De organisatievorm van sociale (wijk)teams: wat werkt echt? Uitnodiging deelname praktijkstudie Gemeenten zijn in 2015 echt gestart met hun aanpak gericht op lokale zorg en meer regie voor de professional in het veld en de cliënt. Sociale (wijk)teams krijgen op heel veel verschillende manieren vorm en inhoud; soms zelfs binnen een gemeente. Wat doet het team? Is het een toegangspoort? Of een uitvoerende partij? Of ergens daartussen? Wat doe je als gemeente zelf? En wat besteed je aan? Met een brede of smalle opdracht?
Er is veel behoefte aan methoden om inzicht te krijgen in het maatschappelijk rendement van een lokale aanpak. Bereiken we ons doel? En doen we dit tegen lagere kosten? Lokale bestuurders en gemeenteraden vragen om resultaten. Ook wordt er nog volop bijgestuurd. Na de fase van opstarten, gaat het nu steeds vaker om optimalisatie. Dat vraagt om informatie over de werkzame bestanddelen van de aanpak. En daar gaan we in een praktijkstudie, samen met gemeenten, naar op zoek. Doet u mee?
pagina 1 van 6
Wat we al weten Momenteel loopt vanuit het OndersteuningsTeam Decentralisaties (OTD) een traject om gemeenten een handreiking te doen met betrekking tot mogelijke organisatievormen, prikkels, sturing en wellicht aanbesteding. De gemeenten Eindhoven, Tilburg, Nijmegen en Haarlem vormen de kern van dit 1 traject. Dit heeft geresulteerd in een eerste notitie . Dit traject wordt momenteel vervolgd. Ook de Platform31-publicatie ‘De vormgeving van 2 sociale (wijk) teams’ geeft waardevolle inzichten in de verschillende reikwijdte van organisatievormen.
Maar wat doen deze verschillende organisatievormen nu in de praktijk met de ‘effectiviteit en efficiency’? ¬ is het nu zo dat de andere samenstelling van een team (gemeente of zorg) leidt tot een andere ondersteuning? ¬ organiseren teams met budgetverantwoordelijkheid goedkopere ondersteuning? ¬ zijn teams met meer bevoegdheden slagvaardiger en komen ze sneller tot de juiste ondersteuning? ¬ weten teams die goed zichtbaar in de wijk zijn, beter de nulde lijn te betrekken? ¬ zijn er verschillende effecten zichtbaar tussen sociale (wijk)teams met verschillende taken (breed of smal)? Daarom toetsen we in de praktijkstudie mogelijke ‘veranderingstheorieën’ aan de realiteit van de keukentafel.
1
http://www.vng.nl/onderwerpenindex/sociaal-domeinalgemeen/nieuws/organisatie-sociale-teams-prikkelen-totoptimaal-presteren 2 http://www.platform31.nl/publicaties/vormgeving-socialewijkteams pagina 2 van 6
Wat we gaan doen Met behulp van de Effectencalculator (zie bijlage) analyseren en evalueren we de effectiviteit en de efficiëntie van de (wijk)teams. We bouwen de uitkomsten op uit analyse van casuïstiek. We doen dit samen met professionals uit de praktijk. Geen abstracte beschouwingen, maar concrete gevallen. Voor iedere betrokken gemeente levert dit inzicht op met betrekking tot de eigen aanpak. Door dit bij meerdere gemeenten te doen, kunnen we resultaten naast elkaar leggen. Leiden verschillende aanpakken tot verschillende resultaten? En wat zijn dan de zogenaamde ‘waardedrijvers’ of werkzame bestanddelen? Wat werkt altijd? En wat alleen in de specifieke context?
Het landelijke traject bestaat uit vier fasen: ¬ Het verzamelen van de eerste hypothesen op basis van wat al bekend is ¬ Het samen met deelnemende gemeenten vaststellen van te onderzoeken hypothesen op een aftrapbijeenkomst ¬ Het uitvoeren van Effectencalculatorsessies bij de gemeenten en per gemeente uitkomsten analyseren (zie lokale trajecten) ¬ Het bespreken van de resultaten in een gezamenlijke werkconferentie De lokale trajecten zijn als volgt opgebouwd: ¬ Samen scherpen van lokale hypothesen en deze toetsbaar maken voor casuïstiek (lokale startbijeenkomst) ¬ Selecteren geschikte cliëntcasussen ¬ Werksessie Effectencalculator met gelijktijdig (minimaal) vijf cliëntcasussen ¬ Lokale analyse en opstellen beknopt evaluatierapport en bespreking hiervan pagina 3 van 6
Platform31 maakt dit onderzoek graag mede mogelijk als onderdeel van het project ’Integrale Aanpak’. Daarom stelt ze budget beschikbaar voor het landelijke traject, gericht op het bij elkaar brengen en delen van lokale kennis.
Van gemeenten verwachten we een financiële bijdrage van €5.000,- voor het lokale traject. In overleg met de gemeente kunnen we dit eventueel precies op maat maken, door bijvoorbeeld meer casussen te bekijken en aanvullende vragen mee te nemen. We gaan aan de slag met minimaal 4 gemeenten.
Wat nog meer mogelijk is Wat ons betreft zijn de uitkomsten en ervaringen een opstap naar een bredere leergemeenschap. We nodigen gemeenten, wijkteams en samenwerkende organisaties uit om mee te denken omtrent de uitkomsten van onze analyse. Daarnaast kan het van toegevoegde waarde zijn om hogescholen te betrekken. Dit maakt het mogelijk om het mes aan drie kanten te laten snijden. Docenten kunnen kennis nemen van een gekantelde, nieuwe aanpak. Studenten kunnen kennis nemen van de aanpak (via docenten en door direct contact met de uitvoeringspraktijk). Mogelijke onderzoekstrajecten kunnen lokaal, danwel (inter)regionaal worden afgestemd met elkaar. De Effectencalculator is in nauwe samenwerking met het HAN-lectoraat ‘Dienstverlening vanuit klantperspectief’ ontwikkeld. Dit zouden we kunnen verbreden, waardoor we wellicht longitudinaal onderzoek mogelijk maken voor gemeenten en de continuïteit beter kunnen borgen.
pagina 4 van 6
Meer informatie Wouter Vos
Jochum Deuten
Anne-Marie Rijssenbeek
T 06 14 24 55 56 E
[email protected]
T 06 47 09 43 15 E
[email protected]
T 06 57 94 37 65 E
[email protected]
pagina 5 van 6
Bijlage: Effectencalculator De Effectencalculator is inmiddels een beproefd instrument dat op verschillende plaatsen wordt toegepast om het maatschappelijk rendement van sociaal maatschappelijke interventies in beeld te brengen. Op www.effectencalculator.nl is meer informatie te vinden. Bijzonder aan het instrument is dat vertrekt van casuïstiek: hoe gaat in praktijk aan ‘de keukentafel’. Samen met betrokkenen – bij voorkeur ook de bewoner zelf – stellen we een casusbeeld met daarin een duidelijk beeld van de effecten èn de gerealiseerde ondersteuning – inclusief prijskaartje. Door middel van trainingen leiden we Effectencalculateurs op, die deel uitmaken van de EC-gemeenschap. Binnen de EC-gemeenschap kan men gebruik maken van de laatste versies van de methodiek en de uitwerkingsapplicatie. Hierdoor ontstaat er een stevige database met uitgewerkte cases van sociale interventies (op huishoudensniveau). Het een aanzienlijk deel hiervan betreft analyses van wijkteams. De EC-gemeenschap is groeiende. We beluisteren overal de behoefte aan het instrument en mensen die weten hoe ze het instrument moeten inzetten. Daarom zien wij een logica ontstaan dat medewerkers van de deelnemende gemeenten zich ook scholen als Effectencalculateur. Zo kunnen zij meewerken in de praktijkstudie en het instrument verder zelf inzetten ten behoeve van de lokale praktijk.
pagina 6 van 6