Oktober 07
INFO MILITAIREN ACV - OPENBARE DIENSTEN MILITAIREN
Woordje van de redactie In dit nummer:
Woordje van de redactie
1
Asbest
3
Preventieadviseurs vormen en in plaatsstellen Dienstontheffing voor de bloedgever
8
Maar liefst 140 dagen verwijderd van de verkiezingen sinds 10 juni wanneer we dit woordje van de redactie uit de pen wringen.
Maar liefst 140 dagen zonder al te veel initiatief van of voor Defensie. En dat 11 laat zich voelen: De militairen die in het project politiezones stapten voelen zich boter nog vis, niemand wil blijkbaar het initiatief nemen om enkele onduidelijkheden uit de weg te helpen, hen een juiste situatie voor te leggen om een goede vergelijking te kunnen maken tussen hun toekomstige job als CALOG personeel en hun job als militair. Laat staan dat er al iemand effectief is overgegaan… . Ook blijven lekkende daken onaangeroerd, hoewel een budgettaire planning werd gemaakt voor herstel en nog voor het einde van dit jaar. Rond het gemengde loopbaanconcept blijft het ijzig stil en zelfs de behoefte om een maandelijkse informele vergadering te plannen wordt van de baan geschoven. Het lijkt wel alsof een riem werd afgelegd.
-1-
Deze situatie verontrust ons. Zo zal het gemengde loopbaanconcept volgens ons allerminst onaangeroerd zijn gebleven binnen de diverse werkgroepen …. De vraag is uiteraard ook hoe dat concept verder zal worden ingevuld, wat voorlopig nog koffiedik kijken is. Een vage vermelding van de verdere afbouw en eventueel een bijkomende investering brengt ons niet in verleiding tot een concrete invulling. Wij hopen dan ook dat we geen kant en klare maaltijd krijgen voorgeschoteld die niet te vreten is! Daarom kort maar pertinent; duidelijkheid graag!
BERICHT VAN ADRESWIJZIGING ACV-OPENBARE DIENSTEN Groep Militairen Helihavenlaan 21 1000 BRUSSEL Telefoon : Fax : MAIL: of
02 208 24 34 02 208 24 30
[email protected] [email protected]
Naam__________________Voornaam_______________________ Eenheid___________StamNr_________lidNr___/__________/___ Oud adres Straat________________________________nr_______________ Gemeente_________________________postnummer__________ Nieuw adres Straat________________________________nr_______________ Gemeente_________________________postnummer__________
-2-
Asbest, ons verhaal uit een technische vergadering. Technische vergadering ASBEST
Op 28 september 2007 laatstleden heeft in het kader van het GPP een technische vergadering plaatsgevonden bij DGMR m.b.t. “de beheersproblematiek asbest”. De aanleiding van deze problematiek vloeit voort uit de gewijzigde wetgeving van het KB van 16 Mar 2006 en 08 Jun 2007 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest. Hieruit werden een nieuwe SPS “ preventiemaatregelen bij werkzaamheden aan asbest (DGMR-SPS-PRPER-POXX001/MRMgtRWB) en een nieuwe APG Beheersbeleid van asbest en aanverwante risico’s (DGMR-SPS-PRPER-POXX001/MRMgtRWB) aan de vakorganisaties voorgesteld. Inventarisatie De inventarisatie van asbest in al zijn vormen is één van de tools om de vooropgestelde objectieven binnen Defensie te bereiken. Een verplichting die vanaf 01 januari 1995 dient opgesteld door iedere werkgever. Zij bestaat voor de meeste gebouwen en infrastructuur en is grotendeels opgesteld door o.a. de externe dienst AIB vincotte. Verschillende BOC’s brachten dit gegeven reeds ter kennis van hun leden, jammer genoeg gebeurde dit nog NIET voor alle Kwartiergroeperingen. Voor de verschillende wapensystemen en andere materialen die asbest bevatten, zijn de inventarissen in voorbereiding en is de finalisatie voorzien eind 2007 o.l.v. de materiaalbeheerder. De eenheden zullen van de materiaalbeheerder de informatie van al de wapensystemen per type materiaal ter beschikking krijgen, teneinde deze informatie te verwerken in het asbestinventaris van de eenheid. Zeker een punt dat wij vanuit het ACV – Openbare Diensten militairen zullen opvolgen.
-3-
Hierbij aan sluit het probleem van de jeep “ILTIS”, waar zeer onlangs nog, asbest (chrysotiel) bij een beschermingshoes in het motorcompartiment is aangetroffen. Eigenaardig is dat men nu pas tot een dergelijke vaststelling komt na een gebruik van meer dan twee decennia. Het ter kennis brengen van dit asbestprobleem aan de vakorganisaties gebeurde enigszins met vertraging, en zorgde voor onrust bij menige werknemers omwille van onduidelijke, onvolledige berichtgeving. Bijsturing van de materiaalbeheerder is dus voor wat dat betreft noodzakelijk. Graag zien wij dat na vaststelling van dergelijke problemen, zowel de werknemers, het BOC als de sociale partners onmiddellijk worden betrokken en ingelicht, zodat ook zij constructief kunnen bijdragen tot het verbeteren van een aantal wettelijke verplichtingen en onvolmaaktheden. Uit de metingen, uitgevoerd door Dhr Ing PICCU, is gebleken dat de grenswaarde 0.01 vezel/cm³ niet bereikt is. Dit zorgt enigszins voor een geruststelling, alhoewel. Het voorval van de jeep “ILTIS” moet door de werkgever opgenomen worden in het asbestinventaris (zonder deze te hebben opgenomen mogen GEEN werken gestart worden) en dient er uiteraard een beheersprogramma opgesteld. Beheersprogramma Uit het beheersprogramma moet duidelijk naar voor komen wat met het asbesthoudend materiaal gaat gebeuren en hoe de blootstelling van de werknemers zo laag mogelijk gehouden wordt. M.a.w. volgende informatie dient ter beschikking van het BOC voorgelegd en toegelicht; - Regelmatige beoordeling en minstens 1x per jaar een update via een visuele inspectie van de toestand van de asbest. - De toe te passen preventiemaatregelen dienen opgenomen in dit beheersprogramma. - Welke maatregelen en werkplanning neemt de werkgever wanneer blijkt dat het asbesthoudend materiaal in slechte staat verkeert of zich op plaatsen bevindt waar het beroerd of beschadigd kan worden.
-4-
Belangrijk om weten, is dat voor bepaalde kleine werkjes die een sporadisch karakter hebben en waarvoor uit de risicobeoordeling blijkt dat de blootstelling beperkt zal zijn, bepaalde algemene maatregelen NIET van toepassing zijn ( melding, opstellen van een register, gezondheidstoezicht). Defensie stelt 850.000 € voor haar beheersprogramma ter beschikking in de periode van 2008 – 2011 om een aantal saneringen uit te voeren. Let wel dit bedrag is gebaseerd op de infra keten. Voor de wapensystemen werden geen bedragen medegedeeld. ACV – Openbare Diensten militairen is van mening dat ook hier zeer veel geld zal nodig zijn de bestaande materialen te fixeren in te kapselen of asbestvrij te maken. Denken we maar aan de vaartuigen van de Marine, de vliegtuigen en de voertuigen Leopard, M113, MAN 4T,….
Opleiding Vorming, opleiding en de informatieverstrekking aan de werknemers is van zeer groot belang. Defensie voorziet een interne opleidingen voor zeer beperkte blootstelling en bij mogelijke overschrijding van de grenswaarde. Dit vormingsconcept is nog ter studie bij DGFmn. Voor eenvoudige handelingen bij sloop en verwijderingwerken voorziet Defensie een externe vorming van 08 Hr. Hiervoor zullen in totaal een 50 tal mensen deze specifieke vorming volgen met een jaarlijkse recyclage.
-5-
Werkzaamheden met de zogenaamde couveuse-zak methode en in hermetisch gesloten zones onder de noemer sloop en verwijderingwerken, worden NIET door mensen van Defensie uitgevoerd, maar door een erkende onderneming. Wel is het belangrijk dat ook deze activiteiten weer ter kennis worden gebracht van de leden van het Boc, en de werknemers van de eenheid. Arbeidsgeneeskunde Zeer belangrijk voor ons is de opvolging van het arbeidsgeneeskundig onderzoek van de mensen die in contact zijn met asbest. En hier zitten we weer op het ijle, wankele punt van het tekort aan preventieadviseur – arbeidsgeneesheren binnen Defensie. Weer een reden om deze tekorten met hoge dringendheid op te vullen. Niet alleen is het arbeidsgeneeskundig toezicht nodig van de mensen die momenteel in contact komen met asbest, ook wordt aandacht gevraagd voor de mensen die in het verleden in contact zijn geweest met asbest. ACV – Openbare Diensten denkt dan vooral aan de technicus die onderhoudwerken en herstellingen uitvoerden aan wiel- en rupsvoertuigen, vliegtuigen van het Luchtcomponent of de vaartuigen van de Marinecomponent. Zeker zijn er nog anderen groepen van militairen die eveneens in contact zijn geweest met asbest en die tot een mogelijke risicogroep behoren vanuit het verleden.
ACV – Openbare Diensten militairen raadt de mensen aan, die in het verleden blootgesteld werden aan asbest, dit kenbaar te maken aan de preventieadviseur arbeidsgeneesheer en deze gegevens te laten optekenen in het persoonlijk medisch dossier.
-6-
Besluit Beide documenten zijn naar de mening van ACV – Openbare Diensten militairen goed opgesteld en geven een vrij correcte weerspiegeling van het KB van 16 Mar 2006 en 08 Jun 2007 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest. Enkele details dienen naar onze mening bijgestuurd, opmerkingen dienaangaande werden overgemaakt door het ACV – Openbare Diensten. Als vakorganisatie zullen wij deze problematiek nauwgezet en met de nodige aandacht blijven opvolgen, zowel in het BOC als in het toekomstige HOC, en dit ter bescherming van de mensen op de werkvloer en vooral onze eigen leden.
-7-
Preventieadviseurs vormen en in plaats stellen, een ezelsbrug voor defensie. Een hoog overlegcomité in het voorjaar van 2005 stelde “de pionniers” binnen de preventiestructuur in plaats. Omdat alle begin moeilijk is werd de materie door de vakorganisaties op een zeer realistische manier benaderd. Uiteraard, een structuur in ontwikkeling vergt vorming en vorming vraagt tijd. Bovendien zou het onverstandig zijn ervaring en motivatie zomaar over de schouder te gooien. ACV openbare diensten heeft dan ook gesteld dat de inplaatsstelling van nog niet volledig gevormde mensen door de beugel kon, op voorwaarde dat binnen de noodzakelijke termijn om zich in orde te stellen, de preventieadviseurs die effectief als onafhankelijke in de BOC’s zouden zetelen, hun vorming vervolledigden of verder afmaakten. Uiteraard, zou er voor het nodige opvolgingsbeleid worden gezorgd. Ruim een jaar verder, werd door ACV openbare diensten een stand van zaken gevraagd op een informele vergadering. 1 – 0 voor de overheid, het academisch jaar was op dat moment nog niet volledig beeindigd… . De stand van zaken was voor ons op dat moment desalniettemin duidelijk; de gemaakte afspraken waren niet naar behoren nagekomen. “De aanhouder wint” in het achterhoofd en met het idee dat de werkgever hier ook zijn verantwoordelijkheid moet dragen, stelden we eind januari dit jaar dan uiteindelijk de vraag aan ons aller werkgever, de CHOD. Het antwoord in zijn schrijven van 13 april jl. stelt; “ …De problematiek van de vormig en de inplaatsstelling van de preventieadviseurs (PA) wordt wel degelijk opgevolgd en er worden oplossingen uitgewerkt in nauw overleg tussen de Algemene Directie Human Resources ( DGHR) en de Inwendige Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk ( IDPBW). Dit heeft begin 2007 geleid tot het opstellen van de Gedetailleerde Instructie (GID) “ kandidatuur en inplaatsstelling preventieadviseur”. Deze instructie zal eerstdaags besproken worden met de representatieve vakorganisaties vooraleer ze officieel uit te geven. -8-
De principes ervan werden echter al toegepast in het kader van de oproep naar de kandidaten PA die op 6 februari 07 is gelanceerd. In de GID zijn onder andere enkele bijkomende maatregelen ingelast om de kandidaten aan te zetten de vorming volledig te doorlopen en het einddiploma te behalen…” Wat constateren wij sinds dit schrijven? - dat er nog steeds PA zetelen in de bepaalde BOC’s die niet de volledige vorming hebben afgewerkt; - dat er nog steeds diensthoofden SLPPT zijn die NIET de competenties hebben om de leiding van deze technische bedrijfseenheid te voeren; - dat men ons voorstelt PA aan te stellen als een soort van verrechtvaardiging om de vorming dan te volgen. Met andere woorden dat een “just in time” vrij vertaald “steeds te laat” -methode wordt gevoerd in het opvolgingsbeleid; - dat “eerstdaags” een zeer ruim begrip betreft; de ruimte is concreet beschreven tussen 13 april 07 en 1 oktober 07, althans voor deze kwestie… - dat men de vakorganisaties een dilemma voorschotelt in die bewuste GID: moeten we nu een akkoord geven over de kandidaten alvorens we ze na de volledige vorming dan uiteindelijk nogmaals de revue moeten laten passeren? Of verhoopt men dat wanneer de vakorganisaties akkoord zijn met de kandidatuur, de kandidaten preventie-adviseurs uiteindelijk automatisch een ticket tot het BOC hebben gewonnen, met dan wat “ruimte” voor de vorming… ? Het is ons niet echt duidelijk… - dat nu zelfs voor de inplaatsstelling van de arbeidsgeneesheren – preventieadviseur op een zeer dunne koord gewandeld wordt. De vakorganisaties werden onlangs, onder de noemer van de formule “eerstdaags” wel te verstaan, uitgenodigd om eventuele opmerkingen op de GID over te maken voor 9 november. Je kan er van op aan dat wij met een zekere nauwkeurigheid de tekst zullen bekijken. Niet om te muggenziften, want onze proactieve houding toonde we reeds in 2005, maar wel omdat: -9-
- Inderdaad, de overheid ruim twee jaar de tijd heeft gehad om enige orde op zaken te stellen! - De wetgeving eigenlijk vrij duidelijk is en dat het advies van de vakbonden voornamelijk nodig is voor de effectieve inplaatsstelling, en het opvolgingsbeleid misschien dan wel onder de verantwoordelijkheid van het management mag worden geresorteerd? - Wanneer opvolgingsbeleid voor deze functies dan zo onoverkomelijk blijkt, dan stellen wij ons allicht ook vragen bij het vooropgestelde beleid in het kader van het GLC! - Wanneer ook de belangrijke functie van arbeidsgeneesheer zo rekbaar wordt, dan zien wij als ACVopenbare diensten een fundamenteel discussiepunt: In arbeidsgeneeskunde zien wij immers één van de ankerpunten in het kader van het gemengde loopbaanconcept; zo zal arbeidsgeneeskunde immers een niet te onderschatten rol bekleden in de statutaire vereisten op medisch en fysiek vlak. En dan is onze stelling alvast eenvoudig. Uiteraard is het logisch dat de werkgever zich als een verantwoordelijke werkgever toont alvorens hij een zelfde verantwoordelijkheid van de werknemer mag verwachten!
- 10 -
Dienstontheffing voor de bloedgever A12/1Hoofdstuk III -3 De militair die wenst bloed, bloedplasma of bloedplaatjes te geven, moet zich ten laatste een werkdag voor de gewenste dag van de afname zijn eenheidscommandant heirvan op de hoogte te brengen, alvorens zich aan te bieden bij de Militaire Dienst voor bloedtransfusie of bij het Rode kruis. De militair dient deze dag van afname te kiezen dat de vereisten van de dienst dit toelaten Volgende bepalingen gelden wanneer de militair kiest voor het bloedgeven bij de Militaire Dienst voor Bloedtransfusie Het aantal dienstontheffingen voor het geven van bloed, bloedplaatjes of bloedplasma beperkt zich tot 12 dagen per jaar: 6 x1 dag dienstontheffing tot 2400hr de dag van de afname en 6x1 dag te nemen binnen de 30 dagen volgend op de afname Volgende bepalingen gelden wanneer de militair kiest voor het bloedgeven bij het Rode Kruis Voor het geven van bloed, bloedplaatjes of bloedplasma is het aantal dagen dienstontheffing beperkt tot 6 dagen per jaar: 6x& dag dienstontheffing tot 2400hr te nemen de dag van de afnemen Wanneer de bloedafname gebeurt na de normael diensturen, dan kan de militair van een compenserende dienstontheffing genieten, en dit op de werkdag die volgt op de dag van de afname. Wanneer de afname na de diensturen gebeurt op een vrijdagavond of op de avond voor een officiële feestdag die niet met een zondag samenvalt, dan wordt de dienstontheffing verleed op de dag van de afname zelf. De combinatie van giften bij het Rode Kruis en bij de Militaire Dienst voor Bloedtransfusie tot maximum 6 giften en wel op de volgende manier: - 11 -
Giften aan de Militaire Dienst voor Bloedtransfusies 6 giften Zes dagen dienstontheffing tot 2400 hr en 6 dagen dienstontheffing binnen de 30 dagen na afname 5 giften 5 dagen dienstontheffing tot 2400 hr en 5 dagen dienstontheffing binnen de 30 dagen na afname 4 giften 4 dagen dienstontheffing tot 2400 hr en 4 dagen dienstontheffing binnen de 30 dagen na afname 4 giften 4 dagen dienstontheffing tot 2400 hr en 4 dagen dienstontheffing binnen de 30 dagen na afname 4 giften 4 dagen dienstontheffing tot 2400 hr en 4 dagen dienstontheffing binnen de 30 dagen na afname 1 gift 1 dag dienstontheffing tot 2400 hr en 1 dag dienstontheffing binnen de 30 dagen na afname
Giften aan het Rode Kruis
1 gift 1 dag dienstontheffing tot 2400hr 2 giften 2 dagen dienstontheffing tot 2400hr 3 giften 3 dagen dienstontheffing tot 2400hr 4 giften 4 dagen dienstontheffing tot 2400hr 5 giften 5 dagen dienstontheffing tot 2400hr 6 giften 6 dagen dienstontheffing tot 2400hr
- 12 -