de PAROLIEBOL Nummer 6, juni 2013
digitaal orgaan voor hen die bij Het Parool hebben gewerkt
Even stoom afblazen!
D
e redactie van de Paroliebol neemt het er even van nu menigeen op vakantie gaat. We slaan een maandje over en melden ons eind augustus weer. En mocht u op uw vakantiebestemming in een mooie krant-
Wat: Derde Persgroep voetbaltoernooi Waar: Antwerpen Wie: dag- en weekbladen van de Persgroep België en Nederland Waarom: Gewoon leuk Wanneer: 1 juni 2013
achtige situatie belanden, maak er een foto van en stuur die naar
[email protected]. We verwachten de mooiste kiosken, adembenemende krantenverkopers en oude krantengebouwen die nu voor iets anders gebruikt worden (zie lijstjes op pagina 3).
Parolieborrel
Op 12 september vanaf 16.00 uur houden we onze tweede Parolieborrel en wegens succes en op uitdrukkelijk verzoek weer bij café Leentje in de Wibautstraat. In de volgende Paroliebol helpen we u er nog even aan herinneren.
schuim
Knap zevende
I
n de bus naar Antwerpen zit de stemming er al meteen in. Aanvoerder Frenk der Nederlanden van Het Parool doet ‘zijn’ quiz voor de ruim veertig passagiers van de voetbalelftallen van Het Parool, de Volkskrant, Trouw en de Advertentieafdeling. Twee teams van Het Parool worden eerste en (gedeeld) tweede (met de Volkskrant). ‘Hoe luidde de bijnaam van Johan Cruijff toen hij in de B-junioren van Ajax speelde?’ Het goede antwoord: ‘Flipper, omdat hij zoveel kletste.’ Op het veld was Het Parool iets minder succesvol: tweede in de poule en in de totaalstand na lang rekenen gedeeld achtste/negende. Dat werd penalty’s schieten. Doelman Paul Westink werd de held van Het Parool door alle ingeschoten strafschoppen te keren. In de kwartfinale verloren de Amsterdammers met 2-1 van Dag Allemaal, de latere toernooiwinnaar. Het Vlaamse roddelblad had alleen maar gastspelers, onder wie een aantal profvoetballers. De strijd om de zevende plaats werd met 4-0 gewonen van de Advertentieafdeling. Volgend jaar wordt het toernooi weer in Rotterdam gehouden. In stadion Woudestein, van ouwekrantenclub Excelsior. PAUL WESTINK
Het succesvolle voetbalteam van Het Parool.
Tussen de wedstrijden door; op de rug geizen Patrick Meershoek (gewaagd: 14).
Doelman Paul Westink wordt bedankt voor zijn zoveelste gestopte penalty: Het Parool zit in de kwartfinale.
Uitblinkers Bart van Zoelen (links) en Rasit Elibol na de gewonnen wedstrijd om de zevende plaats.
Aanvoerder Frenk der Nederlanden mag met directeur Frits Campagne op de foto.
Rechtsachter Paul Vugts (midden) luistert geïnterresseerd naar weer een spreker.
juni 2013 / 2
Wij doen hier niet aan cadeautjes
I
k werd in 1958 door Wim Jungmann (later gewaardeerd tv-recensent van Het Parool) aangenomen als leerling bij het Haagsch Dagblad – tegen, maar dat kon Wim ook niet helpen, een jaarsalaris van 3526,62 gulden, inclusief de AOW-compensatie. Voor wie het niet (meer) weet: een paar jaar na het einde van de oorlog werden de toen nog bestaande plaatselijke edities van Het Parool ondergebracht in de NV De Nieuwe Pers te Utrecht. Dat waren het Nieuw Utrechts Dagblad, Dagblad voor Amersfoort/De Veluwe, Het Rotterdams Parool/De Schiedammer en het Haagsch Dagblad. De kranten kregen het grote nieuws van moederkrant Het Parool, de plaatselijke wetenswaardigheden sprokkelden ze zelf bij elkaar. Op de Oude Gracht in Utrecht huisde de centrale redactie. Het bedrijf was geen lang leven beschoren, maar was voor Het Parool een kweekvijvertje voor journalistiek talent; Cees Doolaard, Sjoerd van der Schaaf, Gert Inklaar, Anton Kamphoff, Arie Verhoef, Cajo Brendel, Wim Jungmann, Bert van Ree, Gerton van Wageningen, Sjaak den Boer, Nol Westendorp, Frans Nieuwenhuizen – en ik zal er zeker nog een paar vergeten. Wij van het Haagsch Dagblad waren toen gehuisvest op de eerste verdieping van een pandje op de Herengracht 58 (náást dat boekwinkeltje dus, Jos) en klom je dan nog een trap op, dan zat daar de Haagse redactie
Het verhaal van Jos Goos in Paroliebol 5 bracht ook Rob van Dijk weer even terug in Den Haag. van Het Parool – in mijn Haagse tijd met coryfeeën als Nico Cramer, Nol Westendorp en Dries Ekker . Bijgaande foto dateert uit 1959 toen wij met een elftal van het Haagsch Dagblad voetbalden tegen een team van concurrent de Haagsche Courant, aangevoerd door Herman Kuiphof (die van Öve Tsjiend- val). Onze kleine redactie werd vertegenwoordigd door staand vlnr: Rob van Dijk (derde), Jan Schulp (vierde, in de reclame gegaan), Cees Doolaard (vijfde, vele jaren filmredacteur bij HP), Joop de Ru (zesde, hoofdrolspeler in de befaamde affaire-Schokking), Hans Auer (zevende, een blauwe maandag bij HP en toen hoofdredacteur van Panorama geworden); en knielend vlnr: Fred Overbeeke (eerste, vertrok naar de Haagsche Courant) en (geheel rechts) Maarten Vrolijk. Maarten Vrolijk, afkomstig van de parlementaire redactie van Het Vrije Volk, werd in 1958 redactiechef, hij zou dat blijven tot 1961. Bekwaam hockeyer, bloedfanatiek voetballer,
sinds 1956 lid van de Tweede Kamer voor de PvdA, voorzitter van de Nederlandse Journalisten Kring (NJK). En dan deed hij dat chefschap bij ons er nog even bij. Deze buitengewoon vriendelijke, dikke sigaren rokende Scheveningse visserszoon zou het later nog brengen tot wethouder van Den Haag, minister van CRM, commissaris van de koningin in ZuidHolland en lid van de Raad van State.
M
et Maarten Vrolijk werd ik onlangs weer eens geconfronteerd. Mijn vrouw Jeanette en ik verhuisden naar een aanleunwoning. Toen de hulptroepen waren verdwenen, stond er opeens een door de tand des tijds aangevreten verzilverd vaasje op het aanrecht. Ik had het ding ruim een halve eeuw niet meer gezien, maar herkende het meteen: ooit (in 1958) gekregen tijdens een persuitstapje naar de Koninklijke Van Kempen en Begeer, een zilverfabriek in Voorschoten. ’s Middag met de Gele Tram van Haagsche Tramweg-Maatschappij teruggekeerd op de Herengracht toonde ik (nog maar net in ’t vak) mijn trofee aan de collega’s. Iedereen was zo aardig bewondering te veinzen, maar niet Maarten Vrolijk. Als baas van de NJK (waar wij zonder uitzondering lid van waren) hanteerde hij het principe dat cadeautjes altijd zijn bedoeld om de berichtgeving in gunstige zin te beïnvloeden en dus baste hij streng “Wij doen hier niet aan cadeautjes. Ik wil dat je nú naar Voorschoten gaat en dat ding terugbrengt!” Jawel meneer Vrolijk – want zo ging dat toen. En ik ben écht weer op de tram naar Voorschoten gestapt. Maar toen ik langs mijn zolderkamertje reed, werd ik man en heb ik toch maar mét vaasje de kortste weg naar huis genomen. Maar mr. Maarten heeft het vast gezien. Luttele maanden later, het was oudjaarsdag 1958, riep hij me bij zich “Rob, op de boulevard, iets voorbij de pier, staat zo’n ronde gemeenteklok. Dick Stokvis heeft er al een plaat van gemaakt, jij bent daar vanavond om twaalf uur en schrijft er voor overmorgen een sfeerstukje over. Trek wat warms aan, het kan daar ’s nachts fris zijn!” Dat was het: fris. En ik was nog alleen ook. ROB VAN DIJK
aldus
juni 2013 / 3
Nieuwe bestemming voor voormalig krantengebouw Een mand kikkers
Gert-Jan Ludding (84), voormalig chef nieuwsdienst van Het Parool, maakte zich binnen de Ondernemingsraad (OR) van de toenmalige krantenuitgeverij Perscombinatie sterk voor een goed verzorgde oude dag van zijn collega’s. Wat heb je destijds gedaan? “Ik heb als lid van de OR mede gezorgd dat we niet meer alleen op de blauwe ogen van de directie hoefden te vertrouwen.” Leg uit. “Voortaan konden we elk jaar de actuaris van het pensioenfonds ontbieden om hem te vragen in hoeverre hij de pensioenen kon garanderen. Met diens op- en aanmerkingen konden we beter met de directie onderhandelen. In elke vergadering konden we vaststellen of onze afspraken met de directie waren opgevolgd.” Was er geen pensioencommissie? “Die voelde zich buitengesloten en had de pest in. Maar wij vonden, gezien de Wet op de ondernemingsraden, het tot onze bevoegdheden behoren. Dus hebben we ons er hard voor gemaakt.” Hoe ging het later? “Ik weet niet precies wat er na ons is gebeurd, maar ik krijg de indruk dat onze opvolgers minder alert zijn geweest. Ze dachten het wel weer aan de pensioencommissie te kunnen overlaten. Ik heb het idee dat er nogal gebakkeleid is.” Sta je er zelf goed voor? “Ik heb absoluut geen klagen. De toenmalige Stichting Het Parool heeft zelfs nog bijgestort. Toen bleek dat directeur Jan van Ginkel te weinig geld had gereserveerd, heeft de stichting een miljoen gulden ter beschikking gesteld om de zaken glad te strijken.” Dus je kunt goed rond komen? “Ik kom niets tekort. Daar staat tegenover dat ik bijna veertig jaar premie heb betaald, zonder pensioenbreuk. Nou ja, ik krijg ook jaarlijks 116 euro van de Alkmaarsche Courant. Genoeg om een keer lekker van te gaan eten.” Wat vind je van de kabinetsplannen? “Ik weet er niet zo veel van. Nieuwe plannen worden dramatisch gepresenteerd. Met de reacties uit het veld kom je meestal ergens in het midden uit. Kijk naar staatssecretaris Fred Teeven. Hij wilde tientallen gevangenissen sluiten en neemt dan later na protesten met een minder aantal genoegen. Het is wisselgeld, het hoort bij het spel. Wat ik wél weet is dat pensioenen bij zowel directies als werknemers geen prioriteit meer hebben.” Hoe bedoel je? “Toen bleek dat je beter samen een vuist kunt maken dan alleen, is de vakbeweging ontstaan. Als uiteindelijk alles goed geregeld is, vinden werknemers het niet meer belangrijk lid te blijven. Nu denkt iedereen als een zzp’er. Dan sta je in de kou als het mis gaat.” Ben jij nog lid van de NVJ? “Natuurlijk, ook al is het een mand met kikkers.” Hoelang ben je nu zelf met pensioen? “Ik ben in 1989 vertrokken bij de krant. Omdat ik met hoofdredacteur Wouter Gortzak niet door één deur kon, heb ik een speciale regeling bedongen waardoor ik op mijn zestigste, een jaar voor de vut, kon stoppen.” FRANS BOSMAN
Veel kranten hebben ooit de binnenstad vaarwel gezegd en lieten de gebouwen leeg achter. Welke bestemming kregen ze? Een hotel is erg gewild. Wie kent meer gevallen van hergebruik in binnen- en buitenland? Help Hans Hoekstra en mail naar
[email protected]
lijstjes De Tijd Op de Nieuwezijds Voorburgwal huist het Convent Hotel in het Kasteel van Aemstel en aanpalende panden waar vroeger De Tijd werd gemaakt.
Het Vrije Volk Aan het Hekelveld werd de Rode Burcht afgebroken. Er kwam het Sonesta (tegenwoordig Renaissance hotel) voor in de plaats. Trouw Het gebouw van Trouw op de Nieuwezijds bij de postzegelmarkt is nu hotel Nova en heeft nog steeds die merkwaardige ingang op souterrainhoogte. de Volkskrant Het projectbureau Wibaut aan de Amstel van de gemeente Am-
sterdam, meldt over het Volkskrantgebouw in de Wibautstraat: “The Magnificent 8 realiseert in het voorgebouw een hotel met een artistieke, stijlvolle vormgeving en een sterke focus op beleving.” The Scotsman In het oude gebouw van the Scotsman in Edinburgh kun je tegenwoordig slapen in de Publisher Suite of Editor Room, met de gelijknamige krant gratis bij het ontbijt. Het hotel heet ook the Scotsman. The Sydney Morning Herald Het Radisson Plaza Hotel heeft in Sydney de plek ingenomen van één van de oudste kranten van Australië, The Sydney Morning Herald. Het gebouw uit de negentiende eeuw staat op de monumentenlijst. La Vanguardia De kantoren van La Vanguardia zijn omgebouwd tot kamers van hotel Catalonia Ramblas in hartje Barcelona. Hong Kong XinHua News Agency maakte plaats voor het Cosmopolitan Hotel. Overnachting is mogelijk in een suite mét huisbioscoop.
Redt De Tijd, 18 mei 1971. De redactie verlaat het Kasteel van Aemstel op de Nieuwezijds Voorburgwal om de krant uit te delen in de stad. Voorop Frans Heddema, in zijn kielzog Lucy Prijs. Op de achtergrond Ton Cuppen en Nico Schrama.
juni 2013 / 4
Te land, ter zee en in de lucht Een brand op zee, die aardige Aantjes en het uitzicht op mevrouw Grapperhaus.
G
ert-Jan Ludding, chef nieuwsdienst, had weer gebeld. In het holst van de nacht natuurlijk. Of ik maar terstond naar Scheveningen Haven ging, aan boord van de Sea News en fluks opstomen naar de Mebo 2, het schip van Radio Noordzee. Het schip van de piratenzender stond, na een bominslag, in de fik. Nu kon ik mij geen moment opwinden over populaire muziek, ook niet vanaf zee, maar het was natuurlijk wel een kwestie. Het kabinet ‘worstelde’ met het radiostation, net buiten de territoriale wateren. Een goeie brand zou een oplossing zijn. De Sea News bleek een notendopje, gesloten als een legertank, met veel antennes erop. Van een Amerikaanse nieuwsorganisatie die vanuit Scheveningen scheepsrampen in de Europese kustwateren hoopte op te pikken. De kapitein knauwde mij toe hoe het vege lijf te redden in de heersende storm. Op de vloer waren twee klompen gelast, daar moest ik in gaan staan. Boven me twee handgrepen, die moest ik koste wat het kost vasthouden. Als het bootje ging rollen, helemaal ondersteboven, zou mij niets gebeuren, beloofde de ervaren zeerob. De tweemansbemanning zat vastgesnoerd. Ik niet. Het scheepje rolde inderdaad danig om zijn lengteas. Even wennen. Je zag bovendien helemaal geen ene moer door het overlopende water. Wij voeren geheel op radar, zag ik. De Mebo 2 hebben we bij zonsopgang waargenomen: veel rook, pikkedonker daar. Geen drenkelingen, maar die hadden we toch niet kunnen redden. Geen sprake van aanleggen, dan waren we te pletter geslagen tegen het schip. Amper een verhaal, maar Ludding was wel tevreden. Het Parool – te land, ter zee en in de lucht. Thuis heb ik maar niks gezegd.
K
an het gekker? Ja. ’s Nachts om drie uur in een leeg Nieuwspoort. Fractievoorzitter Aantjes van de ARP en ik nemen er nog één. Ik vraag hem: “Hoe kan het toch dat u geen minister wordt alsmaar?” Aantjes aarzelt. “Ik kan door omstandigheden nu eenmaal geen minister van de Kroon worden.” Met enige nadruk: ‘van de Kroon’. Omstandigheden, hoezo? Hij is heel omzichtig, iets over ‘de oorlog’ en ‘weggeweest’. Ik begreep het niet, vond hem ook te aardig om door te zagen. Jaren later, ik zat al in Utrecht, sta ik bij Aantjes thuis op de stoep en zie hoe Van Agt hem afmaakt na de stellingname van Lou de Jong. Daarna hem geïnterviewd met toenmalige collega Ad van Liempt. Van Liempt bracht het me onlangs in herinnering: Aantjes vertelde ons hoe tevreden de mensen waren over zijn stipte wijze van postbezorging, in Duitsland. Aandoenlijk.
A
ch, wat is gek. Ik wou een kort interview maken met een minister, over de beroerde economie. Die minister had in het kabinet gedreigd met aftreden, niet niks. ’s Ochtends om acht uur val ik de man rauw op het lijf met de simpele vraag: “Wanneer treedt u af ?” Hij maalde woedend met zijn kaken, had niet verwacht dat zijn dreigement was uitgelekt, staarde uit het raam, haalde uit en
sloeg mijn dure taperecorder van tafel. Het ding spatte op de parketvloer uit elkaar. Wat te doen? Niks. Ík ging het niet oprapen, geen sprake van, zelfs als jonge Parooljournalist ben je geen loopjongen. Het duurde minuten in pijnlijke stilte. Toen vroeg de bewindsman de Kamerbewaarder om het apparaat bij elkaar te rapen en aan de praat te krijgen. Dat lukte. Smetteloos interviewtje geworden, maar dit incident niet opgeschreven. Het aftreden is overigens niet doorgegaan, want het kabinet viel vrij snel door iets anders. Onlangs die oud-minister nog gesproken, hij wist het nog precies. Na veertig jaar.
E
en mooie zonnige vrijdagmiddag op de Haagse Kneuterdijk, waar toen de bewindslieden van Financiën (Witteveen en Grapperhaus, invoerders van de btw) huisden in een slodderig paleisje. Bij Grapperhaus konden wij, de vakjournalisten, makkelijk binnenlopen. Die namiddag zouden wij bij hem thuis in Wassenaar een biertje komen halen. Ik kwam hem tegen, hij riep: “Gooi uw fiets maar in mijn auto, wel zo makkelijk.” Dus stak mijn rijwiel uit de kofferbak van de plechtstatige Mercedes, tot zorg van de chauffeur. In Wassenaar wou Grapperhaus eerst een potje voetballen, hij tegen ons vieren. Vals spel. Het terrein was bezaaid met stompen van omgezaagde dennenbomen, waar wij onze nek over braken maar hij was het gewend. Zijn toenmalige echtgenote herinner ik mij vooral door haar eigenaardige te puntige bh onder een verkeerd te strak truitje. Ze stond almaar op het terras met zo’n bewakersgezicht, één en al misprijzen. Daarna bier en bitterballen, door Grapperhaus eigenhandig luidkeels bereid. Intussen spraken wij hem, en hij ons, hardnekkig aan met meneer. Je moest hem tenslotte daags erna kunnen aanpakken, en dat is lastiger met tutoyeren. JOS GOOS
juni 2013 / 5
Tegelwijsheid Clara Balke heeft nog een aanvulling op de tegeltjes uit nummer 5.
H
odde was de chef van de administratie in het Bungehuis in de Spuistraat (1959). In die tijd kwamen de Parool Life-boeken uit. Je moest de boeken daar bestellen. De verzending deed de uitgeverij. Later heeft Hodde nog in het kleine kamertje tussen de eerste en tweede verdieping aan de achterkant van het gebouw in de Wibautstraat gezeten k ben in 1959 Idebegonnen bij advertentie-incasso bij Richard Timmler in het Bungehuis. Hij is begonnen in of vlak na de oorlog bij Het Parool - vanuit Apeldoorn. Bij ons werden kwitanties en nota's getikt voor advertenties en de boeken. Wij hadden vier incasseerders in dienst, die dan in Amsterdam het
maar meneer...
geld moesten halen. Timmler had zijn bureau op een verhoging staan, dan kon hij ons goed in de gaten houden. We mochten niet te veel praten, en als je naar de wc ging (er waren er veel voor de dames van de administratie en de typekamer) en je was niet binnen vijf minuten terug, kwam hij binnen om te vragen of wij een pak speelkaarten moesten hebben. p de tegelO tjes staat naast Jan Beishuizen volgens mij Cardinaal, de kassier die de lonen kwam rondbrengen en die het geld kreeg van de incasseerders en dat controleerde. Tot hij eens werd beroofd in de Wibautstraat. Hij wilde de lonen uitdelen aan de overkant bij de Volkskrant. n dan die tweeE ling? Zijn dat niet de portiers Almer en Eilers? Er staat ‘Het Parool’ op hun jas. CLARA (EN GERARD) BALKE
koeriersters Zelf ophalen graag Louis Prins heeft de volgende aanbieding:
“
Dit is dus de automaat van Dien van de kantine in de Wibautstraat. Ik heb er zelf ooit een gulden voor betaald. Nu wil ik er het dubbele voor hebben: 1 euro. Het ding is uitgevoerd in zogenaamd gemoffeld staal. Roestvrij dus ook. Ze waren eigenlijk bedoeld om buiten te hangen. Simon Carmiggelt heeft er zijn shag nog uitgetrokken. Wel zelf komen ophalen... Hij is loodzwaar. Daar zijn twee sterke kerels voor nodig, of vrouwen. Ik ben bezig wat spullen te lozen. Misschien dat ik nog wel eens adverteer in uw veelgelezen blad.
”
[email protected]
Situationer Dank weer voor de fijne nieuwe Paroliebol. even een vraagje: vindt de redactie het haar taak de zaken van het huidige Parool te volgen? Ik vraag dit naar aanleiding van het vertrek van Willem Schouten. De Volksknar zou een 'situationer' plaatsen (zo heette dat in het Volkskrant-jargon destijds). Hou me ten goede, het is geen kritiek: voor zowel betrokkenheid als terughoudendheid is wat te zeggen. Ben er alleen benieuwd naar. Paul Arnoldussen, Amsterdam
Koers van de krant Is het een idee om in de toekomst ook wat serieuze bijdragen mee te nemen? Bijvoorbeeld over de huidige 'koers' van Het Parool – met mijns inziens een te hoog pretparkgehalte. Of is dat een te gevoelig terrein? Gerrit Overdinkink, Maarssen Naschrift de Paroliebol De redactie heeft (nog) niet veel behoefte de ondoorgrondelijke wegen van de hoofdredactie van enig commentaar te voorzien. Mocht één van de ‘abonnees’ zich daarentegen geroepen voelen zich over voornoemde en andere kwesties uit te laten, kan dat op persoonlijke titel. In het geval van Willem Schouten hebben we er voor gekozen hem voor een ‘mijn Amsterdam’ te vragen, zodat de ex-Paroolmedewerkers op die manier kennis met hem konden maken.
Tal van verhalen Heeft u belangstelling voor dit prachtexemplaar? Stuur een e-mail aan
[email protected] Wilt u ook een koerierster plaatsen? Stuur een e-mail:
[email protected]
Ik zou de Paroliebol graag willen ontvangen. Ik heb tal van leuke verhalen of anekdotes die ik wel kwijt wil. Ik heb via Peter Elenbaas een paar nummers gehad, alleen nummer 3 niet. Zou de redactie die mij kunnen toesturen? Ab Piet, Amsterdam
juni 2013 / 6 Anekdotes bij Het Parool door Gerrit Overdijkink – deel 4
De misser van Erik Visser
D
e redactie buitenland bestond in die dagen uit veel jonge honden. Zoals Erik Visser (die in 1966 één van de oprichters was van D’66 en vervolgens Tweede Kamerlid voor die partij werd), Robbert Keegel, Frans Bletz, Simon Korteweg, Carel Jansen, Eppo Jansen en ondergetekende. De historicus Erik Visser zal ik vooral herinneren van de avond en de daarop volgende nacht van de moord op de Amerikaanse op president John F. Kennedy, op 22 november 1963. Na het bekend worden van het nieuws, snelden we natuurlijk allemaal in recordtijd naar de redactie in de Wibautstraat, waar een speciale editie werd gereedgemaakt. Na enige tijd ontdekten we dat Erik ontbrak. Hij was als bevlogen historicus bijzonder geïnteresseerd in de politiek van de VS, dus het zou ook voor hem een speciaal moment zijn. We belden stad en land af, maar kregen hem niet te pakken. Tegen de ochtend, toen de editie al op straat was, verscheen een hevig geëmotioneerde Visser op de redactie, waar iedereen een beetje aan het bijkomen was van de zware nacht. “Ik zat in een café in de Amsterdamse binnenstad, vond het wel opmerkelijk dat er kennelijk zoveel emotie onder de mensen was, maar ik was in een goed gesprek gewikkeld en het bier smaakte goed, dus nee, het is niet bij me opgekomen te vragen wat er aan de hand was. Tot ik ineens speciale edities van kranten zag binnenkomen,” sprak hij verbijsterd. Zijn Kamerlidmaatschap duurde vijf jaar. Visser, die een mooi gevoel voor humor had, goed kon schaken en pianospelen, was na zijn werk in de Tweede Kamer enige tijd lid van het curatorium van de Stichting Het Parool. Hij had een broze gezondheid en overleed in 1997, 62 jaar oud.
Kladpapier en memoblaadjes
E
en collega bij Het Parool die ik altijd zeer heb bewonderd en gewaardeerd was Jan Beishuizen, lang werkzaam op de economische redactie en later als commentator. Een man met een zeer helder oordeel, dat hij op redactie-
Erik Visser (rechts) in zijn D’66-tijd, links Hans van Mierlo, Maarten Engwirda en Anneke Goudsmit staan er tussenin. FOTO WIKIPEDIA
vergaderingen altijd met veel enthousiasme en humor voor het voetlicht bracht. Het leuke vond ik ook dat hij een geweldige belangstelling had voor onderwerpen die buiten zijn specialisme lagen. Jan leek een uiterst bedaard type, maar dat beeld klopte niet helemaal. Toen ik nog maar kort bij de krant was – begin jaren zestig – was er een keer geweldige commotie op de redactie. Jan was naar Schiphol geweest voor een gesprek met de bekende Amerikaanse econoom John Kenneth Galbraith, die even in Nederland was. Beishuizen, een groot bewonderaar van Galbraith, had hem een paar mooie uitspraken ontlokt en deze doorgebeld naar de steno-afdeling, want het stuk moest nog diezelfde dag in de krant. Jan haastte zich terug naar de redactie en vroeg aan de dienstdoende eindredacteur wat hij als kop boven het stuk had gezet. Deze verzon ter plekke als grap een idiote tekst, waarop Jan dacht dat zijn woorden door de stenografe niet goed waren verstaan en vervolgens in grote woede uitbarstte. Daarbij sneuvelde
één van de bakelieten telefoons op de middentafel – tegelijk met het onterechte beeld van een altijd kalme Beishuizen. Overigens is Jan na zijn pensionering nog gepromoveerd tot doctor in de economie op de leer van Galbraith. Jan Beishuizen was niet alleen een journalist van klasse, hij was ook een virtuoze pianist. Na de Tweede Wereldoorlog speelde hij in cafés, nachtclubs en Amerikaanse legerkantines in Nederland, België en Frankrijk. Op feestjes van de krant kon je hem soms ook achter de piano vinden. Ik vond Jan nog om een ding bijzonder. Als je op de krant zijn kamertje binnenstapte, zag je hem niet zelden velletjes papier met een mesje doorsnijden. Het waren altijd eenzijdig bedrukte velletjes, waarvan hij dan de onbedrukte kant gebruikte als kladpapier. Ik heb er een tic aan overgehouden. Ik kan sindsdien geen blad van een oude kalender meer weggooien. Met een briefopener maak ik er een dozijn memoblaadjes van en denk glimlachend terug aan een aimabele collega.
juni 2013 / 7
mijn amsterdam 1
Paul Grijpma (1948) heeft in de jaren tachtig zeven jaar bij Het Parool gewerkt.Vervolgens ging hij, samen met Bert Bommels, naar Elsevier en werd verslaggever voor het NOS-Journaal, waar hij dertien jaar heeft gewerkt. Hij is nu nog correspondent voor de Duitse omroep ARD en tevens producent/directeur van het BonjoBajesBulletin, een krant voor alle betrokkenen – ook gedetineerden – in het gevangeniswezen. Restaurant Italiaans Restaurant Italia Oggi, Binnen Bantammerstraat 11. Het is een authentieke Italiaanse keuken. De pasta wordt bereid in een hele Parmezaanse kaas met Italiaanse cognac. En wie Sonja Barend nog eens wil ontmoeten, kan hier naar toe gaan.
Café
2
Hoppe, het is leuk in een wereldberoemd café te zijn. Er zijn oeroude stamgasten en je kunt er leuke toeristen ontmoeten. Er zijn altijd mooie verhalen. De mannen die er werken zijn zonder uitzondering persoonlijkheden.
Beste broodjeszaak
Johannes van Dam was er niet zo lang geleden, Leeman Döner in de Van Woustraat. De zaak kreeg een heel hoog cijfer, een negen, dacht ik. De broodjes zijn geweldig. Maar ik kom ook wel in de Febo bij het Olympisch Stadion.
3
Dagelijkse boodschappen
Voornamelijk in de Rijnstraat, voor groente en vlees bij de Turk, kranten in de kiosk, vis bij een Volendammer en de rest bij Appie Heijn
Museum
4
1
Het Persmuseum, want het is er gezellig als er een borrel is. Ik kom ook graag in het Stedelijk. Je moet eens letten op de namen die de jongens van de Cobragroep aan hun schilderijen hebben gegeven. Eén van die schilderijen noemt Asger Jorn, een van de boys, De reiziger uit München. Zie 2.
Plein
De Nieuwmarkt is wel oké.
Mooiste gevel 3
De gevel van de boksschool in de Albert Cuypstraat. Weet iemand wie die helden zijn die daar op de gevel prijken?
Mooiste lied van Amsterdam
Telkens weer van Friso Wiegersma. Het is Willeke Alberti’s lijflied. Met een slokje op val ik in katzwijm voor Willeke.
5
Met pek en veren de stad
Die rovers die in de directie van de PCM zaten ten tijde van de Britse investeringsmaatschappij Apax. Wat was dat een ordinaire bende.
Begraafplaats
Als je mooi wilt liggen, moet je naar het eiland Vis gaan in de Adriatische Zee, vlak voor de Dalmatische kust bij Split. Zo paradijselijk. Maar goed, in Amsterdam kun je blij zijn met Zorgvlied.
Mijn buurt 4
6
Op de Vrijheidslaan is het fijn wonen. Het is een Berliner Strasse met tramlijnen erdoorheen en hoge bomen. Prachtig, al die woonblokken van architecten uit de school van Berlage.
Favoriete winkel 5 Toko Ramee in de Ferdinand Bolstraat 74 (http://www.tokoramee.com) Die dames daar zijn zo verschrikkelijk aardig. En bij het eten van die tropische hapjes die ze maken, sluit je je ogen.
Kapper
Creative Artist Company in de Van Woustraat 184 A. Eigenaresse Corine ken ik van de Wereldomroep waar ik eindredacteur was van de tv-programma’s die daar gemaakt werden voor de kijkers in het buitenland. Ze werkt nog steeds voor televisieprogramma’s, zoals DWDD.
Een avondje stappen met:
Eva van Heijningen, mijn vriendin. Dan heb je een fijne avond. Ze is actrice en dat is apart volk.
Grootse gemis in Amsterdam
Dit probleem heb ik op de dag dat Ajax kampioen werd dit jaar met fans besproken. We konden niets bedenken.
Dieren in Amsterdam 6
Mijn favoriete beesten staan vooraan in Artis: ezels, wat onroerend. Ze hebben een mooie vorm en zijn oersterk.
Geboren
Ik ben een Tukker, geboren in Enschede op 13 juni 1948. Hartstikke fijne jeugd gehad in een harmonieus gezin met vijf kinderen, twee zusjes, twee broertjes, met prachtige ouders.
Verliefd in Amsterdam
Ja, verdomd vaak. Stel je voor, je hebt net een voor je gevoel pracht verhaal ingeleverd, voor de zaterdagkrant. Dat is toch geil, niet? En dan de kroeg in. Bij al die geiligheid hoort misschien ook wel verliefdheid. Of is het andersom? In elk geval was ik vaak verliefd. Mooiste her-
innering
Met Bert Bommels voor Het Parool door stad en land. Ik kan niet uitleggen hoe onbedaarlijk veel we gelachen hebben. Soms kruipend naar huis.
Beste hoofdredacteur Het Parool
Silent killer Herman Sandberg. Ik heb achttien hoofdredacteuren versleten, maar Sandberg is by far de beste. Als ik denk aan die drieminutenvergaderingen vlak voor twee uur ’s middags. Wat een prachtige voorstellingen waren dat. De meeste hoofdredacteuren zijn bange bureaucraten. Zeker als ze redacteur zijn geweest en opeens de baas worden, zijn ze onherkenbaar.
De redactie van het Parool zou gevestigd moeten zijn
Op het Rokin of daar in de buurt. Ik moet er met een grijns nog wel eens aan denken dat al die redacties in Nederland in de jaren tachtig mee verhuisden met hun drukkerij naar industriegebieden.