de PAROLIEBOL Jaargang 2 nummer 5, mei 2014
digitaal orgaan voor hen die bij Het Parool hebben gewerkt
Het WK en andere voetbaltoernooien N
og even en het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië barst los. Dus komt de Paroliebol met een voetbalspecial. Het Parool heeft een rijke historie van eigen voetbaltoernooien. We kregen hiervan genoeg foto's van onze lezers toegestuurd om ook terug te kijken. Met dank aan onder anderen Dolf Hell en Louis Prins. Heerlijk nostalgische platen van bijvoorbeeld het roemruchte internationale krantentoernooi in Moskou in 1990, of de Poot van Loemoemba, begin jaren zestig. Vooruitkijken doen we ook, bij monde van sportredacteur Harry ten Asbroek: “Na drie weken vliegt Oranje eruit. Brazilië wordt wereldkampioen.” Verder in deze editie: hoe Ab Piet bij het WK van 1974 en het EK van1988 op de zwarte markt in toegangskaartjes handelde; hoe Sytze van der Zee op de tennisbaan en de borrel erna botste met Louis van Gaal; hoe Nina Jurna haar liefde betuigt voor haar standplaats Rio de Janeiro. Dan nog de uitslag van het jongste Persgroeptoernooi, waar Het Parool derde werd.Van onderen.
Iedereen is weer van harte welkom op de Parolieborrel, donderdag 5 juni, 16.00 uur, café Lokaal (voorheen Leentje).
mei 2014 / 2
De Poot van Loemoemba
Op deze foto van Charles Vlek uit begin jaren zestig staat het voetbalelftal van Het Parool dat streed om de de Poot van Loemoemba. Die competitie ging tussen Amsterdamse krantenredacties. Waarschijnlijk moest het Paroolteam hier spelen tegen het Algemeen Handelsblad. Verdediger in dat elftal was de latere D’66-minister Hans Gruyters, die een terugspeelbal keihard in eigen doel schoot. De trofee (een sierlijke bruine poot van een klassiek meubelstuk) was genoemd naar de eerste toenmalige Congolese premier, Patrick Loemoemba. Op de foto (fouten voorbehouden): staand vlnr: Bert Bommels, Boris Berkhout, Nico van der Zwet Slotenmaker, Rob van Dijk, Jaap Klokkemeijer, Joop van der Reijd en een onbekende, waarschijnlijk Le Poole. Gehurkt vlnr: Hans Smits, Harry Hoogenhout, Wil van der Smagt en Dolf Hell.
Het Parool vormde in de jaren negentig met Veronica één team. In Veronicashirts, dat wel. Staand: Berry Brinkhorst (links), Altan Erdogan (derde van links), Arie Elshout (vierde van links), Rick Nieman (rechts). Zittend geheel rechts: Louis Prins.
Van boven naar beneden: de lijdensweg van verdediger Roderik Oranje, die geblesseerd raakte in de eerste wedstrijd op de ‘morning after the night before’ tijdens het legendarische internationale krantentoernooi in Moskou (1990).
mei 2014 / 3
Het Paroolelftal passagiert op het Rode Plein in Moskou tijdens de nadagen van Michael Gorbatsjov (1990). Het zou die dag, die avond en die nacht heel gezellig worden. En vreemd. Vooral vreemd. Nog steeds doen hierover de wildste verhalen de ronde. Op de foto staand (vlnr): Peter de Munck, Peter Kee, Henk Schutten, een dronken matroos, Toon Schmeink (begeleider), Albert de Lange (supporter), Don Duyns, Roderik Oranje (kijkt de verkeerde kant op), Matthijs van Nieuwkerk, Berry Brinkhorst, Remco de Jong, Simon van Leeuwen (supporter) en een Rus. Zittend vlnr: Arthur de Boer, Paul van der Steen, Paul Westink, Kurt van Es (supporter) en de onvermijdelijke Louis Prins. Peter Elenbaas heeft de foto genomen. Hetzelfde elftal, nu in tenue en in het niet geheel uitverkochte Leninstadion in Moskou. Staand vlnr: Henk Schutten, Peter Elenbaas, Matthijs van Nieuwkerk, Toon Schmeink, Roderik Oranje, Berry Brinkhorst, Paul van der Steen, Paul Westink, Remco de Jong, Arhur de Boer en Kurt van Es. Zittend vlnr: Peter Kee, Wubbo de Jong, Don Duyns, Louis Prins, Peter de Munck en een Russische begeleider.
Coach Toon Schmeink houdt zijn pep-talk in de kleedkamer.
Midden jaren tachtig: Het Parool speelt tegen de Volkskrant. Louis Prins zet een sliding in, Harry ten Asbroek en doelman Wubbo de Jong kijken toe.
aldus
mei 2014 / 4
‘Het is frustrerend als je met een stuk niet boven een zeventje komt, terwijl het een negen had kunnen zijn’ Nog even en in Brazilië breekt het WK-voetbal los. Harry ten Asbroek, voormalig chef sport en nu ‘samensteller’ van de sportpagina’s bij Het Parool, grijpt noodgedwongen naar zijn sapcentrifuge.
Hoe gaan jullie het WK doen? “Vanaf de redactie. We hebben geprobeerd Dick Sintenie erheen te krijgen. Dat ging niet vanwege onze gedwongen relatie met het AD. Sintenie kent Ajax als geen ander. De coaches Louis van Gaal en Danny Blind zijn Amsterdammers. Hij had er een Amsterdamse invalshoek aan kunnen geven. Het AD kiest eerder voor de Feyenoordspelers.” Wat hield jullie tegen? “Het bleek financieel niet haalbaar. Je bent voor een verslaggever zo twintig mille kwijt. En voor de Persgroepholding zijn we geen landelijke krant meer maar een stadskrant.” Dat is toch balen! “Ontzettend balen. Sintenie is verschrikkelijk goed. Hij heeft al eerdere WK’s achter de rug en kan onder tijdsdruk werken.” Ook niet leuk voor hem. “We hadden een keurig scenario opgesteld om de kosten te drukken. Zo zouden we samen met Trouw en de Volkskrant een appartementje regelen.” Wat doet het AD? “Dat stuurt vier verslaggevers. Onze suggestie Sintenie één van die vier te laten zijn, werd al in een vroeg stadium van de hand gewezen. Nu is het te laat, want de accreditatie moet je lang tevoren regelen. Het AD is een ochtendkrant dus voor ons wordt het mosterd na de maaltijd.” Hoe is je rol als ‘samensteller’? “Noem me maar rayonhoofd. De deelredacties op de krant zijn verdwenen. Er is een grote ruif waar alle verslaggevers in geploft zijn. Het was een slimme organisatorische ingreep om ruimte te maken voor de online-activiteiten. Niet uit luxe geboren, maar gedwongen door de financieeleconomische omstandigheden.”
Is je werk daarmee zwaarder geworden? “Je moet veel meer improviseren en je bent veel kwetsbaarder. Zo heb ik geen verslaggevers meer die je op het laatste moment nog wat kunt laten doen.” Voel je je doorgeefluik voor AD kopij? “Een beetje wel. Ik wil niet kopiëren en probeer vooral veel op eigen routine te werken. Dan gaat de berichtgeving van het AD, ANP en de NOS met een vleugje Harry ten Asbroek in de sapcentrifuge. Maar tegen een goed AD-interview met Louis van Gaal of Robin van Persie zeg ik natuurlijk geen nee.” Is dat geen verschraling? “Ik begon op de sportredactie van Het Parool met twaalf collega’s, dat liep terug via acht naar vijf en nu doen we het zo. De journalistieke inspiratie kwam vooral uit het overleg dat je met elkaar had. Dat mis ik het meest. Nu dobber je vaak maar in je eentje. Toen de nieuwe organisatie bekend werd gemaakt, heb ik gezegd: meer dan twee minuten doemdenken kunnen we ons niet veroorloven. Dit is uit nood geboren. Mokken helpt niet. Maar het is frustrerend als je met een stuk niet boven een zeventje komt, terwijl het een negen had kunnen zijn.” Je gaat toch wel van al het mooie voetbal genieten? “Welzeker en dat zul je in de kolommen ook terug kunnen lezen. Het is geweldig dat iedereen nog diezelfde drive heeft, we maken ook nu nog een prikkelende krant. Natuurlijk kijken we jaloers naar de Volkskrant en het AD, maar ook daar moeten mensen weg.” Hoe staat het met onze traditionele redactiepool? “Met het vertrek van eindredacteuren Ge-
rard Verdaasdonk en Paul Westink behoort die tot het verleden. Het is hier van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat duwen. Er is geen energie meer voor. C’est la vie.” Hoe schat je onze kansen in op het WK? “Na drie wedstrijden vliegen we eruit. Brazilië wordt wereldkampioen.” FRANS BOSMAN
mei 2014 / 5
Botsing van gelijkgestemde karakters
maar meneer... Droef nieuws ijn, weer een verse Paroliebol, F dacht ik nog. Maar dat was voordat ik het droeve nieuws las over het veel te vroege heengaan van Betty Zwaaneveldt. Hoewel ik niet veel contact met haar had, vond ik haar een fijne collega, die ik heel wat meer tijd van leven had gegund. Niettemin, dank voor het bericht, en voor de rest van mijn favoriete digitale blaadje. Cecilia Tabak
L
ouis van Gaal kende ik als recreatief tennisser voordat hij als voetbaltrainer aan de slag ging. We woonden bij elkaar in de buurt – hij in het West-Friese Avenhorn, ik in Abbekerk – en troffen elkaar op de tennistoernooitjes die in die tijd in onze streek razend populair waren. Natuurlijk kende ik hem als voetballer en als woordvoerder van de spelersvakbond VVCS. Hij wist dat ik voor Het Parool schreef en er ontstond in die jaren een stevige band, op en buiten de tennisbaan. Ik toonde oprechte interesse in hoe hij als voetballer-in-zijn-nadagen zijn carrière uitstippelde, luisterde belangstellend naar zijn visie en zijn soms – inderdaad ook toen al – tegendraadse opvattingen. Omgekeerd was die interesse er ook, ik sprak vaak met hem over óns vak. Maar ik heb uiteindelijk niet kunnen voorkomen dat hij ‘zijn vrienden van de pers’ nog altijd als luizen in de pels ziet.
T
oen Sytze van der Zee, onze tennissende hoofdredacteur, lucht kreeg van de sportieve band tussen Van Gaal en mij, liet hij me weten de Ajaxtrainer ook wel eens te willen ontmoeten. Op de tennisbaan uiteraard. Dat leidde tot een aantal vermakelijke dubbelspelen in het Frans Otten Stadion in Amster-
dam-Zuid, aan het IJsbaanpad. Met Louis van Gaal en Rolf Leeser, toen voorzitter van de Ajax Business Club, aan de ene kant van het net, en Sytze en ik aan de andere kant. Dat werd een botsing van gelijkgestemde karakters: Van Gaal en Van der Zee, beiden even gedreven, fanatiek en meedogenloos. ‘Geboren winnaars’ heet dat in het jargon van de sportjournalistiek. Ook na afloop bij het gebruikelijke drankje. Toen Van Gaal Van der Zee die keer heel belangstellend vroeg hoe zo’n dag op de krant er uitzag, legde onze hoofdredacteur hem eerst uit hoe hij ’s ochtends aan de middentafel de kranten las: “Van linksboven naar rechtsonder, in hoog tempo en zonder dat me iets ontgaat.”
D
at durfde de huidige bondscoach niet te weerspreken, maar wel wilde hij laten weten dat ‘maar weinigen de krant sneller lazen dan hij’. En zo werd het die avond een boeiende dialoog tussen een hoofdredacteur en een voetbaltrainer, die Van Gaal ongetwijfeld zal hebben afgesloten met ‘Maar wij hebben wel gewonnen…” De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Sytze en ik ook wel van de door hem geleide combinatie hebben gewonnen. POUL ANNEMA
Tot ver over de grenzen ank weer voor jullie leuke ParD oliebol. Weten jullie dat je lezers héél ver weg hebt? Wij ontvingen deze Paroliebol in de Sahara, nabij de grens Marokko/Algerije, ruim vierduizend kilometer van huis, in een temperatuur van 44 graden, waar we met de camper op onze reis van drie maanden waren. Hoewel alles krakkemikkig, telefoondraden aan wankele palen en bomen. Maar het werkt. Wij lezen op die manier nu zelfs elke dag ons onvolprezen Parool op de iPad. De techniek staat voor niets. Heel wat anders dan de vroegere communicatie per treinbrief, telex, fax of buizenpost in het tijdperk van kopijloper Daan ten Have. Nico en Joyce van der Maat
Maar Meneer en alle andere zaken:
[email protected]
Doeleman Op 22 mei is Hans D. Doeleman overleden, destijds lid van de sportredactie van Het Parool en later van de algemene redactie (nieuwsdienst). Hij woonde de laatste jaren met zijn vrouw Trix op Noord-Cyprus.
mei 2014 / 6
schuim Wat: Persgroep voetbaltoernooi Waar: bij VUC in Den Haag Wie: vrijwel alle kranten en bladen van De Persgroep in België en Nederland Waarom: traditie Wanneer: 17 mei 2014
Parool stelt diep teleur
Choco Damen geniet van het weer.
Bram van Zoelen geniet ook.
I
n tegenstelling tot voorgaande jaren was Het Parool dit keer niet bijster succesvol. Het team kwam niet verder dan de negentiende plaats (van de 22) met drie verloren en twee gewonnen wedstrijden. Oorzaak: een tekort aan goede voetballers – ergo zelfs een tekort aan spelers door blessures van Christjan Knijff en Frenk der Nederlanden. De laatste wedstrijd moesten zelfs twee gastspelers van het AD meedoen. Vaste supporters waren er wel: Choco Damen, Ton Damen, Madelon Kranenburg, Bram van Zoelen en coach Ronald Ockhuysen.Volgend jaar wordt het toernooi weer in Amsterdam gespeeld. Hoogste tijd voor een revanche.
Bas Soetenhorst overpeinst een nederlaag.
Het jongste Paroolteam, met supporters en coach.
Gastspeler Niels leest de verkeerde krant.
Paul Westink leest de goede krant.
Sterspeler Bart van Zoelen passeert een Belg van L’Echo en scoort tot ontzetting van de doelman.
FOTO’S TON DAMEN
mei 2014 / 7
Ik was erbij. Wat een mazzel
Johan Neeskens benut de penalty en zet Oranje op een 1- 0 voorsprong in de WK-finale tegen West-Duitsland. WK-finale1974: Nederland - West-Duitsland
W
ij reden als krantenchauffeur om toerbeurt voor de redactie, ieder een week. Toevallig was het mijn beurt toen de finale werd gespeeld. Op het laatste moment op vrijdag werd besloten dat er een fotograaf naar München moest om daar sfeerplaatjes te maken als Nederland zou winnen van West-Duitsland. Fotograaf Frans Nieuwenburg en ik gingen tegen de middag op pad richting Landshut, ongeveer honderd kilometer voor München, want in de buurt van die stad was absoluut geen kamer te krijgen. Voor Frans Nieuwenburg was iets geregeld, waardoor hij de volgende dag het stadion in kon, ik mocht kijken of er een kaartje op de zwarte markt te krijgen was, zodat ik de wedstrijd ook kon zien. Je wilt niet weten hoe het op zo’n zwarte markt te werk ging, het was een angstige situatie waar veel geld om ging en waar je zomaar van je kaartje beroofd kon worden. Er werden belachelijke prijzen gevraagd en ik dacht dus geen kans te hebben. Echter vijf minuten voor aanvang kreeg ik een kaartje aangeboden op de hoofdtribune voor het ongelofelijke bedrag van 55 D-Mark, precies het bedrag dat deze man ervoor be-
taald had. Het was een prachtige zitplaats. De verkoper van het kaartje had een andere nationaliteit dan de WestDuitse en was teleurgesteld dat zijn land niet in de finale stond en had dus geen interesse in deze wedstrijd. Na de wedstrijd als een speer naar Nederland voor de maandagkrant, waarin geen gebruik gemaakt werd van de foto’s die Frans geschoten had, geen sfeerplaatjes dus, wat wel te begrijpen was. Leuke bijkomstigheid: aangezien ik bij Perscombinatie Transport in dienst was en dit ‘weekendwerk’ was, bleek ik alles in overwerk uitbetaald te krijgen. Ik herinner mij nog uren van vierhonderd procent – het was een klein maandsalaris dat ik uitbetaald kreeg.
Ik was er weer bij. Wat een mazzel EK-finale 1988: Nederland - Rusland
F
otograaf George Verberne moest naar München en wilde niet zelf heen en weer rijden, dus werd ik gevraagd mee te gaan. George was geaccrediteerd en ik moest maar weer zien of ik aan een kaartje kon komen in het zwarte circuit.
Op weg naar München moest er toch gegeten worden en zo geschiedde halverwege. Na heerlijk getafeld te hebben kwamen wij in het donker buiten, waar naast mijn auto een Duitse man stond die vroeg of ik een kaartje wilde kopen, want hij was teleurgesteld dat Duitsland niet in de finale stond. Er was één probleem: hij had drie kaartjes en die moest ik alle drie nemen, voor de prijs die op het kaartje stond. De keuze was niet zo moeilijk, want ik dacht dat ik die kaartjes wel kwijt zou raken. Bij aankomst bij het stadion waren de taferelen onbeschrijfelijk. Aan de vangrail stonden honderden mensen met pakken geld te zwaaien voor kaartjes. Vóór ons, in een auto, lieten mensen pesterig vier kaartjes zien. Dat hadden ze niet moeten doen, er dook iemand de auto in en griste de kaartjes uit handen van de provocateur. Wat te doen met mijn twee kaartjes in deze agressieve sfeer? Ik ben een stuk gaan lopen en heb op een rustig plekje aan twee mannen gevraagd wat de kaartjes voor hen waard waren. Ze gaven mij 500 gulden voor de kaartjes en ze huilden van geluk. Voor mijn eigen kaartje kreeg ik 1200 gulden (ja, ja, je leest het goed) geboden, maar ik koos toch maar om de finale te zien. Wat een feest en wat een mazzel. AB PIET
mei 2014 / 8
mijn Rio Nina Jurna (1969) begon als verslaggeefster bij de Amsterdamse televisiezender AT5. Daarna was ze correspondent Suriname en ‘de rest van Zuid-Amerika’ voor Het Parool, NRC Handelsblad,Vrij Nederland en Opzij en de Surinaamse kranten de Ware Tijd en Parbode. Sinds drie jaar woont en werkt ze in Rio de Janeiro. Op dit moment schrijft ze wekelijks een ‘WK-column’ voor Het Parool.
1
2
3
Restaurant 1 Mijn favoriete restaurants zijn er twee. Kilorestaurant in Copacabana, waar je heerlijk Arabisch kunt eten. Het systeem van de kilorestaurants is geweldig. Je schept van alles op en zet je bord op een weegschaal en betaalt voor de hoeveelheid die op je bord ligt. En ik ben gek op sushi en de beste sushi vind je in mijn wijk, Rocinha. Dit is eigenlijk een favela, maar is helemaal opgeknapt tot een betere wijk. De vis wordt dagelijks vers gevangen en het is stukken goedkoper om hier sushi te eten dan bijvoorbeeld in het dure Copacabana. Café 2 Belmonte in Lapa, de sambawijk van Rio. Mooie plek in Portugese bouwstijl met een leuk uitzicht op straat. Je kunt aan tafeltjes zitten op straat en lekker mensen kijken op vrijdagavond, dat is de beste avond om uit te gaan in Lapa. Ik hou van Rio de Janeiro, van de zee, de mensen en de samba. Dagelijkse boodschappen Rio is erg duur, dus je moet gericht boodschappen doen. Wat ik doe is om de twee weken een grote hoeveelheid kopen bij of de Mundial of de Extra. Dat zijn grote en goedkope supermarkten. Ik sla dan voor een paar weken in. De kleine dagelijkse dingen, zoals vers brood en fruit koop ik bij mij in de straat waar heel veel kleine winkeltjes zijn. Beste plek om te sporten 3 Het strand! De Brazilianen zijn echte sportmensen en er is volgens mij geen stad waar zoveel gesport wordt als Rio. Op het strand gebeurt het allemaal. Van voetbal tot joggen, maar je hebt zelfs op het strand gebouwde sportscholen, lekker in de buitenlucht met uitkijk op zee.
4
Plein Cinelandia. Een mooi oud plein waar het beroemde Theatro de Mu-
nicipal aan ligt, verschillende musea en de Nationale Bibliotheek. Je kunt er in de kleine straatjes rondom het plein lekker eten en je waant je in het Rio uit de 18de eeuw, de tijd dat de Portugezen het hier nog voor het zeggen hadden. Favoriete stadion 4 Natuurlijk het Maracaña! Het is een schitterend stadion, heel indrukwekkend. De verbouwing heeft gigantisch veel geld gekost en veel Brazilianen hebben het gevoel dat ze hun oude Maracaña kwijt zijn, omdat de staanplaatsen opgeheven zijn en het nu een stuk minder een volksstadion is in vergelijking met vroeger. Desondanks voel je de historie als je er binnen bent. Mooiste lied over Rio Tranen in mijn ogen krijg ik van het nummer Aquele abraço, van Gilberto Gil. Dat gaat over de schoonheid van de stad en ook de energie die hier heerst. Rio is een stad midden in de natuur, tussen bergen, aan zee en aan een gigantisch bos. Maar ook een stad met een enorm verschil tussen arm en rijk. De mooie vrouwen van de favela’s worden ook bezongen in dit nummer. Kortom over de warme omhelzing, de abraço, die veel mensen hier ervaren. Markt Ik hou van de hippiemarkt, elke zondag in Ipanema. Je vindt daar hele leuke tassen en sieraden maar ook kunst van nationale kunstenaars en mooi handwerk uit de deelstaten Bahia en Minas Gerais. De stad uit Buiten de stad ben je snel vanuit Rio. Binnen een uur zit je al midden in de bergen en kun je een schitterende route nemen naar dorpjes als Petropolis of Itaipava. Dit zijn sfeervolle bergdorpen met schitterende natuur en veel rust. Rio heeft zelf al veel natuur, maar soms is het heerlijk echt even de stad uit te gaan. Vervolg op pagina 9
mei 2014 / 9
mijn Rio Vervolg van pagina 8
5
6
7
Mijn buurt 5 Ik woon in een gepacificeerde favela. Tot twee jaar geleden hadden gewapende drugsdealers het hier voor het zeggen, maar nu heeft de overheid de wijk in handen genomen. Het is nu veel veiliger en er komen meer investeringen. Je hebt goede buurten en slechte buurten in deze wijk. Mijn straat is heel kleurrijk, de huisjes zijn allemaal in vrolijke kleuren en er zijn bomen geplant. De bewoners houden het schoon. Maar er zijn ook plekken in de favela waar nog echte armoede is en mensen tussen afval leven. Een avondje stappen in Rio met 6 The girl from Ipanema. Dit liedje is vernoemd naar de inmiddels 68-jarige Helô Pinheiro die in de jaren zestig een van de mooiste meisjes van het strand was. Tegenwoordig heeft deze diva een eigen tv-programma. Een avondje stappen met haar en verhalen uit de jaren vijftig en zestig ophalen over Rio en de bossanovamuziek, lijkt me geweldig. Grootse gemis in de stad Openbare zwembaden. Omdat er genoeg zee en strand is, is het moeilijk een gewoon zwembad te vinden. Of je moet lid zijn van een club
of je moet in een hotel zitten waar je kunt zwemmen. Soms is het lekker gewoon een duik te nemen, zeker in de zomer als de temperaturen oplopen tot boven de veertig graden. Dieren in Rio 7 Te veel honden! Brazilianen zijn gek op poedels en teckels en laten hun honden ook kleren en schoenen dragen. Er zijn hele kapsalons voor honden en er is zelfs een hondencarnaval. Geboren In Nederland. Opgegroeid in Nederland en Suriname en sinds drie jaar woon ik in Rio. Verliefd in Rio Helemaal verliefd op Rio. Er is een gezegde: In Rio blijft de liefde hangen. Dat klopt ook. Word je eenmaal verliefd op de stad of op een man of vrouw die hier woont, kom je er moeilijk vanaf. Wil nog altijd 8 De Pedra de Gavea beklimmen. Dat is een van de grote bergen waar de wijk Rocinha tussen ligt, waar ik woon. Een pittige wandeling waar je je ook fysiek op moet voorbereiden, maar het lijkt me een uitdaging. Mooiste herinnering De eerste tijd dat ik in Rio woonde en helemaal opging in het leven van deze unieke stad. Nachten op het strand zitten en de zonsopgang bekijken, naar sambafeesten en me onderdompelen in het leven van de carioca, inwoner van Rio. Beste krant van Brazilië Folha de São Paulo. Een evenwichtige en kritische krant. De media in Brazilië zijn vaak rechts en sensationeel. Deze krant heeft daarin een goede middenweg gevonden, vind ik.
8
Beste hoofdredacteur van Het Parool Eric van Gruijthuijsen.