de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 63e jaargang - nummer 1 - januari 2007
Klu Infodag Onderofficieren Open communicatie met leiding In gesprek met PC-LSK Over de voorbereiding van morgen
Fokker 60 Utility maakt laatste vlucht
COLOFON UITGAVE Commando Luchtstrijdkrachten, Bureau Luchtmachtcommunicatie HOOFDREDACTIE Majoor Thea Koot
I N H OUD
4
In gesprek met PC-LSK Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten generaal-majoor Erik Oliemans vertelt over zichzelf, zijn nieuwe functie en de vergelijkingen met zijn vorige baan.
7
Europees schild in Ede Als NAVO zijn we prima opgewassen tegen raketaanvallen. Maar wat kunnen we zelfstandig als Europese Unie? Het antwoord wordt gezocht in Ede, tijdens een virtuele Air and Missile Defencetraining.
EINDREDACTIE Luc Haen REDACTIE Arno Marchand, June Smit
12
Schermen boven Leeuwarden F-16’s van Vliegbasis Leeuwarden, Patriot-eenheden van de Groep Geleide Wapens en de mobiele gevechtsleidingspost van AOCS Nieuw-Milligen testten elkaars capaciteiten tijdens de oefening Three Musketeers.
15
Onderofficieren aan het woord De eerste editie van de KLu Infodag voor Onderofficieren was informatief, leerzaam en gaf de aanwezigen de mogelijkheid direct vragen te stellen aan de hoogste leiding van de luchtmacht over gevoerd en toekomstig beleid.
20
Ogen open houden Onbemande vliegtuigen hebben grote voordelen, maar ook één groot nadeel: ze zien elkaar en andere toestellen niet. Het Nationaal Lucht en Ruimtevaartlaboratorium werkt aan een praktische oplossing.
22
Afscheid Fokker 60U Mensen komen en gaan in een organisatie. Dat geldt ook voor het materieel. De Fokker 60 Utility maakte onlangs zijn laatste officiële vlucht voor de Koninklijke Luchtmacht langs de Nederlandse velden.
VORMGEVING EN LITHOGRAFIE TDS printmaildata DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 29.000 ex. REDACTIESECRETARIAAT Telefoon 076 544 71 30 Fax 076 544 71 31 INTERNET www.luchtmacht.nl E-MAIL
[email protected] BEZOEKADRES ‘Eurotoren’, Westbroek 3, 4822 ZX Breda POSTADRES Postbus 8762, 4820 BB Breda
ADRES W I J Z I G I NGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht wordt verzocht de adreswijziging te laten muteren in PeopleSoft. Postactieven, reservisten, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers wordt verzocht de adresdrager met vermelding van het juiste adres op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven Abonnementenadministratie Vliegende Hollander Postbus 8762, 4820 BB Breda Telefoon 076 544 7133 of 544 7136
Vaste rubrieken
10
Vervlogen tijden Terug naar begin vijftiger jaren met het eerste straallesvliegtuig van eigen bodem: de Fokker S.14.
18
In den vreemde Op bezoek bij kapitein Niels Hop, werkzaam op Marinevliegkamp De Kooij in Den Helder, als boordvlieger op de Lynx, VGSQ 860.
26 27 34
Leeswijzer Journaal Mensen & Mutaties
BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement horend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost E17,02 per jaar (buitenland E21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Telefoon: 0251 31 39 39 Fax: 0251 31 04 05 E-mail:
[email protected] Opzegtermijn bedraagt zes weken. Aanhaling uit en overname van (delen van) artikelen in dit blad is toegestaan, met toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389 DE VLIEGENDE HOLLANDER
de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 63e jaargang - nummer 1 - januari 2007
Omslagfoto De gezagvoerder van de Fokker 60 Utility verwijdert voor het laatst het ‘remove before flight’ lint van ‘zijn’ toestel. Foto: Hennie Keeris
Klu Infodag onderoffIcIeren 0QFODPNNVOJDBUJFNFUMFJEJOH
Fokker 60 Utility maakt laatste vlUcht 264535 Vliegende Hollander jan 21 1
In gespreK met pc-lsK 0WFSEFWPPSCFSFJEJOHWBONPSHFO
14-12-2006 14:44:46
‘Hier kijken we wat we als Europa op de mat kunnen leggen’
7
Foto: Luc Haen
‘Die Patriots zijn zo goed, daar zou ik nooit tegen vliegen.’
12
Foto: Ingrid van der Henne, Fotodienst Vliegbasis Leeuwarden
‘Achteraf ben ik blij dat ik de kans heb gepakt om maritieme ervaring op te doen.’
18
Foto: Niels Hop
‘Een doordacht systeem dat weinig klachten kende.’
22
Foto: Hennie Keeris
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Hoe zou u Generaal-Majoor Oliemans beschrijven? Als een betrokken en vrolijke man. Verwacht u die eigenschappen ook van uw personeel? Ik zou graag zien dat iedereen betrokken blijft en plezier blijft hebben in het werk. Dat zou ik ontzettend mooi vinden, want ook de komende jaren is er veel inzet nodig om onze taken goed uit te voeren. Dat wil uiteraard niet zeggen dat er daardoor niet vrolijk gewerkt kan worden. We doen ontzettend goed werk en oogsten ook veel succes en waardering. Het blijft echter belangrijk om mogelijkheden en ambitie op elkaar af te stemmen.
PC-LSK generaal-majoor Erik Oliemans kijkt vooruit
Hiervoor bent u drie jaar Plaatsvervangend Commandant Commando Dienstencentra geweest. U was dus eerst leverancier en nu de klant, waardoor u het van beide kanten kunt bekijken. Welke kant bevalt beter? Het is allebei even leuk, maar ook even lastig. Ze hebben beide hun eigen dimensie en dynamiek. Mijn vorige baan was bij een bedrijf dat aan het opbouwen was en dat nog steeds is. De hele dienstverlening, zoals het CDC dat nu doet, is nieuw voor iedereen. Daar is een grote omslag voor nodig, waar we voor een groot deel al in zijn geslaagd. Wij moeten als KLu leren een professionele en kritische klant te zijn. Dus weten wat we willen, waarom we dat willen en bereid zijn ervoor te betalen. We moeten samen met het CDC vaststellen hoe we die noodzakelijke
‘Zorg ervoor dat mensen va diensten op orde brengen. Dat is de belangrijkste les geweest: we moeten het samen doen. Tekst: Luc Haen | Foto’s: Arno Marchand
Hij zit pas vijf weken in het zadel, maar rustig indribbelen is er niet bij voor de Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten generaal-majoor Erik Oliemans. Als kwaliteitsmanager van de luchtmacht aan hem de zware, maar dankbare taak om de organisatie kwalitatief voor te bereiden op de toekomst. DE VLIEGENDE HOLLANDER
Wordt dat een grote uitdaging? We zijn soms te veel met onszelf bezig, terwijl het belangrijk is naar buiten en vooruit te kijken in plaats van naar binnen en achteruit. Om het doel te halen, moet je de bereidheid hebben om samen te werken. Alleen samen kun je succes bereiken op plekken als Uruzgan, waar we dat ook dagelijks bewijzen. Ik was daar vorige zomer een periode als con-
INTERVIEW
wennen, het is pas een jaar aan de gang en het betreft wel de grootste reorganisatie in de geschiedenis.
PC-LSK generaal-majoor Erik Oliemans brengt een bezoek aan de werkvloer op Vliegbasis Volkel. Foto: Leonie van Helmond, Fotografie Vliegbasis Volkel
tingentscommandant van de KLu en heb dat zelf kunnen zien. Hoe belangrijk is die uitzendervaring? Die ervaring is eigenlijk essentieel voor elke leidinggevende. Je leert en ervaart dat het daar echt een andere wereld is dan hier. Daarnaast ontkom je als leidinggevende er niet aan om mensen aan te wijzen voor uitzending en je weet wat het vervolgens voor hen betekent: de voorbereiding, faciliteiten, opleiding, goede informatie, et cetera. Je kunt je inleven in de situatie. Dat heb je ook nodig om goede beslissingen te nemen.
U bent teruggekomen in een andere luchtmacht dan een paar jaar geleden, door reorganisaties en bezuinigingen. Maakt dat uw werk lastiger? Het is niet alleen de fysieke verhuizing van de staf van Den Haag naar Breda, er is ook een grotere afstand tot de Bestuursstaf. De bestuurlijke omgeving is veranderd, maar de operationele luchtmacht zelf gelukkig niet. De portefeuille van het CLSK is veranderd. We zijn nu echt alleen verantwoordelijk voor de inzetbaarheid van onze mensen en middelen en we zijn veel minder bezig met beleid maken en grote investeringsvraagstukken. We moeten ook nog met elkaar
U heeft als PC-LSK een indrukwekkend breed takenpakket, variërend van juridische zaken tot arbo en milieu. Blijft het nog overzichtelijk? Ik heb een aantal dingen in mijn portefeuille over de kwaliteit binnen de KLu. Van het invoeren van de Militaire Luchtvaarteisen en het invoeren van een kwaliteitssysteem op de onderdelen en de staf, tot het verzorgen van de informatiebehoefte vanuit de Defensiestaf ter ondersteuning van beleidsvoorbereiding, beleidsevaluatie en controle. Maar ook de loopbanen van het hoger management vallen onder mijn verantwoordelijkheid. Als je dat allemaal combineert, vormt dat een pallet aan zaken die gaan over de kwaliteit van de KLu voor volgend jaar en verder. Voor operationele zaken is er een directe lijn tussen de CLSK en de Directeur Operaties. Alles wat betreft de voorbereiding van “morgen” zit in mijn takenpakket. Wat dat betreft verschilt het niet veel met mijn vorige baan, alleen de invulling en het eindproduct zijn anders. Als genderambassadeur zal er verwachtingsvol naar u worden gekeken. Welke koers gaat u varen? Niet veel anders dan mijn voorganger. In mijn vorige baan was ik ook genderambassadeur en ook daar gold: diversiteit is kwaliteit. We moeten een gezonde mix hebben van kwaliteit. We focussen ons
n je op aan kunnen’
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
nog vaak op de verhouding man/vrouw, maar ik vind dat het veel verder gaat dan dat. We gaan in ieder geval geen concessies doen aan de individuele kwaliteit. Als vrouwen op hoge posities zitten, is dat vanwege hun kwaliteiten, niet omdat ze vrouw zijn. Toch moet het percentage vrouwen bij de luchtmacht omhoog. Dat klopt en binnen faciliteiten is ook nog wat te verdienen. We moeten leidinggevenden stimuleren creatiever mee te denken over zaken als deeltijdwerken. Soms is het echt niet mogelijk, maar vaak wel. Voor duobanen geldt hetzelfde. In de rest van de wereld is dat ook mogelijk. Het gaat uiteindelijk ook niet alleen om die goede mix, maar ook om het bereiken van een geweldig potentieel aan arbeidskrachten. Nu zitten we op nog geen tien procent vrouwen binnen onze organisatie, dus we zullen ze hard nodig hebben om deze organisatie gevuld te krijgen.
Boven en onder: op bezoek bij de Groep Geleide Wapens krijgt de generaal tekst en uitleg over de wapensystemen Patriot en Stinger. Foto’s: André Bongers.
Bestaat er met al deze taken voor u nog een leven buiten kantooruren? De laatste vijf weken niet veel, haha. Maar het liefst breng ik tijd door met mijn gezin. Ik ben getrouwd met Cisca en we hebben samen een zoon, Floris. Verder sla ik graag een balletje met een lange ijzeren stok en ik houd van muziek, zowel passief als actief. Ik speel zelf gitaar, al ben ik bepaald geen professional. Foto: André Bongers
Hoe zou u verder de persoon Erik Oliemans beschrijven? Die eigenschappen in mijn werk gelden wat mij betreft voor elke omgeving, dus ook binnen het gezin. Dat betekent niet alleen betrokken zijn, maar ook presteren. Met andere woorden: dat je doet waarvoor je bent aangewezen. Zorg bovendien dat je integer bent. Veel mensen gebruiken dat woord, zonder de betekenis ervan echt te begrijpen. Het gaat erom dat je zegt wat je vindt en doet wat je zegt. Dat is inderdaad een cliché, maar het zorgt ervoor dat DE VLIEGENDE HOLLANDER
mensen van je op aan kunnen. Zeggen wat je vindt is ook niet altijd makkelijk. Soms zijn het vervelende boodschappen, maar ook die zijn ongelooflijk belangrijk. Tot slot een gewetensvraag: waarom heeft u destijds dienst genomen? Ik had contact met mensen die bij de luchtmacht werkten en de sfeer van saamhorigheid en professionalisme sprak me heel erg aan. Ik heb er nooit spijt van gehad en ik ben hier voorlopig ook nog niet klaar!
•
R E P O R TA G E
Deelnemers aan de Air Missile Defence training in Ede staan klaar om de raketaanvallen vanuit Algimor te pareren met hun Patriots.
EU toont capaciteiten tegen raketaanvallen
Virtueel vuurwerk in Ede Tekst en foto’s: Luc Haen
Dat de NAVO is opgewassen tegen ballistische raketaanvallen, bewijst de organisatie ieder jaar tijdens de oefening JPOW. Maar wat kan een EU Battlegroup zelf uitrichten, dus zonder hulp van de Amerikanen? Het Gelderse Ede was de locatie voor de eerste ‘praktijkoefening’, al vond die wel plaats in een virtuele wereld. Voor de Verenigde Naties is de maat vol. De Veiligheidsraad neemt een resolutie aan tegen het land Algimor, dat ondanks internationale protesten toch doorgaat met het ontwikkelen van ballistische raketten. Een lucht- en zeeblokkade moet het land op de knieën krijgen. De Europese Unie (EU) biedt aan de missie op zich te nemen en stuurt een EU Battle
group, waaronder grondgebonden ´Air and Missile Defence´ eenheden en enkele fregatten. Deze battlegroup kan overal ter wereld worden ingezet en dient dus niet alleen ter verdediging van Europees grondgebied. Algimor reageert furieus op de blokkade en dreigt met militair geweld. De spanning loopt nog verder op. Als twee Algimor toestellen zich te drei-
gend opstellen en worden neergehaald, slaat de vlam in de pan. Algimor besluit haar buurlanden van waaruit de EU Battlegroup opereert aan te vallen en lanceert tientallen ballistische raketten. In huis Op het grote scherm in de filmzaal zijn de lanceringen duidelijk zichtbaar. Ze
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
worden aandachtig gevolgd door de deelnemers aan de ECAP AMD-training (European Capability Action Package Air and Missile Defence) op de Elias Beeckmankazerne in Ede. ‘Tijdens een EU-top in Helsinki is afgesproken door de EUlanden om eens te kijken wat we allemaal zelf in huis hebben, wat er nog nodig is en wat we kunnen aanschaffen’, zegt majoor Berry Pronk. ‘Daar zijn verschillende projectgroepen voor opgericht, onder andere voor luchttransport en special forces, maar ook voor ballistic missile defence. Nederland, lees het CLSK, heeft het initiatief genomen om deze training te verzorgen, dus dit is de eerste echte Europese AMD-oefening. JPOW (Joint Project Optic Windmill, red.) is meer NAVO gericht, dus met hulp van de Amerikanen. Hier kijken we wat we als Europa op de mat kunnen leggen, ook al zijn er nu toevallig alleen NAVO-landen aanwezig. Zonder de Verenigde Staten ziet het plaatje er al heel anders uit, want dat land beschikt over veel materieel dat binnen Europa, niet of onvoldoende aanwezig is. Niet zo vreemd, aangezien de Amerikanen al sinds het eind van de Tweede Wereldoorlog bezig zijn met missile defence. Hun land had door de geografische ligging tijdens de Koude Oorlog ook meer te maken met dreiging van raketten. Bij ons was de kans groter dat de dreiging over land kwam.’ Scenario Intussen proberen de Duitse, Franse, Spaanse, Roemeense en Nederlandse leden van de EU Battlegroup de dreiging van de Algimorese raketten het hoofd te bieden. De radarsystemen hebben de lanceringen opgemerkt en de wapensystemen reageren onmiddellijk. Vanaf zowel schepen als grondgebonden systemen worden onderscheppingraketten afgevuurd. Gelukkig voor de Europese coalitie kent het wapenarsenaal van Algimor geen verrassingen meer. ‘We geven de deelnemers van tevoren heel veel informatie’, zegt ilichtingenman adjudant Dennis Meier. ‘Waar vijandelijke stellingen staan opgesteld, welke wapensystemen ze hebben, wat hun bereik is, wat de vuurkracht is, welke lading ze kunnen vervoeren, et cetera. We gaan hier uit van ideale info, Meerdere ballistische raketten worden vanuit Algimor (rood) afgevuurd richting de EU Battlegroup (blauw). Die probeert met grondgebonden en maritieme systemen de aanvallen af te slaan. Screenshots: Wouter van der Wiel, TNO.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
dus dat alle info ook klopt. Er zijn geen verrassingen. Normaalgesproken blijven de inlichtingen tijdens een event binnenkomen, waar iedereen op moet anticiperen. Dat niveau van realiteit is nu niet belangrijk. In dit scenario gaat het om de samenwerking en de ontwikkeling van een defensieontwerp. Met die info gaan de planners aan de slag.’ Schipperen ‘Het technische verhaal moet ook kloppen’, zegt eerste luitenant Bert Viersma. ‘Het invoeren van de vliegtuigen, de raketten, oftewel het implementeren van het script. De eigenschappen van de raketten die worden afgeschoten moeten wel zo veel mogelijk overeenkomen met de werkelijkheid, want het gaat om reële wapensystemen. Bovendien moet het allemaal passen in sessies van veertig minuten tot een uur. Dat is niet veel. Het is een beetje schipperen tussen de werkelijkheid en de trainingsdoelen halen.’ Pronk: ‘Voordat we aan de virtuele oefening begonnen, hebben we eerst twee dagen briefings gegeven. Daarin zijn ontwikkelingen op dit gebied behandeld vanaf de Tweede Wereldoorlog tot toekomstige ontwikkelingen en dan met name die in de VS. Vertegenwoordigers van de EU zetten vervolgens het EU defensiebeleid uiteen en TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk De ballistische dreiging zorgt voor koortsachtige activiteit bij leden van de EU Battlegroup.
Wouter van der Wiel van TNO monitort de ontwikkelingen op het digitale slagveld.
onderzoek, red.) behandelde consequence management: hoe ga je om met de consequenties van het uit de lucht schieten van een raket? Je hebt niet alleen te maken met brokstukken die naar beneden vallen, maar mogelijk ook met een restbesmetting in het geval een chemische lading. Het is dus van belang, wanneer en met wat voor wapensysteem je een dreiging probeert uit te schakelen. De tweede fase van de training bestond uit het maken van een luchtverdedigingsplan dat in de derde fase werd gevalideerd door middel van een scenario of “wargame”.’ TNO Om de complexe virtuele wereld van deze oefening ook werkbaar te maken wordt dankbaar gebruik gemaakt van de hulp van TNO. ‘We zijn anderhalve maand eerder begonnen met het ontwikkelen van de opstelling’, zegt Rob van de Wiel, projectleider van TNO. ‘We zijn verantwoordelijk voor alle simulatie tijdens deze oefening. Dat doen we met JROADS, oftewel Joint Research On Air Defence Systems. Daarmee simuleren we de verdedigende systemen en de dreiging door raketten en vliegtuigen. Waar zet je de radar neer, in welke richting kijk je? Met die simulatie proberen we de werkelijkheid zo dicht mogelijk te naderen, al valt dat niet altijd mee. Alle landen hebben ongeclassificeerde gegevens gestuurd over hun systemen, waarmee wij konden werken. Dat is allemaal niet te specifiek, want die gegevens zijn meestal geheim. Dat gaat dan wel ten koste van de accuratesse van de simulatie. Mannen met
ervaring zeggen dan: “normaal doet die dit niet”, of dat tijden of afstanden niet kloppen. Dat geeft altijd een beetje een tweestrijd. Maar het gaat hier voornamelijk om de procedures en de samenwerking. Dat geldt dus ook voor toekomstige systemen. Voordat de systemen fysiek binnen zijn, kun je dan vast aan de slag met procedures en planningsconcepten.’ Franse deelnemers Eén van de landen die daar gebruik van maakt, is Frankrijk. De virtuele wereld die TNO creëert, is voor de Franse deelnemers namelijk dé kans om hun toekomstige anti-raketsysteem te testen. ‘Dit hele concept is nieuw voor ons, want we hebben nog geen middel dat deze dreiging het hoofd kan bieden’, aldus luitenantkolonel Pascal Bourgis. ‘Dat komt er wel aan over anderhalf jaar met de SAMP-T (sol au moyenne portée - terrestre, red.), een middellange afstand grond-luchtdoelraket. De enige landen die zoiets hebben zijn tot nu toe de Verenigde Staten, Duitsland en Nederland.’ Naast deze meer ‘persoonlijke’ voordelen, gaat het volgens Pronk in deze oefening vooral om het totaalplaatje. ‘Als je alles wat we als EU hebben of gaan krijgen bij elkaar zet, zie je de tekortkomingen’, zegt hij. ‘Wij beschikken, in tegenstelling tot de Amerikanen, bijvoorbeeld niet over satellietinformatie. Bij de VS is missile defence juist voor een groot deel hierop gebaseerd. Wij moeten het hebben van radar op de grond en op schepen en vliegtuigen. Dan is het toch goed om dit een keer met elkaar te oefenen.’
•
DE VLIEGENDE HOLLANDER
vervlogen tijden Fokker S.14 Mach-Trainer viel tussen wal en schip
‘De plank’ Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Uit archief Willem Sessink/www.nmlh.nl
Als Nederland na de Tweede Wereldoorlog weer wordt opgebouwd, geldt dat ook voor de luchtvaartindustrie. Vliegtuigbouwer Fokker ontbeert echter de knowhow die Amerika, Groot-Brittannië en Duitsland in de oorlogsjaren jaar wel opdeden. Tocht lukt het Fokker als eerste om een succesvol propellerlesvliegtuig te lanceren. Van de S.11 worden er vanaf 1946 in Nederland, Italië en Brazilië 432 gebouwd. In 1951 probeert Fokker het opnieuw, maar nu met een straallesvliegtuig: de S.14. De L-14 op Leeuwarden, naast Hawker Hunters F.Mk.6. Het S.14-prototype vloog voor het eerst op 19 mei 1951. Van 1961 tot ‘66 deed het dienst bij het huidige Nationaal Luchten Ruimtevaartlaboratorium, tot het werd vervangen door een ex-KLu Hunter T.Mk.7. Foto: Uit fotoarchief NIMH metalen vliegtuig een grote ronde luchtinlaat voor in de neus, en een extreem rechte vleugel, waardoor al snel de bijnaam ‘de plank’ ontstaat. Qua techniek is het een combinatie van Nederlandse en Britse luchtvaartkennis. Dat laatste is onder andere terug te vinden in de krachtbron. ‘Dat werd de Rolls Royce Derwent VIII, in plaats van de vooraf bedachte Rolls Royce Nene III’, zegt adjudant b.d. Arend Kraag. ‘Het was logisch dat de S.14 die kreeg, want ze waren in groten getale binnen de KLu aanwezig omdat de Meteor daarmee vloog. Ik denk dat het gewoon de goedkoopste optie was.’
Happy Type: Fokker S.14 Mach-Trainer Dienstperiode: 1955 – 1967 Eenheden: Jachtvliegschool en de Basisvluchten Soesterberg, Twenthe en Ypenburg Alleen het prototype kreeg in 1958 de Nene-straalmotor in plaats van de Derwent, waarbij de stuwdruk toenam van 1630 tot 2310 kilo, en daarmee de maximum snelheid van 730 tot 862 kilometer per uur. De N.V. Koninklijke Nederlandse Vliegtuigenfabriek Fokker hoopt na de S.11, die aan Brazilië, Israël, Italië en uiteraard Nederland wordt verkocht, op een evenaring van dit succes met de S.14 Mach-Trainer. De ontwikkeling van het prototype begint op 1 maart 1947. Het eerste straalvliegtuig van eigen bodem is tevens het eerste toestel ter wereld dat speciaal voor de voortgezette vliegeropleiding is ontwikkeld. Elders in de wereld zijn er ook straallesvliegtuigen, maar dat zijn steevast afgeleide versies van de jachtvliegtuigen. De (uiterlijke) kenmerken van de S.14 zijn een brede romp en bolle side-by-side cockpit met een canopy die qua framewerk sterk doet denken aan die van de S.11 en de Gloster Meteor T.Mk.7. Verder heeft het geheel V L I E G E N DE
De KLu bestelt in 1952 twintig Mach-Trainers voor de voortgezette vliegeropleiding. Ondanks dat het toestel aan de zware kant is voor een lichte of basis straaltrainer, en te weinig motorvermogen bezit voor een gevorderde straaltrainer, blijkt het een uitstekend vliegtuig. Het heeft zeer goede vliegeigenschappen, is stabiel, wendbaar en in staat tot subsone snelheden in duikvluchten. Met recht een Mach-Trainer dus. De KLu neemt de eerste twee Mach-Trainers op 12 augustus 1955 in ontvangst en verdeelt de twintig stuks uiteindelijk over de Vliegbases Twenthe, Soesterberg en Ypenburg. ‘Na het doorlopen van de Luchtvaartnijverheidsschool wilde ik bij én met vliegtuigen werken’, zegt Kraag vol enthousiasme. ‘In 1959 kwam ik als motortechnicus bij de Basisvlucht Soesterberg terecht en daar was ik helemaal happy. We werden daar door de vluchtcommandant ook écht air-minded gemaakt. We vlogen geregeld mee, ook met andere types. De S.14 was redelijk makkelijk te onderhouden, want de vele luiken in de romp gaven een betere toegang dan de Hunter.’ Vol interesse bladert hij tijdens het vertellen door een Fokker-brochure uit 1954 en stuit op pagina 18 op een doorkijktekening van een monteur die binnenin het vliegtuig aan een Derwent sleutelt. ‘Kijk, dat zou ik kunnen zijn’, zegt Kraag enthousiast. ‘Ik ben maar een klein mannetje en ik paste prima in dat luik.’ Volgens de techneut was er prettig met de S.14 te werken. ‘Ik had altijd een bijzonder goed gevoel bij het vlieg-
10
H O L L A N D E R
vervlogen tijden tuig. Je voelde je er samen met de vlieger écht aan verbonden. Er kan natuurlijk altíjd iets gebeuren, maar bij terugkomst stond ik steevast gespannen te kijken of “mijn” kist erbij was. Als een toestel weggaat, moet-ie ook terugkomen. Daarom wilde ik ook niet bij de geleide wapens werken’, zegt hij met een lach.
Amerika Al vanaf de eerste vlucht van het prototype op 19 mei 1951, doet Fokker verwoede pogingen om het toestel internationaal aan de man te brengen. Interesse is er zéker, zowel uit Europa als Zuid-Amerika. Ook de US Navy toont belangstelling. Fokker-testvlieger Gerben Sonderman reist daarom in het najaar van 1955 met een van de KLu geleende S.14 naar de Verenigde Staten voor een demonstratietour. Die begint in Hagerstown in Maryland, de thuisbasis van de Fairchild-vliegtuigfabriek die de licentierechten van Fokker in Amerika bezit. Na een proefvlucht in de ochtend van 20 oktober, is de demonstratie van die middag de eerste en meteen de laatste van de Mach-Trainer. Voor de ogen van vertegenwoordigers van beide fabrikanten verongelukt Sonderman als hij zijn S.14 niet op tijd uit een vrille
Acht S.14’s van de Jachtvliegschool voor hangar 6 op Twenthe. Van de Mach-Trainer zijn maar drie exemplaren bewaard gebleven. Het enige prototype staat in de Aviodrome, de L-11 in het MLM en de L-17 wordt gerestaureerd door de KLu Historische Vlucht. (tolvlucht) krijgt en neerstort op een steenworp afstand van het vliegveld. Het toestel wordt volledig vernietigd. In november staat een tweede KLu-toestel klaar om naar de VS te reizen, want het vertrouwen van Fairchild in dit naar NAVO-eisen ontworpen toestel is onverminderd groot. Toch besluit de US Navy voor aanschaf van de T-2 Buckeye, een toestel waarvan de laatste zelfs nu nog in dienst zijn.
Veilig
De eerste van twintig productie S.14’s, de L-1, vloog op 15 januari 1955. De net wat te zware Mach-Trainer legde het uiteindelijk af tegen de Amerikaanse T-33 en de T-2 Buckeye, en de Franse Fouga CM.170 Magister. Kraag (uiterst rechts) voor de L-6 in zijn diensttijd bij de Basisvlucht Soesterberg die tevens vloog met de Harvard, Meteor T.Mk.7, en later ook de Hunter T.Mk.7. Foto: uit archief Arend Kraag
V L I E G E N DE
De eerder genoemde overkwalificatie, dan wel tekortkoming van de S.14, vormt een hindernis bij het aan de man brengen van de Mach-Trainer. Datzelfde geldt voor de trieste Amerika-ervaring. De uiteindelijke doodsteek voor internationaal succes vormt het besluit van de Amerikaanse regering om de NAVO-luchtmachten (deels gratis) te voorzien van de snellere en krachtiger Lockheed T-33A T-Bird. Daarmee stort de markt voor de S.14 volledig in. Zelfs bij de KLu wordt de Mach-Trainer door de komst van T-Bird vanaf 1952 niet meer als gevorderd lesvliegtuig gebruikt. Voor de S.14 rest het instrumentvliegen en het onderhouden van de vliegvaardigheid van de stafvliegers. Dat doet het toestel overigens goed én bijzonder veilig. Na het Amerikaanse drama gaat nog slechts één S.14 verloren bij een ongeval op 28 mei 1964 in Heenvliet. Als op 5 september 1967 de laatste twee Mach-Trainers buiten dienst worden gesteld, is de carrière van een uitermate veilig vliegtuigontwerp van eigen bodem voorbij. ‘Nou’, zegt Kraag, ‘ik was een aantal jaar geleden met mijn broer in Brazilië en op een vliegveld liet iemand mij een foto zien van een S.14 op een flightline in kleuren van de Braziliaanse luchtmacht met gele of oranje vlakken op de vleugels. Ik kon mijn ogen niet geloven!’ Toch schuilt hier een zekere kern van waarheid in. De Braziliaanse luchtmacht toonde namelijk veel interesse in liefst 45 Mach-Trainers. Voor vijf exemplaren bouwde Fokker eind jaren vijftig componenten die werden verscheept naar Rio de Janeiro. De overtuiging is dat ze daar – door problemen met de overheid en luchtvaartfabrikant Fokker Indústria Aeronáutica SA – nooit als trainer ingezet, of zelfs maar zijn afgebouwd. Toch maken bronnen melding van een dienstperiode van 1959 tot zelfs 1979…
11
H O L L A N D E R
R E P O R TA G E
Met Link-16 eenduidig luchtbeeld voor F-16’s, AOCS NM en GGW
‘Drie musketiers’ kruisen Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Ingrid van der Henne, Fotodienst Vliegbasis Leeuwarden
Tijdens ieder conflict bestaat het gevaar dat lucht- of grondtroepen door eigen vuur worden geraakt. Om dit zogenoemde ‘blue on blue fire’ te voorkomen, moeten zoveel mogelijk elementen uit de luchtverdedigingscyclus samen oefenen. Dat kan echter alleen als iedereen over hetzelfde plaatje van het luchtbeeld beschikt. Met de vergaande doorvoering van Link-16 is die mogelijkheid er, en dat beoefenden F-16’s, het AOCS NM en de GGW op de Vliegbasis Leeuwarden. Als voorbeeld van blue on blue geldt het neerschieten van een Britse Tornado door een Amerikaanse Patriot tijdens de Golfoorlog van 2003. Dat gebeurde helaas doordat het Patriot-personeel over een ander radarplaatje beschikte dan de Britse vliegers. ‘Daardoor ontstaan misverstanden en die wil je uitsluiten’, zegt majoor Maurice Schonk waarnemend commandant van het 323 Tactical Test Evaluation and Standardisation Squadron (TACTESS). ‘Als iedereen op zijn scherm hetzelfde ziet, zowel in de lucht als op de grond, is de kans op vergissingen tot het minimum terug te brengen.’ Aan het begin van de jaren negentig vonden er in Nederland nog wel eens oefeningen plaats waarbij F-16’s samenwerkten met Flycatcher-radarsystemen voor luchtverdediging op korte afstand, en de HAWK-luchtdoelraketten voor de middellange afstand. Schonk: ‘Het laatste decennium trainden we dat soort zaken
eigenlijk niet meer in eigen land. Als F-16 gemeenschap wilden we weer eens een écht geïntegreerde oefening met Patriots voor de luchtverdediging op middellange en lange afstand. Dat idee leefde tegelijkertijd ook bij de GGW.’ Door de samenwerking tussen F-16’s en de GGW wordt de oefening al interessant. Dat wordt nog eens versterkt door de aanwezigheid van de Transportable Air Control Facility (TACF), de mobiele gevechtsleidingspost van het Control and Reporting Center (CRC) van het AOCS Nieuw Milligen. Drie musketiers dus, en overeenkomstig werd de driedaagse oefening gedoopt. Leren praten Om de blue on blue-dreiging voor jachtvliegers zo realistisch mogelijk te maken, was de samenwerking met de GGW een voor de hand liggende. Die kwam met twee Patriot-batteries en het bijbehorende Information and Coordination Center (ICC)
naar Leeuwarden. ‘Die Patriots zijn zo goed, daar zou ik nooit tegen vliegen’, zegt Schonk. En hij vervolgt glimlachend: ‘Daarom hebben wij ze als KLu ook. Maar samenwerken met hen is prima.’ Dat gaat als volgt. De TRA’s, de oefengebieden boven de Noordzee, ten noorden van Leeuwarden zijn in drieën gedeeld. In de noordelijkste sector nemen de F-16’s de luchtverdediging op zich, de zogenoemde Fighter Engagement Zone. Het middelste is de Joint Engagement Zone, waarbij zowel F-16’s als Patriots doelen kunnen aanvallen, De Missile Engagement Zone tenslotte is het luchtruim het dichtst bij de vliegbasis. Daarin nemen de Patriots alles voor hun rekening. ‘Met name in de Joint Engagement Zone schuilt het gevaar’, zegt adjudant Kees Roelofs, instructeur bij het 800 Squadron van de GGW. ‘Je merkt bijvoorbeeld dat sommige procedures met stem ondersteund moeten worden. In die communicatie zit
Starten met een volgehangen kist met twee satellietgestuurde JDAM’s (Joint Direct Attack Munititon) zoals hier boven de Patriots op Leeuwarden, is voor jonge vliegers een nieuwe ervaring.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
12
R E P O RTTIATGE EL
degens een redelijke vertraging omdat het bij ons al over een aantal schijven gaat, en dan nog via de TACF naar de vlieger moet. In theorie kan dat sneller, maar dan raak je praktisch gezien de controle kwijt. Ook werken de F-16 vliegers met een aantal andere procedures, en praten ze korter en krachtiger met elkaar dan wij gewend zijn. We moeten echt met elkaar leren praten en dat gaat alleen door samen te oefenen. En door dit soort oefeningen zouden we op termijn als drie-eenheid kunnen worden uitgezonden.’ Behoefte Volgens kapitein Maurice van Empel, Hoofd Groeps Operatie Centrum van het 800 Squadron, waren de GGW-trainingen de laatste jaren vooral gericht op Missile Defence. ‘Voor zulke operaties praten we voornamelijk met het CRC. Nu praten we met CRC én vliegers, en bespreken we gedane zaken naderhand in een face to face debriefing. “Hoe zien jullie of ervoeren jullie dat”, en daarover met elkaar kunnen praten, werkt natuurlijk tien keer beter dan de aanname “hij zal wel zo gedacht hebben”. Dit geeft zoveel meerwaarde ten opzichte van de dagelijkse gang van zaken, want dan kom je gewoon niet verder dan even de telefoon te pakken.’ Ondertussen slaat adjudant Pierre van Erven van het Center for Extended Air Defence de flow van de missies gade in één van de twee Patriot Engagement Control Stations (ECS). ‘Je ziet behoorlijk wat storing op het radarscherm. Dat is ook precies de bedoeling. Vorig jaar al liepen we met het idee rond een EOV-oefening (Electronische Oorlogsvoering, red.) te houden omdat het aanbod daarvan nagenoeg nihil is. We hebben als GGW de behoefte gesteld voor deelname aan een EOV-oefening, en het bleek dat TACTESS graag wilde samenwerken, mét het AOCS erbij.’ Storing Voor allen is het leren omgaan met deze Electronic Warfare (EW), de storing van radarbeelden en radioverkeer, namelijk van
De Master Controller (voorgrond) bepaalt in de Command and Control-cyclus welk wapensysteem wanneer en op welk doel wordt ingezet.
Het hart van de mobiele gevechtsleidingspost (TACF) is de Battle Management Container (derde van rechts) met daarin een Air Surveillance Controller, een Master Controller, een Fighter Allocator en een Assistent Fighter Allocator.
essentieel belang. Schonk: ‘In het verleden gebruikten we daarvoor de jamm-car van de KLu, die deze keer alleen niet voor handen was. Die maakte oefeningen al een stuk realistischer, ondanks dat deze natuurlijk een beperketer bereik heeft dan een vliegtuig dat storing van radar en communicatie veroorzaakt. Die jamming is met name voor de jonge vliegers wel even wennen, maar hierdoor leren ze doordacht omgaan met radioverkeer. Om dit grootschaliger te trainen, is de oefening Elite in Duitsland zeer interessant, want daar draait alles om EW. Er kleven echter ook een paar nadelen aan,
want ten eerste is er de afstand. Je moet dus óf tijdelijk daar naartoe verhuizen - en dat geldt overigens zowel voor ons als de GGW - óf je werkt met tankers. Maar die zijn schaars, zowel binnen als buiten de KLu. Ten tweede is het oefengebied daar relatief klein, in tegenstelling tot de TRA’s.’ Dat klopt volgens Van Erven. ‘Bovendien staan wij daar met veel internationale luchtverdedigingssystemen op één plek, waardoor onze mogelijkheden weer wat beperkter worden. Je moet even op je beurt wachten. Maar het is wél een van de weinige mogelijkheden waar EW de hoofdrol speelt.’ 13
DE VLIEGENDE HOLLANDER
T IETPEOL R T A G E R
Same sheet of music Om te zorgen dat de Leeuwarder F-16’s – 322 Squadron en 323 TACTESS werken bij oefeningen en uitzendingen samen – en de Patriots van De Peel hun werk kunnen doen, verdeelt het mobiele CRC de wapenlast in de lucht. Dat gebeurt aan de hand van de radarbeelden van het AOCS NM en die van de Patriot. Van Erven: ‘De F-16’s rapporteren zich in dat samengestelde radarbeeld, dat via Link16 bij iedere speler op dezelfde manier wordt gepresenteerd. Het maakt dus niet uit of je in de TACF of de ECS op Leeuwarden staat, of het radarbeeld bekijkt in de cockpit van je F-16 of in Nieuw Milligen.’ ‘Dát is de grote winst van Link16’, vult Schonk aan. ‘Gelukkig zijn onze F-16’s nu ook daarmee uitgerust. Noem het de doorsnee ADSL-verbinding voor gevechtseenheden. Daarmee beschikt iedereen die met dezelfde taak bezig is, over hetzelfde radarplaatje, of zogezegd the same sheet of music.’ Voordat de TACF operationeel was, stond het al een week op Leeuwarden. ‘Net als afgelopen jaar bij de FWIT’, zegt majoor Corné Luijkx, detco en Master Controller van het 710 CRC-Squadron. ‘We hebben die tijd nodig om de beelden die van de twee Nederlandse én twee Duitse radars komen, goed op elkaar afgestemd te krijgen. De TACF is een officieel wapensysteem van de KLu, maar we bezitten helaas nog niet de systemen die we ons zouden wensen, bijvoorbeeld eigen radio’s. We werken met die op Nieuw Milligen waarmee wij een verbinding hebben.’ Zorg Volgens Luykx is de oefening zodanig opgebouwd dat iedere musketier, dus zowel zijn eigen AOCS, als de GGW en
Storingsvliegtuigen zijn een schaars goed. Op militair gebied zijn in Europa alleen de Noren voorzien van zulke toestellen. Commercieel vliegen ze in Duitsland en Groot-Brittannië, waar deze Falcon vandaan komt.
de F-16’s, in de drie zones hun eigen trainingsdoelen halen. Daarvoor is iedereen beurtelings ‘goed’ en ‘slecht’. ‘De F-16’s doen hun ding in de zone die het verst weg ligt onder leiding van onze fighter controllers, waarbij “rode” F-16’s met mindere wapens tegen “blauwe” F-16’s met betere wapens vliegen. Zodoende dringt blauw eerst door tot in de Joint Engagement Zone waar de Master Controller van de TACF de doelen verdeelt tussen F-16’s en Patriots. De laatste F-16’s komen in de raketverdedigingszone voor rekening van de GGW.’ ‘Wij pakken ze dan wel hoor’, vult adjudant Kees Roelofs lachend aan. ‘Anders krijgen we ze namelijk zelf op ons dak!’ Samen opereren in de Joint Engagement Zone kan alleen onder strikte voorwaarden, perfecte communicatie en een perfect plaatje. Luijkx: ‘Nu de F-16’s ook over Link-16 beschikken, hebben we die
De SAM-Allocator en zijn assistent geven vanuit de SAM-container van de TACF de doelen voor de Patriots door aan het ICC van de Groep Geleide Wapens.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
14
mogelijkheid om iedereen datzelfde plaatje te geven. Daarom ook werd deze samenwerking voorheen vrijwel nooit beoefend. Nu gelukkig wel.’ Schonk ziet daarbij zo langzamerhand wel een probleem ontstaan. ‘Er zijn steeds minder oefenvijanden beschikbaar, en dat is voor ons inmiddels een behoorlijk punt van zorg geworden. Je hébt namelijk gewoon trainingspartners nodig, en die zijn héél schaars. Het is daarom belangrijk dat je oefeningen internationaal blijft doen, want we zitten inmiddels echt aan het eind van onze creativiteit.’ Misschien is er voor een uitvoering van de Drie Musketiers in 2007 nog een aanvulling uit eigen land mogelijk, want de marine heeft belangstelling getoond om te participeren met een Luchtverdedigings- en Commandofregat. Dan zouden de Drie Musketiers er in ieder geval hun d’Artagnan bij krijgen.
•
Het ICC is een belangrijk communicatiepunt tussen de Patriot-batteries en de TACF.
R E P O R TA G E
Tweerichtingsverkeer op eerste KLu Infodag Onderofficieren
Duidelijkheid door open discussie Tekst: Luc Haen | Foto’s: Paul Böcker, Werkeenheid Grondfotografie Soesterberg
De luchtmacht is een organisatie van rangen en standen. Daardoor kan de afstand naar het hogere management soms erg groot lijken. Op de KLu Infodag Onderofficieren 2006 was daar echter weinig van te merken en dat was ook precies de bedoeling. Bijna tweehonderd KLu onderofficieren van binnen en buiten het CLSK zaten onlangs in het Officierscasino in Soesterberg in een unieke situatie. Als gasten op de eerste KLu Infodag Onder officieren kregen ze onder andere van de C-LSK luitenant-generaal Hans de Jong tekst en uitleg over het beleid. Daarbij konden ze een open discussie voeren met het panel, dat naast de C-LSK bestond uit de Directeur Planning en Control commodore Geert Bergsma (dagvoorzitter), Directeur Operationele Ondersteuning commodore Bert Buitenga, Commandant Opleidingen KLu kolonel Rob Kramer en net terug uit Afghanistan majoor Koos
Duinhof en sergeant-majoor Peter Leemans. ‘Het was de allereerste keer in deze vorm’, zegt luchtmachtadjudant Piet van der Sloot. ’Voorheen waren de KLu Infodagen alleen voor de leidinggevenden. Dat wil zeggen, er was wel een open inschrijving maar er kwamen vrijwel alleen officieren. Nu zijn die dagen gesplitst in één dag voor de officieren en één voor de onderofficieren. Niet om de scheiding te benadrukken, maar juist vanwege het belang van de doelgroep. De dagvoorzitter is daarom ook bewust op hoog niveau gebracht. Onderofficieren hebben het recht op dezelfde behandeling als op de infodag voor de officieren.’ 15
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Barkrukken Het open karakter van de middag was te danken aan een aantal zaken. Ten eerste de indeling van de zaal. Er was een groot podium, maar het panel zat op barkrukken op de begane grond voor dat podium, dus dicht bij het publiek. Er was daarmee geen (symbolische) scheiding tussen hoog en laag. Bovendien zette de commandant in zijn openingsspeech direct de toon door te benadrukken dat de onderofficier de eigen verantwoordelijkheid en daarmee betrokkenheid blijft waarmaken door mee te praten, mee te denken en mee te werken. ‘Dit betekent dat u scherp moet en kritisch mag blijven als ruggengraat van de luchtmacht, teneinde deze te verbeteren en de werksituatie van uzelf en uw collega´s aangenamer te maken’, aldus de generaal. ‘Dit alles zal mogen bijdragen aan het feit dat onze luchtmacht een van de beste luchtmachten ter wereld is en blijft. U, de onderofficier bent daar een belangrijke schakel in.’ Daarmee was de basis gelegd voor een interessante en vooral laagdrempelige discussie- en informatiedag.
Uitzendgebied Een andere spreker was Directeur Defensie Operaties generaalmajoor Jouke Eikelboom van de Bestuursstaf. Hij gaf, tussen twee vergaderingen in Den Haag door, een presentatie over de situatie in Uruzgan. Daarna was het de beurt aan voormalig detco majoor Duinhof en zijn SQ sergeant-majoor Leemans, beiden net terug uit Afghanistan. Zij gaven samen een helder beeld van de rol van de onderofficier naast de commandant in het uitzendgebied. Ook de cultuurverschillen tussen de KLu en de KL kwamen aan bod. ‘Die moet je niet kunstmatig uitvergroten’, aldus commodore Bergsma. ‘De KLu is een heel ander bedrijf dan KL. De wijze van inzet is anders, dus ook de aanpak voor problemen. Corveedienst bijvoorbeeld, wordt bij de KL gedaan door manschappen en korporaals. Bij ons draait een kapitein gewoon mee, wat voor veel landmachters heel vreemd is. Met name die onderofficier moet op dit soort zaken inspringen.’ Duinhof en Leemans wijzen verder op het belang om in het uitzendgebied militair te blijven denken en doen. Bergsma is het daar mee eens: ‘De situatie vraagt ook om sociale controle. Dus op elkaar letten, mocht er door de routine het gevaar van nonchalance dreigen. Dat betekent bij een luchtaanval allemaal naar de schuilkelder met helm en scherfvest. Daar moet je elkaar professioneel op blijven aanspreken.’
C-LSK luitenant-generaal Hans de Jong benadrukt in zijn openingsspeech de verantwoordelijkheid en daarmee de betrokkenheid van de onderofficieren.
Het panel zat dicht bij het publiek en bestond uit (van links naar rechts): sergeant-majoor Leemans, majoor Duinhof, luitenant-generaal Hans de Jong, commodore Buitenga, kolonel Rob Kramer en commodore Bergsma.
Personeelssysteem Commodore Buitenga informeerde het publiek vervolgens onder andere over het flexibel personeelssysteem en ontzenuwde meteen veel mythes rond dit onderwerp. Hij toonde aan dat binnen het nieuwe systeem de personeelspiramide in hoofdlijnen vrijwel dezelfde opbouw heeft als het huidige systeem met de verhouding BOT/ BBT. ‘Dat was voor veel mensen een eyeopener’, aldus Van der Sloot. ‘Het was voor velen ook prettig om dit verhaal van de hoogst verantwoordelijke op het gebeid van p-dienst te horen.’ Buitenga vertelde verder dat niet alleen de kwantitatieve, maar ook de kwalitatieve vulling van groot belang is. ‘De ervaringsopbouw gaat niet alleen verticaal, maar ook horizontaal’, legt Van der Sloot uit. ‘Je kunt beter eerst zorgen dat op bepaalde rangen voldoende personeel is, dan mensen te snel laten doorgroeien naar boven. Breder ontwikkelen is in dit geval beter dan omhoog.’ En passant stelde de C-LSK de zaal nog de vraag, wat men vond van het idee om militairen met kinderen onder de vier jaar alleen vrijwillig uit te zenden. Welgeteld twee aanwezigen zagen hier brood in. Basisvorming KLu De laatste, maar zeker niet de minst interessante spreker voor het publiek was C-OKLu kolonel Rob Kramer. Hij maakte duidelijk dat het opleidingsproces niet
DE VLIEGENDE HOLLANDER
16
R E P O R TA G E
stellen tot verbetering wel in de lijn gebracht moeten worden en niet via de achterdeur door collega-onderofficieren. ‘OKLu werkt via de voordeur’, aldus de kolonel. Instructeurs worden dan ook uitgenodigd op de velden om die praktijk mee te maken en daarmee de opleiding nog beter te laten aansluiten bij de werkvloer.
Directeur Defensie Operaties generaal-majoor Jouke Eikelboom geeft tekst en uitleg over de situatie in Uruzgan.
stopt bij het verlaten van zijn instituut. ‘Samen gaat het beter: opleiding en praktijk’, aldus Kramer. ‘Tien procent doe ik, de andere negentig procent gebeurt na de opleiding op de KMSL. Daarmee bedoel ik dat de basisvorming begint op school, maar dat iedereen verder leert op de werkplek. De kreet: “Vergeet wat je op school geleerd hebt, hier doen we het anders” moeten we niet hebben. Iedereen dient hierin zijn verantwoordelijkheid te nemen. De opleiding gaat na de school verder en daar zijn we met zijn allen, dus de gehele luchtmacht, verantwoordelijk voor.’ Tijdens het forum kwam vanuit de zaal ook een opmerking dat de opleidingen achter bleven bij de praktijk. Kramer antwoordde dat dit inderdaad beter gematched kan worden, maar dat voor-
Force protection Vanuit de GGW kwam de vraag om een extra investering in force protection opleidingen. Volgens Van der Sloot niet verwonderlijk, aangezien de GGW één van de meer groene onderdelen is van de KLu en die zich voornamelijk verplaatst over de weg in konvooien. ‘Het ging in deze vraag met name om de schiet-wapenopleiding’, zegt hij. ‘Het grootste deel van de luchtmacht sleutelt in een beschermd gebied, met rondom beveiliging. In tegenstelling tot de KL, waar geldt ‘every man a rifle man’, zijn bij de KLu alleen OGRVers hier speciaal voor opgeleid. Dat moet anders. De veiligheidssituatie is in gebieden als Uruzgan natuurlijk heel anders dan op een basis in Villafranca, toen onze toestellen boven voormalig Joegoslavië vlogen. Met één keer tien patronen wegschieten kom je niet meer weg, daar gaan we serieus mee om. Overigens, het was de GGW die de vraag stelde, maar die werd gedragen door heel de zaal.’ Als hoogste vertegenwoordiger van de onderofficieren mocht Van der Sloot de dag afsluiten. Na dankbetuigingen gaf hij aan trots te zijn op het onderofficierskorps, maar waarschuwde zijn collega´s dat van rust voorlopig geen sprake is en dat men de oproepen van de sprekers ter harte dient te nemen. Hij sloot af met een vraag aan de C-LSK: ‘Generaal, volgend jaar weer?’ De reactie was maar voor één uitleg vatbaar: wordt vervolgd.
•
Na een aantal informatieve lezingen werd ruim de tijd genomen voor een forum, waarin de aanwezigen in de zaal direct vragen konden stellen aan het panel.
17
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Naam: Leeftijd: Rang: Functie: Sinds: Locatie:
Niels Hop 31 kapitein boordvlieger op de Lynx, VGSQ 860 maart 2003 Marinevliegkamp De Kooij in Den Helder
Vliegen over zee Tekst: June Smit | Foto´s: Niels Hop Hij koos er niet zelf voor om naar de marine te gaan. Maar toen het 299 Squadron waar hij op de Bölkow vloog, werd opgeheven, kon kapitein Niels Hop weinig anders dan een baan als Lynxvlieger te accepteren. Opleidingsplekken binnen de luchtmacht waren namelijk al vergeven. Aanvankelijk was het een functie voor drie jaar, maar inmiddels heeft hij toch bijgetekend tot eind 2008. ‘Achteraf ben ik blij dat ik de kans heb gepakt om maritieme ervaring op te doen’, zegt Hop. ‘Daardoor heb ik me heel erg kunnen verbreden. Na mijn opleiding tot eerste vlieger, heb ik ook nog de dipen dekkwalificatie afgerond, waardoor ik als boordvlieger met een sonar onderzeeboten op mag sporen en dag en nacht mag landen op schepen. Tijdens de watersnoodramp in Suriname in mei 2006 vloog Hop met een viertal andere Lynxen ter ondersteuning. De toestellen konden helpen, omdat ze op dat moment bij de oefening Joint Carribean Lion aanwezig waren. Foto: AVDD
Vliegende Hollander 0018 +++
In het begin was vliegen boven zee heel erg wennen. Op het land zie je nog boomtoppen, waardoor je de diepte redelijk kan inschatten. Boven water heb je dat niet. Omdat het ’s nachts op zee heel donker is, is het moeilijk in te schatten hoever je nog moet vliegen tot het schip. Ik weet nog dat ik de eerste paar keren dacht, waar ben ik eigenlijk mee bezig? Zeker als er dan ook nog flinke golven staan, gaat het schip omhoog en naar beneden. Dat verschil kan twintig voet zijn. Dan moet je dus niet twijfelen en gewoon die kist neerzetten.’ Spannende SAR-taak ‘Als je bij het 860 Vliegsquadron niet met een Lynx aan boord zit, moet je je kwalificaties bijhouden en af en toe assisteren bij opleidingen. Daarnaast hebben we een Search and Rescuetaak (SAR). SAR-vliegen is altijd heel spannend. Als hier in het gebouw de SAR-bel gaat, dan gaat er golf van adrenaline door je heen. Ook al heb je geen wacht, dan nog voel je die spanning. Het is eigenlijk heel tegenstrijdig. Je hoopt vaak dat je een SAR hebt, terwijl daar ook mensen in nood mee gemoeid zijn. Soms gebeurt er weken niks en dan heb je ineens een paar “sarretjes” in een week te pakken. Slecht weer speelt daarbij wel een rol ja, maar niet alleen mensen die overboord geslagen zijn pikken we op. Het kunnen ook mensen zijn die een ongeluk krijgen op een schip of boorplatform. De eerste keer dat ik patiënten had, is me nog goed bijgebleven. Op een booreiland was een kabel gesprongen en daar-
IN DEN VREEMDE
bij waren drie mensen ernstig gewond geraakt. Eentje daarvan begon al in coma te raken. Die hebben we toen naar het Erasmusziekenhuis vervoerd. Uiteindelijk zijn ze er alledrie bovenop gekomen. Dat geeft zeker voldoening.’ Ander wereldje ‘Met de SAR van de luchtmacht hebben we vrij weinig contact. Zij vliegen boven een heel specifiek gebied rond de Vliehors Range. Alleen kunnen zij niet ’s nachts boven zee hooveren (hangen), omdat de SAR van de KLu geen stabiliteitssysteem heeft. Dus als dat om de een of andere reden in hun gebied moet gebeuren, roept het Kustwachtcentrum ons op. Met oud collega’s van het 299 Squadron heb ik af en toe nog wel contact. Een aantal van hen is onder andere op de Chinook gaan vliegen, op de SAR-helikopter van de KLu en op de PC-7. Veranderingen binnen de KLu krijg ik hier echter veel minder goed mee. Natuurlijk lees ik de Vliegende Hollander en kijk ik regelmatig op het intranet, maar veel gaat langs je heen. Ik ben overigens nog steeds blij dat ik deze strepen draag. Ik blijf een luchtmachtvlieger. De marine is een heel ander wereldje, met zelfs een eigen taal.’ Veel vlieguren ‘Wat ik hier nog wil doen? Ik wil al een tijdje voor een langere periode aan boord van een fregat vliegen. Dat gaat in februari gebeuren, dan ga ik voor zes maanden aan boord van Hr.Ms. Van Speijk. We gaan dan zoals gebruikelijk maar met één Lynx en één bemanning aan boord. Dat vond ik in het begin wel raar, want als de eerste vlieger zijn been breekt is er niemand meer die de kist kan vliegen. Aan de andere kant staat daar een grote zelfstandigheid tegenover. Jij zorgt met je bemanning voor de enige helikopter. Wij gaan dan voor een half jaar naar Libanon, waar Vliegen boven zee vergt een gewenningsperiode door een gebrek aan dieptereferentie. Gelukkig varen er ook nog schepen, zoals de Rotterdam en de Zuiderkruis.
Vliegende Hollander 0019 +++
Landen op een schip is volgens Hop een wereld van verschil met landen op land. Vooral met hoge golven vergt het neerzetten van het toestel het nodige lef.
we het illegale wapentransport richting Hezbollah moeten zien te voorkomen. Dat betekent voornamelijk het vliegen van patrouilles. Een half jaar is wel lang van huis, maar ik heb al eens acht weken op het amfibisch transportschip Hr.Ms. Rotterdam gezeten en dat ging prima. Alleen op het moment dat de helikopter stuk is, ga je je vervelen. Aan boord vlieg je meestal driehonderd tot driehonderdvijftig uur, daar buiten ongeveer tweehonderd uur. Ik heb het hier erg naar mijn zin. Het enige dat ik echt mis is, is laagvliegen boven land. Die sensatie dat je de boomtoppen ziet. Ik weet niet hoe lang ik hier nog blijf. Misschien is het mogelijk dat ik op de transporthelikopter NH-90 kan vliegen, de opvolger van de Lynx, als die op De Kooij komt. De Chinook vind ik ook nog steeds een machtige helikopter, daar zou ik graag op vliegen. Het zou mooi zijn als ik in mijn toekomstige functie van de opgedane ervaring bij de KM gebruik kan maken.’ Hop is de eerste luchtmachter die het zogenoemde ‘Uiltje’ van KLTZ Bauer in ontvangst mocht nemen, dat vliegers krijgen na hun dekkwalificatie. Hiermee mag je zowel ’s nachts als overdag op een schip landen.
IN DEN VREEMDE
T IETPEOL R T A G E R
Praktijkonderzoek met onbemande vliegtuigen
Veilig toestellen ontwijken Tekst: June Smit | Foto’s: NLR
Ze vliegen nu nog in restricted areas, maar het duurt niet lang meer of onbemande toestellen vliegen ook tussen het gewone luchtverkeer. Maar een Unmanned Air Vehicle mist de ogen van een piloot. Om botsingen te voorkomen, test het Nationaal Luchtvaart en Ruimtelaboratorium een mogelijke oplossing. Onbemande vliegtuigen beginnen internationaal al aardig ingeburgerd te raken. De landmacht maakt al geruime tijd gebruik van de Sperwer en ook landen als Israël en Amerika maken openlijk gebruik van verschillende typen. Ondanks dat, is er tot op de dag van vandaag nog geen werkend systeem commercieel beschikbaar om botsingen tussen bemande en onbemande kisten te voorkomen. ‘Eigenlijk kun je op dit moment niet goed samen vliegen’, zegt Michiel Selier van het Nationaal Lucht en Ruimtevaartlaboratorium (NLR). ‘Een Unmanned Air Vehicle (UAV, red.) heeft geen vlieger of piloot die uit het raam kan kijken om te zien of er een ander toestel aankomt. Nu vliegen ze nog in restricted areas, maar die zijn er nauwelijks in West-Europa. Voor de veiligheid zouden UAV’s daarom zelf ook vliegtuigen moeten kunnen zien. Het mooiste is als de luchtverkeersleiding de UAV ziet en de UAV zelf ook kan ‘kijken’ en botsingen kan voorkomen.’
De testen werden uitgevoerd met een PC-7. Als het toestel op ‘ram’koers was, moest de camera het registreren zodat daarop geanticipeerd kon worden.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
20
Waarschuwing ook oplossingen, dus in hoeverre je hoger Om dit doel te verwezenlijken, lanceerde of lager moet gaan vliegen om de botsing het NLR in opdracht van defensie in april te voorkomen. Nadelen van TCAS zijn dat 2004 het project Outcast (Operations of het systeem vrij kort van tevoren waarUAVs - Transition to Civil Air Space and schuwt en dat het ontworpen is voor vliegTraffic environments), waarbij het een optuigen met een piloot aan boord. Daarom lossing test die botsingen tussen bemande testen we nu of we met een camera de en onbemande vliegtuigen kan voorkoogen van de piloot kunnen vervangen.’ men. ‘We hebben de oplossing gebaseerd op een bestaand systeem waar de grote civiele luchtvaart gebruik van maakt, namelijk het TCAS (traffic alert and collision avoidance system, red.)’, zegt projectleider Selier. ‘Deze kastjes corresponderen met elkaar en waarschuwen als twee vliegtuigen Voor de test had het NLR op de neus van het laboratoriumvliegtuig een camera dreigen te botsen. geïnstalleerd die zowel licht als warmte registreert. Deze vervangt de ogen van een Daarnaast geeft het piloot.
R E P O RTTIATGE EL
Voorrangsregels De eerste indruk van de testen zijn positief. Het laboratoriumvliegtuig, uitgerust met TCAS én een camerasysteem, heeft begin november een drietal vluchten gemaakt, waarbij bemanningsleden achterin het toestel de camera bedienden. Selier: ‘We hebben de testvluchten in Twente gehouden, waar we botsingen met de PC-7 hebben nagebootst. Die vloog op iets andere hoogte, maar wel op kruiskoers. Op het moment dat we op de radar zagen dat het vliegtuig op dezelfde koers was, richten we de camera erop. Dat ging vrij snel, zodat je ruim de tijd hebt om een botsing aan te zien te komen en eventueel uit te wijken. In de lucht gelden in principe ook gewoon voorrangsregels, waarbij van rechts komend verkeer voorrang heeft. We hebben in de eerste testen gezien dat de mensen achterin de cabine de PC-7 eerder zagen met hun camera dan piloten dat met hun blote oog deden.’ Meerwaarde Hoe het systeem op een snel vliegend toestel als de F-16 reageert of op een groter transportvliegtuig als de Fokker 60, test het NLR in het voorjaar van 2007. Dan is de volgende reeks met proeven gepland. Medio 2007 verwacht het NLR het project te hebben afgerond. Ondertussen zijn landen als Amerika en GrootBrittannië ook druk bezig met dergelijke onderzoeken. Waarom Nederland er niet voor heeft gekozen tijdens het project internationaal samen te werken, heeft volgens Selier voornamelijk te maken met de voortgang. ‘Bij internationale samenwerking komt altijd politiek kijken. Dat gaat vaak ten koste van de voortgang. Bovendien is in Amerika het luchtruim anders ingedeeld dan hier, dus zijn de testresultaten moeilijk te vergelijken. Verder zijn er internationaal nogal wat papieren studies gaande met betrekking tot dit onderwerp. In die zin heeft de praktijk die we in Outcast toepassen, echt een meerwaarde. De andere activiteiten volgen we wel op de voet, omdat er uiteindelijk een internationale oplossing moet komen. Als defensie of een andere instantie ooit een detect and avoid system nodig heeft, kunnen we zeggen: TCAS moet op deze manier worden aangepast, dit zijn de eisen aan de camera, het grondstation en het toestel en op deze manier moet de huidige regelgeving worden aangepast.’
Op 6 november werd defensie in Hangaar 3 op Schiphol Oost geïnformeerd over de stand van zaken rond Outcast.
Het laboratoriumvliegtuig simuleerde een UAV, maar voor de veiligheid zat er wel iemand achter het stuur. Bemanning achterin het toestel simuleerde de bemanning die normaal gesproken vanaf de grond de UAV zou besturen. Zij konden ook de camera op de neus bedienen.
Mens vs. machine Dat UAV’s er ook in Nederland komen, is een feit. De landmacht maakt momenteel gebruik van de Sperwer en ook worden er momenteel testen gedaan met een mini UAV, waarbij soldaten achter een heuvel kunnen kijken. ‘De UAV is geschikt voor gevaarlijke of langdurige en saaie missies’, zegt Selier. ‘Oftewel: dull, dangerous or dirty. De Global Hawk van de Amerikanen vliegt dertig tot veertig uur achter elkaar. Zolang houdt een mens het in een bemand vliegtuig niet uit. Bij de UAV
heb je grondbemanning, dus dan kun je gewoon na een aantal uur roteren. De mens heeft daarentegen ten opzichte van de machine wel weer een stukje flexibiliteit. Er zijn situaties waar je het liefst geen radiocontact wilt hebben met het onbemande vliegtuig, dus dan zou het compleet geprogrammeerd moeten worden. Op zo’n moment is er ook geen improvisatie mogelijk op het niveau zoals mensen dat wel kunnen. Ik verwacht dat bemande en onbemande vliegtuigen voorlopig nog een aanvulling op elkaar zullen vormen.’
•
21
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Zonnige afscheidsvlucht markeert einde ‘nuttig’ vliegtuig
Fokker 60 uitgevlogen Teksten: Arno Marchand
Het weer had niet mooier kunnen zijn, als op 29 november een Fokker 60 Utility voor de laatste maal voor de KLu de lucht ingaat. Een afscheidsvlucht van een Hollands product, die voerde langs alle vliegbases. Alhoewel de Fokkers 60 MPA in Curaçao nog ruim een half jaar doorvliegen, is het boek voor de transportuitvoering met de officiële uitfasering op 1 december nu gesloten. Het personeel blijft bij 334 Squadron in dienst, ofwel bij de Fokker 50/60MPA-vlucht, of schoolt om naar KDC-10 of C-130. De Fokker 60 Utility is in de letterlijke vertaling een ‘nuttig’ vliegtuig. ‘En dat was en is het ook’, beaamt gezagvoerder majoor Willem Wildvank. ‘Bovendien prettig om mee te vliegen en betrouwbaar. Ik heb ervaring met zijn voorganger, de F.27 Friendship en Troopship, maar dit toestel is stukken comfortabeler en veel moderner natuurlijk. Een doordacht systeem dat weinig klachten kende. En had het toestel eens een mankement, dan was het meestal ook zo weer verholpen. Het positieve aan het vertrek is dat er iets voor terugkomt, al duurt het nog wel even voordat de twee C-130’s er zijn.’ Samen met drie collega’s wacht hij in de crewroom van het 334 Squadron op de Vliegbasis Eindhoven op de terugkomst van de afscheidsvlucht. ‘Een goed
Nederlands product dat vooral ergonomisch doordacht in elkaar zit’, vult loadmaster sergeant-majoor Armand van der Meulen aan. ‘Dat merkte je in het vrachtruim, waar het prettig werken was, maar zag je ook in de cockpit. Geen flikkerende displays, maar een rustig totaalbeeld.’ ‘Het is een gedeeltelijke glass-cockpit, een mix van analoog en digitaal’, gaat Wildvank verder. ‘Vergeet niet dat de cockpit voor een groot gedeelte al halverwege jaren tachtig is ontwikkeld.’ Zandbak De Fokker 60U is aangekocht als een licht tactisch transporttoestel. Daarbij werd de gedachte aangehouden dat de KDC-10
In het voetspoor van zijn voorgangers Nadat op 15 maart 1996 het faillissement over de Nederlandse vliegtuigbouwer Fokker is uitgesproken, dringen klanten aan op het afbouwen van hun vliegtuigen. Tot die groep behoort ook de KLu die begin 1994 een bestelling plaatst voor vier Fokkers 60 Utility. Het afbouwen gaat door en zelfs vlak voor en na het faillissement komen er nog nieuwe orders binnen. Zo bestelt de Nederlandse overheid bijvoorbeeld, als onderdeel van het boedelkrediet dat ze in januari ter beschikking stelt, in februari van dat jaar twee Fokker 50’s voor Defensie. Die krijgen een op de militaire luchtvaart aangepaste cockpit en andere motoren, maar zijn verder gelijk aan de commerciële F.50’s, zoals de toestellen officieus ook wel worden aangeduid. De F.60U (van Utility) is op zijn beurt weer gelijk aan de militaire Fokker 50, maar voorzien van een 1.62 meter langere romp en een versterkte DE VLIEGENDE HOLLANDER
22
laadvloer. De binnenzijde van de Fokker 60 is voor een (licht) vrachtvliegtuig luxe te noemen, waarbij opvalt dat de zogenoemde ‘hangmatjes’ langs de wand hebben plaatsgemaakt voor 58 opklapstoeltjes. Links- en rechtsachter bevindt De KLu Fokker 60 (hier naast een Jordaanse C-130 op Marka) nam de UN-taak in Jordanië over van de ruim grotere Belgische Hercules. De lengte van de Fokker bedraagt 26,87 meter en de spanwijdte op 29 meter. De kruissnelheid is 532 kilometer per uur en het vliegbereik 2900 kilometer. Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
R E P O R TA G E
Symbolisch voor het vertrek van de Fokker 60U bij de KLu, bankt de U-04 van de camera. Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
Voor de laatste keer neemt de gezagvoerder een Fokker 60 ontvangst van de TD, in dit geval sergeant-majoor Richard van Rhijn. Foto: Hennie Keeris
Op 10 januari 1997 kregen alle Fokkers van 334 een naam: de U-01 Marinus van Meel (bouwer van het eerste vliegtuig van de Luchtvaartafdeling, de Brik), de U-02 Willem Versteegh (vooraanstaand vlieginstructeur in de jaren twintig), de U-03 Jan Borghouts (RMWO, verzetsstrijder, KLu-officier en staatssecretaris), en de U-04 Jules Zegers (verzetsstrijder, grondlegger luchtvaarttroepen in Indië en eerste Commandant Tactische Luchtmacht). Foto: Hennie Keeris
met een strategische vlucht mens en materieel invliegt, waarna de C-130 het grotere tactische transport op zich neemt, en de Fokker het kleinere. Wildvank: ‘Op papier zou het toestel zelfs op onverharde terreinen moeten kunnen landen, maar dat hebben we uiteindelijk niet getraind.’ Ook tijdens de inzet vanuit Jordanië in 2004 kwam dat er niet van, omdat er alleen vanaf verharde banen werd geopereerd. Van der Meulen: ‘Ik denk wel dat die uitzending tactisch gezien de meest uitdagende missie van de Fokker 60 was. Spannend? Ja best wel, omdat het toch een gebied met meer risico is. Voor het thuisfront was het misschien wel “enger” dan voor ons. Het is daar een enorme zandbak, met daarachter nog een en dan nóg weer een. Er is niets
zich een deur die gebruikt kan worden om parachutisten tijdens de vlucht te laten ‘uitstappen’. Zelfbescherming Alle zes de Fokkers komen in dienst bij het 334 Squadron op de Vliegbasis Eindhoven. Het kwartet is bestemd voor troepen- en vrachttransport, paradroppings en medical evacuations (Medevacs) binnen Nederland en Europa, terwijl het duo dient voor het inter-Europese vervoer van VIP’s. Beide toestellen nemen met deze taakstelling de rol van hun directe voorgangers over, respectievelijk die van de F.27 Troopship en de F.27 Friendship. De eerste Utility beleeft zijn luchtdoop op 2 november 1995. Daarna wordt deze U-01 een tijd lang gebruikt voor luchtwaardigheidstesten, gevolgd door de U02 voor het controleren van de avionics. Omdat het uitbouwen van de testapparatuur ook weer enige tijd in beslag neemt, is het de U-03 die op 10 juni 1996 als eerste Fokker 60 aan de KLu wordt overgedragen. De Fokker 60’s krijgen een tactische
transporttaak toebedeeld, en worden daarom voorzien van zelfbeschermingsapparatuur tegen Man-portable air defence systems (Manpads). Aanleiding hiervoor is het neerschieten van een Italiaans G.222 licht transporttoestel boven Bosnië op 3 september 1992 met een SA-7 hittezoekende raket. De Duitsers schaffen als reactie hierop het Israëlische ELTA EL/ M-2160 Missile Warning System (MWS) aan voor hun C-160 Transalls. De KLu volgt dit voorbeeld voor zowel de C-130 als de Fokker 60 want het is én een goed product, én direct beschikbaar. De Utility krijgt de bij dit systeem horende ALR-69 antennes aan de vleugeltip gemonteerd. Comfortabel Al in het najaar van 1996 staat de eerste oefening voor het splinternieuwe toestel op het programma, namelijk Cooperative Chanche in Szolnok, Hongarije. Daar wordt de Fokker voor Medevac ingezet, iets wat in de volgende jaren nog veel vaker gaat voorkomen in bijvoorbeeld Cooperative Key-oefeningen maar zéker ook in de operationele praktijk. Want
De ruim drie meter brede vrachtdeur aan de rechtervoorzijde maakt het mogelijk vracht – onder andere een complete F-16 motor of brancards – gemakkelijk in en uit te laden. Uit de twee achterdeuren kunnen parachutisten springen. Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
23
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
gebeurd gelukkig. Het was daar wel enorm druk, want overal zag je vliegtuigen voorbij komen.’ De Fokker 60 had een breed werkpakket. ‘Hoofdtaak was troepentransport, paradroppings en gewondentransport’, zegt Van der Meulen. ‘Maximaal konden we elf stretchers meenemen, of twee patiënten in de medevac-uitvoering. Daarvoor bouwde de Operationele Groep Gezondheidszorg de apparatuur in, maar bepaalden wij waar, in verband met de verhouding gewicht en balans. In deze configuratie zijn we veelvuldig ingezet vanuit Eindhoven en Rimini voor vluchten naar het voormalig Joegoslavië. En nog geregeld komen medische vluchten voor.’
Terug van de laatste vlucht poseren (v.l.n.r.) sergeant 1 John Knoben, majoor Robert Teeuwissen en majoor John van den Born, voor de Jules Zegers, geflankeerd door squadroncommandant overste Peter Louwerse en OPS-ofiicier Huub Corssmit. Foto: Hennie Keeris
de Fokker 60 neemt al snel de taak over van de laatste Troopships die in Italië (of Nederland) stand-by staan om gewonde NAVO-militairen uit de Balkan-regio op te halen, om deze snel én comfortabel terug te vervoeren naar hun thuisland. Want met name in het vliegcomfort – goed verlicht en door een technisch hoogstandje uitermate stil – onderscheidt de Fokker 60 zich van zijn soortgenoten. Ook tijdens Decisive Endeavour, Deliberate Forge en tenslotte Allied Force draagt de F.60U zijn steentje bij en zijn de toestellen geregeld te zien op Villafranca en Amendola. Bittere noodzaak De eerste grote uitzending start in 26 januari 2004 wanneer een Fokker 60detachement voor een half jaar zijn intrek neemt op Marka International Airport nabij de Jordaanse hoofdstad Amman. De personeelssterkte varieert tussen de veertien en twintig man. Opdracht is het transporteren van personeel en hulpgoederen naar de Iraakse steden Bagdad, Basra en Erbil, in het kader van de United DE VLIEGENDE HOLLANDER
24
Onderbuikgevoel De laatste vlucht begon met een minimale hickup. ‘Niets aan de hand hoor’, zegt gezagvoerder majoor John van den Born. ‘Dit toestel heeft een tijdje stilgestaan, en dan moet je soms even wat resetten.’ ‘Daarom was het toestel geliefd bij de Technische Dienst’, zegt het Hoofd Technische Vlucht eerste luitenant Pinto Teixeira. ‘We hadden er nooit veel problemen mee. Voor ons blijft nu alleen nog de Fokker 50 en de MPA over, totdat we opgaan in de Technische Vlucht VIP waarbij het personeel zowel op de Fokker 50 als de Gulfstream current wordt.’ Binnen tien minuten stond de Fokker 60 dan ook alweer aan de kop van de baan. ‘Gewoon een goed toestel dus’, zegt Van den Born. ‘Het is ontworpen als een inter-Europese cityhopper voor zo’n vijftienhonderd mijl, en daarvoor was en is-ie perfect.’ Zijn co-piloot majoor Robert Teeuwissen heeft naar eigen zeggen dan ook een ‘onderbuikgevoel’ bij de laatste vlucht. ‘Ik vind het toch jammer.’ Loadmaster sergeant 1 John Knoben vindt het vooral ‘eervol’ dat hij de laatste vlucht heeft mogen maken. Squadroncommandant luitenant-kolonel Peter Louwerse ziet de Fokker 60U met gemengde gevoelens vertrekken. ‘Het was het toestel met de hoogste inzetgereedheid, maar het kende ook z’n beperkingen, bijvoorbeeld in hogere gebieden. De veranderingen in de operaties van de KLu noodzaken de vier Fokker 60’s af te stoten en te verkopen. Afscheid nemen is nooit leuk, maar gelukkig krijgen we er in 2008 met twee Herculessen een goeie capaciteitsuitbreiding voor terug.’ ‘Eigenlijk is het een uniek vliegtuig’, vat Van der Meulen het samen. ‘Er zijn er maar vier van op de hele wereld.’ ‘Eigenlijk zijn we dus bevoorrecht’, vult co-piloot majoor Roland Godthelp hem aan. ‘En kunnen we nog even verder met de MPA. Die is nóg unieker, want daarvan zijn er maar twee.’
Nations (UN) Humanitarian Air Service, een onderdeel van het UN World Food Programme (WFP). Het MWS is hier bittere noodzaak want toestellen moeten naar de grond om hun vracht te kunnen
•
afzetten, maar juist daar komen ze binnen bereik van Manpads. De flightcrew vliegt daarom ook met scherfwerende vesten en veiligheidshelmen. Na een aanvankelijk wat stroef begin, maakt het
Testen met het MWS waarbij een serie flares uit de dispensers komt. Deze twee – door het Deense Per Udsen ontworpen – afneembare MCP-7 gondels, hangen midden onder de vleugel. Foto: Henk van Dijk, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
R E P O R TA G E
De laatste vlucht voerde onder andere over Stork-Fokker Aircraft Services op de Vliegbasis Woensdrecht, een van de winstgevende en levensvatbare onderdelen ten tijde van het faillissement van de vliegtuigbouwer. Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
detachement voor het WFP ruim honderd vluchten waarin ze 440 passagiers en 200 ton vracht vervoeren. Op 3 augustus eindigt het werk van het detachement, mede ingegeven door de beslissing van Defensie om vanaf 1 april 2005 twee Fokker 60’s te stationeren op Curaçao. De West Daarmee treedt het duo tot Fokker 60 Maritime Patrol Aircraft (MPA) verbouwde F.60U’s wederom in de voetsporen van twee Fokker-voorgangers, de F.27 Maritimes van het 336 Squadron. Bijna negentien jaar lang stond dit tweetal dag en nacht paraat op Hato Militair zoals het door de KLu en de Koninklijke Marine gebruikte deel van Curaçao International Airport nabij Willemstad heet. Daaraan kwam een einde op 1 juli 2000 toen BDL luitenant-generaal Dick Berlijn tijdens de opheffingsceremonie het vaandel in ontvangst nam van de commandant 336, majoor Jan van Zanten, de huidige detachementscommandant op Curaçao. Misschien sprak de voormalige Gouverneur der Neder-
landse Antillen mr. J. M. Sakeh destijds profetische woorden: ‘Ik verwacht de luchtmacht hier nog wel een keer tegen te komen.’ Hij kreeg gelijk. Voor een bepaalde tijd althans, want het werk voor
het 334-detachement gaat nog door tot dit najaar wanneer een Canadese firma de patrouilletaken op zich neemt en er (wederom) een definitief einde aan de KLu-aanwezigheid komt.
•
Jordaniërs plakken UN-stickers op de F.60U. Behalve de vluchten voor het WFP, vervoerde de Fokker 60 voor de UN vracht en passagiers naar Cyprus, Irak, Koeweit, Libanon en Qatar. Foto: Arnoud Schoor, Fotovlucht Vliegbasis Soesterberg
25
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Leeswijzer Last Post Het ‘Comité Last Post Nederland 1940-1945’ heeft als doelstelling eerbetoon en herinnering aan, en kennisoverdracht over bijvoorbeeld de strijd in de lucht tijdens de Tweede Wereldoorlog. De basis hiervoor werd enkele jaren geleden gelegd tijdens een gesprek met wijlen Z.K.H prins Bernhard. Vele jonge vliegers betaalden met hun leven, de hoogste prijs voor de vrijheid van Europa en Azië. Dit waren voornamelijk Britse en Amerikaanse vliegtuigbemanningen die in ruim drie miljoen vluchten doelen aanvielen in bezet gebied. Het idee werd geboren de lotgevallen van deze groep, voor zover nog traceerbaar, vast te leggen in de vierdelige serie ‘Failed to return, Missing aircraft and airmen’. Deel 1 is daarvan inmiddels uit, en de delen twee tot en met vier volgen in de periode 2007 -2009. Volgens historici bedraagt het aantal crashes van geallieerde vliegtuigen alleen in ons land al 5600, met een slachtofferaantal van 12.500. ‘Last Post - The sky was their ocean, Crosses in the Wind, Silent witness’, is een namenregister van militaire vliegtuigbemanningen met een bekende rustplaats, dan wel een gedenkteken in Nederland en Indonesië, dan wel elders. De softback (ISBN 9090181075-5) telt vierhonderd pagina’s verdeeld in elf hoofdstukken, en is voorzien van enkele zwart-wit foto’s. Een leesboek is het zeker niet, een naslagwerk des te meer. ‘Last Post’ is gratis te bestellen door een e-mail te sturen naar
[email protected]. De enige kosten zijn die van de porto, die ongeveer e10 bedragen. (A.M.)
DE VLIEGENDE HOLLANDER
26
Pander, een Haagse Vliegtuigbouwer
Naast ’s lands bekendste vliegtuigfabriek Fokker, waren er in de vorige eeuw nog meer bouwers van luchtvaartuigen in Nederland. Een daarvan is de Pander, een Haagse meubelmakerij die halverwege de jaren twintig van de vorige eeuw begon met het maken van vliegtuigonderdelen als houten propellers. Uit tijdverdrijf startte een oud Pander-directeur samen met zijn zoon in 1924 de bouw van een vliegtuig. En met succes, zodanig zelfs dat er commerciële belangstelling ontstond. Pander haakte daar op in en stond met het kleine en lichte vliegtuigontwerp aan de wieg van de Nederlandse sportvliegerij. Vanuit de Defensie-hoek toonde de Marine Luchtvaartdienst begin 1925 als eerste belangstelling voor het ontwerp van de Pander D, om op voordelige wijze de vliegvaardigheid te kunnen onderhouden. Daarna volgde de Luchtvaartafdeling van het KNIL om met de Pander DA goedkoop vlieguren te maken. De voorloper van de KLu bracht ze onder bij de vliegschool op Kalidjati. De mini-hoogdekkers waren populair, en vooral geliefd voor het zogenoemde crazy flying. Heel lang gingen de babyvliegtuigen overigens niet mee, want de eerste verongelukte in 1929 en de tweede werd in 1931 te verouderd geacht en gesloopt. ‘Pander, een Haagse Vliegtuigbouwer’ met ISBN 978-90808868-3-4, is uitgegeven door All Media Productions, in samenwerking met de afdeling Luchtvaartkennis van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart. De softback met een vierkleuren omslag telt 144 pagina’s die rijkelijk zijn voorzien van 175 grotendeels nog niet eerder gepubliceerde zwart-wit foto’s. De winkelprijs bedraagt €19,95. Bestellen kan ook door het overmaken van €23,45 (dat is inclusief verzendkosten) op rekening 567866203 ten name van All Media Productions, onder vermelding van Panderboek. (A.M.)
J
JOURNAAL
ournaal
Eerste vlucht F-35A Lightning II Hij vliegt! Het eerste productie-exemplaar van de Joint Strike Fighter begon aan zijn maiden flight op vrijdag 15 december, om 19.44 uur Nederlandse tijd. Chef-testvlieger Jon Beesly vond dat het vliegtuig ‘prachtig presteerde’, met de krachtigste straalmotor ooit in een jachtvliegtuig geplaatst, de Pratt & Whitney F135 met veertigduizend pond stuwdruk. De eerste vlucht van dit jachtvliegtuig van de vijfde generatie, markeert het begin van een zeer uitgebreid, liefst twaalfduizend uur durend testprogramma. Eerder in de week al waren op de NAS Fort Worth Joint Reserve Base, waaraan de Lockheed-Martin-fabrieken grenzen, de low speed en vervolgens de high speed taxi tests uitgevoerd. De vlucht duurde uiteindelijk een half uur in plaats van het geplande uur, omdat een sensor dienst weigerde. Deze Conventional Take Off and Lan-
ding- of afgekort CTOL-versie van de F-35, is de beoogde opvolger van de KLu-F-16’s. Negen landen – Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Italië, Neder-
land, Noorwegen, Denemarken, Australië, Canada, Turkije – werken in dit JSF-project samen. Foto: Tom Harvey, Lockheed-Martin
FWIT succesvol afgerond De luchtmacht is tien wapeninstructeurs rijker. Op donderdag 7 december behaalden deze cursisten van de Fighter Weapons Instructor Training (FWIT) namelijk hun graduatie. In totaal starten twaalf F-16 vliegers in op 1 mei de cursus op de Vliegbasis Leeuwarden.
De training, georganiseerd door het 323 TacTes squadron, leidt ervaren F-16 vliegers op tot wapeninstructeur. De wapeninstructeur moet na deze training alles weten over de systemen en wapens aan boord van een Midlife Update F-16 en de tactieken die hiervoor beno-
digd zijn. Vervolgens kan de ‘nieuwe’ instructeur zijn kennis delen met minder ervaren vliegers op zijn squadron. Aan de training namen dit jaar vier landen deel. De Nederlandse, Noorse, Belgische en de Deense Luchtmacht.
Luchtsteun bij mariniersoefening De luchtmacht gaf in de week 49 luchtsteun bij een grote mariniersoefening in het grootste militaire oefenterrein van Nederland. Vanuit een C-130 van de KLu maakten mariniers met een parachute een nachtelijke luchtlanding. Over de grond kwamen vervolgens infanterie-eenheden in beweging. Een geniecompagnie, een tankeskadron en F-16’s ondersteunden hun collega’s. De oefening was bedoeld om te trainen in verstedelijkt gebied. Verschillende scenario’s waarin het afdwingen van vrede, vredesbewaring en evacuatie van burgers passeerden de revue in het oefendorp Marnehuizen. Dergelijke operaties zijn nodig om in missiegebieden, zoals nu in Afghanistan, een veilige en stabiele omgeving te creëren zodat een land weer opgebouwd kan worden. Foto: Ingrid van der Henne 27
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Nederlandse veteranen aan de slag in Bosnië-Herzegovina De Stichting Veteranen Actief, die is opgericht op 6 oktober, wil met wederopbouwprojecten hulp bieden aan lokale bevolking in voormalige oorlogs- of rampgebieden. Deze doelstelling bereikt zij door inzet van vrijwilligers uit de gemeenschap van Nederlandse veteranen met hun specifieke ervaring, kennis, kunde en flexibiliteit. Veteranen hebben tijdens hun missies ervaren hoe het
is om te leven in een naoorlogs land. Daardoor zijn velen graag bereid om nu niet als militair maar als mens een bijdrage te leveren aan de wederopbouw van door oorlog of rampen getroffen gebieden. Voor meer informatie: Wim Brock, tel: 023-5245723 of 06-22422659 of per mail
[email protected] of www.veteranen-actief.nl.
Ereteken van Verdienste
Voetstuk voor J-245
Kolonel Emile van Duren heeft het Ereteken van Verdienste in Goud ontvangen van de staatssecretaris van Defensie Cees van der Knaap. Van Duren is sinds december 2001 projectleider Vervanging F-16. Van der Knaap prees Van Duren voor zijn enorme deskundigheid en gedrevenheid waarmee hij de afgelopen jaren het project heeft geleid en vormgegeven. Een belangrijke mijlpaal in het project was de ondertekening in Washington, van het Memorandum of Understanding voor de productie, instandhouding en doorontwikkeling van de Joint Strike Fighter door Nederland en de Verenigde Staten.
Militair hockeyteam zoekt dames De oprichting van een militair dameselftal hockey is in volle gang. Er heeft zich al een groot aantal dames opgegeven, maar het team kan nog steeds speelsters gebruiken. Het team zit momenteel in de fase van niveaubepaling, zodat passende tegenstanders kunnen worden gezocht. Eind februari zal er een training met aansluitend een oefenwedstrijd georganiseerd worden. Om een selectie te kunnen maken is het van belang, dat alle geïnteresseerden zich opgeven en eind februari bij de training zijn. Opgave kan per mail bij de (aspirant) chef d’équipe kapitein Nout de Wit op
[email protected] of per telefoon op *06-57373259 / 055-3573259. DE VLIEGENDE HOLLANDER
28
De J-245 heeft een nieuwe standplaats. De afgeschreven F-16 is op maandag 11 december vanaf Gilze-Rijen op een dieplader naar Ramstein vervoerd, waar het een sokkelfunctie heeft gekregen. Een zevenkoppig team van het Project Afstoting F-16 (PAF) en twee personen van de bergingsdienst maakten het toestel klaar voor zijn nieuwe functie. ‘Voor het vervoer moesten we de vleugels, de staart en de besturingsvlakken van de romp af halen’, zegt eerste luitenant Jan ten Doeschot, hoofd PAF. ‘Die hebben we daar ter plekke op de dieplader weer in elkaar gezet. Met twee kranen is het toestel in de slings gehangen. Daarna hebben we het in positie gebracht, waarbij de neus tien graden omhoog kwam te staan en de vleugels
Reorganisatienieuws en organogrammen Al het nieuws over de reorganisatie is te vinden op de portaalsite van het luchtmachtintranet in het dossier Reorganisatieportaal. Voor informatie over het Commando Luchtstrijdkrachten klikt u vervolgens onder documenten op Documenten Transitie CLSK. Voor de organogrammen opent u het DRP CLSK. U vindt ze in bijlage 2.
in een hoek van dertig graden. Eigenlijk is het prima verlopen.’ De J-245 kwam in 1981 in dienst bij de KLu, waarbij het begon op de Vliegbasis Leeuwarden. Daarna vloog het jarenlang als lesvliegtuig in Tucson, waarna het opnieuw op de Vliegbasis Leeuwarden in dienst kwam. Nu als instructievliegtuig voor de vliegtuigtrekkeropleiding. De J-245 is niet het laatste vliegtuig dat het PAF klaarmaakt voor een nieuwe taak. De komende tijd gaan in ieder geval negen afgeschreven F-16’s dienen als instructievliegtuig of als poortwachter, onder andere bij Vliegbases Eindhoven, Volkel en Gilze-Rijen, maar ook TNO, Fokker en de TU Delft staan op het programma. Foto: sergeant-majoor Dik te Lindert
JOURNAAL
Commando-overdracht 90th Squadron Op vrijdag 3 november nam luitenantkolonel Harry Oostema het commando over van het 90th Flying Training Squadron (FTS) op Sheppard Air Force Base in de Amerikaanse staat Texas. Het 90th FTS van de USAF is het grootste T-38 squadron ter wereld en bestaat uit personeel van dertien NAVO-landen ter ondersteuning van het Euro-NATO Joint Jet Pilot Training (ENJJPT)-programma. Oostema is de eerste Nederlandse commandant sinds de oprichting van het squadron in 1942. Het squadron leidt jaarlijks tweehonderdvijftig jachtvliegers op en bestaat uit liefst 99 T-38A/C Talon lesvliegtuigen waarmee gemiddeld 32.000 vlieguren per jaar wordt gevlogen. Foto: ENJJPT
Rotatie Uruzgan Maandag 4 december onthaalde de Commandant der Strijdkrachten generaal Dick Berlijn de hoofdmacht van de eerste rotatie van de Task Force Uruzgan op de Vliegbasis Eindhoven. Deze bestond uit 119 militairen en stond onder leiding van de commandant van de Nederlandse Battlegroup, luitenant-kolonel Piet van de Sar en de commandant van het PRT luitenant-kolonel Nico Tak. Het PRT opereerde de afgelopen vier maanden
onder de vleugels van de Nederlandse Battlegroup en ondersteunde de meest uiteenlopende projecten variërend van de aanleg van waterleidingen, wederopbouw van het onderwijssysteem tot de reïntegratie van overheidsinstanties. In november 2006 is, als gevolg van succesvolle realisatie van verschillende projecten, het budget voor het PRT door het ministerie van Buitenlandse zaken verdubbeld.
Nieuwe hoofdkrijgsmachtrabbijn Hoofdkrijgsmachtrabbijn kolonel Jochanan Boosman gaf op 1 november het stokje als hoofd van de joodse geestelijke verzorging bij de krijgsmacht over aan krijgsmachtrabbijn majoor Menachem Sebbag. Boosman zwaait af wegens functioneel leeftijdsontslag. Sebbag was voorheen werkzaam als directeur van het Joods Begrafeniswezen.
Herdenking 33 van Soesterberg Op maandag 20 november 2006 vond op de voormalige fusilladeplaats van de Vliegbasis Soesterberg de herdenking plaats van 33 verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog, ‘de 33 van Soesterberg’. Op 19 november 1942 betaalden zij met hun leven voor hun idealen toen zij door de bezetters werden doodgeschoten op de vliegbasis Soesterberg.De herdenking werd bijgewoond door nabestaanden, oud-verzetsstrijders en andere belangstellenden. Kinderen van Basisschool de Egelantier uit Soest verzorgen samen met de vliegbasis de herdenking.
Duizend vlieguren Cougar in Afghanistan Redelijk onopvallend voert de Cougar sinds zijn aanwezigheid in Afghanistan zijn vluchtopdrachten uit. Vanaf half april van dit jaar is de lichte transporthelikopter van het 300 Squadron ingezet in Zuid-Afghanistan voor de ISAF-missie. Vooral de lagere temperatuur van de laatste maanden zorgde voor optimale inzetbaarheid van de Cougar. De toestellen worden door ISAF ingezet in de zuidelijke provincies Kandahar, Helmand, Uruzgan en Zabul. Naast de ‘reguliere’ opdrachten zijn gedurende de herfstmaanden regelmatig internationale EOD-teams vervoerd naar plaatsen waar IED’s waren gevonden of ontploft. Essentieel zijn ook de vluchten voor de eenheden ‘in het veld’. Door deze herbevoorradingsvluchten worden de eenheden voorzien van de noodzakelijke voeding en munitie en afval wordt weer meegenomen. Foto: 1 (NLD) ATF ISAF 29
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Foto-expositie luchtoorlog in Generaal Maczek Museum De luchtoorlog boven Nederland tijdens WOII krijgt de volle aandacht in het Generaal Maczek Museum in de Trip van Zoudtlandtkazerne in Breda. De expositie, die tot maart 2007 loopt, beslaat zes panelen en start met de Duitse aanval op de Moerdijkbruggen op 10 mei 1940. Het geeft een compleet beeld van wat zich in die periode in de lucht afspeelde. Ook Breda en de Vliegbasis Gilze-Rijen komen aan bod, waarbij van het vliegveld een in augustus 1944 clandestien getekende kaart wordt getoond. Naast militaria besteedt het museum aandacht
aan het leven van generaal Maczek en aan de 1ste Poolse Pantserdivisie, de 1ste Onafhankelijke Poolse Parachutistenbrigade en de activiteiten van de Poolse Luchtmacht. De tentoonstelling is iedere derde zondag van de maand geopend van 14.00 tot 17.00 uur, en voor groepen op afspraak. De toegang is gratis, maar legitimatie is noodzakelijk. Adres: Trip van Zoudtlandtkazerne Breda, ingang De La Reijweg 95. Voor meer informatie, tel. 076-5274089 of 076-5600877,
[email protected] of www.maczekmuseum.nl.
Betaaldata salarissen 2007 In 2007 wordt het salaris uiterlijk de volgende werkdag na de onderstaande betaaldatum op uw rekening bijgeschreven: woensdag 24 januari, vrijdag 23 februari, vrijdag 23 maart, dinsdag 24 april, donderdag 24 mei (inclusief vakantiegeld), vrijdag 22 juni, dinsdag 24 juli, vrijdag 24 augustus, maandag 24 september, woensdag 24 oktober, vrijdag 23 november, vrijdag 21 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij de Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid van het ministerie van Defensie, tel. 070-3187493.
VOOR ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 2
Nieuwe topsporters
Herinneringen ophalen over communicatie De vijfde reünie van (oud) Verbindings- en CIS-officieren (Communicatie en Informatiesystemen) vond plaats op 21 oktober 2006 in de Kumpulan op het Landgoed Bronbeek. Tijdens de dag was de gelegenheid elkaar te ontmoeten en oude herinneringen op te halen. Daarnaast had het comité met hulp van het Nederlands Instituut Militaire Historie (NIMH) een fototentoonstelling op laten stellen in de ontmoetingszaal. Deze keek ver over de grenzen van ons land heen naar iets dat de meeste van de reüniegangers nooit zelf aan den lijve hebben meegemaakt: inzet CIS tijdens vredesoperaties. Gastheer Eric Stroeve heette de ruim 160 gasten welkom. Niet alleen bd-ers waren er. Ook de CIS-officieren DE VLIEGENDE HOLLANDER
30
in actieve dienst waren uitgenodigd en deze groep was goed vertegenwoordigd. De oudste deelnemer was ver in de 80; de jongste eind 20. Uiteraard werd er een moment van stilte gehouden om de ons reeds ontvallen collega’s en partners te gedenken. Hoofd Afdeling Informatievoorziening (AIV) kolonel Ton Bijl bracht de reorganisatie in beeld bracht met onder meer de verhuizing naar Breda. Op zaterdag 18 oktober 2008 zal wederom een reünie worden gehouden. Foto: CIS
Staatssecretaris van Defensie, Cees van der Knaap presenteerde onlangs vier nieuwe leden van de Defensie Topsport Selectie (DTS). In Schaarsbergen traden hordenloopster kapitein De Jong, judoka eerste luitenant Bryan van Dijk, taekwondoka eerste luitenant Ferry Greevink en trampolinespringster sergeant van de KLu Rea Lenders op militaire wijze toe tot de gelederen van de DTS. Tijdens deze presentatie nam de staatssecretaris tevens afscheid van hoogspringer eerste luitenant van de KLu Wilbert Pennings en de oude Coördinator van de DTS, luitenant-kolonel Kees Meijll. De nieuwe Coördinator is luitenant-kolonel der mariniers Chris Kipp. Lenders heeft bij de World Cup finale te Birmingham in Groot-Brittannië de vijfde plaats weten te behalen. Gezien het feit dat zij pas enkele weken daarvoor haar tien weken durende militaire opleiding heeft afgerond, mag dat als een opmerkelijke prestatie worden beschouwd. Lenders is reeds op 28 november bij de medische post op de Binckhorst in Den Haag begonnen.
VRAGEN AAN – BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? Mail naar
[email protected]. Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
JOURNAAL
Programma rond Nederlands-Indië en Indonesië In het Reünie- en Congrescentrum Kumpulan wordt dit jaar een viertal bijeenkomsten gehouden rond Nederlands-Indië en Indonesië. Elke bijeenkomst omvat presentaties en workshops door bekende historici, wetenschappers, kunstenaars en schrijvers, een Indisch lunchbuffet en vrije bezichtiging van het museum Bronbeek. Thema 21 januari 2007: Nederlands-Indië in historisch perspectief. Hierin: ‘De wereld van het KNIL’ door Fred Lanzing, ‘Krijgsverrichtingen op Bali. De KNIL-expeditie van september 1906’door Katja Payens, ‘Nieuw-Guinea: alles en niets’ door Joop van den Berg en ‘Nederlands-In-
dië op de middelbare school’ door Bas van Rooijen. Thema 18 februari 2007: Sumatra, heden en verleden. Hierin: ‘Dodenspoorweg Pakanbaroe’ door Henk Hovinga, ‘Medan, Padang en Palembang in de laat-koloniale periode’ door Freek Colombijn en ‘Banda Aceh na de tsunami’ door Robbert Jan Nix. Thema 11 maart dans en muziek en workshops over ‘Zingen over Indië’ door Bert Paasman en Wouter Muller, ‘Balinese dans’ door Aafke de Jong en ‘Muziek’ door Wouter Muller. Thema 22 april: ‘Werken en zakendoen in het voormalige Nederlands-Indië en Indonesië’ belicht vanuit historisch
en hedendaags perspectief. Voor elk programma: zaal open om 10.00 uur, aanvang 11.00 uur, afsluiting 14.30 uur. Locatie: Reünie- en Congrescentrum Kumpulan, Landgoed Bronbeek, Velperweg 147 Arnhem. Geen kaartverkoop ter plaatse, inschrijven voor de afzonderlijke dagprogramma’s à € 20,- is uitsluitend mogelijk via een formulier, dat kan worden aangevraagd bij mw. N. Bosman, telefoon: (026) 376 35 78 of e-mail:
[email protected]. De inschrijving sluit drie weken voor de datum van het dagprogramma. Er zijn maximaal 150 plaatsen per arrangement beschikbaar.
Cheque van GGW tijdens fundraiseconcert
Benoemingen opperofficieren De plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten, luitenant-generaal Hans Sonneveld, is benoemd tot project-generaal Enterprise Resource Planning bij het ministerie van Defensie. Sonneveld wordt opgevolgd door generaal-majoor Rob Bertholee, onder gelijktijdige bevordering tot luitenant-generaal. Bertholee vervulde functie van directeur Aansturen Operationele Gereedstelling bij de Defensiestaf. Commodore drs. Hans Wehren wordt zijn opvolger en daarbij bevorderd tot generaal-majoor. Wehren was souschef Planning en Control bij de Defensiestaf.
Brigadegeneraal Huub Schouenberg RA is benoemd tot Plaatsvervangend Commandant van het Commando Dienstencentra waarbij hij word bevordering tot generaalmajoor. Tevens wordt brigadegeneraal der mariniers Ton van Ede benoemd tot Plaatsvervangend Hoofddirecteur Personeel. Van Ede wordt daarbij bevorderd tot generaalmajoor der mariniers, en volgt generaalmajoor Hans Leijh op die is benoemd tot hoofddirecteur Personeel waarbij hij is bevorderd tot luitenant-generaal. Van Ede was souschef Integratie Aansturen Operationele Gereedstelling bij de Defensiestaf.
Uitgebreid brunchen en na afloop niet hoeven betalen. Dat overkwam zaterdag 11 november een grote groep Venrayse mantelzorgers (verzorgen aanvullende, niet-beroepsmatige hulpverlening aan bejaarden, zieken en hulpbehoevenden). De uitgebreide maaltijd werd gefinancierd uit de opbrengst van het Air4care concert. Samen met de Rotary Club Venray organiseerde de Groep Geleide Wapens dit unieke fundraiseconcert, dat ten gehore werd gebracht door de KLukapel. Met een deel van de opbrengst kon de commandant van de GGW kolonel Tom de Bok en Burgemeester Waals van Venray een grote groep mantelzorgers uit Venray een uitgebreide gratis lunch aanbieden. De rest van het bedrag, vijfduizend euro, bood hij aan de mantelzorg Venray aan. In Venray en omstreken zijn vele mantelzorgers dagelijks actief. Behalve de waardering en het respect van degene voor wie zij zorgen, ontvangen zij vaak geen beloning. Foto: Rotary Club
Gentille Alouette In het artikel over het boek ‘Gentille Alouette – een leeuwerik met klasse’ in de Vliegende Hollander nummer 11, december 2006, staat een verkeerde website van de Vereniging Omnia Cernens vermeld. De juiste is: www.gplv.nl. 31
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Sergeant vliegt met Red Bull-piloot
KLu-F-16’s verhuizen naar USA Vanaf mei 2007 worden veertien Nederlandse F-16’s en een klein luchtmachtdetachement voor opleidings- en trainingsdoeleinden gestationeerd op Springfield Air National Guard Base in de Amerikaanse staat Ohio. Hiertoe is door de Verenigde Staten en Nederland een overeenkomst getekend. Voor de verplaatsing van het 306 (Opleidingen) Squadron van Volkel naar de VS is een aantal redenen. De stationering aldaar levert een aanzienlijke vermindering van de geluidsbelasting op rond de Vliegbasis
Volkel. Daarbij biedt stationering goede mogelijkheden om net als tijdens daadwerkelijke inzet meer te vliegen bij duisternis. Hiervoor zijn de mogelijkheden in Nederland beperkt. Bovendien wordt de initiële jachtvliegeropleiding die nu nog op Tucson International Airport plaats vindt, gecombineerd met de noodzakelijke aanvullende opleiding en training op Springfield. Daarmee leidt de verplaatsing die in eerste instantie is voorzien tot medio 2010, tot een aanzienlijke verkorting van de vliegeropleiding.
Agenda Militaire Luchtvaartmuseum • ‘Jachtvliegers. Van aviateur tot straaljagerpiloot’ De dagelijkse tentoonstelling laat een aantal markante veranderingen zien in het beroep van jachtvlieger sinds de jaren van vlak voor de Eerste Wereldoorlog tot nu. De wisselwerking tussen mens en vliegtuig staat hierin centraal. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de uitstraling van de militaire luchtvaart naar andere sectoren in de samenleving, zoals de auto-industrie, de jeugdcultuur en de modewereld. • Aviation Art-III In deze expositie staat werk tentoongesteld van drie digital artists, te weten de Nederlanders Wiek Luijken en Ronnie Olsthoorn, en de Italiaanse Zweed John Wallin Liberto. Hun fascinatie voor het vliegen in combinatie met een grote professionaliteit op het gebied van computermatige grafische vormgeving vormt de basis voor een boeiende expositie, waarmee nieuwe wegen worden ingeslagen in de luchtvaartkunst. Het museum is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur en op zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op paas- en pinksterzondag, Koninginnedag, beide kerstdagen en nieuwjaarsdag is het MLM gesloten. De expositie en het museum zijn gratis te bezoeken. Adres: Kamp van Zeist 2-4, Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
DE VLIEGENDE HOLLANDER
32
Via de website van RTL’s 4 in ’t Land won sergeant 1 Serge Roosendaal een trainingsvlucht met Red Bull Air Race-piloot Frank Versteegh. Zijn ogen werden groot van verbazing toen plotseling een filmploeg voor zijn deur in Arnhem stond en hem vertelde dat hij een vlucht met Versteegh had gewonnen. Hiervoor had hij op de website een motivatie opgeschreven waarom hij in aanmerking wilde komen voor een aerobaticsvlucht. Dat heeft hij als enthousiast F-16 avionica specialist zo goed weten te verwoorden dat de keus op hem is gevallen. ‘Ik wist niet wat ik hoorde en eet bijna mijn nagels op zo spannend vind ik het’, aldus een lachende Serge. Foto: Leonie van Helmond, Fotografie Vliegbasis Volkel
Traumaheli Volkel klaar voor nachtelijke vluchten De ANWB Medical Air Assistance (MAA) heeft de traumahelikopter die op Vliegbasis Volkel staat gestationeerd, eind vorig jaar geschikt gemaakt voor nachtvliegen. De tweemotorige Eurocopter EC-135 die met speciale nachtzichtapparatuur is uitgerust, wordt ingezet bij de landelijke proef die vier traumacentra vanaf begin november houden. Het proefgebied voor de vierentwintiguurs inzet van de gele helikopters ligt rondom het traumacentrum in Nijmegen. Zeven ervaren piloten zijn speciaal geschoold en getraind voor het nachtvliegen, net als de verpleegkundigen die een opleiding als nachtnavigator volgden.
FLO-Conferenties De data voor de conferenties in Beukbergen, waar aankomend FLO-ers zich geestelijk kunnen voorbereiden op hun FLO, zijn voor 2007: 5 t/m 7 februari, 12 t/m 14 maart, 2 t/m 4 april, 4 t/m 6 juni, 10 t/m 12 september, 8 t/m 10 oktober en 12 t/m 14 november. Voor meer informatie en inschrijving kunt u terecht bij personeelszaken van uw onderdeel.
JOURNAAL
Officierscasino Soesterberg wordt Evenementencentrum Casino Soesterberg Paresto maakt het Officierscasino Soesterberg voor alle Defensieonderdelen toegankelijk. Daarom krijgt het een nieuwe naam: Evenementencentrum Casino Soesterberg (ECS). De locatie wordt daarmee hét evenementencentrum voor heel Defensie. Paresto was al cateraar in het officierscasino te Soesterberg, maar is sinds 1 november jongstleden
ook verantwoordelijk voor de boekingen van diners, feesten en recepties op deze bijzondere locatie. Het ECS is aangemerkt als VIP-locatie en beschikt naast de ruime feestzaal over een statige hal en diverse vergaderzalen. Het is centraal gelegen en goed te bereiken met de auto en het openbaar vervoer.
MULAN bij de KLu Als eerste luchtmachtonderdeel is het Militaire Luchtvaart Museum (MLM) over op MULAN. Op woensdag 1 november 2006 is de LAN 2000 omgeving met vijf werkplekken, dertien gebruikers en een netwerkprinter succesvol gemigreerd. In de voorbereiding zijn de gebruikers, applicaties, folders, rechtenstructuur, mailboxen en hardware geïnventariseerd. Een migratie doet altijd veel stof opwaai-
en in een organisatie en de gebruikers merken er altijd iets van. De ervaring leert dan ook, dat de kracht zit in een goede samenwerking, een gedegen voorbereiding en duidelijke communicatie. De informatiemanager en de migratiemanager vormen in aanloop naar de migratie en tijdens de nazorg één team. De migratie van het MLM wordt daarom in meerdere opzichten als succes beschouwd
Conferentie NIMH Gedurende de Koude Oorlog was de Centrale Sector het belangrijkste potentiële strijdtoneel in Europa. Een groot aantal staten in het westen en oosten bereidde zich erop voor om daar de militaire confrontatie met elkaar aan te gaan. Het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) organiseert een conferentie rond dit thema, waar internationaal vooraanstaande militair-historici aandacht besteden aan zaken als vijandbeelden, inlichtingen, operatieplannen, logistieke planning, oefeningen en training en mobilisatie. De conferentie vindt plaats op 22 en 23 maart 2007. Locatie is de Freiherr vom Stein-Saal in Münster (Duitsland). De kosten voor deelname bedragen 75 euro voor twee dagen (inclusief koffie en thee, lunch op dag 1 en 2, borrel en diner op dag 1 en borrel op dag 2). Een inschrijfformulier is verkrijgbaar bij drs. Jeoffrey van Woensel (NIMH), Postbus 90701, 2509 LS Den Haag, jtwh.v.woensel@ mindef.nl. U kunt het inschrijfformulier ook vinden op www.nimh.nl, waar u tevens het programma en meer informatie aantreft.
Op de vleugel vl.n.r.: kolonel Cees Beerens (‘91-’94), luitenant-kolonel Bertil van Geel (‘04-heden), majoor Nieuwenhoven (‘60-’62), kolonel Kees Snip (‘98-’01), majoor Dick Duiveman (‘89-’91); staand v.l.n.r. luitenant-kolonel Gerrit Kooistra (‘78-’81), generaal-majoor Berry Macco (‘82-’84), generaal-majooor Jaap Willemse (‘97-’98), generaal-majoor Franklin Oliemans (‘84-’87), generaal-majoor Cor vd Burg (‘81-‘82), generaal-majoor Willem Glaser (‘87-’89) en als inzet kolonel Bas Pellemans (‘01-’04). Grote foto: Liepke Plancke, Fotografie Vliegbasis Volkel. Inzet: Leonie van Helmond, Fotografie Vliegbasis Volkel
312 Squadron (Bonzo) viert 55-jarig jubileum Op 1 december 1951 werd 312 Squadron opgericht op Vliegbasis Volkel. Exact 55 jaar na de oprichting van dit jachtvliegsquadron vond een groot jubileumfeest plaats op de geboorte-
plaats. Ter ere van het jubileum had de huidige commandant, luitenant-kolonel Bertil van Geel ook de oud-commandanten van 312 uitgenodigd. Maar liefst twaalf van hen gaven gehoor aan
zijn oproep en waren aanwezig op het jubileumfeest. Zij werden gezamenlijk vereeuwigd voor de J-640, de F-16 met de prachtige jubileumstaart van Bonzo. 33
DE VLIEGENDE HOLLANDER
M E N S E N & M U TAT I E S
&
Mensen
Mutaties
Bevorderingen militairen Kolonel Hof,Anton T van ‘t per 01-11-2006 (AOCS:COMMANDANT) Luitenant-kolonel Kleinreesink,Lamberta HE per 01-112006 (KD:Kabinet defensiestaf) Kapitein Boonstra,Daniel per 01-11-2006 (LW:CIS COORDINATION CENTRE), Brokke,Astrid C per 01-11-2006 (Afdeling) Eerste luitenant Hergaarden,Quirinus MG per 21-112006 (THG:HELIKOPTER ONDERHOUD 300), Overvelde,Jeroen per 21-112006 (LW:OPERATIECENTRUM LOG), Bammens,Christiaan B per 01-11-2006 (Afdeling SEVO) Adjudant-onderofficier Brouwers,Johannes BM per 13-112006 (AOCS:PVE OPLEIDINGEN LVB), Heus,Jan de per 01-11-2006 (LCLU:BUR MECHANICA), Leeuwen,Wilhelmus C van per 01-11-2006 (LW:CIS COORDINATION CENTRE) Sergeant-majoor Bax,Hubertus MCM per 01-11-2006 (VKL:SIE NDO), Boers,Marco J per 0111-2006 (VKL:WE AVIONICATECHNIEK), Duijvenvoorde,Bart van per 01-11-2006 (LW:CIS COORDINATION CENTRE), Martha,Xiomiro B per 06-11-2006 (LW: CIS OPERATIONS), Mink,Dirk per 01-112006 (VKL:WE AVIONICATECHNIEK), Ruesink,Johan A per 08-11-2006 (OKLU: VG OUT OF AREA) Sergeant der eerste klasse Apon,Martijn per 08-11-2006 (TW: CIS MAINTENANCE), Avendonks,John JHP per 11-11-2006 (VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Beurskens,Lars JM per 20-11-2006 (GZRY: WERKEENHEID VOT 301), Blauwendraat,Jarno per 20-11-2006 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 298), Bosch,Ewald PT van den per 29-11-2006 (EHV:TECHN VLUCHT C-130), Bruin,Perle de per 11-11-2006 (VKL:PVE GEREEDSTELDE VLIEGENDE HOLLANDER
34
LING 313), Buis,Erwin per 19-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Burg,Ronald NG van der per 20-112006 (EHV:TECHN VLUCHT KDC-10), Droppers,Henk Jan per 04-11-2006 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 300), Foppen,Matthijs per 28-11-2006 (VKL: CIS MAINTENANCE), Gulik,Rene TAML van per 15-11-2006 (OKLU:OA IMO), Hagen,Jurgen JHTWM per 15-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Hak,Bouwe D per 29-11-2006 (LW:WE POO F-16), Halma,Rutger K per 21-112006 (LW:WE POO F-16), Heesen,Nicole JW per 08-11-2006 (GGW:FUTURE OPERATIONS), Jonkers,Roland LP per 21-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Lammers,Niels GT per 04-11-2006 (VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Loon,Menno PJ van per 22-11-2006 (SSB:WE VLIEGTUIGPLAATWERK), Nooten,Francois CJ per 25-11-2006 (GZRY:ME MATERIEELVOORZIENING), Rijt,Marc AJM van per 15-11-2006 (VKL:641 OGRV PELOTON), Rombaut,Evert per 20-112006 (GZRY:WE VLGTGONDERH/WAPENTECHN), Rootselaar,Frank M van per 20-11-2006 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 298), Schijndel,Johannes AM van per 21-11-2006 (VKL:SIE BRANDSTOFFEN), Scholtens,Sebastiaan per 04-11-2006 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 300), Siahaya,Zadrach L per 19-11-2006 (GZRY:SIE BEWAKING), Snijders,Frank per 04-11-2006 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 311), Suisse,Dave per 22-11-2006 (LSK:BACKOFFICE BFM),
(EHV:WC VLIEGVEILIGHUITRUST.), In der Maur,George per 07-11-2006 (SSB:WE VOERTUIGONDERHOUD), Versteegen,Jeffrey J G L per 06-11-2006 (GGW:BEDRIJFSSTOF&CHEMAFVAL 951)
Swinkels,Vincent RJJ per 15-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Verkuijlen,Zoë HAJ per 15-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Voncken,Wouter per 29-11-2006 (ACO:FLIGHT LINE MAINT. BRANCH), Vos,Willem de per 20-11-2006 (GZRY: WERKEENHEID VOT 301), Wel,Roy van per 19-11-2006 (Operations), Wind,Robert per 20-11-2006 (SSB:WE VLIEGVEILIGHUITRUST.)
08-11-2006 (GGW:GW PATRIOT CREW 1 FP 1 802), Wendersteyt,Vincent per 26-11-2006 (GGW:CIS MAINTENANCE 800), Willemsen,Petrus per 10-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Wittenbols,William JR per 15-11-2006 (OKLU:BRANDWEERPELOTON 3)
Sergeant Aa,Daniël AG van der per 24-112006 (PARESTO/ZO:GGW de Peel), Alleblas,Richard J per 08-11-2006
Korporaal der eerste klasse Allaham,Omar M per 02-11-2006 (LW: SIE WEGTRANSPORT), Baal,Mark van per 08-11-2006 (VKL:BEWAKINGSSPEC OPS VL 640), Boerstal,Willem per 08-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Camp,Dave van de per 19-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Dafer,Ali per 08-112006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Denissen,Bart per 12-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Dijk,Johan WB per 15-11-2006 (LSK: WC GENEESK LOGISTIEK (WGL)), Dijkstra,Doederinus R per 25-112006 (LW:WE VLIEGTUIGHULPAPP.), Groot,Michaël per 12-11-2006 (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Heijden,Gerardus van der per 12-112006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Hoogland,Jacques HF per 02-11-2006 (EHV:ME POL EN CHEMISCH AFVAL), Houten,Rinze van per 01-11-2006 (SSB:PVE BRANDWEER), Janssen,Stefan JGT per 08-11-2006 (GZRY:PVE BRANDWEER), Lutjes,Nick R per 30-11-2006 (VKL:SIE WEGTRANSPORT), Ramos,Idiriana I per 09-11-2006 (GZRY:GEZONDHEIDSCENTRUM), Stoker,Maartje per 01-11-2006 (LW: SIE BRANDSTOFFEN), Tülkens,Thijs per
Korporaal Coops,Roger L per 02-11-2006 (SSB: DISTRIBUTIECENTRUM), Fortier,Jeroen J A per 06-11-2006 (VKL:BEWAKINGSSPEC OPS VL 640), Houten,Raymondo A van per 02-11-2006 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD 300), Kesteren,PietJan van per 02-11-2006 (SSB:
M E N S E N & M U TAT I E S
OPSLAG TECHNISCH MAGAZIJN), Mangiacavallo,Salvatore P per 06-112006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Meijer,Eric per 02-11-2006 (SSB:ME MATERIEELVOORZIENING), Nieuwland,Paul S per 06-11-2006
(VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Schoonenberg,Mitch per 06-11-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Sprangers,Remco J per 02-11-2006 (VKL:OPER. MATERIEELVOORZ.), Swinkels,Cindy J M per 02-11-2006
(VKL:OPER. MATERIEELVOORZ.), Voets,Wilhelmus L per 02-11-2006 (ACO:NACOSA QUALITY CONTROL BR), Vugts,Robbert F per 02-11-2006 (ACO:NACOSA DISCR.& DISPOSAL BR)
(per 2006-11-01), Thijssen (per 200611-07), Geven (per 2006-11-14), Klok (per 2006-11-01), de Rade (per 200611-01), Vrinds (per 2006-11-03), de Wilt (per 2006-11-09), Strik (per 2006-1115), Veendorp (per 2006-11-03), van de Weteringe Buys (per 2006-11-25), Verdonk (per 2006-11-01), Lalkens (per 2006-11-03), Imlabla (per 2006-1101), Duijst (per 2006-11-04), Stouthart (per 2006-11-21), Groenendaal (per 2006-11-04), de Vrij (per 2006-11-01), Hoekstra (per 2006-11-20), van Os (per 2006-11-17), Ytsma (per 2006-11-12), de Ridder (per 2006-11-29), Comperen (per 2006-11-01), Olde Hendrikman (per 2006-11-04), Smans (per 2006-1106), Eusenia (per 2006-11-29), Kipuw (per 2006-11-12), Smit (per 2006-1101), van den Dries (per 2006-11-12), de Bruin (per 2006-11-07), Beimers (per 2006-11-24), van der Heijden (per
2006-11-20), Boom (per 2006-11-01), Hartkamp (per 2006-11-06), van der Straten (per 2006-11-17), Aldenzee (per 2006-11-19), Dijkstra (per 2006-11-22), Kramp (per 2006-11-01), Esbach (per 2006-11-01), Meijer (per 2006-11-03), Bultsma (per 2006-11-19), Wientjes (per 2006-11-01), Kiesling (per 2006-1119), van Amerongen (per 2006-11-17), Koeman (per 2006-11-13), de Haan (per 2006-11-14), van Emden (per 2006-1117), Clare (per 2006-11-12), Keurentjes (per 2006-11-10), de Jong (per 2006-1117), Dankelman (per 2006-11-19), van den Hoven (per 2006-11-01), Parlevliet (per 2006-11-01), van de Pas (per 2006-11-01), Postma (per 2006-11-01), Strijbosch (per 2006-11-01), van Dijk (per 2006-11-13), Borgers (per 2006-1120), Créton (per 2006-11-01),
Bevorderingen burgerpersoneel Schaal 05 Bosman,Mariëtta P per 01-11-2006 (OKLU: BUR PERSONEELSVOORZIENING)
Actieve dienst verlaten Van Dam (per 2006-11-09), Dijkmans (per 2006-11-01), Rozendal (per 200611-01), Boland (per 2006-11-12), Cornelisse (per 2006-11-30), Kroezen (per 2006-11-01), van Mourik Broekman (per 2006-11-12), van der Kamp (per 200611-01), Smit (per 2006-11-01), Habraken (per 2006-11-01), Schaap (per 200611-01), Lammers (per 2006-11-06), Spoelstra (per 2006-11-18), Coensen (per 2006-11-01), van der Burgh (per 2006-11-01), Kwakernaat (per 200611-01), van Kommer (per 2006-11-01), van der Zee (per 2006-11-01), Thurkow (per 2006-11-01), van der Werf (per 2006-11-01), Schwarz (per 2006-11-08), Hilberts (per 2006-11-01), Özyildiz (per 2006-11-01), Smid (per 2006-11-01), Westerhuis (per 2006-11-01), Kiers (per 2006-11-20), Meinen (per 2006-11-02), van Looijengoed (per 2006-11-01), van Hengstum (per 2006-11-01), Snijders
Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en zijn aangeleverd door de Interim Beheer Organisatie PeopleSoft & NSK. Wendt u zich voor gegevens die niet correct in deze rubriek staan vermeld in eerste instantie tot uw eigen personeelsdienst. Deze kan mutaties verwerken in PeopleSoft en indien noodzakelijk contact opnemen met de Servicedesk Defensie.
35
DE VLIEGENDE HOLLANDER