HET CONCEPT VAN SOCIALE WIJKTEAMS 1.
Inleiding
Alle bewoners zijn welkom op de locatie van het Sociaal Wijkteam. Zij worden ontvangen door de vrijwillige gastvrouwen. De bewoners met een enkelvoudige, eenvoudige vraag worden door gastvrouwen te woord gestaan en krijgen ondersteuning bij het vinden van het antwoord op hun vraag. De bewoners met een meervoudige of complexe vraag worden doorverwezen naar de casemanager die bureaudienst heeft en de vraagverheldering uitvoert. Het kan zo zijn dat één gesprek voldoende is voor het antwoord op de vraag of dat er sprake zal zijn van doorverwijzing. Indien er bij een bewoner sprake is van een beperking in de regie of zelfredzaamheid zal het Sociaal Wijkteam de bewoner kortdurende ondersteuning of begeleiding bieden. De uitgangspunten c.q. doelstellingen hierbij zijn: In gemeente Dordrecht 1. Het optimaliseren van de zelfredzaamheid van individuen en gezinnen 2. Het vergroten van de participatie van bewoners in en betrokkenheid bij de wijk 3. Het voorkomen of uitstellen van een beroep op zwaardere zorg of ondersteuning uit Wmo, AWBZ en Zvw 4. Het minimaliseren van de formele ondersteuning en/door het maximaliseren van de informele ondersteuning
5. Het bevorderen van de gezondheid en gezond gedrag van inwoners van de wijk door het versterken van de eigen kracht van inwoners en hun sociale netwerk, inzet van informele zorg en een effectievere en efficiëntere inzet van ondersteuning In gemeente Gouda Van Van Van Van Van Van Van Van
zorgen voor naar zorgen dat aanbod- en systeemgericht naar vraag- en mensgericht curatief naar preventief zware zorg naar lichte ondersteuning formeel naar informeel exclusief naar inclusief duur en bureaucratisch naar effectief en efficiënt sectoraal naar integraal
In gemeente Rijswijk Van aanbodgericht naar vraaggericht Van organisatie naar cliënt- en wijkgericht Van afhankelijk naar zelfregie en zelfredzaamheid Wederkerigheid, een hulpvrager kan ook hulp bieden Ontzorgen: van zorgen voor naar zorgen dat Van individueel naar collectieve voorzieningen Van curatief naar preventief Van stijgende kosten naar dalende budgetten
2.
Klantbenadering door het Sociaal Wijkteam
Een persoon heeft zo veel als mogelijk zelf regie over zijn eigen leven en een eigen verantwoordelijkheid voor het inrichten van zijn leven. Het is mogelijk dat iemand die regie niet geheel zelfstandig kan nemen en enige vorm van ondersteuning, begeleiding of zorg nodig heeft. Er wordt samen met de klant gekeken naar diens mogelijkheden, krachten en kansen en rekening gehouden met diens beperkingen. Er is sprake van wederkerigheid in het contact en het realiseren van de oplossingen en resultaten. 3.
De aanpak van het Sociaal Wijkteam
Het Sociaal Wijkteam biedt ondersteuning en kortdurende begeleiding. Het Sociaal Wijkteam is laagdrempelig toegankelijk voor alle bewoners in het gebied; de caseload van de teamleden is een weerspiegeling van de vragen en problemen van de bewoners in dat betreffende gebied. Zij zijn bereikbaar en beschikbaar voor het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie van de bewoners in dit gebied; er zijn geen ingewikkelde procedures of wachtlijsten. Het Sociaal Wijkteam biedt de functies van de samenwerkende organisaties in het team integraal aan. Er is sprake van vraaggerichte benadering door aansluiten bij de behoeften van de bewoners door samenvoeging van producten en diensten
(aanbod)
van
die
betreffende
samenwerkende
organisaties.
Dit
wordt
onafhankelijk van die organisaties georganiseerd. Zij gaan zo snel als mogelijk aan de keukentafel of in de huiskamer met de bewoner in gesprek. Na het toepassen van vraagverheldering en het formuleren van resultaten en oplossingen zetten zij in op: -
Het aanspreken van de eigen verantwoordelijkheid, het vergroten van de regie op het eigen leven, het optimaliseren van de zelfredzaamheid en mensen hun eigen kracht laten ontdekken
-
Het sociale netwerk is actief bij het realiseren van de resultaten
-
Het gezamenlijk benutten van algemene, voorliggende, collectieve voorzieningen vóór het inzetten van maatwerkvoorzieningen
-
Indien nodig toeleiden naar maatwerkvoorzieningen en/of zorg
Het Sociaal Wijkteam werkt optimaal samen met andere organisaties voor wonen, welzijn, zorg, inkomensondersteuning en leefbaarheid. De ondersteuning is zo integraal als mogelijk met zo min mogelijk inzet van professionals. Het
Sociaal
Wijkteam
bevordert
de
inzet
van
vrijwilligers,
ervaringsdeskundigen,
mantelzorgers en andere vormen van informele inzet. Deze voorzieningen zijn te organiseren voor alle omschreven domeinen. Belangrijke domeinen voor het behalen van resultaten en het realiseren van gerichte interventies zijn:
2
Nr
Domein
Interventie
1
Financiën
-
Voorkomen van schulden
-
Toeleiden naar schuldhulpverlening
-
Voorkomen van uitval uit schuldhulpverlening
-
Toeleiden naar werk
-
Voorkomen van schooluitval
2
Dagbesteding
3
Huisvesting
-
Voorkomen van huisuitzetting
4
Huiselijke relaties
-
Activeren en/of vergroten van het sociale netwerk
Sociale netwerk
-
Voorkomen van overbelasting van mantelzorgers
-
Voorkomen van huiselijk geweld
Geestelijke en lichamelijke
-
Voorkomen van overconsumptie van zorg
gezondheid; verslaving
-
Ondersteunen van adequate behandeling en
5
behandeltrouw 4.
Voorkomen van uitval uit behandeling
De werkwijze van het Sociaal Wijkteam
De start is de vraagverkenning en analyse van de situatie van de klant. Hierbij wordt met gebruik van de Zelfredzaamheid-Matrix de situatie grondig in kaart gebracht. Door in te zetten op alle leefgebieden is sprake van een integrale aanpak. De gewenste resultaten worden uitgewerkt in een arrangement met oplossingen. De regievoering ligt waar mogelijk bij de klant of diens sociale netwerk. Indien noodzakelijk neemt een van de teamleden (tijdelijk) de regie over. Afhankelijk van de benodigde intensiteit van de ondersteuning of kortdurende begeleiding kan deze opgeschaald of afgeschaald worden: de inzet is zo licht als mogelijk (e-hulp) en zo zwaar als nodig. De beoogde periode voor de ondersteuning door het Sociaal Wijkteam is een periode van een half jaar. Deze termijn is niet rigide: als er perspectief is dat de resultaten met enkele maanden inzet geboekt kunnen worden dan wordt er doorgezet. Indien het al vroegtijdig duidelijk is dat er meer (intensieve) begeleiding, zorg of behandeling nodig is dan kan er sprake zijn van doorverwijzing middels een warme overdracht of een tandemconstructie. In de tandemconstructie is een van de teamleden casemanager en biedt een andere organisatie (geïndiceerde) begeleiding en/of zorg. Een deel van de klanten zal behoefte hebben of houden aan een waakvlamfunctie: een laag frequent contact om een ‘vinger aan de pols’ te houden. Dit kan enkele maanden per jaar zijn en indien er sprake is van de kans op terugval mogelijk tijdelijk weer intensiever. Het Sociaal Wijkteam zet in samenwerking met de welzijnsorganisatie in op het realiseren van voorliggende en collectieve voorzieningen. Dit zijn onder meer: -
De inzet van vrijwilligers voor lichte vormen van ondersteuning, zoals hulp bij de administratie, ondersteunen van mantelzorgers
-
De inzet van groepsaanbod en cursusaanbod voor het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie, zoals bijvoorbeeld een budgetcursus
3
5.
Beoogde resultaten
Gemeente Dordrecht: Zelfredzaamheid: bij minimaal 80% van de mensen die na 1-1-14 met een vraag bij het sociaal wijkteam kwamen en die daarvoor door het sociaal wijkteam geholpen worden, is een echelon verbetering in de zelfredzaamheidsmatrix waarneembaar op één domein van de matrix waarop 1, 2 of 3 gescoord wordt. 1 Dit zal op 1 oktober 2014 gemeten worden. Kosten: er is een MKBA uitgevoerd, waarin de maatschappelijke kosten en baten (in euro's) van het sociaal wijkteam inzichtelijk zijn gemaakt, en die sluit met een positief resultaat. Procesevaluatie op samenwerking door en in het team, en activiteiten van het team -
De samenwerking tussen de diverse teamleden van het sociale wijkteam, incl. kwartiermaker
-
Past de samenstelling van de sociale wijkteams bij de vragen die binnen komen?
-
De ervaringen met methodisch werken
-
De samenwerking tussen het sociale wijkteam en de partners in het wijknetwerk, de huisartsen en de andere buurtteams (jeugdteams, dementieketen, MEE DS-teams, FACT-teams e.d.)
-
Activiteiten die het sociaal wijkteam georganiseerd heeft, en/of waar het sociaal wijkteam bij betrokken was
Procesevaluatie met betrekking tot de klanten -
Percentage van de mensen die bij het sociaal wijkteam binnen komen en worden doorverwezen
naar
professionele
ondersteuning
buiten
het
sociale
wijkteam
(wijknetwerk of andere professionals) -
De bekendheid van wijkbewoners met het bestaan van de wijkwinkel of wijkinformatiepunt (incl. het sociale wijkteam) en hun waardering daarvan
-
Tevredenheid van de wijkbewoners over de ontvangen hulp/ondersteuning door het sociale wijkteam
-
Een toename van wederkerigheid en/of vrijwilligerswerk in de wijk is gewenst. Het is nog niet zeker of we dit ook kunnen meten, dus wellicht is het niet haalbaar om dit in de evaluatie op te nemen
Gemeente Gouda: beoogde beleidsmatige resultaten 1. Adequate ondersteuning en begeleiding voor kwetsbare bewoners die ertoe leiden dat mensen zo optimaal mogelijk kunnen participeren in de samenleving. 2. Eén gezin; één plan of één huishouden; één plan 3. Meer resultaat voor de klant; te behalen mét de klant 4. Aantoonbaar verminderen van druk op de tweede lijn van gespecialiseerde hulp en ondersteuning in multi-problem situaties 5. Systematisch
samenwerking tussen
eigen kracht; sociaal netwerk en burgerkracht;
verbinding met de nulde lijn en professionals. 6. Optimale samenwerking met de 1e lijn, verbinden van Zorg en Welzijn en het verminderen van niet-medische vragen van bewoners aan die 1e lijn
4
7. Grotere bewegingsruimte voor professionals om met betrokkenen en de sociale omgeving tot oplossingen te komen. 8. Dit betekent: ontschotten van doelgroepen; financiering en voorzieningen 9. Bureaucratie en regeldruk is teruggedrongen door inzet van toegankelijke ondersteuners die bekend zijn met en gebruik maken van de (burger)kracht van het gebied Gemeente Rijswijk: beoogde beleidsmatige resultaten 1. Stijging van de individuele burger in de zelfredzaamheid: zelfredzaamheid meten met de Zelfredzaamheid-Matrix,
van een nulmeting per cliënt naar een stijging in de
zelfredzaamheid of een compensatie van de beperking in de zelfredzaamheid 2. Stijging van de individuele burger op de participatieladder: participatie meten met de participatieladder, van een nulmeting naar een gemeten stijging 3. Het vergroten van de inzet van Eigen Kracht, het sociale netwerk en voorliggende voorzieningen door het toepassen van de gekantelde werkmethodiek door de teamleden van het sociale wijkteam. Bij ieder keukentafelgesprek door het sociale wijkteam vindt een
inventarisatie
van
de
persoonlijke
situatie
plaats.
Het
toepassen
van
de
werkmethodiek impliceert: het vaststellen van resultaten en het gezamenlijk bedenken van oplossingen. Als oplossing wordt eerst de Eigen Kracht ingezet, daarna het sociale netwerk, vervolgens algemene of voorliggende voorzieningen en tenslotte het inzetten van maatwerk-voorzieningen. 4. Het verbeteren van de sociale cohesie in de wijk 5. Beheersbaar maken van de kosten: minder indicaties voor maatwerkvoorzieningen en begeleiding Maatschappelijke baten De aanpak van het Sociaal Wijkteam is er op gericht om specifieke maatschappelijke baten te behalen. Dit zijn: 1. Eerder bereiken van personen in zorgelijke situaties: ‘eropaf’ naar aanleiding van signalen van betrokken familieleden, vrienden, vrijwilligers, bewoners uit het gebied en professionals 2. Effectiever en efficiënter werken door de integrale aanpak (inzet van generalisten voor de ondersteuning op alle levensdomeinen volgens de ZRM; 1 huishouden – 1 plan – 1 regisseur; minder coördinatie en overleg) 3. Kosten efficiëntere aanpak: substitutie door de gekantelde manier van werken en substitutie door activering van eigen kracht, het inzetten van het sociale netwerk en voorliggende voorzieningen; inzetten van welzijn voor zorg (Welzijn op Recept) 4. Bevorderen van zelfredzaamheid en vergroten van de participatie (activering, toeleiden naar zinvolle tijdsbesteding) 5. Voorkomen van escalaties en terugval: huisuitzettingen, huiselijk geweld, schooluitval, uitval uit schuldhulpverlening 6.
Locatie en faciliteiten
Het Sociaal Wijkteam is optimaal gefaciliteerd om zo effectief en efficiënt mogelijk hun werkzaamheden te verrichten. Zij zijn op de locatie bereikbaar voor de bewoners via bureaudienst, die ondersteund wordt door een of meer vrijwillige gastvrouwen of – heren.
5
Optie: WijkInformatiePunt als locatie voor het Sociaal Wijkteam Het WijkInformatiePunt is een laagdrempelige, klantgerichte, toegankelijke plek in de wijk waar inwoners terecht kunnen met vragen en problemen op alle levensdomeinen. Het WijkInformatiePunt is er voor alle inwoners van de wijk, maar richt zich primair op de vragende burger die verminderd zelfredzaam is. Een bewoner die met een vraag binnen loopt wordt ontvangen door de (vrijwillige) gastvrouw of gastheer, die een eerste korte inventarisatie doet van wat de vraag achter de vraag is en handelt enkelvoudige, eenvoudige vragen zelf af. Als er sprake is van een meervoudige of complexere vraag wordt de betreffende persoon gesproken door een van de medewerkers van het Sociaal Wijkteam. 7.
Doelgroep
Alle kwetsbare bewoners met een beperking in de regiefunctie kunnen bij het Sociaal Wijkteam terecht met hun vragen of hun problemen. Het gaat hierbij om de het perspectief van deze bewoner zelf en diens vragen, problemen, wensen en behoeften. Dit zijn onder meer ouderen, mensen met beperkingen, achterstanden of sociale problematiek. gastvrouwen 1
Cliënten met een enkelvoudige,
Sociaal Wijkteam
X
eenvoudige vraag 2
Cliënten met een meervoudige,
X
complexe vraag, wel zelfredzaam 3
Cliënten met een meervoudige,
X
complexe vraag, niet zelfredzaam 4 8.
Multiproblemhuishoudens
X
Domeinen
Het Sociaal Wijkteam biedt ondersteuning en kortdurende begeleiding bij de domeinen van de Zelfredzaamheid-Matrix. In onderstaande tabel enkele voorbeelden van voorliggende en aanvullende activiteiten, organisaties of voorzieningen: Voorbeelden Nr
Voorliggend
Ondersteuning en
Aanvullend
begeleiding op de domeinen 1
Administratieve
Financiën
Thuisbegeleiding
ondersteuning door
Schuldhulpverlening
vrijwilliger
Budgetbeheer
2
Werk, opleiding
Dagbesteding
Huiswerkbegeleiding
3
Woningcorporatie
Huisvesting
Begeleid wonen
4
Opvoedondersteuning
Huiselijke relaties
Gezinscoach
5
Huisarts
Geestelijke
Fact team GGZ
gezondheid
6
6
Preventie e
Lichamelijke
Verpleging
1 lijns zorg
gezondheid
7
Preventie
Verslaving
Verslavingszorg
8
Ondersteuning door sociale
Activiteiten
Persoonlijke Verzorging
netwerk
Dagelijkse Leven
Huiskamer in de wijk
9
Burencontacten
Sociaal netwerk
Sociale Netwerk Strategie
10
Vrijwilligerswerk
Maatschappelijke
Participatieconsulent
participatie 11 9.
Wijkagent
Justitie
Reclassering
Het werkproces
Ontvangt en eerste contact Het Sociaal Wijkteam is gevestigd op een herkenbare, laagdrempelige, toegankelijke lokale plek in de wijk die bewoner met een vraag, wens of probleem ontvangt en speelt een belangrijk rol bij het eerste contact. Het Sociaal Wijkteam is telefonisch en via de e-mail van maandagochtend 9.00 tot vrijdagmiddag 17.00 uur bereikbaar. Het eerste contact met een bewoner kan ook elders plaatsvinden: in de 1e lijn bij de huisarts, bij andere organisaties voor wonen, welzijn, zorg, inkomensondersteuning en leefbaarheid. Het is van groot belang dat deze organisaties op de hoogte zijn van het Sociaal Wijkteam en welke rol deze kan spelen voor het bieden van informatie, advies en ondersteuning. De vrijwillige gastvrouw of –heer ontvangt de bezoeker op een vriendelijke en open manier. Iemand die binnen loopt wordt door deze gastvrouw of een van de andere medewerkers onmiddellijk gezien en gehoord. Tijdens dit eerste contact wordt iemand een plaats om te zitten en iets te drinken aangeboden. Vraagverkenning Enkelvoudige eenvoudige vragen worden in kaart gebracht en hierop wordt door de gastvrouwen of -heren antwoord gegeven. Tijdens de vraagverkenning wordt aandachtvol geluisterd en aangesloten bij de vraag die gesteld wordt. Als het een enkelvoudige, eenvoudige vraag is dan zal de gastvrouw of – heer deze beantwoorden. In het geval van een meervoudige en/of complexe vraag wordt deze doorgeleid naar het sociaal wijkteam voor een gesprek. Voorbeelden van enkelvoudige, eenvoudige vragen: -
Waar kan ik een vrijwilliger vinden voor het doen van boodschappen met mijn moeder?
-
Waar kan ik de overlast van mijn buren melden?
-
Wie kan mij helpen dit formulier in te vullen?
7
Vraagverkenning: Het Gesprek Het gesprek
Eerste contact
Vraag-
Resultaten
verheldering
Oplossingen
Arrangementen
afspreken
Toewijzing voorzieningen
Het Gesprek vindt plaats op het moment dat de bewoner binnenloopt of op afspraak. De locatie is bij het Sociaal Wijkteam, een specifiek punt in de wijk of bij bewoners thuis. In Het Gesprek wordt brede vraaggestuurde vraagverheldering toegepast waarbij volgens De Kanteling de volgende vier oplossingskaders aan de orde komen: het inzetten van eigen kracht van de bewoner, het bevorderen van het gebruik van het sociale netwerk, het inventariseren en inzetten van voorliggende voorzieningen en organiseren van het afspreken van resultaten en het inzetten van oplossingen en arrangementen, waaronder mogelijk ook maatwerkvoorzieningen. Functies of diensten De functies van het Sociaal Wijkteam (ook wel de diepte genoemd) worden in deze paragraaf nader toegelicht. Van de functies van het Sociaal Wijkteam moet per product bepaald worden wat de knip is. Dit is het onderscheid van het niveau van afhandeling. Wordt er alleen een signaal doorgegeven of ook informatie gegeven? Voor de verwijzing wordt gesteld dat vraag en gegevens van de bewoner aan de betrokken organisatie wordt doorgegeven, niet andersom. Niet alle onderstaande functies worden door het Sociaal Wijkteam ingevuld. Er is veelal sprake van een keten van informatie, advies en ondersteuning waar een Sociaal Wijkteam deel van uitmaakt. Een deel van de functies wordt door een specialistische organisatie of de back-office van een organisatie uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld indicatie door het Wmo-team. Voor de volledigheid worden alle mogelijke functies genoemd, opdat het Sociaal Wijkteam volledig zicht heeft en houdt. Met name voor de vraagopvolging is dit van belang. De onderstaande diensten voor informatie, advies en ondersteuning voor de Wmo kunnen worden onderscheiden: Signalering; vroegsignalering; melding; preventie en voorlichting; ontvangst: het 1e contact; vraagverkenning: de quickscan; vraaggestuurde vraagverheldering; informatie; advies; ondersteuning; activering; verwijzing; aanmelding; intake; toeleiding; indicatie; toewijzing; levering; belangenbehartiging; mantelzorgondersteuning; regie en coördinatie; psychosociale hulpverlening (begeleiding); casemanagement; vraagopvolging; evaluatie; monitoring
8
10.
De casemanager
De professional in het team zet zich in om de doelstelling en de aanpak in de praktijk te brengen. Hun houding naar de klant toe kenmerkt zich door een open houding, betrokkenheid, het bieden van ruimte en vertrouwen. De professionals is (pro)actief, heeft een hands on mentaliteit. Het functieprofiel van de casemanager is te lezen in bijlage I. Het sociaal wijkteam bestaat uit generalisten. De functies van casemanager en sociaal makelaar zijn in het team voorhanden. Het zijn HBO-opgeleide professionals met uitstekende gespreksvaardigheden. Zij zijn in staat om vraaganalyse op alle levensdomeinen toe te passen en komen daarmee tot de kern van de vraag of het probleem. Zij bieden brede maatschappelijke ondersteuning volgens de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. Kenmerkend voor de aanpak van de generalist is dat hij of zij een netwerker, een verbinder is en verschillende werelden kan verbinden. De generalist kan out of the box denken, ziet samenhang, is zelfstandig, toont initiatief, heeft lef, is nieuwsgierig, is een goede luisteraar, maakt echt contact, leeft zich in, is betrokken bij zowel huishoudens als teamleden, kan achterover zitten maar handelt (en zet door) als dat noodzakelijk is, staat open, is reflectief, leert, vraagt en accepteert hulp/expertise, toont enthousiasme, krijgt mensen mee wijkt soms af, is moeilijk in een ‘standaard profiel’ te passen en is creatief. Het doel van de inzet van de generalist is tweeledig. Enerzijds is dit invulling geven aan Welzijn Nieuwe Stijl: de professionalisering van welzijn en maatschappelijke ondersteuning. Anderzijds biedt dit invulling aan de transitie en transformatie voor maatschappelijke ondersteuning: ontschotting van middelen, minder deuren voor de klant, minder doorverwijzingen dus vergroting van de efficiency en effectiviteit van de inzet. Een generalist kan tevens specialist zijn op een of meer terreinen, maar noodzakelijk is dit niet. Een specialist heeft ruime kennis en ervaring op een van de levensdomeinen of van een bepaalde doelgroep. Voorbeelden van specialisten zijn sociaal raadslieden, ouderenadviseurs, opvoedondersteuners of consulenten voor mensen met een verstandelijke beperking. De specifieke competenties voor een generalist zijn: creativiteit, zelfontwikkeling, durf, coachen, samenwerken, netwerken en aanpassingsvermogen. Onderstaand de toelichting op de competenties. 1. Creativiteit (onafhankelijk denken & handelen, orde & structuur, conformeren) Originele of nieuwe ideeën en oplossingen kunnen bedenken; invalshoeken vinden die afwijken van de gevestigde denkpatronen - kijkt verder dan de meest voor de hand liggende oplossing, - praat in termen van mogelijkheden en kansen in plaats van problemen of beperkingen - verbindt concepten en denkwijzen uit verschillende vakgebieden met elkaar - komt met ideeën die buiten bestaande kaders liggen De vertoonde creativiteit dient wel zinvol te zijn in het licht van de functie-uitoefening. Creativiteit bestaat uit 2 (gedrags)componenten: 1. Oorspronkelijk denken: het vermogen vernieuwend te denken. 2. Vindingrijkheid: het vermogen om te improviseren
9
2. Zelfontwikkeling Inzicht verwerven in de eigen identiteit, waarden, sterke en zwakke kanten, interesses en ambities en op basis hiervan acties ondernemen om competenties zo nodig verder te ontwikkelen. - Besteedt zichtbaar tijd en energie aan eigen ontwikkeling - Is erop gespitst zichzelf te verbreden en/of te verdiepen - Kent de eigen sterke en zwakke punten - Leert van gemaakte fouten 3. Durf (eigenwaarde, conformeren, onafhankelijk denken & handelen) Risico’s nemen om er (op termijn) voordeel mee te behalen. - Heeft zicht op de reikwijdte van het risico dat genomen wordt - Kiest eerder voor een veelbelovend plan waarvan de risico`s niet geheel te overzien zijn dan voor een middelmatig plan dat volledige zekerheid biedt - Draagt zelf verantwoordelijkheid voor acties waarvan de gevolgen niet steeds volledig te overzien zijn - Heeft het lef fouten toe te geven. Ziet de ruimte die het maken van fouten biedt voor nieuwe mogelijkheden en kansen Durf hangt nauw samen met iemands persoonlijkheid en is dientengevolge moeilijk te ontwikkelen. De risico’s, die iemand neemt, kunnen betrekking hebben op de persoon zelf en/of op de organisatie. Durf bestaat 2 (gedrags)componenten: 1. Het nemen van risico’s 2. Het zicht hebben op de reikwijdte van het risico 4. Coachen (sociale empathie, hulpverlenen) Mensen begeleiden en motiveren teneinde hen effectiever te laten functioneren door hun zelfinzicht en probleemoplossend vermogen te vergroten. Koerst hierbij op de ontwikkeling van de eigen kracht van mensen. - Toont openheid en respect in standpunten die afwijken van de eigen mening - Geeft gevoelens van anderen in eigen woorden weer om zo de ander het gevoel te geven dat deze gevoelens niet alleen gehoord maar ook begrepen zijn - Maakt vermoede onvrede en onuitgesproken gevoelens bespreekbaar door deze te benoemen - Stimuleert mensen om zelf verantwoordelijkheid te nemen en de regie (terug) te nemen. - Onderkent de talenten van anderen - Draagt geen oplossingen aan, maar vergroot het probleemoplossend vermogen van anderen Een coach zal zich bewust zijn van de houding, gevoelens en omstandigheden van anderen en van de invloed van het eigen gedrag op hen. Coachen impliceert geen hiërarchische relatie tussen de betrokkenen, in tegendeel: een hiërarchische relatie kan een coachrelatie in de weg staan. 5. Samenwerken (sociabiliteit & contact, hulpverlenen) Op effectieve wijze (mee)werken aan een gezamenlijk resultaat, ook wanneer het niet direct een persoonlijk belang dient. - Deelt kennis en ervaring met anderen - Viert successen en betreurt mislukkingen gezamenlijk
10
-
Onderkent de bijdrage van andere disciplines en vakgebieden en benut deze door collega’s daaruit uit te nodigen om een bijdrage te leveren Laat anderen inzien dat hun bijdrage noodzakelijk is om een gewenst gezamenlijk resultaat te bereiken
Samenwerken bestaat uit de volgende (gedrags)aspecten 1. Persoonlijke houding ten opzichte van werken in groepsverband 2. Stijl van bijdrage/teamrol 6. Netwerken (sociabiliteit & contact, sociale empathie) Ontwikkelen en verstevigen van relaties, allianties en coalities binnen en buiten de eigen organisatie en die aanwenden om informatie, steun en medewerking te verkrijgen. - Bouwt en werkt actief aan zijn (sociale) netwerk - Onderneemt actie om contacten te leggen en te onderhouden - Zoekt samenwerking met interne en externe partners uit wederzijds belang - Schakelt het eigen netwerk in (bijvoorbeeld voor informatie) om eigen werkzaamheden te ondersteunen 7. Aanpassingsvermogen (afwisseling, orde & structuur) Zich bij veranderende omstandigheden (omgeving, werkwijzen of mensen) gemakkelijk aanpassen. - Past planningen en schema`s vlot aan en stuurt deze bij wanneer dit noodzakelijk blijkt - Werkt effectief wanneer taken onverwacht veranderen - Is in staat adequate werkrelaties op te bouwen en in stand te houden met klanten en collega’s van verschillende etnische achtergronden, religies en karakters - Staat open voor een grote diversiteit van normen, waarden en gedragsregels zonder het gevoel te hebben de eigen identiteit te verliezen Bron: Competentieprofiel generalist. In opdracht van DMO Amsterdam ‘Samen DOEN in de buurt’ (co financiering van BZK/WBI/AdV). Uitvoering: Ellen de Goede (Ellen de Goede Training, Coaching, Mediation) Yvonne Wijland (Wijland Advies en Coaching) Juli 2012. 11.
Methodiek
De methodiek waar het Sociaal Wijkteam gebruik van maakt zijn de faseringen voor het proces van ondersteuning en begeleiding. Deze faseringen sluiten inhoudelijk aan op de uitgangspunten van de Wmo, Welzijn Nieuwe Stijl, De Kanteling en de Sociale Netwerk Strategie ofwel Sociale Netwerk Versterking. De fasen zijn; analysefase, planfase, ondersteuningsfase, evaluatiefase en monitoringsfase. Afhankelijk van de snelheid die geboden moet worden kunnen de fasen snel op elkaar volgen of naast elkaar lopen. De voorwaarden voor het toepassen van de methodiek zijn: 1 huishouden – 1 plan – 1 regisseur. Deze methodiek wordt op ICT-niveau gefaciliteerd door Gezin in Beeld.
11
Analysefase In de analysefase vindt de vraaggestuurde vraagverheldering ofwel het keukentafelgesprek plaats. Dit is de eerste start voor het analyseren van de vraag en de persoon achter de vraag. - Vraaggestuurde vraagverheldering* - Inventarisatie van alle levensdomeinen met de Zelfredzaamheid-Matrix - Inventarisatie van krachten en bronnen, vaststellen van ambities en behoeften, waaronder het gewenste ambitieniveau van participatie Een casus van een mantelzorger Een klant wordt via de huisarts doorverwezen. Zij is mantelzorger voor haar dementerende man en dreigt volgens de huisarts overbelast te raken. Mogelijk moet er een aanvraag voor een dagopvang gedaan worden. In het gesprek met de klant wordt gekeken naar haar situatie: Wat gaat goed en wat gaat minder goed? Wat is haar behoefte? Welk resultaat wil ze bereiken? Welke oplossingen dragen bij aan de situatie. Zij geeft in het gesprek aan dat zij zo lang als mogelijk voor haar man wil zorgen, dat hebben ze aan elkaar beloofd. Zij wil hem nog helemaal niet naar een dagopvang brengen, daar zijn zij niet aan toe. Dat kan later altijd nog wel. Ze wil af en toe wat afstand kunnen nemen en dan een middag in de week zonder haar man leuke dingen gaan doen. Er wordt met haar gezocht naar mogelijkheden hiervoor. Ze heeft veel vriendinnen en een van die vriendinnen kan het goed vinden met haar man. Ze besluit om die vriendin te vragen om een middag in de week op haar man te passen. Dat gaat een tijdje goed, maar die vriendin wordt ziek. Ze komt terug voor nader overleg en er wordt een vrijwilliger gezocht en gevonden die met haar man op stap zal gaan. Dit wordt een succes voor drie personen: de man vindt het heel gezellig, de vrijwilliger ook en de klant kan even op adem komen. *Bij vraaggestuurde vraagverheldering gaat het om de analyse van de vraag. De vraag moet als het ware ‘gefileerd’ worden om de persoon, achtergrond en context (verleden – heden – toekomst) goed te begrijpen. Navragen naar de behoeften en de gewenste situatie is belangrijk. Het is belangrijk dat niet te snel met het zoeken van oplossingen wordt gestart, om te voorkomen dat die niet voldoende aansluiten bij de situatie van de klant en daarmee dus niet opgepakt gaan worden. Meer verdieping over de methodische aanpak van de vraagverheldering is te lezen in bijlage II.
Doorbraak
Zelf doen
Prioritaire
Ondersteunen
Perspectief
problemen Oplossenbehandelen
De analyse van de vraag kan verder verdiept worden naar aanleiding van de bevindingen van het actieonderzoek Hemelse Modder in Zaanstad; transformeren voor gevorderden. Zij gaan er van uit dat er onderscheid gemaakt moet worden tussen systeemproblemen en
12
persoonlijke problemen. Veel van de problemen waar klanten met minder zelfredzaamheid en regie
mee
kampen zijn systeemproblemen, omdat de regels en bureaucratie
eendimensionaal georganiseerd zijn en klanten gevangen worden in tegenstellingen. Zij zijn niet bij machte om een doorbraak te realiseren. Als iemand hun helpt dit wel te doen kan een deel van de klanten vaak zelf weer verder. Het gaat er bij dit contact met de klanten dus om het realiseren van: -
Overzicht
-
Inzicht
-
Uitzicht
De klant geeft zelf aan wat het dominante probleem is waar een doorbraak in moet worden gefaciliteerd. Dit wordt de prioriteit van de aanpak. Vervolgens wordt er onderscheid gemaakt in problemen en oplossingen op drie niveaus: zelf doen; ondersteunen en oplossen of behandelen. Het perspectief wordt concreet omschreven. Participatieladder voor arbeid Niveau Niveau Niveau Niveau Niveau Niveau
6: 5: 4: 3: 2: 1:
betaald werk (bij 65+ AOW/pensioen) betaald werk met ondersteuning onbetaald werk – vrijwilligerswerk – opleiding deelname aan georganiseerde activiteiten (cursus, vereniging) sociale contacten buitenshuis geïsoleerd levend
De cursief gedrukte woorden zijn uitbreidingen op de klassieke participatieladder, omdat deze items nog ontbraken. Planfase Opstellen van een Plan van Aanpak met daarin: - Probleemstellingen - Doelstellingen - Resultaten - Oplossingen - Acties Voorbeeld van een Plan van Aanpak Probleemstellingen Ik kan mijn administratie niet goed op orde houden; ik kan niet goed Nederlands lezen en begrijp de brieven niet Zelfredzaamheid domein financiën: niveau 3: beperkt zelfredzaam (komt met inkomsten aan basisbehoeften tegemoet en/of gepast uitgeven. Eventuele schulden zijn tenminste stabiel en/of bewindvoering/inkomensbeheer) Zelfredzaamheid domein Activiteiten Dagelijks Leven: niveau 3: beperkt zelfredzaam (Voorziet in de meeste maar niet alle basisbehoeften van het dagelijks leven en de zelfzorg is op peil, maar één of meerdere complexe activiteiten worden niet uitgevoerd) Participatieladder: niveau 1: geïsoleerd leven
13
Doelstellingen Ik wil zelf mijn administratie kunnen doen Resultaten Administratie is en blijft op orde Oplossingen 1. Verbetering van het Nederlands en het begrijpend lezen 2. Ondersteuning bij het op orde houden van de administratie Acties 1. Samen duidelijk krijgen wat er wel en niet lukt en waarom niet 2. Nederlandse taal in het buurthuis 3. Leren administreren door een vrijwilliger met een groep ‘lotgenoten’ 4. Maandelijks met de casemanager kijken naar het plan en de resultaten Ondersteuningsfase -
Optimaliseren van de zelfredzaamheid
-
Vergroten van de participatie
-
Inzetten van de Eigen Kracht
-
Inzetten van het sociale netwerk
-
Inzetten van algemene, voorliggende en collectieve voorzieningen en het beperken van de inzet van individuele voorzieningen en zorg
-
Inzetten van individuele voorzieningen, begeleiding en zorg
-
Werken volgens de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl Integraal werken Integraal werken wil zeggen dat alle relevante levensdomeinen in beeld worden gebracht. Dit zijn volgens de Zelfredzaamheid-Matrix: 1. Financiën 2. Dagbesteding 3. Huisvesting 4. Huiselijke relaties 5. Geestelijke gezondheid 6. Lichamelijke gezondheid 7. Verslaving 8. Activiteiten Dagelijks Leven 9. Sociaal netwerk 10. Maatschappelijke participatie 11. Justitie
Bron: GGD Amsterdam, Lauriks, Buster, De Wit, Van de Weerd, Tigchelaar & Fassaert; Zelfredzaamheid-Matrix. 2013.
14
Evaluatiefase In de evaluatie kijkt de medewerker van het Sociaal Wijkteam (bij voorkeur met de klant samen) terug op het proces, de resultaten, de oplossingen en de acties: - Is de vraag beantwoord of het probleem opgelost? - Hoe ging het proces, waren de oplossingen en acties toepasbaar? Waarom wel of waarom niet? Wat is hiervan te leren? - Wat is de mate van zelfredzaamheid? Is de zelfredzaamheid gestegen, gedaald of hetzelfde gebleven? Wat is hiervan te leren? - Wat is het niveau van participatie? Is het niveau van participatie gestegen, gedaald of hetzelfde gebleven? Wat is hiervan te leren? Monitoringfase In deze fase is de daadwerkelijke ondersteuning afgerond maar wordt de klant nog een bepaalde periode gevolgd. Er wordt gemonitord of de ondersteuning en oplossingen tot blijvende resultaten leiden. Terugval in de zelfredzaamheid wordt zo nodig voorkomen. Deze fase wordt ook wel de ‘waakvlam’ fase genoemd. 12.
Samenwerking en netwerkvorming
Mogelijk samenstelling van het Sociaal Wijkteam nr
organisatie
functie
1
Algemeen Maatschappelijk Werk
AMW-er
2
Gemeente
Wmo-consulent Consulent Werk en Inkomen Consulent Schuldhulpverlening
3
Organisaties voor GGZ of VG
Individueel begeleider
4
MEE
Consulent
5
Welzijnsorganisaties
Ouderenadviseur en/of sociaal werker
6
Zorgorganisatie
Wijkverpleegkundige
Samenwerking buiten het Sociaal Wijkteam Het Sociaal Wijkteam staat niet op zichzelf. Er wordt nauw samengewerkt met diverse organisaties en afdelingen daarbinnen. De samenwerkingspartners zijn nader te verdelen aan de hand van de eerder genoemde domeinen in de Zelfredzaamheid-Matrix. Met deze en/of andere samenwerkingspartners worden concrete samenwerkingsafspraken gemaakt en een gebiedsnetwerk gevormd.
15
Nr
Domeinen
Samenwerkingspartners
1
Financiën
Sociale Zaken
2
Dagbesteding
Sociale Zaken
3
Huisvesting
Woningcorporaties, Leger des Heils
4
Huiselijke relaties
CJG, Meldpunt Zorg en overlast
5
Geestelijke gezondheid
GGZ
6
Lichamelijke gezondheid
Huisartsen, 1e lijn gezondheidscentra, zorgorganisaties
7
Verslaving
GGZ organisatie
8
Activiteiten Dagelijkse Leven
Wmo-loket, zorgorganisaties
9
Sociaal netwerk
Welzijnsorganisatie
10
Maatschappelijke participatie
Welzijnsorganisatie
11
Justitie
Wijkagent
16
BIJLAGE I: FUNCTIEPROFIEL CASEMANAGER SOCIAAL WIJKTEAM 1.
Inleiding
Het Sociaal Wijkteam is een integraal werkend multidisciplinair team dat zich richt op bewoners met vragen en problemen. Dit betreft de terreinen wonen, welzijn, zorg, daginvulling, inkomensondersteuning en leefbaarheid. Het doel van de inzet van het Sociaal Wijkteam is om bewoners zo optimaal mogelijk te laten participeren en zo zelfredzaam mogelijk te worden. Naast het beantwoorden van vragen en oplossen van problemen wordt er gekeken naar kansen en mogelijkheden van de inzet van bewoners voor de wijk.
Burgers met een vraag of probleem bellen of mailen of lopen binnen. De vrijwillige gastvrouw of – heer ontvangt (de vraag van) de burger en inventariseert door middel van vraagverkenning de vraag of het probleem. Enkelvoudige en eenvoudige vragen handelt hij of zij zelf af. Bij meervoudige en complexe vragen wordt een gesprek met een casemanager van het Sociaal Wijkteam aangegaan. Dit kan direct of op afspraak. De casemanager voert vraagverkennende vraagverheldering uit en verkent hierbij de levensdomeinen van de Zelfredzaamheid-Matrix
(financiën,
dagbesteding,
huisvesting,
huiselijke
relaties,
geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, verslaving, Activiteiten Dagelijks Leven, sociaal netwerk, maatschappelijke participatie en justitie). Indien relevant wordt op een of meer domeinen dieper ingegaan. Vervolgens wordt specifieke informatie, advies en ondersteuning geboden. Daarna wordt indien nodig een of meer gesprekken aangegaan om het vertrouwen te winnen en een relatie op te bouwen die het mogelijk maakt om de ondersteuning te bieden of zo nodig door te verwijzen. Het Sociaal Wijkteam heeft speciale aandacht voor de kwetsbare burger. De essentie van de inzet van de casemanager is dat deze zich klantgericht, ruimdenkend, creatief, ondernemend en betrokken opstelt. De burger en zijn leefsituatie is het meest belangrijk. Zijn vragen, problemen en referentiekader zijn het uitgangspunt voor het contact.
De
individuele
casemanager
is
naast
deskundige
en
generalist
op
de
levensdomeinen ook cultuurdrager. Hij of zij inventariseert mede met de teamleden de individuele behoeften van de burger en collectieve behoefte van de burgers in de wijk. Op basis van de vraag en behoeften worden diensten en producten ingezet; hierbij wordt verder gekeken dan de status quo van de situatie in de wijk en wordt (eventueel in samenwerking met andere partijen) mogelijk nieuw aanbod gerealiseerd.
De functies van het Sociaal Wijkteam (kunnen) zijn: signalering, melding, preventie en voorlichting,
ontvangst:
1e
contact,
vraagverkenning
(quickscan),
vraaggestuurde
vraagverheldering (Het Gesprek), informatie, advies, ondersteuning, activering, verwijzing, intake, indicatie, toewijzing, levering, regie en coördinatie, psychosociale hulpverlening, casemanagement, vraagopvolging en evaluatie.
17
2.
Algemene informatie
Functienaam: 3. 1.
Casemanager
Doel/Kern van de functie Het bieden van ondersteuning aan (kwetsbare) burgers met vragen en problemen. De contacten met burgers worden opgedaan in het gebied, ontstaan naar aanleiding van een pro-actieve benadering middels huisbezoek of vinden plaats naar aanleiding van verwijzingen in het netwerk.
2.
Samen met de gastvrouwen en –heren en de coördinator van het Sociaal Wijkteam invulling geven aan informatie, advies en ondersteuning.
3.
Het bieden van informatie, advies en ondersteuning en het ontsluiten of organiseren van diensten en producten voor wonen, welzijn, zorg, daginvulling, inkomensondersteuning
en leefbaarheid
in de betreffende levensdomeinen en voor de
omschreven functies. 4.
Met het Sociaal Wijkteam en casemanagers van relevante organisaties invulling geven aan de werkwijze 1 huishouden – 1 plan – 1 regisseur.
4.
Plaats in de organisatie
Situatieschets:
Heeft een actieve inbreng binnen het Sociaal Wijkteam. Houdt ondersteuningsgesprekken met bewoners van de wijk. Onderhoudt een eigen caseload en pakt voortvarend vragen en problemen van burgers en eigen cliënten op. Neemt waar voor collega’s.
Ontvangt leiding van:
De coördinator Sociaal Wijkteam. Deze heeft de dagelijkse en inhoudelijke leiding. De casemanager is tevens verantwoording verschuldigd aan de teamleider van de betreffende detacherende organisatie.
Contacten intern:
Onderhoudt functionele contacten met de gastvrouwen en – heren,
de
collega’s
uit
het
Sociaal
Wijkteam
en
de
coördinator. Neemt deel aan het teamoverleg. Contacten extern:
Onderhoudt in samenwerking met de coördinator en de collega’s van het Sociaal Wijkteam functionele contacten met alle betrokken organisaties op het gebied van wonen, welzijn,
zorg,
daginvulling,
inkomensondersteuning
en
leefbaarheid. Is in staat activiteiten voor PR & communicatie voor
Sociaal
Wijkteam
uit
voeren.
overlegvormen binnen en buiten de wijk.
18
Neemt
deel
aan
5. 1.
Taken in hoofdlijnen Invulling geven aan de relevante functies zoals omschreven in het concept, het bedrijfsplan en werkplan
2.
Het
voeren
van
gesprekken
conform
de
uitgangspunten
van
vraaggestuurde
vraagverheldering. 3.
Het uitvoeren van activering, psychosociale hulpverlening en casemanagement voor de caseload.
6.
Taken en uitwerking van de werkzaamheden in activiteiten
1.
Sluit aan op de ontvangst en vraagverkenning door de gastvrouw, - heer.
2.
Onderzoekt en inventariseert de situatie van de burger en zijn context, de (hulp)vraag en probleemstelling.
3.
Behandelt zelfstandig de vragen en biedt ondersteuning conform het gedachtegoed van Welzijn Nieuwe Stijl en De Kanteling met aandacht voor participatie.
4.
Zet in op het opbouwen van een vertrouwensbasis met de bewoner.
5.
Ondersteunt de bewoner bij het beantwoorden van vragen en het realiseren van oplossingen.
6.
Biedt de bewoner middels activering zicht op kansen en perspectief (al of niet in samenwerking met de kansenmakelaar en andere organisaties).
7.
Verbetert in samenwerking met bewoners de sociale cohesie.
8.
Biedt ondersteuning aan de bewoner in de vorm van psychosociale hulpverlening en casemanagement; biedt hierbij regie en coördinatie, organiseert zo nodig overleg en werkt methodisch (doelgericht, systematisch, procesgericht).
9.
Is in staat om (groepen) bewoners te ondersteunen, te begeleiden en te motiveren tot participatie.
10. Vertaalt de wensen, behoeften, problemen en ambities van de bewoners uit de wijk naar mogelijke oplossingen; bijvoorbeeld in de vorm van een project, dienst, product of voorziening. 11. Regelt bij eventuele doorverwijzing de start van de dienstverlening en legt daartoe en zo gewenst door de bewoner, de contacten met voorzieningen biedende organisaties. 12. Registreert de aanmelding, de analyse, de oplossingen, resultaten, afspraken en het plan van aanpak in een digitaal dossier. Methodisch denken en handelen is hierbij het uitgangspunt. 13. Is in staat (Multi)problem gezinnen te ondersteunen en als systeem te benaderen. 14. Signaleert
eventuele
tekortkomingen
in
het
aanbod
van
ondersteuning
en
voorzieningen, bedenkt alleen of in samenwerking met anderen nieuwe vormen van ondersteuning en voorzieningen en geeft dat door aan de coördinator. 15. Signaleert en rapporteert aan de coördinator van het Sociaal Wijkteam. 16. Verricht administratieve werkzaamheden ten behoeve van de ondersteuning aan de bewoner, afhandeling van de hulpvraag, de registratie en managementrapportage. 17. Bewaakt de afhandeling van het Sociaal Wijkteam in werking gezette procedures. 18. Is medeverantwoordelijk voor de beschikbare informatie en invulling van de sociale kaart.
19
19. Onderhoudt in relatie tot de caseload en na verdeling contacten met uitvoerende organisaties voor wonen, welzijn, zorg, daginvulling, inkomensondersteuning en leefbaarheid. 20. Neemt deel aan overleg met betrokken organisaties inzake complexe klantvragen. 21. Draagt bij aan de invulling en ontwikkeling van het Sociaal Wijkteam. 22. Onderhoudt contacten met casemanagers van organisaties in het netwerk. 23. Verrijkt de eigen kennis en ervaring met interne en externe bijscholing, interne intervisie, het bestuderen van relevante bronnen en deelname van congressen en thema-bijeenkomsten. 24. Organiseert en geeft invulling aan bijeenkomsten gericht op voorlichting, workshops en cursussen aan burgers en professionals. 7.
Functie-eisen per gezichtspunt
Kennis:
Generale kennis van de werkterreinen wonen, welzijn, zorg, daginvulling, inkomensondersteuning en leefbaarheid; in staat om deze in korte tijd eigen te maken.
Opleiding:
relevante HBO-opleiding of in geval van ruime ervaring en MBO-opleiding: uitstekende competenties en HBO werk- en denkniveau
Overige benodigde kennis
Heeft kennis van de sociale kaart, kennis over en inzicht in lokale
en
rijksregelingen,
vormen
van
ondersteuning,
behandeling en begeleiding, (voorliggende) voorzieningen op uiteenlopende gebieden; kennis van de producten en diensten van de relevante organisaties. Ervaring en vaardigheden:
Uitgebreide dienstverlenende ervaring in de private dan wel publieke sector, bij voorkeur op de beleidsterreinen van wonen, welzijn, zorg, daginvulling, inkomensondersteuning en leefbaarheid; Heeft uitstekende gespreksvaardigheden, analytische vaardigheden, probleemoplossend vermogen en is resultaatgericht; Is in staat conflictsituaties te hanteren; Geeft mede invulling aan de interne samenwerking (teamvorming/wijgevoel) en (onderlinge) vertrouwensbasis in het Sociaal Wijkteam; Slaat bruggen met de casemanagers van de samenwerkende organisaties in en buiten het netwerk.
Zelfstandigheid:
De gevarieerde werkzaamheden worden zelfstandig
uitgevoerd,
waarbij evaluatie achteraf plaatsvindt. Kan snel beslissingen nemen waarbij een keuze kan worden gemaakt uit meerdere
20
oplossingsmethoden. Prioriteiten worden zelfstandig gesteld. Kan het werk optimaal organiseren. Geeft aan de coördinator aan als er grenzen worden bereikt. Sociale vaardigheden:
Is sociaal vaardig en heeft het vermogen tot samenwerken. Is een vaardig onderhandelaar. Beschikt over een flexibele en klantgerichte instelling. Is tactvol en in staat om intensieve, interne en externe contacten te hebben op uitvoerend niveau. Kan luisteren en daarbij achterliggende motieven doorzien. Is tactvol, heeft overredingskracht, kan relativeren, tegenstellingen overbruggen en omgaan met weerstanden. Kan opereren binnen een krachtenveld van samenwerkende en concurrerende partners. Hoge eisen worden gesteld aan het invoelend vermogen en het creatief realiseren van oplossingen.
Risico’s, verantwoor-
Is ten aanzien van eerdergenoemde taken volledig
delijkheden en invloed:
verantwoordelijk
voor
een
correcte
en
doeltreffende
uitvoering. Is
verantwoordelijk
voor
het
herkennen,
signaleren
en
adresseren van ontwikkelingen op het gebied van wonen, welzijn,
zorg,
daginvulling,
inkomensondersteuning
en
leefbaarheid. Uitdrukkingsvaardigheid:
Heeft een goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Kan plannen opstellen, rapportages schrijven en communiceren met bewoners en organisaties.
Oplettendheid:
Nauwkeurigheid en oplettendheid zijn tijdens het verrichten van de werkzaamheden vereist. Houdt rekening met privacy, wetgeving en protocollen.
Overige functie-eisen:
Eisen worden gesteld aan volharding, doorzettingsvermogen, geduld,
relativeringsvermogen
en
stressbestendigheid.
Is
ondernemend, vernieuwend en heeft een resultaatgerichte instelling.
Is
integer,
transparant
en
kan
omgaan met
vertrouwelijke informatie. Is representatief. Inconveniënten:
Aan de functie zijn bezwarende omstandigheden verbonden zoals psychische belasting, het omgaan met probleemgedrag en veelvuldig zitten c.q. computerwerk. Aan de bereikbaarheid, zichtbaarheid en klantvriendelijkheid worden hoge eisen gesteld.
21
8.
Selectiecriteria
-
HBO-opleiding
-
Goede spreek- en taalvaardigheid in de Nederlandse taal
-
Goede computervaardigheden voor onder andere Microsoft Office (Word, Excel)
-
Brede kennis van de sociale kaart
-
Kennis van en kan omgaan met wettelijke regelingen en procedures
-
Ervaring in de dienstverlening
-
Goede sociale vaardigheden
-
Flexibele ‘operator’ binnen het krachtenveld van de relevante organisaties
-
Ondernemende, vernieuwende en resultaatgerichte instelling
9.
Functiedifferentiatie
Voor de invulling van het Sociaal Wijkteam wordt uitgegaan van de huidige functies van algemeen maatschappelijk werker, sociaal welzijnswerker, MEE-consulent, wijkverpleegkundige en persoonlijke begeleider. Het is mogelijk om casemanagers deel van het Sociaal Wijkteam uit te laten maken die niet volledig voldoen aan het functieprofiel, maar wel in staat zijn een essentiële bijdrage aan het Sociaal Wijkteam te geven. 10.
De generalist
De casemanager ontwikkelt zich in de loop van de tijd tot generalist. Kenmerkend voor de aanpak van de generalist is dat hij of zij een netwerker, verbinder is, kan verschillende werelden verbinden. De generalist kan out of the box denken, ziet samenhang, is zelfstandig, toont initiatief, heeft lef, is nieuwsgierig, is een goede luisteraar, maakt echt contact, leeft zich in, is betrokken bij zowel huishoudens als teamleden, kan achterover zitten maar handelt (en zet door) als dat noodzakelijk is, staat open, is reflectief, leert, vraagt en accepteert hulp/expertise, toont enthousiasme, krijgt mensen mee wijkt soms af, is moeilijk in een ‘standaard profiel’ te passen. Competenties voor het realiseren van maatschappelijke ondersteuning zijn het verhelderen van vragen en behoeften, het versterken van de eigen kracht en zelfregie van de bewoners in de wijk, zichtbaar zijn en op de mensen af gaan, het stimuleren van verantwoordelijk gedrag, aansturen op betrokkenheid en participatie, verbinding van gezamenlijke en individuele
aanpak,
uiteenlopende
samenwerking
systemen
optimaliseren en netwerken versterken,
bewegen,
doorzien
van
verhoudingen,
zich in
anticiperen
op
veranderingen, benutten van professionele ruimte en ondernemend zijn. De generalist scoort bovengemiddeld op een of meer van de volgende eigenschappen: creativiteit,
zelfontwikkeling,
durf,
coachen,
samenwerken,
vermogen, innoverend vermogen, overtuigingskracht.
22
netwerken,
aanpassings-
BIJLAGE II: METHODISCHE VRAAGVERHELDERING 1.
Beroepshouding
In het Sociaal Wijkteam werken allemaal professionals die tijdens hun opleiding en werkervaring hun beroepshouding en persoonlijke stijl van het bieden van ondersteuning hebben ontwikkeld. Het zijn van nature veelal hulpverleners die praktisch zijn en problemen kunnen en willen oplossen. Zij hebben zich jarenlang gevoegd in een organisatiestructuur met een managementaansturing gericht op productie(afspraken). De competenties van Welzijn Nieuwe Stijl en het nieuwe beleidsmatige kader vraagt echter wat anders (zie ook onder de generalist). Mensbeeld Ieder mens is uniek en heeft zelf de regie op zijn of haar leven. Ieder mens is zelf verantwoordelijk voor het vervullen van zijn of haar behoeften, tenzij iemand dit door beperkingen (tijdelijk) niet meer zelf kan. Ieder mens wil zo zelfstandig als mogelijk zijn en heeft behoefte aan participatie in de samenleving. Iedereen heeft andere mensen nodig, niemand kan het alleen. We geven met elkaar invulling aan de samenleving: we zijn samen redzaam met respect voor elkaar en respecteren de normen en waarden van een ander. We helpen elkaar op basis van gelijkheid en waar mogelijk met wederkerigheid. Attitude - Open, neutraal, met respect en met invoelend vermogen luisteren; vol-ledig (vol van de ander en leeg van jezelf) - Reageren op feitelijke waarneming (gedrag) - (H)erkennen van gevoelens - Gericht doorvragen met open vragen (vraaganalyse) - Insteek met ‘ja en…’ in plaats van ‘ja, maar…’ of ‘nee, want…’ - Creativiteit Aanbevelingen voor de attitude zijn: laat je eigen normen en waarden niet leidend zijn, ga niet (ver)oordelen, stel procedures en oplossingen niet voorop in het gesprek en verlies je niet in het geven van informatie en advies of oplossingen, neem de tijd en ruimte om samen met de ander de situatie te analyseren. 2.
Toepassen van De Kanteling
De Kanteling Tijdens de vraaggestuurde vraagverheldering of het keukentafelgesprek worden de vier oplossingskaders ingezet: - inzetten op Eigen Kracht - inzetten op het sociale netwerk - inzetten op algemene, voorliggende en collectieve voorzieningen - inzetten van individuele voorzieningen
23
Inzetten op Eigen Kracht - Focus op de kracht van de mensen: van ‘oplossen voor’ naar ‘meedenken met’ - Inventarisatie van krachten en bronnen - Vaststellen van ambities en behoeften - Uitgaan van kansen en mogelijkheden, niet van beperkingen Krachten: Krachten zijn de positieve competenties of eigenschappen die het iemand mogelijk maakt om tot veranderingen en oplossingen te komen. Voorbeelden zijn veerkracht, doorzettingsvermogen, intelligentie, sociale vaardigheden. Soorten krachten 1. 2. 3. 4.
Persoonlijke kwaliteiten: ik ben … Talenten en competenties: ik kan … Krachten en mogelijkheden in de omgeving: ik heb … Interesses, ambities en inspiraties: ik wil …
Bronnen: Bronnen zijn onder te verdelen in informatief, materieel, financieel, relationeel. Voorbeelden van hulpbronnen zijn te lezen in de onderstaande tabel. Hulpbronnen Voorbeelden van hulpbronnen, geclusterd rond de condities van sociale kwaliteit: 1. Sociaal-economische zekerheid: inkomen & toeslagen, financiële buffer, opleiding & scholing, werk, (openbaar) vervoer, woonruimte, huisgenoten 2. Sociale cohesie: contacten met familie, vrienden, collega’s & buren, sociale steun, vertrouwen, gedeelde waarden & normen, positieve verhalen en gebeurtenissen, culturele waarden en tradities, collectieve identiteit, veiligheid en leefbaarheid 3. Sociale empowerment: aspiraties & hoop, competenties, zelfwaardering, zelf- en ervaringskennis, geloof dat door eigen inspanning verbetering van (sociale) status bereikbaar is, aanmoediging en bevestiging, geboden kansen en mogelijkheden, participatie in actie- en cliëntengroepen & politieke activiteiten 4. Sociale inclusie: acceptatie (afwezigheid van stereotypering en stigmatisering), participatie in maatschappelijke en educatieve activiteiten, lidmaatschap van verenigingen of clubs (sport, muziek, religieus genootschap), vertrouwen in professionals en instituties, toegankelijke en responsieve dienstverlening en zorg, betaalbare kinderopvang Persoonlijke, sociale of maatschappelijke en institutionele bronnen: 1. Persoonlijke bronnen: gezondheid, opleiding, arbeidsmarktpositie, kwaliteiten en talenten, zelfredzaamheid, veerkracht 2. Sociale of maatschappelijke bronnen: sociale relaties, sociale steun, zorgzaamheid & solidariteit, tastbare materiele zaken (huisvesting, goederen), culturele activiteiten, clubs en verenigingen, religieuze genootschappen, wijkvoorzieningen en (openbaar) vervoer 3. Institutionele bronnen: arbeidsbemiddeling en arbeidsmarkt, sociale zekerheid, maatschappelijke instanties en (geestelijke) gezondheidszorg, onderwijs, rechtsbijstand, zakelijke dienstverlening (banken, verzekeringen, overheidsdiensten, politieke partijen en vakbonden
24
Sociale kwaliteit en beschermende factoren - Inkomen - Huisvesting - Werk/dagactiviteiten - Opleiding - Veiligheid
- Vertrouwen in medemensen - Respect voor autonomie - Positieve relaties - Gedeelde waarden, normen en identiteiten - Veilig en gezond woonen leefklimaat
Samenleving Sociaal-
Sociale
Economische
cohesie
zekerheid
Kwaliteit van leven
Instituties
- Vertrouwen in instituties - Toegang tot zorg en maatschappelijke instituties - Toegang tot informatie en rechten - Toegang tot sociale netwerken
Gemeenschap
Sociale
Sociale
inclusie
Empower -ment
Individu
- Zelfvertrouwen - Gezondheid - Competenties - Veerkracht - Passende materiële en immateriële hulp
Bron: Krachtwerk, Judith Wolf en Carinda Jansen, 2011 Ambities: Wat is het ambitieniveau van iemand? Wat wil hij of zij bereiken? Waar droomt de persoon van? Wat is haalbaar of bereikbaar? Wat is hiervoor nodig? Behoeften: Voorbeelden van behoeften zijn onder meer erkenning (acceptatie, affectie, empathie, vertrouwen), betekenis (begrip, bewustzijn, uitdaging, stimulering), lichamelijk welbevinden, autonomie. Benutten van het sociale netwerk In het kader van De Kanteling wordt als tweede oplossing het inzetten van het sociale netwerk genoemd. De bedoeling is dat we het concept van de verzorgingsstaat verlaten en met elkaar tot een ‘redzame samenleving’ komen. Het inzetten van het sociale netwerk moet niet gezien worden als slechts een goedkope oplossing en vervanging van professionele krachten. Het benutten van het sociale netwerk biedt voor zowel de klant als voor de personen in dat netwerk veel kansen en mogelijkheden. Zie ook: www.trekhaakgezocht.com ‘Je hebt anderen nodig om verder te komen’ En kijk naar het filmpje. Als je anderen op een directe manier persoonlijk vraagt om hulp dan kan je een nee krijgen, maar vaak gebeuren er allemaal bijzondere dingen die in het voordeel van beiden zijn: zowel voor degene die vraagt als voor degene die helpt. Wat werkt niet? Vragen stellen als: ‘Wie kent u allemaal?’ of ‘Is er iemand die u kan helpen?’ Het zijn algemene vragen die niet aansluiten bij de behoeften, oplossingen en resultaten. Het leidt tot druk vanuit de vraagsteller en tot teleurstellingen als het gaat om antwoorden. Het is een voorbeeld hoe je iemand niet in zijn eigen kracht zet. Veel gehoorde antwoorden zijn: ‘Ik ken niemand’ of ‘Iedereen heeft het te druk’.
25
Wat werkt wel? In de inventarisatiefase zal methodisch aandacht besteed moeten worden aan het letterlijk in kaart brengen van het sociale netwerk van de klant. Dit kan goed met een ecogram (zie bijlage III). Pas na de inventarisatie ga je met de klant kijken naar de soort relaties en de wederkerigheid van deze relaties. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: - Voor wie ben jij belangrijk? Wie help jij wel eens? Aan wie geeft jij steun? - Wie is voor jou belangrijk? Wie helpt jou wel eens? Wie geeft jou steun? Bij het tekenen van het ecogram wordt de klant in een cirkel in het midden geplaatst. Daarna worden de personen eromheen getekend. Dit zal bij de klant de beleving oproepen dat hij in het middelpunt staat en de hoofdrolspeler is. Het plaatsen van mensen om hem heen maakt veel duidelijk over de soort relaties die er zijn: zowel in afstand als in nabijheid en de soorten steun die over en weer verleend worden. Soorten steun E = emotionele steun M = materiële steun G = gezelligheid A = advies en informatie Een andere optie is het toepassen van de methodiek van de Sociale Netwerk Strategieën. Sociale Netwerk Strategieën De werkwijze Sociale Netwerk Strategieën (SNS) is een besluitvormingsmodel dat uitgaat van de eigen kracht van de cliënt en zijn omgeving: de kracht om beslissingen te nemen, plannen te maken en deze plannen samen uit te voeren. SNS richt zich op het activeren van het sociale netwerk van een volwassene, een kind of een gezin. Dit netwerk kan bestaan uit familieleden, vrienden, buren, collega’s en dergelijke. Doel van de SNS is dat de cliënt samen met zijn sociaal netwerk oplossingen zoekt voor zijn problemen. Werkwijze De werkwijze voor de sociale netwerk strategie bestaat uit drie onderdelen c.q. fasen: 1. Netwerkkompas (fase 1) 2. Familienetwerkberaad (fase 2) 3. Actieteam (fase 3) 1. Netwerkkompas (fase 1) In fase 1 vindt een netwerkverkenning en – analyse plaats met het netwerkkompas. De instrumenten die hiervoor tot de beschikking van cliënt en facilitator staan zijn: - Genogram: stamboom waarin de familie over meerdere generaties letterlijk in beeld wordt gebracht - Levenslijn: in chronologische volgorde worden op papier alle ingrijpende levensgebeurtenissen getekend en geschreven, zowel leuke als minder leuke - Ecogram: inventarisatie van alle sociale contacten - Sociogram: verdieping van het genogram en ecogram door in beeld te brengen wat de betekenis en inhoud van de contacten is - Drieluik: op een flipover worden drie kolommen getekend. In de eerste kolom staat de vraag: ‘Hoe ziet de situatie er over zes maanden uit wanneer er niets veranderd?’ In de
26
derde kolom staat de vraag: ‘Hoe zou je willen dat de situatie eruit ziet over zes maanden?’ In de tweede, de middelste kolom, formuleert men wat er moet gebeuren om van de huidige situatie naar de gewenste situatie te komen. Deze thema’s worden tot vragen omgebogen in de taal van de cliënt. De tweede kolom wordt het plan voor de toekomst. 2. Familienetwerkberaad (fase 2) Het familienetwerkberaad is vooral een platform voor besluitvorming. Centraal staat dat de cliënt een plan maakt voor de toekomst met de voor hem belangrijke mensen. Het heeft vaak een grote meerwaarde als personen uit een ruime cirkel van de familie en het sociale netwerk deelnemen aan het familienetwerkberaad. De facilitator brengt samen met de cliënt het sociale netwerk in kaart. Hij motiveert de cliënt om een familienetwerkberaad te organiseren, waarin voor de cliënt belangrijke mensen meedenken en een plan maken. Het familienetwerkberaad bestaat uit een informatieronde, privéberaad en presentatie van het plan. 3. Actieteam (fase 3) Een actieteam bestaat uit de cliënt, vertegenwoordigers uit de familie en het sociale netwerk en professionals die een rol spelen in de dienst- of hulpverlening aan de cliënt. Het actieteam komt regelmatig bij elkaar, in het begin minimaal eens in de zes weken. Het team bespreekt de voortgang van het plan, deelt successen en zorgen en stelt zo nodig het plan op onderdelen bij. Bron: Daarom Sociale NetwerkStrategieën! een leergeschiedenis, december 2012; MEE Plus Groep: www.meeplusgroep.nl en zie ook http://SoNeStra.nl Voorzieningen in een arrangement Een arrangement zoals omschreven bij De Kanteling is een combinatie van vormen van ondersteuning met daarbij het gebruik van de Eigen Kracht, het sociale netwerk en voorzieningen. Voorzieningen zijn producten of diensten die een oplossing zijn voor het resultaat van een probleem of beperking en daarmee onderdeel van het arrangement (zie ook het plaatje van De Kanteling). Een algemene voorziening is voor iedereen toegankelijk, zonder een indicatie. Een voorliggende voorziening kan voor een betaalde of geïndiceerde voorziening ingezet worden. Een collectieve voorziening wordt voor meer mensen ingezet en hoeft daarmee niet individueel verstrekt te worden. Een individuele voorzieningen wordt verstrekt in het kader van de Wmo of AWBZ. De gemeente en maatschappelijke organisaties hebben de uitdaging om individuele voorzieningen algemeen of collectief te maken. Zo zijn er bijvoorbeeld steeds meer aangepaste bushaltes (verhoogd) en bussen (verlaagd), waardoor deze voorziening voor steeds meer mensen met een beperking (rollatoren en rolstoelen) toegankelijk is. Hierdoor wordt de hoeveelheid collectief of individueel toegekende voorzieningen voor vervoer minder. Een andere uitdaging is om optimaal gebruik te maken van voorliggende voorzieningen. De derde uitdaging is het organiseren van nieuwe, nog niet bestaande voorliggende of collectieve voorzieningen. Dit kan goed samen gaan met activering en het vergroten van de participatie.
27
Voorbeelden van bekende voorzieningen zijn: - Algemene, voorliggende voorzieningen: openbaar vervoer, hulpmiddelen die zelf aangeschaft kunnen worden (beugels in de douche), formulierenbrigade voor de inzet van sociaal raadslieden, inzet van vrijwilligers voor mantelzorgondersteuning in plaats van intramurale respijtzorg, telefooncirkel in plaats van een thuiszorgsysteem - Collectieve voorzieningen: collectief vraagafhankelijk vervoer, was- en strijkservice, pool voor scootmobielen - Individuele voorzieningen: hulp in het huishouden, zorg, begeleiding, vervoersvoorziening, woningaanpassing Een casus: een voorbeeld van een arrangement Mevrouw Sterk van 66 jaar heeft de zorg voor zowel haar man als de kleinkinderen. De echtgenoot is 67 jaar en revalideert in het verpleeghuis na een hersenbloeding. Hij heeft een halfzijdige verlamming aan de rechterkant, is rolstoelafhankelijk, heeft hulp nodig bij verplaatsing in en uit de rolstoel en kan niet goed meer praten (afasie). Hij wil echter wel op korte termijn naar huis komen. De eengezinswoning is hier niet op aangepast. De dochter van mevrouw (moeder van de kleinkinderen) is met haar nieuwe vriend in het buitenland. Er zijn nog openstaande schulden van de dochter bij zowel moeder zelf als bij diverse instanties. De zorg voor de kleinkinderen is niet formeel overgedragen. Het echtpaar heeft alleen AOW, moet wel een eigen bijdrage betalen voor het verblijf in het verpleeghuis en krijgt geen compensatie voor de zorg aan de kinderen. Zij overwegen om formeel de pleegouders te worden, zodat zij wel aanspraak op een vergoeding kunnen maken want zij hebben grote moeite met het rond komen. Mevrouw Sterk komt met enige ondersteuning tot de volgende resultaten: 1. Genoeg geld om mee rond te komen 2. Aanpassingen in het huis zodat haar man weer thuis kan komen wonen 3. Pleegouders voor de kinderen worden Eigen Kracht - Het doen van het huishouden voor haar, haar man en de kinderen - Persoonlijke verzorging van haar man (na de cursus ‘thuisverzorging thuis’) Sociale Netwerk - Een vriendin komt een middag per week langs om bij haar man te zijn - De kleinkinderen gaan een keer per week bij vriendjes lunchen - Een buurvrouw past incidenteel op de kleinkinderen op Voorliggende voorzieningen - Ondersteuning van het Sociaal Wijkteam bij het op orde krijgen van de inkomsten en uitgaven (in samenwerking met de schuldhulpverlening) en het realiseren van het pleegouderschap (in samenwerking met het CJG) - Haar man gaat als hij weer thuis is drie dagen per week naar een Buurtkamer - Hulpmiddelen via de thuiszorgwinkel en de zorgverzekeraar Individuele voorzieningen - Rolstoel - Woningaanpassingen
28