de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 63e jaargang - nummer 2 - februari 2007
Synergie binnen luchttransport Europese afstemming in Eindhoven
Werk en weekendrelaties De impact van inwonend zijn
Sociaal leiderschap vraagt de aandacht
COLO F ON UITGAVE Commando Luchtstrijdkrachten, Bureau Luchtmachtcommunicatie HOOFDREDACTIE Majoor Thea Koot EINDREDACTIE Luc Haen REDACTIE Arno Marchand, June Smit
IN H OUD
4 10
Stroomlijnen van opleidingproces Het hele traject van aanvraag tot uitvoeren van opleidingen binnen de Klu is grondig gereorganiseerd. Het resultaat is meer duidelijkheid voor alle partijen, wat moet leiden tot meer efficieny.
12
Werk en weekendrelaties Dat militairen om de paar jaar worden overgeplaatst is normaal. Dat het hele gezin meeverhuist is tegenwoordig minder gebruikelijk. Wat doen deze ‘inwonende’ militairen op de velden in de avonduren en wat voor effect heeft de situatie op hun relaties thuis?
18
Commandovoering in containers Het mondiale optreden van de NAVO vraagt om steeds flexibelere inzetbaarheid. De organisatie speelt daarop in met de ontwikkeling van twee DARS’en, mobiele commandovoeringsystemen voor luchtoperaties. De eerste daarvan wordt geplaatst in Nieuw Milligen.
21
Synergie binnen luchttransport Bij schaarste binnen het militaire luchttransport is samenwerken een logische stap. Voor Europese landen coördineert het European Airlift Centre op Vliegbasis Eindhoven deze samenwerking.
24
Beatles in concert Terug naar de tijd van de ‘beatmuziek’ met de KLu-kapel, die onlangs het startsein gaf van een nieuwe en spectaculaire show rond de legendarische Britse band The Beatles.
VORMGEVING EN LITHOGRAFIE TDS printmaildata DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 29.000 ex. REDACTIESECRETARIAAT Telefoon 076 544 71 30 Fax 076 544 71 31 INTERNET www.luchtmacht.nl E-MAIL
[email protected] BEZOEKADRES ‘Eurotoren’, Westbroek 3, 4822 ZX Breda POSTADRES Postbus 8762, 4820 BB Breda
ADRE S W I J Z IGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht wordt verzocht de adreswijziging te laten muteren in PeopleSoft. Postactieven, reservisten, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers wordt verzocht de adresdrager met vermelding van het juiste adres op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven Abonnementenadministratie Vliegende Hollander Postbus 8762, 4820 BB Breda Telefoon 076 544 7133 of 544 7136
Sociaal leiderschap Leidinggeven is meer dan alleen werkopdrachten geven. Het vraagt ook om een eerlijke, open houding en sociale vaardigheden van commandanten. Vier luchtmachters vertellen over goede en slechte voorbeelden uit de praktijk.
Vaste rubrieken
8
Vervlogen tijden De Auster Mk.III was als licht verbindings- en observatievliegtuig betrokken bij de bevrijding van Nederland in WO II en bij de strijd in Nederlands-Indië. Oud-vlieger Gerard Burgers (82) blikt terug op dit onopvallende, maar nuttige toestel.
16
In den vreemde Een kijkje in de dagelijkse praktijk van majoor Jan van Boxtel, werkzaam in de Iraakse hoofdstad Bagdad als Hoofd Personeelszaken binnen het hoofdkwartier van de NATO Training Mission.
26 34
Journaal Mensen & Mutaties
BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement horend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost E17,02 per jaar (buitenland E21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Telefoon: 0251 31 39 39 Fax: 0251 31 04 05 E-mail:
[email protected] Opzegtermijn bedraagt zes weken. Aanhaling uit en overname van (delen van) artikelen in dit blad is toegestaan, met toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389 DE VLIEGENDE HOLLANDER
de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 63e jaargang - nummer 2 - februari 2007
Omslagfoto Duidelijkheid geven is belangrijk. Een goede leidinggevende neemt hier de tijd voor. Foto: Jan-Kees de Meester, Werkeenheid Grondfotografie Gilze-Rijen
Synergie binnen lucHttranSport &VSPQFTFBGTUFNNJOHJO&JOEIPWFO
Sociaal leiderSchap vraagt de aandacht 265145 Vliegende Hollander feb 21 1
Werk en WeekendrelatieS %FJNQBDUWBOJOXPOFOE[JKO
22-01-2007 16:09:6
‘Als je je niet kunt inleven in anderen, ben je géén goede leidinggevende.’
4
Foto: Leonie van Helmond, Fotodienst Vliegbasis Volkel
‘Het stelt ons in staat om de beschikbare opleidingscapaciteit maximaal te benutten.’
10
Foto: Liepke Plancke, Fotodienst Vliegbasis Volkel
‘Elke avond bel ik even naar huis, zodat we op de hoogte blijven van wat iedereen doet.’
12
Foto: Arno Marchand
‘Je merkt het schreeuwend tekort aan strategisch luchttransport.’
21
Foto: Hennie Keeris
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Leidinggeven is inherent aan Defensie, maar zowel een goed als een slecht voorbeeld doet volgen. Foto: Leonie van Helmond, Fotodienst Vliegbasis Volkel
Slecht voorbeeld doet Tekst: June Smit | Foto’s: Leonie van Helmond, Arno Marchand, Hennie Keeris
Gedrag van leidinggevenden wordt nagedaan door lagere rangen, concludeert de Commissie Staal. Goed voorbeeldgedrag blijkt dus van groot belang. Maar hoe geef je het goede voorbeeld? En wat is sociaal leiderschap? Vier luchtmachters geven hun mening en ervaringen over voorbeeldgedrag, integriteit en loyaliteit. Generaal-majoor Erik Oliemans: ‘Je moet jezelf in de spiegel kunnen kijken’ ‘Al vroeg in mijn militaire carrière werd ik geconfronteerd met verkeerd voorbeeldgedrag en de gevolgen daarvan. Als beginnend officier had ik het genoegen om mijn commandant te vergezellen op één van zijn dienstreizen. Hij was kolonel, had een stafbrevet en een vliegerwing. Ik keek echt tegen hem op. Tijdens de dienstreis hadden we geen kosten gemaakt, maar toch lag er achteraf een declaratie op mijn bureau. Volgens de kolonel had hij recht op het bedrag en zou het niet goed met me aflopen als ik daar moeilijk over deed. De kolonel stond voor mij sinds die dag niet meer op een voetstuk, maar ik heb het daarbij gelaten en hij heeft toch zijn paar gulden gekregen. Dat incident is me in mijn verdere carrière altijd bijgebleven. Ik heb me dan ook voorgenomen zoiets nooit zelf te doen. Ook omdat anderen DE VLIEGENDE HOLLANDER
het door hem niet zo nauw namen met declaraties. Het tweede ding dat ik me nooit meer wil laten gebeuren is de loyaliteit het laten winnen van de integriteit. Als je baas iets zegt dat tegen jouw normen en waarden indruist, dan moet je het gewoonweg niet doen. Ik heb er nog steeds spijt van dat ik het toen heb laten gebeuren. Het is misschien makkelijker om loyaal te zijn, maar niet slimmer. Uiteindelijk moet je jezelf nog in de spiegel kunnen kijken.’ Diefstal ‘Voorbeeldgedrag heeft alles te maken met integriteit, dus elkaar vertrouwen schenken, betrouwbaar en eerlijk zijn. Je geeft het goede voorbeeld als je zegt wat je vindt en doet wat je zegt. Dat wil zeggen dat je consistent, consequent en coherent bent. Consistent zijn betekent: doen wat je belooft. Als inzetbaarheid
INTERVIEW
en beschikbaarheid onze hoogste prioriteit is, dan moet dat ook blijken uit onze taakopdrachten, vergaderagenda’s en budgettoewijzigingen. Consequent zijn wil zeggen dat we in vergelijkbare situaties ook op dezelfde wijze handelen. Dus niet alleen binnen het CLSK, maar ook op vergaderingen op de Defensiestaf. Coherent zijn betekent dat je niet met verschillende maten meet, maar dat je uitgaat van dezelfde waarden en normen. Als je diefstal binnen je organisatie niet toelaat, moet je ook geen mensen aannemen die wel eens oneerlijk aan hun spullen zijn gekomen. Als je zelf het goede voorbeeld geeft, laat je zien hoe het hoort. Tijdens mijn uitzendperiode in Kabul heb ik commandanten van de prt’s (provincial reconstruction team, red.) en die van het F-16 detachement gezien, waarvan het personeel voortreffelijk presteerde door de professionele manier van leidinggeven.’ Telegraaf ‘Niet alle leiders zijn overigens sociaal leiders of wat Commissie Staal noemt: ‘emphatisch leiders’. Dus dat je je kunt inleven in andermans gevoelens. Zo zie je dat sommige leiders, wanneer er gepest of gediscrimineerd wordt, zoiets via de procedurele weg prima afhandelen. Ze kunnen zich alleen niet daadwerkelijk inleven in die persoon. De een kan dat ook meer dan de ander. Er zijn mensen die helemaal geen poging doen, maar ook mensen die het wel proberen en dan heb je de kans dat het tot succes leidt. Als je je niet kunt inleven in anderen, ben je géén goede leidinggevende. Dat betekent niet back to the sixties met geitenwollen sokken, maar om je heen kijken wat er gebeurt. Je kan als organisatie alleen overleven als we goed met elkaar omgaan, dus respectvol en met vertrouwen. Dat heb je in vredes- en
ook volgen in uitzendtijd. Je moet maar een half woord nodig hebben om te presteren, want dat is van groot belang voor de continuïteit van je organisatie. En uiteindelijk moet je jezelf altijd de vraag stellen: kan ik dit voor mezelf verantwoorden als dit morgen in de Telegraaf staat?’ Eerste luitenant (26)*: ‘Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk’ ‘Ik kan me een goed voorbeeld herinneren van een inspirerend leidinggevende. Door hem wist ik zeker dat ik fightercontroller wilde worden. Toen ik nog cadet was, gaf hij mij op het AOCS (Air Operations and Control Station Nieuw Milligen, red.) een introductie over het beroep fightercontroller. De enthousiaste manier waarop hij over zijn werk sprak, werkte aanstekelijk. De volgende drie jaar op de KMA liep ik met een grote grijns op mijn gezicht, want dat werk ging ik doen! Nadat ik mijn opleiding had afgerond, werd dezelfde man één van mijn begeleiders en ook toen wist hij mij weer ongelooflijk te inspireren. Als fightercontroller is het de kunst om zo optimaal mogelijk te communiceren met de vliegers. Zij zien in de lucht alleen wat er voor hen gebeurt, terwijl wij op de radar het hele plaatje zien. Wij vertellen hem daarom alles wat hij niet ziet, zodat hij of zij daarop kan anticiperen. Mijn begeleider wist zoveel van het vak
Een open dialoog voeren met je werknemers is één van de kenmerken van goed sociaal leiderschap. Het bevordert een goede samenwerking. Foto’s: Arno Marchand
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Slecht voorbeeldgedrag van een crewchief kan zelfs leiden tot onveilige situaties voor vliegers. Foto: Leonie van Helmond, Fotodienst Vliegbasis Volkel
en van de F-16 af, dat hij precies wist wat je het beste kon zeggen tegen de vlieger en op welke manier. Bij hem had ik van die ‘o ja’ momenten. Ondanks dat hij de beste fightercontroller is die ik ken, is hij geen typisch voorbeeld van een sociaal leider. Mijn leidinggevende van nu vind ik daar wel een voorbeeld van. Hij staat open voor opmerkingen van ondergeschikten en gaat ook met hen in discussie, maar hakt op het juiste moment de knoop door. Omdat hij een open communicatie voert, is de drempel heel laag om naar hem toe te gaan. Dat werkt heel prettig. Ik Hoe bouw je (als leider) een slechte naam op? 1. Maak afspraken die je vervolgens niet nakomt. 2. Behandel vooral niet iedereen gelijk, maar trek de één voor op de ander. 3. Maak misbruik van je positie en je rang om dingen voor elkaar te krijgen. 4. Pest, discrimineer of uit seksueel getinte opmerkingen naar je collega’s. Hoe word je wel een sociaal leider? 1. Werk goed samen met je collega’s. 2. Sta open voor suggesties, vragen en opmerkingen van medewerkers. 3. Als je veel kennis hebt, hebben mensen het gevoel dat ze iets van je kunnen leren. Zorg er dus voor dat je in ieder geval goed op de hoogte bent van wat er in jouw vakgebied speelt. 4. Vertrouw je mensen en geef ze vrijheid in hun werk.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
praat met hem bijvoorbeeld ook over de voor- en nadelen van bepaalde carrièrestappen. Dat geeft je ook mogelijkheden om je te ontwikkelen.’ Sergeant-majoor (44): ‘Op het juiste moment tijd vrij maken je ondergeschikten’ ‘Voor mij is een goed voorbeeld iemand die de balans heeft gevonden tussen de belangen van de werkgever en die van het individu. Je moet als leidinggevende signalen oppikken van je werknemers, zodat die een luisterend oor kunnen vinden. In mijn ruim twintigjarige carrière bij de KLu ben ik twee man tegengekomen die hier op de juiste manier mee omgingen. Eén daarvan was mijn squadroncommandant in de jaren negentig. Hij maakte zoveel tijd vrij voor zijn ondergeschikten, dat mensen om hem heen zich afvroegen of hij niet te sociaal was. Toch zag je dat zijn aanpak werkte, want in zijn squadron was een heel laag ziekteverzuim. Toen ik jaren later pelotonscommandant was, heb ik zijn tactiek overgenomen. Als ik signalen van mensen in mijn peloton kreeg, nam ik ze apart om te vragen wat er aan de hand was. Ook ik merkte op mijn beurt dat daardoor het ziekteverzuim heel laag was. Je moet daarbij niet de primaire taak uit het oog verliezen, uiteindelijk gaat het om juiste de balans. De andere persoon die een voorbeeld voor me was, was eveneens een commandant. De geboorte van mijn kleine liep niet vlekkeloos. Door mij onder andere tien dagen verlof te geven, kon ik de dingen op de juiste manier oplossen en weer opladen. Dat was voor mij toen heel belangrijk. Ik ben er ook van overtuigd dat je wat voor elkaar over moet hebben in deze organisatie, natuurlijk zonder dat het de andere kant opslaat. Normen en waarden zijn nou eenmaal niet rangsgebonden. De
INTERVIEW
laatste jaren is dat in positieve zin veranderd. In de tijd van de dienstplicht was alles directer: niet lullen, maar doen. De tijdsgeest is nu heel anders. Dat is goed, maar we moeten wel netjes blijven. Tegen soldaten op de KMSL die meteen beginnen te jij-en en jou-en, zeg ik dat ze gewoon ‘u’ moeten zeggen. Ik ben nou eenmaal ouder dan hen. Dat zijn mijn normen en waarden.’ Tweede luitenant (39): ‘Correct eruitzien en een helder verhaal vertellen’ ‘Mijn leermeester tijdens mijn OTT (Opleiding Tijdens Tewerkstelling, red.) was voor mij het voorbeeld. Hij kende de kneepjes van het vak en nam daarnaast echt de tijd om je dingen te leren. Ook al had hij al duizend keer een band verwisseld, nog overhaastte hij dat niet. Hij was echt een ervaren technicus. Als hij als leermeester het slechte voorbeeld had gegeven, dan was ik waarschijnlijk zelf ook makkelijker geworden. Iemand anders die ook nog steeds een voorbeeld me voor is, is de huidige Commandant der Strijdkrachten generaal Dick Berlijn. Als detachementcommandant in Villafranca inspireerde hij mij enorm. Omdat het F-16 detachement zo grootschalig werd uitgezonden, was er een behoorlijke mediabelangstelling. Berlijn hechte veel belang aan een correcte beeldvorming en hamerde daarom bij ons op uitstraling. Daarnaast legde hij zowel de pers als de vaste kamercommissie op een heldere manier uit wat defensie daar deed. Ik vind dat heel belangrijk: je ziet er correct uit en je vertelt een duidelijk verhaal. Het is natuurlijk gevoelsmatig waarom je iemand een goed voorbeeld vindt. Berlijn heeft bijvoorbeeld ook een bijzondere uitstraling en hij ziet er graag netjes uit, dat spreekt mij ook aan. Daarnaast schroomt hij niet om mensen te laten weten wat we doen. Als je
dan weer hoort dat de KMar een onderzoek doet naar militairen die zich ernstig hebben misdragen, dan vind ik dat zo ontzettend jammer. Je probeert je zo correct mogelijk te gedragen en dan gebeurt er dit. Als militair word je daar toch op aangekeken. Dan wordt er gezegd: jullie bij Defensie. En dat vind ik niet terecht, want de Nederlandse militairen in Afghanistan zijn niet voor niks verkozen tot nieuwsmensen van het jaar 2006.’’
•
* De namen van de geïnterviewden zijn bij de redactie bekend. Dit artikel maakt deel uit van een defensiebrede campagne rond de Commissie Staal.
Naast een goede samenwerking en open staan voor medewerkers, wordt het hebben van veel kennis en het geven van voldoende vrijheid gezien als sterke punten van leidinggevenden. Foto boven en onder: Hennie Keeris Werknemers waarderen het wanneer leidinggevenden een goede voorbeeldfunctie vervullen. Generaal Dick Berlijn wordt door velen gezien als hét goede voorbeeld.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
vervlogen tijden Onopvallende Auster voldeed volledig aan verwachtingen
Geliefd tegen wil en dank Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Uit archief NIMH
Het scheelde niet veel of de Auster had niet eens als militair toestel bestaan. De Tweede Wereldoorlog kwam – hoe wrang ook – als redding voor de fabriek Taylorcraft Aeroplanes, die in financiële moeilijkheden verkeerde. De door hen geproduceerde doorontwikkeling van een van oorsprong Amerikaans sportvliegtuig, werd vanaf 1940 namelijk in groten getale ingelijfd in de Royal Air Force als licht verbindings- en observatievliegtuig. Nederland zette het toestel succesvol in tijdens de nadagen van WO II en in Nederlands-Indië. naar Nederlands-Indië te gaan ter ondersteuning van de 1e Divisie ‘7 december’ van de KL, in de strijd tegen het Indonesisch verzet. Daarvoor arriveerde het personeel grotendeels op 12 november 1946 in Indië, gevolgd door het materieel – rechtstreeks uit Groot-Brittannië – op 8 januari van het daaropvolgende jaar. Op het vliegveld Tjililitan werden de eerste 26 toestellen in elkaar gezet. Op 6 november 1947 volgde de omvorming tot 6 Artillerie Verkennings Afdeling (ArVA) Squadron, waarbij als officiële oprichtingsdatum 16 april 1945 wordt aangehouden.
Écht vliegen Als kind zag de in Vught woonachtige Gerard Burgers de – zéker voor die tijd – razendsnelle Fokker G.I testvluchten maken tussen Schiphol en Eindhoven. ‘Ik wist het meteen zeker’, zegt de inmiddels 82-jarige eerste luitenant b.d. ‘Ik wilde zelf ook vlieger worden, maar die droom moest ik uitstellen door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.’ Tot eind 1944, wanneer hij alsnog een kans krijgt. In het voormalige SS-concentratiekamp, en inmiddels Brits opvangkamp Vught, worden eind 1944 geëvacueerde bewoners uit Aken ondergebracht. Burgers werkt er als ‘vertaler’. ‘Het gaf mij de kans bij het Nederlandse Militair Gezag in Brussel een verzoek in te dienen om vlieger te worden, en dat werd gehonoreerd. In Groot-Brittannië leerde ik bij de RAF als eerste vliegen de DeHavilland Tiger Moth,
Type: Auster Mk.III Dienstperiode: 1944-1954 Aantal: 58 Dit succes was het Directoraat der Nederlandsche Luchtstrijdkrachten in Groot-Brittannië ook niet ontgaan, mede omdat de Nederlandse No.1316 Communications Flight reeds met twee Austers opereerde. Daarom worden er in augustus 1944 twintig ex-RAF, maar volledig gereviseerde Austers Mk.III besteld. Eind 1944 komen zes van deze short take off and landing-vliegtuigen in dienst, in mei 1945 gevolgd door de overige 14 die tot die tijd onder de minister van Waterstaat vielen. Zo konden ze in de nadagen van WO II toch nog dienst doen bij No. 6 (Dutch) Auster Squadron, dat werd opgericht op 16 april 1945. Het opereerde daarna onder andere vanaf het reeds bevrijde Gilze-Rijen. Op 17 juni 1946 werd de eenheid ontbonden, nadat de toestellen volledig aan de verwachtingen van het directoraat hadden voldaan.
Gecamoufleerde Auster met Nederlandse roundel maar nog met Britse registratie, over sawa’s van Java. Tijdens WO II werden ruim 1600 Austers gebouwd.
Naar Indië Een einde van de Auster was het zéker niet, want dezelfde dag werd Nr. 1 Oefen Artillerie Verkenningsafdeling Squadron opgericht, waarmee het de eerste operationele eenheid was van de toenmalige Legerluchtmacht van de Koninklijke Landmacht na WO II. Niet lang daarna kreeg het de opdracht om met Austers DE VLIEGENDE HOLLANDER
D E
V L I E G E N DE
H O L L A N D E R
vervlogen tijden en kreeg in ‘47 als sergeant-vlieger mijn groot militair brevet uitgereikt door prins Bernhard’, zegt Burgers met trots. Maar vanwege de gespannen situatie in Nederlands-Indië werd dat zijn bestemming. ‘Op Valkenburg en Leeuwarden kreeg ik mijn omscholing op de Auster, en daar was ik nou niet erg blij mee. Ik wilde écht vliegen, in een jachtvliegtuig, niet in een verkenner! Zo had de Militaire Luchtvaart van het KNIL behoefte aan Mustangvliegers. Dat wilde ik ook wel en ik kreeg er zelfs een aanwijzing voor, maar kon niet gemist worden bij de ArVA. Ik denk dat waarschijnlijk niemand uit vrije wil voor de Auster koos. Ik had er dan ook behoorlijk de pest in.’
waarbij aangetekend staat: ‘Beschoten, waarnemer gewond’. Nadat de Austerbemanning eerst een Nederlands konvooi behoedt voor een hinderlaag, neemt Burgers’ waarnemer sergeant Tiemo Pijpers vanuit de deuropening van de Auster de rebellen met zijn Tommy-gun onder vuur. Die schieten terug en de Pijpers wordt op miraculeuze wijze, net niet ernstig getroffen. Burgers: ‘Personeel dat lichamelijk en geestelijk goed is teruggekomen uit Nederlands-Indië, heeft er een mooie tijd gehad. Ik hoor bij die groep. En de Auster was een mooi vliegtuig. Daarom heb ik er een boek over geschreven. En dan nog niet eens zozeer voor het toestel, maar vooral voor de mensen die ermee werkten.’
Kurk en stokje
Burgers op 8 oktober 1948 in de cockpit van een Auster op vliegveld Tasikmalaya. Naast de hoofdlocatie Semplak vloog 6 ArVA Squadron ook met de A- tot en met D-vlucht vanaf Andir, Semarang, Banjoemas en Soerabaja.
Maar zijn aanvankelijk sceptische houding tegenover de lichte hoogdekker veranderde snel nadat Burgers aankwam op Semplak, de hoofdlocatie van 6 ArVA Squadron. ‘Wij waren de eerste aflossing van het personeel dat het squadron in Indië had opgebouwd en de eerste politionele acties had meegemaakt. Je vloog de Auster samen met een artilleriewaarnemer. Die bepaalde dan bijvoorbeeld waarop het geschut van de 1e Divisie het beste gericht kon worden en, als dat was gebeurd, of de coördinaten van de granaatinslagen gewijzigd moesten worden. Maar er kwamen ook legio vluchten voor waarbij je alleen vloog. Bijvoorbeeld voor het afleveren van goederen, zoals voedsel, medicijnen, munitie en post. Die lagen dan op de plek van de waarnemer, rechts van mij, en je duwde ze gewoon naar buiten, meestal zonder parachute. Als zo een zak rijst op de grond plofte, leek het wel een bom. Het was echt een veelzijdig toestel. Je kon ‘t overal voor gebruiken. Ook een heel simpel toestel. Om de brandstofvoorraad in de gaten te houden, was er een kurk met een stokje. Stak-ie nog ver uit, dan zat de tank vol, en was het stokje bijna weg, dan kon je beter landen.’
Verteerd De kleuren van de Auster waren aanvankelijk een bruin met groen camouflagepatroon, zoals ze van de RAF kwamen. ‘Na een jaar of zo merkten we dat het linnen waarmee het metalen frame was bespannen, begon te verteren door de invloed van de zon. Na groot onderhoud op Semplak kreeg het nieuwe linnen een zonwerende aluminium coating. Bedenk daarbij dat de Indonesiërs zelf haast geen vliegtuigen ter beschikking hadden. Hadden ze die wel gehad en vlogen ze boven ons, dan was camouflage voor onze laag vliegende toestellen veel belangrijker geweest. En laagvliegen déden we’, benadrukt Burgers. ‘Over een land dat alleen maar groen, groen, groen en nog eens groen is, met overal kamponkjes.’ Naast de al eerder genoemde taken, was ook het ophalen van gewonden een belangrijke. ‘En een dankbare taak’, vult Burgers aan. ‘Liggende gewonden vervoeren was in het begin trouwens onmogelijk, want een brancard paste simpelweg niet in de Auster. Op Semarang heb ik toen een draagbaar met een hap eruit laten ontwerpen. Die paste precies om de stijlen heen, die voor een gewone brancard juist in de weg zaten.’
Een Auster in aluminium coating. Een militair zit op de positie van de waarnemer. Burgers schreef, mede op verzoek van vele Auster-collega’s die hij sprak op de KLu-veteranendagen in 1996, een boek over de ervaringen in Indië: ‘Het 6 ARVA Squadron in Nederlands-Indië 1946-1950, Persoonlijk herinneringen en indrukken van het die erbij waren’. Hij deed zes jaar over de 270 pagina’s die werden samengesteld met hulp, en onder auspiciën van de Sectie Luchtmachthistorie (SLH), nu onderdeel van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Op 17 februari 2003 werd het eerste exemplaar, dat uitkwam als brochure Nr. 14 van de SLH, aangeboden aan de toenmalige P-BDL, generaal-majoor Dirk Starink. Op Soestdijk werd een kleine delegatie van 6 ArVA ontvangen, waarbij Burgers’ echtgenote het boek aan ZKH prins Bernhard aanbood.
Beschoten Maar een ongeluk kon ook onderweg gebeuren. Burgers pakt zijn Pilots Flying Logbook - zo’n zestig jaar oud maar nog in tip-top conditie - waarin al zijn vluchten vanaf 1945 minutieus beschreven staan. Hij wijst op de missie van 2 februari 1949 D E
V L I E G E N DE
H O L L A N D E R
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Transparantere werkwijze in opleidingstraject
Operationeel door opleiden Tekst: Luc Haen | Foto’s: Leonie van Helmond, Fotodienst Vliegbasis Volkel
Een goede voorbereiding is het halve werk. Binnen defensie is het zelfs van levensbelang, aangezien opleiding en training de basis vormen van operationeel optreden. Een recente vernieuwing van het opleidingsproces moet het traject van aanvraag tot uitvoering van opleidingen meer gestroomlijnd en transparant maken. Dat heeft voor zowel de aanbieder als de gebruiker grote gevolgen. ‘We moeten veel meer bezig zijn met opleidingen’, zegt kolonel Hans van Leeuwen, Hoofd Afdeling Personeelsontwikkeling en Opleidingen (APOO) van Staf CLSK. ‘Die staan bij veel mensen namelijk niet hoog genoeg op de prioriteitenlijst, waardoor toegewezen opleidingsplaatsen in veel gevallen niet worden gevuld. Dit moet anders en dat gaat ook gebeuren. Vanaf 1 januari 2007 is de manier van behoefte stellen namelijk veranderd.’ Daarvoor zijn twee instrumenten ontwikkeld: een opleidingscatalogus met het totale aanbod en een opleidingskalender, die per kwartaal ge-update wordt en achttien maanden vooruit ‘kijkt’. Van Leeuwen: ‘Wat we dus nodig hebben, is een duidelijk aanbod en een zuivere behoeftestelling, waarmee we een zorgvuldige planning kunnen maken. Zodra de totale behoefte bekend is, worden cursusplaatsen verdeeld en in overleg met Opleidingen Koninklijke DE VLIEGENDE HOLLANDER
10
Luchtmacht (OKLu) wordt bepaald in welke mate de opleidingskalender moet worden bijgesteld. Blijkt op enig moment dat de behoefte er niet meer is, verdwijnt de opleiding van de kalender. Vervolgens wordt de beschikbaar gekomen capaciteit voor andere opleidingen gebruikt.’ Functiegericht ‘Het belangrijkst in dit verhaal zijn de functiegerichte opleidingen, daarna die voor uitzendingen of neventaken en tenslotte die voor persoonlijke ontwikkeling of loopbaan’, zegt majoor René Baksteen van APOO. ‘Waar het dus vooral om gaat, zijn opleidingen die nodig zijn voor de uitvoering van de toegewezen functie. Het is belangrijk dat zowel medewerkers als chefs beseffen dat we de schaarse beschikbare opleidingscapaciteit alleen functiegericht gebruiken. Bovendien is in de praktijk het aanbod aan opleidingsplaatsen naar verwachting te klein voor
de totale behoefte die de gezamenlijke commandanten stellen. Voor het deel dat we nog niet kunnen plaatsen, kan een onderdeel per kwartaal opnieuw een verzoek indienen. Het bijscholingsproces is daarmee aanbodgestuurd, met kleine bijsturing per kwartaal vanuit de vraag.’
Startpagina opleidingen Om commandanten, lijnmanagers en medewerkers te ondersteunen in de behoeftestelling is inmiddels de startpagina opleidingen op intranet door APOO gelanceerd. Op het CLSK portaal onder “voor mij/opleidingen” zijn, naast informatie over opleidingen en bedrijfsvoering, ook het cursusaanbod - oftewel de opleidingskalender - en de cursuscatalogus opgenomen.
ACHTERGROND
Verantwoordelijk Een commandant is en blijft daarbij verantwoordelijk voor het opleidingsniveau van zijn personeel. Baksteen benadrukt echter dat de verantwoordelijkheid van goed opgeleid personeel niet ligt bij één partij. ‘Iedereen heeft daarin zijn taak, ook de individuele medewerker’, zegt hij. ‘Een functioneringsgesprek is niet het enige moment om te kijken naar opleidingsbehoefte. De medewerker moet zelf kijken naar zijn eigen IOP (individueel opleidingsplan, red.) en daar bewust mee omgaan. Dat betekent ook aangeven bij P&O wanneer hij of zij een opleiding heeft gehaald. Als de IOP´s op orde zijn, werkt het veel sneller. Onze visie is om de IOP´s niet alleen functiegericht, maar ook persoonsgericht te maken. Neventaken, waarbij opleidingen als LTV (leiderschapstraining en –vaardigheden, red.), BHV (Bedrijfshulpverlening, red.) of NBC (nucleair biologisch chemisch, red.) nodig zijn, staan namelijk vaak niet in de functieomschrijving.’
luitenant-generaal De Jong en aan de onderdeelscommandanten. Die gids is overigens ook te vinden op onze intranetsite (zie kader, red.). Uiteindelijk maken we met deze nieuwe aanpak de behoefte en aanbod veel transparanter en daardoor het hele traject veel efficiënter.’ Duidelijker Commandant OKLu kolonel Rob Kramer is als aanbieder tevreden over de nieuwe aanpak. ‘Mijn beeld is dat we een goede en duidelijke structuur hebben ontwikkeld’, zegt hij. ‘We plannen de opleidingen over een langere periode. In plaats van per kwartaal plannen we nu voor anderhalf jaar ons opleidingsaanbod. Daardoor ontstaat een langere waarschuwingstijd voor klanten om te zien wat ze kunnen verwachten. Zo wordt de planning voor zowel de klant als voor ons transparanter en rustiger. Een ander voordeel is dat het voor iedereen duidelijker is waar de “loketten” zitten. Waar moet iemand de opleidingsbehoefte neerleggen en waar komt het antwoord vandaan? Wie
‘De lange termijn planning vergt van de klanten een lange termijn behoeftestelling die up to date wordt gehouden. En dat is een uitdaging in de operationele turbulentie van tegenwoordig. De nieuwe werkwijze biedt de mogelijkheid om een goede lange termijn planning te maken. Als we daar werk van maken, hoeven we veel minder korte-termijn crashacties te doen en krijgen we meer overzicht over ons werk. En als er dan toch een crashactie nodig is, bijvoorbeeld een additionele opleiding in het kader van een uitzending, kan dat natuurlijk nog steeds. Dat blijft immers de kracht van OKLu als bedrijfseigen opleidingsorganisatie. Het grote voordeel is dat ik bij zo’n crashactie nu duidelijker kan aangeven wat de consequenties zijn, zodat CLSK kan bijsturen op grond van helder inzicht.’ Posities De kolonel heeft ook niet het gevoel veel vrijheid kwijt te zijn, met APOO als een meer bepalende factor. ‘Of ik veel vrijheid kwijt ben? In het opleidingsproces had de
Met een betere afstemming van vraag en aanbod wordt de kennis en ervaring binnen de opleidingswereld van de KLu beter benut. Foto rechts: Liepke Plancke, Fotodienst Vliegbasis Volkel.
Dynamisch Met de doorlopende rollende planning en de regisserende rol van APOO krijgt de KLu een strengere bewaking van de cursusplaatsen en dat is volgens Baksteen ook hard nodig. ‘Het stelt ons in staat om de beschikbare opleidingscapaciteit maximaal te benutten’, zegt hij. ‘Het afstemmen van aanbod en behoefte blijft een dynamisch geheel. Voorlopig gaan we aan de slag met wat we nu hebben. Ieder jaar willen we een opleidingsgids uitgeven, zoals we die eind vorig jaar hebben aangeboden aan de Commandant Luchtstrijdkrachten
praat met wie waarover? Vroeger werden er te vaak op verschillende niveaus toezeggingen gedaan, waardoor we minder controle hadden over onze werkzaamheden. Dat bannen we nu uit. Onze opleidingswinkel verkoopt nu alleen nog via de voordeur bij de spreekwoordelijke kassa en niet meer bij het magazijn.’ Discipline De consequentie van de nieuwe aanpak is volgens Kramer dat het een nieuwe discipline vereist wat betreft het stellen van de opleidingsbehoefte. ‘Bedenk dat opleiden belangrijk is, maar ook veel kost’, zegt hij.
bevelhebber altijd al de ultieme bevoegdheid om te bepalen welk luchtmachtonderdeel welke opleiding van mij kreeg toebedeeld. Met de nieuwe LSK-structuur moesten de rollen opnieuw worden vastgesteld. In plaats van ressortcommandant, direct onder de bevelhebber, ben ik nu onderdeelscommandant direct onder Staf CLSK. In de nieuwe werkwijze heb ik niet echt ingeleverd, maar heeft iedereen juist aan duidelijkheid gewonnen. De uitgangspositie blijft dat alle spelers hun verantwoordelijkheid nemen, met als doel een maximale operationele slagkracht van de luchtmacht.’
•
11
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Voordat de officiële legering in de Trip van Zoudtlandtkazerne klaar is, slaapt Harm van der Heide in hotels, net als andere inwonenden. Foto: Arno Marchand
Impact van inwonen op militairen en hun thuisfront
‘Living apart together’ Tekst: June Smit
De tijd dat het hele gezin bij een overplaatsing meeverhuisde, is zo goed als voorbij. De baan van de partner en school van de kinderen, tellen vaak zwaarder dan verhuizen. Het gevolg is dat ongeveer 2500 luchtmachters ‘inwonend’ zijn. Drie militairen en hun partners vertellen over het waarom van hun keuze, hoe ze hun avonden indelen en over living apart together. Kleine dingen maken inwonend zijn leuk Overste Harm van der Heide en zijn vrouw Myriam hadden er genoeg van bij elke overplaatsing te verhuizen. Sinds 1994 hebben ze dan ook een koophuis in Leeuwarden. Omdat Harm op de Staf CLSK in Breda werkt, slaapt hij doordeweeks in een hotel in Breda. Daar is hij bezig met een inwonendencomité. DE VLIEGENDE HOLLANDER
12
Harm: Jarenlang pakten we onze spullen op en verhuisden wanneer ik weer werd overgeplaatst. Toen ik in Leeuwarden terechtkwam, hebben we heel bewust de beslissing genomen: hier blijven we. Nadat in Leeuwarden geen mogelijkheden meer binnen mijn rang waren, heb ik gesolliciteerd bij de Staf Tactische Luchtmacht in Den Haag. Van 2001 tot 2004 was ik hierdoor
inwonend in Ypenburg en met een ‘tussenstop’ in Heerenveen, ben ik sinds november opnieuw geplaatst bij de Staf. Nu in Breda-Prinsenbeek, nog verder van huis dus. Myriam: Ik ben nog steeds blij met de keuze om hier te blijven. Ik moest namelijk na elke verhuizing weer mijn plekje zien te vinden. Dat is altijd gelukt,
I N T E R TVIITEEWL
maar ik heb het wel moeten leren. Hier in Leeuwarden geef ik al een aantal jaar bridgeles en daar heb ik naam in gemaakt. Op een andere plek zou ik dat weer helemaal op moeten bouwen. Toch had ik er de laatste keer in het begin moeite mee dat Harm overgeplaatst werd, maar dat kwam meer omdat er nog veel onzeker was, waar hij terecht zou komen en wanneer. Nu het een feit is, ga je ook weer verder. Ook onze zoon Harm junior gaat niet meer weg uit Leeuwarden. Hij is inmiddels 24 en zit als stuurman op de Grote Vaart. Als wij hadden besloten om alsnog te verhuizen dan was hij hier gebleven, dat weet ik zeker. Voor hem is het prettig dat we in de buurt wonen. Als hij op zee zit, regelen wij namelijk zijn post, laten zijn auto keuren, et cetera. Dat hij veel op zee zit, vind ik eigenlijk niet erg. Zo vader zo zoon zeg ik altijd maar, want hij is toch ook een beetje avonturier. Bovendien kan ik erg goed alleen zijn. Als hij maar gelukkig is, dan is het prima. Harm: In Den Haag sliep ik in een heel oud gebouw in Ypenburg. De kamers waren niet van deze tijd en ergens in de hal was een centrale doucheruimte. Niet ideaal, maar je had daar wel een eigen kamer met je eigen spulletjes en dat vind ik belangrijk. Hier in Breda slapen we in een hotel, waar je elke vrijdag je kamer uitmoet en elke maandag een nieuwe krijgt. Je kunt dus geen spullen laten staan. Vooral als je een hobby hebt, is dat lastig. Ik heb tegenwoordig standaard drie koffers in mijn auto staan. Omdat ik heb gemerkt dat de opinie van de inwonenden niet altijd bij de luchtmachtleiding bekend is, ben ik hier in Breda bezig om een inwonendencomité op te richten. Dat had ik in Ypenburg ook en ook hier heb ik al veel positieve reacties gehad op mijn initiatief. Daaruit blijkt de behoefte van inwonenden om te participeren in de besluitvorming over zaken als voeding, legering en ‘entertainment’. Een prettige situatie voor inwonenden bij de Staf CLSK heeft natuurlijk ook een uitstraling binnen de rest van de luchtmacht. Stel dat je hoort dat het eten en het slapen in Breda slecht is, dan wordt de animo om in Breda te werken natuurlijk ook minder. Voor de werkgever is het daarom ook interessant als bepaalde dingen goed geregeld zijn. Bovendien zijn het die
kleine dingen die inwonend zijn leuk maken. Myriam: Mijn week is best druk. Ik geef bridgeles en bridge daarnaast zelf. Ik werk ook nog voor ‘De Zonnebloem’, een organisatie die zorgt dat mensen met lichamelijke afwijkingen niet vereenzamen. Jarenlang zat ik in het bestuur, maar nu ben ik er nog maar één dagdeel per week zoet mee, waarbij ik bezoekjes aan mensen breng of bijeenkomsten voor hen organiseer. En dan heb ik natuurlijk nog mijn sociale contacten. Harm: Na werktijd proberen we meestal met een clubje om een vijf uur, half zes te eten. Daarna werken we vaak nog even door. Er zijn ook dagen dat ik nog ga sporten en na het douchen lekker film ga kijken. Soms duik ik met mijn collega’s nog even de bar in, maar ik pak ook wel eens de fiets en dan ga ik de stad in, naar de Ikea of naar de winkelboulevard, want die zit hier om de hoek. Je gaat toch een invulling van de avond zoeken. Myriam: Ik had natuurlijk liever gehad dat hij thuis was, maar dat Harm doordeweeks in Breda zit, heeft ook zijn voordelen. Zo kan ik dan dingen doen waar hij geen last van heeft. Bij De Zonnebloem heb ik bijvoorbeeld toch wel wat kennissen en vrienden gekregen die af en toe komen eten. Dat soort activiteiten had ik minder georganiseerd als Harm thuis was geweest.
Harm: Het grote voordeel van inwonend zijn, vind ik dat je meer tijd hebt om te werken. En ik ben een redelijke workaholic, dus ik vind dat niet erg, maar dat is heel persoonlijk. Het grootste nadeel is dat je geen gewoon gezinsleven hebt, het is living apart together. Dus ik bel elke dag naar huis. Het stelt je huwelijk ook wel op de proef. Onze sociale activiteiten proberen we bijvoorbeeld allemaal in het weekend te proppen en dat terwijl je vaak het liefst een avond met z’n tweeën uit eten wil of lekker op de bank tv wil kijken. Maar ik probeer altijd te relativeren. Met een uitzending zit je vast op een kamp en hier kun je nog je eigen gang gaan. Myriam: Dat alles zich in het weekend concentreert, vind ik wel vervelend. Normaal heb je zeven dagen om dingen te regelen en nu maar twee. Daarnaast zijn veel brigdewedstrijden in het weekend en dat is echt een passie van me. Dan moet ik een keuze maken. Wat is het meest mis? Harm zijn aanwezigheid. Je bent in feite niet getrouwd om op jezelf te zijn. Harm: Mij zul je dan ook niet al op zondag terug op mijn kamer zien, zoals sommige andere collega’s doen. Ik ga altijd pas op maandag. Dan sta ik om half vijf op, ga ik douchen, eten doe ik in de auto en dan ben ik om 7.15 hier, voor de files uit. Ik vind het weekend namelijk van ons en het is al veel te kort.
13
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ITNI TT EE LR V I E W
De telefoon houdt ons bij elkaar Adjudant Anton Eelzak is in zijn 27-jarige carrière bij de KLu zes jaar inwonend geweest, waarvan de laatste jaren op Luchtmachtbasis De Peel. Zijn echtgenote Petra Folkertsma woont nog in Hoofddorp, met als belangrijkste reden hun zevenjarige zoon Bas. Anton: Eigenlijk heb ik altijd geluk gehad dat ik zo dichtbij mijn werk heb gewoond. Jarenlang werkte ik op de staf in Den Haag. In minder dan een uurtje was ik weer thuis. Na een reorganisatie raakte ik echter mijn baan in Den Haag kwijt en kwam ik op De Peel terecht. Omdat mijn vrouw een baan in Hoofddorp had en onze zoon Bas daar naar school gaat, besloten we om niet te verhuizen en ben ik inwonend geworden. Petra: In het begin moest ik daar best wel even aan wennen. Na twintig jaar kwam Ton ’s avonds ineens niet meer thuis. Nu hij daar eenmaal zit, is het prima. Toch mis ik hem regelmatig. In december werd ik bijvoorbeeld ineens ontslagen en kon ik hem niet bereiken. Op zo’n moment is natuurlijk alles slecht. Toen ik Ton eenmaal te pakken had, zei hij meteen: zal ik naar je toe komen? Dat wil je natuurlijk, maar als je reëel bent moet hij daar te ver voor rijden.
Anton: Als ik denk dat het nodig is, rijd ik ‘s avonds naar huis. Omdat ik een flexibele werkgever heb, kan dat eigenlijk altijd. Ondanks dat het nu even rommelig is, gaat het in de thuissituatie goed en dat scheelt een hoop. Elke avond bel ik even naar huis, zodat we op de hoogte blijven van wat iedereen doet. Petra: Standaard gaat hier ‘s avonds de telefoon. Bas bedenkt tegenwoordig al van tevoren wat hij dan tegen papa wil zeggen. Hij vertelt nu bijvoorbeeld over het rekenen en lezen dat hij op school leert. Omdat ze elkaar elke avond spreken, is de afstand voor hem niet groot. In die zin DE VLIEGENDE HOLLANDER
14
houdt de telefoon dit gezin bij elkaar. Het verstevigt de onderlinge band. Verder is Bas ook een heel gemakkelijk kind. Hij is weinig ziek en geeft weinig sores. Drie dagen per week zit hij op de naschoolse opvang, waar hij verschillende vriendjes heeft. Als je een moeilijk kind hebt, is dat toch anders. Het is wel een moederskindje geworden, maar zodra papa binnenkomt vliegt hij hem om de hals. Anton: Naast het telefoontje naar huis, vliegen mijn avonden voorbij. Ik maak vaak nog wat uurtjes op mijn werk, ga sporten, of regel nog wat dingetjes voor thuis via het internet. Negen van de tien keer ben ik ’s avonds ook nog even in de mess te vinden om te ontspannen. De faciliteiten op De Peel zijn qua legering bijna optimaal. Dat heeft voor- en nadelen. De voordelen zijn dat ik een eigen kamer heb, met koelkast, televisie en internetaansluiting. Het nadeel is dat het mensen stimuleert om op hun kamer te studeren of internetspelletjes te doen. Ik vind dat persoonlijk erg jammer, omdat ik het altijd gezellig vind om na het werk nog even met anderen te praten. Als
Hoofd Welzijnszorg probeer ik ook af en toe ook feestavonden of bowlingavonden te organiseren, tegen een klein bedrag. Daar blijkt weinig behoefte aan, want van de 180 mensen krijgen we met moeite acht man bij elkaar. Petra: Mijn week gaat meestal snel, ik heb het vaak nauwelijks in de gaten. Bas gaat doordeweeks om half acht naar bed. Daarna ga ik vaak nog wat rommelen, kijk ik televisie of bel ik met een vriendin. Eén keer per week zet ik de babyfoon bij de buurvrouw en ga ik sporten. Dan zeg ik tegen Bas: ‘als er wat, is kun je naar Karin’. Maar meestal is hij weg zodra zijn hoofd het kussen raakt. Maandagavond ga ik dan nog met Bas zwemmen, woensdagmiddag breng ik hem naar de voetbal en op zaterdag is papa natuurlijk de pineut. Niet iedereen begrijpt onze keuze, sommigen vragen waarom we niet gewoon verhuizen. Maar wij wonen hier leuk en lekker. Alles gaat eigenlijk vanzelf. Ton zelf heeft ook geen moeite met de situatie. Hij vindt zelf dat hij een wereldbaan heeft met veel leuke collega’s en dat is toch het belangrijkst.
Gemiddeld aantal inwonenden bij KLu (januari 2007) 180 inwoners 379 inwoners op het Wallaert Sacré kamp, in het Officiers casino en op Kamp van Zeist (inclusief DTO, DVVO, BSB, JCG) VLB VKL 460 inwoners op de basis en elders in de omgeving VLB TW 53 inwoners, waarvan 19 van de VLB TW, 34 van het DCHR VLB LW 197 inwoners VLB GZR gemiddeld 215 inwoners VLB WDT 900 inwoners, waarvan 300 van de staf en 600 KMSL VLB EHV 120 inwoners AOCS NM 102 inwoners, waarvan 81 op de basis en 21 extern LCKLu Rhenen 18 verdeeld over WS Kamp SSB, Casino SSB en Kamp van Zeist Staf CLSK Prinsenbeek 81 De Peel GGW VLB SSB
INTERVIEW
Ons weekend is vol voordat het begonnen is Eerste luitenant Vivian van Tongeren en kapitein Roel Heurman leerden elkaar kennen op de KMA, waar ze beiden intern waren. Omdat ze geen eigen woning hebben, zijn ze beiden inwonend. Vivian op Soesterberg en Roel op de GGW. Roel: Ik heb ooit van de luchtmacht een prachtige Woodlandtas gekregen en daar leef ik nu al acht jaar uit. Toen ik naar de KMA ging, heb ik namelijk mijn huurhuis opgezegd en vanaf die tijd heb ik intern gewoond. Op de KMA kwam ik Viv tegen. Zij zat in dezelfde situatie. Sindsdien reizen wij in het weekend op en neer tussen onze ouders. Toen duidelijk werd dat zij in 2007 naar Vliegbasis GilzeRijen zou gaan en ik op de Peel werd geplaatst, hebben we toch maar een huis in Breda gekocht dat nu wordt gebouwd. Dan kan er in ieder geval één van ons door de weeks in wonen. Vivian: Eindelijk samen in een huis terechtkomen, daar heb ik hartstikke veel zin in. Dan kunnen we eindelijk samen dingen ondernemen, zonder ze twee weken van tevoren te moeten inplannen. Roel: Dat op en neer reizen kan best hectisch zijn. Allebei onze ouders willen ons in het weekend graag zien en we willen elkaar natuurlijk ook zo vaak mogelijk zien. Haar ouders wonen in Deventer en de mijne in Enschede. Daardoor zijn we behoorlijk vaak onderweg. Niet echt ideaal dus, maar aan de andere kant moeten we er ook vaak om lachen. Meestal worden we zo geleefd, dat ons weekend al vol zit, voordat we er überhaupt aan begonnen zijn. Vivian: Het gebeurt ook nog wel eens dat we iets bij mijn ouders zijn vergeten, terwijl we op dat moment bij die van Roel zijn. Dan rijden we nog maar een keertje op en neer. Wat ik het meeste mis is dat ik geen eigen plekje heb waar ik mijn spulletjes kwijt kan. Bij mijn ouders is mijn kamer bijvoorbeeld al verhuisd naar zolder. Doordeweeks op Soesterberg slaap ik in het Officierscasino. Op zich zit ik daar prima. Ik heb een eigen douche, toilet, een bureau, een tv en een koelkastje, maar omdat ik al zo vaak verhuisd ben, heb ik niet echt de drang om het daar supergezellig te maken. Bovendien is het de bedoeling
dat we ergens dit jaar naar Vliegbasis Gilze-Rijen verhuizen. Roel: De kamers op de GGW zijn prima, alleen mag je er bijvoorbeeld geen eigen meubels neerzetten. Dat maakt het wat kaal. Ook kun je zelf geen eten klaarmaken, als je een keer iets anders wilt eten dan ’s avonds aangeboden wordt. Omdat ik officier ben, lig ik alleen, maar korporaals liggen vaak met twee of drie man op de kamer. Dat lijkt me verre van ideaal. Vivian: ’s Avonds kijk ik vaak televisie, sport een beetje en lees boeken. Sinds een jaar zing ik ook één keer per week in een bandje, dat bestaat onder andere uit een mannelijke zanger, een drummer, een (bas)gitarist en een toetsenist van het 298 en 300 squadron. Naast dat het een uitlaatklep is, is het gewoon een erg leuke avondvulling. Daarnaast begin ik in februari met een studie bedrijfskunde aan de Open Universiteit. Dan kan ik ’s avonds gewoon leren. Roel: Meestal ga ik na de dienst eten, vervolgens een uur of anderhalf televisie kijken en daarna nog een uurtje sporten. Ik ga zo één keer per week naar de mess. Tijdens de sport kom ik meestal nog bekenden tegen, verder zoek ik collega’s niet echt op. Die zie ik overdag ook al. Vivian: Het fijne aan inwonend zijn vind ik dat je dicht bij je werkplek zit, maar ik moet zeggen dat ik in verband met oefeningen ook niet veel thuis ben. Dit jaar ga ik bijvoorbeeld voor trainingen naar Noorwegen, Engeland, Spanje en Italië. Dat zijn alle Blaze oefeningen, maar ik moet ook nog drie simulatortrainingen in Frankrijk doen. Een groot deel van de tijd ben ik dus niet eens binnen.
Roel: Dat is het grote voordeel als je allebei militair bent, we begrijpen elkaar beter. Ik weet dat ze tijdens een oefening niet altijd kan bellen, ook al had ze gezegd van wel. Ik word niet ongerust als dat niet lukt, maar denk dan: het komt gewoon even niet uit. Een ander zou zich eerder zorgen kunnen maken. Wat het geheim is van onze relatie? Heel hoge telefoonrekeningen. We bellen elkaar meestal zo’n twee tot drie keer per dag. Daarnaast natuurlijk wederzijds begrip en vertrouwen. Vivian: We kunnen zo een uur aan de telefoon hangen en soms rijdt hij zomaar naar Soesterberg toe. Dat hectische leventje dat we nu leiden, houdt onze relatie natuurlijk wel levendig, maar ik zal het niet erg vinden als we ons eigen plekje hebben. Of we wel samen in een huis kunnen wonen? Dat hebben we inderdaad nog nooit gedaan, maar we gaan ook met zijn tweeën met de rugzak op vakantie. Dat gaat ook goed, dus ik heb goede hoop.
•
Vivian van Tongeren oefent één keer per week ‘s avonds met de band van het 298 en 300 Squadron.
15
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Naam: Leeftijd: Rang: Functie: Sinds: Locatie:
Jan van Boxtel 45 jaar majoor Hoofd P&O binnen het hoofdkwartier van de NATO Training Mission 13 augustus 2006 tot 22 februari 2007 Cultural Centre in Bagdad, Irak
Bijdragen in bagdad Tekst: June Smit | Foto´s: Jan van Boxtel De ISAF-missie in Irak is al bijna twee jaar beëindigd, maar nog niet alle Nederlandse militairen zijn uit het land verdwenen. Eén van de veertien militairen die individueel zijn uitgezonden naar Bagdad is majoor Jan van Boxtel. Het is zijn eerste uitzending. ‘Ik herinner het mij nog als de dag van gisteren dat ik hoorde dat ik hierheen ging. Begin april 2006,
Van Boxtel bij de zwaarden van Qa— disiyyah, oftewel de Hands of Victory. De twee bogen markeren de ingang van de paradeplaats, die herinnert aan de overwinning van ex-president Saddam Hoessein op Iran.
ik was toen nog werkzaam binnen het Kabinet Staf CLSK als Hoofd Officier Toegevoegd, werd ik bij de Chef Kabinet geroepen. Ik dacht dat ik een aantal werkopdrachten kreeg zoals gewoonlijk, maar dat was niet het geval. Ik werd aan-
Vliegende Hollander 0016 +++
gewezen voor de functie van Hoofd personeelszaken van de NATO Training Mission in Bagdad aangewezen. Half augustus zou ik afreizen naar Irak. In de eerste instantie dacht ik: dan moet ik er maar het beste van maken. Achteraf ben ik blij dat ik de gelegenheid heb gekregen om deel uit te maken van deze missie, want het is een enorme verrijking.’ Hootch ‘Mijn werkzaamheden hebben eigenlijk helemaal niks met luchtmacht specifiek te maken. Mijn functie wordt net als de overige drie functies binnen personeelszaken door KLu militairen gevuld, maar dit hadden evengoed militairen uit andere krijgsmachtsdelen kunnen zijn. Ik ben het Hoofd Personeelszaken binnen het hoofdkwartier van de NATO Training Mission en geef leiding aan een adjudant-onderofficier en twee sergeanten. Mijn werkzaamheden bestaan uit het adviseren op P-gebied van de Deputy Commander, een generaal-majoor, en de overige Branch Chiefs. Daarnaast zorg ik voor alle vacatures binnen de Crisis Establishment en heb ik bijna dagelijks contact met de personeelsfunctionaris van ons hoofdkwartier in Napels en mijn KMar-collega in Al Rustamiyah. Dat is een vooruitgeschoven basis, waar de Iraakse militairen hun opleiding krijgen aan de Iraqi Military Academy en de Joint Staff College. We werken hier zes dagen per week. Per week heb je recht om één dag vrij te nemen. Meestal doe ik dan de was en maak ik mijn hootch, de trailer waar ik woon, schoon.’ Aanslagen ‘Ik heb mij hier nog geen moment onveilig gevoeld, maar we merken hier uiteraard wel iets van de aanslagen. Los van
IN DEN VREEMDE
Het hoofdkwartier van de NATO Training Mission in Bagdad.
het feit dat we het hier meestal op televisiezenders CNN of BBC zien, horen we bijna dagelijks bombardementen, gevolgd door enorme rookpluimen. Gelukkig is dat vaak in de Red Zone, waar wij niet mogen en kunnen komen. Heel af en toe komen er projectielen bij ons in de buurt, maar het gaat nog steeds goed. Eén keer viel er een granaatmortier bij de PX store, zo’n vijftig meter van onze parkeerplaats, net buiten het paleis. Dan gaan alle sirenes af en krijg je de drill: “incoming, incoming, incoming, duck and cover, duck and cover, duck and cover”. Als je buiten bent, zoek je zo snel mogelijk bescherming in één van de bunkers, die zo’n beetje om de honderd meter staan. Als je in het paleis of in je hootch bent, blijf je daar. Je weet namelijk nooit waar de projectielen vandaan komen, dus we nemen het absoluut serieus. Dan is het wachten tot het sein “all clear” komt.’ Stilte ‘Ik heb wel degelijk het gevoel dat ik hier wat kan betekenen. De negatieve beeldvorming in Nederland over Irak, wordt voornamelijk gecreëerd door een minderheid van de Iraakse bevolking. Onze bijdrage is bedoeld om een solide krijgsmacht en politiekorps op te bouwen, die er uiteindelijk Het ochtendoverleg van de Support Branch. Van links naar rechts: Chief J8, Deputy Chief of Staff Support, Chief J4, Chief J6 en Chief J1 (majoor Jan van Boxtel).
Vliegende Hollander 0017 +++
Majoor Jan van Boxtel op zijn kantoor in het hoofdkwartier.
voor moeten zorgen dat de “slechterikken” worden opgesloten. Hiervoor worden militairen van de Iraakse strijdkrachten opgeleid om vervolgens alle elf brigades weer onder Iraaks bevel te brengen. Daarnaast wordt binnenkort een begin gemaakt om ook de nationale politie op te leiden. Hiervoor komt een team van de Carabinieri uit Italië over. Ik vind het persoonlijk best bijzonder dat de Irakezen accepteren dat zij opgeleid en getraind worden door de NATO partners. En ondanks dat ikzelf slechts een radertje ben in het grote geheel en voornamelijk een staffunctie bekleed, heb ik toch het idee dat ik een bijdrage lever aan dit proces. Hecht team ‘Het leuke aan deze baan vind ik de veelzijdigheid van het werk, het internationale karakter van de missie en de uitwisseling van en het werken met zoveel internationale collega’s. Ondanks dat ik individueel ben uitgezonden valt het me op dat we hier met de Nederlanders onderling een hecht team vormen. Daarbij zijn we ook met onze internationale collega’s uit negentien verschillende landen een team. Uiteindelijk hebben we dezelfde belangen en willen we allemaal een bijdrage leveren aan de opbouw van een stabiel Irak. Het minder leuke aspect is de relatief lange periode dat je verwijderd bent van je familie. Gelukkig mocht ik tussendoor even naar huis en dat was fantastisch. Wat een stilte daar. Geen inslagen met rookpluimen, bijna geen sirenes en geen regelmatig overvliegende helikopters. In februari zit mijn uitzending er alweer op. Het is absoluut een ervaring geworden die ik niet had willen missen.’
IN DEN VREEMDE
R E P O R TA G E
Mobiel commandovoeringsysteem DARS-1 in testfase
Maatwerk in Nieuw Milligen Tekst: Luc Haen | Foto’s: NATO ACCS Management Agency
Nieuw Milligen staat weer op de Europese kaart. Met de komst van elf zeecontainers stampvol communicatiesystemen op AOCS NM, is de NAVO een stap dichter bij het felbegeerde mobiele commandovoeringssysteem voor luchtoperaties. De grootste uitdaging vormt nu de personele vulling. De elf groene containers op betonplaten lijken op het eerste gezicht niet veel bijzonders. Daar staan er wel meer van op het terrein van het Air Operations Control Station (AOCS) in Nieuw Milligen. De rollen prikkeldraad en het detectiesysteem verraden echter dat hier meer aan de hand is. Het interieur van de containers bestaat namelijk uit geavanceerde communicatiesystemen. Die vormen samen DARS-1 (zie kader), het mobiele NAVO commandovoeringssysteem voor luchtoperaties, dat overal ter wereld kan worden ingezet. Het feit dat er maar twee van deze systemen bestaan binnen de NAVO maakt de aanwezigheid op Nieuw Milligen extra bijzonder. ‘Er waren meer kandidaten om als thuisbasis van dit systeem te dienen, maar de keuze is gevallen op de locatie Nieuw Milligen en wel gecoloceerd met het AOCS NM’, zegt kolonel Jos van Dam, voorzitter Projectteam DARS-1. ‘Het is heel nieuw, in december is het systeem hier afgeleverd
door de industrie. We zitten nu in het testprogramma dat loopt tot medio 2008 en we verwachten in 2009 operationeel inzetbaar te zijn. DARS-2 wordt in Spanje gestationeerd en is qua samenstelling exact hetzelfde, maar zal anderhalf jaar later operationeel zijn.’ Projectteam Voordat de testfase van start kon gaan, moest nog wel het een en ander worden geregeld. Samen met kapitein Cees Hoogendijk vormt de kolonel het projectteam DARS-1, dat werkt namens de Bestuursstaf. ‘Wij faciliteren als projectteam alles wat nodig is vóór en tijdens de testfase’, aldus Hoogendijk. ‘Er moest bijvoorbeeld een platform gemaakt worden voor de containers, verbindingen en spanning moesten worden aangelegd, vergunningen voor radioverkeer geregeld, kantoorruimte, et cetera. We zijn ook al bezig met de voorzieningen voor de permanente fase, zoals het opstellen
van een personeelsplan en een trainingsplan.’ ‘Eigenlijk houden we ons met alles rond DARS bezig, ook al zijn de systemen officieel nog niet van de NAVO’, vult DARS DARS is niet zomaar een afkorting. Het is, geheel in militaire traditie, een afkorting van andere afkortingen. Het staat voor: Deployable Air Control Centre (ACC) Recognised air picture Production Centre (RPC) Sensor Fusion Post (SFP). DARS is op heel korte termijn wereldwijd inzetbaar en wordt internationaal bemand (NAVO-eenheid). De twee DARS´en worden voornamelijk ingezet als onderdeel van de NATO Response Force (NRF) en de Combined Joint Task Force (CKTF), maar kunnen in voorkomend geval ook worden gebruikt in aanvulling op statische stations in Europa.
Het mobiele commandovoeringsysteem DARS-1 in de testopstelling, met rondom het radioantennepark voor data en voicecommunicatie.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
18
R E P O R TA G E
Van Dam aan. ‘Het is gemaakt door een consortium van wapenfabrikanten en geassembleerd in Engeland. Het systeem is nu ook nog officieel eigendom van de industrie. Die moet in de testfase laten zien dat het systeem ook kan wat contractueel is afgesproken. In de volgende fase gaat een management organisatie van de NAVO de testfase evalueren en hopelijk akkoord geven, waarna deze organisatie het systeem overdraagt aan SHAPE (Supreme Headquarters Allied Powers Europe, red.).’ Verouderd De komst van het DARS-systeem naar Nieuw Milligen vloeit voort uit een reorganisatie binnen de NAVO. Van Dam: ‘Er komt een hele nieuwe NAVO command and control structuur. Het huidige luchtverdedigingssysteem is opgezet vanaf eind jaren veertig tot nu. Dat systeem is verouderd en aan vervanging toe. Bovendien hebben veel landen eigen systemen, dus het is een beetje een lappendeken. De NAVO heeft daarom behoefte aan meer standaardisatie. Daarnaast is de dreiging ook veranderd. De Muur is weg en de NAVO heeft de ambitie wereldwijd te kunnen opereren, dus ook buiten het eigen verdragsgebied. Kijk bijvoorbeeld naar de huidige inzet in Afghanistan. Die mondiale inzet vraagt ook om een nieuw commandovoeringsysteem. Wat DARS mogelijk moet maken, is niet alleen aansturing van luchtverdediging, maar van alle luchtoperaties. Dus defensief, offensief en ondersteunend. Naast de aansturende taken, zorgt dit systeem ook voor de
Aangezien de eerste DARS-containers arriveerden op 5 december, was het niet verwonderlijk wie de ‘pakjes’ overhandigde aan kolonel Jos van Dam (links). Foto: Cees Hoogendijk.
De containers van het DARS-systeem worden afgeleverd op hun locatie op het terrein van AOCS Nieuw-Milligen. Foto: Cees Hoogendijk.
informatievoorziening van commandanten, zodat zij een goed beeld krijgen van de actuele ontwikkelingen in het theater. Het maakt situational awareness mogelijk.’ Verplaatsbaar Beide DARS´en maken deel uit van het NATO Air Command and Control System (ACCS). Daarin zijn vier verplaatsbare elementen opgenomen: twee D-CAOC’s (Deployable Combined Air Operations Centre) voor de planning en tasking en twee DARS´en voor het uitvoerend niveau. Het verschil zit volgens Hoogendijk niet alleen in het takenpakket. ‘Een D-CAOC is bedoeld voor het administratieve proces, dus die kan daarom wat verder van de frontlinie zitten’, zegt hij. ‘Een DARS is voor de control en zit dichterbij, want het systeem moet wat kunnen zien van het theater. Het gaat om second to second control van lopende luchtoperaties. DARS vormt daarin het knooppunt, waar alle informatie van de sensoren wordt gefilterd. De locatie van de DARS wordt bepaald door de maximale afstand tot de sensoren en de gewenste reactiesnelheid. Je wilt vijandelijke activiteit zo snel mogelijk ontdekken, dus je sensoren zo dichtbij mogelijk, zonder het gevaar te lopen dat die met een handgranaat van de andere kant van de grens worden uitgeschakeld.’ Zelfstandig Het uitgangspunt is dat DARS volledig zelfstandig kan opereren en overleven.
Dus met de systemen in 20 voets zeecontainers, in totaal elf stuks. Twee daarvan zijn voor verbindingen, zoals grond-gronden grond-luchtradio´s en satellietcommunicatie. DARS moet in principe bij elk NATO systeem aan kunnen haken. Twee andere containers fungeren als transportshelters met een beperkte werkplaatscapaciteit en de overige zeven zijn voor de ops met werkplekken. Daarmee is het vergelijkbaar met het Patriot-systeem, dat ook in containers verplaatst en bemand wordt. Het feit dat alles geïntegreerd in containers zit, maakt het DARS-systeem heel flexibel. Als het voor NRF (NATO Response Force, red.) wordt ingezet, staat de DARS-eenheid op vijf dagen notice to move. Na aankomst is de eenheid binnen 24 uur operationeel en kan ze dertig dagen zelfstandig opereren. Er zit daarom een veldkeuken bij, tenten en slaapzakken. Met drinkwater en brandstof moet het personeel zeven dagen kunnen doen, dus dat moet wel tussentijds aangevuld worden. Maatwerk Naast het zelfstandige karakter, is DARS ook heel flexibel inzetbaar. ‘Dit systeem is in maatwerk weg te sturen’, aldus Van Dam. ‘Afhankelijk van de aard en omvang van de operatie, neem je minder containers mee. Voor NRF met tweehonderd sorties per dag, heb je twee tot drie ops shelters nodig. De containers voor verbindingen en de transportshelters gaan altijd mee. Dan praat je dus over zes containers, 19
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
in plaats van elf. Als het met minder kan, moet je dat ook doen, want transportcapaciteit is beperkt. Als we praten over een Combined Joint Task Force met duizend sorties, dan gaat het volledige DARS mee. Is de operatie nog groter, dan kunnen er containers van de andere DARS mee. De apparatuur van DARS-1 en -2 is hetzelfde, dus je kunt uitwisselen. Een ander voorbeeld: stel, een radar in Spanje gaat kapot en ze hebben een half jaar nodig om een nieuwe te bouwen. Dan kunnen ze bij de SACEUR (Supreme Allied Commander Europe, opperbevelhebber NAVO strijdkrachten in Europa, red.) aankloppen met de vraag of NAVO voor een half jaar kan bijspringen. Dan kan de SACEUR besluiten om de DARS, of een deel daarvan, tijdelijk in te zetten in Spanje. Het zijn maatwerkconstructies.’ Vulling Het klinkt als een veelbelovend systeem, maar Van Dam ziet nog een grote uitdaging voordat DARS operationeel kan worden ingezet. De personele vulling van DARS-1, dat uiteindelijk 260 functies moet gaan herbergen, loopt namelijk niet bepaald op rolletjes. ‘Landen beslissen zelf of ze meedoen en zo ja, met hoeveel mensen’, aldus Van Dam. ‘Tot nu toe is de animo niet geweldig. Voor de geplande functies kunnen we dertig procent vullen. Dat is natuurlijk nog veel te weinig. Daarvan hebben Duitsland en gastland Nederland er al respectievelijk 21 en 25. Mankracht is overal in Europa een probleem. Het grootste deel van de DARS-functies bestaat uit operationele gevechtsleiders en techneuten en juist daar is overal een tekort aan. De markt trekt aan, dus de techneuten kunnen buiten de deur ook goed terecht. Het is niet meer vanzelfsprekend dat ze blijven bij hun eigen onderdeel blijven,
laat staan dat ze beschikbaar zijn voor een NAVO-eenheid.’ Proces ‘Met het huidige aanbod kunnen we niet verder’, vervolgt Van Dam. ‘Reservedelen heb je binnen redelijke termijn, maar mensen lospeuteren is een moeizaam proces. We zitten nu in de situatie dat bij iedere functieomschrijving ook een vlaggetje komt. Als dat eenmaal is gebeurd, is dat land ook verantwoordelijk voor de vulling en roulatie van die functie. NAVO
Een Ops-containers biedt plaats aan vier operators plus vier assistenten. De werkstations zijn onder meer voorzien van touchscreen bediening.
is echter geen supranationale organisatie en kan dus geen functies eisen bij haar leden. Toch is ook daar duidelijk dat dit proces enige haast heeft, want er is contractueel vastgelegd met de industrie dat zij voor een bepaalde periode onze mensen gaan opleiden. Mocht die vulling niet lukken, moet je nadenken over alternatieven, zoals het aanpassen van het am-
Dankzij het uitgebreide pakket aan verbindingen zijn alle vliegbewegingen in het luchtruim te volgen.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
20
bitieniveau. Dat leidt uiteraard wel weer tot een aanpassing van de samenstelling van een eenheid. Dat geldt niet alleen voor DARS-1, maar ook voor DARS-2 die anderhalf jaar later operationeel wordt. DARS is overigens geen vervanging van de AWACS-toestellen, waarmee ik in mijn vorige functie heb gewerkt en die tijdens de Balkancrisis veelvuldig zijn ingezet. Na de aanslagen op 11 september in New York hoorden we op maandagmorgen dat we zouden gaan ondersteunen met onze toestellen. Zaterdag hadden we
de eerste operationele missie. Als je kijkt hoeveel inspanningen het kost om dat voor elkaar te krijgen, dat is ongelooflijk. En dan zaten we nog op de thuisbasis van de Amerikaanse AWACS´en, dus logistiek gezien kon het niet beter. Dat heb je niet als je in Afghanistan zit. Een DARS kan wat dat betreft veel langduriger en kosteneffectiever opereren.’
•
De containers zijn voorzien van krachtige airco’s, om alle geavanceerde systemen in alle omstandigheden te kunnen koelen.
R E P O R TA G E
European Airlift Center slaat vleugels uit over zee en land
Synergie binnen strategisch luchttransport Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Petra Aartsen, Fotodienst Vliegbasis Eindhoven
Luchttransport is een schaars goed. Geen enkel defensieapparaat kan zonder, maar binnen de Europese strijdkrachten is er met name een enorm tekort aan strategische middelen. Samenwerken om de beschikbare toestellen zo economisch mogelijk in te zetten, luidt voorlopig het devies om de gaten enigszins te dichten. De spil hierin vormt het European Airlift Centre (EAC) op de Vliegbasis Eindhoven. Zo luidt de huidige naam, want er wordt hard gewerkt aan de volgende fase. Eerst even terug naar hoe het begon. Om vanuit gemeenschappelijk belang de operationele capaciteit te verbeteren, richten de luchtmachten van België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië, Nederland en Spanje in 1998 de European Air Group op. De standplaats is RAF High Wycombe in Engeland. In 2000 start dit samenwerkingsverband een studie naar de Europese transportcapaciteit over tien tot vijftien jaar. Veel van de landen willen namelijk ter vervanging van de C-130, danwel de C-160, de Airbus A-400M. De introductie daarvan duurt echter langer dan bij het tekenen van de contracten werd gedacht. Het huidige tekort op transportgebied wordt door de vele uitzendingen de komende jaren alleen maar groter. Een van de aanbevelingen uit de studie is daarom het beter op elkaar afstemmen van de luchttransportbehoefte. Verrekening Dat leidt in 2000 tot de oprichting van de European Airlift Co-ordination Cell (EACC), waarin de al eerder genoemde
zeven landen zitting nemen. Het is simpelweg hun bedoeling transportvliegtuigen niet (half)leeg te laten rondvliegen. ‘Toen was onze enige taak zaken op elkaar afstemmen, het verbeteren van de onderlinge synergie ’, zegt de Director-EAC de Duitse kolonel Wolfgang Lange. ‘Neem als voorbeeld een KLu KDC10 die Nederlandse goederen naar Afghanistan brengt, maar niet volgepakt terugkeert, terwijl elders in Afghanistan Franse troepen terug naar huis moeten. Dan is het economischer om de KDC-10 de Fransen te laten oppikken en in hun thuisland af te leveren, en daarna door te vliegen naar Eindhoven.’ Daarbij vliegt het KLu-toestel weliswaar om, maar de Armée de l’Air hoeft niet zelf heen en weer naar Afghanistan. De uren die de KLu hiervoor maakt, vanaf 8 februari 2001 berekend in C-130 Equivalent Flying Hours (EFH’s), houdt zij dan weer tegoed van één van de EAC-partners voor een volgende keer. De Hercules – en voor het gemak wordt de C-160 Transall daaraan gelijkgesteld – is hierbij als uitgangspunt genomen omdat dat
Ook de NAVO werkt aan vergroting van de strategische luchttransportcapaciteit. Door veertien landen is de behoefte voor drie tot vier C-17A Globemaster III uitgesproken. Nederland heeft de intentie uitgesproken om voor vijfhonderd vlieguren per jaar deel te nemen aan dit project. Nederland zelf geldt volgens de studie Strategische Mobiliteit de behoefte aan 1,3 C-17. Tot slot ontwerpt het geallieerde Europese hoofdkwartier SHAPE plannen voor zeven à acht Globemasters. Foto: Richard Frigge, AVDD
21
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Volgens EAC-Director kolonel Wolfgang Lange hebben de EACpartners met de inhuur van groot materieel, zoals via SALIS, voorlopig meer armslag. Toch blijft het tekort aan strategisch luchttransport voor lopig nog erg groot.
De tijd dat Europa voor zwaar transport altijd op de Amerikaanse luchtmacht kon terugvallen, is volgens overste Hans Coomans voorbij. ‘De NAVO en Europa moeten het nu zelf regelen omdat de USAF eigen materieel hard nodig heeft voor de operaties in Afghanistan en Irak.’
vrachttype het meeste voorkomt binnen de Europese strijdkrachten. Alle verrekeningen gaan met gesloten portemonnee: één uur KDC-10 transportvlucht verhoudt zich bijvoorbeeld tot 2,01 EFH, terwijl een vlieguur van de KDC-10 voor air-to-air refueling (AAR, tanken in de lucht) 2,93 EFH waard is. Per jaar levert deze samenwerking een forse besparing op. Maar belangrijker nog is de verbetering van de operationele output met dezelfde beschikbare luchttransportcapaciteit. En daar was het de partners primair om te doen. Schreeuwend tekort Op weg naar een nog doeltreffender organisatie, transformeerde de EACC op 5 juli 2004 tot het EAC. Ook Noorwegen sloot zich bij dit verbond aan. Lange: ‘Het EAC dient niet alleen
de aangesloten landen, maar heeft ook een overeenkomst met zowel de NAVO als de Europese Unie. Reageerde de EACC veelal nog op verzoeken en werd het ingeroepen bij problemen, het EAC kijkt zelf naar wat de landen doen en geeft ze advies. We werken dus pro-actief.’ Dat is het eerste deel van het EACwerk. ‘Deel twee bestaat uit het bestuderen en vergelijken van doctrines’, zegt luitenant-kolonel van de KLu Hans Coomans, Sectiehoofd Logistiek van het EAC. ‘Daarbij horen ook de specificaties van de toestellen, ook al gaat het geregeld over dezelfde types. En er zit behoorlijk wat verschil tussen zowel de C-130’s als de C-160’s onderling. Bijvoorbeeld of ze in de lucht kunnen bijtanken of bijgetankt kunnen worden. Stel dat we van drie landen de behoefte doorkrijgen voor een Herculesvlucht. Dan kan het door vergelijken heel goed mogelijk zijn dat we de behoefte terugbrengen tot twee C-130 vluchten, of misschien wel één KDC-10 of Airbus-vlucht. Zo’n toestel kan namelijk meer zogenoemde requirements aan.’ De leverancier daarvan heeft dan weer een aantal C-130 EFH’s van die drie landen tegoed. ‘Je merkt met de operaties die ver van huis plaatsvinden zoals in Irak en Afghanistan, het schreeuwende tekort aan strategisch transport’, zegt de Duitse kolonel. ‘Door gebrek aan betere strategische middelen worden dan de tactische C-130’s en C-160’s ingezet. Dit tactische luchttransport kon vanwege de geringere afstand naar het Balkan-gebied, tijdens Allied Force inderdaad strategisch gebruikt worden. Nu is dat meer een noodoplossing.’ Interim oplossing Om permanent wat meer armslag te hebben, tekenen daarnaast zestien NAVO-landen (België, Canada, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Hongarije, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en Turkije) en twee niet-NAVO-landen (Finland en Zweden), op 23 januari 2006 de Strategic Airlift Interim Solution (SALIS).
Een enkele KLu C-130 (met camouflagepatroon) temidden van een zwerm van zes C-160’s van de Duitse Luftwaffe op de luchthaven van Termez in Oezbekistan. Foto: Hennie Keeris
DE VLIEGENDE HOLLANDER
22
R E P O R TA G E
De A-400M heeft een maximaal liftvermogen van 37 ton. Daarmee past het qua grootte tussen de maximaal 19 ton van de Lockheed-Martin C-130H Hercules en de maximaal 74 ton van de Boeing C-17A Globemaster III. Ze kunnen ook worden ingezet voor air-to-air refueling. Artist impression: Airbus
Dit beoogt het tekort aan strategische luchttransportcapaciteit te verminderen, waartoe er permanent twee Antonov An-124 vrachtvliegtuigen op afroep beschikbaar staan op hun thuisbasis, de luchthaven van Leipzig. Deze capaciteit kan, indien nodig, worden uitgebreid tot maximaal zes Ruslans, zoals hun bijnaam luidt. Deze giganten hebben een vrachtcapaciteit tot honderdvijftig ton. De dagelijkse leiding van SALIS is eveneens ondergebracht in het gebouw van het EAC op de Vliegbasis Eindhoven. Het EAC heeft zijn capaciteit aangeboden aan zowel de NAVO als de EU. Zo is er wekelijks een vlucht voor de NAVO naar Afghanistan vanuit Geilenkirchen met een An-124 of een Ilyushin Il-76. Voor Nederland werden in 2005 meer dan liefst honderd An-124 en Il-76 vluchten gepland. Ook regelde het EAC in oktober van dat jaar voor het ministerie van Buitenlandse Zaken het transport van Nederlandse hulpgoederen naar het door een aardbeving getroffen Pakistan. Dat gebeurde met de enige An-225 ter wereld, een toestel dat in één keer 250 ton vervoert. Grote stappen Omdat groot transport niet alleen door de lucht gaat, maar voor een aanzienlijk deel ook over zee, vestigde de Sealift Co-ordination Cell (SCC) zich in 2005 met een bescheiden aantal van eerst twee, en later drie personen in het EAC-gebouw. Coomans: ‘Van begin af aan gebruiken ze al veel van onze faciliteiten. We proberen de 27 man van het EAC en de drie van de SCC nu te laten samensmelten tot het Movement Co-ordination Centre Europe (MCCE), dat op 1 juli operationeel van start moet gaan. Daarin zijn zestien landen vertegenwoordigd. En behalve luchten zeetransport, nemen we nu ook voor het eerst een stukje van de coördinatie van landtransport op ons. Binnen Europa gaat er natuurlijk heel veel over de weg, maar het is een zeer complex geheel dat van heel veel factoren afhankelijk is.’
Het EAC vormt overigens de opstap naar nog een ander doel. Naast het MCCE moet namelijk rond 2010 het European Air Transport Command (EATC) van start gaan. Dit commando richt zich uitsluitend op de inzetplanning van de zeer schaarse strategische luchttransportmiddelen. Lange: ‘België, Duitsland, Frankrijk en Nederland zijn al bezig met een organisatievoorstel. Maar het vormt voor de betrokken landen een heel grote stap. Het heeft namelijk groot effect op hun nationale defensieorganisatie. Die geven dan de planning voor en van hun strategische luchttransport uit handen. Het van de grond krijgen van het EATC vóór 2009, lijkt mij dan ook niet realistisch.’ Alhoewel de EU en de NAVO voorlopig dus nog niet echt ruim in hun strategische transportjasje zitten, zijn ze met SALIS en het toekomstige EATC duidelijk de goede weg ingeslagen.
•
Het gebouw van het EAC op Eindhoven was aan de kleine kant. Daarom stond uitbreiding al op het programma voor 2007. Die kan nu gebruikt worden de huisvesting van het MCCE.
23
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
‘Orkest Koninklijke Luchtmacht als instrument om samenleving te bereiken’
Beatles in concert Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Ron Geurts
Vier dames die de liedjes zingen van het beroemdste mannelijke popmuziekkwartet uit de geschiedenis, de Beatles. Ga er maar aanstaan. Het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht deed het, en met verve. Het nummer ‘With a little help from my friends’ opent met de regel ‘What would you think if I sang out of tune, would you stand up and walk out on me?’ Van beide was geen enkele sprake. De solisten zongen zuiver, krachtig en vol overgave, precies zoals het orkest speelde. En het publiek genoot van een heerlijke muziekavond, vol nostalgie. Bij opening van de show lijkt er nog even iets fout te gaan als een half scherm op het podium blijft hangen, en het rechterdeel van het orkest nog aan het zicht onttrekt. De reden is echter snel duidelijk. Deze verticale zwart-witte banen, als ware het de strepen van het beroemde zebrapad van het album Abbey Road, vormen het videoscherm waarop de geschiedenis van de Beatles voorbijkomt. Die wordt afgesloten met de projectie van – inderdaad – de vier bandleden op het zebrapad. Wanneer het scherm omhoog gaat staan de vier solisten klaar: Talita Angwarmasse, Joke Bruijs, Laurie Reijs en Erica Yong. Dat zijn er een stuk minder dan vorig jaar bij
Queen in concert, waarbij het orkest ondersteuning kreeg van liefst elf personen. Het wennen aan de vrouwelijke stemmen, daar waar je de mannelijke gewend bent, gaat zonder enige moeite. Wat wel opvalt bij het meezingen is dat de teksten nét even anders zijn. De dames zingen in de vele liefdesliedjes over ‘him’, daar waar de originele Beatles het uiteraard over ‘her’ hadden. ‘Muzikantesk’ Zonder ook maar enigszins afbreuk te doen aan de shows en daarmee de prestaties van het orkest in het verleden, lijken
Het grootste deel van het orkest torent hoog boven het podium uit. De ritmesectie vindt haar plaats aan de rechterzijde, onder het omhooglopende zebrapad waarop drie zangeressen staan.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
24
R E P O R TA G E
al heel snel muziek en zang beter op elkaar afgestemd. ‘Dat klopt’, zegt dirigent majoor Jos Pommer. ‘Het orkest is in deze show meer geprofileerd en meer “muzikantesk” aanwezig. Wij kijken op een creatieve manier naar muziek en dat laten we nu nog meer zien.’ Daar waar het orkest in het verleden meer ten dienste van de solisten leek te staan, is er nu een evenwichtiger verdeling tussen beiden. Pommer: ‘Er zijn inderdaad meer orkeststukken waardoor een betere harmonie ontstaat. We huren zeer goede arrangeurs in die de opdracht om de verschillende muziekstijlen los te laten op de Beatles-nummers, zeer goed hebben opgepakt. En ik ben er trots op dat we dat met dit orkest zo goed hebben uitgevoerd.’ ‘Het ging inderdaad goed’, vindt sergeant 1 Edwin de Neijs die het eufonium, ofwel een tenortuba speelt. ‘Het is niet de muziek die het moeilijk maakt, want die hebben we goed ingestudeerd. Met name het vinden van de juiste concentratie is het lastige van een avond als deze’, zegt hij na afloop van de galapremière op 21 januari. ‘Ik vind dat we als orkest met deze “lichte” muziek een goede koers hebben ingeslagen. We weten het grote publiek te bereiken, en in de muziekwereld behoeft dit orkest geen introductie meer. Om die reden heb ik er zelf ook voor gekozen. Je merkt na een aantal jaar dat de ervaring groeit, en de arrangementen ook steeds weer beter worden.’ Instrument Dat merkt ook luitenant-kolonel Gert Jansen, de Inspecteur Militaire Muziek Krijgsmacht. ‘Je moet je daarbij af vragen wat militaire muziek is. Het is zo’n breed spectrum. Natuurlijk is dat de ondersteuning van ceremoniële bijeenkomsten, maar zéker ook de presentatie van het krijgsmachtdeel en dat hebben ze bij dit orkest heel goed begrepen. Kijk, in de tijd van de dienstplicht kwamen veel mensen met Defensie in aanraking. Nu is dat stukken minder het geval, maar met dit orkest heeft de KLu heel duidelijk een instrument om de wereld buiten Defensie te bereiken. Dit is dan ook meer dan een concert. Echt een voorstelling waarbij grandioze muziekarrangementen en showelementen hand in hand gaan.’ Van de solisten vond Reijs het overigens een spannende avond. ‘Ik was best wel zenuwachtig hoor’, zegt de 27-jarige zangeres. ‘Het is niet zo dat het niet goed ging, maar je hoort zelf altijd zaken die beter kunnen. Ik heb al heel wat ervaring met toneel en musicals, maar met een orkest moet je erg goed luisteren en je tot het uiterste concentreren. Maar het is erg mooi om met zulke vakmensen te kunnen samenwerken. En met zulke goede zangeressen.’ Geen introductie Beatles in concert blonk ook nu weer uit in de arrangementen. ‘Het is altijd verrassend om te merken welk nummer dit nu weer is’, zegt commodore Geert Bergsma. ‘Het begeleiden van een zanger of een zangeres kan dit orkest natuurlijk ook, maar juist in de bewerkingen schuilt hun kracht. Het is altijd weer even verrassend.’ Zo kwamen in een arrangement bijvoorbeeld ‘All you need is love’ van de Beatles voor, samen met ‘I was made for loving you’ van Kiss en ‘Love is all’ van Roger Glover & Guests. Ook de combinatie van ‘Like a prayer’ van Madonna, samen met ‘Lady Madonna’ van de Beatles kon rekenen op luid applaus uit de zaal. ‘Dat dit het orkest van de KLu is, hoeft op het podium niet verder benadrukt te worden’, meent generaal-majoor Erik Oliemans. ‘De bezoekers die hier komen, wéten dat gewoon.’ In het nummer Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band klinkt in het eerste couplet ‘So may I introduce to you, the act
Pommer (linksboven) dirigeert terwijl Angwarmasse, Bruijs, Reijs en Yong (v.l.n.r.) zingen.
De vier zangeressen in een soort Elvis-achtige outfit, zoals ze bij ‘Hey Jude’ ten tonele verschijnen.
Laurie Reijs in actie.
you’ve known for all these years: Sergeant Pepper’s Lonely Hearts Club Band’. Die introductie is met de reputatie van het Orkest van de Koninklijke Luchtmacht niet meer nodig. Behalve dat het misschien wel Major Pommer’s Hearts Club Band is.
•
25
DE VLIEGENDE HOLLANDER
J
ournaal
Kerst in Afghanistan Met een uitgebreid Hollands kerstontbijt voor alle Nederlandse militairen op Kandahar Airfield werd de eerste kerstdag in Afghanistan ingeluid. Hoewel de speciale editie van de Telegraaf met kerstgroeten vanuit Nederland niet op tijd in het
gebied was, kon de krant wel op groot formaat uitgeprint worden (zie foto). Zo konden de militairen toch nog tijdens de kerstdagen de kerstgroeten van thuis lezen. De rest van de dag gingen de operaties en werkzaamheden gewoon door. ’s Avonds stond een popquiz op het programma die na een uur muzikaal werd onderbroken door de live uitzending van Uruzgan FM. DJ Annemieke Schollaard nam vervolgens na de uitzending zitting in de jury van de popquiz. Dat Tweede Kerstdag een typisch Nederlands gebruik is, viel duidelijk te merken op Kandahar Air Field. De werkzaamheden gingen weer gewoon verder. Overal was de kerstversiering alweer verdwe-
Kaartleesrit voor beginners en gevorderden Zowel burgers als militairen mogen op zaterdag 21 april hun kaartleesskills tonen tijdens een oefenrit, georganiseerd door de Militaire Commissie voor Automobiel- & Motorwedstrijden (MCAM). De rit, die om 10.00 uur start op Legerplaats de Harskamp, heeft een lengte van ongeveer 105 kilometer en voert in zijn geheel over verharde wegen. Deelname is in teamverband (een chauffeur en een kaartlezer) in een gevorderde- of beginnersklasse mogelijk. De kosten voor deelname bedragen € 7,50 per equipe. Omdat het een oefenrit is, zal er vooraf en tussen
de te rijden trajecten uitleg gegeven worden met lichtbeelden over het reglement, de kaartleessystemen en na afloop van een traject over de ideale route. Voor de gevorderden telt deze rit mee voor het Defensiekampioenschap Kaartlezen. De tweede rit die meetelt voor dit kampioenschap is de 18-uursrit op 5 en 6 oktober 2007 vanaf de Luchtmachtbasis De Peel. Een inschrijfformulier voor de oefenrit kan per e-mail of telefonisch (alleen maandag en dinsdag) worden aangevraagd bij via A.Balm-dePruis@mindef. nl of tel MDTN *06-497-8661 / PTT 0346-338661.
nen, maar op het Nederlandse gedeelte van het kamp bleven de versieringen nog een paar dagen hangen tot de jaarwisseling. Foto’s: PIO KAF
Vliegveld Deelen rijksmonument De Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten heeft nagenoeg complete militaire vliegveld Deelen bij Arnhem aangewezen als rijksmonument. Bijna tweehonderd onderdelen, verdeeld over negen complexen, zijn nu beschermd als militair erfgoed. Deelen is groter dan het huidige Schiphol en goed gecamoufleerd. Betonnen bunkers en hangars zijn onherkenbaar vermomd als stijlvolle boerderijen langs bochtige weggetjes. Uit versterkte muren, nepvensters, plaatstalen luiken en Duitse teksten blijkt hun werkelijke doel.
Reorganisaties binnen DMO afgerond Met ingang van 21 december 2006 zijn de bedrijven van de Directie Materieel Organisatie (DMO) in hun nieuwe vorm operationeel en volledig ingebed in de organisatie. De reorganisatie, die in de afgelopen periode plaatsvond, past binnen de defensiebrede reorganisatiemaatregelen die begin 2006 zijn afgekondigd. Deze maatregelen moeten leiden tot een nieuw evenwicht tussen de omvang en de middelen van de krijgsmacht en het beschikbare DE VLIEGENDE HOLLANDER
26
budget: een kleinere krijgsmacht blijft zo betaalbaar en houdt bovendien voldoende ruimte voor de benodigde investeringen. Door op die manier kwaliteit boven kwantiteit te stellen, kan de Nederlandse krijgsmacht in internationaal verband een kwalitatief hoogwaardige bijdrage blijven leveren aan de vrede en veiligheid in de wereld. De reorganisatie van de DMObedrijven heeft een aantal gevolgen voor de naamgeving en inrichting
van verschillende bedrijfsonderdelen. Met ingang van 21 december neemt de DMO daarnaast afscheid van haar huidige Project-directeur-generaal, de heer ir. Dirk van Dord. Hij wordt opgevolgd door de heer ir. Lex Hendrichs. Hendrichs bekleedde sinds januari 2005 de functie van directeur Planning & Control bij de DMO. Daarvoor heeft hij diverse functies binnen de directie Materieel Koninklijke Landmacht vervuld.
JOURNAAL
VRAGEN AAN – BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? Mail naar
[email protected]. Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
Nieuwe hangaars Volkel Twee nieuwe squadrongebouwen en onderhoudshangaars gaan een onderkomen bieden aan de operationele squadrons 311 en 313 en het 900 onderhoudssquadron op Vliegbasis Volkel. Deze werden op 19 januari officieel geopend door de Commandant der Luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal Hans de Jong. Daarbij was ook de plaatsvervangend Directeur van de Dienst Vastgoed Defensie, brigadegeneraal Ir. R.G. Tieskens aanwezig. Nieuwbouw op Vliegbasis Volkel was noodzakelijk omdat een groot aantal
gebouwen verouderd was. Daarnaast leidden reorganisaties binnen defensie tot een veranderde werkwijze waarop de infrastructuur van Volkel niet aangepast was. Als gevolg van die grootscheepse reorganisatie werd Vliegbasis Twenthe opgeheven en verhuisde het daar gelegerde 313 Squadron met ruim honderd personeelsleden eind 2005 naar Volkel. Voor hen werd een tijdelijk onderkomen op de vliegbasis gerealiseerd. Met de ingebruikname van de nieuwe locaties heeft dit squadron nu ook definitief zijn plek op Vliegbasis Volkel gevonden.
Topjaar Vliegbasis Eindhoven Wat betreft de hoeveelheid vervoerde vracht en passagiers was 2006 voor Vliegbasis Eindhoven een topjaar. In totaal werd 8.200.000 kilo vracht vanaf de basis naar diverse bestemmingen gevlogen. Daarnaast zijn bijna dertigduizend personen vervoerd. De grote hoeveelheid vracht en passagiers hebben vooral te maken met de ISAF-missie in Afghanistan. Hiervoor werden niet alleen de elf transportvliegtuigen van de KLu ingezet, maar ook ingehuurde en transporttoestellen van de negen andere leden van de European Air Group (EAG) ingezet. Deze vliegtuigen hebben ruim 11.000 personen vervoerd van en naar de Vliegbasis Eindhoven. Verder is 5.800.000 kg vracht vervoerd met ingehuurde toestellen. Hierbij moet vooral gedacht worden aan vrachtvliegtuigen als de Ilyushin Il-76 en
Antonov An-124 die naar Afghanistan vlogen om vracht voor de Nederlandse militairen te vervoeren. Opvallende vluchten in 2006 waren onder meer de evacuaties uit Libanon. Met de KDC-10’s zijn wekelijks passagiers en vracht vervoerd van en naar Afghanistan. Verder is een C-130 Hercules voor een jaar permanent ingezet in Afghanistan. Twee Fokker 60’s zijn vanaf april 2005 gestationeerd op Curaçao waar zij ondersteuning leveren aan de kustwacht van de Nederlandse Antillen voor onder meer de jacht op drugs. De KDC-10’s hebben in 2006 ruim 17.000 passagiers en 2.300.000 kg vracht vervoerd. Verder is tijdens zogenoemde air-to-air vluchten ruim 3.000.000 liter kerosine door een KDC-10 in de lucht afgegeven aan andere vliegtuigen.
Opleidingsplekken Herculesvliegers in Frankrijk De Koninklijke Luchtmacht gaat gebruikmaken van opleidingsfaciliteiten van de Franse Luchtmacht om in Frankrijk vier vliegers om te scholen op de C-130. Deze afspraak bezegelden commodore Mels de Zeeuw en de Franse defensieattachee kolonel Olivier de Becdelièvre op 10 januari door het ondertekenen van een technical agreement. De Zeeuw zei verheugd te zijn met deze afspraak, aangezien opleidingsplekken voor de Hercules dun bezaaid zijn. Twee van de vier vliegers komen van de Fokker 50/60, de andere twee zijn nog niet bekend. Afhankelijk van hun ervaring en achtergrond, volgen zij eerst een algemene luchttransportopleiding van 17 tot 25 weken in het Franse Avord, bestaande uit grondschool, simulator en vliegen op een Xingu, een tweemotorig type waarop de Armee de l’Air trainingen voor meermotorig luchttransport verzorgt. De opleiding tot tweede vlieger C-130 vindt plaats in Orléans en neemt vijftien weken in beslag. Het verzoek om ook loadmasters en flight-engineers om te scholen in Frankrijk, werd afgewezen in verband met een te krappe opleidingcapaciteit. Foto: June Smit
Apache klokt 20.000ste vlieguur Tijdens een QRF-missie naar Chora in de Beluchi vallei ISAF-operatie op 16
november, klokte een AH-64D zijn 20.000ste uur in KLu-dienst. Op dit moment hebben de Apaches in Afghanistan in ruim vierhonderd missies vijftienhonderd uren gemaakt. In haar korte bestaan is de Apache Delta ingezet in Eritrea, Afghanistan en Irak. Ondertussen zijn ruim zevenduizend vlieguren tijdens Out of Area-operaties gevlogen. De oefeningen en trainingen
in het buitenland hebben tot nu toe negenduizend uur gekost. Uiteindelijk heeft de Apache in haar zevenjarige dienstverband slechts vierduizend uur vanuit haar thuisbasis in Gilze-Rijen gevlogen. Dit betekent dat tachtig procent van de Apache operaties in het buitenland zijn uitgevoerd. De Apache kan daarom met recht een expeditionair wapensysteem worden genoemd. Foto: PIO KAF 27
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Duitse Atlantic voor MLM
Het Militaire Luchtvaartmuseum (MLM) op Soesterberg kreeg op maandag 15 januari 2007 een grote aanvulling op de collectie in de vorm van een Duitse Bréguet BR.1150 Atlantic. Na de landing om even over elf op de
Vliegbasis Soestergberg (foto), werd het maritieme patrouillevliegtuig door kapitein Dennis Hein van het Marinefliegerggeschwader 3 overgedragen aan Christel Rongen (inzet), Hoofd Collecties van het MLM. Kort na de ceremonie vertrok de tweede Atlantic die fungeerde als ferry-flight, terug naar tuisbasis Nordholz in Niedersachsen. De Marine Luchtvaart Dienst (MLD) opereerde van 1969 tot 1985 met negen Atlantics die ook bekend stonden onder typeaanduiding SP-13A. De toestellen van Vliegtuigsquadron (VSQ) 321 vlogen vanaf het Marinevliegkamp Valkenburg als aanvulling
Nieuw verkeersleidingsysteem AOCS NM De verkeersleiding van het Air Operations Control Station Nieuw Milligen zei 18 januari officieel vaarwel tegen het verkeersleidingsysteem TRADIS. Het vorig jaar geplaatste nieuwe Centralised Approach (CAPP) systeem is de geavanceerde vervanger geworden. Als back up-systeem voor de millenniumovergang is in 1999 het TRADIS radarbeeld-
gave systeem de Milbunker ingeschoven. Dit systeem had niet de gewenste functionaliteiten die voor de verkeersleiding benodigd zijn. Het moderne multi-functionele CAPP systeem werd in 2006 al geplaatst, maar behoefde de nodige testen om zeker te zijn dat alle radar- en vluchtinformatie juist werd weergegeven.
op de P-2 Neptunes. Drie exemplaren verongelukten in 1978, 1981 en in 1984. Na de komst van de P-3C Orion werden de overige toestellen verkocht aan Frankrijk waar ze in 1986 in dienst kwamen van de Franse MLD, de Aeronavale. Zodoende was er niet een beschikbaar voor het MLM. Met de verkoop van Nederlandse Orions aan de Marineflieger, worden op drie toestellen na alle Duitse Atlantics in 2006 en 2007 buitendienstgesteld, en kwam er een beschikbaar voor het MLM. De overige drie toestellen blijven in Duitse dienst tot 2009 voor Signal Intelligence-taken. De Atlantic met nummer 61+20 zal gespoten worden in het originele Nederlandse MLD-kleurenschema. Tijdens de jaarlijkse open depotdagen op14 en 15 april zal het toestel (onder voorbehoud) te bezichtigen zijn. Tekst en foto’s: M. Scharenborg & R. Wenink / Global Aviation Review Press
Voorbereiden op Afghanistan
Luchtmachter gewond in Uruzgan Een patrouille van Task Force Uruzgan werd 19 januari getroffen door een geïmproviseerd explosief. Bij dit incident raakten vijf Nederlandse militairen waaronder een luchtmachtmilitair, in een YPR pantserrupsvoertuig gewond. De vijf gewonden zijn inmiddels per helikopter afgevoerd naar het hospi-
taal op Kamp Holland in Tarin Kowt en verkeren niet in levensgevaar. De familie van de betrokken militairen is inmiddels geïnformeerd. De zelfmoordaanslag, die werd gepleegd met een voertuig, vond plaats in de omgeving van patrouillebasis Poentjak nabij de Baluchi-pas.
Huizinga verkoopt sport Topjudoka Mark Huizinga, die tot voor kort stafofficier fysieke training en sport op het Luchtmachthoofdkwartier was, heeft met ingang van 18 december 2006 een nieuwe functie gekregen binnen Defensie. De Luchtmachtkapitein gaat werken als assistent van de Coördinator Defensie Topsport Selectie, luitenant-kolonel der Mariniers Chris Kipp. In zijn nieuwe functie zal Huizinga zich onder andere bezighouden met het coördineren van de vele demonstraties, clinics en lezingen zoals die worden DE VLIEGENDE HOLLANDER
28
gegeven door de topsporters uit de selectie. “In mijn nieuwe functie wil ik graag binnen en buiten onze organisatie uitleggen waarom Defensie sport zo hoog in het vaandel heeft”. Sportief richt de judoka zich op het kwalificeren voor wat zijn vierde Olympische Spelen en hopelijk zijn vierde Olympische medaille moet worden. Het eerste grote internationale toernooi op de weg hier naar toe is de Super World Cup te Parijs, die plaats vindt op 10 en 11 februari dit jaar.
Om het optreden van de verschillende eenheden nader op elkaar af te stemmen, namen de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht van 11 tot 26 januari deel aan de oefening Rhino Integration. Deze vond plaats in de driehoek Amersfoort, Arnhem en Zwolle. De eenheden vromen de derde rotatie Task Force Uruzgan (TFU), die is voorzien rond 1 april dit jaar. De luchtmacht nam deel met Chinook en Cougar transporthelikopters van Vliegbasis Soesterberg en Apache gevechtshelikopters van Vliegbasis GilzeRijen. F-16 jachtvliegtuigen, afkomstig van Vliegbases Leeuwarden en Volkel, verzorgden samen met de Apaches luchtsteun aan de grondtroepen. Foto: Richard Frigge, AVDD
JOURNAAL
F-16 op dieplader naar Vliegbasis Eindhoven Om (aankomende) vliegtuigtechnici praktijkervaring op te laten doen en als oefenobject voor de basisbrandweer, kreeg de Vliegbasis Eindhoven op 3 januari per dieplader een F-16 afgeleverd. De J-235 zal als hulpmiddel dienen in het zogenoemde opleidingsdock waar al een Fokker F.27 als sleutelkist staat. De F-16 heeft een grote meerwaarde vanwege zijn hightech-apparatuur. In het opleidingsdock krijgen jongeren een beeld van de luchtmacht en de mogelijkheden voor werken in technische functies.
Er is grote behoefte aan goed gekwalificeerd technisch personeel op het gebied van vliegtuigonderhoud- en avionicatechniek. Door een samenwerkingsverband met verschillende Regionale Opleidings Centra (ROC’s) en het VTOC Fokker (bedrijfsschool te Amsterdam) kunnen leerlingen met de specialisaties vliegtuigonderhoudtechniek en avionicatechniek praktijkervaring opdoen op het gebied van techniek bij defensie. De F-16 gaat tevens dienstdoen als oefenobject voor de brandweer. Voor hen
Programma Nederlands-Indië en Indonesië In het Reünie- en Congrescentrum Kumpulan wordt dit jaar een viertal bijeenkomsten gehouden rond Nederlands-Indië en Indonesië. Elke bijeenkomst omvat presentaties en workshops door bekende historici, wetenschappers, kunstenaars en schrijvers, een Indisch lunchbuffet en vrije bezichtiging van het museum Bronbeek. Thema 18 februari 2007: Sumatra, heden en verleden. Hierin: ‘Dodenspoorweg Pakanbaroe’ door Henk Hovinga, ‘Medan, Padang en Palembang in de laat-koloniale periode’ door Freek Colombijn en ‘Banda Aceh na de tsunami’ door Robbert Jan Nix. Thema 11 maart dans en muziek en workshops over ‘Zingen
over Indië’ door Bert Paasman en Wouter Muller, ‘Balinese dans’ door Aafke de Jong en ‘Muziek’ door Wouter Muller. Thema 22 april: ‘Werken en zakendoen in het voormalige Nederlands-Indië en Indonesië’ belicht vanuit historisch en hedendaags perspectief. Voor elk programma: zaal open om 10.00 uur, aanvang 11.00 uur, afsluiting 14.30 uur. Locatie: Reünieen Congrescentrum Kumpulan, Landgoed Bronbeek, Velperweg 147 Arnhem. Geen kaartverkoop ter plaatse, inschrijven voor de afzonderlijke dagprogramma’s à € 20,- is uitsluitend mogelijk via een formulier, dat kan worden aangevraagd bij mw. N. Bosman, telefoon: (026) 376 35 78 of e-mail:
[email protected]. De inschrijving sluit drie weken voor de datum van het dagprogramma. Er zijn maximaal 150 plaatsen per arrangement beschikbaar. Foto: Aafke de Jong
is er al een kantelbare F-27 romp op het onderdeel aanwezig om te oefenen. De taakstelling van de luchtmacht brandweer op de Vliegbasis Eindhoven ligt bij grotere transport- en passagiersvliegtuigen. Met de komst van de F-16 kan er nu ook regelmatig geoefend worden op andere types wat de vliegveiligheid verhoogt. Foto: Willem van den Brand, Fotodienst Vliegbasis Eindhoven
Luitenant-generaal b.d. Casper Baas overleden Oud-bevelhebber der Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal b.d. Casper (Cas) Baas is op 11 januari 2007 op 79-jarige leeftijd overleden. Van mei 1981 tot maart 1985 vervulde hij als Chef van de Luchtmachtstaf tevens Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten de positie van hoogste luchtmachtautoriteit. De jaren dat luitenant-generaal Baas de Koninklijke Luchtmacht leidde, werden getypeerd door een gespannen internationale politieke situatie en een economisch ongunstige toestand voor Nederland die resulteerde in een reeks bezuinigingsmaatregelen die ook het Ministerie van Defensie trof. In 1948 begon Cas Baas aan een glanzende militaire carrière bij de Nederlandse Luchtstrijdkrachten. Na te zijn opgeleid tot jachtvlieger vervulde hij enige jaren de functie van vliegerinstructeur, een vak waarvoor hij door zijn rustige en zeer prettige omgang met mensen uitermate geschikt was. Vervolgens doorliep hij tal van operationele- en staffuncties en bleef altijd een grote passie voor het vliegen houden. Tijdens zijn loopbaan toonde luitenant-generaal Baas zich een natuurlijk leider en een voor iedereen bereikbaar commandant.
In Memoriam Op 8 januari 2007 is op de leeftijd van 51 jaar sergeant-majoor Gerard Willems overleden. Willems was werkzaam als pelotonscommandant bewaking op AOCS Nieuw Milligen. Hij laat een vrouw en drie kinderen na.
29
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Militairen in Kandahar op de helft Het 1(NLD) Air Task Force detachement en Joint Support Detachement op
Kandahar zaagden op zondag 8 januari de zogenoemde ‘midterm balk’ door. Hiermee werd zoals gebruikelijk op de helft van de uitzendtermijn van een detachement stilgestaan bij deze periode. Het is een traditie dat het jongste en oudste lid van het detachement de balk doorzagen. Deze had een aardige omvang, was geheel in het oranje geverfd en voorzien van de periode van de uitzendduur en de letters ATF en JSD. Het 1(NLD) Air Task Force levert luchtsteun met Apache gevechtshelikopters en F16 jachtvliegtuigen aan de Nederlandse grondtroepen en coalitiepartners. De
Cougar transporthelikopters worden ingezet voor het vervoer van mensen en materiaal naar onder meer de Nederlandse bases in Tarin Kowt en Deh Rawod. De F-16’s en Cougar helikopters opereren vanaf Kandahar Airfield, de Apaches vanaf Tarin Kowt. Het JSD is een vooruitgeschoven onderdeel van de TFU in Uruzgan. Zij is verantwoordelijk voor de logistieke aan- en doorvoer van militairen en vracht vanuit Kandahar Airfield en telt ruim 70 detachementsleden van verschillende strijdkrachten. Foto: PIO KAF
Promotieprijs voor Vliegbasis Woensdrecht Vliegbasis Woensdrecht ontving op 2 januari de Promotieprijs Woensdrecht 2006 uit handen van de Woensdrechtse burgermeester Marcel Fränzel. De onderscheiding die ieder jaar wordt uitgereikt, is bedoeld voor een vereniging, instelling, bedrijf of persoon die de gemeente Woensdrecht nationaal of internationaal positieve bekendheid geeft. De jury van de Promotieprijs, bestaande uit de burgemeester, twee raadsleden, de gemeentevoorlichter en een mediadeskundige, gunde de eer aan de vliegbasis vanwege het initiatief om Maintenance Valley naar Woensdrecht
Van links naar rechts: luitenant-kolonel J.J.W.Heijnen, commodore S. van Groningen en kolonel R.H. Kramer namen de Promotieprijs namens de vliegbasis in ontvangst uit handen van de Woensdrechtse burgermeester Marcel Fränzel.
te halen. Daarnaast prees de burgemeester de ondersteuning die de gemeente van de vliegbasis krijgt op het gebied van de brandweer en de jaarlijkse gift aan de bevolking in de vorm van het gratis concert van de Luchtmachtkapel. Ook de verzorging van opleidingen met nationale en internationale impact en de waarborging van de werkgelegenheid binnen de gemeente door de Vliegbasis
Agenda Militaire Luchtvaartmuseum • ‘Jachtvliegers. Van aviateur tot straaljagerpiloot’ De dagelijkse tentoonstelling laat een aantal markante veranderingen zien in het beroep van jachtvlieger sinds de jaren van vlak voor de Eerste Wereldoorlog tot nu. De wisselwerking tussen mens en vliegtuig staat hierin centraal. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de uitstraling van de militaire luchtvaart naar andere sectoren in de samenleving, zoals de auto-industrie, de jeugdcultuur en de modewereld. • Aviation Art-III In deze expositie staat werk tentoongesteld van drie digital artists, te weten de Nederlanders Wiek Luijken en Ronnie Olsthoorn, en de Italiaanse Zweed John Wallin Liberto. Hun fascinatie voor het vliegen in combinatie met een grote professionaliteit op het gebied van computermatige grafische vormgeving vormt de basis voor een boeiende expositie, waarmee nieuwe wegen worden ingeslagen in de luchtvaartkunst. Het museum is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur en op zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op paas- en pinksterzondag, Koninginnedag, beide kerstdagen en nieuwjaarsdag is het MLM gesloten. De expositie en het museum zijn gratis te bezoeken. Adres: Kamp van Zeist 2-4, Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
DE VLIEGENDE HOLLANDER
30
Woensdrecht werden genoemd als reden om de Promotieprijs dit jaar aan de vliegbasis toe te kennen.
Betaaldata salarissen 2007 In 2007 wordt het salaris uiterlijk de volgende werkdag na de onderstaande betaaldatum op uw rekening bijgeschreven: vrijdag 23 februari, vrijdag 23 maart, dinsdag 24 april, donderdag 24 mei (inclusief vakantiegeld), vrijdag 22 juni, dinsdag 24 juli, vrijdag 24 augustus, maandag 24 september, woensdag 24 oktober, vrijdag 23 november, vrijdag 21 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij de Directie Arbeidsvoorwaardenbeleid van het ministerie van Defensie, tel. 070-3187493. VOOR ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 2
JOURNAAL
Uruzgan FM op lokatie Enkele dagen na het vertrek uit Nederland hield Uruzgan FM op 22 december haar eerste uitzending live vanuit Kandahar Airfield. Het programma, dat speciaal bestemd is voor de militairen in Afghanistan, is de komende dagen op locatie actief. Omdat het moeilijk is om een goede verbinding met Nederland krijgen en behouden, begonnen DJ Annemieke Schollaard
en haar counterpartner Wouter Walgemoed enigszins gespannen aan de uitzending. Om precies half acht Afghaanse tijd, vijf uur Nederlandse tijd, gingen de eerste tunes van de jingle “Uruzgan FM vanuit Kandahar!” de ether in. Voor de eerste uitzending was F-16 vlieger kapitein Chris gevraagd op te treden als co-host. Een dag eerder had hij Annemieke aangekleed
Reünies • Alle ex-medewerkers van het Vliegveiligheids Oefen en Test Centrum, zowel beroeps als dienstplichtig, worden met partner uitgenodigd om op 23 juni 2007 het 50-jarig bestaan van het VOTC te vieren met een reünie. Alle ons bekende adressen ontvangen automatisch een uitnodiging op huisadres. Zij die deze niet ontvangen vóór 1 maart en toch willen deelnemen, kunnen tijdens kantooruren contact opnemen met eerste luitenant Heij, telefoonnummer 0161-226943 of Willem van den Broek, op 0161-226143. E-mailen kan ook via votc50@hotmail. com (uiterlijk vóór 1 april 2007). De eigen bijdrage voor deelname bedraagt € 5,- per persoon. * Aangezien de Luchtmacht Veteranen dagen in 2007 op 26 en 27 september worden gehouden zijn wij genoodzaakt onze jaarlijkse reünie van veteranen en oud-militairen van de Militaire Luchtvaart van het vm KNIL niet op de eerste zondag in oktober te houden, maar op de tweede, namelijk 14 oktober 2007. De uitnodiging wordt in augustus verzonden. Lokatie: Kumpulan Bronbeek, voor info J.P.Pieterse, tel. 030-6954690, e-mail:
[email protected]. * In maart 2007 is het twintig jaar geleden dat het inmiddels weer opgeheven Nederlands Detachemant Goose Bay werd opgericht. Ter gelegenheid hiervan wordt op 17 maart in de Onderofficiersmess van de Vliegbasis Volkel een reunie gehouden voor alle ex-leden van het vaste detachement op Goose Bay. Informatie over de reunie kan worden verkregen via het e-mailadres ndgb20jaar@ hotmail.com of telefonisch via adjudant-onderofficier John Winkelman, NSU Ramstein, 00496371981229. * Voor oud-leden en hun echtgenoten (partners, weduwen, weduwnaars) van de Vereniging Nederlandse Officieren SHAPE (VENOS) wordt op 5 juli 2007 een reünie gehouden. Deze vindt plaats vanaf 16.00 uur in “De Gouden Wok” in Hazerswoude-dorp. De kosten bedragen € 26 per persoon, inclusief maaltijd, vier drankjes en een dessert. Wij dienen minimaal twee maanden van te voren het aantal deelnemers te melden. Aan het restaurant is een hotel verbonden met negentien tweepersoons kamers, kosten per kamer ongeveer € 79, zelf te boeken onder vermelding van VENOS. Opgaven bij voorkeur via de website: http://venos.dooyeweerd.com, of anders bij: Hilbert Dooyeweerd (oud-voorzitter), De Stelle 16, 4464BP Goes (tel 0113-230845). * Na de succesvolle R.I.P.-social van 2006, is het tijd voor de derde reunie van het 315 Squadron. Deze wordt op 16 april gehouden vanaf 16.00 uur in het Officierscasino aan de Kampweg te Soesterberg. De contributie is € 20 per persoon, graag overmaken op bankreknr. 1296.67.552 ten name van C.J. Stoutjesdijk te Amersfoort, onder vermelding van 315gettogether. Uiterlijk 1 maart 2006 moet de betaling binnen zijn. Er kan dus niet aan de deur worden betaald. Slaapgelegenheid is bij onderstaande adressen te regelen: Cenakel Soesterberg, tel: 0346332525, Hilton Royal Park Soest tel: 035-6038383 www.soestduinenhilton.nl, Kastanje Hof Lage Vuursche, tel: 035-6668248, www.kastjehof.nl De Hoefslag Bosch & Duin, tel: 030-2251051 www.dehoefslag.nl, Best Western ES Den Dolder, tel: 030-6668541 www.ernstsillemhoeve.nl, Huize Beukbergen Amersfoort, tel: 0346-352944 www.beukbergen.nl.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
32
in vlieger overall, drukpak en opsvest en in een F-16 gehesen. De reportage van die rondleiding werd tijdens de uitzending afgespeeld. Daarnaast werd aandacht besteed aan de komst van 722 postzakken en verzoeknummers. Uruzgan FM vond tot en met eerste kerstdag live vanuit Kandahar plaats. Op 27 december vertrok het team naar Tarin Kowt om vervolgens tot Oud & Nieuw daar uit te zenden. Foto: PIO KAF
Gedragscode Het ministerie van Defensie is op woensdag 17 januari gestart met een campagne tegen ongewenst gedrag. Sinds die datum is de voorlopige Defensie Gedragscode van toepassing op alle burgers en militairen binnen de krijgsmacht. Naast een brief op het huisadres is de introductie van de defensiebrede gedragscode tevens het vertrekpunt voor een groot aantal nieuwe maatregelen ter verbetering van de veilige werk- en leefomgeving van het personeel. Daarnaast wordt het personeel gevraagd het onderwerp ‘ongewenst gedrag’ binnen de eigen werkomgeving bespreekbaar te maken.
Reorganisatienieuws en organogrammen Al het nieuws over de reorganisatie is te vinden op de portaalsite van het luchtmachtintranet in het dossier Reorganisatieportaal. Voor informatie over het Commando Luchtstrijdkrachten klikt u vervolgens onder documenten op Documenten Transitie CLSK. Voor de organogrammen opent u het DRP CLSK. U vindt ze in bijlage 2.
TITEL
&
Mensen
Mutaties
Bevorderingen militairen Generaal-majoor Wehren,Johan H per 01-12-2006 (Dir.Aansturen Operat. Gereedst) Luitenant-kolonel Broerse,Robert WC per 01-12-2006 (Afdeling), Minderhoud,Johannes WS per 01-12-2006 (AOCS:PVE INFRA&COMPLEXBEHR) Kapitein Heurman,Roel per 01-12-2006 (GGW:KANTOOR STANDAARDISATIE), Moberts,Barry per 01-12-2006 (AOCS:CAPP SIE A) Eerste luitenant Hedde,Nathalie ter per 19-12-2006 (LW:WE LOKALE VERWERVING), Kolen,Mathieu LJE per 01-12-2006 (AOCS:CAPP SIE B), Krabben,Seph R van der per 23-12-2006 (SSB:PVE LUCHTVERKBEVEIL.), Vos,Robert de per 05-12-2006 (LMG:AFD LUMA METEO CENTR) Adjudant-onderofficier Hattenberg,Ronald per 01-122006 (VKL:SQN STAFBUREAU ONDERHOUD), Jongh,Eduard JC de per 01-12-2006 (THG:PVE SQN OPERATIEN 298), Klaver,Harmen J per 01-12-2006 (LSK:ORKEST), Oerlemans,Ali per 01-12-2006 (Afdeling) Sergeant-majoor Kouwe,Johannes D van der per 0112-2006 (LSK:ORKEST) Sergeant der eerste klasse Aa,Richard van der per 24-12-2006 (SSB:WE NOODSTR,LCHTBH,MEGU), Baggerman,Michel per 20-122006 (VKL:SIE MUNITIE OPSLAG), Beek,Willem S van per 19-12-2006 (SSB:HELIKOPTER ONDERHOUD
300), Beek,Willem van per 2312-2006 (SSB:PVE BRANDWEER), Bloemers,Bart JPM per 24-12-2006 (GZRY:WE MECH. OH /VRTGOH), Brun,Cornelis van den per 09-122006 (SSB:ME POL/OPSL&DISTR), Claereboets,Daantje WW per 2312-2006 (EHV:PVE BRANDWEER), Coensen,Adrianus PHM per 17-122006 (EHV:STAF PERSNL&ORG.), Croijmans,Mark per 19-12-2006 (VKL:WE SCHILDEREN/CORROSSIE), Dijk,Taina D van per 13-12-2006 (OKLU:VG VREDESBEWAKING), Gooswilligen,Eric van per 02-12-2006 (AOCS:CIS MAINTENANCE), Housselt,Patrick van per 24-12-2006 (VKL:SIE VOERTUIGONDERHOUD), Hoyer,Kim SE per 20-12-2006 (VKL:ONDERST. MATERIEELVOORZ.), Janssen,Chantal MAC per 19-12-2006 (GZRY:WE VLGTGONDERH/SCHILDEREN), Jong,Dirk JS de per 19-12-2006 (LW:SIE WAPENTECHN), Jong,Mark A de per 16-12-2006 (VKL:OPER. MATERIEELVOORZ.), Karel,Herman B per 16-12-2006 (AOCS:BEWAKING SIE), Knops,Luc G per 03-122006 (VKL:SIE NDO), Kosse,Hendrik J per 23-12-2006 (LW:PVE BRANDWEER), Meester,Erwin VM per 2312-2006 (SSB:PVE BRANDWEER), Meijer,Edwin per 10-12-2006 (VKL:PVE GEREEDSTELLING 313), Meijering,Jasper per 13-12-2006 (LW:WE VLIEGT. ONDERHOUD (VO)), Muller,Marcel A per 21-122006 (GZRY:PVE BRANDWEER), Nab,Willem per 19-12-2006 (SSB:WE METAALBEWERKING), Nagtegaal,Annely C per 09-12-2006 (TW:PVE LUCHTVERKBEVEIL.), Ormskirk,Gilberto R per 24-122006 (Verificatiebureau A t/m C), Pirovano,Ivo JP per 24-12-2006 (GGW:SIE ONDERH ONDERSTSYST 802), Platvoet,Johannes JM per
Bevorderingen burgerpersoneel Schaal 05 Boekhorst-van Dellen,Leentje te
DE VLIEGENDE HOLLANDER
34
per 01-12-2006 (CML:FACILITAIRE DIENST CML),
23-12-2006 (TW:DOCK 5 POO F-16), Roos,Maartje BM per 0912-2006 (GZRY:WE FOTOGRAFIE), Ruedisueli,Andreas A per 23-122006 (GZRY: WERKEENHEID WAT 301), Tesink-van Daelen,Anke per 16-12-2006 (EHV:ME MATERIEELVOORZIENING), Uunen,Patrick van per 02-12-2006 (EHV:TECH VLCHT F60/F50/GIV), Vermeer,Ronald per 01-12-2006 (DVVO:Transprtgrp 7 WE Harskamp), Voogd,Rowdy per 23-12-2006 (SSB:PVE BRANDWEER), Wal,Giel de per 24-122006 (SSB:WE VOERTUIGONDERHOUD), Willems,Alexandra JFI per 01-12-2006 (GZRY:BUR RECHTSP&ADMIN), Woensel,Ferry van per 23-12-2006 (VKL:WE AVIONICATECHNIEK) Sergeant Luijtelaar,Nicolaas A van per 08-122006 (GGW:STNGRTM 6 PELB TVS BEW 650) Korporaal der eerste klasse Steenis,Roy per 03-12-2006 (GZRY: SQN STAFBUR 301), Stelten,Tom per 15-12-2006 (EHV:PVE BEWAKING), Swijnenburg,Danny per 1312-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640) Korporaal KPL: Smit,David C per 04-12-2006 (LW:SIE WEGTRANSPORT) Soldaat der eerste klasse Almonte,Ramon per 12-12-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Donker,Erik per 12-12-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Rubrech,Richard S A per 1212-2006 (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640)
M E N S E N & M U TAT I E S
Actieve dienst verlaten Majoor de Graaff, Rens J (per 2006-12-01), Eelsing, Wendy (per 2006-12-01), van Pelt, Kirsti E (per 2006-12-01) Kapitein van Cruchten, Wilhelmus E (per 2006-12-01) Eerste luitenant de Vries, Arjen (per 2006-12-18), Dekker, Gerard M (per 2006-12-01), Jansen, Adriaan (per 2006-12-01), Michel, Mijamin M (per 2006-1229), van den Berg, Andre M (per 2006-12-01) Vaandrig Bekker, Stef (per 2006-12-01) Adjudant onderofficier Hameleers, Johan M (per 2006-1201), Ruben, Jan (per 2006-12-01) Sergeant-majoor Bouwer, Marten (per 2006-12-01), Kessels, Peter WG (per 2006-1201), Meijlink, Lammert AJ (per 2006-12-01) Sergeant der eerste klasse Blauwendraat, Jarno (per 200612-08), de Vreede, Mark MJ (per 2006-12-01), Keulemans, Stefan AA (per 2006-12-01), Pouw, Sander JB (per 2006-12-01), Serik, Selim (per 2006-12-12), Timmermans, Johan GA (per 2006-12-01), van den
Tillaard, Maurice JPC (per 200612-04), van der Valk, Cornelis (per 2006-12-05), van der Velden, Petrus JB (per 2006-12-02), van Lent, Hendricus JM (per 2006-12-01) Sergeant Lammers, Janine (per 2006-12-01), Nooi, Emiel A (per 2006-12-23), Sairatoe, Joseph D (per 2006-12-01) Korporaal der eerste klasse Biesheuvel, Joost (per 2006-12-11), Boers, Gerhardus H (per 2006-1217), Breebaart, Thomas TG (per 2006-12-23), Chang, Harold A (per 2006-12-31), Doddema, Arrif R (per 2006-12-01), Gommers, Mark (per 2006-12-01), Heymans, Wendy WJ (per 2006-12-24), Hiddingh, Erik (per 2006-12-01), Hut, Michiel JH (per 2006-12-01), Jacobs, Stephen (per 2006-12-16), Jansen, Ferdinand (per 2006-12-01), Kavakli, Tammer (per 2006-12-08), Mesken, Erik (per 2006-12-09), Michiel, Byrtel W (per 2006-12-01), Nanlohy, Pauwa (per 2006-12-29), Notebaart, Emil (per 2006-12-02), Sala, Maria FT (per 2006-12-18), Smit, Dieuwke (per 2006-12-06), Thuis, Daniel (per 2006-12-01), van den Boom, Christel CJ (per 2006-12-24), van Egtelen, Dirk H (per 2006-12-16) Korporaal Hamers, Antonius W M (per 2006-
12-01), Ridderstap, Nicidelio B (per 2006-12-01), van den Berg, Daniël JWHB (per 2006-12-01), van Dooren, Remy J H (per 2006-12-15) Soldaat der eerste klasse Ali, Hani (per 2006-12-02), Jaikaran, Ashwin (per 2006-12-02), Scheepstra, Jeroen (per 2006-1201), van Rheenen, Alexander HGR (per 2006-12-01), van Veenendaal, Ian (per 2006-12-01), Visser, Gerardus JA (per 2006-12-01) Soldaat der tweede klasse Molemaker, Maikel (per 2006-12-04) Soldaat der derde klasse Bijma, Dirk A (per 2006-12-15), Rijkhoff, Mike (per 2006-12-15), Tempel, Mark (per 2006-12-22), van der Pol, Kemi I B (per 2006-12-01), van der Vlist, Bas HG (per 200612-14), Verschuren, Timothy M A A (per 2006-12-06) IBBAD van Beem, Frank CA (per 200612-24), Edema, Lambertus E (per 2006-12-01), Voogt, Fredrik TC (per 2006-12-01), Custers, Jean JPG (per 2006-12-16), Fischer, Esther (per 2006-12-31), Wentink, Joris (per 2006-12-01), Adriaansen, Robertus LJ (per 2006-12-01), Bruin, Albert (per 2006-12-01), Tandarts; van Bunningen, Rogier H (per 2006-1201),
Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en zijn aangeleverd door de Interim Beheer Organisatie PeopleSoft & NSK. Wendt u zich voor gegevens die niet correct in deze rubriek staan vermeld in eerste instantie tot uw eigen personeelsdienst. Deze kan mutaties verwerken in PeopleSoft en indien noodzakelijk contact opnemen met de Servicedesk Defensie.
35
DE VLIEGENDE HOLLANDER