Advanced Aircraft Handling Chinook vliegt lager, sneller en scherper
de Vliegende Hollander Jaargang 67 - nummer 10 - oktober 2011
Luchtmachtdagen op Leeuwarden • Paars weer op Woensdrecht • Laatste overtocht naar Chili
4
Omslagfoto: Twee Chinooks volgen de contouren van de bosrand tijdens de cursus Advanced Aircraft Handling in Duitsland. Foto: Eric Vorstenbosch, AVDD
4 | Geavanceerde vliegles Foto: Eric Vorstenbosch, AVDD
‘Vertrouwen, samenspel: daar gaat het om’
Als het woord helihandvaardigheid nog niet bestond, dan is het voor de cursus Advanced Aircraft Handling uitgevonden. Uitdagende vliegomstandigheden voor jonge Chinookbemanningen.
8 | Luchtmachtdagen op Leeuwarden Ondanks de bezuinigingen zette de organisatie twee zeer geslaagde luchtmachtdagen neer waarop veel te zien er ervaren was voor in totaal 182.000 bezoekers.
8
12 | Paarse weerdienst Militaire operaties vallen of staan vaak met de juiste weersverwachting. Dat weten ze ook bij Joint Meteorologische Groep, de nieuwe gezamenlijke weerdienst van Defensie op Woensdrecht.
Foto: Arno Marchand
‘Best een beetje nerveus van de diverse afzeggingen, maar ook hier had ieder nadeel z’n voordeel’
14
14 | Chili DMO leverde in september de laatste zes van achttien aan Chili verkochte F-16’s af. Zonder de ondersteuning van het CLSK was dit niet mogelijk. Volgens de detco een voorbeeld van één team, één taak.
18 | NAVO in Brunssum Het Joint Force Command Headquarters Brunssum ondergaat een metamorfose van statisch naar een deployable hoofdkwartier. Chef-Staf luitenant-generaal Jouke Eikelboom geeft uitleg.
21 | Werven tijdens reducties Foto: Arno Marchand
‘Eigenlijk is het heel simpel, het lukt alleen met goede voorbereidingen en goede mensen’
18
Radiozenders met wervingsboodschappen voor luchtmachtpersoneel. Dat roept vragen op, dus leg dat maar eens uit. Directeur Personeel & Organisatie commodore Ton Tieland doet dat.
22 | Eeuwfeest Fokker Honderd jaar na de eerste vlucht van Anthony Fokker met zijn zelfgebouwde Spin boven Haarlem was de stad het centrum van de festiviteiten van deze ‘centennial’.
VASTE RUBRIEKEN 26 | lees- en kijkwijzer 27 | Journaal 31 | Colofon Foto: sergeant Sebastian Peschke
‘We kunnen straks een hoofdkwartier van maximaal vijfhonderd man in welk land dan ook ontplooien’ DE VLIEGENDE HOLLANDER 2
Drukkerij de Vliegende Hollander failliet In oktober kreeg de redactie de mededeling dat voor de drukkerij van de Vliegende Hollander TDS faillissement is aangevraagd en inmiddels is verleend. De oplossing hiervoor is gelukkig gevonden binnen het moederbedrijf. Drukkerij De Bink heeft de productie overgenomen.
Column van de Commandant Luchtstrijdkrachten
Hoogtepunten Met een tevreden gevoel kijk ik terug naar de Luchtmachtdagen op de vliegbasis Leeuwarden. Maar liefst 182.000 bezoekers hebben op beide dagen genoten van een goed georganiseerd programma. Op verzoek van de regio hadden we besloten deze dagen op een andere dan de gebruikelijke datum te organiseren en in samenwerking met diezelfde regio hebben we er een groot succes van gemaakt. Dankzij de goede contacten verliep de samenwerking met gemeentebesturen en hulpverleningsdiensten uitstekend. Maar niet in de laatste plaats heeft ook de inzet van velen van u bijgedragen aan het succes van de Luchtmachtdagen. Dat het een succes geworden is, weet ik ook doordat we voor het eerst veel gebruik hebben gemaakt van social media. Hierdoor konden we op elk moment de reacties van bezoekers peilen, en die waren laaiend enthousiast. Het waren kortom, mooie luchtmachtdagen die ondanks de versobering toch een goed beeld hebben neergezet van ons belangrijke werk. Ik dank iedereen van u die heeft bijgedragen aan het succes ervan. Volgend jaar zijn er geen Luchtmachtdagen, maar in 2013 pakken we groots uit. In dat jaar is het honderd jaar geleden dat de militaire luchtvaart is opgericht.
Foto: Arno Marchand
het toezicht houden op de naleving van het wapenembargo en het handhaven van de no-fly zone boven Libië. Dat is waar we het voor deden! Op de derde dinsdag van september was het traditioneel Prinsjesdag. Een dag vol ceremonieel, maar ook met een boodschap voor de samenleving. Vliegbasis Volkel leverde het eresquadron bij Paleis Noordeinde en ook langs de route stonden tal van luchtmachters van andere onderdelen. Ik heb complimenten mogen ontvangen voor hun optreden en die komen u toe. De boodschap van Prinsjesdag was dit jaar somber. In de troonrede gaf Hare Majesteit de Koningin aan dat 2012 een zwaar jaar wordt voor de samenleving. Dat geldt zeker ook voor Defensie, maar dat is helaas niets nieuws. We moeten hoe dan ook door de zure appel bijten om ons vervolgens te richten op het herstelplan, zodat we de organisatie weer op de rit krijgen. En ten slotte een korte vooruitblik. Begin volgend jaar zijn er voor het CLSK twee belangrijke momenten. Vanaf 1 januari maken medewerkers van het Logistiek Centrum Woensdrecht weer deel
‘Het waren kortom, mooie luchtmachtdagen die ondanks de versobering toch een goed beeld hebben neergezet van ons belangrijke werk’ Ondertussen gaan de operaties gewoon door. Op Kandahar Airfield hebben 18 september de commandant en leden van de Air Task Force 18 de taken overgenomen van hun voorgangers. Dit detachement zal net als de voorgangers bescherming bieden aan onze troepen, de Afghaanse bevolking en Afghaanse eenheden en die van onze bondgenoten. In de laatste weken van oktober verhuisde het detachement naar Mazar-e-Sharif, zodat de thuisbasis dichter bij de eenheden van de nieuwe politietrainingsmissie in Kunduz ligt. Het is dan alweer de vierde locatie waar vandaan we met onze F-16’s al bijna tien jaar lang bijdragen aan een veiliger Afghanistan! Het derde Fixed Wing Element op vliegbasis Decimomannu in Italië heeft inmiddels haar taken beëindigd, net als het Nederlandse personeel betrokken bij de AWACS-radarvliegtuigen. De NoordAtlantische Raad besloot in navolging van de VN-Veiligheidsraad om de NAVO-missie boven Libië, Operation United Protector, per 31 oktober te beëindigen. Een AWACS voerde die dag de laatste vlucht uit. De missie richtte zich op het beschermen van de bevolking,
uit van de CLSK-organisatie. Ik vind dat een goede ontwikkeling en heet de medewerkers nu alvast welkom. Het tweede moment is een gedeeltelijk afscheid. Op 1 april zullen de medewerkers van de Groep Geleide Wapens worden overgedragen aan de organisatie van het Commando Landstrijdkrachten. Ik weet zeker dat de contacten met de nieuwe eenheid intensief zullen blijven, de Patriotsystemen maken immers deel uit van de luchtverdedigingsketen en de luchtmachters blijven luchtmachters. Bij oefeningen zult u de collega’s van de GGW dan ook nog regelmatig tegenkomen, zeker bij onze grote Air Command & Control oefening Joint Project Optic Windmill (JPOW). Dat past bij de Defensie van nu, we werken gezamenlijk aan vrede en veiligheid. Eén team, één taak. Wilt u reageren? Dat kan per e-mail naar
[email protected]
3 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
Cursus Advanced Aircraft Handling
Helihandvaardigheid Chinook-vliegers en loadmasters verlegden eind augustus hun grenzen vanaf de Britse landmachtbasis in Gütersloh. Laagvliegend en zigzaggend door het Duitse heuvellandschap tilden de jonge crews van het 298 Squadron hun helihandvaardigheid naar een hoger niveau.
Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Eric Vorstenbosch, AVDD
Vlak boven de rijzige naaldbomen in het heuvellandschap van het Teutobürger Wald davert een Chinook transporthelikopter. Laag, maar de kist kan heus nog wel wat dichter over de grond denderen, zo blijkt. Op aanwijzing van gezagvoerder kapitein Norbert duikt tweede luitenant Nick met de heli een dicht beboste vallei in. Links en rechts van hem wanden van hout, naald en dennenappels. Soepel zigzaggend stuift de Chinook over het brede zandpad tussen de bomenrijen. Tot ze bij een open plek komen. ‘Brake left!’ roept Norbert tegen zijn copiloot. Nick zwenkt de stuurknuppel naar links en gooit de kist in een zestig graden scherpe bocht. ‘Harder, harder, door, door’, coacht Norbert zijn jongere collega. De wereld draait en draait, maar toch houden de loadmasters achterin scherp oog op het terrein. Nu moet blijken of de ‘copi’ voldoende heeft opgestoken. Maar ook in deze haakse bocht houdt de luitenant voldoende afstand tot alle obstakels.
Geavanceerde vliegles ‘De kunst is om feitelijk om je rotortips te draaien’, legt Nick later uit. ‘Alleen dan blijft de kist als geheel op dezelfde veilige hoogte. Voorheen voelde ik me niet echt happy bij het maken van zulke scherpe bochten, zo laag bij de grond. Nu ben ik me veel bewuster van de capaciteiten van de kist en van mezelf.’ Praktische vaardigheden in combinatie met vertrouwen in het eigen kunnen, dat is waar het om draait in de cursus Advanced Aircraft Handling (AAH), vertelt de oefenleider, kapitein-vlieger Marcel. ‘Een zestig graden bocht is voor vliegers met weinig ervaring al behoorlijk scherp. En wanneer je zulke manoeuvres snel en laag bij de grond moet uitvoeren, is dat voor die jongens behoorlijk spannend, dat verzeker ik je!’ Toch is de AAH allerminst een stoomcursus. In twee weken tijd brengen de instructeurs de jonge vliegers en loadmasters onder intensieve begeleiding gecontroleerd naar het hogere niveau. ‘Deze cursus is een vervolg op de basisopleiding van onze vliegers en loadmasters’, legt Marcel uit. ‘Ze hebben een tijdje vliegervaring opgedaan op het squadron, maar de stap naar de MQT’s (mission qualification training, de cursussen om operationeel inzetbaar te raken, red.) blijkt in de praktijk nog een erg grote. Een module als TacBlaze is primair bedoeld om het tactisch vliegen in de vingers te krijgen, niet voor het verfijnen van manoeuvres. Die geavanceerde “vliegles” krijgen ze daarom in deze cursus.’ ‘Een Chinook veilig van A naar B vliegen, dat kunnen we prima’, bevestigt eerste luitenant Matthijs. ’De basics beheersen we. Maar nu vliegen we lager, harder en trekken we scherpere bochten.
Een duo Chinooks bij de Möhnedam, op 17 mei 1943 ‘slachtoffer’ van de zogenoemde Dam Busters. Tijdens Operatie Chastise vernietigde het RAF No. 617 Squadron Duitse stuwdammen. DE VLIEGENDE HOLLANDER 4
REPORTAGE
‘Vliegtechnisch worden onze crewleden beter’, stelt kapitein Marcel. ‘Maar we tillen hierbij juist de crews als geheel naar een hoger niveau. Zo stomen we ze klaar voor de vervolgtrainingen, zoals het tactisch optreden in een training als TacBlaze.’ Martin, Gemayel, Norbert, Nick en Dave spreken voorafgaand aan een nieuwe training het vluchtplan door. Foto: Arnoud Schoor, AVDD
Laag, lager, laagst. ‘Loadmasters fungeren achterin als de ogen van de vliegers’, vertelt sergeant-majoor Froek. ‘Een Chinook is een grote kist, dus je vliegt hem in feite samen. Wanneer je manoeuvreert op geringe hoogte of snel landt in dicht bebost gebied, vereist dat een blind vertrouwen van de crew in elkaar.’
Een geoefende loadmaster praat een Chinook ook op krappe en dichtbeboste landingslocaties naar de grond. 5 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
De schat aan operationele vliegervaring die de jonge copiloten en loadmasters in de cursus opdoen, bouwen ze verder uit tijdens hun eigen trainingsuren in Nederland.
Vliegers en loadmasters vliegen de kist samen, daarom is het gelijktijdig trainen van beide disciplines zo waardevol. Hier speuren de ‘loadies’ Martin (links) en Gemayel samen naar geschikte landingslocaties. Foto: Arnoud Schoor, AVDD
Een dubbele landing op een heuveltop. Waarom gewoon landen als het ook ‘advanced’ kan? DE VLIEGENDE HOLLANDER 6
REPORTAGE
Bovendien leren we hier in Duitsland ook echt het terrein te gebruiken. Zodoende halen we het maximale uit de kist. Dat is soms moeilijk, maar zeker ook interessant en leuk.’ In de vertrouwde omgeving van vliegbasis Gilze-Rijen doen de crews van het 298 Squadron met twee Chinooks een week lang een soort ‘warming up’ in geavanceerd vliegen. In de tweede week bouwen de jonge vliegers en loadmasters hun helihandvaardigheid uit in de Duitse laagvlieggebieden. De meren, graslanden, heidegebieden, rivierdalletjes, heuvelruggen, ruige bossen en rotsformaties bieden de bemanningen een on-Nederlandse variatie en uitdaging. Centimeter voor centimeter Achter de cockpit van de voortsnellende Chinook scant een drietal loadmasters (een ervaren ‘loadie’, een instructeur en een cursist) het natuurschoon doorlopend, zoekend naar mogelijke landingslocaties. Op aangeven van cursist sergeant Gemayel gooit vlieger Matthijs de kist op zijn kant voor een snelle draai. Binnen een paar tellen hangt de Chinook tientallen meters lager boven de rand van een kleine open plek in het bos. Het rotorgeweld zwiept de met dennenappels beladen sparren heen en weer. ‘Your directions’, klinkt vanuit de cockpit. Gemayel en zijn collega sergeant 1 Dave hangen half uit de kist om de vliegers meter voor meter, centimeter voor centimeter naar de grond te praten. Verliep de manoeuvre naar de landingslocatie al rap, de loadies zetten de Chinook vanuit de ‘hover’ in krap een halve minuut veilig tot onder de kruinen van de woudreuzen. ‘Normaal heeft een loadmaster twee tot drie minuten om de kist aan de grond te zetten’, verduidelijkt adjudant Martin, loadmasterinstructeur. ‘Aan het eind van deze cursus kunnen deze jongens het in twintig seconden. Nog steeds volgens het boekje, maar ze beoordelen een landingslocatie gewoon sneller. De veiligheid staat nog altijd op één. Dus onder die tijdsdruk werken, vereist wel wat meer bitjes. Die verdienen ze hier, in hoog tempo.’ Handschoen Cursisten Gemayel en zijn ranggenoot Jos beamen de lezing van de instructeur. ‘Je moet meerdere stappen vooruit denken,’ zegt de laatste, ‘door jezelf met de Chinook als het ware op zo’n krappe landingsplek projecteren. Daarvoor krijg je pas in de short final de gelegenheid. Dus dan is het plots heel snel schakelen. Ik merk dat ik nu een stuk zekerder in de kist zit.’ Gemayel knikt. ‘Je leert de informatie sneller te verwerken. Kun je hier landen? Wat is verder nog van belang: helling, ondergrond, obstakels? Alleen het meest noodzakelijke geef je door aan de vliegers. Je zorgt ervoor dat je allemaal naar hetzelfde spotje kijkt, ook al zien ze het voorin niet letterlijk. Samenwerken? Dat leer je hier wel.’ De cursisten groeien dan ook niet alleen als individu. De voornaamste winst van de cursus zit juist in het teamwerk, onderstreept loadmasterinstructeur sergeant-majoor Froek. ‘Vertrouwen, samenspel, daar gaat het om. Een vlieger moet de heli zonder zicht, op voice van de loadmaster snel aan de grond kunnen zetten.’ De heli’s vliegen sneller en lager, met scherpere bochten, zodat vliegers en loadmasters steeds vlotter moeten anticiperen op de omgeving. Dan is gevoel voor de kist absoluut een vereiste, van beide kanten, stelt Froek. ‘Als crew moet je vertrouwen in elkaar hebben. Laag boven de bomen, gelijk in de goede hover uitkomen en weten: het zit goed. Een Chinook is een vliegende vrachtwagen, maar je trekt hem aan als een handschoen.’ •
De laagvlieggebieden in Noordrijn-Westfalen bieden voldoende variatie voor de Nederlandse Chinook-bemanningen. 7 DE VLIEGENDE HOLLANDER
GENRE EVENEMENTEN
Ondanks afzeggingen vliegshow boeiende dagen op grond en in de lucht Zeer bijzonder, en een beeld dat sinds de jaren zestig niet meer in Nederland te zien is geweest. Zes Hawker Hunters boven Leeuwarden, dat in het verleden thuis was van drie squadrons Hunters; 323, 324 en 325. Foto: Arno Marchand
‘Future operations’ bij Leeuwarder Luchtmachtdagen De twee Luchtmachtdagen op vliegbasis Leeuwarden zijn met een totaal bezoekersaantal van 182.000 succesvol verlopen. Op een zonnige vrijdag 16 september vonden vijftigduizend luchtvaartenthousiastelingen de weg naar het noorden. Op de wat meer bewolkte zaterdag 17 september waren dat er bijna drie keer zo veel. Voor de gemiddelde bezoeker was van de toegepaste versobering niets te merken in de vlieg- en staticshow, want die trok evenveel belangstelling als altijd. Tekst: Arno Marchand
Het Viper Team met vier Hawker Hunters. Foto: Arno Marchand
DE VLIEGENDE HOLLANDER 8
In het verlengde van het Defensiebrede open dagenonderwerp ‘Future operations’, was als thema voor de Luchtmachtdagen gekozen ‘de toekomst hangt in de lucht’. Het direct kunnen delen van informatie is daarin een sleutelbegrip, en dat kwam onder andere op de static show tot uiting bij de Groep Geleide Wapens en de Nationale Datalink Management Cell. De NDMC was daar vertegenwoordigd met hun speciale voertuig en ‘zeppelin’ die gebruikt worden voor de Link 16-verbindingen. Verder op de static uiteraard veel vliegtuigen en helikopters uit binnen- en buitenland zoals de Nederlandse NH90 en Britse AW-101 Merlin, en wellicht voor de laatste keer een Su-22 Fitter uit Polen, F27 Troopship uit Finland en F-4F Phantom uit Duitsland. Ook was hier het nieuwe brandbestrijdingsvoertuig voor uitzendingen te zien. De crashtender die de week voor de Luchtmachtdagen in Nederland aankwam, is speciaal ontwikkeld voor inzet in crisisgebieden. Kevlar beplating biedt de inzittenden bijvoorbeeld de best mogelijke bescherming. De komende tijd krijgen diverse onderdelen de beschikking over deze voertuigen, waaronder het Brandweer Oefencentrum op de KMSL Vliegbasis Woensdrecht. Sociaal Om de bezoekers alvast digitaal voor te bereiden op hun bezoek aan Leeuwarden, ontwikkelde de organisatie een Luchtmachtdagen App. Deze gaf iPhone gebruikers naast nuttige informatie over het evenement, ook een speciale game waarvan de laatste fase op de Luchtmachtdagen zelf moest worden gespeeld. Tijdens de Luchtmachtdagen was de voortgang te volgen via Twitter. Dat verliep dusdanig goed, dat @Luchtmachtdagen op zaterdag trending topic nummer één in Nederland was. Verder waren de Luchtmachtdagen te volgen op Hyves en You Tube, en als live stream op luchtmacht.nl. Nog een sociaal aspect, maar dan van een andere orde, was resultaat
EVENEMENTEN
van de spottersdag. De dag voor de Luchtmachtdagen mogen inmiddels traditiegetrouw honderden vliegtuigspotters het veld op zodat ze de toestellen zo goed mogelijk kunnen fotograferen. Daarvoor betalen de spotters een vrijwillige bijdrage ten faveure van een goed doel. De organiserende Aviation Group Leeuwarden (AGL) koos samen met de vliegbasis kinderboerderij Doniastate in Stiens, waar onder andere mensen met een verstandelijk handicap werken. Samen met Commandant Vliegbasis Leeuwarden kolonel Dennis Luyt overhandigde de AGL-voorzitter een cheque ter waarde van maar liefst 3550 euro aan de directeur en medewerkers. ‘Haast krankzinnig’ ‘Zes dagen knallen’, zo omschrijft Hoofd Bureau Air Display Ed de Bruijn de Luchtmachtdagen. ‘Het is allemaal goed verlopen, maar we hadden best wat uitdagingen. Als op vrijdag blijkt dat de Red Arrows niet kunnen vliegen, heb je bijvoorbeeld ineens een gat in je vliegshow van een half uur. Daar wordt je dan best een beetje nerveus van. Een paar dagen voor de Luchtmachtdagen zegde bovendien Patrulla Aguila af vanwege het overlijden van de moeder van de leider, en vielen de Deense F-16, Zweedse Gripen en Italiaanse C-27J af. Gelukkig hadden we de Typhoon en MB-339 wel, en Italiaanse solo demo’s zijn voor Nederland al heel lang geleden.’ Door de goede contacten van het bureau binnen de display-wereld, bleken er ad-hoc oplossingen mogelijk. De Bruijn: ‘De demonstratie van de drie F-16 solo displays in formatie is tijdens de Luchtmachtdagen geboren. Uieraard wordt dit eerst besproken met de safetycommissie en na akkoord in een holding area geoefend zodat het veilig gaat, maar het leverde leuke en bijzondere aanvulling op. Ook het samen vliegen van het Viper Team met de Nederlandse Hunters kwam op die manier tot stand. Het betekende op zaterdag een unieke demonstratie op met zes Hunters. Zo heeft ieder nadeel z’n voordeel.’ ‘Je ziet dat met bijvoorbeeld het Viper Team de
Naast de Solo Display Teams van eigen bodem met deze Apache en de F-16, was uit Nederland nog meer te zien. De AB412 vloog naar verwachting voor de laatste keer zijn demonstratie tijdens de Luchtmachtdagen. Foto: Gostar den Daas, www.aviamagazine.com
Het Finse F-18 Display team van het 31Squadron is afkomstig van het Karelia Air Command, verantwoordelijk voor de verdediging van het Finse Luchtruim in het oosten en zuidoosten. Voor het support was één van twee nog operationele Fokker F27’s mee. Foto: Arno Marchand
Als 'gap filler' ontstond deze bijzonder formatie van de drie F-16 solo displays van Nederland, België en Turkije. Foto: Bob Fischer
Uniek was de demonstratie van een Bo-105CB van Red Bull gevlogen door Siegfried Schwarz. Het toestel vloog op Leeuwarden haast meer op de kop dan ‘normaal’ wat tot bewondering leidde van niet alleen het publiek maar ook de commentatoren. Foto: Gostar den Daas, www.aviamagazine.com 9 DE VLIEGENDE HOLLANDER
EVENEMENTEN
Beeld van de staticshow met onder andere een Duits F-4 Phantom en Amerikaanse F-15’s en F16’s en een Poolse Su-22 Fitter, en links boven in beeld de zeppelin van de NDMC. Foto: Eric Vorstenbosch, AVDD
Het Tucano Display Team is afkomstig van nr. 1 Flying Training School op RAF Linton-on-Ouse. De Tucano T1, vergelijkbaar met de PC-7, werd gevlogen door flight lieutenant Dan Hayes. Foto: Gostar den Daas, www.aviamagazine.com
Apache demovlieger Paul Webbink zet zijn handtekening in de luchtmachtagenda Flight Planner. Webbink vulde zelf dertien jaar geleden zijn formulier om vlieger te worden in op Leeuwarden. Foto: Lobke Degenaar
Een primeur voor de Luchtmachtdagen was de Eurofighter Italian Solo Display. Vlieger en toestel zijn afkomstig van de testeenheid van de Italiaanse luchtmacht, de 311 Gruppo Reparto Sperimentale Volo, net als de MB339CD die ook op Leeuwarden vloog. Foto: Arno Marchand
Het grootste vliegtuig op de Luchtmachtdagen, de C-17A Globemaster III, kent een bijzondere samenstelling van de bemanning. Deze bestaat voor het eerst uit militairen van één land: Nederland. Normaliter telt de bemanning van een C-17 drie personen: een gezagvoerder, copiloot en loadmaster. Voor deze missie is het trio aangevuld met nog zeven Nederlanders (zie foto). Een Amerikaanse, Noorse en Zweedse militair zorgen daarnaast voor de bewaking en een Finse voor de Public Relations. ‘Dit is niet anders dan normaal maar wél leuk’, zegt vlieger majoor Pieter. ‘We zijn op een Nederlandse missie, want zondag vliegen we door naar Eindhoven, en dinsdag vliegen we passagiers en vracht naar Afghanistan.’ ‘Dat doen we via onze thuisbasis Pápa waar het toestel een andere configuratie krijgt, met meer seat pallets en een toilet en keuken-pallet’, geeft landmachtadjudant Rob aan. ‘Het voelt wel als een “yes!”, om nu eens je eigen kist te kunnen laten zien in Nederland,’ vindt eerste luitenant Anton, ‘want we hebben de afgelopen jaren voor iedere grote internationale operatie veel gedaan. En voor Nederland hebben we als HAW vrijwel alle vluchten van Amerikaanse C-17’s overgenomen.’ ‘Met de HAW laten we dus zien dat internationale samenwerking kán’, geeft loadmaster sergeant-majoor Rico aan. ‘Onze meerwaarde’, vraag majoor Pieter zich hardop af. ‘Kijk maar eens naar het laadruim achter je.’ Foto: Gerben van Es, AVDD
DE VLIEGENDE HOLLANDER 10
EVENEMENTEN
Luchtmachtdagen steeds meer een mix van oud en nieuw, en militair en civiel wordt’, vult collega sergeant-majoor John van Benten aan. ‘Op die manier weten we toch iedere keer een heel diverse show samen te stellen. Bijvoorbeeld met de demonstratie van de Oostenrijkse Bölkow van Red Bull.’ ‘Het is haast krankzinnig om te zien wat de vlieger met die helikopter kan’, zegt De Bruijn met een glimlach. Hunters Eén van de showtoppers is het Viper Team dat met vier Hawker Hunters vliegt. Dat zouden er dit seizoen vijf moeten zijn, maar van één ging eerder dit seizoen de motor door FOD kapot. ‘Het zijn oude toestellen, maar heel simpel en robuust’, zegt de nummer 4 Andy Gillet die vlak voor de Luchtmachtdagen één van de twee Nederlandse Hunters na groot onderhoud nog heeft overgevlogen vanuit Engeland. ‘Hoe meer je vliegt, hoe beter ze blijven’. ‘Ze houden alleen niet van water’, vult nummer twee Dan Arlett aan. Maar in dat vliegen zit natuurlijk net het probleem, want dat kost geld. ‘We waren rijk voordat we met dit team startten’, grapt teamleader Chris Heames. ‘We proberen het qua brandstof zo te regelen dat we uiteraard terug naar huis kunnen vliegen, maar ook de volgende showlocatie kunnen bereiken.’ Na de teamdemonstraties op vrijdag en zaterdag, vond als één van de afsluiters op zaterdagmiddag de formatie met de twee toestellen van de Leeuwarder Dutch Hawker Hunter Foundation plaats. Zeer bijzonder om in Nederland, zestig jaar na de eerste vlucht van de jager, nog een keer zes toestellen tegelijk te zien vliegen.
De Air Power Demonstratie was anders van opzet dan voorgaande jaren. Naast de show of presence en show of force van de F-16’s en de inzet van de mariniers uit de C-130 en de helikopters, was de toegevoegde waarde van ‘ogen in de lucht’ voor troepen op de grond vooral via de twee beeldschermen goed te volgen. Foto: Arno Marchand
De paar kleine regenbuien in de loop van de zaterdag hadden weinig invloed op het bezoekertal, maar zorgden wel dat de bezoekersstroom geleidelijk het vliegveld verliet. Daardoor ontstonden er aan het eind van de dag amper files. Volgend jaar zijn er geen Luchtmachtdagen, maar in 2013 weer wel. Dan is het honderd jaar geleden dat de Militaire Luchtvaart, de voorloper van de Koninklijke Luchtmacht is opgericht. De Luchtmachtdagen vinden dan plaats op vliegbasis Volkel. •
Staaltje precisievliegen van de twee Lynxen van het Royal Navy Helicopter Display Team the Black Cats. Foto: Arno Marchand
Vaste gast op de Luchtmachtdagen is België met het F-16 Solo Display Team, maar ook de Sea King en dit jaar met het demonstratieteam de Rode Duivels dat nieuw leven is ingeblazen. Foto: Eva Klijn, AVDD
Slotformatie van de Air Power Demonstratie van de KDC-10 en acht F-16’s. Op zaterdag gingen de F-16’s nog wel take off, maar konden door de lage wolkenbasis niet meer meedoen aan de demonstratie. Foto: Eva Klijn, AVDD
11 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Meteorologie luchtmacht en marine samen in JMG
Het weer als groeimarkt Tekst: Leo de Rooij | Foto’s: Gerben van Es, AVDD
Als de voorspelde zonovergoten stranddag wordt verpest door slecht weer is dat natuurlijk niet leuk, maar ook geen drama. Voor militaire operaties ligt dat toch iets anders; succes staat of valt vaak met het kunnen rekenen op een kloppende weersverwachting. Denk aan parachutesprongen door commando’s, amfibische landingen van mariniers of nachtvluchten van helikopters. Een juiste weersverwachting is dan niet alleen medebepalend voor de kans op succes, het vergroot vaak zelfs de overlevingskansen. Bij de Joint Meteorologische Groep (JMG) op Woensdrecht weten ze dat gelukkig ook.
Basismeteoroloog tweede luitenant Marsel Blok (l.) is belast met de ondersteuning van een aantal vliegbases, werk dat hij in dit geval doet met een Britse exchange officer lieutenant commander Neil Scott.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 12
Commandant Joint Meteorologische Groep luitenant-kolonel Hulsman: ‘Onze klanten binnen Defensie zijn kritisch en veeleisend. En terecht.’
Accountmanager CZSK luitenant-ter-zee 1 Angélique van den Broek (l.) werkt hier samen met kapitein William Huizinga van de Groep Luchtmacht Reserve die als reservist twee weken bij de JMG als Centrale Productie Meteoroloog wordt ingezet.
ACHTERGROND
De nieuwe meteorologische organisatie JMG is een samenvoeging van de meteorologische diensten van Defensie en kreeg per 1 juli zijn beslag. ‘De Joint Meteorologische Groep wordt gevormd door de Luchtmacht Meteorologische Groep die is uitgebreid met meteorologen van de Koninklijke Marine’, schetst commandant luitenant-kolonel Boudewijn Hulsman de historie. ‘Van oudsher had ieder krijgsmachtdeel zijn eigen meteoorganisatie. Als luchtmacht zaten we met de meteo natuurlijk op alle eigen vliegvelden, terwijl de landmacht destijds voor haar helikopters een eigen, kleine meteocel op Deelen had. Al snel zochten zij aansluiting bij de grotere broer, zodat de luchtmacht overkoepelend werd in het meteorologische zwerk. De marine nam, gezien de bijzondere positie met haar schepen, de meteo nog voor eigen rekening en hield lang een zelfstandig METOC (Meteorologie en Oceanografie) aan op de Marinevliegkampen De Kooy en Valkenburg. Na een voorbereidende studie werd in 2007 beslist dat er één overkoepelende meteo-organisatie moest komen, die efficiënter en goedkoper een kwalitatief hoogstaand product moest kunnen leveren voor heel Defensie. Dat leidde uiteindelijk tot deze JMG.’ Interpreteren Met de oprichting van de JMG is een organisatie tot stand gekomen die voor heel Defensie alle meteorologische ondersteuning levert. Daarnaast verzorgt de JMG meteorologische opleidingen voor de krijgsmacht en dient het als kenniscentrum voor meteorologische diensten. Belangrijkste poot van de JMG is de weerkamer, waar de ‘forecasters’ aan de hand van computermodellen de veelheid aan gegevens interpreteren en daarvan een weersverwachting maken. Of het nu gaat om de wolkenhoogte boven Volkel, de te verwachten zandstormen in Kunduz in Afghanistan of de hoogte van de golven bij de kust van Somalië, de weerkamer kan alle Defensieklanten naar volle tevredenheid bedienen met een zo actueel mogelijk weerbeeld. Sinds de reorganisatie zitten in de weerkamer nu dus ook een vijftal marinemeteorologen tussen de luchtmachtcollega’s, voorlopig nog ondergebracht in een zogenoemde ‘natte cel’, een stukje meteohumor. Luitenant-ter-zee 1 Angelique van den Broek, accountmanager voor het Commando Zeestrijdkrachten, heeft de supervisie over de marine-inbreng en coördineert de
Hoofd van de weerkamer, officieel Hoofd Afdeling Weerdienst majoor Douwe Minnema in overleg met reservist kapitein William Huizinga. Op de achtergrond junior Guidance Meteoroloog kapitein Patrick Verhoeks.
overgang en integratie van dit deel binnen de JMG. ‘Vanaf De Kooy in het hoge Noorden naar Woensdrecht in West-Brabant, voor alle marinecollega’s blijkt dit toch een enorme overgang’, stelt ze vast. ‘De functies zijn 1 op 1 overgegaan naar Woensdrecht en ondanks dat we dit allang op ons af zagen komen, stond niemand echt te springen. Begrijp me goed: we zijn hier in een warm nest ontvangen, het werk is leuk en de onderlinge sfeer is goed, daar mankeert het niet aan. Maar die lange reisafstand maakt dat we verplicht intern zijn, want verhuizen is geen optie aangezien iedere volgende functie weer binnen de marine zal zijn.’ Groot verschil De werkzaamheden binnen de weerkamer zijn voorlopig nog ingedeeld op ervaring en continuïteit, dat wil zeggen dat de luchtmachters de vliegvelden bedienen en de marinemeteorologen voorlopig nog de schepen van hun weerplaatje voorzien. ‘Schepen verplaatsen zich van het ene “weer”-gebied naar het andere, terwijl een vliegveld natuurlijk een vaste locatie heeft. En vliegtuigen als de F-16 maken weer gebruik van andere luchtlagen dan de boordheli’s van marinefregatten. Dat maakt een groot verschil bij het opstellen van een weersverwachting. Niet moeilijker, maar wel even een andere mind set’, weet Van den Broek. Zij ziet die veranderende instelling als een verbreding van het werkveld, al moeten sommige marinecollega’s daar nog erg aan wennen. Zo ook Luitenant-ter-zee 2 Richard Tak: ‘Ik heb ooit getekend voor de marine en om die reden heb ik daar toch meer mee dan met het vliegend bedrijf van de luchtmacht. Daarnaast is door de toegepaste gelaagdheid mijn werk er binnen JMG minder zelfstandig op geworden, wat ik best wel jammer vind.’ Zowel Van den Broek als commandant Hulsman hebben het over een periode van gewenning, maar onderstrepen tegelijkertijd de noodzaak van integratie. ‘Het weer is een groeimarkt. Uitzendingen over de hele wereld, wapensystemen met een toenemend aantal sensoren die weersgevoelig zijn. Alleen door kwaliteitsvergroting kunnen we in staat blijven een topproduct te leveren. Onze klanten binnen Defensie zijn kritisch en veeleisend. En terecht, want ze moeten natuurlijk wel weten of hun operatie weerkundig verantwoord is. Daar hebben onze mensen ook recht op.’ •
Beeld van Meteosat Second Generation. De kleuren geven wolken weer op verschillende hoogtes. In het oosten is de bewolking veel duidelijker zichtbaar dan in het westen, wat aangeeft dat het om een ochtendfoto gaat. De zon staat in het westen nog niet goed boven de horizon.
13 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
DMO Bureau Afstoting Luchtmaterieel levert laatste batch F-16’s af
‘Reizend circus’ landt in Chili Na een reis van ruim twaalfduizend kilometer staan zes ex-KLu F-16’s op hun nieuwe thuisbasis aan de andere kant van de wereld. Met het overvliegen naar Antofagasta in Chili rondde Bureau Afstoting Luchtmaterieel van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) de belangrijkste fase van het project ‘Chili II’ af. Na ‘Chili I’ bracht DMO met deze ferry voor de
Bijna op de nieuwe bestemming, Antofagasta. In formatie vliegen de laatste zes ex-KLu F-16’s voor Chili over het Andes-gebergte.
waarbij technisch personeel van de Fuerza Aérea de Chile alle boekwerken nauwgezet inspecteert voordat de overdracht definitief is. Handjes Als in 2009 het verkoopcontract wordt getekend, is er overeenstemming tussen Chili en Nederland over de levering van achttien airframes en negentien motoren. ‘Dan begint de technische uitvoering van het contract’, zegt majoor Henk Effing, Logistiek en Technisch Manager van Bureau Afstoting Luchtmaterieel van de Directie Pro-
tweede keer achttien toestellen naar de Zuid-Amerikaanse westkust. Tekst en foto’s: Arno Marchand
‘Kijk, daar staan ze, onze kindjes, zegt line chief van 312 Squadron adjudant Marcel Voorneman terwijl hij wijst naar de zes voormalige KLu F-16’s. ‘Onze ex-kindjes’, reageert hangarchef van 900 Squadron adjudant Hans van de Leijgraaf. ‘We hebben het merendeel van deze toestellen 25 jaar geleden nog zien binnenkomen op Volkel’, verduidelijkt hij. ‘Eigenlijk geboren zien worden, en nu gaan ze het huis uit.’ Met de rest van het DMO-detachement rijden de twee in een bus het terrein op van Base Aerea Cerro Moreno waar de F-16’s even ervoor zijn geland. Zodra de Nederlandse delegatie staat opgesteld in de grote hangar van 8 Squadron volgt de ceremoniële overdracht aan de Chileense luchtmacht. De dag erna volgt de technische overdracht DE VLIEGENDE HOLLANDER 14
Een Braziliaanse militair assisteert op Salvador de adjudanten Michel Voorneman (l.) en Hans van de Leijgraaf (m.) en sergeant-1 Theo van den Boomen (r.) van 312 Squadron. Op de achtergrond de vliegende gereedschapskist, de Ilyushin Il-76.
REPORTAGE
Op Salvador passen korporaal 1 Jessica Kempers (r.) en sergeant 1 Stan Feijen (beiden VVU van 900 Squadron) tijdens de Egress final de seatpacks van schietstoelen aan voor de vlucht naar Chili.
jecten en Verwerving. ‘De afdeling Jacht- en Lesvliegtuigen van DMO wijst ons de “tails” aan waarmee wij aan de slag moeten. Er bleken er acht op Leeuwarden te staan en tien op Volkel. Ik moet er voor zorgen dat de vliegtuigen tussen het moment van afstoten door het CLSK en de overdracht aan Chili in technisch goede conditie blijven en met het afgesproken aantal uren worden aangeboden.’ ‘Dat kunnen we niet zelf’, verduidelijkt luitenant-kolonel Ciska Schoofs, detachementscommandant en Projectofficier Verkoop F-16, en tevens hoofd van bovengenoemd Bureau Afstoting. Sinds de aflevering van de tweede batch van zes F-16 van het project Chili I in 2007, is zij bij de verkoop betrokken. ‘Binnen de Staf DMO zijn we een kleine club van zeven man. Wij hebben alleen een contract, een plan en een zak met geld. Daarmee moeten we de “handjes” inhuren om alle taken te kunnen uitvoeren.’ Die vindt het bureau op diverse plaatsen. Effing: ‘Twaalf F-16’s kregen bijvoorbeeld bij de Belgische vliegtuigbouwer Sabca een zogenoemde “scuff and paint”. Daarbij worden ze licht opgeschuurd en daarna opnieuw gespoten. Voor zes toestellen wilde Chili een anti-corrosie of ACOR-behandeling waarbij zelfs de primer van de vliegtuigen is verwijderd. Dat gebeurde op zijn beurt bij Fokker op Woensdrecht.’
Geweldige samenwerking De uitvoering van de ‘Haagse plannen’ vindt verder plaats onder vleugels van het Logistiek Centrum Woensdrecht. ‘Alleen daar stonden onze kisten dus niet’, zegt eerste luitenant John van Harmelen, hoofd van het zeven man tellende Cluster Afstoting. ‘Met nog drie inhuurkrachten van Fokker begonnen we in 2009 op Leeuwarden met inspecteren van de eerste drie vliegtuigen. In de loop van 2010 kregen we er steeds meer bij. Dat betekende voor ons veel kilometers, eerst alleen naar het noorden maar later ook naar Volkel. We waren twee jaar lang een reizend circus. Onze taak was onder andere ze te modificeren naar de Chili-configuratie die door Amerika is opgelegd en ze één keer in de negentig dagen te laten vliegen.’ Het grootste deel van de ondersteuning vindt DMO uiteraard bij het CLSK. ‘Modificeren van vliegtuigen kunnen we op het LCW wel, maar wij weten bijvoorbeeld niet hoe we een kist moeten launchen en recoveren’, zegt Van Harmelen. ‘Daarvoor konden we terugvallen op het personeel van Leeuwarden en Volkel. Ook voor het materieel,
Op de rustdag in Salvador volop bedrijvigheid op platform om alle toestellen klaar te krijgen voor de laatste leg naar Antofagasta.
Compleet. Alles zes F-16’s staan alsnog op het platform van Gando, klaar voor de tweede leg naar Salvador in Brazilië. De KDC-10 haalt dat door het bijtanken van de F-16’s net niet, en maakt eerst nog een tussenlanding in Natal, op ruim een uur vliegen van Salvador. Foto: Kees van der Mark 15 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
Net aangekomen op Antofagasta staat het Nederlandse detachement aangetreden naast een ex-KLu en nu Chileense F-16. Schoofs: ‘We hebben een goede naam op dit gebied omdat we zorgen dat het materieel netjes wordt afgeleverd. Nu zijn we er klaar mee, het is afgerond.’
wapentechniek, vliegveiligheidsuitrusting en motoren konden we bij de twee F-16 bases aankloppen. De ondersteuning kregen we altijd. De samenwerking was geweldig. De mensen weten precies wat ze moeten doen, want dat doen ze als dagelijks werk ook.’ ‘Vergeet daarbij niet dat beide MOB’s ook nog met de uitzendingen naar Afghanistan en met name de drukke voorbereiding voor Libië zaten’, vult sergeant-majoor Dave Brendel van het Cluster Afstoting aan. ‘Maar zolang je maar begrip houdt voor ieders problematiek, kom je er prima uit.’ Planning De eerste twee afleveringsvluchten kennen onderweg nog wat problemen, maar de twaalf toestellen komen uiteindelijk op hun bestemming aan. De derde ferry lijkt problematisch te beginnen als slechts vijf F-16’s vertrekken van Volkel. Gelukkig weet het technisch personeel van deze basis een dag later nummer zes alsnog klaar te krijgen door tot in de nacht te sleutelen, waarna de kist zich bij z’n collega’s voegt op Gando op de Canarische Eilanden.
Voor noodgevallen heeft iedere vlieger een iridium-telefoon bij zich voor satellietcommunicatie. Als je zou moeten springen, dan geeft die telefoon een gps-coördinaat met een unieke code af. Die komt via een aantal tussenstappen bij het CLSK zodat snel duidelijk wie van de vliegers waar in problemen verkeert. DE VLIEGENDE HOLLANDER 16
Om te weten waar de KDC-10, de Il-76 en de F-16’s onderweg terecht kunnen, doet Operationeel Coördinator Afstoting Luchtmaterieel majoor Charles Dalloyaux ruim twee maanden voor de eerste ferry een site survey. ‘Samen met technische man Effing en kasbeheerder en HID adjudant Rob de Rooij verken je de situatie, zowel voor de reguliere tussenlandingen, als voor een eventueel noodgeval. Aan de hand daarvan bepaal ik als ferry coördinator de route. Je kijkt bijvoorbeeld naar het traject via de Azoren en Curaçao. Je blijft dan namelijk binnen NAVO-grondgebied waar de Stanags gelden. Maar dan. Over Noordwest Brazilië kan niet omdat je daar geen uitwijkhavens hebt. Dus kozen we uiteindelijk voor de route Volkel, Gando, Salvador in Brazilië en daarvandaan naar Antofagasta.’ De grootste uitdaging op de route is het stuk van Gando naar Brazilië. ‘Nu vliegen we eerst langs de Afrikaanse westkust. Mocht er iets fout gaan dan zóu je daar kunnen landen, maar dan… En als je daarna de Atlantische Oceaan oversteekt heb je op de Kaapverdische Eilanden na, tussendoor alleen water. De kans dat er wat fout gaat, is klein, maar het blijven natuurlijk vliegtuigen.’ Het overvliegen van de F-16’s gebeurt door zes operationele vliegers van het CLSK, van wie één als back-up. Ferry commander van deze aflevering is majoor Andries Keijzer, normaliter vluchtcommandant 1 311 Squadron en Chief Scheduling Strike Unit. ‘Voorafgaand aan de ferry overleg je met de mission commander, de gezagvoerder van de KDC-10. Dat doe je face tot face, zodat je beeld van elkaar hebt en weet wat je van elkaar kunt kan verwachten. Als je ineens meer headwind krijgt dan berekend, kan je dat zo een half uur vliegen schelen. Het is wel fijn als de KDC-10 daar brandstof voor heeft, én voor ons. Of wanneer air traffic control je ineens lager laat vliegen dan gepland of een reroute geeft, ook dan verbruik je meer.’ Zeemeeuw Het typische aan deze ferry is het vliegen over een grote verscheidenheid in terreinen, geeft Keijzer aan. ‘Tijdens de tweede leg vlieg je alleen maar boven de oceaan. Halverwege de Kaapverden en Brazilië zit je op een gegeven moment op 1300 kilometer van beide uitwijkhavens. Als je zou moeten springen, heb je wel een bootje bij je – dinghy drills blijven dus een belangrijke oefening – en een osmosepomp waarmee we van zee- drinkwater kunnen maken. Maar ik heb onderweg maar een paar schepen gezien hoor. Is niet echt
REPORTAGE
Een essentieel deel van de ferry vormt de KDC-10 van het 334 Squadron. ‘Vanwege de diversiteit van deze vlucht met vervoer van vracht en personeel en het bijtanken van de F-16’s is dit mede vanuit het oogpunt van opleidingen voor ons een fantastische trip’, geeft gezagvoerder majoor NicoTemming aan. Ook vanwege de communicatie is de KDC-10 belangrijk. Een KDC-10 kan met alle radio’s aan boord met de hele wereld praten. F-16’s hebben die mogelijkheid niet. Foto: Theo van den Boomen
uitnodigend. Tijdens de laatste leg vliegen we over zoveel verschillende terreinen – jungle, moeras, woestijn, hooggebergte – dat al ons overlevingsmateriaal niet allemaal in het seatpack past. Ons vest zit helemaal vol met extra’s. In dat moeras zitten vijftig miljoen alligators. Ze zijn vast niet geteld, maar daar wil je niet naar beneden. Voor de zekerheid toch maar een pistool bij je. Al is het maar voor je gevoel. Ook als we in de jungle zouden terechtkomen zijn we niet blij. In beide gebieden zijn geen uitwijkhavens. Als je al veilig aan de grond komt, heb je waarschijnlijk geen satellietontvangst door het dichte bladerdek. Voorafgaand aan de ferry hebben we een extra training gehad bij het VOTC (Vliegveiligheid Oefen en Test Centrum, red.) om ons zoveel mogelijk voor te bereiden op alle terreinen. Tijdens de eerste ferry in november 2010 ben ik overigens geschrokken van de turbulentie boven het Andes-gebergte. In een F-16 heb je daar nooit echt veel last van, maar wij voelden het al flink. Ik dacht nog, “valt wel mee”, totdat ik naar de KDC-10 keek. Die klapwiekte als een grote zeemeeuw boven de pieken van wel vijf kilometer hoog. Tijdens deze derde ferry vlogen we hoger en hadden we minder last. De Andes is een flinke hobbel, maar tegelijkertijd wel een van de mooiste delen van de trip.’ Crewchief van 312 Squadron sergeant 1 Jeroen van der Putten doet de controles van een zojuist afgeleverde F-16. Op de achtergrond verwijderen twee collega’s een MIDS terminal die geen deel uitmaakt van de verkoop.
Plaatwerker en schilder van het LCW sergeant-majoor Roger Nieraeth is bezig met een priegelig karweitje, het verwijderen van de grijze stickers over de Chileense roundels.
Eilandjes Zo arriveren de F-16’s, KDC-10 en IL-76 – door Effing gemoedelijk de grote vliegende gereedschapskist genoemd – zonder problemen op 2 september in Antofagasta. Dan zit het grootste deel van Chili II erop. Maar voor het bureau is dit project er één van de lange adem. ‘De after sales-periode en daarmee de bemoeienis van DMO loopt namelijk nog door tot in 2013’, zegt de detco. En ook qua ferry is het werk nog niet afgelopen. Vanwege de bezuinigingen gaat het Nederlandse F-16 opleidingsdetachement op Tucson Air National Guard base terug van veertien naar tien kisten. Schoofs: ‘Het was mijn voorstel om op de terugweg uit Chili om te vliegen via Gander in Canada en daar het viertal op te pikken en mee naar Nederland te nemen. We zijn namelijk toch al halverwege en ik hoef met de KDC-10 maar een relatief klein stuk om te vliegen. Het is niet gratis, maar veel goedkoper dan als het CLSK zelf heen en terug naar Canada pendelen. Met een minder sterke delegatie zoals die mee was naar Chili, hadden we dat niet gered. Ik had nu ervaren krachten mee, echte key players. Als je kern goed is, draait alles goed mee. Eigenlijk is het heel simpel: het lukt alleen met een goede voorbereidingen en goede mensen. Alleen kan ik het niet. De eilandjes die er voor vertrek op Eindhoven misschien nog waren omdat er zoveel mensen van verschillende onderdelen kwamen, waren op Salvador al gesmolten tot één grote familie. Écht één team, één taak. Geen gestolen slogan van het CLSK, maar het was ook echt zo.’• 17 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
Luitenant-generaal Jouke Eikelboom is sinds september 2009 Chief of Staff in Brunssum en als zodanig rechterhand van de commandant, een Duitse viersterrengeneraal Wolf Langheld
Visie van internationaal NAVO-hoofdkwartier: veel landen met één missie
Brunssum wordt mobiel Net zoals de Nederlandse krijgsmacht, geldt dit ook voor de NAVO. Dit jaar kwam een grote reorganisatie op gang die zelfs het sluiten van twee hoofdkwartieren in Europa inhield. Het Allied Joint Force Command Headquarters Brunssum – afgekort als JFCBS – ontsprong de sluitingsdans maar transformeert de komende jaren van een statisch naar een deployable hoofdkwartier. Chef-staf luitenant-generaal Jouke Eikelboom geeft uitleg over het heden en vooral de toekomst van ‘Brunssum’. Tekst: Arno Marchand | Foto’s: sergeant Sebastian Peschke
DE VLIEGENDE HOLLANDER 18
REPORTAGE
Eikelboom zit een vergadering voor met een internationale afvaardiging. ‘De professionele instelling van Brunssum is dat iedereen die hier komt, de juiste bagage dus opleiding heeft. Dat kan in eigen land zijn gebeurd, of met een NAVO-cursus.’
Beginnend in het verleden van het JFCBS gaat de kalender terug naar 1966. In dat jaar trekt Frankrijk zich terug uit de militaire structuur van de Noord Atlantische Verdrags Organisatie, de NAVO. Het bondgenootschap zoekt een alternatieve locatie voor het HQ Allied Forces Central Europe (AFCENT) dat dan in Fontainebleau huist. Nederland biedt de leegstaande Hendrikmijnen in Brunssum aan als nieuw onderkomen en een jaar later neemt de NAVO haar intrek. AFCENT verandert in 2000 in Regional Headquarters Allied Forces North Europe en transformeert in 2004 naar het JFCBS. De laatste verandering is onderdeel van een grote herstructurering binnen de NAVO. Vanaf dat moment zijn de hoofdkwartieren niet meer gebonden aan een regio zoals Noord-Europa. Gevoel De belangrijkste taak van het JFCBS is vanaf dan de International Security Assistance Force (ISAF), maar het ondersteunt bijvoorbeeld ook de Baltische Air Policing Missie en de NATO Response Force (NRF). Brunssum vormt het operationele hoofdkwartier voor ISAF, de NAVOgeleide missie om de Afghaanse regering te ondersteunen door de beveiliging van het land te verbeteren en te onderhouden. Daarnaast ontwikkelt het JFCBS plannen voor onder andere provinciale opbouwteams, en helpt het bij het oprichten van de Afghan National Security Forces. ‘Ook de training voor ISAF hoort daarbij’, zegt luitenant-generaal van de KLu Jouke Eikelboom, Chief of Staff (COS) in Brunssum. ‘Die vindt plaats in drie fases. Deel één is de training in het eigen land, twee vindt plaats op de NAVO-scholen in Duitsland en Polen, en drie is op locatie in Afghanistan.’ Voor Eikelboom is het land bekend gebied. In 2002 is hij al Senior National Representative voor Nederland bij het Amerikaanse Centcom geplaatst tijdens Enduring Freedom, en in 2008 is hij Director for Air Operations op het ISAF-Hoofdkwartier in Kabul. ‘We zijn het supportcommando voor de ISAF, dus het is heel belangrijk dat we weten wat daar gebeurt. Als je ergens bent of bent geweest, kan je het voelen. Het is lastig om alleen vanuit een hoofdkwartier een operatie te runnen.’
Als eerste Nederlander – en zoals hij zelf zegt, ‘ook nog eens een marineman’ – is kapitein-ter-zee Arie Louter hoofd van één van de vier branches van Brunssum, Facility Management. ‘De huidige benaming dekt niet helemaal de lading. Vroeger was dit de HQ Support Group die logistiek, transport, gebouwen en voeding regelde. Zeg maar alles wat niet bij het operationele bedrijfsproces hoort. De faciliteiten zijn hier prima. Van zwembad tot een zeer uitgebreide gym en restaurant, en van kapper tot bioscoop en autowasstraat. Het geld dat we daarop verdienen wordt steeds belangrijker voor de overige voorzieningen, want daarvoor heeft de NAVO steeds minder te besteden. We moeten self-supporting worden, en dat geldt ook voor de toekomst als dit hoofdkwartier deployable wordt. We moeten dan zo’n vijfhonderd man voor de periode van één jaar op locatie kunnen verzorgen. Een deel van de huidige ondersteuningstaken van het HQ gaan over naar Nederland. Het support was honderd procent NAVO maar een deel dragen we over aan Nederland vanwege het host-nation support’, legt Louter uit. In het verleden was hij onder andere Tactical Coördinator op de P-3C Orion en de laatste Commandant 321 Squadron van de Marine Luchtvaartdienst. ‘Het personeelsbestand is hier zéér divers, van tuinman tot ingenieurs. Ik heb Amerikanen die voor twee jaar op functie zitten, tot burgerpersoneel waarvan de langstzittende al veertig jaar in dienst is. Hij kwam naar Brunssum, één jaar na de verhuizing uit Fontainebleau!’
19 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
Ambitieniveau Om de taakstelling van Brunssum duidelijk te maken, eerst een beschrijving van de verandering die de NAVO in 2011 doormaakt. De staats- en regeringshoofden van de betrokken landen besluiten in november 2010 in Lissabon dat de NAVO zijn unieke en essentiële rol blijft spelen op het gebied van defensie en veiligheid. Maar in een veranderende wereld met dito dreigingen, nieuwe partners en mogelijkheden moet NAVO evolueren. Daarvoor ontwikkeld men het strategische concept ‘Active engagement, modern defence’. Deze is onder meer gericht op het effectiever, leaner – waar kan
Vanwege gasvondsten in Groningen komen de mijnen in Limburg leeg te staan. Nederland biedt de Hendrikmijnen in Brunssum aan als nieuw onderkomen en een jaar later neemt de NAVO haar intrek. Sporen van de mijn verdwijnen steeds meer. Als AFCENT in 2000 verandert in Regional Headquarters (HQ) Allied Forces North Europe en in 2004 transformeert tot JFCBS, is er op enkele gebouwen na niets meer van de mijn van vroeger te herkennen. Een wiel van de mijnlift en een beeld van een mijnwerker herinneren nog aan vroeger tijden.
het slimmer – en betaalbaar maken en houden van de commandostructuur. Op deze manier zorgt de NAVO dat ze met minder mensen hetzelfde ambitieniveau handhaaft. Daarvoor gaat in vredestijd het personeelsaantal op de hoofdkwartieren (headquarters, HQ) terug van meer dan dertienduizend naar 8800. Een aanzienlijke reductie voor het NAVO HQ in Brussel en diens twee strategische commando’s, Allied Command Transformation en Operations. Onder paraplu van laatstgenoemde vallen naast andere eenheden, de twee overgebleven Joint Forces Headquarters Napels en Brunssum. ‘Wij blijven operaties als ISAF en de NRF ondersteunen, maar de hoofdtaak die we erbij krijgen is het onmiddellijk beschikbaar zijn om een operatie in – geef het een naam – Timboektoe te doen’, zegt de COS. Herkenbaar Beide HQ’s worden deployable waarmee het bondgenootschap voor het eerst de mogelijkheid krijgt om een grote joint operatie uit te voeren niet alleen voor, maar juist ín het theater waar het nodig is. Eikelboom: ‘De NAVO heeft nu alleen de mogelijkheid een rapid command and control-capaciteit te ontplooien, vergelijkbaar zoals dit voorjaar gebeurde bij missie boven Libië, Operation Unified Protector (OUP, red.). Maar daarbij zijn we niet echt ver deployed.’ Voor de nieuwe taak wordt het JFCBS groter. Het telt nu 625 man en dat worden er ruim achthonderd. ‘Daarmee kunnen we straks een hoofdkwartier van maximaal vijfhonderd man in welk land dan ook ontplooien. Momenteel maakt het personeel hier grote kans uitgezonden te worden. Nu zijn er voor de duur van vier tot zes maanden continu zo’n dertig man uitgezonden naar zowel ISAF als OUP. Straks, bij een major joint operatie, móet er uitgezonden worden. Daarvoor dient iedereen en alles klaar zijn.’ Maar deployable worden doe je niet zomaar. Alle 23 landen van dit hoofdkwartier leveren daaraan een bijdrage. Die nieuwe taak vraagt infrastructurele aanpassingen van de locatie in Brunssum en organisatorische. ‘We gaan bijvoorbeeld terug naar de J-structuur zodat we weer herkenbaar zijn voor de hele wereld. Daarnaast is er natuurlijk een verschil in werkwijzen en gebruiken van de verschillende landen én krijgsmachtdelen. Wij hebben als Nederlanders onze nationaliteit nog gemeen, maar land- en luchtmacht, marine en marechaussee hebben al hun eigen kenmerken. Kun je nagaan waar je hier tegenaan loopt met zoveel verschillende nationaliteiten. Het is dus heel belangrijk te weten hoe je op een internationaal hoofdkwartier met personen omgaat.’ Verenigd De visie van het JFCBS is echter een duidelijke: veel landen met één gezamenlijke missie, namelijk het zorgen voor commandovoering, ondersteuning, faciliteren en mogelijk maken van de missieplanning en -uitvoering van combined en joint operaties. ‘Daarbij vergeten we naast de ISAF onze andere taken niet’, benadrukt Eikelboom. ‘Voor de NRF hebben we in november een certificeringsoefening zodat we volgend jaar stand-by staan voor de NAVO. We hebben ondertussen al wel ervaring opgebouwd. Bij de overstroming in Pakistan vorig jaar bijvoorbeeld, pasten we het NRF-principe al toe zonder dat het een echte NRF-missie was. En ondanks alle veranderingen die we doorlopen, geldt als belangrijkste stelregel van de NAVO nog steeds, een aanval op één, is een aanval op allen; Artikel 5. De gebeurtenissen van 9-11 waren meteen eer Artikel 5-operatie met Eagle Assist, de ondersteuning van de AWACS-radarvliegtuigen in de Verenigde Staten in 2001. Maar ook zonder Artikel 5 zoals met OUP zijn we verenigd. In no-time, in totaal spreken we over weken, was er politieke en militaire besluitvorming. Ik had niet verwacht dat het zó snel kon gaan en ís gegaan. Dat was en is écht een succes, en het draait. Het draait vanuit Napels, een NAVO-hoofdkwartier.’ •
DE VLIEGENDE HOLLANDER 20
PERSONEEL
Wervingscampagne roept vragen op in tijd van reducties
‘Leg dat maar eens uit!’ Tekst: Willem Bogaard
Naast bewaking is ook de brandweer een vakgebied waarvoor op termijn personeel nodig is. Foto: Jolanda Dam
De afgelopen periode brachten verschillende radiozenders reclameboodschappen waarin belangstellenden werd gevraagd te solliciteren als vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht. Ook op de wervingssite van de luchtmacht staan veel vacatures open. Heel begrijpelijk zijn in menig crewroom de wervingsactiviteiten het gesprek van de dag. Aan de ene kant zijn vliegers op non actief gezet en aan de andere kant werven we nieuwe? Leg dat maar eens uit!
De Nederlandse F-16’s zijn ondergebracht bij het 148 Fighter Squadron van de Arizona Air National Guard, vanwaar de AZ-code op de staart. Foto: Richard Frigge, AVDD
‘Laat ik een poging wagen’, zo steekt commodore Ton Tieland, Directeur Personeel & Organisatie van wal. ‘We weten natuurlijk wie de komende jaren de dienst verlaten en waar pijnpunten in de vulling zitten. En als er tekort ontstaat bij cruciale, functiegebieden is dat niet wenselijk. We weten bijvoorbeeld dat we op termijn, na de reorganisaties, nieuwe vliegers nodig hebben en het duurt nu eenmaal een aantal jaar voor ze klaar zijn met hun opleiding, zeker wanneer ze het lange traject op de NLDA volgen. Daarnaast hebben we ook behoefte aan instroom van andere nieuwe medewerkers zoals hulpen bij de brandweer of bewakers.’ Onvermijdelijk Ook in tijden van reorganisatie en inkrimping heeft een organisatie behoefte aan nieuwe medewerkers. ‘Dat levert een raar beeld op’, erkent Tieland. ‘Aan de ene kant worden mensen overtollig en verliezen zij hun baan, aan de andere kant worden mensen geworven. Maar zolang een organisatie niet ophoudt te bestaan, is het onvermijdelijk dat nieuw personeel instroomt. Ik verzeker iedereen, dat ik alleen nieuwe collega’s laat werven als er geen alternatieven zijn zoals het omscholen van personeel dat overtollig raakt’, zo besluit hij. •
Nieuwe F-16 vliegers krijgen hun omscholing bij het Netherlands Detachment Tucson Arizona (NDTA). Op de foto geeft commandant luitenant-kolonel Maurice Schonk instructie aan een student. Foto: Richard Frigge, AVDD 21 DE VLIEGENDE HOLLANDER
GENRE ACHTERGROND
Succesvolle luchtvaartpionier geëerd tijdens Fokker Spin Centennial Festival
Honderd jaar Fokker boven Haarlem Tekst: André Twigt
Als iemand zich luchtvaartpionier mag noemen, dan is het Anthony Fokker wel. De luchtvaart staat nog in de kinderschoenen als zijn naam al synoniem
De vier S.11’s van Fokker Four draaien hun rondjes boven het centrum van Haarlem, net zoals Anthony Fokker dat deed met zijn Spin op 31 augustus 1911. Anthony vloog op deze (toenmalige) Koninginnedag op uitnodiging van zijn vader die in de organisatie zat. Foto: Rob Spaans
staat voor ‘vliegtuig’. Op 31 augustus was het een eeuw geleden dat Anthony in zijn zelfgemaakte Spin boven Haarlem vloog. Ter ere van dat memorabele moment vond op 31 augustus boven de binnenstad en de Grote Markt van Haarlem een bescheiden vliegshow plaats.
De show bestaat uit een overvliegende Fokker 70 op biobrandstof en wat latere succes-nummers, waaronder de vier S.11’jes van het formatieteam Fokker Four. Zij vormen het hoogtepunt van de dag en ‘fladderen’ in formatie enkele rondjes over de binnenstad. Altijd
De drukte op de Grote Markt in Haarlem, gezien vanuit de cockpit van een S.11 over de schouder van Fokker Four-teamleider Robbert van Zwieten. Foto: Copynet Haarlem DE VLIEGENDE HOLLANDER 22
leuk, oude toestellen in hun element te bewonderen, maar ook de moeite waard is het deskundig commentaar van de spreekstalmeester Erling Brom, tevens spreker bij de Aviodrome. Op de Grote Markt praat hij soepel de lange wachttijden tussen het voorvliegen van de verschillende deelnemers vol. Het ene weetje na het andere slingert hij door de microfoon. Zoals dat vliegeniers in de begintijd als circusartiesten worden beschouwd en opstijgen en landen de hoogtepunten in hun ‘act’ zijn. Die tijd duurt niet lang. Als de commercie en het leger de voordelen van vliegtuigen inzien, wordt de luchtvaart een serieuze zaak. Na de Eerste Wereldoorlog ruikt Fokker zijn kansen in de commercie en introduceert het eerste passagiersvliegtuig, de F.II. Later volgen onder meer de Fokker F.VII. Die voorziet in een grote behoefte om passagiers naar de uithoeken van de wereld te vervoeren. De F.VII vloog als eerste naar Nederlands-Indië, een trip waarvoor je toentertijd dik drie weken uittrok. Dat was een hele belevenis. Neem de tussenlandingen in tot de verbeelding sprekende landen als Irak, India,Birma en Thailand. Ook typisch voor vliegen in die tijd, is het monotone zware gebrom van de motoren. ‘Dat was zo luid dat de steward in de cabine door een megafoon moest praten om erboven uit te komen.’ Volgens de spreekstalmeester gebeurt het ook regelmatig dat de passagiers zich bedoeld of onbedoeld met de besturing bemoeiden door aan de kabels voor de klepbediening boven hun hoofden te trekken.
ACHTERGROND
Mitrailleur Fokker bouwt zéker niet alleen passagiersvliegtuigen, want hij staat tevens aan de basis van de militaire luchtvaart. Worden de uit linnen en hout opgetrokken toestelletjes eerst alleen voor verkenningen gebruikt, tijdens de Eerste Wereldoorlog ontdekt men al snel dat je met vliegtuigen ook heel goed ‘bommen’ kan afwerpen. Als die nog niet zijn ‘uitgevonden’, nemen vliegers alvast een voorschotje daarop door hamers, aambeelden en andere zware massa’s boven de loopgraven af te gooien. ‘Die wierpen ze het liefst op de tafel van de generaal.’ Revolutionair voor die tijd is de Fokker Dr.1, de Dreidecker waarmee de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog hun eerste luchtgevechten voeren én winnen. Onder anderen Manfred von Richthofen, beter bekend als de Rode Baron, vliegt erin en haalt wel tachtig geallieerde toestellen naar beneden. Fokker tekent niet alleen voor de vliegmachine, maar ook voor ingenieuze uitvindingen als het mechaniek dat de schoten van de mitrailleur en de slagen van de propellerbladen synchroniseert. Het beroemdste vliegtuig uit de Eerste Wereldoorlog is zonder twijfel de D.VII. Het heeft naast een gesynchroniseerde mitrailleur een grote wendbaarheid en is in die tijd de schrik voor de geallieerden. Het wordt nog steeds gezien als één van de beste vliegtuigen aller tijden, uiteraard gerelateerd aan het tijdperk. Bij de capitulatie van Duitsland is dit het enige toestel met name genoemd in het Verdrag van Versailles om stuk voor stuk te worden overgedragen.
Bezoekers van de Fokkerreünie bekijken miniaturen van de Fokker D.VII, C.V en G.1. Foto: Rob Spaans
Amerika Op 21 juli 1919 sticht Anthony Fokker de N.V. Nederlandsche Vliegtuigenfabriek op het terrein van de ELTA – Eerste Luchtverkeer Tentoonstelling Amsterdam – in Amsterdam-Noord. Hier concentreert hij zich op ontwerp en bouw van civiele vliegtuigen, zoals de F.II en later ook de F.VII. Met dit toestel komt de doorbraak in Amerika en daar sticht hij drie vliegtuigfabrieken. Er worden aan de overkant van de grote plas vele vliegtuigen gebouwd waaronder ook de grote F.32. Eind jaren twintig is Fokker zelfs de grootste vliegtuigproducent ter wereld. Niet veel later krijgt de firma een gevoelige klap te verwerken. Naar aanleiding van het neerstorten van een Fokker F.VII Trimotor bij het Amerikaanse stadje Bazaar in Kansas, verordonneert het U.S. Civil Aeronautics Board dat voortaan alle passagiersvliegtuigen metalen vleugels moeten hebben en op één motor moeten kunnen landen. De in 1933 geïntroduceerde Douglas Commercial 1 – beter bekend als de DC-1 – die al in 1934 evolueert in de DC-2, voldoet aan die eisen en was de concurrentie meteen ver voor. Ondanks dat Fokker aan de basis staat van vele mooie ontwerpen, komt hij de Amerikaanse concurrentie nooit meer te boven. De luchtvaartpionier overlijdt op 23 december 1939 in New York aan de complicaties van een neusoperatie.
Fokker F.VIa-3m Trimotor H-NAEA die passagiersvluchten naar Nederlands-Indië uitvoerde. Foto: uit fotocollectie Aviodrome
Kwaliteit Na de Tweede Wereldoorlog moeten de Fokker vliegtuigfabrieken vanaf de grond opkrabbelen. Gelukkig komt er een order voor de bouw van S.9 lesvliegtuigen en Koolhoven luchttaxi’s. In 1946 wordt de S.11 Instructor geïntroduceerd, hét elementaire lesvliegtuig van de (later koninklijke) luchtmacht. Ook deze toestellen worden in de fabriek in Amsterdam-Noord vervaardigd. Deze richt zich daarnaast op het modificeren van militaire en civiele vliegtuigen, zoals DC-3’s bestemd voor de burgerluchtvaart. Het duurt tot 1955 voordat Fokker weer een grote commerciële klapper maakt. In dat jaar wordt namelijk het prototype van de F-27 Friendship geïntroduceerd. Van deze overal ter wereld verkochte machine zijn er 786 gemaakt, waarvan 580 in Nederland. De laatste rolt in 1986 van de band. In de VS bouwt Fairchild er 128 in licentie en 78 van een aangepast model. Na de Friendship volgt in 1968 een tweede succes, de F-28 Fellowship, een klein straalverkeersvliegtuig. Latere typen zijn de op de Friendship geïnspireerde Fokker 50 en 60, die beide bij de KLu dienst doen. De luchtmacht is zelfs de enige gebruiker van de vier gebouwde F60’s, totdat deze in 2010 verkocht worden aan Peru. De afstammelingen van de F-28, de Fokker 100 en de later ontwikkelde 70 bleken eveneens populaire verkeersvliegtuigen. Helaas genereerden ze niet de gewenste groei. In de jaren negentig gaat het steeds slechter met de firma en op 15 maart 1996 wordt het faillissement uitgesproken. Daarmee komt een einde aan een onderneming die 77 jaar lang de vliegtuigbouw in Nederland vertegenwoordigt. Wie voor deze teloorgang verantwoordelijk was, is nog steeds onderwerp van discussie. Was de Nederlandse regering ‘schuldig’ door staatsteun aan Fokker af te wijzen, of was het Duitse DASA – dat inmiddels de meerderheid van Fokker-aandelen in bezit had – de veroorzaker? Of was het de situatie op de financiële markt de oorzaak, of maakte het management onherstelbare vergissingen? De analisten zijn er nog steeds niet uit. Maar aan één ding kan de teloorgang niet hebben gelegen en dat was de betrouwbaarheid van de vliegtuigen. Fokker stond voor kwaliteit en dat is tot het einde zo gebleven. •
De op-één-na oudste Fokker Spin – een replica uit 1936, gebouwd ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de vliegtuigbouwer – in de monumentale Grote of St. Bavokerk. Foto: Gert van Kalsbeek 23 DE VLIEGENDE HOLLANDER
EVENEMENTEN
De Plaatsvervangend Commandant Commando Diensten Centrum schout bij nacht Erik Kopp bewondert een Fokker S.14 van de Stichting Phantasy in Blue die de Veteranendagen jaarlijks voorziet van vliegende schaalmodellen van vliegtuigtypes van weleer.
Ruim 1.200 veteranen genieten van samenzijn
MLD centraal op KLu Veteranendag De jaarlijkse bijeenkomst van veteranen van de militaire luchtvaart vond dit jaar plaats woensdag 7 september. Het was de derde keer dat de reünie plaatshad op vliegbasis Eindhoven, maar voor het
eerst als ééndaags evenement in plaats van twee. Van heinde en verre trokken veteranen naar de basis om oude bekenden te ontmoeten, te gedenken, maar ook om in het zonnetje gezet te worden.
Tekst: Martin Tennekes | Foto’s: korporaal 1 Joshua Laisina
‘De veteranen van missies uit de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw worden ouder en het aantal aanmeldingen voor de veteranendagen neemt de laatste jaren gestaag af’, geeft luitenant-generaal Freek Meulman aan. ‘De Nationale Veteranendag in juni laat verder zien dat jonge en oude veteranen heel goed samen kunnen vieren en herdenken. De veteranentraditie wordt dan als vanzelf overgegeven van de oude generatie op de jongere. Daarom heeft de luchtmacht in goed overleg met veteranenorganisaties het besluit genomen om de bijeenkomst te beperken tot één dag. En als ik naar de opkomst kijk, constateer ik dat u zich kunt vinden in het besluit.’ Dank verschuldigd Meulman, Hoofd van de Nederlandse Permanente Militaire Vertegenwoordiging bij de Internationale Militaire Staf van de NAVO en de EU, heet de veteranen welkom in naam van C-LSK luitenant-generaal Jac Jansen die op vakantie is. Bovendien vervangt hij de PC-LSK en tevens Inspecteur Veteranen KLu generaal-majoor Hans Wehren. Die was ’s ochtends even aanwezig om de gasten welkom te heten, maar voegde zich daarna in Amsterdam bij de andere bevelhebbers om samen met Hare Majesteit de Koningin de plechtige bijeenkomst van de 65-jarige Oorlogsgraven Stichting bij te wonen. Meulman spreekt onder andere zijn respect en waardering uit voor het werk dat de veteranen door de jaren heen voor ons land hebben verzet. ‘De samenleving is veteranen immers veel dank verschuldigd. Of het nou gaat om veteranen die in de Tweede Wereldoorlog hebben gevochten, deelnamen aan de Politionele Acties in NederlandsDE VLIEGENDE HOLLANDER 24
Indië, ingezet werden in Nederlands Nieuw-Guinea, of de jonge veteranen die inzet kenden in het voormalig Joegoslavië, Eritrea, Irak, Afghanistan en recent voor Libië. En dan vergeet ik natuurlijk ook niet de veteranen die individueel zijn uitgezonden naar allerlei brandhaarden in Afrika, Azië, en andere plekken in de wereld. Fantastisch werk is door de Nederlandse Defensieorganisatie, dus door u verricht!’ Aan het einde van zijn toespraak had hij een speciaal woord van dank voor veteranencoördinator majoor bd Martin Goede. ‘Als reservist heb je de afgelopen veteranendagen heel veel werk verzet om er een feest voor de veteranen van te maken. Ik dank je voor wat je als veteranencoördinator hebt gedaan. Tevens wil ik u voorstellen aan de nieuwe coördinator veteranen en postactieven, kapitein Dré van Hugten.’ Marine Luchtvaartdienst Het thema van de Veteranendag was dit jaar de Marine Luchtvaartdienst (MLD) die in 1917 werd opgericht als onderdeel van de Koninklijke Marine. In 2008 integreerde het laatste onderdeel, de Groep Maritieme Helikopters, in het nieuwe Defensie Helikopter Commando (DHC), samen met de helikopters van de luchtmacht. ‘Begin jaren negentig wilde toenmalig Plaatsvervangend Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten generaal-majoor Manderfeldt de banden met veteranenorganisaties aanhalen’, zo vertelt Meulman aan de aanwezigen. ‘Om te bezien hoe de luchtmacht haar veteranenbeleid moest vormgeven, trad hij in overleg met de voorzitters van de verschillende veteranenverenigingen. Eén
EVENEMENTEN
Drukte in de grote vliegtuighangar op vliegbasis Eindhoven waar oude en jonge veteranen elkaar troffen.
Geheel volgens traditie vond ‘s ochtend de officiële vlaggenceremonie en kranslegging plaats. waarbij aansluitend een minuut stilte werd gehouden.
Naast de gesprekken onderling zijn voor de veteranen ook de informatiestands een belangrijk deel van de Veteranendag, bijvoorbeeld die van het Militaire Luchtvaartmuseum en op de foto het Nederlands Instituut voor Militaire Historie.
Tal van hooggeplaatste gasten waren aanwezig op de KLu Veteranendag. Naast luitenantgeneraal Meulman (foto) onder andere het boegbeeld der veteranen en ere-voorzitter van het Veteranen Platform luitenant-generaal bd Meines, Commandant DHC commodore Theo ten Haaf, DPenO commodore Ton Tieland en DO commodore Paul Mulder.
De MILU vertegenwoordigt de volgende veteranenorganisaties die
daarvan was die van de MLD. Zij hadden immers samen met de veteranen van de Militaire Luchtvaart van het Koninklijke Nederlandsch Indisch Leger zij aan zij tegen de Japanners gevochten. Voor Manderfeldt stond dus vast dat veteranen van de MLD bij de veteranenfamilie van de militaire luchtvaart hoorden. Bij de eerste veteranendagen KLu waren oudgedienden van de MLD dan ook vertegenwoordigd. In de loop van de jaren hebben steeds meer MLD-veteranen de Veteranendagen KLu weten te vinden. Als het aan mij ligt, zal dat de komende jaren niet veranderen. De MLD-taken en daarmee ook de tradities zijn tenslotte ondergebracht bij het CLSK.
alle met een kleine of groter vertegenwoordiging aanwezig waren:
Verbondenheid De luchtmacht organiseert jaarlijks de Veteranendag in samenspraak met de vertegenwoordigers van de Stichting van Federaties van de Militaire Luchtvaart. Deze MILU treedt op als belangenbehartiger voor veteranen van de militaire luchtvaart. Voorzitter generaal-majoor bd Frans Peter Schulte sprak over de centrale plaats van vliegbasis Eindhoven in relatie tot uitgezonden militairen. ‘Immers hier vinden vertrek en terugkomst plaats van de jonge garde en aanstaande veteranen. Daar lopen nu oud en nieuw, verleden en heden duidelijk doorheen. Hoe kunnen we beter tonen en ervaren hoe die onderlinge band en verbondenheid blijft? Eén team, één taak, nietwaar? De Koninklijke Luchtmacht weet de doelstellingen van het veteranenbeleid – erkenning, waardering en nazorg – op een bijzonder goede en loyale, maar ook geheel eigen wijze royaal te realiseren. Daarmee wordt het ook een feest voor ons, veteranen, een herkenning en een weerzien van oude bekenden.’ •
- de Aircrew-cadets Bridgnorth;
- de Veteranen uit de meidagen 1940, waaronder vele Oud-Soesterbergers en de veteranen die in de periode 1940-1945 in Groot-Brittannië aan WO II deelnamen; - de Veteranen van de Militaire Luchtvaart van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger; - de Veteranen van de Meteo en 6 ArVa Squadron uit Nederlands-Indië; - de Veteranen die hun opleiding hebben genoten te Cardington en Langham; - de Veteranen van het 322 Squadron in Nederlands-Indië in de periode 1947-1949; - de Dienstplichtigen Luchtstrijdkrachten en de Luchtdoelartilleristen in Nederlands-Indië; - de Luchtvaarttroepen Nederlands-Indië; - de Oorlogsvrijwilligers Luchtstrijdkrachten Nederlands-Indië; - de Veteranen van de Militaire Luchtvaart Nieuw-Guinea, uitgezonden in de periode 1950-1962; - de Vredesmissieveteranen die vanaf 1956 zijn ingezet bij crisisbeheersingsoperaties, humanitaire hulpverlening en waarnemersmissies in VN-, CVSE- en NAVO-verband. - de Veteranen van de Marine Luchtvaartdienst.
25 DE VLIEGENDE HOLLANDER
LEES- en kijkWIJZER Luchtbrug Market Garden – De grootste luchtlandingsoperatie in de Tweede Wereldoorlog Ruim 25 jaar geleden presenteerden auteurs Bart van der Klaauw en Bart M. Rijnhout het boek Luchtbrug Market Garden. Uitgeverij Lanasta zag voldoende mogelijkheden om het boekwerk dit jaar opnieuw uit te geven. Volgens de auteurs is er in de overstelpende hoeveelheid literatuur over WO II één achtergebleven gebied, namelijk een uitgebreide beschrijving van de luchtoorlog. ‘Helaas is in geen enkele publicatie aandacht besteed aan de enorme verliezen van geallieerde vliegtuigen, bemanningen en paratroepers. Dit boek geeft een zo compleet mogelijke beschrijving van de onmenselijke strijd die de geallieerde luchtmacht na de invasie in Normandië heeft moeten voeren tegen een nog lang niet verslagen tegenstander.’ Alleen beslaat die beschrijving louter de uitvoering van Market Garden, respectievelijk de luchtlandings- en de grondoperatie. ‘Dit boek beperkt zich hoofdzakelijk tot de motorvliegtuigen, maar ook gliders worden niet vergeten. We hebben geprobeerd alles zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven.’ Om een idee te geven over welke indrukwekkende aantallen wordt gesproken: de totale armada in de ochtend van 17 september 1944 bestaat uit 1544 transport- en sleepvliegtuigen, en 478 zweefvliegtuigen van zowel de Amerikanen als de Britten. De begeleiding en bescherming bestaat uit nog eens vele honderden jachtvliegtuigen en bommenwerpers. In de nacht voorafgaand nemen ruim achthonderd Amerikaanse B-17’s en vierhonderd Britse Bostons, Lancasters, Mitchells en Mosquito’s, begeleid door honderden Mustangs en Spitfires diverse Duitse vliegvelden en luchtafweerstellingen in Nederland onder handen. Het boek telt na een inleiding negen hoofdstukken, die ieder één dag beschrijven. De in de inhoud genoemde bijlagen, lijst van afkortingen en register ontbreken opmerkelijk genoeg. Wel is er een niet aangekondigde nabeschouwing, dat voor het overgrote deel handelt over ‘Verraad of spionage’. De pagina’s zijn voorzien van ruim honderdvijftig zwart-wit foto’s, kaarten en afbeeldingen, en enkele zijaanzichten van vliegtuigen in kleur. Alhoewel de kwaliteit van een aantal foto’s niet al te best is, maakt het geheel een verzorgde indruk. Wat dit boek naast de specifieke aandacht voor het luchtwapen bovenal interessant maakt, zijn de diverse beschrijvingen van gebeurtenissen door de betrokken personen zelf. Een beetje jammer is wel dat de tekst, ondanks dat het een heruitgave betreft, diverse taaltechnische onvolkomenheden bevat. (A.M.)
‘Luchtbrug Market Garden – De grootste luchtlandingsoperatie in de Tweede Wereldoorlog’, geschreven door Bart van der Klaauw en Bart M. Rijnhout, is uitgegeven door Violaero, onderdeel van Lanasta in Emmen. De hardback en met ISBN978-90-8616-096-9 telt 176 pagina’s op formaat 22 x 28 centimeter, en kost € 34,95. Kijk voor meer informatie op www.lanasta.com
Kalender 2012 – Nederlandse Militaire luchtvaartkunst In tegenstelling tot de kalenders van de afgelopen jaren heeft luchtvaartpublicist Peter Korbee voor deze uitgave niet gekozen voor luchtvaartfoto’s, maar luchtvaartschilderijen. Een gelukkige keuze, want het resultaat is één van de mooiste kalenders die hij de afgelopen jaren samenstelde. Op 12 pagina’s en de omslag passeren in totaal 28 kunstwerken de revue. De omslag is een samenstelling van Fokker C.V van Jac. Cobussen, een F-104G Starfighter van Peter E.W. van Stigt en de start van een Avenger op het vliegkampschip Hr.Ms. Karel Doorman door Nico M. Peeters. De Binnenkant van de omslag van twee vliegers, een F-16 en een Spitfire is van F. Hendriks. Iedere pagina – en dus maand – is voorzien van één grote, en één kleine afbeelding. Januari toont een C-130H-30 en Spitfire (door Jaap Zandstra), februari een Farman FH-22 en vier Hunters T.Mk.7 (door Jac J. de Jong), maart een Fokker S.14 en Harvard (door Serge Stone), april een MLD-samenstelling en een P-3C (door Leentje Linders), mei een SP-2H en Atlantic (door Peter E.W. van Stigt), juni een Lynx en F-16 (door Peter F. Bogner), juli een B-25C Mitchell en Fokker S.11 (door Nico M. Peeters), augustus een P-40N Kittyhawk en Brewster Buffalo (door Thijs Postma), september vier Alouette III’s en een Fokker T.VIIIW drijvervliegtuig (door L.A.M. van ’t Hof), oktober een Lynx en NH90 (door Paul Kerrebijn), november een F27 Troopship en C-47 Dakota (door W.H.C. Boon) en tot slot december twee P-3C Orions en Hr.Ms. Karel Doorman (door Jacques Cobussen). (A.M.)
‘Kalender 2012 – Nederlandse Militaire luchtvaartkunst’ is samengesteld en uitgegeven door Peter Korbee. De kalender telt dertien pagina’s op formaat 25 x 36 cm en is gedrukt in full color. De kalender kost € 16,- en is onder andere verkrijgbaar bij de Luchtvaart Hobbyshop, Flash Luchtvaartwinkel, Aviodrome, Militaire Luchtvaart Museum, WZZ-shop Gilze-Rijen en Traditiekamer MLD. Voor hetzelfde bedrag wordt de kalender opgestuurd. Maak dan het bedrag over op giro 2567434 ten name van Korbee Promotie: MLD in Rijnsburg, onder vermelding van kalender 2012 en uw adresgegevens. Mail voor meer informatie naar
[email protected] DE VLIEGENDE HOLLANDER 26
JO UR NAA L VRAGEN AAN – BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER?
Prins van Oranje bezoekt EATC
Mail naar
[email protected]. Stuur foto’s naar:
[email protected]. Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje bracht op 29 september een werkbezoek gebracht het European Air Transport Command (EATC) op vliegbasis Eindhoven. Het EATC is een militair luchttransportcommando dat in 2010 is opgericht door Nederland, Frankrijk, Duitsland en België om gezamenlijk Europese militaire transport- en tankvliegtuigen efficiënter en beter gecoördineerd in te zetten. Bij het commandocentrum op de Vliegbasis Eindhoven werken ongeveer honderdzestig militairen uit de vier landen. Naast de planning en uitvoering van militair luchttransport houdt EATC zich ook bezig met training en vliegveiligheid. Ook andere EU-landen kunnen deelnemen. Spanje heeft inmiddels een waarnemersfunctie. Ook had prins Willem-Alexander een ontmoeting met de staf en crew van het 334 en 336 Squadron. Het bezoek werd afgesloten met een bezichtiging van de recentelijk vernieuwde cockpit van een C-130. Foto: vliegbasis Eindhoven
ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 31
Betaaldata salarissen In 2011 wordt het salaris uiterlijk bijgeschreven op 24 november en 21 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij het Dienstencentrum Human Resources (DCHR) op *06-733 of 0800-2255733, bereikbaar op werkdagen van 8.00 tot 12.00 uur.
Rectificatie In de Vliegende Hollander van juni staat een fout bij het verhaal over de F-4E op Soesterberg. De foto’s op pagina 21 onderaan, en pagina 23 bovenaan komen niet uit het archief van het MLM maar zijn van de hand van Martin Lammertsen, net zoals bijgaande afbeelding. Ere wie ere toekomt.
Tevens zijn er enkele onjuistheden vermeld in de recensie van de CD-ROM – en niet DVD – ‘Fokker F27 Friendhip Story’ uit het juliaugustusnummer. Natuurlijk zijn er niet twaalf, maar inclusief de twee Maritiems van het 336 Squadron veertien F27’s in Nederlandse militaire dienst geweest. Bovendien had Fokker geen productie-faciliteit in de VS, maar bouwde Fairchild de F27 daar in licentie. Na overname van Hiller in 1964 werd de fabrieksnaam Fairchild-Hiller. Het haperen van de CD-ROM waarover wordt gesproken, blijkt bij andere exemplaren niet voor te komen. Wanneer de schijf wel goed functioneert is de indeling meteen duidelijk en daarmee de waarde van dit zeer gedetailleerde het digitale boek. Uiteraard is de schrijfruimte op een CD-ROM aanzienlijk kleiner waardoor niet meer filmpjes konden worden opgenomen. Met deze rechtzetting (op technisch gebied) is de eerdere kritiek hopelijk weggenomen.
Paresto Vanaf 1 oktober is de vernieuwde banquetingmap van Paresto verkrijgbaar. Dit is de culinaire gids van Paresto met daarin diverse suggesties voor onder andere vergaderarrangementen, lunches, recepties en diners. Daarnaast kwam op 1 oktober de eindejaarsbrochure uit. Hierin staan diverse eindejaarslekkernijen zoals chocoladeletters, oliebollen en diverse kerstlunches, -diners en -buffetten.
27 DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Nieuw gebouw 322 Squadron Het 322 Squadron op vliegbasis Leeuwarden heeft sinds 1 september een nieuw onderkomen. Het oude gebouw stamde nog uit de jaren zeventig. Het nieuwe is een modern geheel met strakke vormgeving en veel glas. De openingshandeling werd verricht door de Commandant 322 Squadron luitenant-kolonel Erik Rab en Albert Plesman jr. (zie foto), een broer van oud-vlieger van 322 Jan Plesman. Hij werd in zijn Spitfire in 1944 in Frankrijk door de Duitsers neergeschoten, maar zijn vliegtuig en lichaam zijn nooit teruggevonden. 322 helpt de familie met de zoektocht in Frankrijk en vanwege deze bijzondere band is de familie Plesman uitgenodigd voor de opening van het nieuwe gebouw, dat naar Jan Plesman is vernoemd. Tijdens de openingsceremonie was er een fly by van een Spitfire. Later op de middag vonden er nog demovluchten plaats van dezelfde Spitfire, een Hunter en de demo F-16. Foto: Eva Klijn, AVDD
Luchtfotograaf bereikt 1000ste vlieguur
Zwitserland wint hondenbiatlon Woensdrecht
Met twee Zwitsers op het podium was de twintigste editie van de internationale hondenbiatlon op 1 september op vliegbasis Woensdrecht, een onderonsje uit dit Alpenland. Soldaat Schärer met zijn hond Basko. Nummer 2 werd de Nederlandse burgerhondengeleider Brands met Cooper. Wachtmeester Ritterband met Ingo behaalden de derde plaats. Aan de wedstrijd namen ruim negentig hondengeleiderteams deel, ieder bestaande uit een gecertificeerde bewakingshond en een geleider die een parcours van tien kilometer aflegeden met daarin twintig hindernissen, dressuuroefeningen en schietproeven. De uithoudingsproef bevatte een aantal situaties die biatleten ook in het dagelijks werk kunnen tegenkomen, zoals bij de aanhouding van verdachte personen. De teams uit België, Duitsland, Litouwen, Nederland en Zwitserland hebben allemaal een militaire of politieachtergrond. De organisatie van het open kampioenschap ligt in handen van Bureau Wedstrijdsport Koninklijke Luchtmacht en het Bureau Militaire Sport van de Koninklijke Militaire School Luchtmacht Vliegbasis Woensdrecht. Foto: Gerben van Es, AVDD
Luchtmacht Mannenkoor zoekt leden
Adjudant Eric Vorstenbosch van de Audiovisuele Dienst Defensie behaalde op 13 september zijn duizendste vlieguur als luchtfotograaf. Afgelopen jaren heeft hij in bijna ieder vliegtuigtype gevlogen. In meer dan 750 fotovluchten maakte Vorstenbosch zijn beelden voor diverse publicaties in binnen- en buitenland en ter ondersteuning van oefeningen en testvluchten. Het merendeel van de uren (666) werd gemaakt in de Alouette III (zie foto, met Vorstenbosch rechts) waarin ook nog altijd met een verticale camera opnames gemaakt worden van oefenterreinen en Defensielocaties. Het duizendste uur maakte hij vanuit een Cougar op de terugweg van vliegbasis Leeuwarden. Daar maakte Vorstenbosch opnames voor de Air Power Demo die tijdens de Luchtmachtdagen aan het publiek werden getoond. Foto: Gostar den Daas, www.aviamagazine.com
DE VLIEGENDE HOLLANDER 28
Vanaf de oprichting van het Luchtmacht Mannenkoor (LMK) koor op 1 september 1980 steeg het aantal leden gestaag op tot tussen de vijftig en zestig mannen vanaf 2000. Momenteel zijn er 59 leden. Van hen zijn er 26 75 jaar of ouder. Daarom zoekt het koor jonge aanwas, actief dienend of postactief. De Chef Kabinet van het CLSK heeft bovendien toestemming gegeven aan het LMKbestuur om gewezen korporaals en manschappen van de KLu tijdens LMK-optredens te kleden in het KLu DT. Voor gewezen militairen van andere krijgsmachtdelen, heeft de Chef Kabinet geen bezwaar tegen het dragen van het KLu DT tijdens optredens van het koor, op voorwaarde dat zij tijdens hun actieve dienstperiode enige affiniteit met de KLu hebben gehad. Nieuwe leden kunnen zich aanmelden bij de Secretaris van het koor: G. Commu, Francklaan 24, 3862 GS Nijkerk (GLD), tel./fax 033-2457891, e-mail
[email protected]. De repetities vinden iedere woensdagmiddag plaats, behalve in de maanden juni en juli, op het WS-Kamp van de voormalige vliegbasis Soesterberg. Kijk voor meer informatie over het Luchtmacht Mannenkoor op www.lmkweb.nl.
JOURNAAL
In memoriam
Commando-overdrachten
Op 27 september overleed kapitein Kees Walner. Als Senior Bedrijfskundig Adviseur was hij werkzaam bij Bureau Bedrijfsvoering en Informatievoorziening van de Staf Planning & Control op vliegbasis Eindhoven. Hij laat zijn echtgenote en een dochter na. Walner is 52 jaar geworden.
Kolonel vliegerarts Gerald Rots nam op 31 augustus het commando over het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML) over van kolonel vliegerarts John van der Hoorn. Hij gaf sinds 2007 leiding aan het instituut en gaat met Functioneel Leeftijdsontslag. Rots werkte voorheen bij het Commando Diensten Centra. De ceremonie werd gehouden in het Evenementencentrum Casino in Soesterberg waar voorafgaand een symposium plaatsvond getiteld ‘Man in aviation; what is happening at the Center for Man in Aviation’. Hierin was speciale aandacht voor de vliegmedische uitdagingen van het opkomende ruimtetoerisme en de wijze waarop de vliegerpsychologen van het CML zijn betrokken bij krijgsgevangenschap. Foto: Cor Buser
Laatste reünie voormalig 306 Squadron Oud-medewerkers van het voormalige 306 Squadron hielden op 25 augustus voor de laatste keer een reünie op de Vliegbasis Eindhoven. Het in 1953 opgerichte squadron werd in eerste instantie gestationeerd op de vliegbasis Volkel. De honderdzestig militairen werden een jaar later in Laarbruch in Duitsland geplaatst. Later waren Deelen, Twenthe, Volkel (met als reservebasis De Peel) en Springfield Air National Guard Base in de Verenigde Staten thuisbasis voor het 306 fotoverkennings- en later opleidingssquadron.
‘Decimomannu’ in actie voor Thelassemie Ruim honderdvijftig militairen op Decimomannu namen op 9 september deel aan een sponsorloop voor de Thelassemie Stichting. Zowel geoefende als beginnende lopers namen deel aan de actie. Zij liepen ieder de korte route (acht kilometer) of de lange route (elf kilometer). De sponsorloop was georganiseerd door vertegenwoordigers van de vier gebaseerde luchtmachten uit Duitsland, Italië, Nederland en Spanje. Thelassemie is een bloed aandoening die bij achttien procent van de bevolking op Sardinië voorkomt. De aangeboren afwijking heeft de afgelopen decennia veel aandacht gekregen. Daardoor is de levensverwachting van mensen die lijden aan deze ziekte aanzienlijk verbeterd. Maar, onderzoek én dus geld blijft nodig. De actie bracht 2.500 euro op. De organisatie is tevreden over het resultaat. Niet alleen werd een mooi bedrag opgehaald, door de gezamenlijke inspanning versterkte ook de onderlinge banden tussen de militairen. Foto: 1 (NLD) Fixed Wing Element
Luitenant-kolonel Leo van Bruggen nam op 18 september het commando over de 1 NLD Air Task Force over van overste Martin Hendriksma. De korte ceremonie vond plaats op Kandahar Airfield. ATF-17 maakte in 4,5 maand tweehonderd vluchten met in een totaal 310 uur. De helft daarvan bestond uit missies met het RecceLite fotoverkenningssysteem. ATF-18 verhuist in oktober naar het noordelijker gelegen Mazar-e-Sharif. Daarvandaan gaat het F-16 detachement van 120 mannen en vrouwen de politietrainings-missie in Kunduz ondersteunen. Foto: 1 (NLD) ATF
Opbrengst Mont Ventoux Experience voor Vlinderkind Deelnemers van de beklimming van de Mont Ventoux in Frankrijk hebben op 8 september op vliegbasis Woensdrecht de opbrengst van hun actie overhandigd aan Toine Nagel van de Stichting Vlinderkind. Onder leiding van kapitein Marcel Jansen is met Mont Ventoux Experience 6.000 euro opgehaald. Tweeëntwintig luchtmachtmedewerkers maakten op 19 juni per fiets een klim van ruim 1.600 meter op de Mont Ventoux in Frankrijk. Het bedrag dat zij hebben opgehaald, is onder andere tot stand gekomen uit een loten- en aardbeienverkoop en giften van medewerkers van de vliegbasis Woensdrecht. De Stichting Vlinderkind zet zich in voor kinderen en jong volwassenen met de erfelijke huidaandoening Epidermolysis Bullosa, een ziekte die ernstige blaren veroorzaakt bij de geringste aanraking of wrijving. Bij de overhandiging waren ook het achtjarige vlinderkind Jesse van Zijp en zijn vader aanwezig. Deze dag was voor Jesse extra bijzonder, omdat hij een kijkje mocht nemen bij de hondensectie, in een E-One crashtender, in een F-16 en zien hoe de KKW sim werkt.
29 DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Joyce Stevens wint fotoverkiezing
Fotografe van de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD) sergeant Joyce Stevens heeft de eerste Defensie-fotoverkiezing gewonnen. Defensiepersoneel verkoos haar foto uit drie door een vakjury geselecteerde opnamen. De afbeelding toont het vouwen van de Nederlandse vlag boven de kist van een gesneuvelde collega. ‘Vrijwel iedere militair, maar ongetwijfeld ook iedere Nederlander, weet wat deze foto betekent. De Nederlandse vlag wordt boven een kist gevouwen om vervolgens te overhandigen aan de nabestaanden van de gesneuvelde militair. Een zeer verdrietig, symbolisch en eervol moment. Als fotografe probeer ik altijd eervol en respectvol elk moment vast te leggen, zodat de gebeurtenis een waardige herinnering wordt waar mensen later op kunnen terugkijken.’ Slechts een fractie van al de AVDD-foto’s wordt gepubliceerd en het unieke verhaal achter een foto gaat vaak verloren. De fotoverkiezing die dit jaar voor het eerst plaatsvond, moet daarin verandering brengen. Alle fotografen droegen hun beste foto van 2010 voor. Op basis van originaliteit, kwaliteit en onderscheidend vermogen selecteerde de vakjury er drie. Na publicatie in het CDC-personeelsblad Pijler konden collega’s via CDC-intranet een stem uitbrengen. Foto: AVDD
Vierdaagse op Kandahar
Cougar to the (Search and) Rescue
Het Defensie Helikopter Commando (DHC) trainde onlangs op vliegbasis Gilze-Rijen het zogenoemde hoisten met een Cougar waarbij met een lier (hoist) een persoon kan worden opgetakeld. De oefening maakt deel uit van het traject dat Cougar-bemanningen klaar stoomt voor Search and Rescue (SAR)-taken. De Lynx beëindigde op 1 juli na dertig jaar de inzet voor SAR-taken. De drie AB412’s van het 303 SAR-Squadron nemen vanaf die datum deze verantwoordelijkheid op zich, naast de bestaande SAR-taken (het opsporen en redden van jachtvliegers die boven zee neerstorten) en het patiëntenvervoer van de Waddeneilanden. De Cougars van het 300 Squadron staan vanaf genoemde datum stand-by voor de AB412. In eerste instantie worden drie instructeurs opgeleid die hun kennis delen met de rest van de bemanningen. Naast het hoisten wordt het vliegen boven zee en het uitvoeren van SAR-patronen geoefend. De AB412 wordt net als de restende Lynxen op termijn vervangen door de nieuwe NH90. Foto: Arnoud Schoor, AVDD
Leeuwarden op Visserijdagen Harlingen In navolging van de Nederlandse variant in Nijmegen vond eind augustus de vierdaagse op Kandahar Airfield plaats. In totaal liepen 43 deelnemers tijdens vier dagen de dertien kilometer om de startbaan, om aan het eind van de week een medaille, certificaat en een T-shirt te ontvangen. Om de Afghaanse hitte enigszins voor te zijn, startten de deelnemers rond half vijf in de ochtend. Onderweg waren verzorgingsposten ingericht die de deelnemers voorzagen van het nodige eten en drinken. Onder de lopers bevonden zich ook enkele internationale wandelaars die graag meeliepen in deze Nederlandse wandeltocht georganiseerd door de Bureau Sport van de Air Task Force. Dankzij de vrijwilligers verliep de vierdaagse goed en is er voor het goede doel, Schools 4 Afghanistan, zo’n 800 dollar opgehaald. Foto: 1 (NLD) ATF
DE VLIEGENDE HOLLANDER 30
Vliegbasis Leeuwarden was op zaterdag 27 augustus op de ‘Defensiekade’ in Harlingen present om het publiek tijdens de jaarlijkse Visserijdagen te informeren over haar taken. Bij een F-16 gaven specialisten uitleg over het toestel en konden kinderen voor een klein bedrag verkleed als F-16 vlieger op de foto. Dit bracht 250 euro op voor de kinderafdeling van Medisch Centrum Leeuwarden. Ook de E-One crashtender van de vliegbasis en een AB412 Search and Rescue-helikopter, een bekende verschijning in het waddengebied, trokken veel bekijks. Het 303 SAR-Squadron had vrijdagnacht twee patiëntenvluchten uitgevoerd maar vloog daarna meteen richting Harlingen om het publiek een kijkje in het toestel te bieden. ‘s Middags maakten de helikopter en een Dornier 228 kustwachtvliegtuig een fly by. Door het slechte weer en het onweer was er geen demonstratie van de SAR mogelijk.
JOURNAAL
Oud-oorlogsvlieger Chris Vlotman overleden Voormalig oorlogsvlieger Chris Vlotman overleed op 29 september op 96-jarige leeftijd. Met vier luchtoverwinningen was hij de hoogst scorende Nederlandse oorlogsvlieger tijdens WIO II in dienst van de Royal Air Force. Vlotman werd geboren in Den Haag. Na de MULO en de middelbare tuinbouwschool trok hij eind jaren dertig naar Groot-Brittannië om daar zijn geluk te zoeken in de bloemenhandel. Nadat Nederland was bezet meldde hij zich in juni 1940 als oorlogsvrijwilliger bij de Nederlandse ambassade in Londen. Na enige tijd bij de Nederlandse landstrijdkrachten, kon hij in de zomer van 1941 worden overgeplaatst naar de RAF. Met twaalf andere Nederlanders begon hij aan de vliegopleiding. Van deze groep overleefden er zeven de oorlog niet. Na training in Groot-Brittannië en Canada, kwam hij in mei 1943 terecht bij het No. 488 (New Zealand) Squadron, dat eerst nog vloog met Bristol Beaufighter, maar als snel overschakelde op de DeHavilland Mosquito. Samen met zijn Britse navigator Johnny Wood, boekte hij in 1944 vier nachtelijke luchtoverwinningen, waarvan twee tijdens dezelfde missie in de nacht van 21 op 22 maart 1944. Na een operationele tour van achttien maanden kreeg Vlotman een aanstelling als vlieginstructeur. Daarna vloog hij nog enige tijd bij de Nederlandse 1316 Flight, de voorloper van het huidige 334 Squadron. In 1946 zegde Vlotman de militaire dienst vaarwel en stapte hij over naar de KLM. Na 23.000 vlieguren ging hij in 1973 met pensioen. Vlotman was gedecoreerd met onder meer het Britse Distinguished Flying Cross en het Nederlandse Vliegerkruis. Foto: Uit collectie NIMH
Herinneringsmedaille voor KDC-10 crews Voor hun bijdrage aan het reddingswerk na de Tsunami van 2004, ontvingen op 26 september zeventien militairen en oudgedienden de Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen met de gesp Tsunami 2004. De gedecoreerden maakten deel uit van de twee crews van de KDC-10 die werden ingezet voor het vervoer van hulpgoederen en repatriëring van slachtoffers. Commandant vliegbasis Eindhoven kolonel Bas Pellemans memoreerde de chaos en het leed dat de betrokken crews aantroffen. Het eremetaal dat in 1971 is ingesteld, werd slechts aan een select en zeer gewaardeerd gezelschap uitgereikt. Twee crewleden waren afwezig tijdens de ceremonie. Zij krijgen later de medaille uitgereikt. De zeebeving die wordt gezien als één van de ergst natuurrampen in de recente geschiedenis kende vele slachtoffers. Foto: Eric Vorstenbosch, AVDD
Agenda Militaire Luchtvaart Museum Expositie Sinds 1 juli 2011 is in het Militaire Luchtvaart Museum de tijdelijke expositie ‘Soms een enkele keer in de wolken – 60 jaar vrouwen bij de Luchtmacht’ te zien. Deze toont aan de hand van de verhalen van zes vrouwelijke luchtmachtmilitairen hoe de rol van de vrouw in de luchtmacht sinds het begin van de jaren vijftig is veranderd. Dagelijks vanaf 1 juli. Open cockpitdagen Voor het laatst gaan in 2011 een aantal cockpits voor het publiek open. Iedere keer zijn cockpits van andere vliegtuigen en helikopters opengesteld. Op 27 november.
COLOFON De Vliegende Hollander is een uitgave van de Koninklijke Luchtmacht, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensie Media HOOFDREDACTIE Luitenant-kolonel Willem Bogaard EINDREDACTIE Arno Marchand VORMGEVING OBT bv, Den Haag DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 28.500 ex. INTERNET www.defensie.nl/luchtmacht REDACTIEADRES (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) De Vliegende Hollander Kamer 14A01 Postbus 8762, 4820 BB Breda, MPC-92A Telefoon: 076 - 544 71 30 C2VN: (450) 47130 Fax: 076 - 544 71 31 E-mail kopij:
[email protected] E-mail foto’s:
[email protected] ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht dienen de adreswijziging te muteren in PeopleSoft of door te geven bij de P&O-functionaris. Postactieven, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers dienen de adresdrager met gecorrigeerde gegevens op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven, Abonnementenadministratie de Vliegende Hollander, Postbus 8762, 4820 BB Breda. Per mail naar
[email protected] kan uitsluitend indien voorzien van de code boven de naam op de adresdrager. Zonder code wordt mail niet behandeling genomen. BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement behorend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost € 17,02 per jaar (buitenland € 21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland, Postbus 20, 1910 AA Uitgeest, telefoon: 0900-22 65 263 (10 cent per minuut), fax: 0251-31 04 05, www.aboland.nl. Opzegtermijn bedraagt zes weken. Aanhaling uit en overname van (delen van) artikelen in dit blad is toegestaan, mits met toestemming van de redactie en bronvermelding. ISSN 0024-0389
Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur, zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Gesloten op maandag, zaterdag, Nieuwjaarsdag, Eerste Paasdag, Koninginnedag, Eerste Pinksterdag en beide Kerstdagen. Het museum is gratis toegankelijk. Bezoekadres: Kampweg 120, 3769 DJ Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
31 DE VLIEGENDE HOLLANDER
BEN JIJ FIT GENOEG VOOR DE LUCHTMACHT? O p b a s e - x, d e v i r t u e l e b a s i s v a n d e L u c h t m a c h t, k u n j e o n l i n e d e F i t n e s s Q u i c k Te s t d o e n . E e n t e s t o m t e k i j k e n o f j e g e z o n d e n f i t g e n o e g b e n t v o o r d e L u c h t m a c h t . Ti j d e n s d e F i t n e s s Q u i c k Te s t w o r d j e o n l i n e b e g e l e i d d o o r e e n f i t n e s s i n s t r u c t e u r d i e i n 1 5 m i n u t e n h e t t ra i n i n g s p r o g ra m m a m e t je doorloopt. Zo wordt je vetpercentage gemeten, je conditie vastgesteld en je spierkracht getest. Ben je er klaar voor? Ga snel naar werkenbijdeluchtmacht.nl/fqt en kijk hoe je ervoor staat.
WERKENBIJDELUCHTMACHT.NL
DE LUCHTMACHT. ÉÉN TEAM. ÉÉN TAAK