Wat werkt in wijkteams jeugd? Amsterdamse ervaringen doordenken Workshop congres Toegang & Teams Nieuwegein, 7 april 2015 Rob Gilsing, Daphne Wind
Wat gaan we doen? Presentatie belangrijkste resultaten onderzoek proeftuinen Amsterdam (25 min)
Vragen n.a.v. Presentatie (5 min) Interactie (30 min) Inleiding Professioneel dilemma: regie
Proeftuinen Om het Kind Algemene doelstelling gemeente: betere en kostenefficiëntere jeugdzorg Te bereiken door: 1. Meer gebruik eigen kracht, versterken pedagogische omgeving (civil society) 2. Kleine problemen klein laten blijven 3. Snelle, effectieve hulp in vertrouwde omgeving, dichtbij gezin
Zie: www.verwey-jonker.nl
Ouder- en kindteams in Amsterdam 2013/14: 8 proeftuinen met OKT’s; variatie OKT: professionals van moederorganisaties Gemiddeld ruim 10 fte (rond de 20 OKA’s) OKA’s: 0-4, 4-12, 12+ Ook voor VO en 16-23 Afkomstig van: jeugdzorg (opvoed-/opgroei-hulp), GGD, welzijn, MEE, smw; ook jeugdarts Vindplaatsgericht (scholen, OKC’s, andere) Lvb- en ggz-expertise per team geborgd Belangrijke partners: SamenDoen en Jeugdbescherming
Het onderzoek naar de proeftuinen Centraal: casusonderzoek Interview OKA, gezinslid/leden, overige betrokkene (formeel of informeel) Casusbeschrijving Reflectie hierop met OKA en evt anderen
Enquête onder OKA’s (juni 2014, respons 77) Zelfevaluaties proeftuinen
(Registratiegegevens) Partner: Bureau Onderzoek en Statistiek A’dam
Resultaten: algemeen (hierna resultaten per doelstelling) Veel gaat goed; positief beeld, in korte tijd veel neergezet Nog wel duidelijk proeftuin/leerfase Succesfactoren: hulp snel, dichtbij, OKA’s weten vertrouwen van ouders te winnen en helpen hen goed, professionele ruimte Maar natuurlijk: voldoende aandachtspunten
Doel 1: Eigen kracht en pedagogische civil society OKA’s besteden bijna altijd aandacht aan mogelijkheden gezin en netwerk Leidt soms tot inzet op eigen kracht, maar draagkracht gezinnen soms beperkt Soms te weinig toerusting voor werken aan eigen kracht specifieke groepen (lvb!) Verdere competentieontwikkeling gewenst Nog weinig aandacht voor informele zorg/ondersteuning buiten gezin Relatie wijk – OKT (preventie) nog zwak Relatie school – OKT (preventie) beter Relatief zware casuïstiek
Doel 2: Kleine problemen blijven klein ‘Ontzorgen en normaliseren’ bij aantal OKA’s Van daaruit effectieve hulp, gericht op versterking zelfredzaamheid Essentieel: meer ruimte om aan vertrouwensband te werken Makkelijker om integraal te werken Generalistisch functioneren OKT; systeemgerichte werkwijze Gedragsdeskundigen, jeugdpsychologen en –artsen in team belangrijk Jongerenwerk voor 12+ van belang Inzet van lichte interventies: basis op orde
Doel 2: Kleine problemen blijven klein Vroegsignalering door outreachende en vindplaatsgerichte werkwijze Spanning met wijkgericht werken Nog onduidelijk of het leidt tot minder inzet specialistische hulp; OKA’s neigen naar ‘ja’
Eén aanspreekpunt belangrijk voor ouders/jongeren Maar regie blijft aandachtspunt
Coachende aansturing, voldoende professionele ruimte met heldere kaders van belang Conclusie: kansen nieuwe werkwijze door laagdrempeligheid, vraagverheldering, maatwerk
Doel 3: Zorg dichtbij, effectief en snel Lukt bij ondersteuning/zorg OKT Maar als andere hulp/ondersteuning nodig is? Knelpunten relatie SamenDoen Wie is aan zet?: schemergebied Wanneer kan casus terug? Wie heeft regie? Samenwerking kan beter: gedeelde aanstelling, kennismaking, gezamenlijke casuïstiekbespreking
Relatie specialistische hulp Wanneer doorverwijzen? Onduidelijkheid Regie Aanwezigheid jeugdpsycholoog voordeel
Doel 3: Zorg dichtbij, effectief en snel Relatie Jeugdbescherming JB: alleen drang en dwang, ‘gat’ voor gezinnen waar veiligheid in gedrang is, maar vrijwillig mee willen werken Regie Expertise JB van belang voor OKA’s
Weinig samenwerking met huisartsen, verloskundigen, kraamzorg Conclusie: moeizame aansluiting op andere partijen bemoeilijkt ‘zorg dichtbij, effectief en snel’
Doel 4: Tevreden ouders en jongeren Ouders en jongeren tevreden, door ‘klik’ / vertrouwen Afstemming van hulp Intermediaire positie OKA tussen gezin/school Versterking zelfredzaamheid, betere benutting netwerk Bij jongeren: sturing door OKA
Tot slot Van belang: Ruim aandacht voor ‘leren’ Professionele ruimte Tijd
Worden doelen gehaald? Te vroeg Maar lijken niet onrealistisch OKT’s (en OKA’s) functioneren goed Knelpunt is samenwerking naar voor- en achterkant
Vragen over het onderzoek / de resultaten?
Tijd voor interactie Wie hebben we in de zaal? Werkwijze Introductie casus Twee oplossingsrichtingen Overleg met buur (kort) en kies positie Plenaire discussie Afronding: discussie van invloed op oorspronkelijke standpunt?
Casus: Regie Verschillende opvattingen regie Instrumenten: uitvoerdersoverleg, regiecheck Voorbeeldcasus: kenmerken gezin Vader, moeder en vier kinderen Problemen met 1 van de dochters op school Moeder is depressief Reeds contact met jeugdzorginstelling en GGZ
Casus: rol OKA OKA op basisschool, contact met vader Uitvoerdersoverleg Verslechtering situatie: contact jeugdzorg met OKA Veiligheidsplan door jeugdzorginstelling GGZ-crisisdienst Jeugdbescherming weigert hulp i.v.m. vrijwillig kader Jeugdzorg staakt hulp, want geen garantie veiligheid Jeugdbescherming uiteindelijk wel van start Reflectie OKA achteraf: verantwoordelijkheid niet passend bij OKA functie regie was niet helder
Casus: het dilemma Handelingsstrategieën: Regie bij hulpverlenende instelling Regie bij generalist/eerste aanspreekpunt
Wat zou u doen en waarom? Randvoorwaarden voor goed beleggen regie?
Bedankt voor uw aandacht De rapportages van het onderzoek en metaanalyse vindt u op: www.verwey-jonker.nl