Vergadering: Datum: Locatie: Agendapunt:
PHO Verkeer, Economische Zaken, Ruimte (wisselende samenstelling) 27 juni 2011 13.00 – 17.30 uur gemeentehuis Katwijk 01
Onderwerp: Agenda
Portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer 01
Opening en vaststelling agenda (13.00 uur -13.05 uur)
02
Mededelingen, ingekomen stukken en uitgegane brieven (13.05 uur – 13.10 uur)
Mededelingen 2.M.1 Uitkomst van de bespreking in het PVVB over de beschikbaar te stellen BDU subsidie voor het jaar 2012. 2.I.1 Informatie over OV chipkaart oplaadpunten in de regio. Bijgaand treft u een brief van de provincie met de richtlijn oplaadpunten OV chipkaart aan. Via de volgende link kunt u zien waar momenteel oplaadpunten zijn. http://maps.google.com/maps/ms?hl=nl&ie=utf8&msa=0&msid=11470381487873716483 7.00045ea0909fbfb2c5ae0&ll=52.212656,4.507141&spn=0.942442,2.471924&z=9
Voorstel: Kennis te nemen van de mededelingen 03 Eerste partiele herziening OV Visie (13.10 uur – 14.00 uur) Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft op 24 juni 2009 de OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet vastgesteld. Op 1 april 2010 hebben de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude zich aangesloten bij Holland Rijnland. De OVvisie moet hierop worden aangepast. Voorstel: 1. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om de ontwerp eerste partiële herziening OV-visie vast te stellen; 2. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om de ontwerp eerste partiële herziening OV-visie vrij te geven voor zienswijzen. 04 OV concessie 2012-2022 Zuid Holland Noord (14.00 uur – 14.45 uur) Rond de zomer werkt de provincie aan het opstellen van een Programma van Eisen als basis voor de aanbesteding van de OV concessie Zuid-Holland Noord. De regio zal hier haar inbreng in willen leveren. Het tijdstip is echter afhankelijk van de planning van de provincie. Indien dit in te passen is van een gedachtewisseling over dit onderwerp in dit ingelaste portefeuillehoudersoverleg plaatsvinden. De portefeuillehouders Economische Zaken en Ruimte sluiten aan bij het overleg. Gezamenlijk portefeuillehoudersoverleg Verkeer, Economische Zaken en Ruimte 05 Eerste partiële herziening RSV (14.50 uur – 16.10 uur) Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft op 24 juni 2009 de Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland (RSV) vastgesteld. Op 1 april 2010 hebben de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude zich aangesloten bij Holland Rijnland. De RSV moet hierop worden aangepast. Bijgevoegd zijn twee documenten: 1. concept ontwerp eerste partiële herziening RSV; hierin staat een was-wordt tabel waarbij de huidige teksten en de voorgestelde nieuwe teksten naast elkaar zijn gezet. 2. concept ontwerp eerste partiele herziening RSV verwerkt in het opgemaakte document. Hierin zijn alle voorgestelde nieuwe teksten verwerkt in de RSV.
1
Voorstel: 1. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om de ontwerp eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie Holland Rijnland vast te stellen; 2. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om de ontwerp eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie Holland Rijnland vrij te geven voor zienswijzen. Na bespreking van dit agendapunt worden de portefeuillehouders Verkeer en Economische Zaken in de gelegenheid gesteld de vergadering te verlaten. Portefeuillehoudersoverleg Ruimte 06 Uitgangspunten woonruimteverdeling 2012 (16.15 uur – 17.20 uur) De regiogemeenten, corporaties en huurdersorganisaties werken samen aan een nieuw woonruimteverdeelsysteem. De gezamenlijke stuurgroep Woonruimteverdeling heeft 20 mei een voorlopig advies opgesteld voor de beleidsuitgangspunten voor het nieuwe systeem. Het Dagelijks Bestuur vraagt namens de stuurgroep een eerste reactie van portefeuillehoudersoverleg Ruimte op deze conceptnota van beleidsuitgangspunten. Voorstel: 1. Meningsvormende discussie over de conceptnota beleidsuitgangspunten woonruimteverdeling; 2. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om de stuurgroep te verzoeken de uitkomsten van de discussie te betrekken bij het definitieve advies voor de beleidsuitgangspunten. 07
Rondvraag en sluiting (17.20 uur – 17.30 uur)
2
Memo
Contact
Dhr. S.G. Kalsbeek T 070 - 441 84 13
[email protected] Dhr. F. Cohen T 070 - 441 71 85
[email protected]
Aan
Datum
13 april 2011
Kopie aan
Onderwerp
Oplaadpunten OV-chipkaart Van gemeenten en inwoners in Zuid-Holland ontvangt de provincie Zuid-Holland regelmatig een verzoek om een distributiepunt voor de OV-chipkaart in te richten. Graag geven wij hierop een reactie omdat wij het belang van een goed en passend distributienetwerk voor de reiziger onderschrijven. De provincie Zuid-Holland en haar vervoerders hebben conform de voorwaarden in de concessie het distributienetwerk voor de OV-chipkaart ingericht. In aanvulling hierop worden in de bussen van Arriva volgens planning vanaf week 25 afhaalmachines geplaatst. Bij een afhaalmachine kan via internet besteld reissaldo afgehaald worden. De provincie Zuid-Holland is voornemens om het distributienetwerk in 2011 te evalueren. Wij zullen hierbij de verzoeken van de verschillende partijen meenemen. Op dit moment zien wij geen aanleiding om het distributienetwerk aan te passen. Graag wijzen u op de mogelijkheid om zelf een OV-chipkaartoplaadpunt in te laten richten en te financieren. U kunt hiervoor direct contact opnemen met de leveranciers CVV en MCOM. Zij kunnen u verder details geven over de financiering en inrichting. Voor de inrichting en installatie van een OV-chipkaartoplaadpunt wordt ca. € 9.000,00 gerekend. Wij adviseren u contact op te nemen met mevrouw Tettelaar (
[email protected]) of de heer van Dusseldorp (
[email protected]). Wij hopen dat uw vraag voldoende is beantwoord. Als u nog vragen hebt kunt u contact opnemen met de heer Kalsbeek (
[email protected]) of de heer Cohen (
[email protected]).
1/1
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
Oplegvel 1.
Onderwerp
2.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
3.
Regionaal belang
4.
Behandelschema:
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur Platformtaak volgens gemeente Aan de hand van de OV-visie wil Holland Rijnland met de provincie Zuid-Holland als OV-autoriteit, in gesprek om het openbaar vervoer in de regio fors te verbeteren. Het uiteindelijke doel hiervan is de bereikbaarheid van dit deel van de Randstad te continueren en waarmogelijk te verbeteren. Datum: Informerend
Datum: Adviserend
Datum: Besluitvormend
26 mei 2011 27 juni 2011 Sept. 2011
DB PHO AB Gemeenteraad
Juli – Sept. 2011 Januari 2012 Februari 2012 Maart 2012
5.
Advies PHO
PHO 27 juni 2011
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
Nvt
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
8.
Inspraak
9.
Financiële gevolgen
10.
Bestaand Kader
De OV-visie Holland Rijnland wordt herzien naar aanleiding van de aansluiting van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Rijnwoude en Nieuwkoop in 2010. Het PHO V&V wordt gevraagd het DB te adviseren om de eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland vrij te geven voor zienswijzen. Alleen op de herziene teksten kan een zienswijze ingediend worden. Consequenties door het mogelijk wijzigen van het tracé en modaliteit van de RijnGouwelijn is nog niet in de OV-visie verwerkt omdat er nog geen officiële besluiten genomen zijn. Nee Ja, door: gemeenteraden, mede-overheden, overige belanghebbenden Wanneer: 11 juli – 3 oktober 2011 (12 weken) Binnen begroting Holland Rijnland (harmonisatie) Buiten begroting (extra bijdrage gemeenten) te weten: Structureel/incidenteel Relevante regelgeving: Eerdere besluitvorming: OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet, vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 24 juni 2009.
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Adviesnota PHO Vergadering:
PHO Verkeer en Vervoer
Datum: Locatie:
27 juni 2011 Katwijk
Agendapunt:
[agendapuntnummer]
Onderwerp: Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Beslispunten: 1. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om de ontwerp eerste partiële herziening OV-visie vast te stellen; 2. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om de ontwerp eerste partiële herziening OV-visie vrij te geven voor zienswijzen. Alleen op de herziene teksten kan een zienswijze ingediend worden. Inleiding: Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft op 24 juni 2009 de OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet vastgesteld. Op 1 april 2010 hebben de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude zich aangesloten bij Holland Rijnland. De OVvisie moet hierop worden aangepast. De OV-visie is opgenomen in de gemeenschappelijke regeling van Holland Rijnland. Het opstellen en actualiseren van de OV-visie is daarmee een richtinggevende taak van de regio (categorie 1). Beoogd effect: Het doel van de eerste partiële herziening van de OV-visie is: de opstelling van een visie op het openbaar vervoer in 2020 voor Holland Rijnland in de nieuwe gebiedssamenstelling. Het in de OV-visie gepresenteerde netwerk is de basis voor: De door de provincie Zuid Holland op te stellen concessie-eisen en –wensen. De provincie is concessiehouder voor het OV binnen Holland Rijnland. De noodzakelijke en gewenste infrastructuurprojecten die nodig zijn om het OV in de regio te verbeteren. Daarbij zal, waar mogelijk, worden aangesloten op de plannen van de Provincie Zuid Holland en van omliggende regio’s. Argumenten: 1.1 Uitgangspunten huidige OV-visie niet gewijzigd De eerste partiële herziening van de OV-visie gaat over de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop, Rijnwoude en Kaag en Braassem en de relatie van dit gebied met de omliggende omgeving. De tekst van de huidige OV-visie met betrekking tot de twaalf gemeenten in Holland Rijnland ten tijde van het opstellen van de huidige OV-visie is niet gewijzigd. 1.2 Geen apart document De eerste partiële herziening OV-visie is geen losstaand document, maar wordt als integraal onderdeel van de OV-visie Holland Rijnland vastgesteld. 3
2.1 Periode van zienswijze conform Algemene wet Bestuursrecht, Inspraakverordening Holland Rijnland en Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland (artikel 6) Conform de Algemene wet Bestuursrecht (AwB), Inspraakverordening Holland Rijnland en artikel 6 van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland wordt het document (minimaal) 12 weken ter inzage gelegd. De gemeenteraden en andere betrokken partijen kunnen zienswijzen indienen. Alleen op de herziene teksten kan een zienswijze ingediend worden. Vervolgens wordt een Nota van beantwoording en wijzigingen opgesteld. Deze wordt vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland. De eerste partiële herziening wordt tenslotte als integraal onderdeel van de OV-visie ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland. Kanttekeningen/risico’s: 1.1. RijnGouwelijn is uitgangspunt Bij het opstellen van de OV-visie is de RijnGouwelijn (oost en west) met het tracé in Leiden via de Hooigracht / Lange Gracht als uitgangspunt meegenomen. In het coalitie-akkoord van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland is opgenomen dat het college voor de RijnGouwelijn weliswaar vasthoudt aan een hoogwaardige OV-verbinding van Gouda tot de kust, maar dat de lijn geknipt wordt bij Leiden Centraal Station. Voor het oostelijk deel van het traject kiest het college voor een verbeterde verbinding via bestaand spoor. Het westelijk deel vanaf Leiden Centraal Station wil het college realiseren via een vertrambare busbaan. Op basis hiervan zal de provincie met alle partijen waarmee zij bestuursovereenkomsten is aangegaan, in overleg treden. Uitgangspunt voor Holland Rijnland is bestaand beleid, ofwel de RijnGouwelijn. Natuurlijk zijn wij bereid om in het kader van goed bestuur in overleg te treden met de provincie Zuid - Holland om de verdere uitleg van het coalitieakkoord van Gedeputeerde Staten te vernemen. Gewaakt moet worden dat een lopende discussie vertraging oplevert voor het harmonisatietraject. 2.1 Ter discussie stellen van huidige teksten OV-visie De totstandkoming en vaststelling van de eerste partiële herziening van de OV-visie, kan leiden tot herhaling van eerdere discussies die al waren afgerond bij de vaststelling van de huidige OV-visie. Daarom zal worden benadrukt dat alleen op de herziene teksten een zienswijze ingediend kan worden. Financiën: De eerste partiële herziening van de OV-visie Holland Rijnland heeft voor Holland Rijnland geen financiële consequenties. Aan de betrokken gemeenten wordt gevraagd medewerking te verlenen aan en zonodig middelen te reserveren voor het realiseren van het OV-netwerk door knelpunten binnen de gemeente aan te pakken, ruimtelijke ontwikkelingen rond knooppunten te stimuleren en fysieke ruimte te reserveren voor (congestievrije) routes. Actiepunten per gemeente variëren van het afstellen van VRI’s, realisering voorzieningen bij halten zoals fietsenrekken tot planologische procedures voor de aanleg van voorsorteerstroken en vrije busbanen. Communicatie: Het vrijgeven van de eerste partiële herziening van de OV-visie Holland Rijnland voor zienswijzen wordt middels middels een officiële publicatie op de gemeentelijke pagina’s van lokale huis-aan-huis bladen, gemeentelijke websites, een persbericht en op de website van Holland Rijnland bekend gemaakt. De OV-visie wordt expliciet aan de gemeenteraden, provincie Zuid Holland, ROVER, ROVH en de vervoerders aangeboden met een verzoek om zienswijze. In het najaar wordt een informatieve bijeenkomst georganiseerd voor de raadsleden. 4
Bijlagen: 1. Concept ontwerp eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland (was-wordt tabel waarin oude en nieuwe voorgestelde teksten naast elkaar staan); 2. (Huidige) OV Visie Holland Rijnland, Schakels in het Zuidvleugelnet, vastgesteld door het Algemeen Bestuur in juni 2009.
5
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Versie: 5.2 Datum: 27 mei 2011 1
Inleiding
1.1 Kader van de herziening Kader Deze herziening is een partiële herziening van de OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet, vastgesteld door het Algemeen Bestuur in juni 2009. De herziening betreft een aanpassing van de OV-visie voor het gebied van het voormalige Rijnstreekberaad. De OV-visie Holland Rijnland blijft ongewijzigd, met uitzondering van de in deze herziening (in hoofdstuk 2) opgenomen wijzigingen. Plangebied en planhorizon De herziening betreft het grondgebied van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Rijnwoude. De planperiode van de herziening is gekoppeld aan die van de huidige OV-visie: 2020. 1.2 Aanleiding voor de herziening Op 1 april 2010 hebben de gemeenten uit het voormalig Rijnstreekberaad zich aangesloten bij Holland Rijnland. De OV-visie Holland Rijnland moet hierop worden aangepast. 1.3 Doel van de herziening Het doel van de eerste partiële herziening van de OV-visie is: de opstelling van een visie op het openbaar vervoer in 2020 voor Holland Rijnland in de nieuwe gebiedssamenstelling. Het in de OV-visie gepresenteerde netwerk is de basis voor: De door de provincie Zuid Holland op te stellen concessie-eisen en –wensen. De provincie is concessiehouder voor het OV binnen Holland Rijnland. De noodzakelijke en gewenste infrastructuurprojecten die nodig zijn om het OV in de regio te verbeteren. Daarbij zal, waar mogelijk, worden aangesloten op de plannen van de Provincie Zuid Holland en van omliggende regio’s.
30-5-2011
Pagina 1 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
2
Wijzigingen tekst en kaarten OV-visie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet
Inleiding Paragraaf Inleiding
Pagina 5
Huidige tekst OV-visie Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland heeft het project „Visie Openbaar Vervoer Holland Rijnland‟ gestart teneinde tot een document te komen waarin vanuit de regio Holland Rijnland een beeld geschetst wordt van de gewenste ontwikkelingen op het gebied van het openbaar vervoer. Aan de hand van de OV-visie wil Holland Rijnland met de provincie Zuid-Holland, als OV autoriteit, in gesprek om het openbaar vervoer in de regio fors te verbeteren met als uiteindelijk doel de bereikbaarheid van dit deel van de Randstad (met name de regio Leiden e.o.) te kunnen continueren en waar mogelijk te verbeteren.
Wijzigen in: Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland heeft het project „Visie Openbaar Vervoer Holland Rijnland‟ gestart teneinde tot een document te komen waarin vanuit de regio Holland Rijnland een beeld geschetst wordt van de gewenste ontwikkelingen op het gebied van het openbaar vervoer. Aan de hand van de OV-visie wil Holland Rijnland met de provincie Zuid-Holland, als OV autoriteit, in gesprek om het openbaar vervoer in de regio fors te verbeteren met als uiteindelijk doel de bereikbaarheid van dit deel van de Randstad (met name de regio Leiden e.o.) te kunnen continueren en waar mogelijk te verbeteren. Op 1 april 2010 hebben de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Rijnwoude zich aangesloten bij de regio Holland Rijnland. Dit heeft geleid tot de eerste partiële herziening van de OVvisie Holland Rijnland, schakels in het Zuidvleugelnet. De eerste partiële herziening wordt als integraal onderdeel van de OVvisie Holland Rijnland vastgesteld.
30-5-2011
Pagina 2 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
2.1
Samenvatting
Paragraaf Samenvatting
Pagina 7
7
Huidige tekst OV-visie Het OV-net bestaat naast de RijnGouwelijn uit acht zware busverbindingen en heeft daardoor een duidelijk metro-achtige structuur. Het gepresenteerde netwerk (zie afbeelding 1.1) bestaat uit: - Zes Stedenbaan Stations plus Leiden Lammenschans waar op werkdagen overdag minimaal 4 tot 6 maal per uur een trein stopt; Leiden CS is de belangrijkste transferplaats (hub).Station Sassenheim is de subhub in de regio. - Drie HOV-lijnen: De RijnGouwelijn (Oost en West), de lijn Leiderdorp – Leiden (Meerlijn-Noord) en de lijn Leiden Zoetermeer (Meerlijn-Zuid) die in de spits tenminste 8 keer per uur rijden. De HOVlijnen rijden (vrijwel) volledig op vrije baan; - Zes zware lijnen, de zogenoemde Holland Rijnland lijnen (HR-lijnen) die in de spits tenminste 6 keer per uur rijden. De HRlijnen rijden congestie vrij, waar nodig op vrije baan; - Diverse ontsluitende buslijnen waarvan het merendeel in de spits 4 keer per uur rijdt. In en rond Leiden zijn ontsluitende buslijnen gebundeld zodat een aantal frequente hoofdassen ontstaan.
Wijzigen in: Het OV-net bestaat naast de RijnGouwelijn uit negen zware busverbindingen en heeft daardoor een duidelijk metro-achtige structuur. Het gepresenteerde netwerk (zie afbeelding 1.1) bestaat uit: - Zes Stedenbaan Stations plus Leiden Lammenschans en Alphen aan den Rijn waar op werkdagen overdag minimaal 4 tot 6 maal per uur een trein stopt; Leiden CS is de belangrijkste transferplaats (hub). Stations Sassenheim en Alphen aan den Rijn zijn de subhubs in de regio. - Drie HOV-lijnen: De RijnGouwelijn (Oost en West), de lijn Leiderdorp – Leiden (Meerlijn-Noord) en de lijn Leiden Zoetermeer (Meerlijn-Zuid) die in de spits tenminste 8 keer per uur rijden. De HOVlijnen rijden (vrijwel) volledig op vrije baan; - Zeven zware lijnen, de zogenoemde Holland Rijnland lijnen (HR-lijnen) die in de spits tenminste 6 keer per uur rijden. De HR-lijnen rijden congestie vrij, waar nodig op vrije baan; - Diverse ontsluitende buslijnen waarvan het merendeel in de spits 4 keer per uur rijdt. In en rond Leiden zijn ontsluitende buslijnen gebundeld zodat een aantal frequente hoofdassen ontstaan.
Afbeelding 1.1, pag. 8 wordt vervangen door onderstaande kaart:
30-5-2011
Pagina 3 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
30-5-2011
Pagina 4 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf Organisatie en uitvoering
2.2
Pagina 10
Huidige tekst OV-visie De huidige concessie loopt tot 1 januari 2011
Wijzigen in: De huidige concessie loopt tot 1 januari 2013
Aansluiting bij bestaande projecten
Paragraaf 3.1 OV ontwikkelingen, Stedenbaan
Pagina 16
16
Huidige tekst OV-visie Ook is er overeenstemming over de aanleg van station Sassenheim ter hoogte van de Wasbeeklaan, waarbij voor- en natransport per bus wordt aangeboden. Dit station zal in 2010 worden geopend. Toevoegen aan eind van deze paragraaf:
Wijzigen in: Ook is er overeenstemming over de aanleg van station Sassenheim ter hoogte van de Wasbeeklaan, waarbij voor- en natransport per bus wordt aangeboden. Dit station zal in 2011 worden geopend. Het BPZ heeft het voornemen om de lijn Leiden – Alphen aan den Rijn – Utrecht toe te voegen aan Stedenbaan per 2012. In Holland Rijnland worden dan de stations Lammenschans en Alphen aan den Rijn toegevoegd aan de huidige lijst van Stedenbaanstations. De concepten Stedenbaan en ZuidvleugelNet (zie verderop in dit hoofdstuk) zijn per 2010 samengebracht in hetzelfde programmabureau onder de naam Stedenbaan Plus.
3.1 OV ontwikkelingen, Intercity-net
30-5-2011
17
De verbinding van Leiden naar Utrecht is echter stiefmoederlijk bedeeld. Er zijn nog geen concrete plannen om de deels enkelsporige spoorlijn Leiden – Utrecht uit te bouwen opdat er een snelle intercityverbinding Leiden – Alphen – Utrecht gerealiseerd kan worden.
De verbinding Leiden – Utrecht heeft deels een enkelsporige spoorlijn. De mogelijkheden om deze uit te bouwen naar dubbelspoor worden verkend. Daarmee kan een snelle intercityverbinding Leiden – Alphen aan den Rijn – Utrecht gerealiseerd worden.
Pagina 5 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf 3.1 OV ontwikkelingen, Provincie ZuidHolland, Zuidvleugelnet
Pagina 17/18
Huidige tekst OV-visie In het collegeprogramma 2007-2011 van de Provinciale Staten van Zuid-Holland wordt de ambitie uitgesproken om te komen tot een stijging van de kwaliteit van het openbaar vervoer, en daarmee een toename van het aandeel in de totale mobiliteit in Zuid-Holland. Hiertoe dienen volgens het college ontbrekende schakels en kansrijke nieuwe schakels te worden aangelegd zodat een hoogwaardig regionaal OV-net ontstaat. Als afgeleide daarvan wordt uitgesproken dat de uitvoering van de buscorridors Alphen aan den Rijn – Schiphol en Bollenstreek – Schiphol versneld zal worden uitgevoerd. Hiervoor is € 20 miljoen begroot. Ook reserveert het college € 152 miljoen voor de realisering van de RijnGouwelijn van Gouda tot aan de kust. De bedoeling is dat de volledige lijn in 2014 gaat rijden. Het provinciale college wil bovendien de ketenmobiliteit verbeteren. Daarvoor wil men komen tot sociaal-veilige en hoogwaardige OV-knooppunten en het integreren van het openbaar vervoer in de provincie tot één hoogwaardig OV-systeem. Ten eerste dienen goede aansluiting van de verschillende vervoervormen onderling bij de knooppunten te worden gerealiseerd. Bovendien zijn de voorzieningen en de veiligheid bij de knooppunten belangrijk. Daartoe zet de provincie tot 2011 onder andere in op de realisatie van 3000 fietsplaatsen en 1000 P+R parkeerplaatsen bij OV-knooppunten in de provincie.
30-5-2011
Wijzigen in: In het hoofdlijnenakkoord 2011-2015 van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland wordt aangegeven dat de provincie investeert in duurzaamheid, veiligheid en toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Aangegeven wordt dat openbaar vervoer in grote mate moet worden ingezet als goed alternatief voor woon-werkverkeer. Dit betekent een hoge frequentie van veel gebruikte lijnen. De leefbaarheid van (kleine) kernen wordt bevorderd door maatwerk. Als concreet uitgangspunt wordt aangegeven dat voor de RijnGouwelijn vastgehouden wordt aan een hoogwaardige OV-verbinding van Gouda tot aan de kust. Voor het oostelijk deel van het traject wordt gekozen voor een verbeterde verbinding via bestaand spoor. Het westelijke deel wil men realiseren via een vertrambare busbaan. Vanuit de vorige bestuursperiode is de provincie actief bezig om het komende jaar ongeveer 50% van de OV-haltes uit te rusten met dynamische reizigersinformatie. Reisinformatie.
Pagina 6 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf
Pagina
Huidige tekst OV-visie Hiervoor is tot 2011 € 7 miljoen beschikbaar. Bovendien is de ambitie om minimaal 50% van de OV-haltes uit te rusten met dynamische reizigersinformatie. Reisinformatie wordt daarbij gekoppeld aan dynamisch verkeersmanagement op de wegen. Voor de dynamische reisinformatie is in het collegeprogramma tot 2009 € 5 miljoen gereserveerd.
Wijzigen in:
3.1 OV ontwikkelingen, Provincie ZuidHolland, Zuidvleugelnet
17/18
Randstadrail Onderdeel van het ZuidvleugelNet, maar waard om speciaal te noemen, is Randstadrail, bestaande uit de railverbindingen Den Haag – Zoetermeer en Den Haag – Rotterdam, vanaf 2010 aangevuld met de aansluitende busshuttle Zoetermeer – Rodenrijs (ZoRo-bus).
Randstadrail Onderdeel van het ZuidvleugelNet, maar waard om speciaal te noemen, is Randstadrail, bestaande uit de railverbindingen Den Haag – Zoetermeer en Den Haag – Rotterdam, vanaf eind 2012 aangevuld met de aansluitende busshuttle Zoetermeer – Rodenrijs (ZoRo-bus).
3.1 OV ontwikkelingen, Stadsregio Amsterdam, OV-visie 2020-2030
19
Toevoegen aan eind van deze paragraaf:
In de regio Amsterdam wordt momenteel het MRAnet uitgerold. MRAnet bestaat uit hoogfrequente lijnen met comfortabele haltes en materieel. Op termijn zal dit openbaar vervoerconcept Randstadbreed worden ingevoerd als R-net.
3.1 OV ontwikkelingen, HOV-corridor Bollenstreek – Schiphol en Bereikbaarheidsstudie grensstreek Noorden Zuid Holland
19
HOV-corridor Bollenstreek – Schiphol Holland Rijnland voert in samenwerking met de Stadsregio Amsterdam en de provincies Zuid Holland en Noord Holland een verkenning uit naar de (H)OV-corridor Bollenstreek – Schiphol. In de verkenning wordt onderzocht wat de OV-problemen zijn in de corridor en hoe deze kunnen worden opgelost. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de ruimtelijke,
Bereikbaarheidsstudie grensstreek Noord- en Zuid Holland De bereikbaarheidsstudie komt voort uit de Gebiedsuitwerking HaarlemmermeerBollenstreek en is een initiatief van de provincies Noord- en Zuid-Holland. De grensstreek krijgt een steeds grotere rol als economische motor, als woongebied, maar ook voor leisure. Dit roept een groeiende mobiliteitsopgave op waarvoor geen
30-5-2011
Pagina 7 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf
Pagina
Huidige tekst OV-visie economische en infrastructurele ontwikkelingen in het gebied, zoals bijvoorbeeld de woningbouw in de westflank van de Haarlemmermeer, Lisse en de rest van de Bollenstreek. Ook de ontwikkeling van bedrijventerreinen in de regio (zoals ACT) en infrastructuurprojecten (bijvoorbeeld Zuidtangent Oost) worden meegenomen. Oplossingsrichtingen kunnen maatregelen zijn op exploitatief- en/of infrastructureel vlak. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan maatregelen als het verbeteren van de dienstregeling maar ook aan infrastructurele oplossingen als het verlengen van de Zuidtangent. Het studiegebied van de verkenning omvat op hoofdlijnen het grondgebied van de gemeenten Noordwijk, Noordwijkerhout, Teylingen, Lisse, Hillegom en Haarlemmermeer. Bereikbaarheidsstudie grensstreek Noord- en Zuid Holland De bereikbaarheidsstudie komt voort uit de Gebiedsuitwerking HaarlemmermeerBollenstreek en is een initiatief van de provincies Noord- en Zuid Holland. De grensstreek krijgt een steeds grotere rol als economische motor, als woongebied, maar ook voor leisure. Dit roept een groeiende mobiliteitsopgave op waarvoor geen standaardoplossingen zijn. De bereikbaarheidsstudie moet uiteindelijk resulteren in een Samenwerkingsagenda mobiliteit. Onderdeel van de
30-5-2011
Wijzigen in: standaardoplossingen zijn. De bereikbaarheidsstudie heeft geresulteerd in een Samenwerkingsagenda mobiliteit. Betrokken partijen hebben toegezegd zich in te zetten voor de benodigde financiële middelen en het draagvlak om deze agenda uit te kunnen voeren. Belangrijk project in dit kader in de samenwerkingsagenda is de HOV-corridor Bollenstreek - Schiphol. HOV-corridor Bollenstreek – Schiphol Holland Rijnland heeft in samenwerking met de Stadsregio Amsterdam en de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland een verkenning uitgevoerd naar de (H)OVcorridor Bollenstreek – Schiphol. In deze verkenning is onderzocht wat de OVproblemen zijn in de corridor en hoe deze kunnen worden opgelost. Hierbij is rekening gehouden met de ruimtelijke, economische en infrastructurele ontwikkelingen in het gebied, zoals bijvoorbeeld de woningbouw in de westflank van de Haarlemmermeer, Lisse en de rest van de Bollenstreek. Ook de ontwikkeling van bedrijventerreinen in de regio (zoals ACT) en infrastructuurprojecten (bijvoorbeeld Zuidtangent Oost) zijn meegenomen. Oplossingsrichtingen kunnen maatregelen zijn op exploitatief- en/of infrastructureel vlak. Hierbij zijn niet alleen maatregelen zoals het verbeteren van de dienstregeling, maar ook infrastructurele oplossingen zoals het verlengen van de Zuidtangent verkend.
Pagina 8 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf
Pagina
3.2 Ruimtelijke ontwikkelingen, Woningbouw (400+ woningen of anderzijds van belang)
20
Gemeente Alphen aan den Rijn Uitbreiding Kerk en Zanen Gemeente Kaag en Braassem Eerste woningen ten zuiden van Noordplein Gemeente Nieuwkoop Uitbreiding Langeraar Uitbreiding Ter Aar (600 woningen) Gemeente Rijnwoude Ontwikkeling Westvaartpark Uitbreiding Koudekerk (550 woningen)
3.2 Ruimtelijke ontwikkelingen, Bedrijventerreinen
21
Gemeente Alphen aan den Rijn Steekterpoort Rijnhaven Oost Hoorn West Gemeente Kaag en Braassem Leimuiden, Drechthoek 2 Gemeente Nieuwkoop Nieuw Amstel Oost Gemeenten Zoeterwoude en Rijnwoude Groenewoude PCT-terrein
30-5-2011
Huidige tekst OV-visie bereikbaarheidsstudie is een OV-visie voor de grensstreek.
Wijzigen in: Het studiegebied van de verkenning omvat op hoofdlijnen het grondgebied van de gemeenten Noordwijk, Noordwijkerhout, Teylingen, Lisse, Hillegom en Haarlemmermeer. In 2011 is de provincie een planstudie gestart om, samen met de betrokken overheden, de resultaten van de verkenning verder uit te werken.
Pagina 9 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf 3.2 Ruimtelijke ontwikkelingen, Weg infrastructuur
Pagina 22
Huidige tekst OV-visie
Wijzigen in: Gemeente Alphen aan den Rijn Westelijke randweg N207-N11, inclusief nieuwe oeververbinding Maximabrug Verlengen Burgemeester Bruins Slot Singel tot westelijke randweg Gemeenten Aphen aan den Rijn en Kaag en Braassem N207. Gefaseerde opwaardering tot 2x2 rijstroken, inclusief busstroken. Gemeente Rijnwoude N209. Aanleg ongelijkvloerse kruising Hazerswoude-Dorp Aanleg Interlinerhalte bij recreatiegebied Bentwoud
2.3
Kwaliteitssprong openbaar vervoer
Paragraaf Snel
30-5-2011
Pagina 26
Huidige tekst OV-visie Beeld van de huidige OV-snelheden in Holland Rijnland Vf-factor gemiddeld Voorschoten 1,6 Katwijk / Noordwijk 1,6 Bollenstreek 1,6 Teylingen 1,5 Leiderdorp 1,5 Kaag en Braassem 1,7 Totaal exclusief Leiden/Oegstgeest 1,8
Wijzigen in: Beeld van de huidige OV-snelheden in Holland Rijnland Vf-factor gemiddeld Voorschoten 1,6 Katwijk / Noordwijk 1,6 Bollenstreek 1,6 Teylingen 1,5 Leiderdorp 1,5 Kaag en Braassem 1,7 Alphen aan den Rijn 1,3 Nieuwkoop 2,0 Rijnwoude 2,1 Totaal exclusief Leiden/Oegstgeest 1,8
Pagina 10 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
2.4
Opbouw van het netwerk
Paragraaf 5.1 Uitgangspunten 5.1 Uitgangspunten
30-5-2011
Pagina 29 29
Huidige tekst OV-visie - De afspraken rond Stedenbaan, inclusief opening station Sassenheim in 2010; De verbindingen op niveau 4 (o.a. CVV en Buurtbus) worden in paragraaf 5.12 in meer algemene bewoordingen omschreven.
Wijzigen in: - De afspraken rond Stedenbaan, inclusief opening station Sassenheim in 2011; De verbindingen op niveau 4 (o.a. CVV en Buurtbus) worden in paragraaf 5.15 in meer algemene bewoordingen omschreven.
Pagina 11 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Afbeelding 5.1 wordt vervangen door onderstaande afbeelding:
30-5-2011
Pagina 12 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf 5.3 Corridor Leiden – Alphen aan den Rijn – Gouda, pag. 35 en 36 wordt in zijn geheel (incl. afbeelding 5.4) vervangen door onderstaande tekst: 5.3. Corridor Leiden – Alphen aan den Rijn – Gouda De oost-westverbinding tussen Alphen aan den Rijn en Leiden verloopt langs drie assen. De meest zuidelijke as is de spoorverbinding, welke onderdeel is van het niveau 1-netwerk. De middelste as verzorgt de ontsluiting van Hazerswoude-Rijndijk en Zoeterwoude-Rijndijk. De noordelijke as verzorgt de ontsluiting van Hoogmade en Woubrugge. Door de komst van de RijnGouwelijn kent het busnet als onderdeel van het niveau 3-netwerk een aanvullende en ontsluitende rol krijgen.
Niveau 1: Intercity Leiden Centraal - Utrecht De snelste verbinding tussen Leiden Centraal, Leiden Lammenschans, Alphen aan den Rijn en verder is de Intercity van Leiden naar Utrecht. Deze rijdt tweemaal per uur, in de spits tussen Leiden en Alphen aan den Rijn aangevuld tot viermaal per uur. Omdat de lijn parallel loopt aan de RijnGouwelijn-Oost heeft de trein vooral een bovenregionale functie. Verbetering van treindienst naar Utrecht is gewenst. Dat betreft zowel de frequentie op het hele traject gedurende de gehele dag als de reissnelheid. Gedacht wordt aan een verbeterde Intercityverbinding met minder stops en een hogere frequentie. Hiervoor zal tussen Leiden, Alphen aan den Rijn en Woerden geïnvesteerd moeten worden in dubbelspoor. Niveau 2: RijnGouwelijn-Oost De RijnGouwelijn-Oost vormt de belangrijkste verbinding op de corridor Leiden – Alphen aan den Rijn – Gouda. De lijn verbindt (komende uit Noordwijk en Katwijk) het Transferium A441 via Leiden Centraal, het centrum van Leiden, Leiden Lammenschans, Zoeterwoude-Rijndijk met Alphen aan den Rijn en Gouda. Daarbij ontsluit de lijn een aantal ontwikkelingslocaties zoals Meerburg en Heineken Zoeterwoude/Rijnwoude. De meest voor de hand liggende route op dit moment loopt vanaf Leiden Centraal via de Lange Gracht en Hooigracht naar Leiden Lammenschans, waarna via bestaand spoor naar Alphen aan den Rijn en Gouda wordt gereden. De RijnGouwelijn-Oost bedient volgende haltes: Leiden Transferium A44 Leiden Bio Science Park Leiden Hogeschool Leiden LUMC Leiden Centraal Enkele haltes Leiden centrum
1
Het trajectdeel Transferium – A44 – Leiden Centraal van het project RijnGouwelijn-Oost is beschreven in paragraaf 5.2
30-5-2011
Pagina 13 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Leiden Lammenschansweg Leiden ROC Zoeterwoude Meerburg Transferium A4 Zoeterwoude Smeetsweg / Heineken Rijnwoude Alphen aan den Rijn West Alphen aan den Rijn station
Niveau 3: ontsluitende lijnen Zoeterwoude-Rijndijk wordt ontsloten door de RijnGouwelijn-Oost met twee haltes in Zoeterwoude en een halte Rijnwoude. Lijn 169 (Alphen aan den Rijn – Koudekerk – Leiden) heeft binnen Alphen een functie als stadslijn. De streekvervoerbundel Gouda Boskoop – Leiden bedient binnen Leiden de route van de voormalige stadslijn 28 via de wijken Roombeek, Meerbeek, het Centrum, het Centraal Station en verder naar Oegstgeest. Doorgaande reizigers uit Zoeterwoude en Hazerswoude zullen altijd met de RijnGouwelijn reizen, deze verbinding is aanzienlijk sneller en frequenter. Lijn 182 wordt lijn 82. Op het traject Leiden – Leiderdorp rijdt lijn 82 samen met de streeklijnen 83 en 84, waardoor een frequente lokale openbaar vervoerverbinding ontstaat. Deze verbinding staat beschreven in de corridor Leiden lokaal e.o.
Niveau 4: Doelgroepvervoer Lijn 249 wordt lijn 83. Deze lijn rijdt samen met de lijnen 82 en 84 op het traject Leiden – Leiderdorp een ontsluitende route, waardoor een frequentie lokale openbaar vervoerverbinding ontstaat. Deze verbinding staat beschreven in de corridor Leiden lokaal e.o. Knooppunten 1e categorie:
Leiden Centraal, Alphen aan den Rijn, Gouda
2e categorie:
Leiden Lammenschans, Zoetermeer Centrum-West
3e categorie:
Rijnwoude (Hazerswoude-Rijndijk)
30-5-2011
Pagina 14 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Detailkaart
30-5-2011
Pagina 15 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Afbeelding 5.4: detailkaart corridor Leiden – Alphen aan den Rijn – Gouda
Paragraaf 5.4 Corridor Leiden - Leiderdorp – Kaag en Braassem – Schiphol 5.5 Corridor Leiden – Zoetermeer (Rodenrijs) 5.6 Corridor Leiden – Voorschoten – Den Haag 5.8 Corridor Leiden – Duin-en Bollenstreek – Haarlem
Pagina 38
Huidige tekst OV-visie De routes van deze lijnen in Leiderdorp worden omschreven in paragraaf 5.11 (Lokaal vervoer Leiden e.o.).
Wijzigen in: De routes van deze lijnen in Leiderdorp worden omschreven in paragraaf 5.13 (Lokaal vervoer Leiden e.o.).
41
De ontsluiting van Leiden Zuidwest wordt omschreven in paragraaf 5.11 (Lokaal vervoer Leiden e.o.).
De ontsluiting van Leiden Zuidwest wordt omschreven in paragraaf 5.13 (Lokaal vervoer Leiden e.o.).
44
De route van beide lijnen in Leiden is omschreven in Paragraaf 5.11 (Lokaal vervoer Leiden e.o.).
De route van beide lijnen in Leiden is omschreven in Paragraaf 5.13 (Lokaal vervoer Leiden e.o.).
48
Door hier te kiezen voor de route van lijn 50 wordt de oostkant van Oegstgeest ontsloten (zie ook Paragraaf 5.11, Lokaal vervoer Leiden e.o.) en tevens de kern Warmond. Voorbij de kern Warmond volgt lijn HR50 de Warmonderweg tot het viaduct over de A4.
Door hier te kiezen voor de route van lijn 50 wordt de oostkant van Oegstgeest ontsloten (zie ook Paragraaf 5.13, Lokaal vervoer Leiden e.o.) en tevens de kern Warmond. Voorbij de kern Warmond volgt lijn HR50 de Warmonderweg tot het viaduct over de A4.
Na paragraaf 5.10. Corridor Bollenstreek – Schiphol, worden de volgende teksten en kaarten ingevoegd:
30-5-2011
Pagina 16 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
5.11. Corridor Alphen aan den Rijn - Schiphol
Niveau 1: Trein Op deze corridor is geen niveau 1-verbinding. Niveau 2: HR70 HR70 is de snelle verbinding (huidige lijn 370) die Alphen aan den Rijn verbindt met Schiphol via Leimuiden. Het aantal reizigers –bijna 2500 per werkdag in twee richtingen- is onvoldoende voor een HOV-lijn, maar biedt wel perspectief op een toekomstige opwaardering naar HOV. De bediening van de huidige Interliner 370 ligt al vrijwel op het peil van een HR-lijn. In de spitsen wordt 6 tot 8 keer per uur gereden. Buiten de spitsen wordt in de daluren een kwartierdienst geboden, ’s avonds en in het weekend een halfuurdienst. Op de late avond rijdt lijn 370 slechts één keer per uur. In het kader van de opwaardering naar een HR-lijn gaat HR70 ook in de late avond ieder halfuur rijden. Uit de bezettingscijfers blijkt dat deze ritten goed benut worden. Veel ploegendiensten op Schiphol eindigen rond elf uur en bovendien komen op Schiphol rond deze tijd veel vliegtuigen. Met het toevoegen van deze ritten wordt op lijn HR70 de gehele week door minstens twee keer per uur gereden. Op termijn kan deze lijn qua frequentie doorgroeien naar een kwartiersdienst in het weekend. Op het traject Leimuiden – Schiphol rijdt lijn HR70 samen met lijn HR56. Beide lijnen bedienen echter een andere vervoerrelatie. Om een snelle vervoerrelatie tussen Alphen aan den Rijn en Leiderdorp te creëren, is de aanleg van een knooppunthalte ter hoogte van de Leimuiderbrug gewenst. De komende jaren worden langs de N207 doorstromingsmaatregelen voor het openbaar vervoer aangelegd. Deze maatregelen staan beschreven in paragraaf 8.9 van deze OV-visie.
Niveau 3: ontsluitende lijnen De lokale ontsluiting van Alphen aan den Rijn wordt elders in deze OV-visie besproken.
30-5-2011
Pagina 17 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Knooppunten 1e categorie:
Schiphol, Alphen aan den Rijn
2e categorie:
n.v.t.
3e categorie:
Leimuiden
30-5-2011
Pagina 18 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Detailkaart
Afbeelding 5.12: detailkaart corridor Alphen aan den Rijn – Schiphol
30-5-2011
Pagina 19 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
5.12. Corridor Alphen aan den Rijn – Zoetermeer – Den Haag
Niveau 1: Trein Met de trein kan snel naar tussen Alphen aan den Rijn en Den Haag gereisd worden. Zelfs met een overstap in Leiden is de totale reistijd tussen de twee stations minder dan drie kwartier. Niveau 2: HR-niveau Voor de verbinding van Alphen aan den Rijn naar Leiden en verder neemt de RijnGouwelijn een centrale rol in, met station Alphen aan den Rijn als belangrijk knooppunt. Ook Hazerswoude-Rijndijk en Zoeterwoude-Rijndijk krijgen een RijnGouwelijn halte. Niveau 3: Ontsluitende lijnen Daarnaast rijdt op deze corridor een ontsluitende lijn 165. Deze lijn start op het station van Alphen aan den Rijn. De lijn bedient de Rijnhaven, Hazerswoude-Rijndijk, Hazerswoude-Dorp, Benthuizen en rijdt in Zoetermeer naar het knooppunt Centrum-West. Lijn 165 verzorgt binnen Alphen aan den Rijn de ontsluiting van de wijk Kerk en Zanen. Hiermee heeft deze nieuwbouwwijk ook in de avonduren en het weekend regulier openbaar vervoer. In Hazerswoude-Rijndijk en Zoeterwoude-Dorp zorgt deze lijn voor de oppervlakteontsluiting. Op de halte Rijnwoude in Hazerswoude-Rijndijk wordt aansluiting gegeven op de RijnGouwelijn. In Benthuizen krijgt de lijn een nieuwe route via de Omleidingsweg, ten zuiden van het dorp. De frequentie wordt uitgebreid naar een halfuurdienst op maandag t/m zaterdag. De lijntaxiritten op zondag worden omgezet in vaste ritten. Hiermee wordt lijn 165 uitgebreid tot een robusste ontsluitende lijn. Niveau 4: Spitsverbinding De huidige Interlinerbundel wordt aangepast aan de vervoervraag. De lijn wordt teruggebracht naar een spitsverbinding met een extra middagrit voor parttimers. In Zoetermeer kan op station Bleizo worden overgestapt op trein en Randstadrail. Knooppunten 1e categorie:
Leiden Centraal, Alphen aan den Rijn, Den Haag Centraal
2e categorie:
Zoetermeer Centrum West
3e categorie:
Rijnwoude (Hazerswoude-Rijndijk)
30-5-2011
Pagina 20 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Detailkaart
Afbeelding 5.13: detailkaart corridor Alphen aan den Rijn – Zoetermeer – Den Haag
30-5-2011
Pagina 21 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf 5.11 Lokaal vervoer Leiden e.o. 5.11 Lokaal vervoer Leiden e.o., ZoeterwoudeRijndijk / Leiden Roomburg en Meerburg
Pagina 56
Huidige tekst OV-visie 5.11 Lokaal vervoer Leiden e.o.
Wijzigen in: 5.13 Lokaal vervoer Leiden e.o.
57
Zoeterwoude-Rijndijk wordt ontsloten door de RijnGouwelijn-Oost. De RijnGouwelijn heeft een halte ter hoogte van de Burgemeester Smeetsweg (Heineken fabriek) en ter hoogte van de Nieuwbouwlocatie Meerburg. Bij de laatste halte zal tevens een P+R voorziening worden ingericht.
Zoeterwoude-Rijndijk wordt ontsloten door de RijnGouwelijn-Oost. De RijnGouwelijn heeft een halte ter hoogte van de Burgemeester Smeetsweg (Heineken fabriek) en ter hoogte van de nieuwbouwlocatie Meerburg. Bij de laatste halte zal tevens een P+R voorziening worden ingericht. De lijn 186/187 zorgt voor een oppervlakteontsluiting in deze wijken.
5.11 Lokaal vervoer Leiden e.o., Leiden Centrum
58
Lijn 28 rijdt vanaf de Hoge Rijndijk via Levendaal, Witte Singel, Noordeinde en Beestenmarkt naar Leiden Centraal
Lijn 186/187 rijdt vanaf de Hoge Rijndijk via Levendaal, Witte Singel, Noordeinde en Beestenmarkt naar Leiden Centraal
Afbeelding 5.12 wordt vervangen door onderstaande afbeelding:
30-5-2011
Pagina 22 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Afbeelding 5.14: detailkaart Lokaal vervoer Leiden e.o.
30-5-2011
Pagina 23 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Na paragraaf 5.13 Lokaal vervoer Leiden e.o., worden de volgende teksten en kaarten ingevoegd:
5.14. Lokaal vervoer Alphen aan den Rijn e.o. In deze paragraaf wordt het netwerk in Alphen aan den Rijn en in de omliggende kernen Ter Aar, Nieuwkoop en Nieuwveen omschreven. Het netwerk in dit gebied is zodanig ontworpen dat snel en frequent naar het regionale knooppunt Alphen aan den Rijn kan worden gereisd. Vanaf hier bestaan reismogelijkheden in alle windrichtingen. De RijnGouwelijn en lijn HR70 vormen de belangrijkste hoofdassen door Alphen aan den Rijn. Streekvervoerlijnen worden bij voorkeur zo direct mogelijk naar het centrum en het station geleid. Het stadsbusnet zorgt voor de fijnverdeling. De stadslijnen 71 en 72 rijden een achtvormige route, waarmee er vanuit alle wijken (m.u.v. Kerk en Zanen) een rechtstreekse verbinding geboden wordt met het Rijnland Ziekenhuis, het Centrum en het station. Stadslijnen 73 en 74 rijden als spitslijn en bedienen Kerk en Zanen en de Rijnhaven. In onderstaande paragrafen is per wijk en/of kern aangegeven welke verbindingen worden aangeboden.
Alphen Noord Lijn HR70, aangevuld met lijn 83 (de huidige 249), zorgt voor een snelle verbinding tussen Alphen Noord (Herenhof), het Centrum en het Station. Deze bundel verloopt via de Eisenhowerlaan en de Prins Bernhardlaan. Door de aanleg van een randweg ten westen van Alphen, zal de noord-zuidstructuur van het autoverkeer onderbroken worden, wat de doorstroming van het openbaar vervoer ten goede komt. Alphen Noordwest Vanuit Alphen Noordwest biedt lijn 82 een snelle verbinding met het centrum en het station. In de spits wordt vanuit Alphen Noordwest een rechtstreekse verbinding naar Den Haag Centraal geboden. Alphen Kerk en Zanen en Rijnhaven Lijn 165 rijdt voortaan via Kerk en Zanen, waarmee de ontsluiting van deze wijk aanzienlijk wordt uitgebreid. De Rijnhaven wordt door bovendien in de spitsuren bediend door de stadslijnen 73 en 74 en door Interliner 381.
30-5-2011
Pagina 24 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Koudekerk Lijn 169 rijdt vanuit Alphen via Koudekerk naar Hazerswoude-Rijndijk. Binnen Alphen aan den Rijn heeft de lijn een ontsluitende functie. Kernen buitengebied gemeente Nieuwkoop De kern Langeraar wordt bediend door een buurtbus. Deze bus start in Alphen aan den Rijn bij het ziekenhuis en rijdt naar Ter Aar. Vervolgens rijdt de bus een lus via Langeraar, Nieuwveen, Zevenhoven, Nieuwkoop en Aarlanderveen naar Ter Aar, om vervolgens weer naar het ziekenhuis in Alphen te rijden. De lus wordt het ene uur linksom gereden, het andere rechtsom. Daarmee bestaat er een uurdienst tussen de verschillende kernen in de gemeente Nieuwkoop. Als de buurtbus een succes blijkt kan deze worden uitgebreid tot een uurdienst in iedere richting. Lijn 82 rijdt in Alphen een snellere route via de President Kennedylaan naar het centrum en het station.
Knooppunten 1e categorie: 2e categorie: 3e categorie:
30-5-2011
Alphen aan den Rijn, Station n.v.t. n.v.t.
Pagina 25 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Detailkaart
Afbeelding 5.15: detailkaart Lokaal vervoer Alphen aan den Rijn e.o.
30-5-2011
Pagina 26 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf 5.12 Niveau 4 – aanvullend vervoer 5.12 Niveau 4 – aanvullend vervoer
Pagina 61
Huidige tekst OV-visie 5.12 Niveau 4 – aanvullend vervoer
Wijzigen in: 5.15 Niveau 4 – aanvullend vervoer
61
Voorbeelden hiervan die nu in de regio voorkomen zijn WMO-vervoer en CVV (Collectief Vraagafhankelijk Vervoer) in verschillende vormen alsmede de lijntaxi en de buurtbus.
Voorbeelden hiervan die nu in de regio voorkomen zijn CVV (Collectief Vraagafhankelijk Vervoer) waarvan het WMO-vervoer deel uit maakt alsmede de lijntaxi en de buurtbus.
De regiotaxi in de Duin- en Bollenstreek is specifiek bedoeld voor minder validen. Dit WMO-vervoer rijdt van deur tot deur en is voorbehouden aan inwoners van de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk en Teylingen met een WMO-indicatie. De gemeente Katwijk kent geen WMO-vervoersysteem en biedt aan WMO-geïndiceerden een vergoeding voor gemaakte reiskosten. De Regiotaxi in de Leidse Regio is een openbaar toegankelijke CVV-voorziening als aanvulling op het openbaar vervoer. Zowel WMO geïndiceerden als andere OV-reizigers maken hiervan gebruik. De Regiotaxi (voorheen OV-taxi) Leidse Regio is bedoeld voor inwoners van de gemeenten Leiden, Kaag en Braassem, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude. Reizigers met een indicatie reizen tegen bustarief, zonder WMO-pas moet een hoger tarief worden betaald. Inmiddels is besloten dat er één deeltaxisysteem voor de gehele regio komt. Daarnaast heeft de provincie Zuid-Holland
30-5-2011
De Regiotaxi Holland Rijnland rijdt in 12 van de 15 gemeenten in Holland Rijnland. Het is een openbaar toegankelijke CVV-voorziening als aanvulling op het openbaar vervoer. Zowel OV-reizigers als WMO geïndiceerden maken hiervan gebruik. Reizigers met een indicatie voor een Wmo vervoervergoeding reizen tegen bustarief; zonder deze indicatie moet een hoger tarief worden betaald. In de Rijnstreek is voor specifieke vervoerbehoeftes die niet met het openbaar vervoernetwerk opgevangen kunnen worden de Rijnstreekhopper beschikbaar. Dit deeltaxisysteem biedt openbaar vervoerontsluiting van deur tot deur of naar een sterhalte voor het openbaar vervoer. De tarieven zijn gebaseerd op zones. Reizigers met een indicatie reizen tegen sterk gereduceerd tarief.
Pagina 27 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf
30-5-2011
Pagina
Huidige tekst OV-visie aangekondigd om bij de volgende aanbesteding het deurhaltevervoer onder te brengen bij de OV-concessie (ingaande 2011). Hoe vanaf die datum het aanvullend openbaar vervoer er precies uit gaat zien is nog niet bekend. Naar verwachting vindt besluitvorming binnen de regio en de gemeenten(raden) over een regionaal CVVsysteem en daarbij behorende WMOregeling begin 2009 plaats.
Wijzigen in: Daarnaast heeft de provincie Zuid-Holland aangekondigd om bij de volgende aanbesteding het deur-haltevervoer onder te brengen in de nieuwe OV-concessie. Hoe het aanvullend openbaar vervoer er dan precies uit gaat zien is nog niet bekend.
Pagina 28 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf 5.12 Niveau 4 – aanvullend vervoer
5.11
30-5-2011
Pagina 61
Huidige tekst OV-visie Tussen Lisse en Oude Wetering (gemeente Kaag en Braassem) via de zuidrand van de Haarlemmermeer rijdt momenteel een buurtbus als lijn 403. Deze rijdt elk uur van maandag t/m zaterdag overdag. Op zondag rijdt de buurtbus niet. De buurtbuslijn kan vanuit Lisse verlengd worden naar Hillegom station en onderweg de westelijke wijken van Lisse (omgeving Eikenlaan) en Hillegom (Treslong) ontsluiten Tussen Oegstgeest Haaswijk en Leiden Centraal rijdt, via een ontsluitende route door de wijk Poelgeest en via de Lange Voort, lijntaxi 527. Deze lijntaxi rijdt op alle dagen van de week van vroeg in de morgen tot laat in de avond, echter alleen op aanvraag.
Wijzigen in: Tussen Lisse en Oude Wetering (gemeente Kaag en Braassem) via de zuidrand van de Haarlemmermeer rijdt momenteel een buurtbus als lijn 403. Deze rijdt vaste ritten; elk uur van maandag t/m zaterdag overdag. Op zondag rijdt de buurtbus niet. De buurtbuslijn kan vanuit Lisse verlengd worden naar Hillegom station en onderweg de westelijke wijken van Lisse (omgeving Eikenlaan) en Hillegom (Treslong) ontsluiten Tussen Oegstgeest Haaswijk en Leiden Centraal rijdt, via een ontsluitende route door de wijk Poelgeest en via de Lange Voort, lijntaxi 527. Deze lijntaxi rijdt op alle dagen van de week van vroeg in de morgen tot laat in de avond, echter alleen op aanvraag. Tussen Alphen aan den Rijn, Ter Aar, Langeraar, Nieuwveen, Zevenhoven, Nieuwkoop en Aarlanderveen wordt een nieuwe buurtbuslijn opgericht. Deze rijdt vaste ritten; elk uur van maandag t/m zaterdag overdag. Op zondag rijdt de buurtbus niet. De buurtbuslijn rijdt de lus langs de dorpen het ene uur linksom, het andere uur rechtsom.
Resultaten van het netwerk
Pagina 29 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf Toename van het aantal reizigers
Pagina 62, 63
Huidige tekst OV-visie Toevoegen aan tabel Groei aantal reizigers:
Wijzigen in: Alphen – Leimuiden – Schiphol 50% Alphen stad en regio 70%
Afbeelding 6.1 wordt vervangen door:
30-5-2011
Pagina 30 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
30-5-2011
Pagina 31 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf Toename van het aantal reizigers
5.12
Pagina 64
Huidige tekst OV-visie Toevoegen aan tabel Vf factor:
Wijzigen in: Alphen aan den Rijn 1,2 Nieuwkoop 1.9 Rijnwoude 1,3
Organisatie en uitvoering
Paragraaf Actieplannen infrastructuur
Pagina 65
Huidige tekst OV-visie Er zal de komende tijd speciale aandacht besteedt moeten worden aan de financiering van de infrastructuur projecten. De gemeenten zorgen voor de beschikbaarheid van de benodigde gronden, voor de kosten die direct samenhangen met de haltevoorzieningen en voor de aanleg en het afstellen van vri’s. De overige kosten zullen (grotendeels) extern gefinancierd moeten worden. In het collegeprogramma van de provincie is reeds € 20 miljoen gereserveerd voor de ontwikkeling van een aantal buscorridors in Zuid-Holland.2 Voor de periode 2009-2011 kan onder meer gebruik gemaakt worden van de provinciale subsidieregeling doorstroming ov waarbij de provincie 90% van de kosten vergoed en de wegbeheerder 10% uit eigen middelen moet bijdragen. Naar verwachting zullen vrijwel alle infrastructuurprojecten aan de eisen voldoen. Beperkende factor zal het
Wijzigen in: Er zal de komende tijd speciale aandacht besteedt moeten worden aan de financiering van de infrastructuur projecten. De gemeenten zorgen voor de beschikbaarheid van de benodigde gronden, voor de kosten die direct samenhangen met de haltevoorzieningen en voor de aanleg en het afstellen van vri’s. De overige kosten zullen (grotendeels) extern gefinancierd moeten worden. In het kader van de regionale actieplannen heeft de provincie een bijdrage gevraagd voor de verbinding Bollenstreek – Schiphol en Alphen – Schiphol. De gemeenten zullen zich actief inzetten wat betreft de (planologische) procedures die voor de realisatie van de infrastructuur doorlopen moeten worden.
2
Coalitieakkoord Provincie Zuid-Holland 2007-2011, investeringsagenda bereikbaarheid. Er worden drie buscorridors genoemd: Alphen – Schiphol, Duin-/Bollenstreek – Schiphol en Goeree-Overflakkee – Rotterdam.
30-5-2011
Pagina 32 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
Paragraaf
Pagina
Realisatie OV-netwerk
5.13 Geen wijzigingen.
66
Huidige tekst OV-visie provinciale budget (maximaal € 2 miljoen per jaar) zijn. In het kader van de regionale actieplannen heeft de provincie een bijdrage gevraagd voor de verbinding Bollenstreek – Schiphol en Alphen – Schiphol. De gemeenten zullen zich actief inzetten wat betreft de (planologische) procedures die voor de realisatie van de infrastructuur doorlopen moeten worden. De huidige concessie loopt tot 1 januari 2011 en de voorbereidingen voor de aanbesteding van de nieuwe concessie zijn inmiddels begonnen. Daarmee is het nu het geëigende moment om de OV-visie te presenteren. Het Programma van Eisen (wat aan de gemeenten en de Regio voor commentaar wordt voorgelegd) moet in 2009 worden vastgesteld. De aanbesteding zal in 2009-2010 plaatsvinden opdat er begin 2010 kan worden gegund. Tijdens de nieuwe concessieperiode (20112019) zal de OV-visie volledig gerealiseerd moeten worden.
Wijzigen in:
De huidige concessie loopt tot 1 januari 2013 en de voorbereidingen voor de aanbesteding van de nieuwe concessie zijn in 2011 begonnen. Daarmee is het nu het geëigende moment om de OV-visie te presenteren. Het Programma van Eisen (wat aan de gemeenten en de Regio voor commentaar wordt voorgelegd) moet in 2011 worden vastgesteld. De aanbesteding zal in 2011 en 2012 plaatsvinden opdat er in 2012 kan worden gegund. Tijdens de nieuwe concessieperiode (2013-2023) zal de OV-visie volledig gerealiseerd moeten worden.
Actieplannen
5.14 Bijlagen Bijlage 1: Overzichtskaart wordt vervangen door onderstaande kaart:
30-5-2011
Pagina 33 van 34
Eerste partiële herziening OV-visie Holland Rijnland
30-5-2011
Pagina 34 van 34
Voorkeursnetwerk Openbaar Vervoer Holland-Rijnland
Amsterdam
Heemstede
Badhoevedorp
Cruquius
Bennebroek Zwaanshoek
Schiphol Hoofddorp
De Zilk
Amstelveen
Hillegom
Nieuw Vennep
Noordwijkerhout
Aalsmeer
Lisse Noordwijk aan Zee
Uithoorn
Rijsenhout
Noordwijk
Abbenes Voorhout
Sassenheim Leimuiden
Mijdrecht
Roelofarendsveen
Katwijk Warmond
Rijpwetering Nieuwveen
Rijnsburg Oud-Ade
Oegstgeest
Hoogmade
Woubrugge
Ter Aar
Leiderdorp
Leiden
WoerdenseVerlaat
Wassenaar
Nieuwkoop
Zoeterwoude-Rijndijk Koudekerk a/d Rijn
Alphen a/d Rijn
Voorschoten Zoeterwoude
HazerswoudeDorp
Bodegraven
Leidschendam
Den Haag
Woerden Zoetermeer
Benthuizen Boskoop
Waddinxveen
Gouda Delft
Pijnacker
Oudewater
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
Oplegvel 1.
Onderwerp
2.
Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
3.
Regionaal belang
4.
Behandelschema:
DB Colleges PHO DB Gemeenteraad
Eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie Holland Rijnland Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur Platformtaak volgens gemeente Het doel van de eerste partiële herziening van de RSV is: Het opstellen van een integrale ruimtelijke structuurvisie voor Holland Rijnland in de nieuwe gebiedssamenstelling als kader voor de ruimtelijke ontwikkeling in de periode tot 2020 met een doorkijk naar 2030. Hierbinnen kan Holland Rijnland zich ontwikkelen tot een internationaal aansprekend topmilieu waar het goed wonen, werken en recreëren is. Datum: Datum: Datum: Informerend Adviserend Besluitvormend
26 mei 2011 27 juni 2011 Sept. 2011
DB PHO AB Gemeenteraad
Juli – Sept. 2011 Januari 2012 Februari 2012
5.
Advies PHO
PHO 27 juni 2011
6.
Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken
Nvt
Maart 2012
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland
[email protected]
Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden
www.hollandrijnland.net
Postbus 558, 2300 AN Leiden Telefoon (071) 523 90 90
BNG 28.51.13.992
7.
Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat)
8.
Inspraak
9.
Financiële gevolgen
10.
Bestaand Kader
De Regionale Structuurvisie Holland Rijnland wordt herzien naar aanleiding van de aansluiting van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Rijnwoude en Nieuwkoop in 2010. Het PHO Ruimte, Verkeer & Vervoer en Economische Zaken wordt gevraagd het DB te adviseren om de eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie Holland Rijnland vrij te geven voor zienswijzen. Nee Ja, door: gemeenteraden, mede-overheden, overige belanghebbenden Wanneer: 11 juli – 3 oktober 2011 (12 weken) Binnen begroting Holland Rijnland (harmonisatie) Buiten begroting (extra bijdrage gemeenten) te weten: Structureel/incidenteel Relevante regelgeving: Eerdere besluitvorming: Regionale Structuurvisie Holland Rijnland 2020, vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 24 juni 2009.
11.
Lokale context (in te vullen door griffier)
* weghalen wat niet van toepassing is
2
Adviesnota PHO Vergadering:
PHO Ruimte, Verkeer & Vervoer en Economische Zaken
Datum: Locatie:
27 juni 2011 Katwijk
Agendapunt:
05
Onderwerp: Eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie Holland Rijnland
Beslispunten: 1. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om de ontwerp eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie Holland Rijnland vast te stellen; 2. Het Dagelijks Bestuur te adviseren om de ontwerp eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie Holland Rijnland vrij te geven voor zienswijzen. Inleiding: Het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland heeft op 24 juni 2009 de Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland (RSV) vastgesteld. Op 1 april 2010 hebben de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude zich aangesloten bij Holland Rijnland. De RSV moet hierop worden aangepast. De RSV is opgenomen in de Gemeenschappelijke regeling Holland Rijnland. Het opstellen en actualiseren van de RSV is daarmee een richtinggevende taak van de regio (categorie 1). Beoogd effect: Het doel van de eerste partiële herziening van de RSV is: de opstelling van een integrale ruimtelijke structuurvisie voor Holland Rijnland in de nieuwe gebiedssamenstelling als kader voor de ruimtelijke ontwikkeling in de periode tot 2020 met een doorkijk naar 2030. Hierbinnen kan Holland Rijnland zich ontwikkelen tot een internationaal aansprekend topmilieu waar het goed wonen, werken en recreëren is. Argumenten: 1.1 Eén RSV voor de hele regio De eerste partiële herziening RSV is geen losstaand document, maar wordt als integraal onderdeel van de RSV Holland Rijnland vastgesteld. De eerste partiële herziening volgt de inhoudsopgave van de RSV en geeft aan waar aanvullingen en/of aanpassing van de huidige teksten nodig zijn. 1.2 Beleid van en voor gemeenten in de Rijn- en Veenstreek in RSV opgenomen De eerste partiële herziening RSV gaat specifiek in op het gebied van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Rijnwoude en de relatie van dit gebied met de omliggende omgeving. In de eerste partiële herziening RSV wordt alleen bestaand beleid opgenomen zoals vastgelegd in diverse (lokale) ruimtelijke beleidstukken van de betrokken gemeenten, waaronder de Regionaal Strategische Agenda van het voormalige Rijnstreekberaad, de Transformatievisie Oude Rijnzone, Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Veenstreek en de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Boskoop.
3
2.1 Periode van zienswijze conform Algemene wet Bestuursrecht, Inspraakverordening Holland Rijnland en Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland (artikel 6) Conform de Algemene wet Bestuursrecht (AwB), de Inspraakverordening Holland Rijnland en artikel 6 van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland wordt het document (minimaal) 12 weken ter inzage gelegd. De gemeenteraden en andere betrokken partijen kunnen zienswijzen indienen. Vervolgens wordt een Nota van beantwoording en wijzigingen opgesteld. Deze wordt vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland. De eerste partiële herziening wordt tenslotte als integraal onderdeel van de RSV ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland. Kanttekeningen/risico’s: 1.1. Het woningbouwprogramma is niet geactualiseerd Enkele gemeenten hebben mede in verband met de recessie hun woningbouwprogramma bijgesteld. Andere gemeenten hebben het voornemen om het bouwprogramma bij te stellen. Door het portefeuillehouderoverleg Ruimte is nog geen beleidsmatige keuze gemaakt over het aantal en de differentiatie (aandeel per gemeente in het totaal en aandeel sociale woningbouw) van het regionale woningbouwprogramma. In de herziening van de RSV zijn daarom geen nieuwe woningbouwcijfers opgenomen, behalve voor de nieuw aangesloten gemeenten. 1.2. Teksten over RijnGouwelijn niet gewijzigd In het coalitie-akkoord van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland is opgenomen dat het college voor de RijnGouwelijn weliswaar vasthoudt aan een hoogwaardige OV-verbinding van Gouda tot de kust, maar dat de lijn geknipt wordt bij Leiden Centraal Station. Voor het oostelijk deel van het traject kiest het college voor een verbeterde verbinding via bestaand spoor. Het westelijk deel vanaf Leiden Centraal Station wil het college realiseren via een vertrambare busbaan. Op basis hiervan zal de provincie met alle partijen waarmee zij bestuursovereenkomsten is aangegaan, in overleg treden. Consequenties door het mogelijk wijzigen van het tracé en modaliteit van de RijnGouwelijn is nog niet in de RSV verwerkt omdat er nog geen officiële besluiten genomen zijn. 1.3 Consequenties nieuw Rijksbeleid nog niet verwerkt Actualisatie van het Ruimtelijk beleid van het Rijk gaat leiden tot een Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Deze structuurvisie zal in ieder geval de Nota Ruimte, de Nota Mobiliteit en Randstad 2040 vervangen. De eerste signalen wijzen uit dat het Rijk een groot deel van het huidige beleid en taken wil laten vervallen. De vaststelling van Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte wordt voorzien in het najaar van 2011. De consequenties voor de regio zijn nog niet te bepalen en daarom niet verwerkt in de eerste partiële herziening RSV. 2.1 Ter discussie stellen van huidige teksten RSV De totstandkoming en vaststelling van de eerste partiële herziening van de RSV, kan leiden tot herhaling van eerdere discussies die al waren afgerond bij de vaststelling van de huidige RSV. Daarom zal worden benadrukt dat de mogelijkheid voor het indienen van zienswijzen alleen gaat om de herziening van de RSV. Financiën: De eerste partiële herziening van de RSV Holland Rijnland heeft voor Holland Rijnland geen financiële consequenties. Communicatie: Het vrijgeven van de eerste partiële herziening van de RSV Holland Rijnland voor zienswijzen wordt middels een officiële publicatie op de gemeentelijke pagina’s van lokale huis-aan-huis 4
bladen, gemeentelijke websites, een persbericht en op de website van Holland Rijnland bekend gemaakt. De RSV wordt expliciet aan de gemeenteraden en provincie Zuid Holland aangeboden met een verzoek om zienswijze. In het najaar wordt een informatieve bijeenkomst georganiseerd voor de raadsleden. Bijlagen: 1. Was-wordt tabel concept ontwerp eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie Holland Rijnland; 2. Concept ontwerp eerste partiële herziening Regionale Structuurvisie verwerkt in het opgemaakte document.
5
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
Versie: 3 Datum: 31 mei 2011 1
Inleiding
1.1 Kader van de herziening Kader Deze herziening is een partiële herziening van de Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland, vastgesteld door het Algemeen Bestuur in juni 2009. De herziening betreft een aanpassing van de structuurvisie voor het gebied van het voormalige Rijnstreekberaad. De Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland blijft ongewijzigd, met uitzondering van de in deze herziening (in hoofdstuk 2) opgenomen wijzigingen. Plangebied en planhorizon De herziening betreft het grondgebied van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Rijnwoude. De planperiode van de herziening is gekoppeld aan die van de huidige regionale structuurvisie: 2020, met een doorkijk naar 2030. Reikwijdte De Wet ruimtelijke ordening (1 juli 2008) verplicht gemeenten, provincies en het Rijk een structuurvisie vast te stellen voor hun grondgebied. Regio’s zijn niet verplicht om een structuurvisie op te stellen, maar mogen het wel. Dit houdt in dat de RSV geen wettelijk karakter heeft. Daarentegen is het Algemeen Bestuur bevoegd om de RSV vast te stellen en verbindt het de deelnemende gemeenten daarmee om afspraken uit de RSV uit te voeren (zelfbinding). De besluiten in de RSV zijn leidend voor structuurvisies en nota’s van de gemeenten. 1.2 Aanleiding voor de herziening Op 1 april 2010 hebben de gemeenten van de voormalige regio Rijnstreek zich aangesloten bij de regio Holland Rijnland. De Regionale Structuurvisie moet hierop worden aangepast. 1.3 Beleidskaders voor de herziening In de eerste partiële herziening RSV wordt alleen bestaand beleid opgenomen zoals vastgelegd in de Regionaal Strategische Agenda van het voormalige Rijnstreekberaad, de structuurvisies van de gemeenten in de Rijnstreek, de Transformatievisie Oude Rijnzone, het Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Veenstreek en de Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport Boskoop.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 1 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
2
Wijzigingen tekst Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland
Voorwoord Paragraaf Voorwoord
pagina 3
Voorwoord
3
Voorwoord
3
Voorwoord
3
Voorwoord Voorwoord
3 3
Huidige tekst RSV …, historische centrumstad en de vele hechte dorpen, maken de regio … …, de prachtige kust of de diversiteit aan landschappen. Het tekort aan woningen pakt de regio met name aan in de stedelijke As Leiden – Katwijk, waarbij zowel aantal als kwaliteit van belang is. Economisch zetten we in op herstructurering van de Greenport Duin- en Bollenstreek. … twaalf gemeenten … … de toekomst van de Randstad.
Wijzigen in …, historische centrumstad, een stedelijke kern midden in het Groene Hart, de vele hechte dorpen en de groene omgeving maken de regio … …, de prachtige kust, het Groene Hart of de diversiteit aan landschappen. Het tekort aan woningen pakt de regio met name aan in de stedelijke as Katwijk–Leiden en Alphen aan den Rijn, waarbij zowel aantal als kwaliteit van belang is.
Met elkaar kunnen …
Het samengaan van de voormalige regio Holland Rijnland met de voormalige regio Rijnstreek in 2010 betekent het samengaan van twee complementaire regio’s, met ieder een eigen karakter en krachtenveld, die elkaar positief beïnvloeden. De gedifferentieerde kwaliteiten die elkaar versterken bieden kansen voor Holland Rijnland met een groter gebiedssamenstelling. De vergroting van de regio en de aanwezigheid van twee (toekomstige) 100.000+gemeenten betekent ook een toename van de regionale bestuurskracht, bijvoorbeeld richting hogere overheden.
Economisch zetten we in op de Greenports Duin-en Bollenstreek, Aalsmeer en Boskoop. … vijftien gemeenten … … de toekomst van de Randstad.
Met elkaar kunnen …
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 2 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
2.1 Kernbeslissingen kernbeslissing
pagina 6
Huidige tekst RSV De regio kenmerkt zich door concentratie van stedelijk gebied in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie tussen Katwijk en Leiden, dat als een hoefijzer wordt omsloten door het landelijk en open gebied.
1 Holland Rijnland is een topwoonregio
6
Dit gebeurt voornamelijk in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie.
1 Holland Rijnland is een topwoonregio
6
1 Holland Rijnland is een topwoonregio
6
Holland Rijnland bouwt netto 33.000 woningen in de periode 2020. De regio kiest niet voor meer bebouwing om te voorkomen dat een te grote druk op het landschap ontstaat. Een gedifferentieerde woningvoorraad is hierbij een belangrijk uitgangspunt en om dit te bewerkstelligen wordt afgesproken dat in de regio per gemeente 30 procent van de woningbouwopgave in de sociale sector wordt gerealiseerd. In Leiden en Katwijk (binnen de oude gemeentegrenzen) wordt respectievelijk 20 en 20-30 procent gerealiseerd.
1 Holland Rijnland is een topwoonregio 1 Holland Rijnland is een topwoonregio
6 6
a. bouwen netto 33.000 woningen tot 2020 in de regio; b. realiseren per gemeente 30 procent van de woningbouw in de sociale sector, m.u.v. Leiden (20 procent) en Katwijk (bestaand stedelijk gebied, tussen 20-30 procent);
Wijzigigen in: De regio kenmerkt zich door concentratie van stedelijk gebied in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie van Katwijk tot en met Leiden, en de stad Alphen aan den Rijn met de Oude Rijn als verbinden element. De stedelijke gebieden worden omringd door landelijk en open gebied, waarvan een belangrijk deel onderdeel is van het Groene Hart. Dit gebeurt voornamelijk in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie van Katwijk tot en met Leiden, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone en in de stedelijke kern Alphen aan den Rijn. Holland Rijnland bouwt netto 40.000 woningen in de periode 2000-2020. De regio kiest niet voor meer bebouwing om te voorkomen dat een te grote druk op het landschap ontstaat. Een gedifferentieerde woningvoorraad is hierbij een belangrijk uitgangspunt. Om dit te bewerkstelligen wordt afgesproken dat in de regio wordt gestreefd om per gemeente 30 procent van de woningbouwopgave in de sociale sector te realiseren. Het doel hiervan is om te voorzien in de regionale behoefte. In de regionale woonvisie zal de differentiatie nader worden ingevuld. a. bouwen netto 40.000 woningen tot 2020 in de regio; b. realiseren per gemeente 30 procent van de woningbouwopgave in de sociale sector (met als doel om te voorzien in de regionale behoefte);
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 3 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
1 Holland Rijnland is een topwoonregio
6
d. bouwen gedifferentieerde woonmilieus met veel aandacht voor kwaliteit van de leefomgeving. Geen wijzigingen
2 Leiden vervult een regionale centrumfunctie 3 Concentratie stedelijke ontwikkeling
7
Zoals gezegd wordt de verstedelijkingsopgave geconcentreerd in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie.
3 Concentratie stedelijke ontwikkeling
7
3 Concentratie stedelijke ontwikkeling
7
Dit resulteert in een aanzienlijke herstructureringsopgave voor verouderde woonwijken. Minimaal 70 procent van de woningbouwopgave wordt hier gerealiseerd, dat betekent 23.100 woningen. Tot 2020 zal Holland Rijnland 147 hectare nieuw bedrijventerrein realiseren, waarvan 70 procent in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie.
3 Concentratie stedelijke ontwikkeling 3 Concentratie stedelijke ontwikkeling
7
Wat de kantooropgave betreft zal 415 vierkante meter nieuw oppervlak …
7
Bebouwing wordt geconcentreerd in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, binnen de randvoorwaarden van een duurzame en klimaatbestendige samenleving.
3 Concentratie
7
In dit gebied wordt tussen 2000 en 2020
Zoals gezegd wordt de verstedelijkingsopgave geconcentreerd in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone en Alphen aan den Rijn. Het merendeel van de woningbouwopgave wordt hier gerealiseerd. Dit resulteert onder meer in een herstructureringsopgave voor verouderde woonwijken. Het merendeel van de nieuwe bedrijventerreinen wordt gerealiseerd in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone en in Alphen aan den Rijn. Hetzelfde geldt voor de toekomstige kantooropgave. Bebouwing wordt geconcentreerd in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone en Alphen aan den Rijn. En ook binnen de randvoorwaarden van een duurzame en klimaatbestendige samenleving. In dit gebied:
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 4 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
stedelijke ontwikkeling
gerealiseerd: a. toevoeging van netto 23.100 woningen in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie; b. 100 hectare nieuwe bedrijventerreinen in de Aangesloten Stedelijke Agglomeratie; c. 375.000 vierkante meter kantooroppervlak in de Aangesloten Stedelijke Agglomeratie.
a. wordt het merendeel van de regionale woningbouwopgave gerealiseerd; b. wordt tussen 2000 en 2020 100 hectare nieuwe bedrijventerreinen in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie gerealiseerd; c. wordt tussen 2000 en 2020 375.000 vierkante meter kantooroppervlak in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie gerealiseerd; d. vervult Alphen aan den Rijn een regionale functie in het Groene Hart; e. vindt in de Oude Rijnzone tussen Leiden en Alphen aan den Rijn verstedelijking plaats conform de Transformatievisie Oude Rijnzone. Dat wil zeggen dat groen en water het uitgangspunt zijn bij bijvoorbeeld de inpassing van de RijnlandRoute en centraal staan bij de invulling van de locatie Valkenburg en de Oude Rijnzone. Groen-blauwe raamwerk staat centraal bij alle ruimtelijke ontwikkelingen: a. Creëren van ecologische en recreatieve groene verbindingen tussen kust en Groene Hart: Noordwijk-Leeuwenhorst-Polder Hoogeweg-Kagerplassen-BraassemermeerLangeraardsche Plassen en Katwijk/Wassenaar-Papenwegse polder-De Horsten-Duivenvoordecorridor-VlietlandenBentwoud-Polder Nieuwkoop en Noorden en drie noord-zuidverbindingen: TrekvaartKagerplassen-landgoederen-ValkenburgDuinen, Kagerplassen-Leiden/Leiderdorp-park Cronesteijn-Oostvlietpolder-Vlietlanden en Langeraardsche Plassen-Luierpark/ZegerplasZaans Rietveld-Bentwoud.
4 Groen-blauwe kwaliteit centraal
7
Dat wil zeggen dat groen en water het uitgangspunt zijn bij bijvoorbeeld de inpassing van de RijnlandRoute en centraal staan bij de invulling van de locatie Valkenburg.
4 Groen-blauwe kwaliteit centraal
8
Groen-blauwe raamwerk staat centraal bij alle ruimtelijke ontwikkelingen: a. Creëren van ecologische en recreatieve groene verbindingen tussen kust en Groene Hart: Noordwijk-Leeuwenhorst-Polder Hoogeweg-Kagerplassen-Groene Hart, Braassemermeer en Katwijk/WassenaarPapenwegse polder-De HorstenDuivenvoordecorridor-Vlietlanden-Groene Hart en twee noord-zuidverbindingen: TrekvaartKagerplassen-landgoederen-ValkenburgDuinen en Kagerplassen-Leiden/Leiderdorppark Cronesteijn-Oostvlietpolder-Vlietlanden. b. Er wordt een investeringsvoorstel gemaakt voor het regionale groenprogramma waarbij bestaande subsidiestromen en de regionale 8 6 2011
8-6-2011
Pagina 5 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
5 De Bollenstreek, Veenweide en Plassen en Duin, Horst en Weide blijven open 5 De Bollenstreek, Veenweide en Plassen en Duin, Horst en Weide blijven open
middelen in het kader van het groendeel van het Regionaal Investeringsfonds worden betrokken.
b. Om de stedelijke concentratie langs de As Katwijk-Leiden, Oude Rijnzone en Alphen aan den Rijn niet als een stedenband door te laten groeien, is ervoor gekozen om tussen Groenendijk en Hazerswoude-Rijndijk een groot groenverband te introduceren. Het noordelijk en zuidelijk veenweidegebied worden hiermee visueel en ruimtelijk met elkaar verbonden. Tussen Alphen aan den Rijn en Bodegraven ligt de nadruk op het groene karakter en het behoud van doorzichten met daarbij passende ontwikkelingen. Zwammerdam, als dorp aan de rivier, is in dit geheel opgenomen. c. Er wordt een investeringsvoorstel gemaakt voor het Regionaal Groenprogramma waarbij bestaande subsidiestromen en de regionale middelen in het kader van het groendeel van het Regionaal Investeringsfonds worden betrokken.
8
5 De Bollenstreek, Veenweide en Plassen en Duin, Horst en Weide blijven open
5 Het Groene Hart, de Bollenstreek en Duin, Horst en Weide blijven open
8
Holland Rijnland kent een aantal kenmerkende open landschappen, namelijk de Bollenstreek (bloemen/bollen), de Veenweide en Plassen (veeteelt) en een groene (rijks)bufferzone ten zuiden van de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie (Duin, Horst en Weide). Ruimtelijke ontwikkelingen mogen geen inbreuk plegen op die openheid van deze gebieden. In het geval van de Greenport wordt een forse herstructurering uitgevoerd om de
Holland Rijnland kent een aantal kenmerkende open landschappen, namelijk de Bollenstreek (bloemen/bollen), het Groene Hart (veeteelt en landbouw) en een groene (rijks)bufferzone ten zuiden van de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie (Duin, Horst en Weide). Ruimtelijke ontwikkelingen mogen geen inbreuk plegen op de openheid van deze gebieden. In het geval van de Greenport Duinen Bollenstreek wordt een forse
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 6 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
landschappelijke kwaliteiten te behouden en te versterken. De verbindingen tussen deze open gebieden wordt verbeterd, conform de Provinciaal Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De bereikbaarheid en toegankelijkheid van deze gebieden voor recreanten en inwoners wordt verbeterd voor recreatief medegebruik (wandelen, fietsen, kanoën), om zo de beleving en het gebruik te bevorderen. Ten behoeve van de gebruikswaarde van deze gebieden wordt de bereikbaarheid voor alle verkeersmodaliteiten verbeterd.
herstructurering uitgevoerd om de landschappelijke kwaliteiten te behouden en ter versterken. De ecologische verbinding tussen deze open gebieden wordt verbeterd conform de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De bereikbaarheid, toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van deze gebieden voor recreanten en inwoners worden verbeterd voor recreatief medegebruik (wandelen, fietsen, kanoën), om zo de beleving en het gebruik te bevorderen. Ten behoeve van de gebruikswaarde van deze gebieden wordt de bereikbaarheid voor alle verkeersmodaliteiten verbeterd. Kernbeslissingen: De regio kiest voor blijvende openheid van het Groene Hart, de Bollenstreek en Duin, Horst en Weide:
5 De Bollenstreek, Veenweide en Plassen en Duin, Horst en Weide blijven open 5 De Bollenstreek, Veenweide en Plassen en Duin, Horst en Weide blijven open 5 De Bollenstreek, Veenweide en Plassen en Duin, Horst en Weide blijven open
8
Kernbeslissingen: De regio kiest voor blijvende openheid van de Bollenstreek en Veenweide en Plassen:
8
a. De Greenport Ontwikkeling Maatschappij zet een herstructurering van de Greenport op, waarbij:
a. De Greenport Ontwikkel Maatschappij zet een herstructurering van de Greenport Duinen Bollenstreek op, waarbij:
8
b. De agrarische activiteiten zijn drager van het open landschap in de Veenweide en Plassen, en door …
b. De agrarische activiteiten zijn drager van het open landschap. Door …
6 Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: kennis en Greenport 6 Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: kennis
8
6 Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: kennis en Greenport
6 Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: kennis en Greenports
8
Deze zijn de kenniseconomie in al haar facetten en de Greenport.
Deze zijn de kenniseconomie in al haar facetten en de drie Greenports die geheel of gedeeltelijk in de regio liggen.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 7 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
en Greenport 6 Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: kennis en Greenport
9
… het Space Businesspark in Noordwijk, de Greenport en de universiteit Leiden …
6 Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: kennis en Greenport
9
b. uitbouw van de internationale economische kracht van de Greenport.
7 Verbetering van de regionale bereikbaarheid
9
7 Verbetering van de regionale bereikbaarheid
9
Aandacht voor het ontbreken van en de noodzaak tot verbetering van de (OV)verbindingen richting Schiphol en de Haagse regio. … eerst bewegen, dan bouwen.
d. uitbreiding van het regionale fietsnetwerk
2.2
… het Space Businesspark in Noordwijk, de ontwikkeling van het Flower Knowledge Center in Roelofarendsveen, de Greenports Duin- en Bollenstreek, Aalsmeer en Boskoop en de Universiteit Leiden … b. uitbouw van de internationale economische kracht van de Greenports Duin- en Bollenstreek, Aalsmeer en Boskoop.
Aandacht voor het ontbreken van en de noodzaak tot verbetering van de (OV)verbindingen richting Schiphol/Amsterdam, regio Utrecht en Den Haag. ... eerst bewegen, dan bouwen. Tevens wordt ingezet op uitbreiding van de capaciteit op de noord-zuid corridor N207, N209, aanleg van de Maximabrug en de verbinding N207-N11. d. capaciteitsuitbreiding N207, N209 en verbinding N207-N11; e. uitbreiding van het regionale fietsnetwerk.
Inleiding
paragraaf Inleidende tekst hoofdstuk 2
pagina 11
Reikwijdte
12
Huidige tekst RSV Holland Rijnland is een samenwerkingsverband van twaalf gemeenten: Kaag en Braassem (voormalig Alkemade en Jacobswoude), Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Het gebied ligt middenin de Randstad en telt circa vierhonderdduizend inwoners. Op 1 januari 2009 zijn de gemeenten Alkemade
Wijzigen in: Holland Rijnland is een samenwerkingsverband van vijftien gemeenten: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude. Het gebied ligt midden in de Randstad en telt ruim vijfhonderdduizend inwoners. Tekst schrappen
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 8 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
en Jacobswoude gefuseerd tot de gemeente Kaag en Braassem. Het proces voor de totstandkoming van de Regionale StructuurVisie is gestart in 2005. Derhalve beslaat het plangebied van deze structuurvisie niet het grondgebied van de voormalige gemeente Jacobswoude. Relatie met andere plannen
12
Zo heeft de Nota Ruimte van het ministerie van VROM de Duin- en Bollenstreek als een van de vijf greenports aangewezen.
Relatie andere Relatie andere
met plannen met plannen
12
… van het Groene Hart, dat voor een klein deel binnen de grenzen van Holland Rijnland valt. De Regionale Investeringsstrategie van Holland Rijnland geeft een financieel hoofdkader aan voor de prioriteit van projecten op regionaal niveau. Deze beschrijft dat alle deelnemende gemeenten jaarlijks een vastgesteld bedrag overmaken naar de regio, waarvan vijf grote projecten deels gefinancierd worden.
Verantwoording
12
Leeswijzer
13
Leeswijzer
13
12
Daarnaast vormt deze visie de inzet en bijdrage van Holland Rijnland voor de toekomstige Provinciale Structuurvisie, die in ontwikkeling is. … kansen en sterke pijlers van regio Holland Rijnland. In hoofdstuk 4 … Hoofdstuk 5 beschrijft de visie voor de vier verschillende, karakteristieke landschappen van de regio: de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, De Kustzone, de Bollenstreek en de Veenweide en Plassen.
Zo liggen in Holland Rijnland geheel of gedeeltelijk drie van de vijf Greenports die door de Nota Ruimte van het voormalige Ministerie van VROM zijn aangewezen. … van het Groene Hart dat deels binnen de grenzen van Holland Rijnland valt. De Regionale Investeringsstrategie van Holland Rijnland geeft een financieel hoofdkader aan voor de prioriteit van projecten op regionaal niveau in het westelijk deel van de regio. Deze beschrijft dat de twaalf hieraan deelnemende gemeenten jaarlijks een vastgesteld bedrag overmaken naar de regio, waarvan vijf grote projecten deel gefinancierd worden. Daarnaast vormt deze visie de inzet en bijdrage van Holland Rijnland voor de Provinciale Structuurvisie. … kansen en sterke pijlers van regio Holland Rijnland. Paragraaf 3.4 geeft een beschouwing op de toegevoegde waarde van de voormalige Rijnstreekgemeenten.. In hoofdstuk 4 … Hoofdstuk 5 beschrijft de visie voor de vier verschillende, karakteristieke landschappen van de regio: de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie (van Katwijk tot en met Leiden en de stad Alphen aan den Rijn met de Oude Rijn als verbindend element), de Kustzone, de Bollenstreek en het Groene Hart.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 9 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
2.3 Inleidende beschouwing: het strategisch perspectief van de Randstad Dit hoofdstuk is geschreven voor Holland Rijnland anno 2009 door Donald Lambert, destijds stadsbouwmeester van de gemeente Leiden. In de huidige tekst wordt niet gewijzigd. Het hoofdstuk wordt uitgebreid met paragraaf 3.4, waarin de Rijn- en Veenstreek in een regionaal perspectief wordt bezien. paragraaf
pagina
Inleidende tekst hoofdstuk 3 3.4 (nieuw)
15
Huidige tekst RSV --
21
--
Toevoegen In 2011 is een beschouwing op de Rijnstreek aan dit hoofdstuk toegevoegd. 3.4. De toegevoegde waarde voor de nieuwe regio Holland Rijnland Holland Rijnland neemt door de ligging tussen de vier grote steden een bijzondere en strategische positie in de Randstad in. De aard en de omvang van het gebied versterken deze positie. De toetreding van de voormalige regio Rijnstreek tot Holland Rijnland in 2010 betekent het samengaan van twee complementaire regio’s, met ieder een eigen karakter en krachtenveld, die elkaar in positieve zin aanvullen. De nieuwe regio kenmerkt zich door een grote diversiteit aan landschappen en leefmilieus. Naast de landschappelijkrecreatieve kwaliteiten van de kustzone, het Groene Hart en het plassengebied kent het gebied zowel stedelijke, dorpse als landelijke leefmilieus. Binnen de nieuwe regio bevinden zich verschillende centra die, elk vanuit hun eigen kracht, samen opereren met als doel de regio Holland Rijnland als geheel te versterken. De vergroting van de regio naar een gebied met een omvang van circa 525 vierkante kilometer en de aanwezigheid van twee (toekomstige) 100.000+-gemeenten betekenen tevens een toename van de ruimtelijke en economische ontwikkelkansen, maar ook een versterking van de regionale bestuurskracht richting hogere overheden. De economische potentie, de verscheidenheid aan woon- en leefmilieus en de landschappelijk-recreatieve kwaliteiten van het Groene Hart en de Oude Rijn benadrukken de toegevoegde waarde voor de nieuwe regio Holland Rijnland. Economische potentie De economische kracht van de nieuwe regio wordt versterkt . Greenport Aalsmeer, waar de gemeenten Nieuwkoop en Kaag en Braassem deel van uitmaken, is een van ’s werelds grootste logistieke, handels- en kenniscentra
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 10 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
op het gebied van sierteeltproductie. Daarnaast wordt met de Greenport Boskoop op termijn een speler op wereldniveau in de agrobusiness toegevoegd. De regionale binding geeft ruimte voor intensivering van de samenwerking van de Greenports Boskoop, Duin- en Bollenstreek en Aalsmeer. Zowel op het gebied van kennisdeling, logistiek als marketing zijn synergie-effecten denkbaar die de internationale positie van de Greenports specifiek en ook de regio in het algemeen versterken. De samenwerking tussen de Greenports binnen Holland Rijnland is gebaat bij goede fysieke verbindingen. Centraal tussen de drie Greenports ligt Naktuinbouw, een (inter)nationaal toonaangevend kennisinstituut op het gebied van de glastuinbouw. Door samenwerking met bestaande en nieuwe bedrijven, met de nadruk op kennisontwikkeling en duurzaamheid, zal het zich in de nabije toekomst verder ontwikkelen tot het zogenoemde Flower Knowledge Center als hét kenniscentrum voor de glastuinbouw. De Overslag Terminal Alphen (OTA) is een belangrijke schakel in het (duurzame) goederenvervoer. Door de waterwegen binnen de regio heeft de terminal een sterke binding met de Rotterdamse haven als internationale mainport. Stedelijke regionale kernen met dorpen in het groen De afwisseling tussen stedelijke, dorpse en landelijke leefmilieus is een sterke kwaliteit. De ontwikkelpotenties van de Oude Rijnzone moeten worden benut als waardevolle aanvulling op de diversiteit van woonmilieus in de regio. Ruimtelijke ontwikkelingen in en grenzend aan stedelijke kernen zorgen voor een afname van de bebouwingsdruk van het buitengebied. Het Groene Hart Nationaal Landschap Het Groene Hart beslaat circa de helft van het grondgebied van de nieuwe regio. Het landschap kenmerkt zich door cultuurhistorisch waardevolle landschapstructuren, karakteristieke waterlopen als de Meije en vergezichten over het veenweidegebied aan weerszijden van de Oude Rijn. Het is een waterrijk gebied met de Nieuwkoopse Plassen, de Langeraarsche Plassen, het Braassemermeer en de Kagerplassen. De plassen hebben hoge natuurwaarden en bieden ruimte aan watersport. Het landschap 8 6 2011 8-6-2011
Pagina 11 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
wordt met name voor agrarische activiteiten gebruikt, maar recreatief medegebruik gaat een steeds grotere rol spelen. Het open landschap biedt daarnaast mogelijkheden om de regio als duurzaam en klimaatneutraal te profileren. Oude Rijn De Oude Rijn slingert als natuurlijk beeld- en identiteitsbepalend water door het gebied. Van oudsher wordt het landschap vanuit de oevers van de Oude Rijn gecultiveerd. Daarnaast functioneert de Oude Rijn al eeuwen als drager voor ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Deze bijzondere kwaliteit zorgt ervoor dat de van oorsprong noord-zuid georiënteerde regio Holland Rijnland een verruiming van het blikveld richting het oosten krijgt. Een goede oost-westverbinding met zowel openbaar vervoer, automobiliteit als recreatieve routes is voor deze ontwikkeling noodzakelijk. De voortvarende aanleg van de RijnGouwelijn als belangrijke schakel in het HOV netwerk binnen de regio is essentieel. De Oude Rijn als recreatief vaarwater is de verbindende schakel tussen de kust, de plassen in het Groene Hart en de Staande Mastroute. Watergerelateerde industrie en ontwikkeling van karakteristieke ligplaatsen bieden tegelijkertijd economische kansen.
2.4 Ambities paragraaf 4.1 De regio – geografische ligging
pagina 26
4.1 De regio – geografische ligging
26
Huidige tekst RSV Aan de westkant grenst Holland Rijnland aan de Noordzee, aan de noordkant aan de regio Amsterdam, het Groene Hart ligt aan de oostkant en de Haagse regio met aansluitend Rotterdam aan de zuidkant. Dat is van groot belang voor de Greenport Duin- en Bollenstreek, het kloppend hart van het bollencomplex en de Keukenhof, een Nederlands icoon in het buitenland.
Wijzigen in: De regio ligt tussen de grote steden Amsterdam, Utrecht en Den Haag met aansluitend Rotterdam. Aan de westkant grenst de regio aan de Noordzee. Dat is van groot belang voor Greenport Duinen Bollenstreek, het kloppend hart van het bollencomplex, en de Keukenhof, een Nederlands icoon in het buitenland. Daarnaast is het van belang voor de Greenport Boskoop als internationaal centrum van het
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 12 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
4.1 De regio – Landschapskenmerken
26
Holland Rijnland heeft een oppervlakte van circa 275 vierkante kilometer. Daarvan is slechts een kleine 30 procent aaneengesloten stedelijk gebied, dat bestaat uit Katwijk, Oegstgeest, Voorschoten, Leiden en Leiderdorp.
26
Van de in totaal 390.000 inwoners van Holland Rijnland wonen 250.000 inwoners in het aaneengesloten stedelijk gebied.
26
De hoofdopgave voor Holland Rijnland is de uitbouw van de positie als woonregio in combinatie met hoogwaardige bedrijvigheid en onderwijsvoorzieningen. Holland Rijnland kent vier verschillende landschapsomgevingen: De Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, gelegen langs de oevers van de Oude Rijn De Kustzone De Bollenstreek De Veenweide en Plassen
Groene kader
26
4.2 De waarde van de Randstad –
27
Ook voor de regio Holland Rijnland neemt het belang van de Randstad toe. Regio
boomsierteeltcluster (inclusief de pot- en containerteelt) met duurzame agrologistieke dienstverlening en voor de Greenport Aalsmeer. De gemeenten Kaag en Braassem en Nieuwkoop maken sinds 2010 deel uit van de Greenport Aalsmeer. Rijnwoude is onderdeel van de Greenport Boskoop. Holland Rijnland heeft een oppervlakte van circa 525 vierkante kilometer. Nog geen 30 procent daarvan beslaat de stedelijke gebieden Alphen aan den Rijn en de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, bestaande uit Katwijk, Oegstgeest, Voorschoten, Leiden en Leiderdorp. Van de in totaal 523.000 inwoners van Holland Rijnland wonen 324.000 inwoners (62%) in de stedelijke gebieden Alphen aan den Rijn en de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie. De hoofdopgave voor Holland Rijnland is de uitbouw van de positie als woonregio in combinatie met hoogwaardige bedrijvigheid en (onderwijs)voorzieningen. Holland Rijnland kent vier verschillende landschapsomgevingen: De Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie van Katwijk tot en met Leiden en de stad Alphen aan den Rijn met de Oude Rijn als verbindend element De Kustzone De Bollenstreek Het Groene Hart Holland Rijnland als schakel tussen de vier grote steden, maakt een belangrijk onderdeel
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 13 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
Holland Rijnland is hierin complementair. Waar Den Haag zich profileert als stad van bestuur en recht, kent Leiden een internationaal befaamde rechtenfaculteit. Delft is het kenniscentrum van weg en waterbouw, terwijl in Holland Rijnland de nadruk ligt op bio science en space science en innovatie van de Greenport Duin- en Bollenstreek.
Noodzaak van een krachtig stedelijk netwerk
27 27
Deze Greenport wil … …, gelegen in de gemeenten Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude.
27
… het kenniscluster (van Universiteit Leiden, LUMC en bio science en space science), …
27
… het cluster Greenport Bollenstreek en een toeristisch recreatief cluster.
4.2 De waarde van de Randstad – (Inter)nationaal perspectief 4.2 De waarde van de Randstad – (Inter)nationaal perspectief 4.3 Ambities
28
4.3 Ambities
29
Een krachtige Greenport Duin- en Bollenstreek
4.4 Strategie
30
Evenwicht tussen economische functie (landbouw, Greenport) … woningbouwopgave van netto 33.000 woningen (Programma van Afspraken) inclusief … Ontwikkeling en verbetering van het
30 30
een aantrekkelijk en toegankelijk Veenweide en Plassengebied
uit van de Randstad. De aanwezigheid van de topsectoren agro-food, tuinbouw, logistiek, Life Science, water en energie leveren een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de economische postiie van de Randstad, In Holland Rijnland ligt de nadruk op Bio Science en Space Science, flower knowledge, innovatie van de Greenport Duin- en Bollenstreek. De Greenports Aalsmeer en Boskoop zetten in op behoud en uitbouw van de (inter)nationale concurrentiepositie van de agro-industrie op lange termijn. De Greenport Duin- en Bollenstreek wil … …, gelegen in de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Zoeterwoude, Rijnwoude en Alphen aan den Rijn. … het kenniscluster (van Universiteit Leiden, LUMC, Bio Science, Space Science en flower knowledge), … … het cluster Greenports en een toeristischrecreatief cluster.
een aantrekkelijk en toegankelijk Groene Hart
Een krachtige verbinding tussen de Greenports Duin- en Bollenstreek, Aalsmeer en Boskoop; Evenwicht tussen economische functie (landbouw, Greenports) … woningbouwopgave van netto 40.000 woningen, inclusief … Tekst schrappen
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 14 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
woningenbestand op basis van een woningtekort van 1,5 procent. 30 4.5 Hoofdprojecten
30 30 30
4.6 Holland Rijnland in 2020
31 31
…speerpunten bio science en space science, Greenport en recreatie… De Greenport Duin- en Bollenstreek is een belangrijke rol … Om die reden vormen de RijnlandRoute en de RijnGouwelijn kernprojecten voor de regio. De regio heeft de vijf hoofdprojecten – Rijnlandroute, RijnGouwelijn, de Noordelijke Ontsluiting Greenport, de Greenport Duinen Bollenstreek en het Regionaal Groenprogramma – aangewezen als doelen van het Regionaal Investeringsfonds. De gemeenten stellen hier tot 2022 142,5 miljoen euro voor beschikbaar. De Greenport heeft in een geherstructureerde en duurzame vorm … … bloemen en aanverwante producten. De regio is uitstekend bereikbaar …
…speerpunten Bio Science en Space Science, flower knowledge, Greenports en recreatie… De Greenports hebben een belangrijke rol…. Om die reden vormen de RijnlandRoute, de N207 en de RijnGouwelijn kernprojecten voor de regio. De regio heeft vijf hoofdprojecten – Rijnlandroute, RijnGouwelijn, de Noordelijke Ontsluiting Greenport, de Greenport Duin- en Bollenstreek en het Regionaal Groenprogramma – aangewezen als doelen van het Regionaal Investeringsfonds. De twaalf hieraan deelnemende gemeenten stellen hier tot 2022 142,5 miljoen euro voor beschikbaar. De Greenport Duin- en Bollenstreek heeft in een geherstructureerde en duurzame vorm … … bloemen en aanverwante producten. De Greenport Aalsmeer heeft wereldwijd een sterke positie en een uitstekende reputatie als sierteelt- en businesscomplex en centrum van verslogistiek. Greenport Aalsmeer is één van ’s werelds grootste logistieke, handels- én kenniscentra op het gebied van sierteeltproducten. En wil die sterke positie in de toekomst verder versterken en uitbouwen. De Greenport Boskoop heeft zich ontwikkeld tot een sterke, duurzame en beleefbare Greenport in een leefbare omgeving. Daarvoor zijn de centrumfunctie en identiteit versterkt en is de bereikbaarheid gewaarborgd De duurzame Greenport Boskoop is ontstaan door efficiënt
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 15 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
31
… Leiden als centrale stad in de regio, net als de bereikbaarheid van de Leidse voorzieningen. Het toerisme …
ruimtegebruik, bundeling, concentratie en herstructurering. Ook is de wateropgave structureel geregeld met duurzaam waterbeheer en voldoende zoetwatervoorziening. De regio is uitstekend bereikbaar … … Leiden als centrale stad in de regio, net als de bereikbaarheid van de Leidse voorzieningen. Alphen aan den Rijn vervult een centrum functie in het Groene Hart. De bereikbaarheid vanuit en tussen de omliggende dorpen is uitstekend.
2.5 Ontwikkelingsvisie paragraaf Inleidende tekst hoofdstuk 5
pagina 33
Huidige tekst RSV Holland Rijnland kent in grote lijnen vier karakteristieke landschappen: de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, de Kustzone, de Bollenstreek en de Veenweide en Plassen.
5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Doel
34
Verstedelijking in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, om de omliggende gebieden open te houden.
5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Dilemma 5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Dilemma
34
De Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie is al een zeer dicht verstedelijkt gebied.
34
De Oude Rijn is een structurerend element in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie
Wijzigen in: Holland Rijnland kent in grote lijnen vier karakteristieke landschappen: de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie (van Katwijk tot en met Leiden en de stad Alphen aan den Rijn met de Oude Rijn als verbindend element), de Kustzone, de Bollenstreek en het Groene Hart. Verstedelijking in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie tussen Katwijk en Leiden, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone en in Alphen aan den Rijn. De Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie en Alphen aan den Rijn zijn al zeer dicht verstedelijkte gebieden.
De Oude Rijn is een structurerend element in het verstedelijkte gebied Verstedelijking in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie tussen Katwijk
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 16 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
en Leiden, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone en Alphen aan den Rijn. 5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – De keuzes van Holland Rijnland zijn:
34
Minimaal 70 procent van de nieuw te bouwen woningen realiseren binnen de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, netto minimaal 23.100 woningen toevoegen in de periode 2000-2020
Het merendeel van de nieuw te bouwen woningen realiseren binnen de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie tussen Katwijk en Leiden, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone en in Alphen aan den Rijn.
5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – De keuzes van Holland Rijnland zijn: 5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – De keuzes van Holland Rijnland zijn: 5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – De keuzes van Holland Rijnland zijn:
34
Versterking centrumfunctie van Leiden Betere inrichting …
Ontwikkeling van de knoop LeidenOost Faciliteren van stedelijke recreatie …
Versterking van centrumfunctie van Leiden in de regio. Versterking van de centrumfunctie van Alphen aan den Rijn in het Groene Hart. Betere inrichting … Ontwikkeling van de knoop Leiden-Oost Versterking van de verbinding met Alphen aan den Rijn Faciliteren van stedelijke recreatie …
5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Het landschap
34
34
34
Aanleg van nieuwe bedrijventerreinen zo veel mogelijk concentreren in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie
De Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie ligt aan de zuidkant van Holland Rijnland en bestaat uit de gemeenten Leiderdorp, Leiden, Voorschoten, Oegstgeest en Katwijk. De rivier de Oude Rijn verbindt deze gemeenten met elkaar. De agglomeratie telt (peildatum 1
Aanleg van nieuwe bedrijventerreinen zo veel mogelijk concentreren in de Aangesloten Stedelijke Agglomeratie, Alphen aan den Rijn en de Oude Rijnzone tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone
Het verstedelijkt gebied van Holland Rijnland concentreert zich in het zuiden van de regio. De rivier de Oude Rijn is het verbindende element. Het verstedelijkt gebied bestaat uit de zogenoemde Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie en Alphen aan den Rijn. De
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 17 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
januari 2008) bijna 250.000 inwoners, wat gelijk staat aan 64 procent van de totale bevolking van Holland Rijnland (390.500).
5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Het landschap
35
5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Het landschap 5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Het landschap 5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Doel en uitdaging stedelijke agglomeratie
35
5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Doel en uitdaging
De bebouwing langs de rivier vertoont een even grote diversiteit: een historische stad, van oorsprong agrarische dorpen en kustplaatsen gelegen langs de oevers van de Oude Rijn. Voorschoten fungeert als groene bufferzone en kan beschouwd worden als de uitloper van de Veenweide en Plassen.
Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie bestaat uit de gemeenten Leiderdorp, Leiden, Voorschoten, Oegstgeest en Katwijk. Het verstedelijkt gebied telt 324.000 inwoners (peildatum 1 januari 2010), wat gelijk staat aan 62 procent van de totale bevolking van Holland Rijnland (523.000 inwoners). De bebouwing langs de rivier vertoont een even grote diversiteit: een stad in het Groene Hart, een historische stad, van oorsprong agrarische dorpen en kustplaatsen gelegen langs de oevers van de Oude Rijn. Voorschoten fungeert als groene bufferzone en kan beschouwd worden als de uitloper van het Groene Hart.
35
… (Leids Universitair Medisch Centrum). Katwijk …
… (Leids universitair Medisch Centrum). Alphen aan den Rijn vervult een belangrijke centrumfunctie in het Groene Hart. Katwijk …
36
… Zuidvleugelproject As Leiden-Katwijk. De gemeente Katwijk …
36
Daarmee ontstaat naast Leiden een tweede regionaal zwaartepunt.
… Zuidvleugelproject As Leiden-Katwijk. In de Transformatievisie Oude Rijnzone is de verstedelijkingsopgave voor het gebied langs de Oude Rijn tussen Leiden en Bodegraven vastgesteld. De gemeente Alphen aan den Rijn vervult een centrumfunctie voor het Groene Hart en is met ruim zeventigduizend inwoners de tweede stad van de regio. Na de voorgenomen fusie tussen Rijnwoude, Alphen aan den Rijn en Boskoop in 2014, groeit de gemeente Alphen aan den Rijn naar meer dan honderdduizend inwoners. De gemeente Katwijk … Daarmee ontstaat naast Leiden en Alphen aan den Rijn een derde regionaal zwaartepunt.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 18 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
stedelijke agglomeratie 5.1 Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie – Bereikbaarheid
38
… kantoorontwikkeling en woningbouw. Het station van Leiden …
38
… overstappers van bus op trein en andersom.
5.2 De Kustzone – De keuzes van Holland Rijnland zijn: 5.3 De Bollenstreek – De keuzes van Holland Rijnland zijn
38
5.3 De Bollenstreek
38
Oprichting van de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij door de Greenportgemeenten: Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen Bevestiging van de afspraak gebiedsuitwerking: 2.625 hectare bollengrond Ontwikkeling van de Greenport heeft de voorkeur bij de afweging van de ruimtelijke ontwikkeling Doel en uitdaging Greenport
5.4 Veenweide en Plassen
42
5.4 Veenweide en Plassen
37
realisatie van groene en recreatieve verbindingen tussen de kust en Kaag en Braassem.
… kantoorontwikkeling en woningbouw. Ook de provinciale weg N207 tussen Boskoop en Leimuiden slibt langzaam dicht. Dagelijks staan er lange files van en naar Alphen aan den Rijn. De provincie Zuid-Holland werkt samen met de gemeenten aan het verbeteren van de doorstroming en inrichting van de corridor N207. Het station van Leiden … … overstappers van bus op trein en andersom. Het station van Alphen aan den Rijn krijgt de komende jaren een opknapbeurt. Centraal in de plannen voor het stationsgebied is de aanleg van de brede fiets- en voetgangerstunnel onder het spoor bij het station. Er komt ook een nieuw busstation. Realisatie van groene en recreatieve verbindingen tussen de kust en het Groene Hart.
Oprichting van de Greenport Ontwikkelingsmaatschappij door de gemeenten in de Greenport Duin- en Bollenstreek: Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen. Bevestiging van de afspraak gebiedsuitwerking HaarlemmermeerBollenstreek: 2.625 hectare bollengrond. Ontwikkeling van de Greenport Duin- en Bollenstreek heeft de voorkeur bij de afweging van de ruimtelijke ontwikkeling. Doel en uitdaging Greenport Duin- en Bollenstreek 5.4 Groene Hart
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 19 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
40
40
40
Doel: Behoud en versterking van de karakteristieken van de Veenweide en Plassen. Dilemma: Sluipende verstedelijking van het landschap en druk op de agrarische bedrijven. Primaire functie van het Groene Hart, spanning tussen agrarische functies en stedelijke recreatie.
40
De veehouderij is de drager van het open landschap Planologische zekerheid bieden aan de veehouderij, die de drager is van eht open landschap Mogelijkheden bieden voor herstructurering, schaalvergroting en/of verbreding van grondgebonden agrarische bedrijven, waarbij de openheid en het karakter van het Groene Hart gewaarborgd blijft Ruimte bieden voor uitbreiding recreatie en (agro)toerisme Het landelijk gebied bereikbaar maken via langzaamverkeersroutes en OV
De Veenweide en Plassen strekt zich uit van Warmond in het westen tot Roelofarendsveen
Doel: Behouden, versterken en ontwikkelen van de landschappelijke kwaliteiten van het Groene Hart. Dilemma: Sluipende verstedelijking zet het open landschap en de agrarische bedrijfsvoering onder druk. Tevens is er spanning tussen agrarische functies, natuurbeheer en stedelijke recreatie in het gebied. Grondgebonden landbouw is de drager van het open landschap. Planologische zekerheid bieden aan de grondgebonden landbouw, die de drager is van het open landschap. Mogelijkheden bieden voor herstructurering, schaalvergroting en/of verbreding van grondgebonden agrarische bedrijven, waarbij de openheid en het karakter van het Groene Hart gewaarborgd blijven. Ontwikkelen kwalitatief aantrekkelijk en samenhangend buitengebied als leefomgeving, met een betere inrichting van de overgangszone tussen dorp en buitengebied. Ontwikkelen van recreatieve voorzieningen en verbindingen in samenhang met de agrarische en natuurfunctie. Behouden en versterken van een duurzame ecologische en waterstructuur. Waterberging realiseren daar waar nodig in de polder van de gemeente Nieuwkoop. Het landelijk gebied bereikbaar maken via langzaamverkeersroutes en openbaar vervoer. Het Groene Hart strekt zich in Holland Rijnland uit van Warmond in het westen tot en met de
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 20 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
in het oosten en Zoeterwoude in het zuiden. De Veenweide en Plassen maakt onderdeel uit van het Groene Hart.
5.4 Veenweide en Plassen – Het landschap 5.4 Veenweide en Plassen – Het landschap
5.4 Veenweide en Plassen – Het landschap
Nieuwkoopse Plassen in het oosten. En van Leimuiden in het noorden tot en met Bentwoud in het zuiden. In Holland Rijnland liggen het Land van Wijk en Woude, Veenweide en Plassengebied en de Rijn- en Veenstreek in het Groene Hart. Aan de zuidwestkant is de groene verbinding … … van groot belang.
40 43
Aan de zuidkant is de groene verbinding … … van groot beland.
40
Het Groene Hart is een van de twintig Nationale Landschappen van Nederland. Een Nationaal Landschap is een echt Nederlands landschap dat zich kenmerkt door een specifieke samenhang tussen verschillende landschapsonderdelen, zoals natuur, reliëf, grondgebruik en bebouwing. Een Nationaal Landschap is geen museum, maar een gebied waar mensen gewoon wonen, werken, ondernemen en recreëren. Door de status van het Groene Hart (en daarmee de Veenweide en Plassen) als Nationaal Landschap schenkt het Rijk veel aandacht aan deze streek. Het Rijk en de provincie zetten extra financiële middelen in om de kernkwaliteiten van het gebied te behouden en te versterken.
Schrappen van de tekst (is verplaatst naar de volgende paragraaf)
40
… en ecologische gezien als het meest waardevol.
… en ecologische gezien als het meest waardevol. Het Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Veenstreek benadrukt de zeer herkenbare ruimtelijke opbouw van het gebied. De kenmerken van de verschillende landschapstypen zijn zeer goed herkenbaar. Behoud van deze verschillen is een belangrijk uitgangspunt van het landschapsontwikkelingsplan.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 21 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
Elk landschapstype heeft zich op een eigen manier ontwikkeld. Enerzijds dankzij de kwaliteiten van de bodem en bijbehorende waterhuishouding, anderzijds dankzij de maatschappelijke vraag naar agrarische productiegronden, de behoefte aan wonen, werken en recreëren en de spontane en gestuurde ontwikkelingen in de natuur. Sommige landschappen, zoals de veenweidelandschappen, zijn al ontstaan in de twaalfde eeuw. Andere ontwikkelingen, zoals de verstedelijking van de stroomruggen, is pas ingezet in de twintigste eeuw. De oeverwallen en stroomruggen van de Oude Rijn kenmerken zich door de stedelijke ontwikkeling die op deze draagkrachtige bodem al enkele eeuwen plaatsvindt. Langs de Aar en het Aarkanaal zien we de laatste decennia een ontwikkeling van functies: naast de parkachtige groene functies, vindt ook een ontwikkeling van rode functies en glas plaats. Op het knooppunt van deze twee stroomruggen heeft Alphen aan den Rijn zich als de grote regionale kern ontwikkeld. Deze gemeente vormt tegelijkertijd het economische en sociale scharnierpunt binnen het Groene Hart. Aan weerszijden van de stroomrug van de Oude Rijn strekken de veengronden zich uit. Ze lopen als een grote groene band van west naar oost door het plangebied. Richting de Kagerplassen is een meer grillig verkaveld veenweidelandschap ontstaan vele prachtige molens en dorpssilhouetten. Langs de Oude Rijn liggen de bebouwing en de ontginningsassen op de stroomruggen. Sloten en weteringen ontwateren de veengronden. Hoewel de veengronden van grote betekenis zijn voor de weidevogels, loopt 8 6 2011 8-6-2011
Pagina 22 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
de kwaliteit van deze gronden achteruit. Op lange termijn bepaalt de bodemdaling in deze veengebieden de mogelijkheden voor productieve landbouw. Via markante hoogteverschillen gaan de veenweidegronden in het noordoosten en zuiden van het gebied over in de laaggelegen droogmakerijen. Dit zijn robuuste landbouwgebieden met een grote omvang en een rationele verkaveling. De boerderijen liggen hier aan de rand of als groene eilanden in de polder. Verrassend genoeg zijn soms ook nog kleinere landschapselementen aanwezig. De provinciale en lokale wegen vormen een duidelijk ontsluitingsraamwerk in deze polders, welke op enkele trajecten visueel versterkt kan worden. De hooggelegen veendorpen, zoals Aarlanderveen, Ter Aar en Nieuwkoop, vormen prachtige linten door het gebied. De veendorpen hebben een rijke variatie aan rode en groene elementen, die in harmonie met elkaar ontwikkeld zijn. Het kwekerijenlandschap in Rijnwoude neemt binnen het Groene Hart een geheel eigen plek in. In dit landschap is elke meter benut. Een aandachtspunt is de beeldkwaliteit van de bebouwingslinten in dit gebied en van de voorkanten van de kwekerijen. De kwekerijen zijn onderdeel van de Greenport Boskoop. De natuurlijke plassen van de Kaag en Braassemermeer en de verveningsplassen van Langeraar en Nieuwkoop vormen een prachtige tegenhanger van het rationeel ontgonnen landschap. Zoals weidevogelkwaliteiten 8 6 2011 8-6-2011
Pagina 23 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
gekoppeld zijn aan de agrarische gronden, zijn de natuurwaarden voor moeras en water gekoppeld aan deze plassen. Het is belangrijk deze natuurwaarden te versterken, uit te breiden en te verbinden. Onder andere door meer natuurlijke oevers en struwelen te ontwikkelen en een netwerk van ecologische verbindingszones aan te leggen. De Meije, de Kromme Mijdrecht, de Drecht, de Oude Does en de Oude Ade vormen prachtige waterlopen met een eigen gevarieerde bebouwings- en beplantingskarakteristiek. Zowel de plassen als de natuurlijke en gegraven waterlopen bieden volop ruimte voor de watersporter. In dit watersportgebied is optimalisering mogelijk door betere verbindingen aan te leggen. De toegankelijkheid van de oevers van plassen voor de fietser en wandelaar is vaak beperkt. Verbetering is mogelijk door nieuwe paden, verbindingen (bruggen) en uitkijkpunten te aan te leggen. De Nieuwkoopse Plassen zijn een kroonjuweel voor de natuur. Deze plassen worden uitgebreid met een nieuwe robuuste structuur richting de Ronde Venen. Rond de Nieuwkoopse Plassen streeft Holland Rijnland naar een afgewogen zonering voor een evenwichtige ontwikkeling van de natuur en de recreatie. De weidse open ruimten, de koeien in de weilanden, de glimmende klei van de polders, de waterrijke omgeving en de prachtige molens en dorpssilhouetten zijn grote ruimtelijke kwaliteiten die mooi contrasteren met de omliggende stedelijke gebieden van onder andere Leiden, Zoetermeer en Amsterdam. 8 6 2011 8-6-2011
Pagina 24 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
5.4 Veenweide en Plassen – Doel en uitdaging Groene Hart
40
Doel en uitdaging Groene Hart De provincies …
5.4 Veenweide en Plassen – Doel en uitdaging Groene Hart
41
5.4 Veenweide en Plassen – Doel en uitdaging Groene Hart
41
5.4 Veenweide en Plassen – Doel en uitdaging
44
De kernkwaliteiten van de Veenweide en Plassen zijn onder meer openheid met weidse vergezichten, verkavelingpatronen, open veenplassen, dijken, molens, kleine (lint)dorpen, historische kernen en koeien in de wei. Kortom: een Hollandse landschap in optima forma. Het gebied ten oosten van de A4 bij Zoeterwoude heeft de status van Nationaal Snelwegprogramma. Water speelt daarbij een dominante en bindende rol, die voor meer samenhang moet zorgen. Bovendien is dit deel van het Groene Hart een groene tegenhanger van het naastgelegen stedelijk gebied. De komende jaren wordt in dit deel van het Groene Hart fors geïnvesteerd in infrastructuur en nieuwe woon- en werkmilieus. Alleen dan wordt aangesloten bij de benadering van het Groene Hart als metropolitaan parklandschap met een
Doel en uitdaging Groene Hart Het Groene Hart is een van de twintig Nationale Landschappen van Nederland. Een Nationaal Landschap is een echt Nederlands landschap dat zich kenmerkt door een specifieke samenhang tussen verschillende landschapsonderdelen, zoals natuur, reliëf, grondgebruik en bebouwing. Een Nationaal Landschap is geen museum, maar een gebied waar mensen gewoon wonen, werken, ondernemen en recreëren. Door de status van het Groene Hart als Nationaal Landschap schenkt het Rijk veel aandacht aan deze streek. Het Rijk en de provincie zetten extra financiële middelen in om de kernkwaliteiten van het gebied te behouden en te versterken. De provincies … De kernkwaliteiten van het Groene Hart zijn onder meer openheid met weidse vergezichten, verkavelingpatronen, open veenplassen, dijken, molens, kleine (lint)dorpen, historische kernen en koeien in de wei. Water speelt daarbij een dominante en bindende rol. Kortom: een Hollandse landschap in optima forma. Het gebied ten oosten van de A4 bij Zoeterwoude heeft de status van Nationaal Snelwegpanorama. Bovendien is dit zuidwestelijke deel van het Groene Hart een groene tegenhanger van het naastgelegen stedelijk gebied. De komende jaren wordt hier fors geïnvesteerd in infrastructuur en nieuwe woon- en werkmilieus. Alleen zo wordt aangesloten bij de benadering van de Rijksbufferzone als metropolitaan parklandschap met een belangrijke agrarische
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 25 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
Groene Hart 5.4 Veenweide en Plassen – Doel en uitdaging recreatie
41
belangrijke agrarische betekenis, dat (mede) ten dienste staat van de stedelijke agglomeratie. Doel en uitdaging recreatie De Veenweide en Plassen moet als een ‘Groene Gordel van Smaragd’ een grotere bekendheid krijgen voor zowel de stedeling binnen Holland Rijnland als daarbuiten. Deze benaming komt van de gemeenten Kaag en Braassem, Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude. De recreatieve invulling van de Boterhuispolder en de Achthovenerpolder in Leiderdorp geven een goed voorbeeld van de mogelijkheden die Holland Rijnland regionaal kan toepassen voor de groenflanken. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar het gebied Duin, Horst en Weide. De traditionele veehouderij vormt van oudsher het landschap. Men zou kunnen zeggen dat het boerenbedrijf het veenweidelandschap is. Behoud en, waar nodig, herstel van het landschap is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Velen genieten van dit karakteristieke landschap met vergezichten en grazende koeien in de wei. De melkveehouderij in het veenweidegebied is op veel plekken sterk en vitaal. Mits de productieomstandigheden dat toelaten blijft dat ook in de toekomst zo. Daarvoor is het belangrijk dat het ruimtelijke beleid schaalvergroting toelaat en ontwikkeling van nevenactiviteiten een kans krijgt. Wel moeten de openheid en het karakter van het Groene Hart gewaarborgd blijven. Dat is dan ook, samen en in samenhang met de recreatieve ontwikkeling, de richting die deze structuurvisie kiest.
betekenis. Doel en uitdaging recreatie De cultuurhistorie, het fraaie open landschap en de uitgebreide waterstructuur bieden volop kansen voor een interessant en gevarieerd recreatief aanbod aan voorzieningen en routes. Er liggen mogelijkheden in het verder verbinden van recreatieve routes over land en water. Denk hierbij aan het fietsknooppuntensysteem en wandelrondjes vanuit de kernen of voor verblijfsrecreanten en het beter bevaarbaar maken van watergangen en sluizen. Een opwaardering van jaagpaden en kleine watergangen binnen de polders is mogelijk. De traditionele veehouderij is van oudsher kenmerkend voor het landschap. Velen genieten van dit karakteristieke landschap met vergezichten en grazende koeien in de wei. Behoud en eventueel herstel van het landschap is dan ook een belangrijk uitgangspunt. Bovendien is de melkveehouderij in het veenweidegebied op veel plekken sterk en vitaal. Mits de productieomstandigheden dat toelaten blijft dat ook in de toekomst zo. Daarvoor is het belangrijk dat het ruimtelijke beleid schaalvergroting toelaat en ontwikkeling van nevenactiviteiten een kans krijgt. Wel moeten de openheid en het karakter van het Groene Hart gewaarborgd blijven. Bij alle voorzieningen is een goede landschappelijke inpassing gewenst vanaf het water en het land. Gebruik van beplanting en sober kleurgebruik van harde materialen is
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 26 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
hierbij aan de orde. Groei van de recreatieve voorzieningen is denkbaar, omdat hieraan behoefte is en dit bijdraagt aan de economische functie van het gebied. Landschappelijke criteria voor recreatieve ontwikkelingen zijn onder andere: • Aansluiten bij de bestaande schaal en maat van het landschap en bij bestaande bebouwings- en beplantingsstructuren. • Rekening houden met zichtlijnen op dorpssilhouetten en het zicht op de ringdijken. • Rekening houden met de ruimtelijke afwisseling langs de oevers van waterlopen en plassen. Soms ook zicht vanaf het water op het land behouden en andersom. • Molenbiotopen open houden. • Rekening houden met weidevogelgebieden. • Goede landschappelijk inpassing van de recreatieve ontwikkeling. Landbouw blijft de hoofdfunctie.
5.4 Veenweide en Plassen – Doel en uitdaging wonen
41
Doel en uitdaging wonen Vanwege het unieke karakter van de Veenweide en Plassen zou er meer aandacht moeten komen voor wonen. Inwoners van het gebied …
42
… prijzen en woontypes. Onderkend wordt dat ook de tuinbouw een
Dat is dan ook, samen en in samenhang met de recreatieve ontwikkeling, de richting die deze structuurvisie kiest. Doel en uitdaging wonen Vanwege het unieke karakter van het Groene Hart zou er meer aandacht moeten komen voor bebouwing. Het landschap kent een zeer open opbouw. Bebouwing valt daardoor al van verre op. De oudere bebouwingslinten laten zich typeren door een fraaie harmonie van bebouwing en beplanting. Inwoners van het gebied … … prijzen en woontypes.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 27 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
economische factor van belang is voor dit gebied. Bij Roelofarendsveen liggen drie kassengebieden. Het kassengebied, grenzend aan het Braassemermeer, maakt plaats voor woningen, het gebied ten oosten van de A4 zal geherstructureerd worden tot een duurzaam kassengebied. Het kassengebied in Nieuwe Wetering blijft behouden. De gemeente Kaag en Braassem kent vier kassengebieden
Doel en uitdaging Greenports Aalsmeer en Boskoop Holland Rijnland onderkent dat de tuinbouw een economische factor van belang is voor het gebied. Nieuwe bedrijfsgebouwen en kassen vallen door hun omvang en lichte kleurgebruik vaak erg op. Een concentratie van kassen of van bedrijfsgebouwen is in de regel efficiënter in te passen dan verspreidliggende bedrijven. Om die reden maakt de glastuinbouw in de komende jaren een grote ontwikkeling door. De Greenport Aalsmeer ligt in Holland Rijnland binnen de gemeenten Nieuwkoop en Kaag en Braassem. In de gemeente Nieuwkoop is een grote transformatie van kassengebied aan de gang. In de Noordse Buurt wordt 135 hectare kassengebied omgevormd naar natuurgebied, Andersom wordt in het tuinbouwgebied Nieuw Amstel Oost juist 200 hectare nieuw kassengebied ontwikkeld. Momenteel kent Kaag en Braassem vier kassengebieden. De Greenport Aalsmeer heeft het noordelijk kassengebied in Roelofarendsveen aangewezen als Flower Knowledge Center, waarbij kassen worden gecombineerd met kennisontwikkeling, opleidingsmogelijkheden en recreatie. De overige kassengebieden ontwikkelen zich door als duurzaam kassengebied. De Greenport Boskoop ligt in het Groene Hart op de grens van stad en land en heeft een verdicht karakter. Het is een uniek landschap van sierteelt en boomteeltbedrijven en maakt deel uit van het topgebied cultureel erfgoed Boskoop/Reeuwijk Dorp. Het oorspronkelijke landschap van de veenontginningen wordt hier
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 28 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
5.4 Veenweide en Plassen – Bereikbaarheid
42
Bereikbaarheid Het verbeteren van de langzaamverkeersroutes dragen bij aan een betere bereikbaarheid van de Veenweide en Plassen. Ook de bereikbaarheid van het stedelijk gebied naar de Veenweide en andersom verbetert daarmee. Daarnaast dragen goede OV-verbindingen bij aan de toegankelijkheid van het gebied. Door de betere bereikbaarheid komt het open gebied dichterbij de stedelingen.
volledig bepaald door de boom- en heesterkwekerijen. Het teeltgebied kent smalle kavels en relatief veel sloten (veenontginning). De lintbebouwingen vormen een integraal onderdeel van het sier- en boomteeltgebied. Momenteel ontwikkelt de Greenport Boskoop zich richting de pot- en containerteelt. Ook de handelsfunctie van de Greenport Boskoop wordt uitgebreid. Dit heeft een nog betere ontsluiting tot gevolg. Bereikbaarheid De N11, N207 en N231 zijn de grootste ontsluitingswegen van het Groene Hart in Holland Rijnland. Deze wegen zijn onder meer van essentieel belang voor de Greenports Boskoop en Aalsmeer. Om de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in de toekomst te garanderen, is aanpassing van deze infrastructuur nodig. Daarnaast zijn ook de lokale verbindingen tussen de kernen van groot belang. Goede openbaarvervoerverbindingen dragen bij aan de toegankelijkheid van het gebied en zijn essentieel voor de inwoners. Het verbeteren van de langzaamverkeerroutes van en naar het stedelijk gebied zijn van belang voor een betere bereikbaarheid van het Groene Hart voor onder andere recreanten.
2.6 Thema’s per sector paragraaf 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten
pagina 46
Huidige tekst RSV Realisatie van recreatieve, ecologische en waterverbindingen Oost-West van de kust naar het Groene Hart: van de duinen van
Wijzigen in: Realisatie van recreatieve, ecologische en waterverbindingen: Oost-West van de kust naar het Groene Hart: Noordwijk-Leeuwenhorst-Polder
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 29 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
Noordwijk tot het Braassemermeer en van de duinen van Katwijk en Wassenaar naar het Groene Hart Noord-Zuid: van de Trekvaart naar de duinen ten zuiden van Katwijk en van de Kagerplassen naar de Vlietlanden
6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – De keuzes van Holland Rijnland om het landschap te versterken zijn: 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen – Het landschap 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen – Agrarische activiteiten 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen – Agrarische activiteiten
46
6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen
Claim voor de grootschalige wateropgave oplossen in de Haarlemmermeer
Hoogeweg-Kagerplassen-BraassemermeerLangeraardsche Plassen en Katwijk/Wassenaar-Papenwegse polder-De Horsten-Duivenvoordecorridor-VlietlandenBentwoud-Polder Nieuwkoop en Noorden Noord-Zuid: Trekvaart-Kagerplassenlandgoederen-Valkenburg-Duinen; en Kagerplassen-Leiden/Leiderdorp-park Cronesteijn-Oostvlietpolder-Vlietlanden; en Langeraardsche PlassenLuierpark/Zegerplas-Zaans RietveldBentwoud. Claim voor de grootschalige wateropgave oplossen in Rijnwoude, Nieuwkoop en de Haarlemmermeer binnen de daarvoor aangewezen zoekgebieden. Ontwikkeling bosgebied Bentwoud met recreatie- en natuurfunctie.
46
Niet alleen de variatie, maar ook de openheid en de ligging midden in de Randstad …
Niet alleen de variatie, maar ook de openheid van de Bollenstreek en het Groene Hart en de ligging midden in de Randstad …
47
Voor de open gebieden van de Bollenstreek en de Veenweide en Plassen ligt dit anders.
Voor de open gebieden van de Bollenstreek, de Veenweide en de droogmakerijen ligt dit anders.
48
In Holland Rijnland houden agrarische activiteiten als bollenteelt en veeteelt het landschap open. Veeteelt is zowel in de Veenweide en Plassen als in de Bollenstreek aanwezig. De opgave is
48
Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout (de drie noordelijke gemeenten) werken de PEHS uit in hun Ruimtelijk Perspectief, dat de ecologische
In Holland Rijnland houden agrarische activiteiten als bollenteelt, akkerbouw en veeteelt het landschap open. Veeteelt is zowel in het Veenweidegebied als in de Bollenstreek aanwezig. Akkerbouw is vooral in de droogmakerijen te vinden. De opgave is … Schrappen van de tekst (is verplaatst naar verderop in deze paragraaf, bij de beschrijvingen van de oost-west verbindingen
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 30 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
verbinding tussen de duinen en de Ringvaart van de Haarlemmermeer moet versterken. Voorschoten werkt in samenwerking met Wassenaar en Leidschendam-Voorburg de PEHS aan de zuidkant van de regio uit in het Pact van Duivenvoorde. De duinen en de binnenduinrand ten zuiden en noorden van Katwijk en ten noorden van Noordwijk en Noordwijkerhout zijn internationaal aangewezen als Vogel- en Habitatrichtlijngebieden.
van de duinen naar het Groene Hart).
48
… en een aantal eilanden. Holland Rijnland zal …
48
… met de Vlietlanden. Twee verbindingen lopen …
… en een aantal eilanden. Veel natuur in het Groene Hart is verbonden met het water. In Nieuwkoop ligt het grootste (watergebonden) natuurgebied dat van (inter)nationaal belang is. Een robuuste ecologische verbinding met de Reeuwijksche Plassen is wenselijk. Holland Rijnland zal … … met de Vlietlanden. Een derde verbinding loopt van de Langeraardsche Plassen via het Luierpark/Zegerplas, Zaanse Rietveld naar Bentwoud. Twee verbindingen lopen …
– Natuurgebieden en ecologische verbindingen Groene Hart 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen – Natuurgebieden en ecologische verbindingen Groene Hart 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen – Natuurgebieden en ecologische verbindingen Groene Hart 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen – Natuurgebieden en ecologische verbindingen Groene Hart 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen – Natuurgebieden en ecologische verbindingen Groene Hart
48
48
… naar het Groene Hart en Braassemermeer. De zuidelijke verbinding …
6.1 Versterken
48
… naar de Vlietlanden en het Groene Hart.
De duinen en de binnenduinrand ten zuiden en noorden van Katwijk en ten noorden van Noordwijk en Noordwijkerhout, de Nieuwkoopse Plassen en de Wilck (Rijnwoude) zijn internationaal aangewezen als Vogel- en Habitatrichtlijngebieden.
… naar het Braassemermeer en de Langeraarsche Plassen en Westeinderplassen (Noord-Holland). Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout (de drie noordelijke gemeenten) werken de PEHS uit in hun Ruimtelijk Perspectief, dat de ecologische verbinding tussen de duinen en de Ringvaart van de Haarlemmermeer moet versterken. De zuidelijke verbinding … … naar de Vlietlanden, Bentwoud, Polder
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 31 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
landschappelijke kwaliteiten – Groen – Natuurgebieden en ecologische verbindingen Groene Hart 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen – Natuurgebieden en ecologische verbindingen Groene Hart 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Groen – Landgoederenzone, cultuurhistorische verbinding
6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Blauw – water 6.1 Versterken landschappelijke kwaliteiten – Blauw – Water
Katwijk en Wassenaar …
48
… de kassen uit de zone Duin, Horst en Weide.
49
… landschappelijke identiteitsdragers.
49
… het watersysteem. De wateropgave …
49
... regenwater bijvoorbeeld. Afhankelijk van …
Nieuwkoop en Noorden in het Groene Hart. Voorschoten werkt in samenwerking met Wassenaar en Leidschendam-Voorburg de PEHS aan de zuidkant van de regio uit in het Pact van Duivenvoorde. Katwijk en Wassenaar … … de kassen uit de zone Duin, Horst en Weide. Tussen de natuurgebieden rond de Nieuwkoopse Plassen en de Kromme Mijdrecht wordt het 135 hectare grote glastuinbouwgebied Noordse Buurt gesaneerd. Doel van de sanering is om de Noordse Buurt te ontwikkelen tot een hoogwaardig natuurgebied. … landschappelijke identiteitsdragers. Nieuwe landgoederen kunnen een middel zijn om via particulier initiatief natuur te ontwikkelen. De nieuwe landgoederen moeten qua opzet en inrichting aansluiten bij bij het karakter van het betreffende landschap.. Door de koppeling met het ecologische netwerk zijn niet alle locaties in de regio geschikt. De nieuwe landgoederen kunnen vooral geschikt zijn op die plekken waar natuurontwikkeling is gewenst in combinatie met een robuuste groenstructuur en recreatief medegebruik. … het watersysteem. Het creëren van extra oppervlaktewater kan een oplossing zijn voor het tegengaan van de verziltingsproblematiek. De wateropgave … … regenwater bijvoorbeeld. In Holland Rijnland zijn er zoekgebieden voor waterberging in de Boterhuispolder en in Polder Nieuwkoop. In de gemeente Nieuwkoop moet nog nader bepaald worden waar en in welke mate waterberging nodig is. Een robuust en duurzaam
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 32 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
6.2 Recreatie en toerisme – Het landschap
54
Sterke troeven zijn de historische binnenstad Leiden, de Kagerplassen, het Braassemermeer, het Hollandse polderlandschap, … … (zoals musea, oude binnenstad, horeca.) …
6.2 Recreatie en toerisme – Kunst en Cultuur 6.2 Recreatie en toerisme – Watertoerisme
55 56
Bijvoorbeeld nieuwe uitstapplaatsen, aanlegsteigers gecombineerd met aan het water gelegen eet- en drinkgelegenheden, …
6.2 recreatie en toerisme – Agrotoerisme en Recreatie in de Veenweide en Plassen 6.2 recreatie en toerisme – Agrotoerisme en Recreatie in de Veenweide en
54
Agrotoerisme en recreatie in de Veenweide en Plassen Het Veenweide en Plassengebied heeft veel …
54-55
Feitelijk is er pas een begin gemaakt met het op een verantwoorde manier zichtbaar maken van het Veenweide en Plassengebied. Historische landschapslijnen …
watersysteem kan gecombineerd worden met wonen, natuur en recreatie. De waterkwaliteit van de Nieuwkoopse Plassen wordt behouden en waar mogelijk verbeterd. Het waterbeheer is gericht op het tegengaan van wegzuiging uit de plassen en het tegengaan van bodemdaling. Het watergebiedsplan van de waterbeheerder geeft hier invulling aan. Om de verziltingsproblemen die verband houden met de watervoorziening voor de uitbreiding van de pot- en containerteelt op te lossen, komt er een grote waterplas in Polder de Noordplas (Rijnwoude). Afhankelijk van … Sterke troeven zijn de historische binnenstad Leiden, de Kagerplassen, het Braassemermeer, de Nieuwkoopse Plassen, de Langeraarsche Plassen, het Hollandse polderlandschap, … … (zoals musea, oude binnenstad, horeca) … Bijvoorbeeld nieuwe uitstapplaatsen, aanlegsteigers gecombineerd met aan het water gelegen eet- en drinkgelegenheden, milieustations, de Oude Rijn en de Staande Mastroute … Agrotoerisme en recreatie in het Groene Hart Het Groene Hart heeft veel …
Feitelijk is er pas een begin gemaakt met het op een verantwoorde manier zichtbaar maken van het Groene Hart. Historische landschapslijnen …
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 33 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
Plassen 6.2 Recreatie en toerisme – Bereikbaarheid
55
… en de Duivenvoordecorridor naar het Groene Hart. Door op knooppunten van …
6.2 Recreatie en toerisme – Bereikbaarheid
58
…, en van de kust via de Bollenstreek naar de Kaag, en van de kust via de bufferzone Valkenburg en de Duivenvoordecorridor naar het Groene Hart. Door op knooppunten van recreatieve routes …
6.3 Milieu – Vliegtuiggeluid
60
Binnen de 20 Ke-contour uit de Nota Ruimte is geen grootschalige woningbouw mogelijk.
6.3 Milieu – 380 kV Hoogspanningslijn (nieuw kopje)
61
Paragraaf invoegen tussen ‘Externe Veiligheid’ en ‘Energie en Klimaatbeleid’
… en de Duivenvoordecorridor naar het Groene Hart. Ook de bewegwijzering op het water (het sloepennetwerk) moet verder worden uitgebreid. Door op knooppunten van … …, en van de kust via de Bollenstreek naar de Kaag, en van de kust via de bufferzone Valkenburg en de Duivenvoordecorridor naar het Groene Hart. Om wandel- en fietsroutes met elkaar te verbinden is het van belang om oversteekplaatsen te creëren bij watergangen (bijvoorbeeld de aanleg van een pont). Door op knooppunten van recreatieve routes … Binnen de 20 Ke-contour uit de Nota Ruimte zijn op basis van het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol (LIB) geen nieuwe woningen of gebouwen met een onderwijsfunctie mogelijk. 380 kV-hoogspanningslijn Om in de toekomst aan de vraag naar elektriciteit te kunnen voldoen is uitbreiding van het hoogspanningsnetwerk noodzakelijk. Door toepassing van 380 kV-lijnen, de zwaarste in hun soort, blijft het aantal lijnen beperkt. De uitbreiding van het netwerk richt zich in eerste instantie op de Randstad en loopt van Wateringen tot Beverwijk. De uitbreiding zal deels bovengronds en deels ondergronds worden uitgevoerd en doorkruist de regio. Het tracé komt vanuit Zoetermeer bij Benthuizen de regio binnen en volgt een bestaande 150 kV- lijn langs Hazerswoude-Dorp en Hazerswoude-Rijndijk naar de A4 ten noordoosten van Leiderdorp. Daar volgt het de A4 tot de lijn iets voor Rijpwetering ondergronds verder gaat, om in de Haarlemmermeerpolder weer boven te komen. Vanwege de hoogte, de lange rechte lijnen en de
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 34 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
6.4 Mobiliteit – De keuzes van Holland Rijnland om de bereikbaarheid te vergroten zijn:
62
62
Realisatie van grote infrastructuurprojecten als de RijnlandRoute en de Noordelijke Ontsluiting Greenport
6.4 Mobiliteit Hoofdinfrastructuur
62
Station Sassenheim een belangrijk knooppunt voor de regio In Holland Rijnland ligt de nadruk …
6.4 Mobiliteit – Hoofdinfrastructuur
62
… beduidend onderverdeeld. Naast deze …
mogelijke risico’s van elektromagnetische straling is de hoogspanningslijn van sterke invloed op het landschap. Nieuwe woningen onder of boven de leidingen zijn niet toegestaan. Omdat de hoogspanningslijn polderlandschap doorkruist, is het een opvallend richtinggevend element in het landschap. Volgens planning is het gehele tracé eind 2014 klaar. Realisatie van grote infrastructuurprojecten als de RijnlandRoute, de Noordelijke Ontsluiting Greenport Duin- en Bollenstreek en de volledige verdubbeling van de N207noord (2x2). Aanleg van de Maximabrug in combinatie met de westelijke Alphense rondweg voor een betere bereikbaarheid van de Hoogewaard, het ontlasten van de woonkern Koudekerk, het realiseren van de woningbouwopgave in de regio Holland Rijnland en het oplossen van de verkeers- en leefbaarheidsproblematiek in Alphen aan den Rijn. Stations Alphen aan den Rijn en Sassenheim als belangrijke knooppunten voor de regio. In het westen van Holland Rijnland ligt de nadruk … … beduidend onderverdeeld. In het oosten van de regio is deze situatie omgedraaid. Hier voorzien de N11 en een deel van de N209 in een behoefte, maar staan de de noord-zuid routes zoals de N207 onder druk. De N11 dient nog een volledige aansluiting te krijgen op de A12, de zogenoemde Bodegravenboog. Naast deze …
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 35 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
6.4 Mobiliteit – Regionaal Verkeer en Vervoerplan
63
… voor de locatie waar de bestaande infrastructuur ontoereikend is.
… voor de locaties waar de bestaande infrastructuur ontoereikend is.
6.4 Mobiliteit – Bereikbaarheid voor wegverkeer 6.4 Mobiliteit – Bereikbaarheid voor wegverkeer
64+65
Greenport (diverse keren in deze paragraaf)
(in alle gevallen in deze paragraaf) Greenport Duin- en Bollenstreek
63
Holland Rijnland heeft de ambitie om de oostwest verbindingen te verbeteren en de verschillende verkeersstromen van doorgaand en bestemmingsverkeer zo veel mogelijk te ontvlechten.
6.4 Mobiliteit – Bereikbaarheid voor wegverkeer
64
6.4 Mobiliteit – Bereikbaarheid voor wegverkeer 6.4 Mobiliteit – Bereikbaarheid voor wegverkeer
65
Daarnaast zijn de aanleg van de RijnGouwelijn en ontwikkelingen in de Oude Rijnzone redenen om bij de aansluiting op de N11 in Zoeterwoude een ongelijkvloerse kruising te realiseren. De randweg bevordert de doorstroming en de verkeersdruk in Rijnsburg en Katwijk aan den Rijn en op de N449. Daarnaast komt door de realisatie van de Noordelijke Randweg Voorhout een verbinding tussen de provinciale wegen N444, N450 en N443. Door het sluiten van de ringwegenstructuur bij Leiden …
Holland Rijnland heeft de ambitie om de oostwestverbindingen in het westen van de regio te verbeteren. Daarnaast is in het oosten van de regio het verberen van de bereikbaarheid van Alphen aan den Rijn en de Greenportregio Boskoop (corridor N207) een belangrijk onderwerp. Net als het ontvlechten van de verschillende verkeerstromen van doorgaand verkeer en bestemmingsverkeer. Daarnaast zijn de aanleg van de RijnGouwelijn en ontwikkelingen in de Oude Rijnzone redenen om bij de aansluitingen op de N11 in Zoeterwoude en Alphen aan den Rijn ongelijkvloerse kruisingen te realiseren. De randweg bevordert de doorstroming en vermindert de verkeersdruk in Rijnsburg en Katwijk aan den Rijn en op de N449. Daarnaast komt door de realisatie van de Noordelijke Randweg Voorhout een verbinding tussen de provinciale wegen N444, N450 en N443. Het verkeer in het Groene Hart tussen Leimuiden en Gouda neemt steeds verder toe. De wegen in en rondom de gemeenten in deze regio worden drukker en de provinciale weg N207 slibt langzaam dicht. Dagelijks staan er lange files tussen Alphen aan den Rijn en Leimuiden. De N207 is een zeer belangrijke verbinding in de regio en sluit aan op bijvoorbeeld de A4 en de N11. Maatregelen op
65
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 36 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
de N207 hebben gevolgen op andere wegen, bijvoorbeeld in Alphen aan den Rijn. Daarom hebben de betrokken gemeenten en de provincie Zuid-Holland een pakket van maatregelen vastgesteld om de bereikbaarheid en leefbaarheid rondom de N207 te verbeteren. Denk aan capaciteitsuitbreiding op diverse locaties, omlegging van de N207 bij de Overslag Terminal Alphen (OTA), realisatie van de Maximabrug en de tunnel N209 in HazerswoudeDorp, en de aanleg van vrijliggende busbanen en de westelijke randweg Waddinxveen. Door de Maximabrug verbetert op korte termijn de huidige verkeerssituatie in Koudekerk en worden de geplande woningen in Rijnpark en het bedrijventerrein beter ontsloten. Op de lange termijn zal de brug, na aanvullend tracéonderzoek, in combinatie met de kleine en grote westelijke Alphense rondweg de bestaande en naar verwachting verder toenemende verkeers- en leefbaarheidsproblematiek in Alphen aan den Rijn oplossen.
6.4 Mobiliteit – Openbaar Vervoer
66
Holland Rijnland heeft een regionale openbaar vervoervisie (OV-visie) vastgesteld.
6.4 Mobiliteit – Openbaar Vervoer
67
6.4 Mobiliteit – Openbaar Vervoer
67
Daarnaast wordt het nieuwe station Sassenheim een belangrijk knooppunt in de regio. … tot volwaardige HOV-lijnen.
Door het sluiten van de ringwegenstructuur bij Leiden … Holland Rijnland heeft in 2009 een regionale openbaar vervoervisie (OV-visie) vastgesteld. Deze wordt in 2011 herzien in verband met de aansluiting van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Rijnwoude bij de regio. Daarnaast zijn de stations Alphen aan den Rijn en Sassenheim belangrijke knooppunten in de regio. ... tot volwaardige HOV-lijnen. De bestaande OV-visie Holland Rijnland wordt in 2011 geharmoniseerd met de voormalige Rijnstreek
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 37 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
6.4 Mobiliteit – RijnGouwelijn
67
… Alphen aan den Rijn en de Rijnzonegemeenten verbinden met Leiden en de kust … … van de grensstreek te verbeteren. Daarnaast zijn er …
6.4 Mobiliteit – Verbindingen naar omliggende regio’s
67
6.4 Mobiliteit – Invoegen tussen paragrafen ‘Stedenbaan’ en ‘goederenvervoer’ kopje ‘OVproblematiek kleine kernen’
67
--
6.4 Mobiliteit – Fiets
68
… Voorhout en (het toekomstige station) Sassenheim. Goede veilige stallingen …
gemeenten. Zo is de (H)OV-verbinding Alphen aan den Rijn-Schiphol een belangrijk toe te voegen element. … alle gemeenten tussen Gouda en Leiden verbinden met de kust … … van de grensstreek te verbeteren. Als onderdeel van het Zuidvleugelnet is in het noordoosten van de regio de verbinding Alphen aan den Rijn-Schiphol als eerste prioriteit opgenomen in de provinciale Nota Operationalisering Openbaar Vervoer. Daarnaast zijn er … OV-problematiek kleine kernen De bereikbaarheid van kleine kernen met het openbaar vervoer is een punt van aandacht. Een slechte bereikbaarheid zet de leefbaarheid van deze kernen verder onder druk. Uitgangspunt is dat een kern van meer dan achthonderd inwoners wordt voorzien van openbaar vervoer. Dit is nog niet in alle kernen het geval, bijvoorbeeld in Langeraar (Nieuwkoop). Alleen een verbinding tussen een kleine kern en een stad in de omgeving is niet voldoende. Er moet ook worden gezocht naar mogelijkheden om kleine kernen onderling te verbinden met openbaar vervoer. Na het aanleggen van de RijnGouwelijn mag de bus geen concurrent worden van het spoor. Toch is het wel van belang dat de (kleine) kernen die nu voorzien zijn van openbaar vervoer er na de aanleg van de RijnGouwelijn qua bereikbaarheid door openbaar vervoer niet op achteruitgaan. … Voorhout en (het toekomstige station) Sassenheim. Maar ook van en naar de aan te leggen RijnGouwelijn haltes is een snel, comfortabel en aansluitend fietsnetwerk een
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 38 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
Verbeteren doorgaande fietsroutes parallel aan de kust, naar de kust, rondom de Kagerplassen en door de Bollenstreek hebben bovendien voor recreatie positieve gevolgen.
nadrukkelijke voorwaarde voor het succes van de lijn. Goede veilige stallingen … Verbeterde doorgaande fietsroutes parallel aan de kust, naar de kust, in het Groene Hart, rondom de Kagerplassen en door de Bollenstreek hebben bovendien positieve gevolgen voor de recreatie. Concentratie van nieuwbouw door middel van inbreiding en herstructurering in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone en Alphen aan den Rijn, met de Oude Rijn als verbindend element. Concentratie van woningbouw binnen bestaand stedelijk en dorpsgebied (conform de Provinciale Structuurvisie 2010 en de Verstedelijkingsafspraken Zuidvleugel 2010).
6.4 Mobiliteit – Fiets
68
6.5 Wonen in stad en land – De keuzes van Holland Rijnland om wonen in stad en land te verbeteren zijn:
68
Concentratie van nieuwbouw in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie door middel van inbreiding en herstructurering (minimaal 70 procent van de nieuwbouw)
6.5 Wonen in stad en land – De keuzes van Holland Rijnland om wonen in stad en land te verbeteren zijn: 6.5 Wonen in stad en land – De keuzes van Holland Rijnland om wonen in stad en land te verbeteren zijn:
68
Concentratie van nieuwbouw binnen de rode contour (zoals gedefinieerd in het Streekplan 2003 en haar herzieningen) (70 procent van de nieuwbouw)
68
De regio realiseert in de periode 20002020 netto 33.000 woningen
De regio realiseert in de periode 20002020 netto 40.000 woningen. De Duinen Bollenstreek heeft een extra opgave op basis van de afspraken die gemaakt zijn in de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek. De regio kiest niet voor meer bebouwing om te voorkomen dat een te grote druk op het landschap ontstaat.
6.5 Wonen in stad en land – De keuzes van Holland Rijnland om wonen in stad en land te verbeteren zijn:
68
Per gemeente gemiddeld 30 procent sociale woningbouw De gemeente Leiden minimaal 20 procent sociale woningbouw en de oude gemeente Katwijk 20-30 procent sociale woningbouw
Een gedifferentieerde woningvoorraad is uitgangspunt voor de regio. In de regio wordt per gemeente gestreefd naar realisatie van 30 procent van de woningbouwopgave in de sociale sector. Het doel hiervan is om te
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 39 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
6.5 Wonen in stad en land – De keuzes van Holland Rijnland om wonen in stad en land te verbeteren zijn: 6.5 Wonen in stad en land – De keuzes van Holland Rijnland om wonen in stad en land te verbeteren zijn: 6.5 Wonen in stad en land – Woningmarkt
69
6.5 Wonen in stad en land – woningmarkt 6.5 Wonen in stad en land – woningmarkt
70
6.5 Wonen in stad en land – woningmarkt
70
... de doelen van de Greenport.
69
70
70
10 procent van de regionale opgave goedkope koopwoningen realiseren
Concentratie van woningbouw in het Groene Hart op de locatie Braassemerland door transformatie van glas
voorzien in de regionale behoefte. In de regionale woonvisie zal de differentiatie nader worden ingevuld. In Nieuwkoop geldt voor 330 woningen die in het kader van de transformatie glastuinbouw Noordse Buurt bij Nieuwveen komen, 17 procent sociale woningbouw. …de doelen van de Greenport Duin- en Bollenstreek.
van glas realiseren, de opgave zoals is vastgelegd in de Transformatievisie Oude Rijnzone
Dat leidde tot een verhoging van de druk op de woningmarkt en manifesteerde zich in een gat tussen huur en koop. Hierdoor komen jonge gezinnen en starters in de knel of trekken weg uit de regio. Dit onderzoek biedt actuele inzichten in de ontwikkelingen van de woningmarkt …
Dat leidt tot een verhoging van de druk op de woningmarkt en manifesteert zich in een gat tussen huur en koop. Hierdoor kunnen starters en jonge gezinnen in de knel komen.
In 2002 was de verwachting dat door de realisatie van 33.000 woningen tussen 2000 en 2020 er voldoende gebouwd was voor migratiesaldo 0, evenwicht tussen vestiging en vertrek. … committeert regio Holland Rijnland zich aan het realiseren van 2.500 tot 6.000 woningen binnen de invloedsgebieden van de stations.
De verwachting was dat door de realisatie van 40.000 woningen tussen 2000 en 2020 er voldoende woningen was voor migratiesaldo nul, evenwicht tussen vestiging en vertrek.
Dit onderzoek biedt inzichten in de ontwikkelingen van de woningmarkt …
… committeert regio Holland Rijnland zich aan het realiseren van 2.500 tot 6.000 woningen binnen het invloedsgebied van de stedenbaanstations.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 40 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
6.5 Wonen in stad en land – woningmarkt
70
Op welke wijze Holland Rijnland deze opgave realiseert, wordt in 2009 betrokken bij de uitwerking van de verstedelijkingsopgave.
6.5 Wonen in stad en land – Kwalitatieve woningopgave 6.5 Wonen in stad en land Kwalitatieve woningopgave
70
Kwalitatieve woningopgave
70
6.5 Wonen in stad en land Kwalitatieve woningopgave
70
Conform het Convenant Woningbouw afspraken met het Rijk moet de productie van 14.620 woningen tussen 2005 en 2009 op 1 januari 2010 leiden tot een woningtekort van maximaal 1,7 procent in de regio. De totale woningbouwopgave tussen 2000 en 2020 omvat netto 33.000 woningen. Om het aantrekkelijke landschap van de regio te behouden laat Holland Rijnland het grootste gedeelte van de woningbouwopgave realiseren in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie. Tot 2020 worden hier circa 23.100 woningen gebouwd (inclusief circa 2.500 woningen op de locatie Valkenburg eerste fase, het restant valt vermoedelijk buiten de planperiode). Dit is ongeveer 70 procent van de regionale woningbouwopgave.
6.5 Wonen in stad en land Kwalitatieve woningopgave 6.5 Wonen in stad en land – Differentiatie van woningen en milieus
70
Met deze woningbouwlocatie kan de woningbehoefte in het Groene Hart worden geconcentreerd.
71
Het merendeel van de woningen in de sociale (huur)sector ligt in Leiden en Katwijk.
Op welke wijze Holland Rijnland deze opgave realiseert, wordt duidelijk in de uitwerking van de verstedelijkingsopgave in het programma Stedenbaan. Woningbouwopgave
De totale woningbouwopgave tussen 2000 en 2020 omvat netto 40.000 woningen.
Om het aantrekkelijke landschap van de regio te behouden laat Holland Rijnland het grootste gedeelte van de woningbouwopgave realiseren in de Aaneengesloten Stedelijke Agglomeratie van Katwijk tot en met Leiden, langs de Oude Rijn tussen Leiden en Alphen aan den Rijn conform de Transformatievisie Oude Rijnzone en Alphen aan den Rijn. Tot 2020 worden hier circa 29.000 woningen gebouwd (inclusief 2.500 woningen op de locatie Valkenburg eerste fase, het restant valt vermoedelijk buiten de planperiode. Dit is ruim 70 procent van de regionale woningbouwopgave. Tekst schrappen.
Het merendeel van de woningen in de sociale (huur)sector ligt in Leiden, Katwijk en Alphen aan den Rijn.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 41 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
6.5 Wonen in stad en land – Differentiatie van woningen en milieus
71
* tussen 2010 en 2020 in elke gemeente ten minste 30 procent sociale sectorwoningen te bouwen. Uitzonderingen daarop zijn Leiden en Katwijk, waar ten minste 20 procent sociale sectorwoningen komen.
6.5 Wonen in stad en land – Differentiatie van woningen en milieus
71
De categorie sociale sectorwoningen wordt gevormd door huurwoningen tot de liberalisatiegrens (€ 631,73 prijspeil 1 juli 2009) en sociale koopwoningen (tot € 191.580, prijspeil 1 januari 2009) (Regionale Woonvisie Holland Rijnland 2009-2019).
6.5 Wonen in stad en land – Differentiatie van woningen en milieus 6.5 Wonen in stad en land – Differentiatie van woningen en milieus 6.5 Wonen in stad en land – Differentiatie van
71
Ook buiten de As Leiden-Katwijk, meer dan nu het geval is.
71
Inzet van de regio is om van de totale woningbouwopgave ongeveer 70 procent binnen steden en dorpen te realiseren.
72
Landelijk onderzoek wijst uit dat de voorkeuren van woningzoekenden met name uitgaan van meer uitgesproken woonmilieus:
tussen 2010 en 2020 per gemeente te streven naar realisatie van 30 procent sociale sector woningen in de regio. Het doel hiervan is te voorzien in de regionale behoefte. In de regionale woonvisie zal de differentiatie nader worden ingevuld. In Nieuwkoop is door de provincie een extra woningbouwopgave toegekend van 430 woningen om sanering van glastuinbouw in de Noordse Buurt financieel mogelijk te maken. Om het aantal extra woningen zo beperkt mogelijk te houden, is een bouwprogramma met relatief veel dure woningen toegekend. Voor 330 woningen geldt om deze reden een realisatie van 17 procent in de sociale sector. De categorie sociale sectorwoningen wordt gevormd door huurwoningen tot de liberalisatiegrens (€ 652,52, prijspeil 1 januari 2011) en sociale koopwoningen (tot € 221.000 voor de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude in het Groene Hart en tot € 198.000 voor de overige gemeenten, prijspeil 1 januari 2011). Tekst schrappen
Inzet van de regio is om de woningbouw binnen bestaand stedelijk en dorpsgebied te concentreren (conform de Provinciale Structuurvisie 2010 en de Verstedelijkingsafspraken Zuidvleugel 2010). Landelijk onderzoek wijst uit dat de voorkeuren van woningzoekenden met name uitgaan van meer uitgesproken woonmilieus: bij uitstek
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 42 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
woningen en milieus
bij uitstek stedelijk, groen-suburbaan en wonen op een ‘kleinere schaal’ (kleinstedelijk, dorps of landelijk. Deze voorkeuren ….
6.5 Wonen in stad en land – Tabel 1
Tabel 1 Netto woningbouwopgave per gemeente 2000-2019
stedelijk, groen-suburbaan en wonen op een ‘kleinere schaal’ (kleinstedelijk, dorps of landelijk). Door hun ligging in het Groene Hart bieden Alphen aan den Rijn en Nieuwkoop volop mogelijkheden om in deze behoefte te voorzien. Deze voorkeuren …. De tabel wordt vervangen door de tabel hieronder
Tabel 1 Netto woningbouwopgave per gemeente 2000-2019
gemeente
Gerealiseerd 2000-2009
Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Holland Rijnland
2.446 480 792 2.421 2.171 862 835 620 929 595 1.063 297 1.665 993 65 16.234
Plancapaciteit 2010-2019 3.230 1.369 2.226 6.281 3.875 802 655 1.623 2.607 1.029 1.565 109 1.615 1.097 419 28.152
Rest taakstelling 2010-2019
Totaal taakstelling 2000-2019
3.250 1.017 1.813 5.884 3.606 715 440 989 1.997 768 1.345 871 1.228 968 402 24.693
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 43 van 55
5.696 1.497 2.605 8.305 5.777 1.577 1.275 1.609 2.926 1.363 2.408 1.168 2.893 1.961 467 41.527
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
bron: - 2000-2009: CBS, woningvoorraad aan het einde periode minus voorraad aan het begin van de periode - plancapaciteit: opgave Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude (11 mei 2011) - plancapaciteit: opgave overige gemeenten voor RSV, aug. 2009 minus gerealiseerd 2008 en 2009 6.6 De sociale agenda in ruimtelijke context – Onderwijs 6.6 De sociale agenda in ruimtelijke context – Onderwijs
74
6.6 De sociale agenda in ruimtelijke context – Invoegen na paragraaf ‘Sport en recreatieve voorzieningen’ kopje ‘Kleine kernenproblematiek’
75
--
6.7 Economische versterking – Doel: 6.7 Economische
72
… en gevestigde clusters (Greenport) waarin de regio uitblinkt … Excelleren in de zaken waarin
74
76
… op de vraag vanuit het regionale bedrijfsleven (bio-science, horeca, Greenport en de zorg) … … universitair onderzoekscentrum in Lisse tussen de bollenbedrijven. De regio schat …
… op de vraag vanuit het regionale bedrijfsleven (bioscience, horeca, Greenports en de zorg) … … universitair onderzoekscentrum in Lisse tussen de bollenbedrijven. In de gemeente Nieuwkoop is de Groene Hart Academie gevestigd. Hierin werken de gemeente Nieuwkoop, Hogeschool InHolland, IPC Groene Ruimte en het Wellantcollege samen. Het doel van de Groene Hart Academie is een vraagbaak zijn voor zowel de praktijk als het onderwijs in de groene en openbare ruimte. De academie brengt kennis en expertise in het Groene Hart bij elkaar, beantwoordt vragen en creëert nieuwe ideeën en kennis. De regio schat … Kleinekernenproblematiek De gemeenten Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Rijnwoude hebben te kampen met kleinekernenproblematiek: de voorzieningen in kleine kernen kunnen de concurrentie met voorzieningen in de stad niet aan, waardoor er te weinig draagvlak is om de voorzieningen in stand te houden. Hierdoor wordt de leefbaarheid in kleine kernen bedreigd. Het op peil houden van de leefbaarheid in kleine kernen in de regio is een speerpunt. … en gevestigde clusters (Greenports) waarin de regio uitblinkt …
Excelleren in de zaken waarin de regio goed is en
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 44 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
versterking – De keuzes van Holland Rijnland om de economische structuur te versterken zijn: 76
6.7 Economische versterking – Strategie
77
6.7 Economische versterking – Tabel 2
76
de regio goed is en zich onderscheidt (life science cluster, space science cluster, Greenport en toerisme (inclusief zakelijk congrestoerisme) Herstructurering, concentratie en (beperkte) uitbreiding van glastuinbouw Geen uitbreiding veeteelt in de Bollenstreek … met enkele niches (bio science en space science) en gevestigde clusters (Greenport) waar de regio in uitblinkt. --
Tabel 2 Doelstelling nieuwe bedrijventerreinen Holland Gemeente Locatie Thema Alphen aan den Rijn Steekterpoort I + II Gemengd Kaag en Braassem Drechthoek II Gemengd Rijnwoude Prinsenschouw Gemengd
6.7 Economische versterking – Greenport 6.7 Economische versterking – Invoegen tussen paragrafen ‘Greenport Ontwikkelingsmaatschappij Duin- en Bollenstreek’ en ‘Glastuinbouw buiten de Greenport’ kopjes ‘Greenport Aalsmeer’ en ‘Greenport Boskoop’
zich onderscheidt (Life Science-cluster, Space Science-cluster, Flower Knowledge Center, Greenports en toerisme (inclusief zakelijk congrestoerisme)).
Herstructurering, concentratie en (beperkte) uitbreiding van glastuinbouw. Ontwikkeling van 200 hectare duurzame glastuinbouw Nieuwkoop. Geen uitbreiding van veeteelt in de Bollenstreek … met enkele niches (Bio Science, Space Science en flower knowledge) en gevestigde clusters (Greenports) waar de regio in uitblinkt. Wijzigingen zie tabel hieronder
Rijnland Netto omvang 25 ha 5 ha 11 ha
79
(kopje) Greenport
Greenport Duin- en Bollenstreek
82
--
Greenport Aalsmeer De Greenport Aalsmeer is een uniek economisch en maatschappelijk cluster van wereldformaat. In Holland Rijnland zijn de gemeenten Kaag en Braassem en Nieuwkoop onderdeel van de Greenport Aalsmeer. Het cluster biedt direct en indirect werkgelegenheid aan 45.000
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 45 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
werknemers. En draagt fors bij aan het jaarlijkse overschot op de nationale betalingsbalans. Nationaal, en zeker in de internationale sierteeltwereld, is 'Aalsmeer' een begrip. Zo'n 60 procent van de Nederlandse bloemen- en plantenexport van ruim 5 miljard euro komt uit Aalsmeer. Om de sterke positie in de toekomst verder te versterken en uit te bouwen heeft de Greenport Aalsmeer op vijf terreinen haalbare doelstellingen geformuleerd om deze ambitie te concretiseren. Dit gaat gepaard met een strategische aanpak om die doelstellingen te bereiken. Deze vijf terreinen zijn: 1. Bereikbaarheid: verbetering van de bereikbaarheid is doorslaggevend voor het functioneren van de Greenport Aalsmeer als logistieke draaischijf. 2. Ruimte: de Greenport Aalsmeer spant zich in om ondernemers ruimte te bieden om te ondernemen. 3. Energie en milieu: de Greenport Aalsmeer ziet de zorg voor het milieu als haar license to produce én als kans voor nieuwe vormen van ondernemerschap. De Greenport Aalsmeer wil (internationaal) toonaangevend zijn op het gebied van duurzaamheid in de glasen tuinbouw. 4. Kennis, innovatie, onderwijs en arbeidsmarkt: de Greenport Aalsmeer streeft ernaar continu nieuwe logistieke en ruimtelijke concepten, productiemethoden en duurzame technologieën te ontwikkelen. 8 6 2011 8-6-2011
Pagina 46 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
5. Organisatie, positionering en imago: de Greenport Aalsmeer zet zich in voor een intensieve samenwerking tussen de betrokken publieke en private partijen. Door binnen de regio initiatieven te bundelen en nieuwe projecten op elkaar af te stemmen, wordt toegevoegde waarde gecreëerd binnen de Greenport Aalsmeer. Glastuinbouw in de Greenport Aalsmeer Het tuinbouwgebied Braassemerland in de gemeente Kaag en Braassem krijgt een woonfunctie. Daardoor telt het deze gemeente vier kassengebieden. Deze vier gebieden zijn aangewezen als duurzame concentratiegebieden voor de glastuinbouw. De sleutel voor de toekomst van de glastuinbouw in Kaag en Braassem ligt in modernisering van de bestaande gebieden en uitbreiding met nieuwe ruimte en verbreding van activiteiten. Gelet op de relatie met de Greenport Aalsmeer is uitbreiding van het kassengebied kansrijk te noemen. Er is gelegenheid voor structuurversterking en -verbreding, met inbegrip van ruimte voor nieuwe bedrijven. De verdere ontwikkeling van het Flower Knowledge Center in Roelofarendsveen draagt in grote mate bij aan het structuurversterking op zowel regionaal als nationaal niveau. In de gemeente Nieuwkoop ligt het 135 hectare grote glastuinbouwgebied Noordse Buurt tussen de natuurgebieden 8 6 2011 8-6-2011
Pagina 47 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
rond de Nieuwkoopse Plassen en de Kromme Mijdrecht. Vanwege verouderde kassen en de kleinschaligheid van het gebied zullen de kassen worden gesaneerd. Het doel van de sanering is om de Noordse Buurt te ontwikkelen tot een hoogwaardig natuurgebied. Tuinders die dat willen kunnen hun bedrijf voortzetten in het nieuwe glastuinbouwgebied Nieuw Amstel Oost. Dit gebied is circa 200 hectare groot en is gelegen in het noordwesten van de gemeente Nieuwkoop. Door tegelijk verouderde bedrijven te saneren en bedrijven te verplaatsen uit met name de Noordse Buurt wordt in Nieuwkoop 300 hectare verouderde glastuinbouw in 2008 vervangen door 200 hectare duurzaam glas in 2040. Greenport Boskoop Rijnwoude is onderdeel van de Greenport Boskoop. Binnen de Greenport Boskoop zijn nieuwe teeltmethoden in ontwikkeling en wordt de handelsfunctie nog sterker. Een deel van de bedrijven gaat over van vollegrondsteelt naar de pot- en containerteelt (footloose). De Greenport Boskoop heeft in het teeltgebied al geruime tijd te maken met zilte kwel, verzilting van het oppervlaktewater en zoetwatertekort. Terwijl er voor sierteelt juist een grote vraag is naar schoon en zoet water. Beide aspecten zijn mede aanleiding voor de herstructurering die in gang wordt gezet. Daarnaast gaat het ook om een 8 6 2011 8-6-2011
Pagina 48 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
6.7 Economische structuurversterking – Glastuinbouw buiten de Greenport
83
Glastuinbouw buiten de Greenport Naast de glastuinbouw van de Greenport kent de regio hier buiten ook glastuinbouwgebieden. Met name in de gemeenten Kaag en Braassem en Voorschoten. De glastuinbouw van de gemeente Voorschoten ter plaatste van de Duivenvoordecorridor zal verdwijnen. Er komt beperkt woningbouw terug in de stijl van de bestaande boerderijen en landhuizen in het gebied. Het tuinbouwgebied Braassemerland krijgt een woonfunctie. Daardoor telt het voormalige Alkemade drie kassengebieden. Deze drie gebieden zijn aangewezen als duurzame
beter ontsluiting van het gebied. De aanleg van een westelijke randweg Waddinxveen is daarbij belangrijk. Met de herstructurering wordt gestreefd naar een aantrekkelijk werklandschap waarbinnen het internationaal belang van deze greenport zich verder duurzaam kan ontwikkelen en verrommeling van het landschap wordt tegengegaan. Het meest intensieve onderdeel van de Greenport is de concentratie van kennis, handel en intensieve niet grondgebonden productie op het pot- en containerteeltterrein (PCT). Onderdeel van de herstructurering kan betekenen dat er, voor behoud van de Greenportfunctie, ruimte komt voor de meer intensieve pot- en containerteelt. Dit is mogelijk door het PCT-complex uit te breiden in westelijke richting tot aan de Middelweg (Hazerswoude-Dorp). Glastuinbouw buiten de Greenports Naast de glastuinbouw van de drie Greenports kent de regio hierbuiten ook enkele glastuinbouwgebieden, zoals in Voorschoten. De glastuinbouw in de gemeente Voorschoten ter plaatste van de Duivenvoordecorridor zal verdwijnen. Er komt beperkte woningbouw voor terug in de stijl van de bestaande boerderijen en landhuizen in het gebied.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 49 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
6.7 Economische structuurversterking – Woningbouw en arbeidsplaatsen
85 85
concentratiegebieden voor de glastuinbouw. De sleutel voor de toekomst van de glastuinbouw in Kaag en Braassem ligt in modernisering van de bestaande gebieden en uitbreiding met nieuwe ruimte en verbreding van activiteiten. Gelet op de relatie met de Greenport Aalsmeer is uitbreiding van het kassengebied kansrijk te noemen. Er is gelegenheid voor structuurversterking en -verbreding binnen de bestaande glastuinbouwgebieden in het voormalige Alkemade, met inbegrip van ruimte voor nieuwe bedrijven. Voornamelijk de economie in de Duin- en Bollenstreek is gebaat bij … De gemeenten in de Duin- en Bollenstreek bekijken de mogelijkheden …
Voornamelijk de economie in de Greenports is gebaat bij … De gemeenten in de Greenports bekijken de mogelijkheden …
2.7 Proces en procedures pagina 7.4 Proces eerste partiële herziening (nieuw)
Huidige tekst RSV --
Wijzigen in: 7.4 Proces eerste partiële herziening Op 1 april 2010 hebben de gemeenten van de voormalige regio Rijnstreek zich aangesloten bij de regio Holland Rijnland. Dit heeft geleid tot de eerste partiële herziening van de Regionale Structuurvisie 2020 Holland Rijnland. Vertegenwoordigers van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop, Rijnwoude en vanHolland Rijnland hebben het conceptontwerp van de eerste partiële herziening opgesteld. Vervolgens is het conceptontwerp ter advies voorgelegd aan de ambtelijke adviesgroep (AAG) Ruimte en de portefeuillehoudersoverleggen Ruimte, Verkeer & Vervoer en Economische Zaken.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 50 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
Het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland heeft het ontwerp eerste partiële herziening vastgesteld en vrij gegeven voor zienswijzen. Conform de gemeenteschappelijke regeling Holland Rijnland en de inspraakverordening is het document twaalf weken ter inzage gelegd. De gemeenteraden van de gemeenten in Holland Rijnland en andere betrokken partijen konden in deze periode hun zienswijzen indienen. De resultaten uit de inspraak en de beschouwingen zijn verwerkt in een Nota van Beantwoording en Wijzigingen. Deze is vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland. De eerste partiële herziening is tot slot als integraal onderdeel van de Regionale StructuurVisie 2020 Holland Rijnland vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 51 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
3
Wijzigingen Bijlagen: Referenties en Kaarten pagina
Referenties
93
Huidige tekst RSV --
Toevoegen Gemeente Nieuwkoop: Nieuwkoop 2040, gemeentelijke structuurvisie; Gemeente Nieuwkoop: Detailhandelsnota 2020; Gemeente Nieuwkoop: Toeristisch beleidsplan Nieuwkoop 201-2020; Gemeente Nieuwkoop: gemeentelijk verkeer- en vervoersplan; Gemeente Nieuwkoop: woonvisie Nieuwkoop (concept); Gemeente Rijnwoude: samengestelde structuurvisie gemeente Rijnwoude 2008; Provincie Zuid Holland, gemeenten Alphen aan den Rijn, Bodegraven, Leiden, Leiderdorp, Rijnwoude en Zoeterwoude en het Hoogheemraadschap van Rijnland: Focus Oude Rijn, Transformatievisie 2020; Gemeenten Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Rijnwoude: Landschapsontwikkelingsplan Rijn- en Veenstreek; Provincie Zuid-Holland: Provinciale Structuurvisie Zuid-Holland; Provincie Zuid-Holland: Nota operationalisering Openbaar Vervoer 2007-2020; Gemeente Kaag en Braassem: Alkemade ruim gezien structuurvisie 2020; Gemeente Kaag en Braassem: Structuurvisie Gemeente Jacobswoude; TenneT: Planologische kernbeslissing 380kV; Ministerie van Verkeer en Waterstaat: Luchthaven Indelingsbesluit Schiphol; Gemeenten Rijnwoude, Boskoop, Waddinxveen en Reeuwijk: ISV Greenport Boskoop
Visiekaart - regiogrenzen aanpassen - de visiekaart wordt gemaakt op basis van de deelkaarten en wijzigingen in de tekst Kaart groen – blauw, natuur en ecologie - regiogrenzen aanpassen - titel gewijzigd in: groen – blauw, natuur en recreatie - EHS-gebieden aangevuld - Nationaal Landschap Groene Hart toegevoegd - Bestaande en geplande natuurgebieden aangevuld
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 52 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
Kaart groen – blauw, water - regiogrenzen aanpassen - zoekgebied waterberging ten oosten van Leiderdorp aangepast - zoekgebieden waterberging Rijnwoude toegevoegd - zoekgebied waterberging Nieuwkoop toegevoegd Kaart mobiliteit, weginfrastructuur - regiogrenzen aanpassen - Maatregelen middengebied Duin- en Bollenstreek toegevoegd, zoekgebieden NOG ten zuiden van Hillegom en bij Teylingen verwijderd - Capaciteitsverruiming corridor N207 toegevoegd - Alphense Rondweg toegevoegd - Tunnel Hazerswoude Dorp (N209) toegevoegd Kaart mobiliteit, openbaar vervoer - regiogrenzen aanpassen - tracé RijnGouwelijn-Oost toegevoegd - Regionet OV uitgebreid - Geplande transferia Nieuwkoop toegevoegd - Kansrijke P&R-locatie Alphen aan den Rijn toegevoegd Kaart mobiliteit, fietspaden - regiogrenzen aanpassen - fietspadennetwerk aangevuld - fietsroute ‘nader uit te werken’ bij Voorschoten gewijzigd in ‘aan te leggen’ Kaart wonen, woningbouwlocaties - regiogrenzen aanpassen - aangepast op basis van woningbouwmonitor Provincie Zuid-Holland 2011 - zoekgebied Gnephoek (Alphen aan den Rijn) toegevoegd Kaart economie, bedrijventerreinen - regiogrenzen aanpassen - titel gewijzigd in: Economie, Bedrijven en glastuinbouw - aangepast op basis van GIS-bestand bedrijventerreinen Provincie Zuid-Holland - glastuinbouwlocaties toegevoegd - pot- en containerteelt toegevoegd 8 6 2011 8-6-2011
Pagina 53 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
-
perifere detailhandel vestigingslocaties toegevoegd
Kaart economie, kantorenlocaties - regiogrenzen aanpassen - toegevoegd: stationsomgeving Alphen aan den Rijn >50.000 m2 - toegevoegd: bij N11 <10.000 m2 - toegevoegd: Henri Dunantweg <10.000 m2 - locatie op gemeentegrens Leiden en Zoeterwoude in tweeën gesplitst
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 54 van 55
Concept ontwerp eerste partiële herziening RSV
5.
Proces en procedures
De ontwerp partiële herziening inclusief kaarten wordt ter advies voorgelegd aan de AAG Ruimte en de PHO’s Ruimte, V&V en EZ. Het Dagelijks Bestuur stelt het document vast en geeft het vrij voor zienswijzen. Conform de gemeenteschappelijke regeling Holland Rijnland en de inspraakverordening wordt het document (minimaal) dertien weken ter inzage gelegd en kunnen de raden en andere betrokken partijen zienswijzen indienen. Vervolgens wordt een Nota van beantwoording en wijzigingen opgesteld. Deze wordt vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland. De eerste partiële herziening wordt tenslotte als integraal onderdeel van de RSV vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland.
8 6 2011 8-6-2011
Pagina 55 van 55
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem -de nota beleidsuitgangspuntenStatus: definitief CONCEPT
Stuurgroep Woonruimteverdeling 2012 20 mei 2011
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude,Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude
definitief concept
Pagina 1 van 15
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
1. Inleiding Aanleiding In Holland Rijnland zijn er sinds de aansluiting van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude bij Holland Rijnland op 1 april 2010 twee systemen voor woonruimteverdeling. Voor de woningzoekenden en woningaanbieders leidt dat tot onduidelijkheid en rechtsongelijkheid. Daarom is het noodzakelijk dat er één systeem komt. Bovendien biedt dit de gelegenheid om onvolkomenheden uit deze systemen aan te pakken. Woningzoekenden en corporaties hebben in de loop van de tijd kritieken geuit op de woonruimteverdeling die we serieus willen nemen. Verbeteringen zijn mogelijk en noodzakelijk. Met de voorliggende ‘Nota beleidsuitgangspunten’ leggen we het fundament voor een nieuw en breed gedragen woonruimteverdeelsysteem in Holland Rijnland. In dit rapport worden basale uitgangspunten gepresenteerd en de keuze hiervoor toegelicht. Het rapport is het resultaat van de eerste fase van het project ‘Woonruimteverdeling 2012’. Dit is het eerste product van de Stuurgroep Woonruimteverdeling, waarin vertegenwoordigers van regiogemeenten, regionale koepels van huurdersorganisaties en corporaties gezamenlijk werken aan een nieuwe regionale huisvestingsverordening met een bijbehorend uitvoeringsconvenant. Doel Het doel van het nieuwe woonruimteverdeelsysteem is om in de regio de schaarse woonruimte in de sociale sector zo rechtvaardig mogelijk te verdelen onder diegenen die daarop zijn aangewezen. Het doel van deze nota is om de uitgangspunten op een overzichtelijke manier te presteren, zodat er draagvlak is voor de verdere uitwerking ervan en het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland deze kan vaststellen als basis voor de regelgeving. Randvoorwaarden De wettelijke randvoorwaarden voor het nieuwe systeem worden op de eerste plaats geschetst in de Huisvestingwet. Dit houdt ondermeer in dat er in beginsel sprake moet zijn van vrije vestigingsmogelijkheden. De provincie houdt toezicht op de naleving van deze wet. Daarnaast geldt met het oog op staatssteun per 1 januari 2011 de ‘Brusselnorm’. Dit betekent dat de corporaties deze steun mogen ontvangen, mits zij minimaal 90% van de sociale huurwoningen (tot de liberalisatiegrens € 652,52 huur per maand) aan huishoudens verhuren met een inkomen tot € 33.614 per jaar (prijspeil 2011). Bovendien is er de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland waarin staat dat er een regionale (model)huisvestingsverordening wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Die huisvestingsverordening heeft “slechts betrekking op het in gebruik geven van woonruimte als bedoeld in hoofdstuk II van de Huisvestingswet” (en dus niet op bijvoorbeeld splitsing en onttrekking van woonruimten). Tot slot leggen we –de groepen vertegenwoordigd in de stuurgroep- ons zelf een aantal randvoorwaarden op. Het systeem moet: simpel zijn en uitlegbaar zijn. Iedereen moet weten waarom zaken zijn zoals ze zijn; transparant zijn. Keuzes moeten verantwoord worden, zodat er geen (schijn van) willekeur ontstaat; zowel voor corporaties als voor gemeenten en woningzoekenden betaalbaar en efficiënt zijn in de uitvoering. Leeswijzer en verantwoording De (concept)nota is gebaseerd op de ‘contourennota woonruimteverdeling’ van de gezamenlijke woningcorporaties in Holland Rijnland, de nota’s van de huurdersorganisaties 1 en de uitkomsten van de discussies naar aanleiding daarvan. Elk voorgenomen beleidsuitgangspunt voor het verdeelsysteem wordt in de volgende paragraaf toegelicht en nader uitgewerkt. Tevens zijn in de vorm van stellingen kanttekeningen opgenomen die het meest de aandacht vroegen. De stellingen worden vervolgens ontkracht. In de bijlagen wordt achtergrondinformatie gegeven. Eerst wordt uitgebreid ingegaan op de achtergrond van een woonruimteverdeelmodel (bijlage 1). In bijlage 2 wordt de huidige situatie in de beide 1
‘Huur SMART in Holland Rijnland’, van de SRH en Huurdersorganisaties Rijnstreek en ‘nota woonruimteverdeling’ van de FHLO
definitief concept
Pagina 3 van 15
subregio’s geschetst aan de hand van data. De tekst uit deze bijlagen is vrijwel integraal overgenomen uit de ‘contourennota woonruimteverdeling’ van de gezamenlijke corporaties. Tot slot is de samenstelling van de stuurgroep Woonruimteverdeling opgenomen (bijlage 3). 2. Visie en uitgangspunten voor een nieuw verdeelsysteem Inleiding In dit hoofdstuk worden de visie op de woningmarkt, de voorgestelde uitgangspunten voor een nieuw verdeelsysteem en de uitwerking ervan geschetst. De uitgangspunten komen voort in de wetenschap dat: woonruimteverdeling gaat over het koppelen van vraag en aanbod. Daartussen zitten zowel kwantitatieve als kwalitatieve fricties: er zijn te weinig woningen, of niet de gewenste. Dit cruciale vraagstuk los je met verdelingsmaatregelen niet op, hooguit verdeel je de ‘pijn’ anders. De échte oplossing zit aan de aanbodkant: de omvang en samenstelling van de woningvoorraad, met nieuwbouw en transformatie als maatregelen. aan de verdeling van woonruimte in ieder geval vereisten in termen van ‘eerlijk en rechtvaardig’ mogen worden gesteld. Als de één een woning krijgt, dan krijgt de ander hem immers niet … De invalshoek van woonruimteverdeling dient te zijn gericht op verdelingsmaatregelen die zorgen voor meer verhuisbewegingen. verdelingsmaatregelen de dynamiek op de woningmarkt wel kunnen belemmeren, maar nauwelijks bevorderen. Visie Holland Rijnland kent één open regionale woningmarkt in de sociale huursector, waarbinnen subregionale en lokale verschillen in vraag en aanbod worden onderkend. Er is keuzevrijheid voor woningzoekenden op basis van een simpel, transparant en rechtvaardig woonruimteverdeelmodel. Uitgangspunten en uitwerkingsrichting a. Er is één open, regionale woningmarkt die binnen elke gemeente op dezelfde manier getoetst wordt. Dit uitgangspunt wordt in de volgende vier aspecten uitgewerkt. Op de eerste plaats stoelt het systeem op één minimale regionale (model)verordening met een uitvoeringsconvenant. Eén regionale markt vereist dat alle gemeenten en corporaties zich aan deze afspraken conformeren. Het voordeel van dit voorgestelde publiekrechtelijke systeem is dat een woningzoekende bij de bestuursrechter in beroep kan gaan tegen genomen besluiten. Dat is laagdrempeliger dan in het geval van een privaatrechtelijk systeem met een convenant waarbij hij is aangewezen op de kantonrechter. Bovendien willen we snel en adequaat kunnen inspelen op veranderende omstandigheden op landelijk niveau (bijvoorbeeld nieuwe wetgeving), maar ook op regionaal en lokaal niveau (specifieke volkshuisvestelijke vraagstukken). Dat kan met een minimale verordening. Eén regionale urgentiecommissie zorgt ervoor dat urgentieregels uit de regionale (model)verordening op dezelfde manier worden toegepast. De stuurgroep geeft in overweging om ook één regionale bezwaarschriftencommissie in te stellen zodat de regels ook op dezelfde wijze worden getoetst. Ten derde wordt ten minste 70% van de vrijkomende woningen aangeboden zonder maatschappelijke of economische bindingseisen. In ieder geval kan iedereen, ook van buiten de regio, zich inschrijven als woningzoekende. Tot slot is in beginsel de reikwijdte van het toewijzingssysteem zo groot mogelijk met het oog op rechtsgelijkheid en maximalisatie van de sturing op doorstroming. Dit betekent dat de verdeelregels betrekking hebben op: 1. alle sociale huurwoningen van corporaties tot de liberalisatiegrens; 2. woonwagens, standplaatsen en ligplaatsen tot de liberalisatiegrens.
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
Kanttekening: rechtsongelijkheid kan niet worden uitgesloten. Vijf gemeenten hebben hun bevoegdheden op het terrein van woonruimteverdeling nog niet aan de regio overgedragen. Dat kan betekenen dat zij afwijkende besluiten nemen op basis van hetzelfde advies van een bezwaarschriftencommissie. Gelet op de ervaringen achten we dit risico op rechtsongelijkheid klein. Maar het is niet uit te sluiten, omdat de overdracht niet afdwingbaar is. De stuurgroep dringt er bij deze vijf gemeenten op aan om alsnog hun bevoegdheden aan de regio over te dragen. (Een formeel verzoek hiertoe zal waarschijnlijk volgen als de ontwerpverordening wordt vrijgegeven voor de inspraak). Daarnaast is reisafstand voor hoorzittingen wellicht een nadeel als er één bezwarencommissie is. Het is daarom wenselijk dat zij op verschillende locaties zitting heeft. Voor specifieke woonruimten zullen (deels) afwijkende regels gelden. Dat geldt bijvoorbeeld voor woonwagens, studentenwoningen, Miva-woningen (voor minder validen). Zo horen woonwagens en standplaatsen volgens de Huisvestingswet onder ‘woonruimten’, maar iemand met een geschiedenis als woonwagenbewoner heeft wettelijk voorrang bij de toewijzing er van. Ook voor studentenwoningen zullen afwijkende toewijzingsregels gelden omdat deze nauwelijks iets toevoegen aan de reguliere voorraad. Kanttekening: particuliere huurwoningen en sociale koopwoningen kunnen ook bijdragen aan de doorstroming. Sociale huurwoningen van particuliere verhuurders worden niet meegenomen omdat handhaving van de juiste woningtoewijzing niet uitvoerbaar wordt geacht. Sociale koopwoningen zijn (zonder constructies als bijvoorbeeld ‘Koopgarant’) lastig voor de doelgroep te behouden. Bovendien zijn er, gelet op de maximale koopprijsgrens (€ 215.000,-v.o.n.), nauwelijks woningen te bouwen die een grote toegevoegde waarde hebben voor de regionale markt. Daarom stelt de stuurgroep voor om geen regionale toewijzingsregels hiervoor op te stellen. b. Er zijn verschillende deelmarkten waarvoor specifiek toewijzingsbeleid nodig is. Binnen de regionale woningmarkt verschillen de voorraad en de vraag sterk. Die verscheidenheid in woningaanbod en woonmilieus is een kracht van de regio, maar leidt ook tot verschillende volkshuisvestelijke vraagstukken. Om recht te doen aan die verschillen mag ten hoogste 30% worden toegewezen volgens afwijkende, lokale beleidsregels. Kanttekening: lokale toewijzing kan kansen van anderen zonder binding onnodig belemmeren. Daarom kan toewijzing aan eigen inwoners geen doel op zich zijn. Lokaal maatwerk is bedoeld om lokale problemen op te lossen waarvoor de regionale toewijzingsregels onvoldoende ruimte bieden of te generiek zijn. Bij de toepassing dient de corporatie vooraf afspraken te maken met de gemeente over het doel en de vorm van het lokaal maatwerk. Achteraf vindt verantwoording plaats. Overigens verwachten we dat de bindingseisen tot weinig problemen voor woningzoekenden zullen leiden. Immers, ook in de vrije markt zoekt en vindt het merendeel van de woningzoekenden (circa 75%) een woning binnen de eigen gemeente, kern of zelfs wijk. c. Nieuwbouw belonen om doorstroming te bevorderen en scheefwonen te verminderen. Nieuwbouw en transformatie zijn de enige echte mogelijkheden om schaarste te verminderen en daarmee doorstroming te genereren. Daarom dient dit te worden beloond. Echter, nieuwbouw vraagt een grote, veelal onrendabele investering van lokale partijen (van corporaties en vaak ook van gemeenten). Het is wenselijk dat lokale partijen zelf de revenuen kunnen plukken van hun eigen investeringen. Dat kan door de gelegenheid te bieden nieuwgebouwde huurwoningen in de sociale sector in eerste instantie lokaal aan te bieden. De lokale corporatie profiteert dan van de mogelijkheid voor huurharmonisatie van de vrijkomende woningen. Ook voor de gemeente is er maatschappelijk rendement, omdat de eigen volkshuisvestelijke knelpunten worden opgelost. Bijvoorbeeld doordat door gerichte doorstroming een buurt kan verjongen. Ook kan de corporatie weer opnieuw investeren in de ontwikkeling en de leefbaarheid van buurten.
definitief concept
Pagina 5 van 15
Als we bovendien weten dat de meeste woningzoekenden zich lokaal oriënteren, kunnen we ook effectiever sturen op doorstroming. Vanuit volkshuisvestelijke doelstellingen kan een corporatie, na overeenstemming met de gemeente, deze nieuwbouwwoningen desgewenst met voorrang toewijzen aan een lokaal bepaalde groep huurders die een sociale huurwoning achterlaten in de regio. Door dit maatwerk komt er in de verhuisketen een volgende sociale huurwoning voor alle woningzoekenden in de regio beschikbaar. Kanttekening: er blijven weinig woningen voor de regionaal woningzoekende over. Dit probleem is beperkt. Immers de meeste mensen verhuizen lokaal. Bovendien gaat het om uitbreiding van het aanbod door nieuwbouw, dus voor andere woningzoekenden blijft hetzelfde aantal woningen beschikbaar. Politiek wordt ook regelmatig aandacht gevraagd voor starters. Als nieuwbouw voor starters wordt gerealiseerd, dan mag die lokaal worden toegewezen. Maar dit is onderdeel van het aandeel 30% lokaal maatwerk, omdat deze toewijzing de doorstroming niet bevordert. d. Doorstroming is een middel om meer balans te krijgen op de woningmarkt en is geen doel op zich. Gebleken is dat generieke maatregelen om meer doorstroming te creëren, zoals voorrang voor doorstromers door extra punten voor woonwaarde of woonduur, nauwelijks effect hebben. Daarom richten we ons op specifieke toewijzingsmaatregelen om doorstroming te bevorderen, soms lokaal soms regionaal gericht op een doelgroep of een complex. Er zijn verschillende redenen om het bevoordelen van doorstromers, bijv. door woonwaarde, ter discussie te stellen. Op de eerste plaats is dat het effect van de Brusselnorm die per 1 januari 2011 geldt. Met het introduceren van de inkomensgrens van € 33.614, zullen financiële overwegingen (”Kom ik nog wel in aanmerking voor een sociale huurwoning?”) meer en meer bepalend worden voor de keuze om wel of niet te verhuizen. Aannemende dat huurders met een duurdere sociale huurwoning gemiddeld meer verdienen en dus vaker beperking ondervinden van deze inkomensgrens, zal woonwaarde als volgordecriterium ter bevordering van doorstroming in kracht afnemen. Datzelfde zal gelden voor een groot deel van de mensen met een langere woonduur en werkcarrière. Een tweede reden is dat het volgordecriterium niet mag leiden tot (onbedoelde) voorrang van huurders in de particuliere sector of eigenaren van koopwoningen. Bovendien mag het volgordecriterium niet ertoe leiden dat er een complex en daarom onbegrijpelijk systeem ontstaat. Dit was het geval bij woonwaarde. Bovenstaande leidt tot inschrijftijd als volgordecriterium. Dit wordt voorgesteld, omdat: Er één en hetzelfde criterium geldt voor alle woningzoekenden; er is dus geen ongelijkheid tussen starters en doorstromers. Woningzoekende kunnen zelf goed schatten wanneer zij aan de beurt zijn. Per woningtype of woonkern kan goed worden aangegeven hoeveel inschrijftijd gemiddeld nodig is om voor een bepaalde woning in aanmerking te komen. Als gevolg daarvan kan de woningzoekende zijn of haar zoekgedrag hierop aanpassen en bewust kiezen voor een woning of woonplaats waar minder inschrijfduur nodig is. Dit systeem, waarbij iedereen op zijn beurt moet wachten, wordt door de gemiddelde woningzoekende als het meest eerlijk (of eigenlijk: het minst oneerlijk) beschouwd. Kanttekening: inschrijftijd bevordert de doorstroming helemaal niet. Dit is juist, maar een positief effect van andere volgordecriteria (leeftijd, woonduur, woonwaarde) is evenmin gebleken. Kanttekening: huurders maken een voorbehoud. De (meerderheid van de) vertegenwoordigers van de huurdersorganisaties maken een voorbehoud met betrekking tot inschrijfduur als volgordecriterium. Zij zijn van mening dat, naast inschrijfduur, woonduur moet worden vertaald in een vorm van een ‘verhuisbonus’, om de doorstroming te bevorderen. De vertegenwoordigers van de huurdersorganisaties zullen
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
met hun achterban en partijen in de stuurgroep in gesprek gaan over de voor- en nadelen van de volgordecriteria inschrijfduur en woonduur, en over deze raadpleging terugrapporteren aan de stuurgroep. e. Zo min mogelijk regels, zo veel mogelijk keuzevrijheid. De doorstroming kan misschien niet worden bevorderd, maar wel worden belemmerd door veel regels. Daarom zullen geen passendheidseisen naar huishoudensgrootte worden gehanteerd. Als inkomensgrens geldt alleen de Brusselnorm (€ 33.614). Verder wordt onderstaande vermogensgrens voorgesteld om te voorkomen dat degenen met een laag inkomen en een hoog vermogen toch aanspraak maken op een sociale huurwoning terwijl er voor hen alternatieven bereikbaar zijn in de particuliere huur of koopsector. Voorgesteld wordt om als vermogensgrens de formule tweemaal de hogere vermogensgrens uit de Wet op de huurtoeslag toe te passen. Dus: 2x € 48.301 = € 96.602 (1-1-2011). De overweging voor deze norm is de volgende. In specifieke plaatsen in de regio mag dan wel voor circa € 100.000 een redelijke etage (3 kamers, 60-70 m2) te koop zijn, maar in andere delen ligt dat meer in de richting van € 200.000. Ervan uitgaande dat met de helft aan contanten het mogelijk moet zijn om de andere helft te lenen, komen we dan tot een eigen vermogen van circa € 100.000. Dan praten we over een hypotheek van € 100.000 tegen 5% rente, hetgeen resulteert in een maandlast van € 417 bruto (dus zonder hypotheekrenteaftrek). Kanttekening: alleenstaanden verdringen misschien de grote gezinnen. Echter, ook zonder regels kiest men een passende woning. De praktijk bij Woonzicht leert dat er maar een zeer klein aantal alleenstaanden verhuist naar een grote woning. De mogelijk negatieve beeldvorming, weegt onvoldoende op tegen de geringe aantallen en het ingewikkelde toetsingskader (met aantal kamers en oppervlakte) dat moet worden gebruikt. Eventueel kan de mogelijkheid van passendheidsnormen in de verordening worden opgenomen om in te kunnen grijpen als een grote mate van verdringing blijkt. f.
Urgenten en bijzondere doelgroepen moeten worden geholpen, maar hebben ook hun plichten. Voorrang in een bijzonder schaarse woningmarkt moet te rechtvaardigen zijn. Zij die echt zijn aangewezen op hulp bij het vinden van een woonruimte, moeten die ook kunnen krijgen. Bovendien is het zo dat aan hoe meer mensen een urgentiestatus wordt toegekend, hoe beperkter het aanbod is voor hen die regulier zoeken. Als gevolg hiervan worden de verhuisbewegingen beperkt en worden de mogelijkheden om urgenten te huisvesten ook kleiner. Daarom zal er een zeer beperkte urgentieregeling moeten zijn. Kanttekening: Een urgent heeft alle tijd om een geliefde woning te vinden. Urgentie is niet bedoeld voor een wooncarrière. Woningcorporaties zullen een urgent woningzoekende binnen een nader te bepalen tijd een aanbod doen, passend binnen zijn zoekprofiel. Als deze woning wordt geweigerd, dan vervalt de urgentiestatus. g. Het aanbodmodel staat aan de basis. Het verdeelsysteem wordt gebaseerd op het aanbodmodel. Dit is het meest geaccepteerd en leidt tot de minste wijzigingen omdat er nu al in beide subregio’s mee wordt gewerkt. Hiervan afgeleide lotingmodellen of optiemodellen worden of als te ingewikkeld of als te weinig rechtvaardig ervaren. Kanttekening: loting wordt niet uitgesloten. Loting kan niet worden uitgesloten, bijvoorbeeld omdat het onvermijdelijk is bij een gelijke inschrijfdatum.
definitief concept
Pagina 7 van 15
3. Slot Met de genoemde uitgangspunten bereiken we een simpel en transparant woonruimteverdeelmodel. Dit heeft het voordeel dat de regeling door alle corporaties eenduidig wordt geïnterpreteerd en dat de regeling goed uitlegbaar en begrijpelijk is voor de woningzoekenden. Als het volgordecriterium eenvoudig is, zal de uitkomst van de woonruimteverdeling eerder door de woningzoekenden als rechtvaardig worden beschouwd. Voor de woningzoekende is het van belang dat hij of zij haar kansen goed kan schatten in het model en op basis daarvan keuzes kan maken. Als de uitvoering zo efficiënt en effectief mogelijk kan plaatsvinden, kan er door corporaties meer geld gestoken worden in de primaire taak, het verhuren van goede, betaalbare woningen voor de doelgroep. Tevens vertaalt dit zich in lagere kosten voor de woningzoekenden.
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
BIJLAGE 1:
VOLKSHUISVESTING EN WOONRUIMTEVERDELING
Woningcorporaties hebben conform de Woningwet als primaire doel het huisvesten van mensen die niet zelfstandig in hun huisvestingsbehoefte kunnen voorzien. Daarom is het van belang dat sociale huurwoningen vooral bij de doelgroep terechtkomen. Aangezien de vraag naar deze woningen het aanbod verre overstijgt, is er een verdeelmechanisme nodig die rechtvaardig en transparant is. Wat rechtvaardig is, wordt door de politiek bepaald. Zo stelt de Huisvestingswet dat gemeenten bevoegd zijn om regels te stellen over de verdeling van woonruimte. Deze regels dienen dan door de gemeenteraad in een Huisvestingsverordening te worden vastgesteld, nadat overleg heeft plaatsgevonden met de eigenaren van het vastgoed. In plaats hiervan kan een gemeenteraad ook besluiten om de woonruimteverdeling bij overeenkomst (een convenant) met de verhuurders te regelen. De afspraken in deze overeenkomst hebben dan dezelfde status als de regels in een verordening. De provincie ziet toe op de juiste naleving van de Huisvestingswet. Het belangrijkste instrument van de gemeenten in de Huisvestingswet is het verplicht stellen van een huisvestingsvergunning voor bepaalde categorieën woningzoekenden en woonruimten, voor zover dat voor een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte noodzakelijk is. Daarmee kunnen zij hun volkshuisvestelijke taak invullen. De overheid kan de uitoefening van deze bevoegdheid mandateren aan eigenaren van woonruimte. In de praktijk worden bevoegdheden vaak gemandateerd aan corporaties. Vanzelfsprekend dient hierover overeenstemming te zijn met de betrokken corporaties. Kortom, bestuurlijk kunnen regels ten behoeve van een eerlijke woonruimteverdeling worden vastgesteld en de corporaties kunnen de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de uitvoering. Daarnaast zijn er nog particuliere verhuurders en is er nog een grote markt van koopwoningen. 2
Woonruimteverdeling De regels voor een rechtvaardige woonruimteverdeling vragen om criteria. Deze criteria zijn als volgt onder te verdelen: 1. Toelatingscriteria, die bepalen of je in aanmerking komt voor een huurwoning (bijv. economische of maatschappelijk binding); 2. Passendheidscriteria, die bepalen voor welke woning een woningzoekende in aanmerking komt (bijv. op basis van inkomen of aantal kamers); 3. Volgordecriteria, die bepalen wie eerst aan de beurt is als er meerdere belangstellenden voor een woning zijn (bijv. woonduur, inschrijfduur, woonwaarde of loting); 4. Voorrangscriteria, die bepalen welke woningzoekende een ‘bijzonder geval’ is en vanuit die hoedanigheid voorrang krijgt op de reguliere woningzoekenden. Al deze criteria kunnen door de gemeenten in een verordening worden vastgelegd en zijn in grote mate bepalend voor (het gevoel van) rechtvaardigheid, transparantie en uitvoerbaarheid. De corporaties hebben er dus groot belang bij dat zij – vanuit hun kennis en ervaring – hierover meepraten, omdat zij onder voorwaarden de uitvoering voor hun rekening willen nemen en omdat in de dagelijkse praktijk zij vooral door woningzoekenden worden aangesproken op de gang van zaken.
2
Delen van deze tekst komen uit “Woonruimteverdeling opnieuw bekeken; bouwstenen voor discussie” (dec. 2006, RIGO en OTB in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Aedes).
definitief concept
Pagina 9 van 15
Daarnaast vraagt de uitvoering om een bepaald model, waarvan er grofweg twee in gebruik zijn, namelijk: 1. Aanbodmodel, waarbij het vrijkomende woningaanbod door de corporatie wordt gepubliceerd en waarop woningzoekenden vervolgens kunnen reageren. Loting is feitelijk een verbijzondering van het aanbodmodel; 2. Optiemodel, waarbij woningzoekenden hun woonwensen bekend maken en een aanbod krijgen als er een dergelijke woning vrijkomt. Woningzoekenden Corporaties hebben met diverse soorten woningzoekenden te maken: 1. De ‘niet-zoekers’, die als gevolg van het systeem zich laten inschrijven om inschrijfduur te sparen. 2. De ‘selectieve zoekers’ die alleen willen verhuizen als ze echt iets beters tegenkomen; 3. De ‘snelzoekers’, veelal jongeren, die wel snel een woning willen maar niet per se moeten verhuizen; 4. De ‘spoedzoekers’, die vanwege een onhoudbare situatie snel willen verhuizen en maar voor een deel in aanmerking komen voor een urgentie, zoals bijv. mensen die als gevolg van scheidingen met grote spoed nieuwe woonruimte nodig hebben maar die daarvoor geen urgentie verkrijgen. Zo wordt er vaak gesproken over de kansen van starters op de woningmarkt. Starters zijn mensen die nog geen woning in de sociale huursector in deze regio bewonen. Maar ook starters zijn geen homogene groep. Zij vallen in ieder geval uiteen in de volgende deelgroepen: 1. Jonge starters, die veelal nog bij hun ouders wonen en dus of niet-zoekers of snelzoekers zijn; 2. Oudere starters, die vaak meer tot de spoedzoekers moeten worden gerekend; 3. Herstarters, zoals mensen die na een scheiding weer snel woonruimte nodig hebben en dus spoedzoekers zijn; 4. Van buiten de regio starters (bijv. mensen die vanwege hun werk naar de regio willen verhuizen), die omdat ze van buiten komen nog geen enkel recht hebben opgebouwd. De woonmarkt We schetsen hier hoe de woonmarkt globaal, vanuit het oogpunt van de sociale huursector, werkt. Als alle huurders blijven wonen in de huidige woning, dan zit de markt van de sociale huursector volledig op slot. Beweging is dan slechts mogelijk als er nieuwe woningen bijkomen of mensen hun sociale huurwoning verlaten zonder een andere te huren. Nieuwbouw is slechts beperkt mogelijk en tegelijkertijd vallen er ook woningen af, door afstoten (bijv. verkoop) of door sloop. Een dergelijke situatie waarbij de markt op slot zit, is zeer onwenselijk, m.n. voor de starters die dan door het gebrek aan dynamiek niet aan een woonruimte kunnen worden geholpen. De woonmarkt dient als een geheel te worden beschouwd, omdat mensen kunnen verhuizen van sociale huur naar vrije sector en van huur naar koop (en vice versa). In bijgaand schema is de totale woonmarkt schematisch weergegeven. In het schema wordt getoond hoe er een kans voor een starter komt, namelijk als er een (bestaande) woning vrijkomt in de sociale huursector van de corporaties. Het vrijkomen van een dergelijke woning gebeurt als een huurder: o naar een nieuwbouwwoning verhuist in de sociale sector; o naar een vrije sector huurwoning verhuist (van een corporatie of van een private verhuurder); o naar een koopwoning verhuist (zowel sociale koop als vrije sector); o naar buiten de regio verhuist;
Het fundament voor een nieuw woonruimteverdeelsysteem Het fundament voor eenbeleidsuitgangspunten nieuw woonruimteverdeelsystee - de nota -
gaat samenwonen; geen woonruimte meer nodig heeft (o.a. door overlijden of door verhuizen naar een verzorgingstehuis). Indien er als gevolg van een van de eerder genoemde gebeurtenissen een woning vrijkomt, dan is het bevorderlijk voor de dynamiek als de verhuisketen binnen de sociale huurwoningen van de corporaties zo lang mogelijk wordt gemaakt. We willen immers dat woningzoekenden kunnen verhuizen naar een woning die hen op dat moment het beste past. De veronderstelling is dat hoe meer verhuisbewegingen er zijn, hoe meer huishoudens passender gaan wonen, zowel qua woning als qua verhouding huur/inkomen. Elke verhuizing van de ene naar de andere huurwoning is een stap in de verhuisketen. En de verhuisketen stopt zodra een starter een woning bemachtigt. o o
Kortom, de sociale huurmarkt is er het meeste bij gebaat als de corporaties – zoveel als mogelijk en voor zover beïnvloedbaar – hun huurders verleiden een verantwoorde stap te maken naar een vrije sector huurwoning of een (sociale) koopwoning. En als daarna een zo lang mogelijke verhuisketen op gang komt, waardoor de passendheid van het wonen binnen de sociale huursector toeneemt en vervolgens aan de onderkant van de sociale huursector een geschikte woning vrijkomt voor een starter. 3 Tot slot wijzen we er voor de volledigheid op dat woonruimteverdeling slechts één van de taken van corporaties is. Ze doen veel meer met en voor de gemeente en de gemeenschap. Veel van deze zaken worden jaarlijks vastgelegd in zogenaamde prestatieafspraken tussen gemeente en corporatie(s) als uitvloeisel van gemeentelijke woonvisies. Tot die andere taken horen onder meer: o het bijdragen aan Wmo-doelstellingen. Niet alleen bouwen en verbouwen corporaties woningen voor bijvoorbeeld senioren of mensen met een (fysieke) beperking. Ook wordt geïnvesteerd in de algehele leefbaarheid, bijvoorbeeld door inzet van huismeesters of realisatie van maatschappelijk vastgoed (bijv. brede scholen, buurthuizen) en sociale samenhang (bijv. buurtbarbecues, straatfeesten, voetbaltoernooien). o huisvesting van bijzondere doelgroepen zoals statushouders (vluchtelingen), generaal pardonners, ex-delinquenten en dak- en thuislozen. o het bouwen van woningen (in de sociale sector).
3
Dit wordt des te belangrijker omdat door het stellen van de inkomensgrens van € 33.614 per jaar, de doorstroming binnen de sociale huursector zal afnemen.
definitief concept
Pagina 11 van 15
BIJLAGE 2:
SCHETS HUIDIGE DEELMARKTEN IN HOLLAND RIJNLAND
De woningmarkt van de oude regio Holland Rijnland (de subregio’s Leiden e.o. en de Duinen Bollenstreek) en de voormalige Rijnstreek zijn verschillend. De oude regio is duidelijk een deel van de Randstad, terwijl de Rijnstreek onderdeel uitmaakt van het Groene Hart. Ook zijn er bestuurlijke verschillen: Holland Rijnland heeft de woonruimteverdeling voornamelijk geregeld via een regionale verordening en de Rijnstreek met een convenant tussen regio en corporaties. In de tabel staan de meest relevante verschillen.
Tabel: De vergelijking van de twee regio’s op hoofdlijnen
Inwoners (CBS 2007, afgerond) w.v. in Leiden resp. Alphen a/d Rijn Woningen (WoON 2006, afgerond) w.v. koop w.v. sociale huur w.v. particuliere huur w.v. anders Herkomst verhuizers (CBS, 2003‐2006) uit de regio uit de andere regio elders Woonruimteverdeling (2010) Speelveld 5 Regels en afspraken Toelating Passendheid Volgordecriterium Urgentiebepalingen
Holland Rijnland
4
4
Rijnstreek 390.000 117.000 (30%) 159.000 56% 30% 12% 2%
128.000 71.000 (55%) 50.000 60% 30% 8% 2%
77% 1% 22%
72% 6% 22% Woonmarkt Rijnstreek 5 corporaties in 4 gemeenten Lokale verordening o.b.v. modelverordening Regionaal convenant Huisvestingsvergunning gemandateerd aan SWR Geen toelatingseisen Huur‐inkomensnormen Woningbezettingsnormen Doelgroepenlabels Woonachtig in de regio Inschrijfduur Lokale beleidsruimte Een onafhankelijke commissie (Platform Urgenties) Klachtencommissie ingesteld door gemeenten Beroep via civiele rechter
Woonzicht.nl 14 corporaties in 11 gemeenten Regionale verordening
Regionaal convenant Huisvestingsvergunning gemandateerd aan VWHR Geen toelatingseisen Geen passendheidscriteria Doelgroepenlabels Doorstromers: inschrijfduur en woonwaarde Starters: inschrijfduur Onafhankelijke urgentie‐ commissie benoemd door DB van de regio Bezwaarschriftencommissie conform Awb Beroep via bestuursrechter
De basis van deze tabel is overgenomen uit het rapport “Aansluiting gezocht; een quick scan van
de woonruimteverdeling in Holland Rijnland en de Rijnstreek” (jan. 2009), dat door RIGO in opdracht van Rijnstreekberaad en Holland Rijnland is opgesteld. De tabel is aangevuld met gegevens van 2009 (bron: RIGO). 5 Er heeft een gemeentelijke herindeling (Kaag en Braassem) plaatsgevonden van twee voormalige gemeenten die tot de verschillende subregio’s behoorden.
Ingeschreven woningzoekenden (2009) w.v. actief (min. 1x gereageerd in 2009) Aangeboden woningen (2009) Gemiddeld aantal reacties per woning Gemiddelde slaagkans 6 Stijging benodigde inschrijfwaarde (2009 t.o.v. 2008) Toegekende urgentieaanvragen (2009)
Holland Rijnland
Rijnstreek 69.692 19.457 (28%)
17.866 4.176 (23%)
3.190 141 15% 10%
862 42 17% 15%
338
78
De bevindingen zijn in het rapport “Aansluiting gezocht; een quick scan van de woonruimteverdeling in Holland Rijnland en de Rijnstreek” (RIGO, jan. 2009) als volgt samengevat: o Er zijn behoorlijke verschillen qua omvang van de bevolking en woningvoorraad: Holland Rijnland heeft grofweg driemaal zo veel inwoners en ook driemaal zo veel woningen. o De samenstelling van de woningvoorraad in de subregio’s vertonen behoorlijke overeenkomsten. o In beide subregio’s is sprake van een behoorlijke kwantitatieve en kwalitatieve woningbouwopgave. o Het merendeel van de verhuizingen (circa driekwart) vindt plaats binnen de subregio’s; verhuizingen tussen beide subregio’s zijn relatief zeer beperkt. 7 De samenstelling van de voorraad De voorraad in Holland Rijnland bestaat voor circa 61% uit koopwoningen (ca. 131.500 woningen), 29% uit huurwoningen van corporaties (ca. 61.600), 10% uit huurwoningen van particuliere verhuurders (ca. 22.500) (monitor woningbouwplannen 2010, Holland Rijnland). Het grootste deel van de voorraad van de corporaties en een kleiner deel van de particuliere verhuurders bestaat uit sociale huurwoningen beneden de huurtoeslaggrens. De overheid heeft de mogelijkheid om regels te stellen aan de verdeling van particuliere huurwoningen met een huurprijs tot de huurtoeslaggrens. Dit gebeurt nu nog niet mede vanwege de moeilijke handhaving bij toewijzing. De particuliere verhuurders kunnen echter ook bijdragen aan een rechtvaardige verdeling van de sociale voorraad. Het is wenselijk om dit nader te verkennen, ook al om te voorkomen dat er bepaalde (commercieel minder aantrekkelijke) groepen worden uitgesloten. anderzijds bedienen de particuliere verhuurders veelal een doelgroep van hogere inkomens en spoedzoekers die corporaties niet kunnen of mogen bedienen.
6
7
Gemiddelde slaagkans = het aantal geslaagde gedeeld door het aantal actieve woningzoekenden.
Binnen de oude regio Holland Rijnland is ook een aantal subregio’s te onderscheiden. Het merendeel van de verhuisbewegingen vindt ook binnen deze subregio’s plaats. Er is niet één woningmarkt, maar een aantal ontwikkelde deelmarkten.
BIJLAGE 3: Samenstelling van de stuurgroep Woonruimteverdeling 2012
Voorzitter De heer J. Wienen – portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening en Wonen Holland Rijnland Namens de regiogemeenten: Mevrouw H.I.P. Oppatja – Alphen aan den Rijn, gemeenten Rijn- en Veenstreek De heer P.T. van Woensel – Leiden, gemeenten Leidse regio De heer A.A.M. van Zelst – Lisse, gemeenten Duin- en Bollenstreek Namens de corporaties: De heer H. Al – Stek Wonen, Hillegom-Lisse De heer J. Banga – Wst. Buitenlust Oegstgeest, Vereniging van Woningcorporaties Holland Rijnland (VWHR) De heer R.O.J. van der Laan – Woondiensten Aarwoude, Stichting Woonmarkt Rijnstreek Namens de huurdersorganisaties: Mevrouw Y. Baas – Stichting Regionaal Huurdersoverleg (SRH) Mevrouw C. Nieuwland – Huurdersorganisaties Rijnstreek De heer R. Smit - Federatie van Huurdersorganisaties van Leiden en omstreken (FHLO) Ondersteuning De heer V.M.J. Klein – voor het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland De heer T.C.M. Horn – voor de koepels van woningcorporaties De heer J.H. Weevers – voor de koepels van huurdersorganisaties
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Schuttersveld 9, 2316 XG Leiden Postbus 558, 2300 AN Leiden Tel. 071 – 523 90 90 Fax. 071 – 523 90 99
[email protected] www.hollandrijnland.net