De glassoort in de Met de digitale proefopstelling kunnen kappen, de invalshoek, de toepassing van de noordzijde een beperkte daglichttoetreding en heeft de beeldengalerij relatief eenvoudig meerdere testjaren >> variërend translucent materiaal in de DeernsData | 13
geanalyseerd worden, alternatieven worden gegenereerd en combinatieberekeningen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld met de warmtelast en energieverbruik van aanvullend kunstlicht.” Een ander aspect waar deze methodiek rekening mee houdt is het tweeledige karakter van licht in musea. Post: “(Dag) licht is noodzakelijk voor de visuele waarneming van de kunstobjecten, maar het uv-bestanddeel in licht tast de objecten aan. De praktijkrichtlijnen voor belichting van kunstvoorwerpen geven meestal een bovengrens voor de lichtsterkte aan, maar hielden tot voor kort geen rekening met de tentoonstellingsduur per object. De daglichtsimulaties kunnen dat wel. Met deze berekeningen kunnen we bijvoorbeeld bepalen welke maatregelen er genomen moeten worden in de kappen van de daglichtzalen, zodat de daglichtprestatie van het gebouw vooruitgaat zonder dat dit ten koste gaat van de bescherming van kunst tegen daglicht.” “Inderdaad, we kunnen het daglicht op een wetenschappelijke wijze terug brengen in het museum”, vat Walraad samen. ‘En dat is precies wat we willen.”
Uitbreiding Museum Boijmans Van Beuningen is ontstaan in 1847 en was eerst gehuisvest in het Schielandhuis. In 1935 verhuisde het museum naar het nu te renoveren gebouw aan de Mathenesserlaan (de Van der Steurvleugel). Tussen 1963 en 1972 werd aan de oostzijde de Bodonvleugel toegevoegd en in 1991 realiseerde Hubert Jan Henket het Van Beuningen-De Vriesepaviljoen tegen de zuidzijde. Als derde en laatste uibereiding volgde 5000 m2 nieuwbouw van Robbrecht en Daem, die in 2003 werd opgeleverd.
i 14 | DeernsData
ir. A.M.J. Post Telefoon: (020) 348 45 50 E-mail:
[email protected]
Projectnieuws
Drie duurzame
bronnen voor Kabul Deerns ontwikkelt energieconcept voor stadsgebied
In Deerns Data nummer 16 heeft u kunnen lezen dat Deerns betrokken is bij de ontwikkeling van een duurzaam energieconcept voor een nieuw grootstedelijk gebied in Afghanistan. Deerns heeft dit vernieuwende concept ingediend voor De Vernufteling, de jaarlijkse prijsvraag van ingenieursvereniging KIVI Niria, brancheorganisatie ONRI en tijdschrift De Ingenieur. Omdat het om een concept gaat, heeft het systeem geen nominatie gekregen, maar wel een eervolle vermelding. Reden om eens nader op de techniek in te gaan.
T
en noordoosten van de Afghaanse hoofdstad Kabul wordt op een terrein van ongeveer 400.000 hectare een geheel nieuw stadsgebied ontwikkeld: The New City of Dehsabz. Het moet het nieuwe commerciële centrum van het land worden, met niet alleen woningen voor zo’n miljoen inwoners, maar ook sociale, gezondheids- en onderwijsinstellingen. Aan al deze functionaliteiten is op dit moment een groot tekort. Dat geldt ook voor energie. Omdat de bestaande stad al nauwelijks in de vraag naar energie kan voorzien, moet de nieuwe stad zelfvoorzienend zijn. Specialisten van Deerns maken, als partner van het Franse AS Architecture Studio, deel uit van het ontwerp- en bouwteam. Zij zijn verantwoordelijk voor het ontwerp en de implementatie van een duurzame energievoorziening voor het nieuwe grootstedelijke gebied. Triates Na een energieanalyse heeft Deerns een
bronnensysteem bedacht dat luistert naar de naam ‘Triates’ (afkomstig van Triple Aquifer Thermal Energy Storage). Het idee achter deze techniek is dat de langetermijnopslag van energie in twee ‘standaardbronnen’ wordt gecombineerd met een derde bron van hoge temperatuur. Deze bron wordt gevoed met warmte afkomstig van geothermie (uit de omringende bergen) en zonnecollectoren. Hierdoor is de beschikbare warmte het hele jaar door te laden bij laag vermogen, waarbij het distributiesysteem tussen geothermie, zonnecollectoren en de lokale bron van hoge temperatuur slechts de basislast hoeft te kunnen verwerken. Winter De extra bron bevindt zich lokaal, dichtbij het afgiftesysteem. Wanneer er ’s winters een piekvraag naar warmte is, wordt deze lokale bron gebruikt om veel vermogen te kunnen leveren. De restwarmte wordt dan geïnjecteerd in een conventionele warme bron van maximaal
25 tot 30 graden Celsius. Deze temperatuur wordt vervolgens verhoogd met behulp van een warmtepomp. Het afgekoelde water wordt uiteindelijk geïnjecteerd in de koude bron. Zomer In de zomer wordt de warmte van de extra bron niet gebruikt voor het afgiftesysteem. De lokale bron wordt dan wel geladen met hogetemperatuurwarmte, die in de winter weer kan worden gebruikt. En vanuit de koude bron wordt koude aan het afgiftesysteem geleverd. Ook kan koude van extra lage temperatuur worden geleverd door tussenkomst van een koelmachine. De restwarmte wordt hierbij geïnjecteerd in de warme bron van 25 tot 30 graden Celsius. <<
i
ir. P.A.L. Stoelinga Telefoon: (070) 395 76 22 E-mail:
[email protected]
DeernsData | 15
Deerns skyline
16 | DeernsData
NMI, Delft
Erasmus MC, Rotterdam
Peek & Cloppenburg, Keulen
Philips Lichttoren, Eindhoven
Beursgebouw, Rotterdam
Scheepsvaartmuseum, Amsterdam
Philips High Tech Campus, Eindhoven
Oosterdokseiland, Amsterdam
Gasunie, Groningen
Zernikeborg, Groningen
Schiphol, Amsterdam
Ministerie van LNV, Den Haag
De Brug, Rotterdam
Martini Ziekenhuis, Groningen
De Deerns jubileumskyline is een kleine greep uit de verschillende soorten projecten waar Deerns in de afgelopen 80 jaar aan heeft gewerkt. De skyline is - zonder projectnamen - als poster uitgebracht. Wilt u deze gratis ontvangen, stuurt u dan een berichtje naar
[email protected]. Wij sturen u de poster dan zo snel mogelijk toe.
DeernsData | 17
Nationale Nederlanden, Den Haag
Deerns, Rijswijk
Verkeerstoren, Bahrein
Hogeschool InHolland, Rotterdam
Great Dubai Wheel, Dubai
Zonnestraal, Hilversum
Ziekenhuis Lievenberg, Bergen op Zoom
Walter Bos complex, Apeldoorn
Nanolab TU Twente, Enschede
Klimahaus, Bremen
Bibliotheek TU, Delft
Stadskantoor, Delft
Bundeskanzlerambt, Berlijn
Strijkijzer, Den Haag
ACTA, Amsterdam
Actueel
Een paar jaar geleden noemde de IT-sector zich nog de meest milieuvriendelijke bedrijfstak. Die stelling gaat anno 2008 niet meer op. Voortschrijdend inzicht laat zien dat de informatietechnologiesector verantwoordelijk is voor 2 procent van de mondiale CO2 - uitstoot (Bron: Gartner). Tijd om serieus na te denken over maatregelen die het tij kunnen keren. Een van de oplossingen die de sector kunnen verduurzamen, is het zogeheten ‘groene datacenter’. Deerns heeft een toonaangevend concept ontwikkeld waarmee een écht groen datacenter gerealiseerd kan worden.
Deerns ontwikkelt toonaangevend concept
Het groene datacenter: 80 procent minder
D
e ontwikkelingen op het gebied van datacenters volgen elkaar in hoog tempo op. Zo werd vorig jaar het realiseren van voldoende koelvermogen nog als een van de belangrijkste issues in de branche aangemerkt. Maar onder druk van de alsmaar stijgende energiekosten en de maatschappelijke discussie over het klimaat zullen datacenterspecialisten zich meer dan voorheen moeten buigen over de reductie van de energievraag. Mondiale aanpak In Amerika heeft de overheid het voortouw genomen. Samen met de IT-industrie wordt er gewerkt aan het opstellen van richtlijnen, specificaties en meetmethodieken voor het energieverbruik van datacenters. Hiermee hoopt de Amerikaanse wetgever dat beheerders van datacenters beter inzicht krijgen in de efficiency van datacenters en dat het verbruik ook met andere datacenters vergeleken kan worden. Dit alles met als doel te sturen op een verlaging van de vraag naar energie. In Nederland lopen vergelijkbare trajecten. Aanvullend hierop hebben bedrijven als AMD, Cisco, Microsoft, HP, Sun en Google zich verenigd in ‘The Green Grid’. Deze mondiale organisatie heeft onder
andere tot doel de promotie van de energie-efficiëntie binnen datacenters. Afgelopen februari melde de ‘The Green Grid’ dat er al meer dan 150 organisaties zijn aangesloten, waaronder Deerns. Nieuwe generatie datacenters Ook bij nieuw te ontwikkelen of te renoveren datacenters verdient het verlagen van de energievraag topprioriteit. De industrie is behoudend wanneer het gaat om innovaties die te veel afwijken van de beproefde structuren. Nieuwe technieken moeten, terecht, dezelfde of betere prestaties leveren wanneer het gaat om bedrijfszekerheid en veiligheid. De datacenterspecialisten van Deerns hebben in samenwerking met KPN een
concept ontwikkeld dat in principe niet fundamenteel afwijkt van beproefde structuren. Conventionele technieken zijn op een uitgekiende manier gecombineerd, waardoor de vraag naar energie enorm afneemt. De meeste datacenters hebben minimaal 30 procent van hun totale energieverbruik nodig voor het koelen van hun IT- apparatuur. Wanneer hier geen actie op wordt ondernomen, zullen de totale kosten van voeding en koeling tijdens de levensduur van een server al snel hoger uitvallen dan de aanschafkosten. Daarom is bij de ontwikkeling van het nieuwe concept met name naar het verlagen van de koelkosten gekeken.
18 | DeernsData
Principe van vrije koeling
GC-DC
©
koelenergie Warmte direct naar buiten In het concept worden de traditionele recirculatie-units op zaal vervangen door compartimenten met een koudewisselaar en koelmachines, die buiten de computerzaal staan opgesteld. Met behulp van ventilatoren recirculeert de lucht in de computerzaal waarbij deze lucht door middel van het koudewisselaar gekoeld wordt. De warmte wordt direct naar de buitenlucht gebracht. Het compartiment bestaat uit drie hoofdcomponenten: 1. een buitenluchtcompartiment die (koude) buitenlucht aanzuigt ten behoeve van de koeling van de koudewisselaar; 2. een recirculatiecompartiment die de lucht uit de computerzaal recirculeert; 3. een koudewisselaar die voor de energieoverdracht tussen de twee luchtstromen zorgt. Wanneer de temperatuur van de buitenlucht te hoog wordt (vanaf ca. 18oC.), wordt aanvullend gekoeld door middel van een koelblok in het recirculatiecompartiment. Elk compartiment (modulair) is voorzien van een eigen compressiekoelmachine. De compartimenten zijn hiermee volledig onafhankelijk van elkaar en volledige koelsysteem interrupties zijn niet meer mogelijk.
Met het nieuwe concept wordt de vraag naar energie met 80 procent verlaagd, en daarmee ook de koelkosten. Hiermee is het zowel vanuit milieutechnisch oogpunt als op basis van energiekosten een veelbelovend concept voor datacenters: de investeringskosten zijn vergelijkbaar met een traditioneel koelconcept. Door de veel directere wijze waarop de warmteontwikkeling in computerracks overgedragen wordt op de buitenlucht, kan in Nederland per jaar 97 procent van de tijd gebruikgemaakt worden van vrije koeling; koelmachines en dergelijke kunnen dan buiten bedrijf blijven. De besparing bedraagt ca. 7 procent per jaar van de totale bouwkosten van het datacenter. Meer voordelen Naast de significante daling van de koelkosten zijn er nog een aantal andere voordelen van het nieuwe concept ten opzichte van conventionele datacenters. Zo zijn de investeringskosten sterker gekoppeld aan de groei in energievraag
gedurende de gebruikersfase. Daarnaast is de kans op een kritieke storing in het koelsysteem kleiner. Ook hoeven er geen watervoerende leidingen in het datacenter te worden aangebracht. Ook wat exploitatie betreft biedt het nieuwe systeem voordelen. De onderhoudskosten zijn lager en het systeem is eenvoudiger in beheer. Er is geen verlies van verhuurbare ruimte door downflow-units op zaal en het concept leent zich goed voor groeiscenario’s. Met een relatief beperkte voorinvestering kan het vermogen op de computervloer uitgebreid worden, zonder dat daarbij aanpassingen op de computerzaal nodig zijn. Zo is het ontwikkelteam erin geslaagd een duurzaam datacenter te ontwikkelen waarbij commerciële voordelen een prominente rol spelen. <<
i
ir. W.M. Kok Telefoon: (070) 395 74 24 E-mail:
[email protected]
DeernsData | 19
Opdrachtgever aan het woord
Deerns laat hart continu veilig Steeds meer klanten van de Rabobank bankieren via internet of met een mobiele telefoon: geld overboeken, bedrijfsfinancieringen inzien, betalen in webwinkels. Virtueel bankieren heeft de toekomst. Om te garanderen dat iedereen altijd en veilig kan bankieren, is er behoefte aan betrouwbare informatie en communicatie technologie (ICT). Rabobank Nederland komt daarom met twee onderling verbonden datacenters in Boxtel en Best. Opdracht aan Deerns om niet alleen aan de betrouwbaarheid en de kosten te denken, maar vooral ook aan duurzaamheid- en energiebesparing.
D
e Nederlandsche Bank en de Europese Centrale Bank hebben na 11 september 2001 de regelgeving voor datacenters flink verscherpt. Sinds de computerzalen in de Twin Towers in één klap werden vernietigd, dienen Nederlandse banken de beschikbaarheid en continuïteit van de datacenters te waarborgen. Voor Rabobank Nederland een van de redenen om met het Twinconcept te komen: twee feitelijk identieke datacenters in Best en Boxtel. Daarmee wordt het mogelijk applicaties continu beschikbaar te laten zijn. Voor de kritische processen en diensten van de
20 | DeernsData
Rabobank - zoals het betalingsverkeer, de effecten en het relatiemanagementsysteem - vormen de twee datacenters een eeneiige tweeling. Wanneer het ene rekencentrum uitvalt, neemt het andere helft het over. Het is overigens niet zozeer de strakkere regelgeving die de Rabobank dwingt tot de identieke datacenters. “We willen ons businesskritische dataverkeer altijd in de lucht hebben”, aldus Hans van Zanten, programmadirecteur Data Centrum Strategie (DCS) bij de Rabobank. “Je kunt je voorstellen wat voor consequenties het heeft als een datacenter zou uitvallen. Dan kun je als
bank aan de frontoffice-kant nauwelijks meer functioneren. Bepaalde transacties lukken niet en dat gaat absoluut ten koste van je imago, maar behalve dat zouden we gewoon klanten verliezen en daarmee geld.” Van Zanten noemt de realisering van het Twin-concept ‘een bijzonder complex project’. “We hebben namelijk besloten het bestaande datacenter in Best volledig te renoveren zonder onderbreking in het dataverkeer. In het vijftien kilometer verderop gelegen Boxtel willen we een compleet nieuw centrum neerzetten dat op alle mogelijke manieren voldoet aan duurzaam en energiezuinigheid.”
Rabobank en kloppen Links: Hans van Zanten, rechts: Fons de Haes
Uitdaging Fase één van de uitwerking van het Twin-concept, het renoveren van datacenter Best, is inmiddels afgerond. “Daar hebben we, inclusief de uitwerking van de plannen, een kleine twee jaar over gedaan”, vertelt Deerns-directeur Erik Lousberg. “Wij hebben als adviseur alle technische installaties ontworpen, de renovatie begeleid en de Rabobank geassisteerd bij de migratie. Het betrof een draaiend datacenter, dus het was voor ons een hele uitdaging om met een ontwerp te komen dat paste in het bestaande gebouw en waarmee we het dataverkeer niet stil hoefden te leggen.” Om de risico’s bij de renovatie in Best zo laag mogelijk te houden, werd veel aandacht besteed aan een goeddoordacht schuifplan. Lousberg: “We hebben alles, met duidelijke ingebouwde waarborgen en tijdelijke voorzieningen, één voor één overgeschakeld. Zo hebben er een tijdje dieselaggregaten en no-breakinstallaties buiten gestaan voor het geval de stroom zou uitvallen. Best was een pittige klus
voor Deerns, maar gelukkig hebben we inmiddels veel ervaring met datacenters opgedaan en de moeilijkheidsgraad heeft dan ook niet geleid tot ongewenste situaties.” Hans van Zanten geeft aan dat Rabobank Nederland inderdaad geen enkele hinder heeft ondervonden en meent dan ook dat alle betrokkenen alleen daarom al een groot compliment verdienen, want: “Een rekencentrum van vandaag is anders dan van jaren terug. Het kan simpelweg niet meer uit de lucht worden gehaald en met dat gegeven is zo’n operatie als in Best geen sinecure. Het datacenter is hét kloppende hart van onze organisatie. De renovatie was een harttransplantatie met de bijbehorende risico’s, dus ook van overlijden, want een paar dagen of langer uit de lucht heeft tegenwoordig desastreuze consequenties. Gelukkig heeft Deerns ons hart veilig en continu laten kloppen.” Die enorme verantwoordelijkheid heeft volgens Erik Lousberg zeker de druk op Deerns opgevoerd. “Normaal gesproken hoort bij een renovatie van
een in bedrijf zijnde operatie enig risico, maar dat mocht hier absoluut niet. We hebben er dan ook meer aandacht en tijd aan geschonken dan anders, om er zodoende heel zeker van te zijn dat het proces in zijn geheel goed werd uitgevoerd. Naast de betrouwbaarheid van alle systemen hebben we ook rekening gehouden met duurzaam- en energiezuinigheid waar Rabobank Nederland voor staat. In Best hebben we na diverse haalbaarheidstudies gekozen voor een bodemopslagsysteem en maken we maximaal gebruik van vrije koeling om de koelenergie te minimaliseren.” Hans van Zanten noemt het ‘een knap stukje werk’ dat is uitgevoerd in Best. “Duurzaamheid is een van de pijlers waarop wij als Rabobank de datacenters willen realiseren en in Best hebben we het voor elkaar gekregen dit binnen het bestaande gebouw optimaal in te vullen. Een van beide computerzalen komt vrij en die gaan we renoveren en verhuren aan het gerenommeerde bedrijf Atos Origin.” >>
DeernsData | 21
Impressie datacenter Boxtel
Green building Tijd voor fase twee: Boxtel. Het basisontwerp voor het tweede datacenter is inmiddels klaar en staat eveneens volledig in het teken van duurzaamheid. “Volgens onze planning beginnen we eind dit jaar met de bouw”, vertelt Fons de Haes, namens Rabobank de bouwdirecteur van het Datacenter in Boxtel. “De oplevering staat voor december 2009 gepland, de ingebruikneming voor het eerste kwartaal van 2010.” Hans van Zanten vult aan: “En als dat gaat lukken, hebben we met elkaar echt een wereldprestatie geleverd.” De programmadirecteur DCS heeft het niet alleen over de planning. Ook het gebouw, dat met recht een ‘green building’ mag worden genoemd, is volgens hem uniek. “Ik heb onafhankelijke deskundigen al horen zeggen dat ons datacenter, als het om groen en duurzaamheid gaat, tot de absolute top behoort. Er wordt zelfs beweerd dat het een jaar geleden nog voor onmogelijk werd gehouden dat we 22 | DeernsData
überhaupt een dergelijk ontwerp zouden kunnen maken. Nu nuanceer ik zulke geluiden heus wel, maar het geeft mij toch een goed gevoel.”
De Haes op. “En het wordt ook nog eens allemaal zo ontworpen dat Boxtel niet volledig afhankelijk is van zijn tweelingbroer in Best. Mocht een van de componenten of zelfs een van de vier 2500 watt per vierkante meter energiegebouwen in Boxtel uitvallen, dan De kern van het datacenter bestaat kan het datacenter in eerste instantie toch straks uit twee vloeren, met een totaalnog zelfstandig draaien. Dit innovatieve oppervlakte van 6500 vierkante meter, concept is bedacht door Deerns.” waarop alle hardware staat en servers Erik Lousberg legt uit dat alle primaire draaien. “We beginnen met 625 watt energievoorzieningen voor de voeding per vierkante meter, netto beschikbaar en de koeling van de servers in Boxtel voor ICT-apparatuur”, zegt Fons de Haes, dubbelzijdig zijn uitgevoerd. “Dat is op “maar het ontwerp is zo gemaakt dat het zich niet zo vreemd, maar we hebben het vermogen binnen zes maanden verder nieuwe computercentrum wel op zo’n kan worden opgeschaald. Een gemiddelde innovatieve manier vormgegeven dat we ICT-vloer haalt nu nog maar 400 tot 500 straks niet meer voor de volle honderd watt per vierkante meter. In Boxtel zitten procent reserve nodig hebben, die uiteinwe daar dus al boven en kunnen we zelfs delijk niks staat te doen. Het ontwerp is doorgroeien tot 2500 watt per vierkante dusdanig gekozen dat no-breaksystemen meter. Dat zijn vermogens waar je stil op een verhoogd deellastpercentage in van wordt.”Om zo’n immens computerbedrijf zijn, waarmee betere rendementen centrum ononderbroken te laten draaien worden bereikt en minder reserveappais natuurlijk een hoop techniek nodig. ratuur, nog slechts 33 procent, hoeft te “Koeling, elektra, noodstroom”, somt worden opgesteld.”
Van links naar rechts: Hans van Zanten, Eric Lousberg en Fons de Haes
Restwarmte Een andere bijzondere techniek om brand te voorkomen is de oxy-reductinstallatie die wordt toegepast in de computerzalen van het datacenter. Door het verlaagde zuurstofpercentage - 15 procent, wat vergelijkbaar is met het zuurstofgehalte op 3000 meter hoogte - kan brand niet of nauwelijks ontstaan en zich zeker niet uitbreiden. Maar het is niet alleen de binnenkant die innovatief mag worden genoemd. “Ook wat betreft het gebouw zelf is gekeken naar milieuoplossingen die verantwoord zijn”, aldus Fons de Haes. “Natuurlijk kunnen we niet wegpoetsen dat het datacenter veel stroom gebruikt en veel koelenergie vraagt, maar we kunnen wel zo milieuvriendelijk mogelijk te werk gaan.” Zo heeft Deerns een visie ontwikkeld voor het bedrijventerrein dat rondom het datacenter wordt gerealiseerd. Daarin wordt aangegeven dat de ontstane warmte van het centrum nuttig is te gebruiken. Een deel van de restwarmte
gaat al naar het kantoorgebouw (150 werkplekken) van de Rabobank zelf, dat bij het datacenter wordt gebouwd, maar met een lokale warmtepomp zijn ook de andere bedrijven in de directe omgeving te verwarmen. “De raad van bestuur van Rabobank Nederland heeft onlangs besloten de mogelijkheden te onderzoeken”, aldus Hans van Zanten, die met een glimlach zegt: “Dus de Rabobank gaat straks misschien wel voor stadsverwarming zorgen.” Natuurdak Voor een deel wordt duurzaamheid ook gezocht in de materiaaltoepassing. “Voor de gevel van het kantoor wordt overwogen om een zogeheten translucente gevel toe te passen, die is opgebouwd uit materiaal dat al deels gerecycled en zelf ook te hergebruiken is. Daarnaast wordt het datacenter echt ingepast in het landschap.” De impressie van de architect laat zien dat er inderdaad zoveel mogelijk rekening
wordt gehouden met de omgeving. De samenwerking tussen Deerns en Van Aken architecten is bijzonder hecht geweest, wat dan ook resulteert in een verregaand integraal ontwerp. Het datacenter krijgt een natuurdak waarop een flinke laag grond komt, waarop struiken en gras weelderig kunnen groeien. De vorm van het dak is schuin en loopt aan de achterzijde volledig glooiend het terrein in. Voor de bewoners van het dorp Lennisheuvel (gemeente Boxtel) die op de achterkant van de nieuwbouw uitkijken, blijft het uitzicht daarmee als vanzelfsprekend zeker groen. Zij kijken straks als het ware op een soort heuvel, maar dan wel een met een heel bijzondere hightech inhoud. <<
i
ing. H.H.J. Lousberg MBA Telefoon: (040) 269 76 80 E-mail:
[email protected]
DeernsData | 23
Actueel
Steriel werken dankzij crossflowopdekbescherming Bij de bouw van twee nieuwe OK’s heeft Deerns geadviseerd om voor het eerst een zogeheten crossflowsysteem te plaatsen in de gezamenlijke opdekkamers van de twee operatiekamers. Voordelen: een betere steriliteit van de instrumenten, een eenvoudiger werkmethodiek voor de operatieassistenten én minder energieverbruik.
V
De twee operatiekamers komen op de lokatie GZG
24 | DeernsData
oor de toevoer van schone lucht in operatiekamers (OK’s) zorgen doorgaans de zogeheten downflowplenums: ruimtes boven het plafond, van waaruit de lucht via een of meer kanalen in de OK gevoerd wordt met een druk die hoger is dan de atmosferische druk, om de luchtweerstand over de filters te overbruggen. Een andere bron van infectie kan echter de instrumententafel zijn. Hierover moet uitsluitend schone lucht stromen. Bacteriën van het operatieteam of de patiënt mogen niet door luchtturbulenties op deze tafel terechtkomen, maar moeten zo snel mogelijk afgevoerd worden. Boven de instrumententafel hangt meestal ook een downflowplenum. Nadelen zijn echter dat er in een opdekruimte geen temperatuurverschil is die de neerwaartse luchtstroom helpt en dat het personeel in de opdekruimte vaak boven deze tafel moet werken, waardoor er een vervuilingsbron is tussen schone lucht en opdektafel. Om deze nadelen te overbruggen, heeft Deerns bij de bouw
Voorbeeld van een opdektafel
van de twee OK’s geadviseerd een crossflow opdekinstallatie te plaatsen in de gezamenlijke opdekkamer van de twee operatiekamers.
stroom beweegt zich met een uniforme snelheid en langs evenwijdige stromingslijnen horizontaal door de ruimte. In een operatieafdeling werd de horizontale flow niet toegepast omdat dit Om steriel te werken is in de operatietijdens operaties niet goed functioneert. afdeling de gebruiker vaak de belemMen moet namelijk aan alle zijden van merende factor. Diens invloed weegt een tafel moet kunnen staan of werken. zwaarder dan de techniek. Verstoring kan Hierdoor passeert de lucht toch eerst een bijvoorbeeld ontstaan door ondisciplinair contaminatiebron. De verticale luchtgedrag zoals deuren open te laten staan, verplaatsing wordt gevormd door een onnodig heen en weer te lopen, kleding niet te hoge luchtsnelheid en door toeen haarnetjes die niet goed zitten, etc. passing van een temperatuurverschil Instructie en opleiding is de belangrijkste (koude lucht is zwaarder en zakt daarmanier om dit te verbeteren. door naar beneden). Deze twee factoren Een andere stap is de techniek zo aan te samen zorgen ervoor dat het operatiepassen, dat deze minder gevoelig is voor gebied schoon en steriel blijft. de gebruikershandelingen. De wijze van luchttoevoer en het circulatiepatroon Sinds enige tijd wordt het opdekken moeten zodanig worden gekozen dat de in een separate kamer uitgevoerd om lucht geen contaminatiebronnen passeert de efficiëntie van de operatiekamer te alvorens in een steriel gebied te komen. vergroten. Echter, hier is geen verschil In de industrie komt naast systemen in temperatuur te handhaven door een voor verticaal omlaag gerichte (downgebrek aan warmte bronnen in de kamer. flow) stroming ook het gebruik van Deerns heeft ervoor gekozen om in deze horizontale (crossflow) stroming voor. situatie het crossflowsysteem te plaatsen, Bij een cross flow systeem zijn in een waarbij een lage recirculatie kan worden wand filters voorzien. De lucht wordt toegepast. De nadelen worden hiermee hierbij de ruimte ingeblazen door de opgeheven, terwijl een lager luchtinblaasfilters met een bepaalde snelverbruik ook leidt tot een reductie van heid. De lucht die de ruimte verlaat door het energieverbruik. En het beoogde afvoerkanalen in de andere wand kan doel wordt bereikt, namelijk verbeterde weer gerecirculeerd worden. De luchtsteriele hulpmiddelen, waardoor er
minder infecties optreden bij operaties. Dit systeem is niet eerder toegepast; daarom zijn - voordat tot de bouw werd overgegaan - CFD-studies uitgevoerd en metingen verricht aan een proefopstelling. Minder postoperatieve wondinfecties Het crossflow opdeksysteem leidt verder tot een eenvoudiger werkmethodiek voor de operatieassistenten omdat de opdektafels eenvoudiger opgesteld kunnen worden. De kwaliteit in de contaminatiepreventie verbetert, omdat het buigen over de werkplek geen negatieve invloed meer heeft en energetisch is er een lager verbruik doordat het uitstroomoppervlak kleiner is en de luchtsnelheid lager. Het is één van de facetten die het aantal postoperatieve wondinfecties kunnen verminderen. Het aantal postoperatieve wondinfecties in Nederland wordt momenteel geschat op 7 à 8 procent en moet worden teruggedrongen tot minder dan 1 procent. <<
i
H. Huiskamp Telefoon: (070) 395 76 75 E-mail:
[email protected]
DeernsData | 25
Projectnieuws
Deerns onderzoekt prijsniveau van duurzame energiesystemen Duurzame kennisdeling
Zowel de bouwsector als privé-personen die duurzame energiesystemen in de woningbouw willen aanschaffen, zijn vaak slecht op de hoogte van het prijsniveau van zulke systemen. Daarbij is de beschikbare prijsinformatie erg ondoorzichtig: de informatie is moeilijk te vinden en de gevonden prijzen lopen sterk uiteen. Reden voor SenterNovem om de kostendeskundigen van Deerns een onderzoek te laten uitvoeren naar actuele en realistische prijzen voor duurzame energiesystemen.
S
enterNovem is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken. De organisatie bundelt kennis van innovatie, energie, klimaat, milieu en leefomgeving. Zo draagt ze bij aan een duurzamere samenleving, met zorg voor mens en milieu. Deerns heeft op verzoek van SenterNovem de drie meest voorkomende duurzame energiesystemen onderzocht: de toepassing van een zonneboiler, van zonnecollectoren en van een systeem dat een warmtepomp en bodemwarmtewisselaar gebruikt. Voor het onderzoek hebben de kostendeskundigen onder andere gebruikgemaakt van de eigen kostendatabase. Door de betrokkenheid van Deerns bij vele duurzame projecten in Nederland is er een schat aan prijsgegevens beschikbaar. Hierdoor is het mogelijk tot eenheidsprijzen te komen. Door uit te gaan van brutomateriaalprijzen, inclusief de montage, kunnen prijzen die gehanteerd worden in individuele, kleinschalige projecten (consumentenprijzen) vergeleken worden met die in grootschalige nieuwbouwprojecten (projectprijzen). Marktconforme prijzen Mede dankzij de uitgebreide kennis van marktkortingen op brutomateriaalprijzen en het inzicht in montagetijden bij
26 | DeernsData
nieuwbouwproject en renovatieprojecten, heeft Deerns marktconforme prijzen vastgesteld voor de gehele systemen. Door de opsplitsing in consumentenprijzen en projectprijzen zijn de uitkomsten van het onderzoek interessant voor zowel huiseigenaren als zakelijke partijen. Met het inzichtelijk maken van de prijzen voor duurzame energiesystemen wil SenterNovem zowel consumenten als de professionele bouwwereld stimuleren om dergelijke systemen aan te schaffen. Op deze manier dragen zowel SenterNovem als Deerns concreet bij aan een duurzame samenleving. De prijsinformatie zal binnenkort te vinden zijn op de website van SenterNovem: www.senternovem.nl. <<
i
ing. R. Halle Telefoon: (070) 395 75 25 E-mail:
[email protected]
Actueel Vliegveldjes hebben vaak een startbaan van gras, maar verder associeer je luchthavens niet snel met milieuvriendelijkheid. Toch wordt wereldwijd druk onderzocht hoe luchthavens groener en duurzamer kunnen opereren. Deerns speelt daarbij een belangrijke rol, zowel in binnenals buitenland.
Deerns nauw betrokken bij ontwikkeling groene
luchthavens D
eerns ondersteunt bij het ontwikkelen van masterplannen, het ontwerpen van nieuwe terminals, banen en platforms en het optimaliseren van bestaande installaties en voorzieningen. Op Amsterdam Airport werkt Deerns bijvoorbeeld diverse plannen uit om energie te besparen en duurzaam te gebruiken. Zo onderzoekt Deerns de mogelijkheden van asfaltcollectoren in landingsbanen. Water dat door leidingen in het asfalt stroomt wordt verwarmd door het asfalt en de zon. Deze warmte wordt in de bodem opgeslagen. In de winter komt de warmte van pas om de landingsbaan ijsvrij te houden. Het afgekoelde water wordt dan weer in de bodem opgeslagen, om in de zomer de landingsbaan mee te koelen. Niet alleen vergroot dit de levensduur van het asfalt. Met deze duurzame energie kunnen ook gebouwen in de buurt van de landingsbaan verwarmd of gekoeld worden. Duurzaamheidsmaatregelen In de Schiphol-terminal is Deerns betrokken bij de herindeling en uitbreiding van Lounge 3. Die wordt over een lengte van zo’n 150 meter met 22 meter uitgebreid en krijgt een andere inrichting. Omdat het om een substantiële aanpassing gaat, wordt al in een vroeg stadium nagedacht over een slimme toepassing van duurzaamheidsmaatregelen. Deerns kijkt naar zowel de installatietechnische als de bouwfysische aspecten, in nauw overleg met de architect. Zo onderzoekt Deerns hoe daglicht optimaal kan worden gebruikt. Ook concepten als
vrije koeling, klimaatgevels en koude-/warmteopslag worden meegenomen. Verder past Deerns op Schiphol grootschalige zonnecelprojecten in, die tot wel 50 procent van de energiebehoefte van een gebouw leveren. Voor Eindhoven Airport heeft Deerns een grijswatersysteem ontworpen dat al enige jaren de toiletten spoelt. Ook wordt hier een langetermijn-energieopslag toegepast voor de koeling en verwarming van het gebouw. Elders in de wereld zijn veel luchthavens zich er eveneens van bewust dat een duurzame bedrijfsvoering geen optie is maar een must! Ze bevinden zich over het algemeen in dichtbevolkte gebieden. Het duurzaam maken van de bedrijfsvoering biedt mogelijkheden tot groei en verdere ontwikkeling; zo wordt een duurzame bedrijfsvoering een ‘license to operate’. In Abu Dhabi onderzoekt Deerns bijvoorbeeld de bouw van een aardgasstation,zodat de tractoren waarmee de bagage wordt vervoerd geen diesel hoeven tanken. In Macedonië is een zo laag mogelijk energiegebruik een van de uitgangspunten bij het ontwerpen van een nieuw terminalgebouw. <<
i
ir. D.A.H. Eijgendaal Telefoon: (070) 395 74 73 E-mail:
[email protected]
DeernsData | 27
Actueel
Deerns ondersteunt
online Nederlands
normenvraagbaak Professionals die elektrotechnische en
Bond van Nederlandse Architecten, het NBD E-installaties is nu al de meest comNBD-zoeksysteem voor bouwtechniek plete normenvraagbaak en zeer actueel. werktuigkundige installaties ontwerpen, ontwikkeld. Het systeem biedt gestructu- NBD W-installaties verkeert in een vergeaanleggen, opleveren, controleren of reerde en actuele product-, leveranciers- vorderd stadium. Deze normenvraagbaak, en praktijkinformatie voor elke fase in die sinds begin dit jaar een basale redacbeheren, worden de laatste jaren geconhet bouwproces. Met behulp van deze tie- en publicatieomgeving heeft, biedt fronteerd met een veelheid aan normen, informatie kunnen bouwprofessionals informatie over onder meer gastoepassnel en eenvoudig de juiste keuzes maken singen en systemen. Het ontwikkelteam Europese regelgeving- en veiligheidsop zowel technisch als esthetisch gebied. heeft de ambitie uitgesproken om vóór voorschriften. Een goede ontsluiting 2010 de meest complete installatietechInstallatiebranche nische website voor elektrotechnische en van alle informatie is van essentieel Vanaf begin dit jaar is www.nbd-online.nl werktuigkundige installaties in Nederbelang. Hiervoor heeft Deerns, in uitgebreid met een aparte portal voor de land te realiseren. Deerns draagt bij aan installatiebranche. Zo is een online tool- de ontwikkeling en het beheer van de samenwerking met enkele partners, box (vraagbaak) ontstaan voor specialis- installatietechnische database. << een digitaal platvorm ontwikkeld ten op het gebied van elektrotechnische en werktuigkundige installaties. Het platvorm is zeer interactief, onder en juiste interpretatie en afstemandere door koppelingen tussen productming van de verschillende normen presentaties en technische normvraagblijkt in de praktijk niet eenvoudig. De baken. Binnenkort volgt de introductie formele normteksten zijn vaak droog en van de module NBD-installatiekosten, een staan vol juridisch jargon. Dit ervaren online offerteprogramma met artikelenDe heer H. Lodder professionals en zeker ook nieuwkomers, beheer en installatierecepten om offertes Telefoon: (070) 395 74 44 die gezien de krapte op de arbeidsmarkt en betrouwbare kostencalculaties te E-mail:
[email protected] snel en efficiënt ingewerkt moeten kunnen maken. worden. Een praktische online toolbox vormt het antwoord op de vraag naar een optimale ontsluiting van deze inforVoordelen matie. Intern heeft Deerns hiervoor een • Een vertaling van de belangrijkste normen naar de alledaagse praktijk, zoals de Handleiding nieuwe eigen kennissysteem ontwikkeld. Extern NEN 1010, en naar systemen als ElektroBase. ondersteunt Henk Lodder namens Deerns • Uitleg, toepassingen en achtergronden geschreven door praktijkdeskundige auteurs. initiatiefnemer Sdu Uitgevers/NBD • Illustraties, tabellen, doorrekenbare formules en toegevoegde rekenschema’s. (Nederlandse Bouw Documentatie) om • Koppelingen met gerelateerde leveranciers en hun producten, waardoor hedendaagse kernpunten als de meest complete installatietechnische innovatie en duurzaamheid eerder worden toegepast in de branche. portal van Nederland te ontwikkelen. Sdu • Wanneer de vraagbaak geen uitsluitsel biedt, ontvangen abonnees binnen 48 uur een antwoord via een Uitgevers is bij menigeen bekend van de professionele helpdesk. vakbladen Installatie Journaal en Gawalo, • Duizenden productpresentaties zijn vrij toegankelijk via www.nbd-online.nl; om kennis te maken met de alsmede het dagblad Cobouw en tijdvraagbaken kunt u een gratis proefabonnement aanvragen. schrift De Architect. Jaren geleden heeft • Voor abonnees automatische toegang tot alle producten en leveranciers via de site: www.nbd-online.nl. Sdu Uitgevers, in samenwerking met de
E
i
28 | DeernsData
Actueel
Deerns Middle East organiseert succesvol seminar ‘Green Sustainable Engineering’ at Hand
O
p de verjaardag van Deerns, 1 april jongstleden, heeft Deerns Middle East in Dubai voor het eerst een ‘Client Symposium’ gehouden, een klein congres bestemd voor onze huidige en potentiële opdrachtgevers in de Arabische Emiraten. Zestig relevante vertegenwoordigers van grote organisaties als Emaar, Tameer en Nakheel (aan de overheid gelieerde ontwikkelingsmaatschappijen), architecten, de Kamer van Koophandel en lokaal gevestigde ondernemingen namen deel aan dit symposium en bleken het bijzonder te
waarderen. De bijeenkomst stond in het teken van ‘Green Building Design’ en de rol die Deerns op dat gebied speelt en kan spelen.
Nederland) een viertal voorbeelden waaruit onze knowhow en innovatiekracht naar voren kwamen. Daarna presenteerde Lars Mostert (Deerns Germany) een door ons ontworpen concept voor een energieOok in de Emiraten is energiebesparing neutrale wolkenkrabber, ‘Burj al Shams’ en duurzaam ontwerp inmiddels een (‘Toren van de Zon’), compleet met fraaie zeer actueel thema, en de belangstelling animaties van de beschaduwing en een voor de ervaring van Deerns was dan ook voor leken begrijpelijke uitleg van de groot. Na een introductie door directeur manier waarop de energie- en klimaatJan Karel Mak en een algemeen overzicht huishouding wordt ingericht. Onze van onze expertise op dit gebied door grote ervaring en kennis leidden tot veel Hans Hamer (Director Deerns Middle enthousiasme, zoals bleek tijdens het East), gaf Paul Stoelinga (Deerns afsluitende diner. <<
DeernsData | 29
Actueel
Nieuwe
managers
bij Deerns In maart en april zijn bij Deerns twee managementfuncties ingevuld.
S
inds 1 maart is ir. Jan Willem van Rijen manager van de adviesgroep Gezondheidszorg. Jan Willem volgde een aantal jaren een sterk internationaal getinte loopbaan, waarin hij functies vervulde in Nederland, Libanon, Zuid-Afrika en Duitsland. Zijn laatste functie vervulde hij weer in Nederland, als hoofd van de klimaatafdeling bij de vestiging Amsterdam van Unica installatietechniek. De leiding van ons kantoor in Groningen is per 1 april in handen van Gerard Kluivingh. Gerard begon na het afronden van een hts-opleiding informatietechniek zijn loopbaan als productontwikkelaar bij Philips Doetinchem. Daarna heeft hij lange tijd gewerkt in de installatiebranche, bij Stork (Gorredijk, Leeuwarden, Groningen, deels ook in internationale functies) en Imtech (als bedrijfsleider vestiging Leeuwarden). Zijn laatste positie was een managementfunctie bij Weber Coevorden. <<
Nieuw
in Deerns Data: Column
Met ingang van deze Deerns Data hebben we een nieuwe rubriek: een column
functies zijn onder meer voorzitter Raad van Commissarissen BioShape BV, lid RvC van iemand van buiten Deerns. We starten deze reeks met ir. Jan Paul van Soest. Triodos Groenfonds, Triodos MeerwaardeHij zal een aantal keren de column verzorgen en daarna het stokje overdragen fonds en CLM Advies BV, en bestuurslid van Stichting Energie Dialoog Nederland, aan een ander. Zijn eerste column voor Deerns kunt u lezen op pagina 31. Centrum Landbouw en Milieu (voorzitter), Energy4All Foundation, Kennisnetwerk r. Jan Paul van Soest (1955) is hygiëne in Wageningen en WetenschapsDuurzame Productketens (voorzitter) strategisch adviseur van bedrijven, journalistiek in Nijmegen. en de Programmacommissie Energieoverheden en maatschappelijke organiJan Paul van Soest Advies voor Duuronderzoek (voorzitter). saties, en ontwikkelaar van concepten op zaamheid richt zich op visievorming en Hij is auteur of eindredacteur van talloze het gebied van duurzaamheid. Centraal kennismanagement ten behoeve van publicaties, waaronder de boeken Natuur staat de relatie tussen milieu, natuur, complexe veranderingsprocessen naar is Economie! (met Martijn Blom; uitg. energie en economie. Hij is als zelfstandig duurzaamheid. Visie, communicatie en Kluwer, 2003) en Het Leven een Spel consultant werkzaam sinds 2003, onder leiderschap zijn sleutelwoorden. In die rol (met Erik van Praag, uitg. Servire, 2003), de naam Jan Paul van Soest Advies voor voert hij adviezen en opdrachten uit voor en vaste columnist van het veertiendaagse Duurzaamheid. Daarvoor was hij werkonder andere overheden, maatschappelijke energie- en milieublad Stromen. zaam bij milieuadviesbureau CE in Delft, organisaties en bedrijfsleven. Hij is voorDaarnaast is hij mededirecteur van The in diverse functies, waaronder negen jaar zitter of lid van verschillende besturen en Edge BV (www.theedge.nu) International als directeur. Jan Paul studeerde Milieuadviesorganen (geweest). Huidige nevenSchool for Spiritual Leadership. <<
I
30 | DeernsData
Column
Energie en innovatie: duwen aan een touw H
oe vaker ik in Nederland hoor roepen dat we innovatie gaan bevorderen om een duurzame energiehuishouding te krijgen, des te minder begin ik ervan te geloven. Nodig is het wel, daar niet van. Maar het lijkt erop dat we als volk dat nog steeds vooral uit dominees en koopmannen bestaat, er gewoonweg niet in slagen een innovatief energiebeleid van de grond te krijgen. Aan goede bedoelingen ontbreekt het niet, maar die zijn geen voldoende voorwaarde voor succes. De rijksoverheid slaagt erin om om de zoveel jaar weer een nieuw subsidieregime voor duurzame energie in het leven te roepen. Nu eens zijn er een tijdlang middelen voor een bepaalde technologie, bijvoorbeeld zonnecellen, dan is deze weer een paar jaar uit de mode en krijgt de enthousiaste zonneboer geen cent meer. Begint een technologie of concept net vorm te krijgen, komen er plots nadere regels en eisen die de investeerder definitief afschrikken.
kosten, wel te verstaan, niet de kosten over een exploitatieperiode gerekend, inclusief onderhoud en energielasten en wat dies meer zij. Slimme energiebesparende oplossingen vallen dan al snel buiten de boot, zelfs al zijn de meerkosten beperkt. Met geld een bepaalde technologie ontwikkelen en hopen dat deze het verder redt als ergens op een onbewaakt moment de geldstromen weer opgedroogd zijn, dat is de dominante opvatting van innovatie hier. En dat alles liefst onder de vlag van een Taskforce, Stuurgroep of Platform, waarin de overheid zelf zitting heeft en zich wentelt in de illusie dat zij betere keuzes kan maken dan de markt. Maar allerlei analyses wijzen juist uit: pas als er markten zijn, slaan bedrijven aan het onderzoeken, ontwikkelen en vernieuwen. Dan durft een pionier het aan te investeren. Dan durven financiers geld ter beschikking te stellen. Die kant zou het op moeten: harde eisen voor energie en hoge prijzen voor CO2, lang volgehouden, die zuigen de innovatie wel aan. Trekken aan een touw heeft nu eenmaal meer effect dan duwen…
Ook in de gebouwde omgeving is innovatie geen sinecure in dit land. De bouw is een conservatieve sector, waarin aanbesteding vooral plaatsvindt op basis van de laagste kosten. Investerings- Jan Paul van Soest
DeernsData | 31
Burj al Shams Energieneutrale wolkenkrabber
Colofon Deerns Rijswijk Fleminglaan 10 Postbus 1211 2280 CE Rijswijk Telefoon: (070) 395 74 00 Fax: (070) 319 10 71 Deerns Amsterdam Telefoon: (020) 348 45 50 Deerns Eindhoven Telefoon: (040) 269 76 80 Deerns Groningen Telefoon: (050) 312 45 41 Deerns Maastricht Telefoon: (043) 363 92 92 Deerns Nijmegen Telefoon: (024) 383 11 11 www.deerns.nl Hoofdredactie Sjoerd Hora Siccama Eindredactie Erwin Beswerda Joyce Riekerk
Vanuit de Deerns Concept Studio wordt regelmatig meegedaan aan prijsvragen of een bijdrage geleverd bij de start van projecten of op andere momenten dat er nog ruimte is innovaties in te brengen. Recentelijk is er – samen met een aantal Duitse collega’s - een nieuw concept bedacht voor een wolkenkrabber, die met name nabij de evenaar, met hoge temperaturen, toch een beperkte koellast heeft en daardoor energieneutraal is. Tijdens een Client Symposium in Dubai was er veel belangstelling voor.
D
e Burj al Shams (Toren van de Zon) is een gebouw van 200 meter. Om deze energieneutraal te kunnen maken wordt er in de eerste plaats zoveel mogelijk warmtelast door de zon voorkomen. Om dit te bereiken is de doorsnede van het gebouw boven groter dan onder. Het gebouw staat hierdoor een groot deel van de dag in haar eigen schaduw. De toren heeft een ellipsvorm: aan de oost- en westkant is de toren smaller, zodat op de tijden dat de zon laag staat een zo klein mogelijk oppervlak beschenen wordt. Over de lengte van de toren lopen er ‘ribben’ die er enerzijds voor zorgen dat de zon niet rechtstreeks op de gevel valt. Anderzijds wordt de op de ribben opgevangen zonnewarmte benut om de ribben als zonneschoorsteen te laten werken waardoor de ventilatielucht 32 | DeernsData
Redactie Ralph van den Berg, Peter Buurman, Daan Eijgendaal, Roland Halle, Menno Hollander, Hugo Huiskamp, Wouter Kok, Henk Lodder, Erik Lousberg, Jelle Post, Rob Stevens, Paul Stoelinga, Klats+Poseidon Creatieve Communicatie Concept Van Zandbeek corporate communicatie
wordt afgevoerd. Net als de gebouwen in de noordelijke streken,is de gevel goed geïsoleerd. Niet om de kou, maar om de warmte buiten te houden. De toren maakt verder gebruik van de zonneenergie die het gebouw wel bereikt: het dak staat vol met zonnepanelen, die de zonnewarmte omzetten in energie, die onder andere nodig is voor de koeling. In de top van het gebouw komt een binnentuin. Via een vernuftig systeem komt het daglicht wel binnen, maar de bijbehorende warmte niet. De planten in de binnentuin zorgen ervoor dat de lucht gezuiverd wordt. <<
i
ir. P.A.L. Stoelinga Telefoon: (070) 395 76 22 E-mail:
[email protected]
Ontwerp en grafische vormgeving Klats+Poseidon Creatieve Communicatie, Delft Fotografie Fotoburo Thuring BV Fotogeniek Fotostudio [G2] Druk 3is1 Grafimedia
Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande toestemming van de uitgever worden overgenomen of vermenigvuldigd.