De Wilgen. Schoolplan

De Wilgen Schoolplan 2015-2019 Basisschool De Wilgen Femina Mullerstraat 177 2135 MH Hoofddorp telefoon 023-5622857 www.bs-dewilgen.nl [email protected]

Schoolplan basisschool De Wilgen 2015-2019

pag. 2

Inleiding

7

1

8

De school 1.1

De Wilgen en de Stichting Meer Primair

1.2 1.2.1 1.3

3

Strategische doelen Basisschool De Wilgen

8 10 10

1.3.1

Visie en missie

10

1.3.2

Huidige Situatie

10

1.3.3

Het team

10

1.3.4

Leerling- en ouderpopulatie

11

1.3.5

Schoolgrootte en groepsindeling

11

1.3.6

Levensbeschouwelijke identiteit

11

1.4

2

Visie en missie

8

Beleidsvoornemens

12

1.4.1

Ontwikkelen leerlingen vanuit totaliteit

12

1.4.2

Ontwikkelen open leerhouding

12

1.4.3

Ontwikkelen en uitvoeren plan ‘De Duurzame Wilg’

12

Kwaliteitszorg

13

2.1

Strategische doelen kwaliteitszorg STICHTING Meer Primair

13

2.2

Doelen kwaliteitszorg op schoolniveau

13

2.2.1

Streven naar kwaliteit

13

2.2.2

De inrichting van de kwaliteitszorg

13

2.2.3

Bewaking kwaliteit onderwijs

14

2.3

Schoolplancyclus

15

2.4

Jaarplancyclus

16

2.5

Borging

16

2.6

Beleidsvoornemens kwaliteitszorg

16

2.6.1

Beredeneerd aanbod groepen 1/2 (tussen- en einddoelen)

16

2.6.2

Digitaal rapport met eenduidige normeringen

16

2.6.3

Verdere ontwikkeling vormgeving cyclisch proces kwaliteit (zonder groepsplannen)

16

Onderwijskundig beleid

17

3.1

Strategische doelen onderwijskundig beleid Stichting Meer Primair

17

3.2

Doelen onderwijskundig beleid op schoolniveau

18

3.2.1 3.3

Kernpunten van De Wilgen Onderwijsorganisatie


18 19

pag. 3

3.3.1

Onderwijs dat gericht is op ieder kind

19

3.3.2

Inrichting onderwijskundig systeem

19

3.3.3

Didactisch handelen

20

3.3.4

Pedagogisch handelen

20

3.4

Ondersteuningsbeleid

3.4.1

Passend onderwijs

20

3.4.2

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Haarlemmermeer

21

3.4.3

Onderwijsprofiel

21

3.5

4

20

Leerstofaanbod

21

3.5.1

Vak/vormingsgebied of activiteit: Bewegingsonderwijs

21

3.5.2

Vak/vormingsgebied of activiteit: Nederlandse taal

22

3.5.3

Vak/vormingsgebied of activiteit: Rekenen en Wiskunde

22

3.5.4

Vak/vormingsgebied of activiteit: Engelse taal

23

3.5.5

Vak/vormingsgebied of activiteit: Oriëntatie op jezelf en de wereld

23

3.5.6

Vak/vormingsgebied: Kunstzinnige oriëntatie

24

3.5.7

Vak/vormingsgebied of activiteit: Cultuureducatie

25

3.5.8

Vak/vormingsgebied of activiteit: Informatie- en communicatie technologie (ICT)

25

3.5.9

Vak/vormingsgebied of activiteit: Godsdienst/levensbeschouwing

26

3.6

ICT

26

3.7

Beleidsvoornemens onderwijskundig beleid

26

3.7.1

Aanpassen visie op begrijpend lezen en studievaardigheden

26

3.7.2

Vernieuwde visie op aanvankelijk en voortgezet lezen

27

3.7.3

Aanpassingen inzet werkvormen bovenbouw

27

3.7.4

Bepalen inzet ICT leermiddelen

27

3.7.5

Oriëntatie nieuwe methoden wereldoriëntatie

27

3.7.6

Doorbrekende werkvormen in groepen 1/2

27

3.7.7

Ontwikkelen beleid meer- en hoogbegaafdheid (plusklas?)

27

3.7.8

Verdiepen en uitbreiden inzet zelfstandig werken

27

3.7.9

Vaststellen doelen en ontwikkelingslijnen expressievakken

27

Personeelsbeleid

29

4.1

Strategische doelen personeelsbeleid Stichting Meer Primair

29

4.2

Ons huidige personeelsbeleid

29

4.2.1

Teamleden

29

4.2.2

Organisatiestructuur

30

4.2.3

Professionalisering

30

4.2.4

Duurzame inzetbaarheid

30


pag. 4

4.3

5

Beleidsvoornemens op personeelsbeleid

4.3.1

Versterking vak specialismen (expressie, gym, cultuur)

30

4.3.2

Verlagen hoeveelheid administratieve werkzaamheden

30

4.3.3

Begeleidingsopzet nieuwe leerkrachten

30

4.3.4

Opbouw team

31

4.3.5

Digitalisering (verantwoording) gesprekkencyclus

31

Bedrijfsvoering 5.1

PR en communicatie (en organisatie)

32 32

5.1.1

Strategische doelen op PR en communicatie

32

5.1.2

Doelen PR en communicatie op schoolniveau

32

5.1.3

Beleidsvoornemens op PR en communicatie

32

5.2

Financieel Beleid

32

5.2.1

Strategische doelen op financieel beleid

32

5.2.2

Doelen financieel beleid op schoolniveau

33

5.2.3.

Beleidsvoornemens

33

5.3

Materieel

33

5.3.1

Doelen materieel op schoolniveau

33

5.3.2

Beleidsvoornemens

33

5.4

ICT en infrastructuur

34

5.4.1

Strategische doelen ICT en infrastructuur

34

5.4.2

Doelen ICT en infrastructuur op schoolniveau

34

5.4.3

Beleidsvoornemens

34

5.5

6

30

Huisvesting

34

5.5.1

Strategische doelen huisvesting

34

5.5.2

Doelstellingen voor huisvesting op schoolniveau

35

5.5.3

Beleidsvoornemens

35

Ouders en externe relaties

36

6.1

Strategische doelen ouders en externe relaties

36

6.2

Huidige situatie

36

6.2.1

Ouders/verzorgers

36

6.2.2

Medezeggenschapsraad

36

6.2.3

Ouderraad

36

6.2.4

Contacten met peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

37

6.2.5

Contacten met voor- en naschoolse opvang

37

6.2.6

Contacten met Voortgezet Onderwijs

37

6.2.7

Contacten met scholen in de buurt

37


pag. 5

6.3

7

Beleidsvoornemens

37

6.3.1

Communicatielijnen met ouders aanpassen

37

6.3.2

Opzetten extra taalaanbod jonge kleuters vanuit VVE locaties

38

6.3.3

Verbreden specialistische hulp binnen Meer Primair

38

Activiteitenplan/ beleidsvoornemens

BIJLAGEN

39 40

Bijlage 1: Aantal resultaten bijdrage aan schoolplan door leerlingen

41

Bijlage 2: Impressie bijdrage van ouders aan het schoolplan

45

Bijlage 3: Impressie van de wensen van het team t.a.v. de toekomst

49

Bijlage 4: Vaststellingsformulier

50

Bijlage 5: Instemmingsformulier Medezeggenschapsraad

51


pag. 6

Inleiding Dit schoolplan is ons beleidsdocument voor de periode 2015-2019. We geven hierin aan welke keuzes we voor de nabije toekomst van het onderwijs op onze school hebben gemaakt. Alle beleidsuitspraken die in het schoolplan zijn opgenomen en de daaruit voortvloeiende activiteiten zijn gebaseerd op de missie en de visie van de school. De algemene doelen van onze school (de missie) hebben we vertaald naar de dagelijkse praktijk. We beschrijven in het schoolplan hoe we ons onderwijs in willen gaan richten, hoe we de kwaliteit van ons onderwijs bewaken en welke verbeteringen we op grond van interne en externe analyses willen aanbrengen in de nabije toekomst. Het is een plan geworden waarin we ons beleid voor de komende 4 jaar in woorden vatten. We vonden het erg belangrijk dat het beleidsplan een weergave zou worden van de gewenste ontwikkeling van alle nauw betrokkenen bij school. Daarom zijn in het voorafgaande traject, leerlingen, ouders en team steeds uitgebreid gevraagd en bevraagd om hun mening en visie op de toekomst van De Wilgen weer te geven; De leerlingen hebben allereerst de mogelijkheid gekregen om De Wilgen van de toekomst te tekenen en te beschrijven (zie bijlage 1 voor een aantal resultaten). In een tweede sessie is de bureaustoel van de directeur de klassen in gereden. Alle leerlingen kregen de kans om letterlijk even op de stoel van de directeur te zitten en te verwoorden wat zij zouden doen als zij de directeur zouden zijn. Natuurlijk kwamen hier utopistische denkbeelden uit, maar het heeft ons als team verbaasd hoeveel bruikbare ideeën de leerlingen ons op deze manier meegegeven hebben. Ideeën als welke boeken ze graag in de bieb wilden, folie voor ramen om minder afgeleid te zijn, nieuwe sporttenues tot aan een verhoging in de poppenhoeken en schommels met dynamo’s om energie op te wekken. Veel van de ideeën zijn indirect verwerkt in het schoolplan en een aantal concrete ideeën is meegenomen om te worden gerealiseerd. De ouders is gevraagd tijdens 2 gespreksavonden hun inbreng te komen geven. Zeker 75% van de ouders is deze avonden langs geweest en heeft op grote vellen aan kunnen geven wat de positieve ervaringen zijn van bepaalde onderwerpen, waar ze ontevreden over zijn, maar vooral welke wensen en ideeën zij hebben voor de toekomst van De Wilgen (zie voor een impressie bijlage 2). Veel van de ingebrachte onderwerpen zijn gebruikt als input voor ons nieuwe beleid. Met name de behoefte aan andere vormen van communicatie zal de komende jaren een belangrijk gespreksonderwerp gaan worden. Daarnaast hebben de ouders middels ‘Socrative’ een digitaal instrument een aantal vragen beantwoord waardoor we als school beter inzicht hebben gekregen in wensen en behoeftes die bij ouders leven. Met het team zijn sessies geweest waar we vooral gesproken hebben over de kernwaarden van ons onderwijs. Hierbij kwamen vragen langs als: ‘Waar staan we voor’ en ‘Waar gaan we voor’. Hierdoor is de visie en missie van ons onderwijs opnieuw vastgesteld. Ook heeft het team uitgebreid de mogelijkheid gehad wensen voor de toekomst te benoemen. Vele daarvan zijn verwerkt in de beleidsvoornemens in dit stuk. Zie voor een impressie van de wensen bijlage 3. Het strategisch beleidsplan 2015 – 2019 van de stichting Meer Primair heeft daarnaast als leidraad gefunctioneerd en het College van Bestuur heeft ook een bijdrage geleverd aan een aantal inhoudelijke stukken van dit plan. We hopen dat dit plan mag bij gaan dragen aan een prachtige voortgaande schoolontwikkeling van De Wilgen zodat veel leerlingen zich bij ons optimaal zullen ontwikkelen waarbij zij leren wie zijzelf zijn, waardoor hen een mooie toekomst te wachten staat! Namens alle betrokkenen, Manon Groenenberg, directeur De Wilgen


pag. 7

1

De school

1.1 De Wilgen en de Stichting Meer Primair Meer Primair is een onderwijsstichting die is ontstaan door een bestuurlijke fusie per 1 augustus 2014 tussen de Vereniging Christelijk Onderwijs (VCO) Quercus en de Stichting Katholiek Onderwijs Haarlemmermeer (SKOH). Meer Primair wordt gevormd door negentien basisscholen, gelegen in de woonkernen Abbenes, Buitenkaag, Badhoevedorp en Hoofddorp. De Wilgen maakt onderdeel uit van deze Stichting. Meer Primair is werkgever van 550 medewerkers, die onderwijs verzorgen voor circa 5700 leerlingen in de Haarlemmermeer. De Wilgen heeft in het primaire proces veel ruimte voor eigen beleid. Die eigenheid is een belangrijk uitgangspunt binnen Meer Primair. Meer Primair is weliswaar één organisatie, maar de scholen kunnen zich binnen de kaders optimaal profileren.

1.2

Visie en missie

De missie van Meer Primair geeft de ambities weer en de richting aan waaraan zij de komende jaren wil werken. Alle medewerkers, leerlingen en ouders worden uitgenodigd en gestimuleerd om zich met deze missie te identificeren en daar vanuit te handelen. Ruim 5700 leerlingen zitten op de scholen van de Meer Primair. Alle talenten van deze kinderen worden zo optimaal mogelijk benut. Op deze wijze worden zij zo goed mogelijk op hun toekomst voorbereid. ‘Kinderen centraal’ betekent dat alles wat de scholen van Meer Primair doen op de ontplooiing van hun talenten en op de veelzijdige ontwikkeling van hun persoonlijkheid is gericht. Het fundament van handelen (de visie) binnen Meer Primair ligt in vijf kernwaarden, te weten: - Vakmanschap - Inspiratie - Ontwikkeling - Verbinding - Continuïteit Deze vijf kernwaarden ziet Meer Primair als leidraad voor haar acties en voor haar beleid in de toekomst. Alle medewerkers op alle niveaus in de organisatie zullen worden gestimuleerd om vanuit deze kernwaarden te handelen en elkaar daarop aan te spreken. Het eigen gedrag van medewerkers geldt steeds als voorbeeld voor kinderen (en hun ouders). De kernwaarden bepalen de identiteit van de organisatie als geheel en van iedere school afzonderlijk. Binnen de kernwaarden staan de kenmerken van het christelijk en katholiek onderwijs centraal. Nader toegelicht Vakmanschap De functie van leerkracht is een betekenisvolle functie. Hij verdient een podium dat recht doet aan de kwaliteiten als professional. Professioneel leiderschap en competente medewerkers zorgen voor optimale resultaten voor ieder kind. Meer Primair staat voor een leven lang leren en draagt zorg voor dat gekwalificeerde medewerkers vakinhoudelijk op de hoogte zijn en over ruime pedagogische kennis beschikken. Het eigen gedrag geldt als voorbeeld voor leerlingen (en ouders). Het is van belang dat de expertise binnen de organisatie wordt gedeeld.


pag. 8

Inspiratie Meer Primair is een organisatie met een interconfessionele identiteit, die rooms-katholiek en christelijk onderwijs verzorgt. Wij laten ons bij de opvoeding, de vorming en het onderwijs aan kinderen inspireren door de verhalen uit de bijbel, Meer Primair staat voor inspirerend onderwijs. De scholen staan open voor iedereen, ook al is er sprake van een andere levensbeschouwelijke visie. Ongeacht geloofsovertuiging en culturele afkomst, zolang er maar respect is voor de interconfessionele identiteit, voor elkaar en voor verschillen. Met alle verschillende kinderen bij elkaar vormen de scholen van Meer Primair een goede afspiegeling van de samenleving. Op alle scholen wordt godsdienstonderwijs aangeboden en maken kinderen kennis met andere godsdiensten en levensbeschouwingen. In ons onderwijs stimuleren wij de ontwikkeling van de godsdienstige, levensbeschouwelijke en morele verantwoordelijkheid van leerlingen in een multiculturele samenleving. Ontwikkeling Wederzijdse en maatschappelijke betrokkenheid van medewerkers, leerlingen en ouders is essentieel voor de ontwikkeling, de leerprestaties en het welzijn van de leerlingen. Meer Primair is actief in onderwijsvernieuwing, zet moderne leermiddelen en methoden in en hanteert diverse onderwijsconcepten. Kinderen kunnen hun talenten veelzijdig (cognitief, motorisch, creatief en sociaal) ontwikkelen. Dit gebeurt in een veilige, vertrouwde en “dynamische” leeromgeving. Zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van kinderen wordt gestimuleerd. Zij worden optimaal toegerust voor het voortgezet onderwijs en het functioneren in de samenleving. De medewerkers zijn inspirerend, ondernemend, wereldgericht en vernieuwend. Meer Primair speelt in op maatschappelijke ontwikkelingen (social media, burgerschapsvorming, ….). Verbinding Meer Primair is relatiegericht en op zoek naar verbinding en samenwerking met partners in educatie en zorg. De scholen van Meer Primair staan midden in de samenleving en zoeken vanuit hun sociale functie verbinding met de omgeving. De scholen werken actief samen met ouders en andere betrokkenen in de maatschappelijke omgeving van de school. Er is daarbij aandacht voor tolerantie, onderlinge solidariteit en de verscheidenheid in de maatschappij. Het pedagogisch handelen is in goed evenwicht met het behalen van leerresultaten. Continuïteit Het onderwijs van Meer Primair is van constante kwaliteit. Alle scholen vallen onder het regulier toezichtkader van de inspectie. Er worden hoge en realistische doelen gesteld. De scholen staan open voor nieuwe ontwikkelingen en werken continu aan verbetering en vernieuwing. De visie en de ambities zijn uitgewerkt in doelstellingen op de beleidsterreinen identiteit, onderwijs, personeel, organisatie, PR & communicatie, huisvesting en financiën nader uitgewerkt De strategische doelstellingen zijn algemeen geformuleerd en worden steeds zoveel mogelijk geconcretiseerd in te realiseren resultaten. Deze resultaten zijn de basis voor de jaarlijkse afspraken die tussen het College van bestuur en de Raad van toezicht, en het College van bestuur en de schooldirecteuren worden gemaakt. De afspraken worden in een jaarplan vastgelegd. Daar waar mogelijk zijn bij de resultaten concrete indicatoren geformuleerd. Over de uitvoering van de afspraken rapporteren de scholen door middel van managementrapportages. Deze kunnen leiden tot een bijstelling van de afspraken op schoolniveau.


pag. 9

1.2.1

Strategische doelen

Meer Primair gaat voor kwalitatief goed bijzonder onderwijs, waarin de scholen staan voor hoogwaardige onderwijskwaliteit met een krachtige leeromgeving en werkklimaat. De levensbeschouwelijke identiteit komt tot uiting in alle facetten van de dagelijkse praktijk. - Iedere school draagt de kernwaarden van christelijk onderwijs uit. - Medewerkers hebben een christelijke levensvisie of een positieve grondhouding t.a.v. het christelijk geloof. - Scholen spreken halfjaarlijks over de invulling van de levensbeschouwelijke vorming en identiteit. - Alle scholen van Meer Primair zijn onderscheidend en beschikken over een herkenbaar eigen schoolconcept. - Meer Primair werkt aan vernieuwend en eigentijds inspirerend onderwijs.

1.3

Basisschool De Wilgen

1.3.1

Visie en missie

De visie van De Wilgen (waar staan we voor) is om voor onze leerlingen op alle gebieden een optimale ontwikkeling mogelijk te maken door hen te leren wie ze zelf zijn en waar ze voor staan. Belangrijke kernwoorden bij onze visie zijn: kwaliteit, eigen ontwikkeling, plezier, geborgenheid, betrokkenheid, kleinschaligheid, diversiteit, verantwoordelijkheid, open deuren, veiligheid, samen, rust, kennis, expressiemiddag en open leerhouding. De slogan op ons logo sluit hierbij aan: Samen leren en met veel plezier naar school. De missie van De Wilgen (waar gaan we voor) is er zorg voor dragen dat de ontwikkeling van een leerling in zijn totaliteit gezien wordt. We zijn dan ook blijvend op zoek naar activiteiten en aanbod die balans bieden in de ontwikkeling op expressief, motorisch, sociaal-emotioneel en cognitief gebied. Elk kind mag er zijn, waarbij de uitdaging is om ieders eigenheid een positieve richting te geven.

1.3.2

Huidige Situatie

De Wilgen is een kleine katholieke basisschool (±130 leerlingen) in de wijk Toolenburg Oost, waar les gegeven wordt conform een leerstofjaarklassensysteem. Binnen dit systeem is er inhoudelijk en organisatorisch ruimte om inhoud te geven aan de verschillen die er zijn tussen de leerlingen van dezelfde jaargroepen. Deze verschillen zijn terug te vinden in de hoeveelheid leerstof, wijze van aanbieden en verwerking van de leerstof en het aanbieden van verschillende leerstof. Gedurende de basisschoolperiode leren de kinderen steeds meer zelfstandig te werken. Insteek van de school is ‘om eruit te halen wat erin zit’. Dit stelt de school voor de opdracht om op individueel niveau de leerlingen te volgen en te begeleiden.

1.3.3

Het team

Het team van De Wilgen bestaat uit betrokken teamleden die werken vanuit de visie van de school; het helpen ontwikkelen van leerlingen op alle gebieden door hen te leren wie ze zelf zijn en waar ze voor staan. Dit betekent dat ook de teamleden zichzelf moeten kunnen zijn om van daaruit te kunnen ontwikkelen. Daarbij is een open leerhouding een vanzelfsprekendheid. Op De Wilgen werken veel parttimers. Dit betekent dat overleg en overdracht voor ons een belangrijk gegeven is om de goede kwaliteit van ons onderwijs te kunnen waarborgen. Het team van De Wilgen bestaat uit groepsleerkrachten, een vakleerkracht gymnastiek, een conciërge, een coördinator leerlingenzorg en een directeur.


pag. 10

1.3.4

Leerling-- en ouderpopulatie Leerling

De meeste leerlingen wonen in de wijk waar de school ligt (Toolenburg-Oost). Enkele leerlingen komen uit aangrenzende wijken; Pax, Toolenburg-West, Graan voor Visch en het centrum. Daarnaast komt de instroom op gang vanuit Tudorpark, een wijk die tegen Toolenburg-Oost aanligt en waar geen onderwijsvoorzieningen worden geplaatst. In 2015 wonen er in Toolenburg (Oost en West) 1517 leerlingen in de basisschool leeftijd. De wijk Toolenburg is langzaam aan het vergrijzen en de prognoses geven aan dat het leerlingaantal in de basisschool leeftijd ongeveer met 131 zal afnemen in de komende 5 jaren. De leerling krimp in Toolenburg-Oost zal echter grotendeels opgevangen worden door de nieuwe wijk Tudorpark (Toolenburg Zuid), waarbij de verwachte leerlingaantallen in deze wijk in de basisschoolleeftijd in 2020 op 139 ligt. Het totale aantal leerlingen zal dus in de komende jaren licht stijgen. Deze stijging zet zich voort. In 2035 worden er in Toolenburg (Oost, West en Zuid) 1804 leerlingen verwacht in de basisschool leeftijd. De leerlingen van De Wilgen zijn tezamen een goede afspiegeling van de maatschappij. Dit geldt zowel voor het opleidingsniveau van de ouders, de inzet op de arbeidsmarkt van de ouders als voor het land van herkomst van de ouders/leerlingen. De laatste jaren heeft De Wilgen een wat grotere instroom van leerlingen van expats. Hier wordt bij het onderwijsaanbod rekening mee gehouden. Indien nodig wordt er middels ‘passend onderwijs’ extra budget ingezet om de taalontwikkeling van deze leerlingen goed te laten verlopen, zodat aansluiting bij ons onderwijs optimaal is.

1.3.5

Schoolgrootte en groepsindeling

De Wilgen heeft in het verleden een grote leerling daling gehad vanwege imagoproblemen. Vanaf 2011 is de school weer volop in opbouw. De instroom is verdubbeld en de verwachting is dat dit de komende jaren zal stabiliseren. Rekening houdend met al deze gegevens is het een reële verwachting dat de school de komende 4 jaar zal gaan groeien tot ongeveer 170 leerlingen. Daarna zal de groei nog 4 jaar voortzetten tot ongeveer 200 leerlingen waarna er stabilisatie zal gaan optreden. In de onderbouw werken we met heterogene kleutergroepen. Bij de start van een schooljaar zijn dit meestal 2 groepen. Afhankelijk van de instroom is het mogelijk dat er gedurende een schooljaar een instroomgroep gestart wordt. Voor de midden- en bovenbouw streven we naar homogene groepen. Nu de instroom goed is, is dit een realistische gedachte. Wel blijft er altijd de mogelijkheid bestaan van inzet van combinatiegroepen; de komende 4 jaar in de bovenbouw wegens de kleine groepen uit het verleden, in de middenbouw mogelijk ter voorkoming van te grote groepen door goede instroom.

1.3.6

Levensbeschouwelijke identiteit

De Wilgen is een katholieke basisschool. Dit betekent dat wij als team openstaan voor levensbeschouwelijke vragen. Vanuit vragen van kinderen komen er veel onderwerpen aan bod. Hierbij kunt u denken aan specifieke vragen over het geloof; wat is dopen, hoe gaat bidden, maar ook vragen die betrekking hebben op de gevoelswereld van kinderen; pijn, vriendschap, dood, stilte, vreugde en verdriet. Deze onderwerpen komen ook aan bod in de methode ‘Trefwoord’ die wij op onze school gebruiken om onze identiteit vorm te geven. In deze lessen en gesprekken wordt ruime aandacht gegeven aan andere geloven en levensbeschouwingen. Vanzelfsprekend zijn alle kinderen bij ons op school welkom, ongeacht hun eigen geloof of identiteit. Vanuit onze katholieke identiteit besteden we aandacht aan de belangrijke christelijke feestdagen door gezamenlijke vieringen voor en door leerlingen. In de voorbereiding naar deze vieringen toe, nodigen we soms de ouders uit op school om hiervan deelgenoot te worden. Wij gaan ervan uit dat het zwaartepunt van de geloofsopvoeding thuis ligt. Vandaar dat levensbeschouwelijke vorming slechts voor een klein deel uit geloofsopvoeding bestaat. De levensbeschouwelijke identiteit van onze huidige ouder- en leerling-populatie is zeer gemengd. Van de ouders geeft 74% aan geen geloof aan te hangen, 18% heeft een Christelijke identiteit, 6% heeft een Islamitische identiteit, 2% is Hindoestaans.


pag. 11

1.4

Beleidsvoornemens

1.4.1

Ontwikkelen leerlingen vanuit totaliteit

In de visie van De Wilgen verwoorden wij dat we voor onze leerlingen een optimale ontwikkeling mogelijk willen maken op alle gebieden. Dit optimale betekent dat wij ons onderwijs aanbieden vanuit een grote context. Een rekenles alleen geeft geen richting, wel een rekenles waarbij het doel van de les duidelijk is, maar ook waarbij het grotere doel duidelijk is. Deze richting zijn we als De Wilgen al eerder ingeslagen, maar willen we in de komende 4 jaar verder uitbouwen. Het richten op alle gebieden betekent dat wij er belang aan hechten dat alle verschillende ontwikkelingsgebieden met elkaar in samenhang benaderd moeten worden. Dit betekent dat er aandacht voor alle facetten moet zijn. Nu slaat de weegschaal van tijdsinvestering ons inzien door naar alleen de cognitieve kant. In schooljaar 2014-2015 hebben we al een aanzet gegeven door te starten met onze expressiemiddag en door het bewegingsonderwijs te laten verzorgen door een vakleerkracht. De komende vier jaar willen we hier nog meer richting aangeven. Vragen die hierbij aan de orde komen zijn: Welke tijdsinvestering is er nodig voor welk ontwikkelingsgebied? Hoe onderken je hierin de verschillen van de leerlingen?

1.4.2

Ontwikkelen open leerhouding

Om verder te ontwikkelen hebben mensen een goede leerhouding nodig. Op De Wilgen willen we een ieder stimuleren om een ‘open leerhouding’ aan te nemen. Alleen vanuit openheid, een open mind en een open houding ontstaat er ruimte tot het opnemen van nieuwe ideeën. Hiervoor geldt soms dat je van gebaande paden af moet durven stappen, vastigheid los durft te laten en het vertrouwde pad achter je moet laten. Dit geldt zowel voor de leerhouding van de leerlingen als voor de leerhouding van het team. In de komende 4 jaar willen we ons als school hier nog verder in bekwamen. Wat heb je nodig om dit te bereiken? Hoe neem je leerlingen en collega’s mee die dit moeilijk vinden en op welke momenten ben je tevreden met de resultaten?

1.4.3

Ontwikkelen en uitvoeren plan ‘De Duurzame Wilg’

In schooljaar 2014-2015 is er een projectgroep gestart met als titel ‘De Duurzame Wilg’. Zij heeft in het najaar van 2014 een plan van aanpak vastgesteld om De Wilgen duurzamer te maken. Dit is zowel gericht op het onderwijsprogramma (curriculum), het schoolgebouw (campus) als de omgeving (community). Doelstelling van de projectgroep is om aan het einde van kalenderjaar 2015 een activiteitenplan te hebben liggen om in de 3 jaar die daarop volgen De Wilgen verder te verduurzamen.


pag. 12

2

Kwaliteitszorg

2.1

Strategische doelen kwaliteitszorg STICHTING STICHTI NG Meer Primair

De scholen staan voor hoogwaardig onderwijskwaliteit Alle scholen werken systematisch aan kwaliteitsverbetering. Alle scholen voldoen aan de nieuwe standaard inspectienorm, waarbij meerdere scholen over de kwalificatie goed beschikken.

2.2

Doelen kwaliteitszorg op schoolniveau

2.2.1

Streven naar kwaliteit

Op De Wilgen is er het dagelijks streven naar een goede kwaliteit. We willen gewoon goed onderwijs geven. Dat betekent dat niet alleen het onderwijs van goede kwaliteit moet zijn, maar ook alle randvoorwaarden daarom heen. Het is daarom belangrijk dat de organisatie goed gestructureerd is, heldere afspraken maakt en dat deze bekend en inzichtelijk zijn voor alle betrokkenen. Op De Wilgen hebben we voor deze inzichtelijkheid de ‘rode mappen’. In schooljaar 2014-2015 zijn deze mappen herzien en de stukken indien nodig vernieuwd. In de ‘rode mappen’ wordt op een viertal terreinen de structuur, werkwijze alsmede de opbrengsten in kaart gebracht. De inhoud van de vier mappen is: Handboek team, Algemeen, Kwaliteit en Opbrengsten. Door deze mappen elke twee jaar te updaten waarborgen we dat beleid steeds actueel blijft of dat beleid aangepast wordt.

2.2.2

De inrichting van de kwaliteitszorg

Er zijn verschillende overlegsituaties waar gesproken wordt over de kwaliteit en de inrichting van ons onderwijs. Daarnaast zijn er instrumenten die de kwaliteit controleren. Dit zijn o.a. het (cito)leerlingvolgsysteem, leerlingvolgsysteem ParnasSys, methode gebonden toetsen en de tevredenheidspeilingen. Overlegsituaties Met ingang van schooljaar 2011-2012 is er gestart met een nieuwe overlegstructuur. In deze structuur is gezocht naar een effectieve manier van vergaderen, waarbij er veel tijd geïnvesteerd wordt in de verbetering van de kwaliteit op school. Er wordt dan ook bewust gekozen voor het scheiden van ‘gewone’ teamvergaderingen, die vooral huishoudelijk van aard zijn en inhoudelijke vergaderingen, waarin 1 of 2 onderwerpen worden besproken met een van tevoren vastgesteld doel. Daarnaast vinden er studie(mid)dagen plaats om de kwaliteit van ons onderwijs blijvend te verbeteren en te borgen. Teamvergaderingen Gemiddeld acht keer per jaar is er een teamvergadering. Hierbij zijn alle teamleden die op die dag werken aanwezig. Agenda’s worden zo ruim van tevoren als mogelijk uitgereikt zodat duo collega’s geïnformeerd worden over de inhoud van de vergadering en hun mening kunnen doorgeven aan hun duo collega. Tevens komt er regelmatig een memo uit om de teamleden op de hoogte te houden van belangrijke zaken aangaande de school. De onderwerpen die in de teamvergaderingen besproken worden kunnen informatief, meningsvormend of besluitvormend zijn, dit wordt van tevoren kenbaar gemaakt. Doel van de vergaderingen is om het onderwijs binnen onze school en alles wat daarbij komt kijken zo goed mogelijk in de organisatie neer te zetten. De directeur zit de vergadering voor, waarbij afhankelijk van het onderwerp het voorzitterschap gedelegeerd kan worden. Van de vergaderingen worden verslagen gemaakt die aan iedereen per mail verzonden wordt, één exemplaar gaat in een digitale map op het netwerk.


pag. 13

In schooljaar 2014-2015 is er geleidelijk een verandering doorgevoerd ten aanzien van de inhoud van de teamvergaderingen. Het zijn meer overleg momenten geworden waarin gekozen wordt voor 2, maximaal 3 onderwerpen. Algemene informatie over activiteiten en mededelingen gaan steeds meer via mail. Hierdoor worden de vergaderingen veel effectiever ten aanzien van de kwaliteit van ons onderwijs. Een mogelijkheid is om de vergadering te splitsen in verschillende bouwen, mocht het onderwerp hier aanleiding toe geven. Wel zal er altijd een plenaire terugkoppeling zijn om het gehele team te betrekken bij de inhoud. Studiedagen Elk jaar worden van tevoren de studie(mid)dagen vastgelegd. De onderwerpen van de studiebijeenkomsten worden gekozen vanuit de visie en de ambities uit dit 4 jaren schoolplan. De studiemomenten zullen op die manier een bijdrage leveren aan de realisaties van de doelstellingen die we onszelf meegeven. Managementoverleg Er vindt tweewekelijks overleg plaats met het management team dat bestaat uit twee managementondersteuners en de directeur. Afhankelijk van het onderwerp zal de coördinator leerlingenzorg aansluiten bij dit overleg. Tijdens deze overlegmomenten wordt toekomstig beleid voorbereid en wordt er verslag gedaan van de huidige stand van zaken. Afstemmingsoverleg Wekelijks vindt er een uur afstemming plaats tussen de coördinator leerlingenzorg en de directeur. In deze momenten worden enerzijds beleidsvoorbereidende zaken besproken ten aanzien van kwaliteitszorg die later in het Managementoverleg en de Teamvergadering terugkomen. Anderzijds worden alle belangrijke ontwikkelingen besproken op onderwijsgebied. Verder vindt in dit overleg de voorbereiding van groepsbesprekingen en inhoudelijke vergaderingen plaats. Stuurgroep vergaderingen Op De Wilgen hebben we drie stuurgroepen. Deze stuurgroepen houden zich bezig met allerlei onderwerpen ten aanzien van school. Stuurgroep A heeft als kerntaak de basisvakken, taal, spelling en rekenen en onderwerpen die daarmee samenhangen zoals huiswerk, agendagebruik en normeringen rapportcijfers. Stuurgroep B heeft als kerntaak de vakken wereldoriëntatie en de expressieve vakken. Stuurgroep C houdt zich bezig met de ICT en de PR van de school. Alle leerkrachten hebben zitting in één van de drie werkgroepen en dragen op deze manier bij aan het uitvoeren van huidig beleid of het voorbereiden van nieuw beleid.

2.2.3 2.2.3

Bewaking kwaliteit onderwijs

De kwaliteit van ons onderwijs bewaken wij door een goed systeem van toetsen in combinatie met observaties van de leerkrachten. Vanaf groep 1 tot en met groep 8 hanteren we een leerlingvolgsysteem. Resultaten, kennis en vaardigheden worden hiermee bijgehouden. Dit leerlingvolgsysteem bestaat uit observaties, methode gebonden toetsen en niet-methodegebonden toetsen. Voor dit laatste onderdeel maken we gebruik van de CITO toetsen die niet gebonden zijn aan leermethoden. Deze toetsen vergelijken onze resultaten met het landelijk gemiddelde. Wij nemen de CITO-toetsen rekenen, spelling, begrijpend lezen, woordenschat en leestempo/leestechniek af. De DMT (Drie Minuten Test) en AVI (Analyse van Individualiseringsvormen) voor het technisch lezen worden alleen afgenomen bij leerlingen waarvoor verdere diagnostiek nodig is. Met deze toetsen bewaken we in feite de basiselementen van ons onderwijs. Zodoende kunnen wij bijhouden of kinderen voldoende vorderingen doormaken. We nemen deze toetsen twee keer per jaar


pag. 14

af. Deze toets periodes zijn meestal in januari en mei. In de kleutergroepen worden de CITO-toetsen Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters afgenomen. Na elke toets periode vinden er groepsbesprekingen plaats. Op basis van de gegevens van de methodetoetsen, CITO toetsen en de observaties van de leerkrachten wordt voor de leerlingen de onderwijsbehoeften vastgesteld en daaruit eventueel voortvloeiende acties of speciale aanpak bepaald. Om te kunnen bepalen wat na groep 7 nog extra aandacht moet krijgen qua leerstof wordt in groep 7 de CITO-entreetoets afgenomen. Tenslotte wordt aan het eind van groep 8 nog een eindtoets afgenomen als extra onafhankelijk gegeven voor de instroom in het Voortgezet Onderwijs. Het accent ligt bij onze school echter op de methodegebonden toetsen. Na het afsluiten van een leerstofblok wordt een toets gemaakt. Na de toets maakt de leerkracht een analyse in ParnasSys waarvan een uitdraai in ParnasSys wordt opgenomen. Indien nodig volgt daarna extra oefenstof of uitbreidingsstof. Meermalen per jaar wordt in bijeenkomsten van de leerkrachten en de coördinator leerlingenzorg de voortgang besproken. Al de resultaten van deze methodegebonden toetsen worden in ParnasSys bijgehouden. Het aanbod van de leerstof in de groepen 1/2 wordt in blokken van 5 perioden aangeboden. Van deze tussendoelen worden de resultaten ook bijgehouden in ParnasSys (zie ook 2.6.1). Omdat wij de totale ontwikkeling van leerlingen belangrijk vinden, hebben wij ook een leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling (ZIEN). Hiermee krijgen wij nog beter inzicht in het welbevinden en de betrokkenheid van onze leerlingen. Ook biedt het programma ons adviezen om leerlingen verder te helpen ontwikkelen op één van de deelgebieden van de sociaalemotionele ontwikkeling. Tenslotte maken we ook gebruik van een digitaal leerlingvolgsysteem op het gebied van de motorische ontwikkeling. Hiermee maken we het mogelijk om de totale ontwikkeling van de leerlingen te volgen.

2.3

Schoolplancyclus

Alle scholen van Meer Primair realiseren vierjaarlijks een nieuw schoolplan. Dit plan is een wettelijke verplichting en leidend voor de onderwijsinspectie. Scholen van Meer Primair hebben daarnaast de mogelijkheid het schoolplan jaarlijks voor een nieuwe periode van vier jaar vast te stellen. Voor het samenstellen van het schoolplan wordt in grote lijnen de volgende werkwijze gehanteerd: - De school start met een nauwgezette bepaling van de stand van zaken met betrekking tot alle beleidsaspecten van de school. - De school evalueert de schoolontwikkeling en maakt een analyse van de leerlingenpopulatie, de oudertevredenheid en het leerlingvolgsysteem. - Alle verkregen gegevens worden besproken met het team. Tevens wordt er informatie verstrekt over relevante ontwikkelingen van dat moment en in de nabije toekomst. Ook MR-leden zijn betrokken. - Op basis van de verkregen informatie en gebruik makend van de inzichten van de leerkrachten worden visie en missie waar nodig bijgesteld en worden beleidsvoornemens geformuleerd voor de nieuwe schoolplanperiode. Het schoolplan vraagt instemming van de MR en dient door het bevoegd gezag van Meer Primair te worden vastgesteld. Ouders worden middels de schoolgids op de hoogte gesteld van de hoofdlijnen.


pag. 15

2.4

Jaarplancyclus

De beleidsvoornemens uit het schoolplan worden jaarlijks geconcretiseerd in een jaarplan. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de uitkomsten van de evaluatie van een voorgaand jaar. Het jaarplan wordt aan de MR voorgelegd ter informatie. Aan het eind van elk jaar wordt het jaar geëvalueerd in de vorm van een jaarverslag. De uitkomsten daarvan zijn basis voor de invulling van een volgend jaarplan, binnen het kader van het schoolplan.

2.5

Borging Passend binnen de PDCA-gedachte evalueren wij regelmatig ons onderwijs en zo nodig passen wij ons beleid aan. Wij maken hierbij gebruik van onder andere tevredenheidpeilingen bij leerkrachten, ouders en leerlingen. Ook worden de opbrengsten geëvalueerd. Verder worden vergadermomenten gerealiseerd om als team/bouw te bespreken hoe het onderwijs verloopt en het beleid wordt vasthouden. Tijdens planning- en evaluatie gesprekken komt het functioneren van de leerkrachten/teamleden aan de orde.

2.6

Beleidsvoornemens kwaliteitszorg

2.6.1

(tussen-- en ein einddoelen) Beredeneerd aanbod groepen 1/2 (tussen ddoelen)

In schooljaar 2014-2015 is er in de kleuterbouw gestart met het aanbieden van een beredeneerd aanbod. Dit houdt in dat er voor elke twee maanden doelen vastgesteld zijn waaraan gewerkt gaat worden. Op basis van deze doelen worden de activiteiten gepland, waarna deze activiteiten ondergebracht worden in een thema. In de komende vier jaar zal dit tot een goed dekkend onderwijsaanbod gaan leiden waarin vooral ook aandacht is voor leerlingen met andere onderwijsbehoeften. De voorgang van de leerlingen t.a.v. de gestelde doelen wordt bijgehouden in ParnasSys ons administratie- en leerlingvolgsysteem.

2.6.2

Digitaal rapport met eenduidige normeringen

Doel is om in schooljaar 2015-2016 te starten met een digitaal rapport. Hierbij wordt het rapport gekoppeld aan de gegevens die in ParnasSys staan. Op deze manier komen de rapportcijfers tot stand op basis van vooraf gemaakte afspraken.

2.6.3 Verdere ontwikkeling vormgeving cyclisch proces kwaliteit (zonder 2.6.3 groepsplannen) In onze tussentijdse evaluaties van de groepsplannen zijn we tot de conclusie gekomen dat deze niet de meerwaarde bieden die wij zoeken. Er is daartoe gekozen voor een ander cyclisch systeem. Hierbij wordt op basis van de methodegebonden toetsen vastgesteld wat acties zijn voor leerlingen die op onderdelen niet de gewenste score bereikt hebben. Deze acties wordt vastgesteld in ParnasSys en worden daarna zichtbaar gemaakt in de weekschema’s van de groepen. Op deze manier zijn we niet twee keer per jaar een groepsplan aan het maken, maar zijn we doorgaand bezig om ons onderwijs te evalueren, de resultaten te analyseren en vervolgacties te plannen. Dit basisprincipe zal in de komende 4 jaar verder uitgewerkt en geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden.


pag. 16

3

Onderwijskundig beleid

3.1

Strategische doelen onderwijskundig beleid Stichting Meer Primair

De scholen staan voor hoogwaardige onderwijskwaliteit met een krachtige leeromgeving en werkklimaat Voor alle scholen zijn de referentieniveaus taal en rekenen geïmplementeerd. Alle scholen werken aan het verbeteren van de leerprestaties en beschikken over doorlopende leerlijnen. Er is afstemming over het educatieve programma en doorstroom met het voortgezet onderwijs. Techniek, cultuur-, natuur- en duurzaamheidseducatie maken vast onderdeel uit van het curriculum. Scholen van Meer Primair werken vanuit een geïnspireerde en gevarieerde leeromgeving. Alle scholen bieden kwalitatief goed bewegingsonderwijs. Scholen van Meer Primair zijn onderscheidend en beschikken over een eigen schoolconcept. Scholen passen kennis en onderzoek toe bij onderwijskundige vernieuwing.

Een optimaal ontwikkelde ondersteuning structuur str uctuur Passend onderwijs is op alle scholen van Meer Primair structureel ingepast. Alle scholen hebben beschreven op welke wijze het onderwijsaanbod op alle leerlingen wordt afgestemd.

Aandacht voor talentontwikkeling Iedere school stimuleert de veelzijdige ontwikkeling van kinderen. Meer Primair heeft een adequaat aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen.

ICT en Onderwijs: Meer Primair biedt kwalitatief goed en doelmatig onderwijs in een optimaal toegeruste leerleer - en werkomgeving Alle scholen van Meer Primair realiseren een optimale digitale werk-, onderwijs- en leeromgeving. Het onderwijs is gericht op de ontwikkeling van leerlingen die mediawijs, digitaal geletterd en toegerust zijn met vaardigheden die noodzakelijk zijn in de 21e eeuw. Elke school beschikt over een onderbouwd meerjaren investering- en implementatieplan ‘ICT en Onderwijs’. De scholen werken volgens de richtlijnen van de Wet op de privacy en het protocol Social media. Meer Primair heeft een heldere structuur waarin ICT beleid, beheer en innovatie een plek heeft.

ICT en toepassingen: zowel de inhoud (informatie, educatieve content) als de toepassingen (software)) zijn aangepast (software aangepast op de ambities De scholen gebruiken effectief het digitale leermateriaal dat speciaal is gemaakt voor onderwijs en algemene kennisbronnen. De scholen beschikken over educatieve software pakketten voor de basisvakken, passend bij behoeften en talenten van leerlingen.


pag. 17

Ontwikkelingen op digitaal leergebied worden goed gevolgd om keuzes te kunnen maken m.b.t. ICT systemen als een elektronische leeromgeving, leerling administratie- en leerlingvolgsystemen. De organisatie beschikt over digitale stuur- en verantwoordingsinformatie die zowel voor in- als externe verantwoording kan worden ingezet.

3.2

Doelen onderwijskundig beleid op schoolniveau

3.2.1

Kernpunten van De Wilgen

Samenwerkend leren De Wilgen wil leerlingen, team en ouders een prettige leer- en werkomgeving bieden. Hierin vinden wij samenwerken een belangrijke voorwaarde. Dit samenwerken zien wij op alle niveaus van de organisatie; leerlingen die samenwerken aan opdrachten, het team dat elkaar vindt in het onderwijs, directie en team die samen tot een sterk onderwijsklimaat komen, maar vooral ook leerkrachten en ouders die elkaar als partner zien in het ontwikkelingsproces van kinderen. Door deze samenwerking goed neer te zetten, zal ook een gevoel van veiligheid en vertrouwen verder uitgebouwd kunnen worden. Dit samen vormt de basis van waaruit geleerd en gewerkt kan worden. We streven er dan ook naar om een schoolklimaat te creëren waar iedereen respectvol met elkaar omgaat, open staat voor elkaar(s ideeën) en een positieve benadering vooropstelt. Op ons logo staat ‘samen leren en met plezier naar school’. Dat vormt voor ons de basis. Opbrengstgericht onderwijs Wat haal je uit je onderwijs, dat is de kernvraag die wij ons zelf de komende jaren blijvend stellen. We streven er op De Wilgen naar om het onderwijs zo in te richten dat elk kind ‘eruit kan halen wat erin zit’. Hiertoe is het belangrijk dat onze leeromgeving uitdagend en prikkelend is; kinderen moeten zin hebben om te leren. Dit vraagt van ons als school dat we rekening houden met verschillen en dat door onze zorgstructuur de instructie en verwerking op maat geboden zal worden. Steeds weer zal er vanuit deskundige analyses gekeken worden naar de onderwijsbehoeften van de groep en de individuele leerling om het aanbod blijvend aan te passen aan de vraag. Verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces Binnen De Wilgen willen we dat ieder op zijn/haar niveau en met zijn/haar mogelijkheden verantwoording neemt voor het eigen leerproces. Dit geldt zowel voor de leerlingen als voor het team. Door middel van zelfreflectie leren we onze leerlingen na te denken over hun werk(gedrag). We zijn er als school van overtuigd dat als we de leerlingen betrekken bij de leerdoelen en ze daarnaast ruimte geven om zichzelf (extra) doelen te stellen, de leerlingen verder komen in hun ontwikkeling. Hierbij gaan we uit van het oproepen van de eigen kracht en talenten van ieder individueel persoon. Dit betekent dat we leerlingen, team en ouders zullen aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid. Richting de leerlingen betekent dit, dat we ze door middel van zelfreflectie leren na te denken over hun eigen (werk)gedrag. Hiertoe zullen ze veel ruimte krijgen om zelf te ontdekken, waarbij het team zal zoeken naar de juiste balans tussen sturen en begeleiden van de leerlingen. Zelfstandig werken De Wilgen streeft ernaar dat leerlingen zich ontwikkelen tot onafhankelijke personen die in staat zijn om zelf keuzes te maken, te reflecteren op zichzelf, initiatieven durven en kunnen nemen en open staan voor (leer)vragen van anderen. Deze ontwikkeling wordt mede vorm gegeven tijdens onze ‘zelfstandige werktijd’. Gedurende de hele schoolloopbaan komen er vaste routines en afspraken terug t.a.v. dit zelfstandig werken. De wortels liggen in het aanleren van uitgestelde aandacht in de kleutergroepen, tot het deels zelf in kunnen delen van je werkzaamheden in de eindgroep. Om dit goed vorm te geven is er veel extra materiaal op school dat naast de reguliere methoden ingezet kan


pag. 18

worden tijdens de zelfstandig werkmomenten, waarin zelfstandig gewerkt en zelfstandig verwerkt kan worden. Duurzame school De Wilgen vindt het belangrijk dat leerlingen opgroeien in een wereld waarin we met elkaar zorg dragen voor onze aarde. Daarom willen we dat onze leerlingen leren over een duurzame en gezonde leefstijl in een gezonde omgeving en een stimulerende samenleving. Elk jaar proberen we als school stappen te zetten richting een duurzamere school. Zo hebben we een ‘groen schoolplein' ontwikkeld, hebben we zonnepanelen op het dak van onze school en scheiden we afval in 5 verschillende stromen. Daarnaast zijn in twee lokalen plantenwanden geplaatst, hiermee beogen we een gezonder binnenklimaat. We gaan ervan uit dat door een gezonder binnenklimaat de leerlingen vitaler zijn om te leren, wat hun ontwikkeling zal bevorderen. Ook is er een projectgroep gestart die zich actief bezig houdt met het verder ontwikkelen van een duurzame school, waarin aandacht zal zijn voor zowel de leerlingen, het gebouw als de omgeving van de school. Ook start elk jaar in april ons schooltuinseizoen. Alle groepen werken dan gedurende een aantal maanden in de schooltuinen die op ons eigen schoolplein liggen.

3.3

Onderwijsorganisatie

3.3.1

Onderwijs dat gericht is op ieder kind

De Wilgen wil voor kinderen ontplooiingsmogelijkheden scheppen, die leiden tot een zo breed mogelijke overdracht van kennis en vaardigheden. Het meegeven van normen en waarden is daarbij een belangrijk aspect. Wij willen de kinderen op expressief, motorisch, cognitief en sociaal-emotioneel gebied voldoende kennis en vaardigheden meegeven om hun weg in de maatschappij te vinden. Wij stellen het kind en zijn ontwikkeling centraal en beschouwen ieder kind, ook het leerproces van ieder kind, als uniek. Binnen onze school wordt veel nadruk gelegd op het zelf vinden van oplossingen voor vragen en problemen. Zelfstandig werken en samenwerken zijn hierbij onmisbaar. Een veilige ontwikkelingsomgeving is een zeer belangrijke voorwaarde. Naast kennisoverdracht van leerkrachten naar kinderen hechten wij veel waarde aan het samenwerkend leren; kinderen leren van elkaar, met elkaar en aan elkaar.

3.3.2

Inrichting onderwijskundig systeem

De school werkt in de basis met jaargroepen. Een uitzondering hierop zijn de groepen 1 en 2. Dit zijn heterogene groepen. Als school kiezen we hier bewust voor, aangezien we de meerwaarde van het van elkaar leren juist in deze groepen terugzien. Vanaf groep 3 werken we zoveel mogelijk met homogene groepen omdat er in elke groep al verschillende niveaus aanwezig zijn. Indien het leerlingenaantal het niet toelaat om homogene groepen te vormen, kunnen er combinatieklassen worden geformeerd. De instructie van de leerstof start grotendeels centraal in de eigen groep. Er wordt gewerkt met het effectieve instructiemodel, dat inhoudt dat de instructie gelaagd plaatsvindt. Geen of korte instructie voor de instructieonafhankelijke groep, gewone instructie voor de middengroep en verlengde instructie voor de instructieafhankelijke groep. Voor de instructie onafhankelijke groep kan gewerkt worden met een compact systeem; dit houdt in dat leerlingen de basisstof aangereikt krijgen en indien dat voldoende beheerst wordt, de leerlingen extra uitdagingen mogen aangaan. Hierbij is het ook mogelijk om buiten de groepen te werken en in samenwerking, eventueel ook met leerlingen uit andere jaargroepen.


pag. 19

3.3.3

Didactisch handelen

Het didactisch handelen van de leerkracht is gericht op het ontlokken en bevorderen van leerprocessen waarbij de leerkracht sturing geeft aan het leerproces en de eigen keuzes van leerlingen. Zo vraagt de leerkracht zich voortdurend af welke hulp, opdracht of aanwijzing gegeven kan worden om leerlingen te helpen tot leren te komen. Uitgangspunt bij het didactisch handelen is het werken met het directe instructiemodel. Daarnaast is het van belang dat de leerkracht afstemt op het niveau van de leerlingen. Bij het zelfstandig werken is er een opbouw van groep 1 tot en met groep 8, waarbij er steeds meer verwacht wordt van de kinderen. De Wilgen heeft de cursus ‘Teach like a champion’ gevolgd, deze didactische technieken worden in de praktijk ingezet.

3.3.4

Pedagogisch handelen

Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is afgestemd op het versterken van de drie basisbehoeften van de leerlingen, te weten: relatie, competentie en autonomie. Relatie: De leerlingen voelen zich geaccepteerd. Ze horen erbij. Ze zijn welkom. Ze voelen zich veilig. Er wordt met de leerlingen gepraat en niet over hen. Competentie: De leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen. Ze ontdekken dat ze steeds meer aankunnen. Autonomie: Leerlingen willen vrijheid en zelfbepaling. Ze willen verantwoordelijk zijn voor hun eigen taken. Zij kunnen (in elk geval voor een deel) hun leergedrag sturen. Onze teamleden geven ruimte aan het autonome gevoel van hun leerlingen. Ze honoreren initiatieven van leerlingen. Ze waarderen ideeën van leerlingen en wat ze ermee doen. Ze dagen leerlingen uit om eigen oplossingen te bedenken. Ze laten de leerlingen zelf keuzes maken bij het doen van taken (hoe en wat). Ze laten de leerlingen meebepalen bij de inrichting van het lokaal en vertrouwen organisatorische zaken aan leerlingen toe. Voor leerkrachten, leerlingen en ouders geldt dat ze respect hebben voor elkaar en voor de omgeving. Algemene schoolregels gelden voor allen en worden door allen nageleefd, waarbij voor een ieder geldt: Goed voorbeeld doet goed volgen.

3.4

Ondersteuningsbeleid Ondersteuningsbelei d

3.4.1

Passend onderwijs

Per 1 augustus 2014 moet elke school passend onderwijs bieden. Dit betekent dat iedere school onderwijs moet bieden, dat zo goed mogelijk aansluit bij de mogelijkheden van elke leerling. Op De Wilgen willen we dat elke leerling zich ontwikkelt conform zijn/haar mogelijkheden; we halen eruit wat erin zit. Deze ontwikkeling vindt in de basis plaats in de eigen groep bij de eigen leerkracht. Binnen deze groepen wordt gedifferentieerd in aanbod. Soms zijn er leerlingen die ondanks alle begeleiding van de leerkracht binnen de eigen groep extra zorg nodig hebben. Het aanbod van de leerstof, leertijd of leeraanpak moet voor hen passend gemaakt worden. Afhankelijk van de zorgvraag overlegt de leerkracht met de coördinator leerlingenzorg. Meer hierover heeft u kunnen lezen in hoofdstuk 2 Kwaliteitszorg. Door de komst van de wet op Passend Onderwijs is er voor ons als school de mogelijkheid om voor de leerlingen waarvan de hulpvraag groter is dan ons ‘reguliere’ aanbod, extra hulp in te zetten. Middels een extra budget kunnen we dan extra uren inzetten voor begeleiding of voor extra materialen. Hierbij is altijd de onderwijsbehoefte van de betreffende leerling leidend. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen het onderwijs krijgen dat bij hen past. Een enkele keer heeft een leerling een zeer specifieke onderwijsbehoefte waaraan wij op De Wilgen niet tegemoet kunnen komen. In dat geval zullen we samen met ouders op zoek gaan naar een school die beter past bij de vraag van het kind. Dit kan een andere school voor basisonderwijs zijn, een Leonardoschool, een school


pag. 20

voor Speciaal Basisonderwijs (SBO) of een school voor Speciaal Onderwijs (SO). In het geval van overplaatsing naar een SBO of SO school wordt in overleg met ouders en beide scholen besproken wat de wensen, doelen en te behalen resultaten zijn en dit wordt vastgelegd in een toelaatbaarheid verklaring.

3.4.2

Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Haarlemmermeer

Er zijn binnen de gemeente Haarlemmermeer 66 scholen verenigd in een samenwerkingsverband. Om Passend onderwijs te kunnen realiseren is er soms aanvullende ondersteuning nodig, om het onderwijs zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de ondersteuningsbehoefte van kinderen en de ondersteuningsmogelijkheden van scholen. De ondersteuningsmogelijkheden kunnen bestaan uit verschillende arrangementen. Deze arrangementen richten zich op de leerkracht, de ouders en het kind zelf. We spreken in dit geval over de kerntriade. Het creëren van deze arrangementen zal altijd in nauw overleg moeten gebeuren in de kerntriade leerkracht, ouder en kind. Het samenwerkingsverband voor Passend onderwijs Haarlemmermeer, heeft haar onderwijsinhoudelijke koers vastgelegd in het ondersteuningsplan. In dit ondersteuningsplan staat beschreven hoe er arrangementen voor ondersteuning gemaakt kunnen worden en wie daarbij betrokken kunnen worden. Dit kunnen uiteenlopende partijen zijn, omdat de basisgedachte is, dat elke situatie rondom een kind een specifieke aanpak nodig heeft. Het maken van deze ondersteuningsarrangementen gebeurt altijd in nauw overleg en in samenspraak met ouders, school en het kind. Voor meer informatie over ons samenwerkingsverband en het ondersteuningsplan verwijs ik u naar de website: www.passendonderwijshaarlemmermeer.nl.

3.4.3 3.4.3

Onderwijsprofiel

Met het ingaan van de wet op Passend Onderwijs is elke school verplicht om zijn onderwijsprofiel op te stellen. Een onderwijsprofiel van iedere school bestaat uit een basiszorg, een breedtezorg en een dieptezorg. In het Samenwerkingsverband Haarlemmermeer spreken we van een basisaanbod, een breedteaanbod en een diepteaanbod en formuleren scholen een plusaanbod. De onderwijsprofielen van de PO, SBO en SO scholen gezamenlijk leveren een onderwijscontinuüm op, waarmee wij alle leerlingen een passend onderwijsaanbod kunnen geven. Het breedte en het diepteaanbod op onze scholen is een intensivering van de onderwijsaanpak zoals de school het biedt in het basisaanbod. Dit geldt voor alle vormen van onderwijs. De onderwijsprofielen geven zicht op het onderwijsaanbod voor alle leerlingen in een school. Het onderwijsprofiel moet een zichtbare kwaliteit van onderwijs waarborgen. U vindt ons onderwijsprofiel terug op de website van Passend Onderwijs Haarlemmermeer (www.passendonderwijshaarlemmermeer.nl).

3.5

Leerstofaanbod

3.5.1

Vak/vormingsgebied of activiteit: Bewegingsonderwijs

Doelen van de school

Methoden / materialen

Relatie met de kerndoelen

Bevorderen van de ontwikkeling van de bewegingsmogelijkheden van elk kind. Bevorderen van een veelzijdige motorische vaardigheid. Bevorderen en behouden van plezier in bewegen. Het bevorderen van sociaal gedrag in bewegingssituaties. Bevorderen interesse in sport en buiten spelen. Groep 1/2: “Bewegingsonderwijs in het speellokaal”. Lessen van sportservice Haarlemmermeer. Zangspelen en tikspelen. Groep 3 t/m 8: “Basislessen bewegingsonderwijs” W. van Gelder en H. Stroes. Het systeem voldoet aan de kerndoelen.


pag. 21

Uitvoering in de praktijk Onderbouw 2 keer per week in het speellokaal; één spelles en één toestellenles. De lessen worden gegeven door de groepsleerkrachten. Tweewekelijks een extra les door de combinatiefunctionaris. (Vanuit sportservice Haarlemmermeer worden op een aantal scholen combinatiefunctionarissen ingezet om het bewegen onder basisschoolleerlingen te stimuleren). Groep 3 t/m 8 elke week twee keer 45 minuten. De lessen worden in alle groepen verzorgd door de vakleerkracht. Naast het aanbod onder schooltijd beschikt de school vanaf schooljaar 2011-2012 over een combinatiefunctionaris. Deze verzorgt extra sportactiviteiten, o.a. tijdens de TSO.

3.5.2 3.5 .2

Vak/vormingsgebied of activiteit: Nederlandse taal



Vaardigheden ontwikkelen waarmee kinderen de taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijkse leven voordoen. Kennis en inzicht verwerven over betekenis, gebruik en vorm van taal. Plezier hebben en houden in het gebruiken en beschouwen van taal. De doelen worden verdeeld over 4 domeinen: • Mondelinge taalvaardigheid • Leesvaardigheid • Schrijfvaardigheid • Taalbeschouwing Schatkist van Zwijsen in de groepen 1/2. Veilig Leren Lezen van Zwijsen in groep 3. Estafette in groep 4 en 5. Begrijpend Lezen in groep 4 tot en met 8: Nieuwe methode, nog niet bekend. Taal en spelling in groep 4 tot en met 8: Taal Actief van Malmberg. Schrijven: Pennenstreken van Zwijsen. Computerprogramma’s: Veilig Leren Lezen en Taal Actief Voldoet aan de kerndoelen.

Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Conform handleidingen methoden.

3.5.3 3.5 .3

Vak/vormingsgebied of activiteit: Rekenen en Wiskunde



Basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskunde-taal begrijpen en toepassen in praktische situaties. Eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen. Verbindingen kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en de dagelijkse leefwereld. Zie voor specifieke doelen de diverse handleidingen van de methoden. Ontwikkelingsmateriaal. Schatkist in de groepen 1/2. Bronnenboek Rekenrijk in de groepen 1/2. Wereld in getallen versie 4 van Malmberg. Computerprogramma bij WIG. Tellers en noemers van Malmberg. Maatwerk rekenen als remediërend leermiddel. Maatschriften van Alles Telt voor individuele leerlijnen. Voldoet aan de kerndoelen.

Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Conform handleiding methode.


pag. 22

3.5.4 3.5 .4

Vak/vormingsgebied of activiteit: Engelse taal


Leerlingen leren communiceren in het Engels. Leerlingen een positieve houding bijbrengen ten aanzien van het vak Engels. De leerlingen begrijpen eenvoudig gesproken teksten over alledaagse situaties. Take it Easy Voldoet aan de kerndoelen.

Methoden / materialen Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Elke week wordt er in groep 1/2, 3, 7 en 8 Engelse les gegeven. Vanaf schooljaar 2016-2017 ook groep 4. Vanaf schooljaar 2017-2018 ook groep 5. Vanaf schooljaar 2018-2019 alle groepen.

3.5.5 3.5 .5

Vak/vormingsgebied of activiteit: Oriëntatie op jezelf en de wereld


Aardrijkskunde: Kinderen vormen zich een beeld van de aarde en haar belangrijkste gebieden. Zij verwerven inzicht in de ruimtelijke component van de natuurlijke, economische, politieke, sociale en culturele aspecten van het bestaan. Kinderen maken zich geografische vaardigheden eigen. Geschiedenis: Kinderen kunnen personen, culturen en ontwikkelingen in de tijd plaatsen. In groep 5 t/m 8 maken de kinderen kennis met de ontwikkeling van menselijke samenlevingen. Natuur en techniek: Kinderen beleven plezier in het verkennen van de natuur en techniek vanuit een kritische en vragende houding en hebben zorg voor een gezond leefmilieu. Zij verwerven kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn om op een juiste wijze met levende- en niet-levende natuur om te gaan. Burgerschapsvorming: Op De Wilgen willen we kinderen voorbereiden op een plaats in de maatschappij. Dit houdt in dat we als doel hebben dat ze actief meedoen aan de samenleving, een deel van die samenleving willen zijn en er een positieve bijdrage aan leveren (hierin zien wij de school als kleine sub samenleving, waarin volop geoefend kan worden). Gezond gedrag: De school besteedt structureel actief aandacht aan de gezondheid van kinderen door middel van voorlichting en bewegingsactiviteiten. Sociale redzaamheid: We willen de leerlingen helpen zich veilig in het verkeer te bewegen, door ze om te leren gaan met gevaarlijke situaties, de verkeersregels eigen te maken en zicht te laten krijgen op welk gedrag veilig is van en op weg naar school.


Maatschappelijke verhoudingen: Onze leerlingen weten hoe de staatsinrichting er in Nederland uitziet en leren de belangrijkste verschillende met grote mogendheden (o.a. verschil koninkrijk en republiek). Aardrijkskunde: Meander. Geschiedenis: Brandaan. Natuur en Techniek: Naut. Extra techniekonderwijs: Proeven van Techniek. NOT schooltv programma’s. Aanbod van natuur en milieueducatie (leskisten, excursies via NMCH).


pag. 23

Wijzer door het verkeer. Relatie met de Voldoen aan de kerndoelen. kerndoelen Uitvoering in de praktijk De lessen voor aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek worden gegeven conform de methoden Naut, Brandaan en Meander die daarvoor op het rooster zijn gereserveerd. Dit gebeurt middels clustering van de vakken. Burgerschapsvorming komt terug door ons hele onderwijssysteem heen; waarin met name in het aanbod vanuit Trefwoord en de Kanjertraining extra aandacht is voor de eigen sociaal-emotionele ontwikkeling, die belangrijk is bij het functioneren als actief burger in de maatschappij. Lessen gezond gedrag: meerdere keren per jaar wordt er aandacht besteed aan dit onderwerp door middel van verschillende lespakketten; zoals ‘ik eet het beter’. Ook bevorderen we als school gezond gedrag door de leerlingen in samenwerking met de ouderraad buitenschoolse sportactiviteiten aan te bieden. De directie neemt de verantwoordelijkheid om via de Willeke en Wil ouders te informeren omtrent zaken die te maken hebben met gezond gedrag (o.a. hoofdluis, diabetes, Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), obesitas, traktatiebeleid).

3.5.6 3.5 .6

Vak/vormingsgebied: Vak/vormingsgebie d: Kunstzinnige oriëntatie


Tekenen en handvaardigheid: Het onderwijs in beide vakken is erop gericht kinderen te laten kennismaken met verschillende mogelijkheden om zich in beelden uit te drukken. Ze leren beeldende uitingen van anderen te begrijpen en ervan te genieten. Ze leren hoe ze hun ideeën, gevoelens, waarnemingen en ervaringen vorm kunnen geven in beeldende werkstukken. Tekenen is gericht op het beelden in 2 dimensies: het platte vlak. Bij handvaardigheid gaat het om beeldende werkstukken in drie en soms twee dimensies. Muziek: Leerlingen kunnen luisterend, spelend, zingend en bewegend van muziek genieten. De lessen zijn erop gericht kinderen op systematische wijze kennis, inzicht en vaardigheden op het gebied van muziek bij te brengen. Ze leren de eerste beginselen van de taal van muziek en ontdekken hun muzikale mogelijkheden. Drama: Leerlingen leren de expressieve mogelijkheden van stem, taal, houding, beweging en mimiek kennen en toepassen. Ze maken kennis met de expressieve uitingsmogelijkheden van anderen en leren op het spel van henzelf en van anderen te reflecteren. Ze krijgen inzicht in de opbouw van een rol en een verhaal.


Filosofie: Leerlingen leren dat niet bij alles een goed of fout antwoord van toepassing is. Ze ontwikkelen denkvaardigheden waarin een eigen zienswijze tot uiting komt. Daarnaast versterkt het kind de vaardigheid om de eigen gedachten te structureren, om stellingen te beargumenteren en wordt er geleerd om denken bewust in te zetten als dat nodig is. Leerlingen leren vaardigheden om zich bewust te ontspannen. Tekenen en handvaardigheid: Uit de Kunst. Drama online. Muziek: Vier muziek met… Muziekinstrumenten. Kunstmenu gemeente Haarlemmermeer. Voldoet aan de kerndoelen.

Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk In de groepen 1/2 is het aanbod verweven in het thematische lesprogramma. Vanaf groep 3 worden de vakken in clusters van 3 weken aangeboden. Hierbij worden de vakken door leerkrachten met affiniteit voor het vak gegeven. Zij wisselen van groep en lokaal.


pag. 24

3.5.7 3.5 .7

Vak/vormingsgebied of activiteit: Cultuureducatie


Het doel is om iedere leerling in het primair onderwijs zo breed mogelijk kennis te laten maken met alle kunstdisciplines, erfgoededucatie en media-educatie, zowel receptief als actief. Cultuureducatie: Het gaat om activiteiten ter wille van kennis, begrip en beleving van cultuur, op school en in vrije tijd. Kunsteducatie: Het leren over, door en met kunst. Het leren beoordelen van kunst, ervan genieten en het zelf beoefenen. Alle kunstdisciplines komen daarbij aan bod: muziek, dans, beeldende kunst en vormgeving, theater, audiovisueel, literatuur.


Erfgoededucatie: Onderwijs met en over cultureel erfgoed: materiële en immateriële sporen uit het verleden. Monumenten, archeologische vondsten of archieven zijn voorbeelden van materieel erfgoed. Tradities, verhalen, rituelen en gebruiken worden immaterieel of levend erfgoed genoemd. Kunstmenu: het aanbod van cultuur educatieve projecten en activiteiten voor scholen voor primair en speciaal onderwijs dat zodanig is gestructureerd dat iedere leerling in ons onderwijs planmatig in aanraking komt met alle kunstdisciplines, erfgoededucatie en media-educatie. Voldoet aan de kerndoelen.

Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Met behulp van het kunstmenu wordt een vierjarenplan opgesteld waarin alle kinderen een aantal keer per schooljaar zowel actief als receptief kennis maken met twee van de deelaspecten van de cultuureducatie. Daarbij wordt er vanaf de groepen 5 t/m 8 jaarlijks een cultureel uitstapje gepland dat passend is bij het aanbod van Naut, Meander of Brandaan.

3.5.8 3.5 .8

Informatie-- en communicatie technologie (ICT) Vak/vormingsgebied of activiteit: Informatie



In de groepen 1 t/m 8 worden ICT-middelen dagelijks gebruikt door de leerlingen en de leerkracht. De leerlingen gebruiken de middelen voor kennisoverdracht, kennisconstructie en inoefenen. ICT wordt ingezet als middel voor andere vakgebieden, maar we besteden op De Wilgen ook aandacht aan ICT als doel. • De leerlingen kunnen een tekst maken en bewerken met een tekstverwerkingsprogramma op de computer. • De leerlingen weten globaal welke mogelijkheden (digitale) informatiemedia hebben. • De leerlingen kunnen met behulp van een computer digitale leermiddelen gebruiken. • De leerlingen kunnen informatie opzoeken met behulp van internet en deze informatie verwerken in een werkstuk. • Leerlingen leren op een verantwoorde wijze om te gaan met digitale middelen. • Leerlingen leren hoe zij veilig om kunnen gaan met social media en internet. In alle groepen wordt gebruik gemaakt van digitale schoolborden. Voor de groepen 1/2 zijn per klas 2 computers beschikbaar. Voor groepen 3 t/m 8 zijn 3 computers per groep beschikbaar. Daarnaast is er een computereiland waar 8 extra computers ingezet kunnen worden. De leerlingen werken met de computerprogramma’s behorende bij de methoden. Daarnaast wordt in de groepen 1/2 extra ‘ik reken’ ingezet. Voor meer- en hoogbegaafde leerlingen is er de mogelijkheid gebruik te maken van de digitale leeromgeving van Acadin.


pag. 25

Relatie met de Voldoet aan de kerndoelen. kerndoelen Uitvoering in de praktijk Alle leerlingen maken meerdere keren per week gebruik van de computers. De leerlingen werken individueel en soms in tweetallen met de programma’s op de computer. Hierbij wordt zowel ingezet op herhaling, remediering als verrijking.

3.5.9 3.5 .9

Vak/vormingsgebied of activiteit: Godsdienst/levensbeschouwing



• •

Leerlingen in staat stellen levensbeschouwelijke vragen te stellen. Leerlingen bekend maken met de inhoud en achtergronden van christelijke feestdagen en verhalen uit de bijbel. • Leerlingen op grond van de katholieke identiteit van de school open leren staan en bekend maken met andere godsdiensten, zoals de Islam, het Boeddhisme, het Hindoeïsme en het Jodendom. • Leerlingen bewust maken van vragen die gaan over hoe je als persoon in het leven staat. Hoe ga ik om met mijn minder sterke kanten? Wat gebeurt er met mij en met anderen als het leven stopt? Besteed ik wel tijd aan aspecten van het leven die ik eigenlijk belangrijk vind? Trefwoord. Extra materialen en boeken. Voldoet aan de kerndoelen.

Relatie met de kerndoelen Uitvoering in de praktijk Dagelijks bij start van de dag 10 minuten. Rondom Kerst en Pasen worden vieringen georganiseerd.

3.6 ICT Het onderwijs van de toekomst mag voor leerlingen praktischer. Meer doen, meer context; wat je leert in de praktijk brengen! Digitalisering speelt hierin een rol, maar is niet dé oplossing of hét middel. Het blijft een combinatie van verschillende middelen! Omdat het onderwijs praktischer mag en toepasbaarder, moet daarmee ook het ontwerp van de school veranderen. Op De Wilgen wordt in elke groep lesgegeven met gebruik van een digitaal schoolbord. In de kleutergroepen zijn dit borden met touchfunctie. In de groepen 3 t/m 8 zijn dit digiborden met een beamer. Deze borden verrijken met name de instructiefase in de lessen. Met behulp van de software behorende bij de verschillende lesvakken geeft het mogelijkheden tot interactieve lessen. Daarnaast worden de borden, vooral in de kleutergroepen ook ingezet tijdens andere werkvormen. In elke groep staan eigen computers. Daarnaast hebben we een computerhal met 8 extra computers waar de groepen 3 t/m 8 gebruik van kunnen maken. De inzet van de computers in ons onderwijs is tweeledig. Enerzijds willen we de leerlingen helpen ontwikkelen in het gebruik van computers en de bijbehorende programma’s, anderzijds worden de computers ingezet als ondersteuning bij de verschillende vakken, zowel voor inoefening, remediëring als verdieping. Op dit moment zijn er 2 tablets binnen de school waarmee we een eerste verkenning uitvoeren om gebruik van mobiele devices meer te integreren in ons onderwijsprogramma. Eén van de beleidsvoornemens is dan ook het bepalen van verdere inzet van ICT leermiddelen in onze lessen.

3.7

Beleidsvoornemens onderwijskundig beleid

3.7.1

Aanpassen visie op begrijpend lezen en studievaardigheden

Door middel van scholing en begeleiding van het CPS (onderwijsontwikkeling en advies) en door inzet van de kennis van onze eigen stuurgroep willen we onze visie op begrijpend lezen en daaraan gekoppeld studievaardigheden opnieuw vaststellen. Daaraan gekoppeld zullen we ook een keus gaan maken voor nieuwe methoden.


pag. 26

3.7.2

Vernieuwde visie op aanvankelijk en voortgezet lezen

Onze methoden (en daarmee gekoppeld onze aanpak) ten aanzien van aanvankelijk en voortgezet lezen zijn alweer wat verouderd. We willen ons verdiepen in de nieuwste inzichten t.a.v. het totale (technisch) leesonderwijs en daarbij aansluitend nieuwe methoden implementeren.

3.7.3

Aanpassingen inzet werkvormen bovenbouw

Binnen de school staat de behoefte om met een stofkam door allerlei keuzes te gaan die in het verleden gemaakt zijn en nu automatisch nog steeds doorgezet worden. Je kunt daarbij denken aan boekbesprekingen, werkstukken en spreekbeurten. We willen met elkaar bepalen welke doelen we willen bereiken en welke werkvormen daarbij aansluiten. Hierbij zullen ook raakvlakken ontstaan met het huiswerkbeleid en agendagebruik.

3.7.4

Bepalen inzet ICT leermiddelen

Zoals hierboven in 3.6 al benoemd willen we met elkaar de komende 4 jaren komen tot een eenduidige richting ten aanzien van de inzet van ICT leermiddelen. Daarbij staat voorop dat we eerst duidelijk de doelen vast willen stellen die we willen bereiken en daarbij de passende middelen willen kiezen. Hierbij is het belangrijk dat deze doelen gericht moeten zijn op de enorm snelle veranderingen die er op ICT gebied plaatsvinden.

3.7.5

Oriëntatie nieuwe methoden wereldoriëntatie

Deze doelstelling zou breder geformuleerd kunnen worden. De methoden zijn alweer bijna 8 jaar oud. Op dit moment is er nog grote tevredenheid ten aanzien van het gebruik van de methoden. We zullen daarom aan het eind van deze cyclus van 4 jaar met elkaar vast moeten stellen op welk moment we de methoden willen gaan vervangen.

3.7.6

Doorbrekende werkvormen in groepen 1/2

Hoewel we de komende 4 jaar vast blijven houden aan de heterogene kleutergroepen willen we de komende jaren wel onderzoeken in hoeverre er werkvormen georganiseerd kunnen worden die groep doorbrekend zijn en meer tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van de verschillende leerlingen.

3.7.7

Ontwikkelen beleid meermeer- en hoogbegaafdheid (plusklas?)

In schooljaar 2013-2014 is er vernieuwd beleid vastgesteld t.a.v. het omgaan met meer- en hoogbegaafdheid. In 2014-2015 is er een eerste start gemaakt met de uitvoering van dit beleid. Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van het Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH). We willen dit beleid verder gaan ontwikkelen en uitbreiden waarbij de afweging gemaakt zal moeten gaan worden of er structureel gewerkt kan gaan worden met een plusklas. Eventueel in samenwerking met andere scholen.

3.7.8

Verdiepen en uitbreiden inzet zelfstandig werken

In de laatste twee jaren van ons vorige schoolplan is sterk ingezet op het eenduidig maken van ons beleid ten aanzien van zelfstandig werken. De komende vier jaar willen we dit aanbod uitbreiden, specifiek maken en borgen. Daarbij vooral aandacht aan het eenduidig houden, zodat de doorgaande lijn door 8 jaren heen duidelijk blijft en meerwaarde biedt.

3.7.9

Vaststellen doelen en ontwikkelingslijnen expressievakken

In schooljaar 2014-2015 is gestart met de expressiemiddagen waarbij een leerkracht aan alle groepen 3 t/m 8 een bepaald vak geeft. De vakken die gegeven worden zijn: handvaardigheid, dramatische


pag. 27

vorming, muziek, tekenen en filosofie (in brede zin, bijvoorbeeld ook mindfulness). Voor al deze vakken vinden we het belangrijk te verwoorden wat de ontwikkelingslijnen zijn gedurende 8 jaar (hierin worden ook de kleutergroepen meegenomen) en welke doelen we stellen per leerjaar. In hetzelfde schooljaar is hiermee al gestart met de vakken tekenen en handvaardigheid voor de groepen 3 t/m 8 en het doel is om aan het eind van het tijdvak van dit schoolplan alle vakken in kaart gebracht te hebben.


pag. 28

4

Personeelsbeleid

4.1

Strategische doelen personeelsbeleid Stichting Meer Primair

Professionalisering Meer Primair streeft naar kwalitatief hoogstaand onderwijs waarin aandacht is voor talentontwikkeling, kennis en onderzoek en samenhang. Meer Primair heeft leerkrachten in huis met vakmanschap en pedagogische tact en die bereid zijn hun expertise te delen. Ondernemend en innovatief personeel, dat bereid is te werken aan de eigen ontwikkeling. Meer Primair stimuleert en ondersteunt de ontwikkeling van de medewerkers met het aanbod van de HoofdpoortAcademie en andere instanties en o.a. het programma voor startende leerkrachten. Meer Primair intensiveert de samenwerking met de verschillende opleidingsinstituten (hogescholen, ROC’s, academische pabo).

Arbeidsomstandigheden Meer Primair streeft naar duurzame inzetbaarheid van de medewerkers. Medewerkers zijn in balans, zelfbewust, gezond en geïnspireerd aan het werk. Scholen bieden een sociaal veilige leer- en werkomgeving voor de medewerkers.

Meer Primair heeft een adequaat werkgelegenheidsbeleid Meer Primair streeft, ondanks krimp, naar continuïteit in werkgelegenheid door strategisch personeelsbeleid te voeren. Meer Primair voert een actief mobiliteitsbeleid en creëert loopbaan kansen voor haar medewerkers.

ICT en medewerkers: de medewerkers hebben voldoende ICT bekwaamheden, onderhouden deze, en zetten deze in bij bi j het pedagogisch handelen, het werken in de schoolcontext en professionele ontwikkeling Medewerkers binnen Meer Primair beschikken over de benodigde competenties om ICT adequaat in te (kunnen) zetten. Medewerkers werken blijvend aan de ontwikkeling van ICT vaardigheden (nascholing, leernetwerken). ICT vaardigheid en bekwaamheid is een onderdeel van de gesprekkencyclus. Meer Primair is een lerende organisatie waarin bestuurders en directeuren de ambitie hebben om medewerkers te faciliteren ICT bekwaam te worden.

4.2

Ons huidige personeelsbeleid

4.2.1

Teamleden

Bij de start van dit schoolplan bestaat het team van De Wilgen uit 12 teamleden. Naast 8 groepsleerkrachten (waarvan 3 fulltime) zijn er een coördinator leerlingenzorg, een vakleerkracht gymnastiek, een conciërge en een directeur werkzaam.


pag. 29

4.2.2

Organisatiestructuur

Vanaf schooljaar 2012–2013 werkt De Wilgen met een management structuur met stuurgroepen. De directeur stuurt tezamen met twee management advies leden (MAT) deze stuurgroepen aan. Stuurgroep A richt zich primair op de vakken taal, rekenen en spelling. Stuurgroep B richt zich primair op wereldoriëntatie en expressieve ontwikkeling. Stuurgroep C richt zich op de PR en het gebruik van ICT. Alle teamleden hebben zitting in één van de drie stuurgroepen. Door middel van deze structuur is een ieder betrokken bij inhoudelijke processen en veranderingen. Uiteindelijke besluiten worden genomen door de directeur nadat eventuele voorstellen vanuit de stuurgroepen in het team zijn voorgelegd.

4.2.3

Professionalisering

Scholing van personeelsleden is van essentieel belang. Nascholing wordt gezien als een vorm van scholing aan leden van het personeel ter verdieping en verbreding van hun kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshouding, direct verband houdend met de uitoefening van hun functie. Er vindt scholing plaats op verschillende niveaus; teamscholing gericht op een onderwerp op school, individuele scholing middels de Hoofdpoortacademie (een samenwerkingsverband tussen de schoolbesturen van Meer Primair en VCO De Basis) en individuele of groepsscholing op aanvraag.

4.2.4

Duurzame inzetbaarheid

Met ingang van de nieuwe cao in augustus 2014 ontvangen werknemers 40 uur voor duurzame inzetbaarheid (deeltijders naar rato). Binnen Meer Primair kunnen deze uren ingezet worden voor: ontvangen van coaching, collegiale consultatie/observatie op de eigen of een andere school, inspiratie bijeenkomsten, oriëntatie op mobiliteit, intervisie, oriëntatie op ander onderwijs, overige activiteiten t.b.v. de persoonlijke ontwikkeling en niet plaatsen tijdgebonden werkzaamheden.

4.3

Beleidsvoornemens op personeelsbeleid

4.3.1

Versterking vak specialismen (expressie, gym, cultuur)

In schooljaar 2014-2015 zijn we op De Wilgen gestart met een expressiemiddag. De structuur van deze middag is erop gericht dat een ieder vakken geeft waarbij er grote affiniteit is. In de komende schooljaren willen we meer gebruik gaan maken van deze individuele affiniteit. Dit kan o.a. door gerichte scholing van teamleden, opzet van goede documentatie en overdracht van informatie. Hierbij is het belangrijk om steeds met elkaar af te wegen, waarin je een integrale leerkracht bent en waarin je specialisaties in kunt zetten. Het vraagt dus tevens om afbakening van de vakgebieden waarbinnen specialismen ingezet gaan worden.

4.3.2

Verlagen hoeveelheid administratieve werkzaamheden

De werkdruk in het basisonderwijs is hoog. Dit wordt mede vormgegeven door alle administratieve handelingen die verricht (moeten) worden. Als team van De Wilgen willen we met elkaar kijken welke handelingen er zijn die misschien efficiënter uitgevoerd kunnen worden, waardoor er voldoende tijd overblijft voor een goede lesvoorbereiding die de onderwijskwaliteit verhoogt.

4.3.3

Begeleidingsopzet nieuwe leerkrachten

De Wilgen wil de komende jaren een duidelijke begeleidingsopzet maken voor aan de ene kant startende leerkrachten en aan de andere kant ervaren leerkrachten die nieuw zijn op De Wilgen. Daarmee hopen we de kwaliteit van het onderwijs en de ontwikkelingen die reeds zijn ingezet te borgen.


pag. 30

4.3.4

Opbouw team

Om de komende jaren goed onderwijs te kunnen blijven bieden heeft De Wilgen ook in de toekomst een evenwichtig opgebouwd team nodig. Hierbij zal meer aandacht kunnen zijn voor vakspecialisten zoals bv. een rekenspecialist, een taalspecialist en een lees coördinator. Ook is het goed als er meer teamleden zijn die beleidsmatig mee gaan denken over de ontwikkeling van de school in het algemeen. Binnen de functiemix zijn hier voldoende mogelijkheden en aanknopingspunten voor.

4.3.5

gesprekkencyclus Digitalisering (verantwoording) gesp rekkencyclus

Binnen Meer Primair zal er eenduidigheid gaan komen over de inzet van de gesprekkencyclus en de verantwoording daarbij. Hierbij zal gebruik gemaakt gaan worden van een digitaal systeem.


pag. 31

5

Bedrijfsvoering

5.1

PR en communicatie (en organisatie) organis atie)

5.1.1

Strategische doelen op PR en communicatie

Marktgericht met een krachtig profiel Alle scholen werken gericht aan profilering van de school. Alle scholen zijn klantgericht en implementeren marketing- en communicatiebeleid. Communicatie met de ouders is actief gericht op het ontwikkelen van educatief partnerschap.

De bekendheid van Meer Primair is positief versterkt Meer Primair staat bekend als een professionele organisatie met een sterke positie in de Haarlemmermeer. Meer Primair biedt bijzonder onderwijs in de wijk. De communicatiestrategie maakt optimaal gebruik van de mogelijkheid van moderne media.

5.1.2

Doelen PR en communicatie op schoolniveau

Op De Wilgen is er de laatste 4 jaar veel aandacht besteed aan de PR en de communicatie. Door deze intensivering is er een goed contact opgebouwd met de huidige ouders en zijn er sterke banden met peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. De school heeft inmiddels dan ook weer een zeer positief imago waardoor toekomstige ouders de school goed weten te vinden. Het doel voor de komende 4 jaar is om de opgebouwde vormen van communicatie zoals een goede up-to-date website, tweewekelijkse nieuwsbrief (Willeke en Wil) en inloopmomenten voor ouders te continueren. Verder zullen we vast blijven houden aan het organiseren van 3 open ochtenden per schooljaar. Het is de afgelopen 4 jaar gebleken dat de interesse in deze ochtenden toenemen en er ook veel aanmeldingen uit voortkomen.

5.1.3

Beleidsvoornemens op PR en communicatie

De komende jaren willen we de vormen van contact met ouders gaan aanpassen. Enerzijds zal gekeken worden naar nieuwe structuren voor de 10-minutengesprekken en informatieavonden. Anderzijds zal onderzocht worden welke (on)mogelijkheden we zien t.a.v. de inzet van het ouderportaal van ParnasSys (zie voor verdere uitwerking 6.4.1).

5.2

Financieel Beleid

5.2.1

Strategische doelen op financieel beleid

Meer Primair is transparant georganiseerd op alle niveaus waarmee zij de bedrijfsvoering op orde houdt Meer Primair is in control en voldoet aan de eisen van Code Goed Bestuur. Gezonde organisatie met een solide bedrijfsvoering. Meer Primair gebruikt een transparante allocatie van middelen op basis van financiële en niet-financiële kengetallen. Er is een adequaat managementinformatiesysteem voor sturing en verantwoording in gebruik. Meer Primair heeft, met het oog op continuïteit, een adequate meerjarenbegroting. Op basis van risicoanalyse is er een passend systeem van reserves en voorzieningen.


pag. 32

Op alle niveaus wordt gewerkt volgens de vastgestelde processen als beschreven in Handboek Administratieve Organisatie. Meer Primair streeft naar optimale aansluiting tussen interne werkprocessen en aanvullende aanvullende externe dienstverlening Jaarlijks worden er prestatieafspraken gemaakt en vastgelegd in een overeenkomst. Meer Primair maakt optimaal gebruik van externe financiële dienstverlening en automatisering inclusief digitale informatiesystemen. Aanvullende advieswerkzaamheden op expertisegebieden worden, indien nodig, ingehuurd.

Er is een cultuur van financieel bewustzijn en resultaatverantwoordelijk werken op alle

organisatieniveaus De uitputting van de jaarlijks vastgestelde budgetten, op school- en bestuursniveau, wordt middels de Planning & Control cyclus gevolgd. Voor het verhogen van de onderwijskwaliteit stelt Meer Primair projectmiddelen beschikbaar. Meer Primair stimuleert de school(directeur) gebruik te maken van de mogelijkheden tot extra subsidiering en sponsoring.

5.2.2

Doelen financieel beleid beleid op schoolniveau

Stichting Meer Primair wil een verantwoord financieel beleid voeren, waarbij middelen optimaal worden ingezet voor het verhogen van de onderwijskwaliteit en tegelijkertijd de risico’s in de organisatie voldoende worden afgedekt. Dit vraag op schoolniveau om een goed meerjareninvesteringsplan (MIP) en een jaarlijks sluitende begroting. Belangrijk hierbij is dat gedurende het schooljaar er een aantal controlemomenten worden ingebouwd; hiervoor kunnen de softclose rapportages van de kwartalen voor worden gebruikt. Ander doel dat De Wilgen zich stelt is om de begroting aan te laten sluiten bij de doelen die zij zich stellen. Zo wordt het financieel beleid aangepast aan het onderwijskundig beleid en niet andersom.

5.2.3.

Beleidsvoornemens

Volgend schooljaar zal er in de MIP een aanpassing gedaan worden zodat er in de toekomst ruimte vrij gemaakt wordt om mogelijkheden te creëren met tablets te gaan werken.

5.3

Materieel

5.3.1

Doelen materieel op schoolniveau

Voor het geven van goed onderwijs zijn er bijpassende en effectieve materialen nodig. Op De Wilgen ligt er een duidelijk onderbouwd meerjareninvesteringsplan zodat er tijdig ingezet kan worden op het vernieuwen van methoden en aanvullende materialen.

5.3.2

Beleidsvoornemens

Op De Wilgen zijn nu 2 groepen waarin een plantenwand staat. Deze plantenwanden zorgen voor een gezonder binnenklimaat. De verwachting is dat leerlingen door een gezonder binnenklimaat energieker zijn om te werken, waardoor de ontwikkeling positief beïnvloed zal worden. Ons voornemen is om in de komende 4 jaar in alle groepen minimaal 1 plantenwand te plaatsen.


pag. 33

5.4

ICT en infrastructuur

5.4 5.4 .1

Strategische doelen ICT en infrastructuur

Meer Primair zorgt voor een goede beschikbaarheid en kwaliteit van hardware, hardware, netwerken en connectiviteit binnen het onderwijs Elke school beschikt over een goed draadloos netwerkverbinding. Het beheer van de infrastructuur voor zowel de scholen als het bestuurskantoor is adequaat ondergebracht. Elke school brengt zijn leerlingenadministratie, leerlingenresultaten en zorgadministratie onder in ParnasSys en verantwoordt de inzet in het schoolplan. Elke school heeft een communicatieplan voor de digitale uitwisseling met de ouders. Alle geledingen in de organisatie maken actief gebruik van het intranet.

5.4 5.4 .2

Doelen ICT en infrastructuur op schoolniveau

ICT en digitalisering is geen doel op zich. Op De Wilgen willen we deze middelen inzetten om de ontwikkeling van leerlingen op dit gebied optimaal te maken. Hiertoe is het belangrijk dat leerlingen leren werken met eigentijds ICT materiaal en dat zij ‘mediawijs’ gemaakt worden.

5.4 5.4 .3

Beleidsvoornemens

De komende 4 jaar zal er een verdere visie ontwikkeld gaan worden over de inzet van ICT bij het leerprogramma. Hierbij wordt ook de rol van tablets bekeken en onderzoeken we de mogelijkheden van ‘Bring Your Own Device’. Bij elke beslissing zal het uitgangspunt zijn wat we willen bereiken met ons onderwijs en wat de inzet van ICT daarin kan betekenen.

5.5

Huisvesting

5.5.1 5.5 .1

Strategische doelen huisvesting

Meer Primair beheert en exploiteert haar schoolgebouwen op een effectieve en efficiënte wijze Meer Primair anticipeert op veranderende eisen (instandhouding en exploitatie van de verschillende onderwijsgebouwen) in relatie tot de demografische ontwikkeling en levensvatbaarheid. Schoolgebouwen zijn goed onderhouden en eigentijds. Meer Primair streeft naar effectiviteit t.a.v. de inzet van beschikbare schoolgebouwen. Het binnenklimaat en hygiëne in de scholen is optimaal. Alle scholen zijn zuinig met energie en gericht op duurzaamheid.

De schoolgebouwen van Meer Primair voldoen aan de (onderwijskundige) eisen van de toekomst Onze schoolgebouwen zijn toegerust op onderwijskundige vernieuwing. Meer Primair initieert en participeert in samenwerkingsprojecten als brede school en integraal kindcentrum. Meer Primair stimuleert haar scholen tot een verbinding tussen onderwijs en opvang. Meer Primair streeft naar een optimale bezetting van schoolgebouwen middels dagarrangementen en vol(g)tijdelijke bezetting.


pag. 34

Meer Primair ontwikkelt een adequaat en strategisch huisvestingsbeleid De verantwoordelijkheid voor huisvestingsbeleid is zodanig belegd dat er wordt geanticipeerd op de toekomst. Meer Primair is toegerust op de overheveling buitenonderhoud en mogelijke verdere doordecentralisatie. Het Integraal Huisvestingsplan van de gemeente Haarlemmermeer is leidend bij de uitvoering. Meer Primair streeft naar optimale bestuurlijke samenwerking op het gebied van onderhoud en, waar nodig, wordt externe deskundigheid ingehuurd.

5.5.2 5.5 .2

Doelstellingen voor huisvesting op schoolniveau

Als De Wilgen vinden we het belangrijk dat de inrichting van het schoolgebouw en de werkruimtes passend zijn bij het onderwijskundige doel.

5.5.3 5.5 .3

Beleidsvoornemens

We willen in de komende jaren zoeken naar mogelijkheden om creatiever om te gaan met het inrichten van de werkruimtes opdat er een positievere ‘ruimte ervaring’ plaats zal vinden.


pag. 35

6

Ouders en externe relaties

6.1

Strategische doelen ouders en externe relaties

Brede maatschappelijke kind voorziening Alle scholen beschikken over een dagarrangement. Scholen van Meer Primair oriënteren zich op andere schooltijden en/ of hebben een keuze gemaakt over de inrichting van schooltijden. Er is sprake van een intensieve samenwerking met Hogescholen.

6.2

Huidige situatie

6.2.1

Ouders/verzorgers Ouders /verzorgers

Als De Wilgen streven we naar een educatief partnerschap met de ouders. Dit vinden we belangrijk omdat een goede, functionele relatie tussen ouders en school de ontwikkeling van onze leerlingen zal bevorderen. We zien dit ook graag als een gelijkwaardig partnerschap; elke partner heeft zijn aandeel in het geheel en is daarin even belangrijk. Om dit educatief partnerschap verder uit te bouwen zijn we op zoek naar nieuwe vormen van communicatie (zie hiervoor 6.4.1).

6.2.2

Medezeggenschapsraad

De medezeggenschapsraad is een overlegorgaan waarin teamleden en ouders zitting hebben. De raad bestaat uit een even aantal leden. Voor onze school bestaat de raad uit 2 leerkrachten en 2 ouders. De leden worden voor twee jaar in de raad gekozen. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht of adviesrecht (afhankelijk van het onderwerp) ten aanzien van zaken die de directie of het schoolbestuur initiëren en die van belang zijn voor de school. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan de schoolgids, het schoolplan, vakantieroosters, schooltijden, leerling-statuut en allerlei beleidsmatige zaken zoals taakbeleid, verzuimbeleid, arbo-beleid en formatieaangelegenheden. Ook kan zij zelf onderwerpen op de vergaderagenda zetten m.b.t. zaken die in school spelen. Over zaken die alle scholen van Meer Primair aangaan, overlegt het bestuur met de Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR) waarin de raden van alle scholen met 1 lid voor de oudergeleding of 1 lid van de personeelsgeleding zijn vertegenwoordigd. De bevoegdheden van beide raden worden geregeld in de wet op de medezeggenschap.

6.2.3

Ouderraad

Wij willen De Wilgen een school laten zijn waar kinderen met veel plezier naartoe gaan. Daarom doen we ook een beroep op de vele handen en ideeën van ouders. De vertegenwoordiging van de ouders is neergelegd bij de Ouderraad (OR). De belangrijkste doelstellingen van de ouderraad zijn: - het mede organiseren van allerlei activiteiten op school en het aansturen van werkgroepen. - de belangen van kinderen en ouders behartigen. - de contacten tussen ouders en team bevorderen. - het meewerken van ouders op school stimuleren. - het beheren van de ouderbijdrage.


pag. 36

- de ouders vertegenwoordigen bij team, medezeggenschapsraad en andere instanties (bijvoorbeeld gemeente). - het toezien op de veiligheid in en om de school. De vergaderingen van de ouderraad zijn openbaar. Iedereen kan deze vergaderingen bijwonen en met evenveel recht van spreken. De vergaderingen worden altijd van tevoren aangekondigd in de nieuwsbrief, de Willeke en Wil.

6.2.4

Contacten met peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

De Wilgen vindt het belangrijk dat de aansluiting van peuters naar kleuters zo optimaal mogelijk verloopt. Daarom is er de afgelopen jaren geïnvesteerd in relaties met peuterspeelzalen en kinderdagverblijven uit de nabije omgeving. Er zijn inmiddels afspraken voor warme overdrachten met Tante Til, Pinokkio, Happy Kids, Baloe en Pippeloentje. Binnenkort verwachten we ook met Twinkel afspraken te hebben gemaakt over een warme overdracht.

6.2.5

voor-- en naschoolse opvang Contacten met voor

Met twee partijen zijn afspraken gemaakt over de opvang. Tante Til, onderdeel van Smallsteps, verzorgd zowel voor- als naschoolse opvang voor onze leerlingen. Bij Happy Kids, locatie Speelkasteel, kunnen ouders gebruik maken van de mogelijkheden van naschoolse opvang. Regelmatig is er met beide organisaties contact over praktische aangelegenheden en belangrijke ontwikkelingen.

6.2.6

Contacten Contacte n met Voortgezet Onderwijs

Een aantal keer per jaar vindt er een BOVO (Basisonderwijs – Voortgezet onderwijs) overleg plaats. Doel hiervan is de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs te stroomlijnen. De leerkracht van groep 8 en de coördinator leerlingenzorg nemen deel aan dit overleg. Daarnaast heeft de leerkracht van groep 8 regelmatig contact met de coördinatoren van de brugklassen van de verschillende VO scholen. Hierbij is vooral de warme overdracht een belangrijk onderdeel. Verder worden we als basisschool op de hoogte gehouden van de voortgang van onze ex-leerlingen. Dit stelt ons in staat om te monitoren of onze adviezen passend zijn geweest.

6.2.7

Contacten met scholen in de buurt

Hoewel elke school in de buurt zijn eigen belang heeft t.a.v. de leerlingen die zij op school hebben, is er ook een gezamenlijk belang. Dit gaat vooral om onderwerpen die spelen in de wijk waarin de scholen staan. Denk hierbij aan verkeerssituaties, contacten met peuterspeelzalen en kinderdagverblijven over de warme overdracht en festiviteiten in de wijk. Dit is dan ook de reden dat de scholen op ons scholeneiland (De Wilgen, Tabitha en de Octopus) en de Montessorischool regelmatig ‘scholenoverleg’ hebben.

6.3

Beleidsvoornemens

6.3.1 6.3 .1

Communicatielijnen met ouders aanpassen

Om kwalitatief goed onderwijs te kunnen bieden, is het belangrijk dat er op zeer regelmatige basis informatie uitgewisseld wordt met de ouders. Hoe gaat het op school, hoe gaat het thuis, waarin hebben we elkaar nodig en waarin kunnen we elkaar versterken, zijn belangrijke peilers. In een veranderende maatschappij met steeds meer vormen van communicatie is het goed om de huidige communicatiestructuur onder de loep te nemen en aan te gaan passen waar nodig. Vragen die daarbij aan bod zullen komen zijn; hebben kennismakingsgesprekken meer waarde dan een informatie avond, hoeveel rapporten en oudergesprekken zijn nodig om voldoende informatie uit te wisselen, in hoeverre draagt een ouderportaal bij aan uitwisseling met ouders?


pag. 37

6.3.2 6.3 .2

Opzetten extra taalaanbod jonge kleuters vanuit VVE locaties

In schooljaar 2014-2015 hebben we op De Wilgen met budget vanuit Passend Onderwijs extra taalaanbod geboden aan leerlingen met Nederlands als tweede of derde taal. In de komende jaren zouden we graag onderzoeken of er een gestructureerd aanbod kan komen, mogelijk vanuit huidige VVE voorzieningen.

6.3.3 6.3 .3

Verbreden specialistische hulp binnen Meer Primair

Sinds schooljaar 2013-2014 werken wij met een coördinator leerlingenzorg in plaats van een Intern Begeleider. Omdat we als kleine school niet alle specialisten binnen de eigen school hebben, zou de coördinator vaker een beroep willen doen op specialisten op andere scholen van Meer Primair. Een enkele keer gebeurt dit nu ook al, maar we zouden dit graag de komende 4 jaar meer een vaste plek willen geven binnen Meer Primair.


pag. 38

7

Activiteitenplan/ beleidsvoornemens

X = start * = bereikt : = in ontwikkeling 1.4 Beleidsvoornemens Visie en missie 1.4.1 Ontwikkeling leerlingen vanuit totaliteit (voortgang) 1.4.2 Verder ontwikkelen open leerhouding 1.4.3 Ontwikkelen en uitvoeren plan ‘De Duurzame Wilg’ 2.6 Beleidsvoornemens kwaliteitszorg 2.6.1 Beredeneerd aanbod groepen 1/2 (tussen- en einddoelen) 2.6.2 Digitaal rapport met eenduidige normeringen 2.6.3 Verdere ontwikkeling vormgeving cyclisch proces kwaliteit (zonder groepsplannen) 3.7 Beleidsvoornemens onderwijskundig beleid 3.7.1 Aanpassen visie begrijpend lezen (incl. nieuwe methode) 3.7.2 Vernieuwde visie op aanvankelijk en voortgezet lezen 3.7.3 Aanpassingen inzet werkvormen bovenbouw 3.7.4 Bepalen inzet ICT leermiddelen 3.7.5 Oriëntatie nieuwe methoden wereldoriëntatie 3.7.6 Doorbrekende werkvormen in groepen 1/2 3.7.7 Ontwikkelen meer- hoogbegaafdheid (plusklas?) 3.7.8 Verdiepen en uitbreiden inzet zelfstandig werken 3.7.9 Vaststellen doelen en ontwikkelingslijnen expressievakken 4.3 Beleidsvoornemens personeelsbeleid 4.3.1 Versterking vak specialismen (expressie, gym, cultuur) 4.3.2 Verlagen hoeveelheid administratieve werkzaamheden 4.3.3 Begeleidingsopzet nieuwe leerkrachten 4.3.4 Opbouw team 4.3.5 Digitalisering (verantwoording) gesprekkencyclus 5 Beleidsvoornemens bedrijfsvoering 5.1.3 Aanpassen vormen van contact met ouders 5.2.3 MIP aanpassen om ruimte te creëren voor aanschaf tablets 5.3.2 Uitbreiden plantenwanden 5.4.3 Visie ontwikkelen over inzet ICT bij leerprogramma 5.5.3 Creatiever inrichten werkruimtes (ruimte ervaring) 6.4 Beleidsvoornemens externe relaties 6.4.1 Communicatielijnen met ouders aanpassen (zie ook 5.1.3) 6.4.2 Opzetten extra taalaanbod jonge kleuters vanuit VVE locaties 6.4.3 Verbreden specialistische hulp scholen van Stichting Meer Primair onderling


2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 : : : : : X

: :

: :

: :

X

:

*

*

X :

: :

* *

* *

X

:

*

* X

X X : : X :

: : X * * : *

: : : * * * *

X

:

*

X

:

X

: X :

* : *

* * *

X X

: :

: :

* *

X

X :

: : X

* * :

X

:

:

*

X

:

*

*

X

:

*

X X X

X

pag. 39

BIJLAGEN Bijlage 1: Aantal resultaten bijdrage aan schoolplan door leerlingen Bijlage 2: Impressie bijdrage van ouders aan het schoolplan Bijlage 3: Impressie van de wensen van het team t.a.v. de toekomst Bijlage 4: Vaststellingsformulier Meer Primair Bijlage 5: Instemmingformulier Medezeggenschapsraad


pag. 40

Bijlage 1: Aantal resultaten bijdrage b ijdrage aan schoolplan door leerlingen


pag. 41


pag. 42


pag. 43


pag. 44

Bijlage 2: Impressie bijdrage b ijdrage van ouders aan het schoolplan


pag. 45


pag. 46


pag. 47


pag. 48

Bijlage 3: Impressie van de wensen van het team t.a.v. de toekomst


pag. 49

Bijlage 4: 4 : Vaststellingsformulier

FORMULIER "Vaststelling van schoolplan"

School:


Adres:

Femina Mullerstraat 177

Postcode/plaats:

2135 MH Hoofddorp

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VERKLARING

Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het

van 1 augustus 2015 tot 31 juli 2019

geldend schoolplan van deze school vastgesteld.

Namens het bevoegd gezag,

Hoofddorp

plaats

23 juni 2015

datum

handtekening


M.A.M. Vendel

naam

Lid College van Bestuur

functie

pag. 50

Bijlage 5: 5 : Instemmingsformulier Medezeggenschapsraad

FORMULIER "Instemming met schoolplan" School:


Adres:

Femina Mullerstraat 177

Postcode/plaats:

2135 MH Hoofddorp

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

VERKLARING

Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het

van 1 augustus 2015 tot 31 juli 2019

geldend schoolplan van deze school.

Namens de MR,

Hoofddorp

plaats

16 juni 2015

datum

handtekening


Marcel Spierenburg

naam

Voorzitter MR

functie

pag. 51

De Wilgen. Schoolplan

Recommend Documents