DE INFORMATIE OP DEZE WEBPAGINA IS AFGESTEMD OP HET EDUCATIEVE CKV PROGRAMMA ´MACHTIGE LIEFDE` VAN PALEIS HET LOO. HET HEEFT ALS DOELSTELLING DE LEERLINGEN VMBO 3,4 EN HAVO 4 EEN HANDVAT TE BIEDEN BIJ HUN ONDERZOEK NAAR DE E LEEFOMGEVING EN DE LEEFWERELD VAN DE ADEL EN DE RIJKE BURGERIJ IN DE 17 EEUW. DE VETGEDRUKTE KOPJES HEBBEN ALS DOELSTELLING DE TEKST TE PLAATSEN IN HET THEMA MACHT EN LIEFDE.
1
Het oude Loo: In 1684 kocht
Stadhouder Willem III voor 90.000 carolusguldens het door een gracht omringde Huys Loo (het Oude Loo). Het kasteel lag midden op de Veluwe. Vooral de omliggende terreinen, waar zeer veel wild was, waren erg belangrijk voor de stadhouder. De vele sprengen en beken op de Veluwe zorgden voor vers drinkwater. Hij gebruikte Huys Loo als vakantiewoning wanneer hij wilde jagen op de Veluwe. De omgeving van de Veluwe bestond uit heuvelachtig terrein met zand, heide en destijds lage bebossing, waar zich groot en klein wild ophield. Door deze ligging werd voldaan aan de voorwaarden voor de aanleg van een vorstelijk gebouw dat vooral als jachtslot werd gebruikt. Als het echtpaar vanuit Den Haag naar het paleis wilde gaan, moest ze lang reizen. Ging de reis met de trekschuit van Den Haag tot Utrecht en vandaar per koets, dan duurde het 12 uren voordat ze bij Paleis Het Loo was. Ging de hele afstand vanaf Den Haag per koets, dan duurde de reis 25 uur.
JAGEN WAS BELANGRIJK VOOR DE ADEL EN ELITE. DOOR HET JAGEN ONTWIKKELDEN MANNEN VAARDIGHEDEN DIE ZIJ GOED KONDEN GEBRUIKEN IN DE OORLOG.
TOEN DE JACHT STEEDS MEER EEN SPORTIEF TIJDVERDRIJF WERD VAN DE ELITE, ONTSTONDEN ER OOK STEEDS MEER OMHEINDE WILDGEBIEDEN ZOALS BIJ
HET LOO.
2
PALEIS
EEN NIEUW JACHTHUIS. Het Loo lag aan de voet
van een aantal heuvels. Het bestaande huis was al snel te klein voor Willem III en zijn geliefde Mary II met hun hofhouding en jachtgasten. Daarom hebben Willem en Mary samen besloten een nieuw jachthuis ´Het Loo´ te laten bouwen. In 1686 was dit nieuwe jachthuis klaar voor bewoning. De bouwmeester die werd uitgekozen om de bouw uit te voeren, was de Hollander Jacob Roman. 6000 soldaten uit de omliggende garnizoenen hebben het grondwerk ter voorbereiding van de bouw gedaan. Het gebouw werd gemetseld met rode baksteen en moest er streng, strak en symmetrisch uitzien. Het Loo werd in 1692 alweer verbouwd. Het gebouw moest groter en statiger zijn, passend bij de status van Willem´s nieuwe titel: koning.
MYTHOLOGIE. Op de gevel waren versieringen te zien: beeldhouwwerk met
voorstellingen die met de jacht te maken hadden, zoals Diana, de mythologische godin van de jacht. In de Griekse en Romeinse oudheid waren de mythologische figuren en verhalen belangrijk in het dagelijkse leven. Ze vertelden over verschillende goden en welke bijzondere gaven zij hadden. Goden waren in alle opzichten beter dan mensen. Als een mens boven andere mensen uitstak dan stamde hij of zij beslist van een god of van een godin af. Deze goden stonden in de 17e eeuw opnieuw in de belangstelling. Zij werden door de vorsten gebruikt om status en macht te laten zien, maar ook liefde en vruchtbaarheid. Mythologie is veel gebruikt in de paleiszalen en in de tuinen. 3
S
YMMETRIE. Met veel plezier hebben Willem en Mary het huis en de tuin laten inrichten door Daniel Marot, een 24 jarige Fransman. Het paleis werd samen met de tuin symmetrisch aangelegd. Symmetrie wil zeggen: links is het spiegelbeeld van rechts. Het paleis en de tuin van Het Loo zijn als één geheel ontworpen. In de 17e eeuw werd er eerder breed dan hoog gebouwd; in de mooie omgeving op de Veluwe kwam het gebouw niet boven de bomen uit. Barokke gebouwen werden vaak gebouwd op plaatsen waar het bouwwerk nog mooier leek. Kasteel Versailles van de Franse Koning Lodewijk XIV was het voorbeeld voor vele Europese koningen; ook zij bouwden hun paleizen met pracht en praal en een rijke uitstraling en symmetrie.
Met hart en ziel hebben zij zich bezig gehouden met de inrichting van het huis en de beplanting van de tuin. Willem en Mary legden plantenverzamelingen aan. Vooral tulpen waren gewilde bloemen in de 17e eeuw en werden beschouwd als zeer bijzonder. De paleistuin is een formele tuin met perken en parterres. Dit zijn vakken, gemaakt met haagjes waarin met gras, bloemen, struikgewas, steenslag, schelpen of zand bepaalde figuren worden gevormd. De tuinen werden gebruikt voor ontvangsten en voor ontspanning. De tuininrichting liet zien hoe belangrijk de koning-stadhouder was. Er stonden veel tuinbeelden, vazen, fonteinen, en bomen die in piramidevormen gesnoeid waren. Dankzij de waterbronnen in de buurt konden in de tuinen fonteinen worden aangelegd. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de niveauverschillen van de beken en riviertjes die vanuit de heuvels van de Veluwe naar de IJssel en Rijn omlaag stroomden. De fonteinenbeelden lieten de status van de stadhouder zien.
4
DE BEWONING. Paleis Het Loo is ingedeeld met een hoofdgebouw boven een ´onderhuis´, een hal, een centrale trap en aan weerszijden van de trap twee appartementen met hun bijvertrekken. Het koningspaar Willem en Mary woonde in de appartementen links (west) en rechts (oost) van de grote wachtzaal, op de eerste verdieping van het middenhuis. Hier hadden ze hun eigen slaapkamer, kleedkamer en kabinetten. Op de begane grond was alleen de eetkamer van de vorst. De andere vertrekken waren bestemd voor de hovelingen. In de zijvleugels werkte het personeel (keuken, stallen, oranjerie).
SYMBOLIEK
……..
IN DE TOTALE AANLEG VAN HET HUIS,
DE TUINEN EN
DE VERDERE OMGEVING WAS VEEL SYMBOLIEK TE ZIEN.
EIGENLIJK IS PALEIS HET LOO ÉÉN GROOT HET LAAT DE RIJKDOM EN DE MACHT
SYMBOOL.
ZIEN VAN HET KONINGSPAAR MET AANDACHT VOOR DE INRICHTING
DE SYMBOLEN MOESTEN DE MACHT VAN DE VORST LATEN ZIEN MAAR OOK WAARDEN EN NORMEN. ER WERDEN OP MUREN ILLUSIONISTISCHE SYMBOLISCHE SCHILDERINGEN AANGEBRACHT. BIJVOORBEELD BEELDHOUWWERKEN, DIE NET ECHT LIJKEN. IN HET KUNSTWERK IS MEER BETEKENIS VERBORGEN DAN WAT ER TE ZIEN IS. SYMBOLIEK IS IN HET PALEIS TE ZIEN IN VERSCHILLENDE VOORWERPEN EN ONDERWERPEN ZOALS KLEDINGSTUKKEN, SIERADEN, DIEREN ETC.
DE
KIJKER ZAG DE SCHOONHEID IN EEN MOOIE SCHILDERIJ, KLEDINGSTUK OF MEUBEL MAAR KREEG TEGELIJKERTIJD OOK EEN VERHAAL TE ZIEN.
SYMBOLEN IN DE KUNST MOESTEN VERHALEN VERTELLEN, LATEN ZIEN WAT BELANGRIJK WAS; BIJVOORBEELD DE LEEUW ALS SYMBOOL VAN KRACHT.
SYMBOLEN VAN VORSTELIJKE MACHT ZIJN EEN SNOER PARELS WAS HET SYMBOOL VAN ZUIVERHEID EN HET ORANJEDE TROON EN KROON.
BOOMPJE STOND SYMBOOL VOOR DE FAMILIE VAN
WILLEM III,
DE
ORANJES.
5
Decoratie en beeldende kunst.
Het
paleis is rijk versierd met damasten wandbespanningen: dat is stof op panelen. Maar er hangt ook goudleerbehang en wandtapijten aan de muren. Bij de inrichting van het gebouw was de versiering een onderdeel van het totale ontwerp. Op muren en plafonds werden decoraties geschilderd. Zo zijn de deugden te zien in de bedkamer van Mary. Een deugd is een innerlijke schoonheid. De deugden werden in de 17e eeuw vaak afgebeeld als vrouwen; bijvoorbeeld vrouwe Justitia met haar attributen de blinddoek en de weegschaal. Grote schilderingen werden belangrijk. Zij hadden onderwerpen uit de bijbel, de klassieke oudheid (Grieken en Romeinen) en de mythologie. Hiervoor werd vooral gekeken naar de beeldhouwkunst van de oude Grieken en de Romeinen en de Renaissance. De kunsten gingen steeds meer op elkaar lijken: de architectuur werd meer beeldhouwkunst, de beeldhouwkunst ging meer lijken op de schilderkunst. Kunstenaars gingen verre reizen maken, vooral naar Italië en zorgden voor een verandering in smaak en stijl. Vooral schilderijen met figuren uit verre streken, dramatisch of paradijselijk, werden veel gevraagd. De onderwerpen die geschilderd werden veranderden in de loop van de 17e eeuw: naast religieuze afbeeldingen lieten ook koningen laten zich portretteren in staatsieportretten, portretschilderijen, in portretbustes of in een standbeeld. Ook de rijke burgers hebben geld voor het kopen van schilderijen. De kunstwerken hadden vaak een groot formaat, veel drukke afbeeldingen en kleur; het moest de kijker overdonderen, meeslepen of ontroeren. Het doel van de kunst was vaak propaganda maken voor een vorst of het geloof.
6
STATUS EN SYMBOLIEK.
Door zich met verschillende machtsattributen (voorwerpen) te laten portretteren kon Willem laten zien hoe belangrijk hij was. De hoogste Britse koninklijke onderscheiding, de ridderorde van de Kouseband kreeg Willem III van zijn oom Charles, de koning van Engeland. Deze koninklijke orde is op veel schilderijen te zien op Paleis Het Loo. De koningstadhouder liet zich schilderen van Willem III in ceremonieel gewaad met kroon, scepter, rijksappel en zwaard. Op een officieel schilderij of wandtapijt, vaak gemaakt ter ere van een speciale gelegenheid, stond vaak een familiewapen afgebeeld. Al in de middeleeuwen liet een ridder, omdat hij onherkenbaar was door zijn harnas, op zijn schild een motief maken; een (familie)wapen. Door dit herkenningsteken in heldere kleuren, was op grote afstand te zien wie vriend en vijand was en uit welke familie je afkomstig was. Willem III had als prins van Oranje ook een familiewapen. Het is samengesteld uit de wapens van de verschillende gebieden, die de leden van het Huis Oranje-Nassau in hun bezit kregen. Toen Willem III Koning van Engeland was geworden, voerde hij het wapen van dit koninkrijk. Om te laten zien dat hij geen Stuart-prins (het Engels vorstenhuis), maar een prins van Oranje was, is het Nassau wapen midden op het wapen aangebracht. Dit heet het hartschild. De twee dieren links en rechts van het wapen, de schildhouders, zijn de leeuw en de eenhoorn. De leefwereld en leefomstandigheden werden in één stijl of visie uitgedragen. De rijken lieten graag zien dat ze het goed hadden. Het familiewapen liet zien dat men in goeden doen was. Dit is ook te zien in de 17e eeuwse mode.
7
(MODE) VERSIERSELE
DE DAMESKLEDING ZOALS DIE AAN HET HOF VAN WILLEM EN MARY WERD GEDRAGEN WAS BEÏNVLOED DOOR DE HOFMODE VAN FRANSE KONING LODEWIJK XIV. HIJ HAD IN ±1660 SPECIALE HOFKLEDING VOORGESCHREVEN AAN ZIJN FAMILIE EN FAVORIETEN. ALLEEN MET ZIJN TOESTEMMING MOCHTEN ZIJ KANT OF ZILVER EN GOUDBORDUURSEL DRAGEN. IN DE NEDERLANDEN WERDEN NIET ALLEEN CEREMONIËLE KLEDING MAAR OOK BRUIDSKLEREN UITBUNDIG VERSIERD EN STRAALDEN DIE RIJKDOM EN ALLURE UIT. IN DE SCHILDERIJENGALERIJ VAN PALEIS HET LOO STAAN TWEE HAARDPOPPEN. ZE STELLEN WILLEM´S OUDERS IN BRUIDSKLEREN VOOR, WILLEM II EN MARY STUART. MARY STUART DRAAGT EEN JURK VAN ZILVERBROKAAT, BEZET MET EDELSTENEN. WILLEM II DRAAGT EEN ROODZIJDEN KOSTUUM DAT MET GOUDDRAAD GEBORDUURD IS. ZIJN HOED WAS AFGEZET MET EEN RAND VAN EDELSTENEN. IN DE 17E EEUW GAF DE BRUIDEGOM ZIJN BRUID NA DE HUWELIJKSNACHT EEN JUWEEL CADEAU. DIT NOEMDE MEN EEN MORGENGAVE. MARY STUART KREEG VAN WILLEM II EEN SNOER GROTE PARELS, EEN PRACHTIGE BROCHE EN EEN GOUDEN RING ALS HUWELIJKSGESCHENK. MARY II DROEG JURKEN DIE HAAR LANGER DEDEN LIJKEN. DEZE WAREN STATIG EN RIJK VERSIERD MET JUWELEN, KANT EN LINTEN. ONDER DE BOVENMOUW STAKEN STROKEN MET KANT UIT. DE MOOIE ONDERROK WERD ZICHTBAAR DOORDAT DE BOVENROK NAAR ACHTEREN TERUG GESLAGEN WERD. DE MANNEN DROEGEN IN DEZE TIJD EEN KOSTUUM DAT DE BASIS VORMT VOOR HET KOSTUUM DAT WE NU NOG KENNEN. DE JAS HAD EERST KORTE WIJDE MOUWEN. LATER LANGE MOUWEN MET OMGESLAGEN MANCHETTEN, DIE MET KNOPEN WERDEN VASTGEZET. DE KLEREN VAN FLUWEEL, ZIJDE EN BROKAAT HADDEN HELDERE KLEUREN, ZOALS ROOD, BLAUW EN GOUD. DEZELFDE STOFFEN EN KLEUREN KOMEN TROUWENS OOK IN DE INRICHTING VAN PALEIS HET LOO VEEL VOOR. IN DE TIJD VAN KONING-STADHOUDER WILLEM III RAAKTEN ENORME HAARDOSSEN, EN E DAARDOOR PRUIKEN IN DE MODE. AAN HET EIND VAN DE 17 EEUW WILDE MEN ER STATIG EN LANG UITZIEN. HET KAPSEL VAN DE VROUWEN WERD VERHOOGD DOOR HET KRULLENDE HAAR OMHOOG TE STYLEN. HIEROP WERD EEN MUTS VAN GESTEVEN GEPLOOID KANT SCHUIN NAAR VOREN OP HET HOOFD GEZET. DIT HEET À LA FONTANGE NAAR DE FRANSE GRAVIN VAN FONTANGE DIE TIJDENS EEN JACHTPARTIJ HAAR LOSGERAAKTE HAAR MET EEN KOUSEBAND OPBOND. VERSIERSELEN EN MODE HEBBEN TE MAKEN MET DE OMSTANDIGHEDEN WAARIN MENSEN LEVEN. MODE IS OOK AFHANKELIJK VAN BEROEP, LAND VAN HERKOMST, GODSDIENST EN NATUURLIJK OOK GELD.
8
GEBRUIKTE LITERATUURBRONNEN `MACHTIGE LIEFDE´: ¾
’T Konings loo, Van Prinselijk Ontwerp tot Koninklijk Paleis, J.M. van den Valk Bouman, den Haag, 1985 esso museumreeks deel 7.
¾
Het Loo:een paleis als museum: journaal van een restauratie, Adriaan Vliegenthart, Apeldoorn: stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum, 1999.
¾
Vermaak van de elite in de vroegmoderne tijd, Jan de Jongste, uliette Roding en Boukje Thijs, Hilversum, uitgevrij Verloren, 1999.
¾
De geschiedenis van de kunst: architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, red. Bernard S. Myers. Et al: medewerkers Edward LucieSmith et al: vert. uit het engels door Willem Oorthuizen – Alphen a/d Rijn: Atrium cop. 1986. Vert. van
¾
History of art. – Newnes Books, 1985
¾
Het Loo: bouw bebouwing en restauratie, Ac Kranenburg-Vos, Amersfoort: Bekking COP 1986
¾
De oranjes in een handomdraai;ABC van ons vorstenhuis, Reinildis van Dithuyzen, Amsterdam: Balans, 2002.
¾
Glorieuze Revolutie: de wereld van Willem en Mary, R. Bastiaanse, H. Bots, ´s- Gravenhage: SDU Uitgeverij, 1988.
¾
’T Konings loo, Van Prinselijk Ontwerp tot Koninklijk Paleis, J.M. van den Valk Bouman, den Haag, 1985 esso museumreeks deel 7.
¾
De stadhouders en hun familie/ einred. K.A. van den Hoek; hoofdred. Richard F. Kaan; fotoresearch Jeanette Schreuder; tekst Ans Herenius, Breda: Lekturama, cop 1991.
¾
Glorieuze Revolutie: de wereld van Willem en Mary, R. Bastiaanse, H. Bots, ´s- Gravenhage: SDU Uitgeverij, 1988.
¾
Tirions kostuumgids: westerse kledingstijlen van de vroege Middeleeuwen tot heden, Marian Conrads en Gerda Zwartjes, 5e dr. Baarn: Tirion, 1988.
¾
Mythologie voor dummies, Christopher W. Blackwell, Amy Hackney Blachwell, Amsterdam: Addison Wesley, cop. 2003.
¾
Willem en Maryhuizen en tuinen uit hun tijd, Stefan van Raaij en Paul Spies, de Bataafse Leeuw/D’arts, Amsterdam, 1988.
¾
Een deftig bestaan; het dagelijks leven van regenten in de 17de en 18de eeuw, Joop de Jong, uitgeverij Kosmos – Utrecht / Antwerpen.
¾
Hoe hoort het eigenlijk?, Amy Groskamp- ten Have, herzien door Reinildis van Ditzhuyzen, Becht: Haarlem, 1999.
9
A
C
E
Allegorie: een voorstelling waarbij mensen en/of dingen een begrip uitbeelden. Architectuur: bouwkunst. Attribuut: een voorwerp bij een afgebeeld persoon waaraan je hem of haar kunt herkennen
B
Contour: de omtrek, de begrenzing van een vorm.
D
Embleem: een in de 17e eeuw populaire kunstuiting; ´een praatje bij een plaatje´ met de bedoeling de mensen een wijze les voor te schotelen.
F
Genrestuk: schilderij met een al G dan niet gefantaseerd tafereel uit het dagelijkse leven. Gevel: voorzijde van een gebouw.
I
Barok: 17e eeuwse stijl met weelderige vormen, veel beweging en licht en donker. Borduursel: decoratie en/of voorstelling op stof geborduurd.
Decoratie: versiering. Decorum: waardige manier van voorstellen. Detail: een klein onderdeel van een geheel.
Fronton: driehoekige bekroning van een deur of venster.
Historiestuk: een schilderij met H een verhaal uit de bijbel, de mythologie of de geschiedenis. Horizontaal: evenwijdig aan de horizon.
Idealiseren: iets mooier maken dan het eigenlijk is. Illusionisme: een schilderij of een beeldhouwwerk dat precies lijkt op de werkelijkheid. Inscriptie: tekst uitgehakt in hard materiaal.
Klassiek: afkomstig uit de Griekse en Romeinse K oudheid. Klassieke oudheid: het Griekse en Romeinse verleden
10
Licht-donkercontrast: L tegenstelling van lichte en donkere kleuren of van licht en schaduw.
P
M
Portret: een afbeelding van een bepaald persoon. Pose: de houding van een model. Poseren: voor een kunstenaar zitten, liggen of staan om zich te laten portretteren. Putto: naakt kinderfiguurtje, vaak als engeltje of kleine liefdesgod.
S
R
Moment: weergave van een bepaald ogenblik van een verhaal of gebeurtenis, of het tijdstip dat wordt weergegeven. Monogram: naamteken, bestaat uit verbonden of gevlochten letters; meestal de beginletters van een naam. Mythologie: de verhalen van een volk over het ontstaan van de wereld en de goden.
Realistisch: zoals de zichtbare werkelijkheid, net echt. Reliëf: driedimensionaal werk, waarbij de vormen aan een vlak vastzitten en er meer of minder bovenuit komen of er verdiept in zijn aangebracht.
Sculptuur: beeldhouwwerk. Stijl: een bepaalde manier van vorm geven. Symbolisch: het kunstwerk betekent meer of wat anders dan het uiterlijk toont Symmetrie: twee helften zijn elkaars spiegelbeeld.
11