t n a r K k r e w t e N e D e da g va n he t Tra nsi tie ne tw erk erk tw Ne 5 de n va r de ka t Ee n uit ga ve in he
28 no ve mb er 20 08 Plenair: ‘Voor een goed idee is altijd geld’
2
Middagworkshops: kijk over je grenzen
3
Slogans: Elke transitie begint bij jezelf
6
Online netwerken op de LinkedIn groep
6
De ochtendsessies: oplossingen in het world cafe Na een kop koffie met gebak en een inleiding van Robert Verheule werden de deelnemers ‘opgeladen’ in een van de bijzondere ruimtes van het LEF Futurecenter. Bepaald geen overbodige luxe, want daarna begon het werken in de ochtendsessies. In drie rondes werden de deelnemers langs de onderwerpen uit Grensverlegggend vernieuwen: weerbarstige praktijken meegenomen, dit alles volgens het beginsel van het world cafe: de groep die volgt maakt het werk van de vorige af. Steeds werden de vragen uit het boek besproken, en konden deelnemers hardop meedenken. Een indruk.
In de zitkuil van Steven de Boer (Dura Vermeer) werd gevraagd om mee te denken over zijn project om een waterwoonwijk in Haarlemmermeer in te richten. Belangrijk punt is dat in dit geval gewerkt wordt met veertien partijen. Deelnemers werd gevraagd om daar over na te denken, en kwamen met ideeën als ‘Begin kleinschalig’ en ‘Maak het aantal partijen niet al te groot, maar zorg ook dat je geen partijen vergeet’. Steven de Boer: “Interessant voor mij was het dat mensen erop wezen dat ook
Nederland in de innovatieve steigers
risicomijders een rol hebben binnen een transitie.” ‘Hoe herken en gebruik je ‘natuurlijke momenten’ die de ontwikkeling en implementatie van innovatieve concepten kunnen versnellen?’ Met die vraag werden de deelnemers in de ochtendsessie van Peter Oei (Stichting Innovatie Glastuinbouw Nederland) geconfronteerd. Het
Rogier Tan, Breinformatie “Ik heb vooral veel geleerd over hoe de processen gaan, dat er verschillende belangen zijn en hoe je daarmee om kunt gaan. Belangrijk leermoment voor mij is dat er echt een urgentie moet zijn om een verandering door te kunnen voeren.”
onderwerp en de daarmee samenhangende problematiek (de kas als warmtebron voor particulieren) was wellicht al te complex voor de korte tijd die er was, vond Oei, maar had wel potentie: “Al was het schema krap, er kwamen wel discussies op gang.” Trudy van Megen (Knowhouse) loopt in haar project –het Nieuw Gemengd Bedrijf- tegen bezwaren van mensen en organisaties uit de omgeving aan. Kernpunt is dat die niet zijn weg te nemen met inhoudelijke argumenten. Hoewel het duidelijk was dat veel van de ideeën al waren uitgevoerd (bijvoorbeeld
een excursie om mensen bekend te maken met de plannen) luisterde de sessieleider met aandacht naar plannen als: ‘Voer een open proces’ en ‘Stimuleer innovatief burgerschap’. Trudy van Megen: “De belangrijkste conclusies waren voor mij dat er gezocht moet worden naar de achtergrond van emoties, en naar welke voordelen er zijn te behalen voor tegenstanders.” Bij de sessie van Marco te Brömmelstoet (Universiteit van Amsterdam) kregen deelnemers de kans om hun visie op zijn Lees verder op pagina 3
2 De NetwerkKrant
28 no ve mb er 20 08
‘Voor een goed idee is altijd geld’ Willem de Jager en Hugo Brouwer over innovatie en transitie Voor de plenaire middagsessie waren Willem de Jager van de Rabobank en Hugo Brouwer van het Bureau Interdepartementale Energietransitie uitgenodigd. Willem de Jager onderstreepte in zijn verhaal het belang van het verminderen van de files: “Jaarlijks kosten files ons zeven miljard euro en sterven er 18.000 mensen aan de vervuiling door fijnstofdeeltjes, tegenover 700 mensen aan verkeersongelukken.” Overheidsinterventies hebben zijns inziens tot nu toe weinig opgeleverd, en een bottom up benadering is daartoe beter geschikt. Volgens De Jager moeten we toe naar vraaggedreven oplossingen, “door to door” oplossingen en E- en flexwerken. Positieve prikkels, keuzevrijheden en vrijwilligheid moeten aan de basis liggen. Een benadering waarbij private en publieke partijen samenwerken, én die uitgaat van initiatieven vanuit het individu. Gezien zijn stelling “Innovatie begint
bij jezelf”, leek Hugo Brouwer het grondig eens te zijn met het verhaal van De Jager. Het bijzondere aan zijn organisatie, zo vertelde hij, is dat daarin zes departementen samenwerken aan innovaties. Volgens Brouwer moet per transitie goed worden gekeken naar knelpunten in de samenleving, en moet hier
de innovatieagenda op aan worden gepast. Daarbij is het noodzakelijk dat de overheid nauw samenwerkt met het bedrijfsleven. Als voorbeeld gaf hij de ondernemer in de tuinbouw die naar warmte wilde boren en met een garantieregeling door de overheid kon worden ondersteund. “Bij innovatie gaat het om kansen
zien en een omgeving creëren die veranderen mogelijk maakt, en om het geloof in eigen ondernemerschap,” aldus Brouwer: “Voor goede ideeën is altijd geld, stelde hij dan ook. Daar leek niet iedereen in de zaal het mee eens. Een toehoorder vond dat het krijgen van toegang tot geld erg ingewikkeld was gemaakt.
Het belang van de hoe-vraag Het was de vijfde keer dat de Netwerkdag georganiseerd werd. Arjan Klopstra van het Competentiecentrum Transities blikt terug. Hoe is de dag vanuit jullie perspectief verlopen? “Onze uitgangspunten zijn volgens ons aardig uit de verf gekomen. We hebben het idee dat veel mensen elkaar hebben ontmoet en in de toekomst wel iets aan elkaar zullen gaan hebben. We mogen al met al dus tevreden zijn.” Hoe nu verder met de Netwerkdag? “We gaan nu kijken in welke vorm we verder gaan, maar dat een dergelijke plek waar je van elkaar kan leren en kennis kan delen belangrijk genoeg is om er op een of andere manier mee door te gaan staat wel vast.” Waarom is dat zo belangrijk? “Het is een van de weinige plekken waar het in plaats van enkel over de inhoud, gaat over hoe je omgaat met de processen die iedereen tegenkomt bij duurzame transities, en je van elkaar daarover kan leren.
Pim Leemhuis, PSI Bouw
Rosa Lucassen, Echte Welvaart
“Ik kom hier niet zozeer om kaartjes uit te wisselen. Eerder om me te laten inspireren, en dat is weer gelukt. Toch zou ik graag zien dat de dag tot meer concrete actie leidt en iets minder beschouwend is.”
“Een eye opener van deze dag was dat een gemeenschappelijke taal essentieel is. Ook waardevol was dat deze informele ruimte het goed mogelijk maakte om preciezer met elkaar te praten.”
3 De NetwerkKrant
28 no ve mb er 20 08
Management van de projectomgeving: geen sinecure Een kijkje over de grenzen
In een prachtige zaal waar rondom op alle muren zwemmende vissen werden geprojecteerd gaf Daan van Egeraat (Montefeltro) een workshop over het Management van de projectomgeving. Voor nieuwe duurzame productintroducties moeten managers op meerdere niveaus insteken. Met het concept, de besluitvorming en het draagvlak moet zowel op macroniveau, mesoniveau en microniveau aansluiting in de samenleving worden gezocht. Om dit te illustreren ging Daan van Egeraat in op een bestaande casus. Die betrof de introductie van een nieuwe autoverzekeringsvorm, waarbij de premie afhankelijk wordt van het aantal gereden kilometers. Hoe minder kilometers, hoe lager de premie en natuurlijk hoe minder files en fijnstof. Maar hoe krijg je zes concurrerende verzekeringsmaatschappijen zover om mee te werken? Het antwoord: zorg voor eigen onafhankelijkheid, zorg dat de technologie is ontwikkeld, begin
Transities kunnen er baat bij hebben wanneer grenzen niet in acht worden genomen, bleek uit de workshop van Harry te Riele.
Innoverende productintroducties vragen een gedegen aanpak...
met een proefproject en zorg dat de verzekeraars een interessant aanbod aan verzekerden kunnen doen. In principe brengen de verzekeraars alleen hun klanten in. De klanten kunnen op een website zien hoe de nieuwe premie zich verhoudt tot de oude premie, en dat motiveert om minder te gaan rijden. Dergelijke innoverende productintroducties vragen een gedegen aanpak waarbij de projectmanagers hun zaken goed op orde moeten hebben. Samen met de deelnemers werden een aantal
belangrijke voorwaarden benoemd. Betrek boegbeelden bij het project, betrek private partijen bij publieke belangen, maak de baten zichtbaar, zorg voor een goed inhoudelijk verhaal, organiseer de financiering en voorkom problemen rond privacy issues. (Kijk voor het Hercules model, als besproken tijdens de workshop, op www.montefeltro.nl).
Jeroen Boon, ECEAT Projects “Ik heb aan de Netwerkdag leuke ontmoetingen overgehouden, die me op het spoor hebben gezet van nieuwe ontwikkelingen. Het heeft me geholpen mijn denken aan te scherpen. Ik heb wel een kanttekening, en dat is dat ik een redelijk gesloten gezelschap bespeurde. Het zou gezond zijn om er nog meer nieuwe gezichten bij te betrekken.”
Vervolg van pagina 1 van een van de deelnemers om een gemeenschappelijke vijand te creëren zorgde voor een levendige discussie. Een aantal deelnemers vond dat al te negatief, en vond dat het daarom beter was om te zoeken naar een zorg die beide partijen delen.
kernprobleem te ventileren. Hoe krijg je twee beroepsgroepen die moeite hebben om elkaar te begrijpen bij elkaar? Termen en begrippen die op het whiteboard verschenen waren ‘Betrek een derde bloedgroep’, ‘Creeër een spel’ en ‘Hanteer een metafoor die zorgt voor onderling begrip’. De aanbeveling
Met Harry te Riele (DRIFT) werd gesproken over de ingewikkeldheid van gebiedsontwikkeling, in wisselwerking met de voortgang van transities. Er werd geopperd dat planologen steeds meer zekerheden kwijtraken. De mensen die het gebied vooruit willen helpen moeten worden gemobiliseerd en planologen moeten vervolgens met
deze ideeën meegaan. Zoals een deelnemer opmerkte: “Misschien is het tijd voor gebiedsontwikkeling zonder planologen!”. De kernvraag in de workshop van Kees Robers (PSI Bouw) luidde: op welke wijze kun je het vertrouwen in een proefproject het beste winnen en vasthouden? Een van de verassende antwoorden: Kijk liefdevol naar de medemens! Vaak gaat dat mis: wanneer je uitstraalt dat je in een aanbesteding het goedkoopste wilt, krijg je geen vertrouwen. Anders gezegd: er is vaak onnodige vooringenomenheid bij zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers. Opdrachtgevers en –nemers hebben
De workshop werd begonnen met Harry te Riele (DRIFT) die de (al aanwezige) deelnemers ‘opbelde’ en ze vroeg om een belangrijk onderwerp aangaande transitie te noemen. Daarna werden ze van harte ‘uitgenodigd’ om de workshop bij te wonen, en kon er met het echte werk worden begonnen. Harry te Riele: “Op die manier konden er dus zeventien onderwerpen op een rijtje worden gezet. Vervolgens hebben we gekeken of die onderwerpen, bijvoorbeeld zorg of ecotoerisme, in de Cora-zone worden ingepast (de Corazone is het project van Te Riele, waarbij gekeken wordt in hoeverre transities het gebied tussen Antwerpen en Rotterdam in elkaar kunnen grijpen). Dat leverde een goede sessie op, vindt Te Riele, die hoopt en vermoedt dat hij dat deelnemers met zijn verhaal beïnvloed heeft. Een belangrijk onderwerp daarbij was de botsing tussen bestaande sturingsprocessen en de noodzaak van tijdelijke sturingsconstructies. “Het gaat er dan om dat een tijdelijke constructie, die vaak over bepaalde grenzen heen gaat, een transitie stuurt. Wanneer de transitie voltooid is kan de constructie weer worden ontbonden. Dat blijkt in de praktijk te werken, en daarmee kan je dat dus zien als een algemeen instrument om transities voor elkaar te krijgen. ”
dus een gezamenlijke uitdaging. Een goede tip wat dat betreft is om vooraf af te spreken wat te doen als er problemen ontstaan én elkaar hier tijdig over te informeren. Kees Robers: “Het loont de moeite goed te luisteren, uit te gaan van goede bedoelingen en van elkaar proberen te leren.”
4 De NetwerkKrant
28 no ve mb er 20 08
‘Een aap in een rommelige kooi’ Op zoek naar de regenboog
Wat heeft een foto van een aap te maken met innovatie? Meer dan je op het eerste oog zou denken. Verhalen om van te leren, daar ging het om bij de workshop van René Buijns (SenterNovem) en Elsbeth Roelofs (TNO) over Learning History’s. Sprekend voor het belang van Learning History’s was het begin van de workshop. Alle deelnemers moesten vertellen wat ze zagen in een foto van een Oerang Oetan in een dierentuin. Ze zagen er allemaal iets anders in: een ongelukkige aap, een gekooide aap, een rommelige kooi, een prachtig dier in een kooi, tot en met een dier dat maar drie van zijn vier ledematen gebruikt. Een dergelijk verschil in perceptie is niet uitzonderlijk, aldus René Bruijns. “We moeten ons ervan bewust zijn dat dit tijdens ons dagelijks werk
De workshop van Hans Lievense (TNO) en Gertrud Blauwhof (PSI Bouw) had als titel: Blauw, groen, rood en zwart: op zoek naar de regenboog..
Dit is niet zo maar een aap
ook gebeurt, met name bij grote veranderprojecten.” Om dat op te vangen kan een Learning History worden gemaakt. Een Learning History laat een context met een mix van feiten en gevoelens zien. Zo kan worden gekeken naar wat er feitelijk is gebeurd, naar de percepties van de betrokkenen, en naar observaties van niet betrokken experts. “Door
samen analytisch te kijken naar wat er echt is gebeurd, worden leerervaringen expliciet gemaakt en vastgelegd,” aldus Bruijns; “Dat maakt het een zeer effectieve methode om met elkaar en van elkaar te leren, onderling vertrouwen te vergroten en leerervaringen over te dragen aan anderen.”
De achterkant van weerstand In de workshop Drijfveren achter weerstand kwam de vraag aan de orde hoe je het beste om kunt gaan met weerstand: een bekend begrip voor iedereen die bezig is met transities en innovaties
Maak ruimte om elkaars onderliggende passie te verkennen.
Aan het begin van de workshop werd gevraagd om na te denken over hoe de deelnemers om gingen met weerstand, en om daar een dier aan te koppelen. Eén deelnemer zag zichzelf bijvoorbeeld als een neushoornstruisvogel die soms zijn kop in het zand steekt en soms er tegenin gaat, terwijl een ander zichzelf zag als een eenhoorn: symbool voor het onbestaande, net zoals sommige transitieprojecten vooralsnog enkel en alleen maar in het hoofd bestaan. Een van de sessieleiders was Wim van den Boogaard, werkzaam bij Wegen naar de toekomst (RWS). “Het komt vaak voor dat belemmeringen tot gevolg hebben dat je je oorspronkelijke
Het onderwerp was de benodigde gemeenschappelijke taal bij projecten waarbij meerdere partijen betrokken zijn –niet ongewoon binnen transitiemanagement. Het oorspronkelijke plan was een case uit de praktijk te gebruiken, maar vanwege het geringe aantal deelnemers moest er uiteindelijk flink geïmproviseerd worden, vertelt Hans Lievense. De case betrof overigens een traject in de Vogelbuurt in Hellevoetsluis, een woonwijk uit de jaren zestig met veertien culturen die indertijd heringericht moest worden. Voor de workshop waren vijf fasen onderscheiden: de verkenningsfase, de projectorganisatie, de opstartfase, de uitwerkingsfase en de beheerfase. Daar werd kort op ingegaan, aldus Lievense, maar als gezegd werd dat pas verlaten omwille van een meer algemene discussie over transities. Ook dat had zin, aldus Lievense: “Het was goed om de focus breder te leggen, en het bleek nuttig om elkaar uit te dagen om grenzen te verleggen en daar verdere stappen in te zetten.”
pad niet kan blijven bewandelen. De inzet van de workshop was daarom om op zoek te gaan naar de achterkant van de weerstand. Hoe kan je de krachten áchter de weerstand ontdekken, en hoe moet je ermee omgaan.” Dat dat gebeurde met oefeningen in plaats van alleen praten was een bewuste keus: “Door hier vanuit jezelf mee aan de slag te gaan hou je er meer aan over.” In het tweede deel van de workshop sprak de groep af het woord “weerstand” niet meer te gebruiken. Dat viel nog niet mee. Een boodschap voor iedereen die er niet bij was heeft Wim ook nog: “Maak ruimte om elkaars onderliggende passie te verkennen.”
5 De NetwerkKrant
28 no ve mb er 20 08
Bent u wel competent? Het vertrekpunt van deze workshop van José Andringa (Competentiecentrum Transities) en Els Vernooij (Wateropleidingen) was het boekje “Competenties van Transitieprofessionals”. Eenvoudig gesteld was de vraag: wat moet je kunnen? Die hoofdvraag leidde bij de deelnemers tot verschillende vragen. Welke competenties heb je nodig voor een Dreamteam? Heb ik zelf wel de goede competenties? Hoe kan ik mijn eigen competenties aanscherpen en ook doorgeven aan anderen? Nadat de deelnemers in drie groepen hadden nagedacht over hoe ze competenties in hun eigen
werk zouden kunnen toepassen en wat hier nog extra voor nodig was, ontstond er enthousiasme over de praktische toepassingen. Een aantal daarvan werden benoemd. Zo kunnen competentieprofielen onder meer helpen: - om mensen beter te begeleiden, - bij gesprekken over de ontwikkeling van medewerkers, - bij de ontwikkeling van de eigen competenties, - bij het maken van functiebeschrijvingen en vacatureteksten, - bij het samenstellen van een optimaal team, - bij de werving van nieuwe medewerkers, - en duidelijk niet als lijstje om mensen in een hokje te stoppen
“Belangrijk is dan het besef dat je ook uit je eigen systeem kunt stappen.”
Zorgboerderijen en knooperven Samen sta je sterker, zo bleek maar weer eens uit de workshop Verbreden en opschalen van Dr. Ir. Lydia Sterrenberg. Zorgboerderijen zijn boerderijen die worden ingezet om te voorzien in de behoefte aan zorg, en knooperven staat voor agrarische bedrijven waar ‘gewone’ burgers wonen en verantwoordelijkheid nemen voor beheer en onderhoud van de gronden. Het zijn twee van de projecten die als voorbeeld gebruikt werden in de
‘Er kwam veel energie los’
Karin van Doorn en Robert Verheule van LEF Futurecenter zorgden samen voor een goed en levendig verloop van de dag. Hoe hebben zij de Netwerkdag ervaren? Voor zowel Van Doorn als voor Verheule was het niet bepaald een dag als alle andere. Beiden viel het op dat onderwerpen en sprekers een behoorlijk abstract gehalte hadden, meer dan bij veel andere bijeenkomsten die ze in het Futurecenter hebben begeleid. Begrijpelijk, vindt Van Doorn: “Transities worden natuurlijk ook snel abstract. Je moet een flink uithoudingsvermogen hebben. Het gaat immers om veranderingen die lang duren en waarbij veel partijen bij betrokken zijn.” Verheule: “Het is ons duidelijk geworden dat je bij transities over de concrete problematiek heen moet kijken. Daardoor wordt het al snel abstract. Maar op het moment dat oplossingen concreet werden, zag je wel degelijk iets gebeuren. Er kwam dan veel energie los. Mensen werden daar echt duidelijk gelukkig van.”
workshop Verbreden en opschalen. Die workshop werd gegeven door Dr. Ir. Lydia Sterrenberg, werkzaam bij de Universiteit van Amsterdam. “In de workshop gaven enkele deelnemers hun visioen, hun droom, en werd gezamenlijk gekeken naar de mogelijkheden om die projecten op te schalen. Daarbij is het steeds van belang dat het project van niche niveau naar regime niveau gaat en in feite de bestaande orde wordt.” Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden, vertelt Lydia Sterrenberg. “Het kan goed zijn om het transitieexperiment in een andere context te herhalen, maar het is ook verstandig om soortgelijke experimenten te zoeken. Samen sta je sterker, je kunt dan aan ‘regime’ partijen laten zien dat het probleem dat jij ervaart algemeen is.” Een andere kwestie die boven kwam drijven is dat er vaak sprake is van meerdere regimes bij een project. Belangrijk is dan het besef dat je ook uit je eigen systeem kunt stappen en kunt shoppen bij die verschillende regimes, aldus Sterrenberg. De belangrijkste eye opener van de middag was volgens Sterrenberg als volgt: “Doen brengt ons verder, en dat ging zeker op in deze workshop.”
Mieke Oostra, TNO
Anja Boersma, Oersprong
“Deze dag in combinatie met het boekje is erg nuttig. Ik heb nieuwe, en voor mijn werk belangrijke mensen leren kennen. Ook mijn collega’s lezen het boekje. Bovendien kunnen ze gebruik maken van mijn nieuwe contacten.”
“Ik ben geïnteresseerd in diepgaande veranderprocessen. Het was erg interessant om te zien hoe er vanuit verschillende invalshoeken naar transities werd gekeken.”
6 De NetwerkKrant
28 no ve mb er 20 08
Online netwerken op de LinkedIngroep TransitieNetwerk Een van de vragen die tijdens de Netwerkdag 2008 speelde was hoe de wereld van innovatie en transitie dient om te gaan met netwerken in het algemeen en de Netwerkdag in het bijzonder. Daarom nodigt het TransitieNetwerk de deelnemers van de Netwerkdag 2008 en verder alle leden van het TransitieNetwerk uit om deel te nemen aan de LinkedIngroep Transitienetwerk. Binnen deze groep kunt u nieuwe contacten opdoen en bestaande contacten onderhouden. Verder kan hier online worden gediscussieerd over transities, systeeminnovaties en andere onderwerpen. De groep is verder een uitgelezen plek om vragen te stellen aan collega’s en experts. Wat is LinkedIn? LinkedIn is een virtueel netwerk waar wereldwijd inmiddels 25 miljoen mensen lid van zijn. Het belangrijkste doel van de site is om
mensen die hebben geregistreerd te laten profiteren van elkaars (zakelijke) netwerk. Het is dus nodig om je te registeren als deelnemer aan LinkedIn zelf. Dat is gemakkelijk en kosteloos: zie voor de instructies: www.linkedin.com. Eenmaal geregistreerd kan je in de zoekbalk boven aan de pagina zoeken naar de groep Transitienetwerk en je daar aanmelden. De directe link is http:// www.linkedin.com/e/gis/143811. Discussier mee! Als TransitieNetwerk willen we een levendig virtueel netwerk op LinkedIn opstarten. Vandaar dat we hier alvast drie stellingen als discussieonderwerp geponeerd. Wij nodigen u uit om hierop te reageren, of om hier uw eigen discussie op te starten. De TransitieNetwerkdag Grensverleggend Vernieuwen moet onveranderd blijven bestaan.
Klim op de virtuele zeepkist!
Een transitieprogramma moet nooit langer dan vier jaar duren.
De economische crisis brengt transitieversnellingen met zich mee
John Schraven, TNO
Cees van Straten, SenterNovem
“Op de netwerkdag is het mogelijk om met mensen te praten met werk met eenzelfde complexiteit. Een complexiteit waarmee in de eigen omgeving vaak moeilijk aansluiting te vinden is. Hier lopen veel mensen rond die de complexiteit omarmen.”
“Door deze dag ben ik er achter gekomen dat ik meer weet dan ik dacht, en graag meer zou willen doen. Verder denk ik dat deze dag nog beter kan worden als er meer bedrijven aanwezig zijn.”
Iedere transitie begint bij jezelf! Aan het eind van de Netwerkdag werden de work shopleiders gevraagd om, vanaf een flink uitgevallen zeepkist, hun belangrijkste conclusies te vertellen in de vorm van een slogan. Hier staan ze op een rij.
Management van de projectomgeving: Dat is vergelijkbaar met vissen naar goud Verbreden en opschalen: Over grenzen gaan (vreemd gaan) levert meer innovatie op Drijfveren achter weerstand: Ga op zoek naar je gezamenlijke passie Op zoek naar de regenboog: Investeren in mensen door een bestuurde gebouwde omgeving Competenties: wat moet je kunnen?: We lazen het boek, deden een plas en niets bleef zoals het was. Learning History: Learning history maakt leren mogelijk Kijk over de grens van jouw transitie: Iedere transitie begint bij jezelf Een transitieprogramma moet nooit langer dan vier jaar duren. De economische crisis brengt transitieversnellingen met zich mee
Adriaan van der Schans, Ministerie LNV “Een van de dingen die vandaag ter sprake kwam was dat transities altijd bij jezelf beginnen. In dat licht zou ik graag meer aandacht willen voor ervaringen, het echt doen. Praten lukt mij ook wel, maar het is belangrijk dat we drempels overgaan, juist op die punten waar we normaal blijven hangen.”
7 De NetwerkKrant
28 no ve mb er 20 08
Hoe nu verder? Met het oog op de toekomst worden alle deelnemers aan de Netwerkdag door het TransitieNetwerk uitgenodigd om deel te nemen aan de evaluatie van de Netwerkdag Grensverleggend Vernieuwen. Uw antwoorden zullen we gebruiken om van te leren, en om te kijken naar de vorm waarop we volgend jaar invulling geven aan het Netwerk. Graag invullen voor 5 december op www.transitiewerk.nl
Grensverleggend Vernieuwen: het boek Grensverleggend Vernieuwen: weerbarstige praktijken, met daarin tien verhalen over duurzame transities, de belemmeringen die daarbij worden tegenkomen en de oplossingen die voor die belemmeringen worden gezocht en gevonden, is een uitgave van het Transitienetwerk. De uitgave is nog altijd gratis na te bestellen bij SenterNovem. Kijk daarvoor op: www.transitienetwerk.nl
Colofon De NetwerkKrant 2008 is een uitgave van het TransitieNetwerk, naar aanleiding van de Netwerkdag Grensverleggend Vernieuwen op 18 november 2008 in LEF Futurecenter te Utrecht. Opdrachtgever: TransitieNetwerk, Arjan Klopstra (www.transitienetwerk.nl) Teksten en fotografie: Engbers & de Boers –Sterke verhalen. www.engbersendeboers.nl Vormgeving: Ontwerpbureau Wrik. www.wrik.com