de PAROLIEBOL Jaargang 2, nummer 7, augustus 2014
digitaal orgaan voor hen die bij Het Parool hebben gewerkt
IN DIT NUMMER: Aldus:Arjan de Bruijn en Fred Warries reanimeren www.perscombinatie.nl De overkant van Marije Vlaskamp Anekdotes van Gerrit Overdijkink Mijn Saint Aygulf van Elly Koekenbier
De volgende Paroliebol en de Parolieborrel
W
egens vakantieperikelen verschijnt de volgende Paroliebol al op donderdag 18 september. Vrijdag 12 september vanaf 16.00 uur houden we de – bijna – traditionele
Parolieborrel. Op uitdrukkelijk verzoek van velen weer bij Grand Café Lokaal (voorheen Leentje), hoek Eerste Oosterparkstraat en Wibautstraat. Tot dan.
Nico van der Zwet Slotenmaker overleden 8 augustus is op 72-jarige leeftijd Nico van der Zwet Slotenmaker overleden, ooit lid van de sportredactie van Het Parool, waar hij heeft gewerkt met onder anderen Rob van Dijk, Rien Bal, Jaap Klokkemeijer en Joop Reuvecamp. Hij stapte later over naar de sportredactie van De Telegraaf. Nog weer later werd hij bij die krant redacteur toerisme. In de Paroliebol van mei dit jaar was Nico te zien op deze foto (staand, tweede van links) van het voetbalelftal van Het Parool uit de jaren zestig, toen tussen Amsterdamse krantenredacties werd gespeeld om de ‘Poot van Loemoemba’.
augustus 2014 / 2
Echt weg bij De Krant
E
erst vertrok Robin Gerrits. Toen ging Marjon Bolwijn ook naar De Overkant. En Arie Elshout, Cor Speksnijder en de halve sportredactie. En ik ging ook, maar niet naar De Overkant, maar naar China voor het Algemeen Dagblad. Omdat dit alles zich afspeelde in pre-Facebookiaanse tijden, verloor ik veel Paroolcontacten – of ze nu aan De Overkant waren gaan werken of niet – uit het oog. Ik wist wel veel van iedereen, want ik logeer elk jaar een weekje bij Addie Schulte, en dan praten we veel over De Krant. Zodra ik echter op Facebook ging zoeken, zag ik alle bekende namen terug, zonder dat ik er mijn werkkamer voor uit hoefde. Zo ontstond een virtueel Facebookblok 1 van Parool-verslaggevers, waar Remco de Jong ons de opening drie van de Telegraaf liet stukbellen tot we een Lange met Melk voor elkaar gingen halen.
de overkant Marije Vlaskamp
Wat was het toch altijd leuk bij De Krant, dacht ik – na een bepaalde tijd vergeet je het slopende forenzen, het gezeik van bepaalde collega’s en de zoveelste kapotgewerkte vrijdagnacht omdat er nog even een gat op de twee moet worden gedicht door Vlaskamp, want die doet dat snel, goed en zonder zeuren. In mijn hoofd zat een sentimentele idylle van kopstreamers over de één, msg’en zo snel als mijn schaduw en de journalistieke kameraadschap van ‘met zijn allen tegen de rest’, grote bek en klein hartje. En dronken in de kroeg dat pesterige liedje over de Volkskrant zingen, als er weer eens eentje afscheid nam om naar De Overkant te gaan. “Vind je het onprettig om naar je oude redactie te gaan?” vroeg mijn chef van RTL Nieuws bij correspondentendagen een aantal jaar geleden, toen de RTL-buitenlandbende op collegiaal borrelbezoek bij Het Parool ging. Wat een rare vraag. Leuk juist. Even naar De Krant. Of ik nu in
De stapel papier voor de accreditatie in China voor de Volkskrant.
Peking voor het Algemeen Dagblad, Trouw, Newsweek of De Standaard zat te tikken, in mijn hoofd bleef De Krant Het Parool. Dat dit wellicht een tikkie ongezonde vorm van nostalgie is, weet ik zelf ook wel. In mei solliciteerde ik bij de Volkskrant. Die zocht een nieuwe correspondent in China. Het eerste gesprek vond plaats in een café, ver weg van dat glazen huis waar zowel De Krant, mijn huidige opdrachtgever Trouw en mijn potentiële nieuwe werkgever in gevestigd zijn. Ik zag mezelf al op weg naar dat belangrijke gesprek tegen allerlei bekenden hakkelend uitleggen waarom ik in het pand was. Liever niet.
G
esprek ging, mede door de neutrale locatie, als een speer, dus op dinsdag 27 mei nam hoofdredacteur Philippe Remarque me als nieuwe aanwinst mee de redactievloer op. Dat voelde direct vertrouwd. Logisch, als Cor Speksnijder op de buitenlandredactie een praatje begint alsof we gisteren nog samen in de trein zaten, en men bij een van de bijlages laat zien hoeveel woorden er wel niet in zo’n big read van Arie Elshout over de olieboom in Minnesota gaan. Marije Randewijk weet nog steeds dat ik geen barst van sport weet maar wel
goed schrijf, en ik weet dat zij me in vijf minuten uitlegt wat ik weten moet, zodat het altijd goed komt met een sportreportage. Het weerzien met verslaggeefster Marjon Bolwijn bestond uit een spontane giechelbui. Cor keek op, want die kent dat geluid nog uit midden van jaren negentig. We besloten beneden verder te lachen om de rest van de redactie niet te storen. Later zocht ik nog naar Robin Gerrits, maar die had geen dienst. Laat ik vooral niet vergeten te vertellen dat de mensen aan De Overkant die geen Paroolachtergrond hebben, ook bijzonder aardig waren. En hoe prettig het was als correspondent op een verre buitenpost bij de vijfuurvergadering te zitten. Discussiëren over de opening krant, vergaderen: soms mis je dat als je ver weg zit. De Overkant voelde, kortom, als een fijne krant. “Vandaag even naar De Krant,” dacht ik, toen ik vlak voor vertrek nog even wat zaken op de Volkskrantredactie ging afhandelen. Ik besefte dat er iets ingrijpend is veranderd. Nu pas, dertien jaar nadat ik met mijn ontslagbrief bij Erik van Gruijthuijsen stond, ben ik echt weg bij Het Parool. De Overkant is nu De Krant. MARIJE VLASKAMP
aldus
augustus 2014 / 3 Ict’ers Arjan de Bruijn (links) en Fred Warries (rechts) hebben de site Perscombinatie.nl nieuw leven ingeblazen. Zo hopen ze de historie van het vroegere bedrijf te behouden.
Herstart voor Perscombinatie.nl Wat een prachtig initiatief! “Fred heeft de site in 2011 opgezet. Ik ben er pas onlangs bij gekomen.” Perscombinatie.nl is dus niets nieuws, Fred? “We hebben de site samen nieuw leven ingeblazen.Vroeger werkte ik op de drukkerij.Veel collega’s daar hadden oude filmpjes. Die digitaliseerde ik en plaatste ze op Intranet, het interne forum van toen. Er was veel belangstelling voor.” Intranet bestaat al jaren niet meer. “Toen we bij de Persgroep kwamen, werd Intranet opgedoekt. Dus besloot ik tot een website om die oude spullen toch te kunnen bewaren. Ook (oud-)collega’s wilden hun foto’s met anderen delen. Die mensen hebben vaak hun hele leven hier gewerkt. Zo’n honderdvijftig mensen registreerden zich. Maar omdat ik alles alleen moest doen, werd het me te veel en stierf de site een stille dood.” Werk je zelf ook al lang bij het bedrijf? “Dertig jaar. In de jaren negentig was ict een booming business. Ik had best ergens anders heen gekund, maar mijn hart lag bij de kranten met hun drukkerij, deadlines en mensen.” Hoe zit dat bij jou Arjan? “In augustus werk ik hier 24 jaar. Ik vind het nog steeds leuk om met redacteuren dingetjes te maken. Maar veel is veranderd. Er wordt te veel politiek bedreven, en er zijn te veel eilandjes. Het is een beetje wat Harry ten Asbroek in een eerdere Paroliebol beschreef.” Komt perscombinatie.nl dan voort uit heimwee? “Binnen het bedrijf wordt veel weggedaan. Er is nog maar weinig interesse in onze wortels en dat vinden we jammer. Het kan met de techniek van nu allemaal wat makkelijker en we hebben veel materiaal.” Ik las bij jullie voor het eerst Het Smalle Parool. Ik wist niet eens van het bestaan van dat personeelsblad! “Daar hebben we stapels van die we nog moeten digitaliseren. En zo is er meer. Fred kwam bijvoorbeeld met foto’s waar ik nog als kind op sta.” Hoezo? “Mijn vader werkte op de koude opmaak bij Perscombinatie en ik mocht mee met
Nico van Zelst (koude opmaak), ‘onze’ Frits Schaefer en reprograaf, later ict’er Jan van Dijk op een bijeenkomst bij Café Leentje. FOTO’S PERSCOMBINATIE.NL
Ton van Hal, tikje jonger, maar nog steeds op zijn plek op de productievoorbereiding.
zaalvoetbal en naar het sinterklaasfeest. Ja, het is me allemaal met de paplepel ingegeven.” Maar Fred, zijn niet veel van de oude krantenmensen inmiddels overleden? “Dan vindt de familie het vaak nog mooi. De zoon van Henk Korte zag foto’s van zijn overleden vader op onze site. Hij vond het fantastisch. Dat geeft wel aan hoe het leeft.” Is het veel werk? “We hebben er al maanden in zitten, soms tot vier uur in de nacht. Alles moet met de hand bewerkt en gescand worden. En dat allemaal in onze vrije tijd.” Met jullie site, Arjan, hebben jullie de Paroliebol ook een eigen archief gegeven. “Die staat gelukkig op pdf. Heb je die oude foto’s van Gerard Verdaasdonk en Louis Prins gezien. Dat is toch hartstikke leuk! We hopen nu alleen op wat meer feedback. Dat mensen ook met informatie komen, zodat we meer foto’s van tekst kunnen voorzien.” Willen jullie nog een oproep doen? “Registreer je voor perscombinatie.nl en stuur, als je materiaal hebt, dat liefst zo digitaal mogelijk naar ons op.” FRANS BOSMAN
augustus 2014 / 4 Anekdotes bij Het Parool door Gerrit Overdijkink – deel 14
Boterletters van Peter van Straaten oen ik op de redactie van het (toen nog alleen zaterdagse) Parool PS werkte, gebeurde het nogal eens dat je op vrijdagavond laat, als de bijlage moest worden afgesloten, zat te wachten op artikelen of illustraties van collega’s. Dat had vaak een simpele reden: vanwege de actualiteit die we nastreefden, waren redactieleden soms nog volop bezig in verre oorden, waar de verbindingen niet zelden moeilijk waren. Mobieltjes en internet waren eind jaren zeventig nog niet voorhanden, als je vanuit het buitenland naar de redactie wilde bellen, moest dat soms nog via een telefoniste gebeuren. De opmaker van dienst blokkeerde op zo’n avond dan ruimtes en als eindredacteur moest je dan zorgen dat het aan het slot allemaal paste. Het was soms spannend, maar het liep meestal goed af. r waren ook minder voor de hand liggende redenen dat het in die late uurtjes zo spannend werd. Die hadden meestal te maken met ingeslepen gewoonten van collega’s. Zo hadden wij in die jaren een (overigens zeer aimabele) politieke commentator, die niet alleen vrijwel altijd veel te laat met zijn kopij kwam, maar ook nogal eens afspraken over lengtes vergat. Het minst erge was een veel te lang verhaal, omdat je dan het mes er in kon zetten. Maar het kwam ook voor dat zijn beschouwing heel veel korter was dan afgesproken – en dan moest je met extra illustraties en onderkoppen het gat vullen. Het allervervelendste was, dat als je met hem afsprak dat er portretten van bijvoorbeeld Thorbecke en Lubbers bij zijn tekst zouden komen, deze mensen in het geheel niet in het artikel werden genoemd, zodat je in allerijl andere illustratiemogelijkheden moest zoeken. Eén van de boosdoeners was ook nog wel eens Peter van Straaten, die toen een wekelijkse tekening in PS had. Om redenen die mij niet meer te bin-
nen willen schieten leverde hij bij die plaat, die een standaardformaat had, wel een tekst, maar die moest afzonderlijk worden gezet. De opmaakredacteur gaf, afhankelijk van de lengte van die tekst, daar dan het gewenste lettertype voor aan. Op een avond zat ik op de PS-redactie samen met opmaakredacteur Ko van Ravenswaaij. Om de een of andere reden was Peter die keer extreem laat. Ko, met wie ik goed kon werken, zei op een gegeven moment: “Ach, ga maar naar huis. Ik moet toch nog andere dingen afwerken, als Peter zo met die plaat komt laat ik zijn tekst erbij zetten en klaar is Kees.” Dus reed ik welgemoed door donker Amsterdam naar huis.
Te groot oen ik de volgende dag de krant uit de bus haalde zag ik meteen dat er iets geks was gebeurd. Bij de plaat stond een tekst die ongetwijfeld van Peter was, maar in een veel te groot lettertype. Hier was iets grandioos misgegaan. Ik kon er eigenlijk best om lachen, maar was wel van plan in de loop van de dag Ko te bellen hoe de vork in de steel zat. Nog voordat ik dat had kunnen doen hoorde ik de brievenbus heftig klepperen en zag ik een grote bruine envelop op de mat liggen met mijn naam en adres erop – met het onmiskenbare handschrift van Peter. Na het openscheuren van de envelop zag ik een pak samengevouwen A4’tjes, aan elkaar geplakt met bruin plakband, dat in die jaren nog veelvuldig werd gebruikt. Toen ik het zaakje uitvouwde, ontstond er een reuzenplakkaat waarop met de overduidelijke signatuur van Peter stond: ‘Als ik boterletters wil hebben zeg ik dat wel!’ Volgens Peter was er dus niks te lachen. Maar dat deden we later natuurlijk nog wel. Een typograaf had zich in het lettertype vergist en de fout was in de hectiek van de late avond aan de aandacht van de nijvere opmaakredacteur ontsnapt. GERRIT OVERDIJKINK
maar meneer...
Kloteweer
I
k wil graag nog eens een anekdote wijden aan een zeer bijzondere voorpagina die de krant in het begin van de jaren zestig (!) heeft gemaakt, maar die ik tot nu toe niet heb kunnen vinden. Moet toch ergens in een archief zitten. Het gaat om een voorpagina die de halve wereld is rondgegaan en waarop de toenmalige chef-opmaak Bob Steinmetz het uitgesproken kloteweer van die zomer (de campings stonden massaal blank) heeft uitgebeeld via regendruppels die over alle teksten dropen. Alleen de kop Het Parool (toen nog met die twee versmolten o's) werd vrijgehouden door een grote paraplu, die door een mannetje omhoog werd gehouden. Die tekening was van Opland. Ik schat dat het de zomer was van 1962, '63 of '64. Ik heb begrepen dat als je in het nationale archief wilt kijken, je exact de datum moet kunnen opgeven. De hoogbejaarde Bob Steinmetz weet het jaar ook niet meer. Het zou prachtig zijn die pagina te vinden, er zit een leuk verhaal aan vast, want de directie was heel kwaad over de actie van Steinmetz, maar draaide natuurlijk bij toen die voorpagina de wereld rond ging. Gerrit Overdijkink
Maar Meneer en alle andere zaken:
[email protected]
augustus 2014 / 5
mijn Saint Aygulf Elly Koekenbier (1948), tot 2003 secretaresse van de Paroolhoofdredactie, vertrok in 2008 met haar man Cor naar het mondaine Saint Aygulf in Zuid-Frankrijk. Maar het huis 4 met zicht op de Golf van Saint Tropez staat inmiddels te koop. ‘Amsterdam ga je toch wel missen.’
Plein
Place Garibaldi in Nice 1. Niet echt mijn woonplaats, maar wel de leukste stad in de nabijheid.
1
2
3
Boodschappen Voor mij is dat toch de Carrefour. Al die kleine marktjes zijn leuk voor de toeristen, maar als je permanent hier woont, wil je toch alles zoveel mogelijk in één keer kopen. De fruitkraam 2 hier vlakbij kan zomers wel op mijn klandizie rekenen. Zo mooi uitgestald zie je de groente en fruit niet op de Albert Cuyp. En altijd een klein kadootje, een paar perziken of een doosje verse eieren.Helaas zijn ze maar drie maanden per jaar geopend.
Begraafplaats
In het oude centrum van Fréjus 3. Zo knus in de stad dat je er regelmatig even kan bijkomen in de schaduw onder de boom. Het is er een gezellige ratjetoe aan tombes en gedenkstenen met veel kunstbloemen en mooie porselijnen roosjes.
Grootste gemis in de regio
4
Een gezellig café waar je rond het borreluur terecht kan. De meeste horecalocaties hier zijn gericht op eten. Daar worden vanaf 18.00 uur de tafels gedekt. Bovendien zijn de Fransen hier in het zuiden geen cafélopers.
Zuid Frankrijk
5
Heerlijk wonen hier 4 met een fantastisch klimaat. Waar kun je bijvoorbeeld op eerste kerstdag lekker buiten op de boulevard in het zonnetje op het terras zitten? Nu de zomer bijna voorbij is, wordt het strand weer toegankelijk. Niets heerlijker dan in zee zwemmen en op een rustig strand even opdrogen. Dat kan hier zeker tot eind oktober.
Museum
Het Museé Bonnard 5 in Le Cannet. Mooi oud pand dat een moderne facelift heeft gekregen. De exposities zijn altijd een bezoek waard.
Geboren
6
En getogen in Amsterdam. Op mijn 27ste verhuisd naar Diemen. Dat was de eerste stap op weg naar een steeds
weer verdere locatie buiten Amsterdam. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en we hebben inmiddels plannen om terug te keren. Amsterdam ga je toch wel missen. Cor is 78 en dan gaan toch de persoonlijke omstandigheden meetellen. Bovendien is mijn standpunt: het was een mooi boek, maar ik heb het uit. Met de mensen hier heb je geen historie en dat ga je toch missen op den duur. Kortom het was een heerlijke lange vakantie en we gaan nu weer naar huis.
Favoriete winkel Maison du monde. Een heerlijk woonwarenhuis. Zij volgen alle trends die je vervolgens in de woonbladen ziet. En bovendien uiterst betaalbaar.
Wil ik nog altijd doen We wonen hier zo dicht bij Corsica, dat een bezoek aan dit eiland zeker nog moet gebeuren voordat we hier weer vertrekken. Er zijn diverse bootverbindingen dus dat moet lukken.
Beste hoofdredacteur Tja, daar ga ik natuurlijk geen antwoord op geven. Dat zal iedereen natuurlijk wel willen weten. Ik heb met alle hoofdredacteuren, het waren er vier, bijzonder prettig gewerkt. Ieder gaf zo zijn twist aan de krant en hoopte dat het goed zou uitpakken. Het ene pakte echter minder goed uit dan het andere.
Een avondje stappen Met de hoofdredactie bestaande uit Matthijs van Nieuwkerk, Erik van Gruijthuijsen en Frits Campagne terugblikken op de bijzondere jaren.
Restaurant
La Plage 6 op het strand langs de Boulevard van Fréjus. Prachtig terras met uitzicht over de zee. Leuke eigenaars en de lekkerste salades. En de rosé niet te vergeten!
Mooiste herinnering Mijn vijfentwintigjarig jubileumfeest in de Westergasfabriek. Leuke speeches van Matthijs en Martin. Een echte Paroolborrel met veel drank en hard lachen. De foto’s spreken boekdelen.