De grazende melkfabriek
‘… Natuuronderwijs in het basisonderwijs is situaties creëren waarin de leerlingen de kans krijgen om te ontdekken, te ervaren, te exploreren en al spelend te onderzoeken …’ ‘… In een door mensen geconstrueerde wereld kan men zich moeilijk een situatie voorstellen die niet in mindere of meerdere mate een technische dimensie bezit. Dit is ook de wereld waarin jonge kinderen opgroeien en waarop ze zowel mentaal als materieel greep willen krijgen …’ ‘… leren rekening houden met andere gezinsvormen dan het eigen gezin of in het eigen denken en handelen vormen van racisme en etnocentrisme leren onderkennen en vermijden …’ ‘… De kinderen verwerven inzicht en worden vaardig in het omgaan met de dagelijkse of cyclische tijd en met de historische of lineaire tijd, …’ Dit zijn enkele citaten uit de eindtermen voor het basisonderwijs rond natuur, techniek, ruimte, maatschappij, tijd, … Het is voor leerkrachten niet altijd eenvoudig om met hun leerlingen deze eindtermen te behalen. Met dit beeldmateriaal willen wij jullie op weg helpen. Duidelijk beeldmateriaal is moeilijk te vinden, maar is heel belangrijk. We leven nu eenmaal in een visuele cultuur, waar beelden langer blijven hangen dan woorden. Het bijbehorende lesmateriaal is zo opgesteld dat de leerlingen op een leuke en speelse manier leren werken met het beeldmateriaal en kennis opdoen over landbouw, het gezinsleven, de natuur, … Door realistische foto’s aan te bieden willen wij een waarheidsgetrouw beeld geven van onze landbouw. Zo kunnen de kinderen zien hoe het er in werkelijkheid aan toegaat. Een varkensstal is niet kleurrijk, een varken is niet felroze en mest heeft niet alle kleuren van de regenboog. Bekijk de foto’s met je leerlingen, steek je neus in de lucht en voor je het weet sta je al met je voeten in de aarde, op een echte boerderij.
Wat kan je zoal verwachten? BOER in BEELD bestaat uit verschillende themareeksen. Elke reeks behandelt een bepaald aspect van de boerderij, een bepaalde teelt of diersoort. Een fotoreeks bestaat uit de volgende elementen: • Tien tot vijftien basisfoto’s, gedrukt op hard karton op A4-formaat. Op de achterkant van deze foto’s vind je (voor)leesteksten, weetjes, opdrachtjes of zegswijzen. • Elke reeks bevat ook aanvullende foto’s die het thema verder uitdiepen. Deze foto’s hebben op de achterzijde een titel en een korte verwijzing naar de respectievelijke reeks. Op een indexfiche krijg je een overzicht van alle foto’s. • Een lesboekje met meer uitleg over de te behalen eindtermen/ontwikkelingsdoelen, enkele suggesties en voorstellen voor lessen en de nodige achtergrondinformatie over het thema. De fotoreeksen, aangevuld met extra werkblaadjes, knutselopdrachten, tekenprenten enz. vind je ook terug op de website www.boerinbeeld.be.
-3-
De grazende melkfabriek
Inhoud
‘Melk, de witte motor’ is een slogan die alom bekend is. En terecht, want niet voor niets hebben melk en zuivel een aparte plaats in de voedingsdriehoek. Melk bevat veel calcium. Dat zorgt voor een goede opbouw en onderhoud van onze botten. Om botontkalking te voorkomen is het belangrijk om van jongs af aan voldoende melk te drinken of melkproducten te eten. De koe is natuurlijk ook het meest fotogenieke en bekendste landbouwdier. Alle kinderen leren al heel jong het geloei van de koe na te bootsen.
Ontwikkelingsdoelen .................................................................................................................6 Aan de slag ................................................................................................................................8 Ideeënbus.................................................................................................................................13 Op de achtergrond, info voor de leerkracht ............................................................................14 Bronnen ...................................................................................................................................17 Colofon ................................................................................................................................... 20
In deze editie van Boer in Beeld bekijken we zowel de ‘producent’ van de melk, de koe, als ook de weg van de melk tot in de winkel van naderbij. Hoe leeft de koe op de boerderij? Hoe ziet een familie van koeien eruit? Hoe wordt de koe gemolken? Op al deze vragen en nog meer krijg je een duidelijk antwoord. Aan de hand van foto’s en verhalen krijgen de kinderen een duidelijk beeld van de koe en haar melk. Daarnaast zijn er een hele reeks activiteiten waarmee heel wat ontwikkelingsdoelen worden gehaald.
Pictogrammen Onderwijs/leergesprek
kringgesprek
zelfstandig werken
partnerwerk
groepswerk
luisteren
denken
zoeken
lezen
lijmen
knippen
meten
tekenen
-4-
-5-
Ontwikkelingsdoelen Wereldoriëntatie
Wiskundige initiatie
De kleuters 1.1 kunnen mensen, dieren en planten ordenen aan de hand van een eenvoudig, zelf gevonden criterium. 1.2 kunnen in verband met de voortplanting van mensen en dieren getuigen van het inzicht dat een levend wezen steeds voortkomt uit een ander levend wezen van dezelfde soort; dat de geboorte wordt voorafgegaan door een periode van gedragen worden door de moeder of door de ontwikkeling van het jong in een ei; dat de geboorte het verlaten van het moederlichaam of van het ei betekent. 1.6 kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel instaat voor het horen, zien, ruiken, proeven en voelen. 1.6 kunnen verschillen in vorm, geur, smaak, geluid, kleur en aanvoelen onderscheiden. 1.8 kunnen met hulp van een volwassene eenvoudige bronnen hanteren om meer te weten te komen over de natuur. 1.12 tonen een houding van zorg en respect voor de natuur. 4.2 kunnen in een concrete situatie het onderscheid maken tussen geven, krijgen, ruilen, lenen, kopen en verkopen.
De kleuters kunnen 2.1 handelend en verwoordend twee dingen op hun kwalitatieve eigenschap vergelijken. 2.2 dingen kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee gemeenschappelijke kenmerken.
Nederlands De kleuters kunnen 1.3 een voor hen bestemde mondelinge boodschap, ondersteund door beeld en/of geluid, begrijpen. 1.5 een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. 2.1 een voor hen bestemde mededeling, een verhaal, zo (her)formuleren dat de inhoud ervan herkenbaar overkomt. 2.5 iemand of iets beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of specifieke eigenschappen. 4.1 een ervaring, een verhaal weergeven door middel van visueel materiaal.
Muzische vorming De kleuters kunnen 1.1 hun visuele waarneming en beeldend geheugen versterken en vergroten door beeldelementen te herkennen. 1.5 impressies uiten in een persoonlijke, authentieke creatie en plezier scheppen in het zoeken en vinden. 2.1 klanken, geluiden, stilte en stemmingen in beluisterde muziek ervaren en herkennen. 3.1 eigen belevenissen, ervaringen, gedachten, gevoelens en handelingen verwoorden. 3.2 zich inleven in personages en dingen uit de omgeving en deze uitbeelden. 6.1 openstaan voor nieuwe dingen uit hun omgeving. 6.3 vertrouwen op hun expressiemogelijkheden en durven hun eigen expressiestijl te tonen.
-6-
-7-
Aan de slag
- Welke kleur heeft de koe? - Waar kan je melk kopen? …
Beelden die spreken
Je kan de foto’s onderverdelen in ‘De koe en haar familie’ en ‘Alles over melk’. Toon een foto en vraag of deze foto over de koe of over de melk gaat.
Algemeen doel De koe en haar familie
Alles over melk
In de wei
Mega-melktijd
Doelstellingen
Naar de stal
Melktank, een tankstation voor melk?
• • • • • •
Aan tafel
Van melk tot melkerij
Kennismaking met de koe en haar melk. Aandachtig leren kijken.
De kleuters kunnen plezier beleven aan activiteiten waardoor ze de wereld verkennen. De kleuters kunnen het verhaal van het dier begrijpen. De kleuters kunnen verwoorden wat ze zien. De kleuters kunnen vragen stellen over wat ze op de foto’s zien. De kleuters kunnen het verhaal van de koe en de melk weergeven door middel van de foto’s. De kleuters kunnen onder meer de volgende woorden begrijpen en gebruiken: koe, stier, kalf, loeien, melken, voeder,…
Rustig rusten Familiefoto In de wieg Ook de bijkomende (titelloze) foto’s kan je hiervoor gebruiken.
Materiaal
Slot
• Foto’s ‘De grazende melkfabriek’
Hang met de kleuters de foto’s per categorie op.
Lesverloop Introductie
De koeien in de stal en op de wei
De kleuters zitten samen met de juf in een kring. De juf vertelt dat ze enkele foto’s mee heeft van een dier dat op de boerderij woont. Laat de kleuters eerst raden over welk dier het gaat. Laat de kleuters verwoorden wat ze al weten over de koe.
Algemeen doel
Kern De juf legt de foto’s in de kring. Laat de kleuters even kijken. Een kleuter mag een foto uitkiezen en vertellen wat er op de foto te zien is. De kleuter mag weer gaan zitten. Stel de kinderen vraagjes zodat je straks de foto’s kan verdelen in een deel ‘De koe en haar familie’ en een deel ‘Alles over melk’. Enkele vraagjes: - Wat eet een koe en wat eten wij? - Wie kan er met de foto’s de weg tonen van de koe tot de melk in de fles? - Toon de ogen, neus, oren,… van de koe. Heeft die er evenveel als wij? - Hoeveel poten heeft de koe? En de mens? - Welk geluid maakt de koe?
-8-
De kleuters leren de koe en haar familie van dichterbij kennen.
Doelstellingen • De kleuters kunnen de koe beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of specifieke eigenschappen. • De kleuters kunnen twee dingen op kwalitatieve eigenschappen vergelijken. • De kleuters kunnen de koe en de mens kwalitatief vergelijken en samenbrengen op basis van één of twee gemeenschappelijke kenmerken. • De kleuters kunnen openstaan voor nieuwe dingen in hun omgeving. • De kleuters kunnen onder meer de volgende woorden begrijpen en gebruiken: koe, stier, kalf, loeien, melken, voeder, uier, poten, spenen…
-9-
Materiaal
Materiaal
• Foto’s ‘De grazende melkfabriek’, deel ‘De koe en haar familie’ • Foto’s van andere koeienrassen (zie website)
• • • •
Lesverloop Introductie De kleuters zitten samen met de leerkracht in een praatkring. Laat de kleuters nog eens de foto’s zien en vertel hen het verhaal van elke foto. Kern De juf legt de foto’s in de kring. Laat de kleuters even kijken. Een kleuter mag een foto uitkiezen en vertellen wat er op de foto te zien is. De kleuter mag weer gaan zitten en de juf verbetert waar nodig. Na het voorlezen worden de moeilijke woorden uitgelegd. Toon de foto en stel er enkele vraagjes over: Wat is de koe hier aan het doen? Hoe heten de papa, de mama en het kindje? Welk geluid maakt de koe? Wat eet de koe?... Dit doe je met alle foto’s. Optie: toon hen de foto’s van de andere runderrassen. Bij de mensen heb je blanke, zwarte, bruine… mensen en bij de koeien heb je ook andere soorten koeien. Slot Als alle foto’s besproken zijn, mogen de kleuters vertellen wat ze het leukst vinden aan de koe en waarom ze het een leuk dier vinden.
Melk is goed voor elk
Foto’s ‘De grazende melkfabriek’, deel ‘Alles over melk’ Verpakkingsmateriaal van melkproducten en andere voedingsproducten Enkele melkproducten om te proeven Blinddoeken
Lesverloop Introductie De kleuters zitten samen met de leerkracht in een praatkring. Laat de kleuters de foto’s zien en laat hen verwoorden wat ze erop zien. Laat hen hun eigen ervaringen met melkproducten verwoorden. Kern De juf vertelt het verhaal dat bij elke foto hoort. Stel vraagjes over de foto’s en laat de kleuters antwoorden. Laat hen de weg van de melk beschrijven. Blinddoek om beurten een kleuter, die mag proeven van een melkproduct. Laat hen raden wat het is. Leg een hele hoop verpakkingen in het midden van de kring en laat de kinderen er de verpakkingen uithalen die van het product afkomstig zijn. Sorteer de producten volgens de criteria ‘afkomstig van melk’ en ‘niet afkomstig van melk’. Hoe kan je de melkproducten nog sorteren? Yoghurts/kazen/boter, om te drinken, om te smeren, om te eten,… Houd enkel de juiste verpakkingen over en plaats die dan in het winkeltje. Slot Laat de kinderen om beurten verwoorden welk melkproduct ze het liefste eten.
Algemeen doel De kleuters kunnen de herkomst van melk en van melkproducten verwoorden.
Doelstellingen • De kleuters kunnen een dier beschrijven volgens kleur, vorm, grootte of specifieke eigenschappen. • De kleuters kunnen melkproducten ordenen aan de hand van eenvoudige, zelf gevonden criteria. • De kleuters kunnen hun eigen ervaringen verwoorden. • De kleuters kunnen verwoorden waar melk vandaan komt. • De kleuters kunnen begrijpen dat melk een oorsprong heeft. • De kleuters kunnen openstaan voor nieuwe dingen in hun omgeving.
- 10 -
Gezond boerenverstand aan zet Algemeen doel Evalueren wat de kleuters hebben geleerd.
Doelstellingen • De kleuters kunnen plezier beleven aan activiteiten waardoor ze de wereld verkennen. • De kleuters kunnen onder meer de volgende woorden begrijpen en gebruiken: kalf, stier, koe, loeien, melkmachine, speen, voeders, uier…
- 11 -
• De kleuters kunnen bij zichzelf aangeven welk lichaamsdeel instaat voor het horen, zien, ruiken, proeven en voelen. • De kleuters kunnen zich inleven in dingen uit de omgeving en deze uitbeelden. • De kleuters kunnen tegen hun verlies.
Ideeënbus
Materiaal
- Een uitstap naar een echte boerderij kan de leerlingen helpen om zich alles levendiger voor te stellen. ‘Met de klas de boer op’ is een project van de provincie West-Vlaanderen. Een zestigtal boerderijen wordt begeleid, gevormd en ondersteund voor het ontvangen van kinderen op de boerderij. Met je klas kan je ook een subsidie krijgen. Meer informatie over deze subsidie en over de adressen van de boerderijen vind je op www.metdeklasdeboerop.be. - Ga eens met de kleuters naar de winkel en koop er allerhande melkproducten. Ga daarna naar de boerderij en zoek de oorsprong van het gekochte product. Je kan als afsluiter een gerecht maken met melk of met een melkproduct. - Proeven van melkproducten. Je kan een verkiezing van het lekkerste melkproduct houden. - Maak in de turnles een wasmachine (hindernisparcours) voor de kinderen. Ze zijn koeien die moeten gewassen worden omdat ze heel erg vuil zijn. - Maak koeienmaskers. - Hang in de verkleedhoek pakken van koeien. - Maak een maïsbak in plaats van een zandbak. Zet er een weegschaal en schalen bij zodat de kinderen kunnen meten en wegen. - Bekijk op de website de leuke werkblaadjes die je kan gebruiken in contractwerkjes. - …
• Foto’s ‘De grazende melkfabriek’ • Groene en rode kaartjes • Een prijs voor de kleuters (boerderijdiploma, een glas melk,…)
Lesverloop Introductie De kleuters zitten in de kring en krijgen elk een groen en een rood kaartje. De juf vertelt hen dat ze vraagjes zal stellen. Als het juist is, mogen de kleuters een groen kaartje in de lucht steken, als het fout is een rood. Je kan ook raadseltjes gebruiken, doe-opdrachtjes,… Kern
Enkele ideetjes om dit thema verder uit te diepen
Zorg ervoor dat je voldoende vragen hebt om de quiz te spelen. Maak de vragen niet te moeilijk. Steek er af en toe ook een grappige vraag in. Voorbeelden: - Ik ben rond, heb vier spenen en hang tussen de benen van de koe: uier. - De koe is een klein diertje: juist of fout? - Melk is niet gezond: juist of fout? - Ik ben de man van de koe en klink als ‘mier’: stier. - Een koe die blaft: juist of fout? - Een koe heeft vier poten: juist of fout? Slot Zet de klas terug in orde en reik de prijs uit.
- 12 -
- 13 -
Op de achtergrond, info voor de leerkracht Het rund algemeen Op de boerderij vind je voornamelijk vleesvee of melkvee. Er bestaan ook nog dubbeldoelrassen; dit zijn runderen die zowel voor het vlees als voor de melk gekweekt worden. Vleesvee is erg gespierd en ziet er dik uit, terwijl melkvee er mager uitziet. Voor elk doel bestaat er een type rund. Onder het vleesvee is het Belgische witblauwe ras een topper en onder het melkvee spant de Holsteiner-Friesian de kroon. Runderen krijgen meestal horens, zowel de stieren als de koeien. Maar omdat het veiliger is voor de landbouwer en voor de dieren zelf worden die horens van jongs af aan afgebrand of met een pasta ingesmeerd zodat ze niet meer groeien. Een stier heeft meestal een neusring in zijn neus. Door die neusring kan de boer de stier makkelijker in toom houden. Dat is nodig, want jaarlijks zijn er boeren die gewond raken of sterven na een aanvaring met hun stier.
Om de melk te kunnen gebruiken moet de landbouwer zijn koe melken. Vroeger gebeurde dat met de hand, maar tegenwoordig met een melkmachine. Het nieuwste van het nieuwste is de melkrobot. Om te beginnen melken brengt de landbouwer zijn koeien naar de stal. Daar wachten ze tot ze naar de melkput mogen. De melkput is letterlijk een put met daarrond plaatsen waar de koeien in staan. De landbouwer staat in de put. Daardoor staan de koeien op een gepaste hoogte om gemolken te worden. Zo hoeft de landbouwer zich niet telkens te bukken om aan de uier te kunnen om te melken. Er komen zes tot tien koeien binnen (naargelang hoeveel plaats er is). De landbouwer sluit het hek zodat de koeien niet weg kunnen. Hij veegt eerst de spenen van de uier schoon en melkt even met de hand. Zo kan hij zien of er melk uitkomt en of er niets mis is met de spenen. Dan brengt hij het melkstel aan de uier aan. Het melkstel bootst het zuigen van een kalfje na, waardoor de koe haar melk lost. Terwijl de ene koe al gemolken wordt, begint de landbouwer aan de volgende, tot alle koeien in de melkput een melkstel aanhebben. Wanneer een koe helemaal gemolken is, wordt het melkstel automatisch van de uier getrokken. De landbouwer dipt dan de spenen in een speciaal product dat een vliesje over de spenen legt. Dat vliesje zorgt ervoor dat vuil en bacteriën minder snel in de speen kunnen komen. Het zorgt er ook voor dat de spenen zacht zijn, zodat de landbouwer ze beter kan afvegen en het dier geen kloven krijgt. De melk verdwijnt via een buizenstel naar de melktank. Daar wordt ze gekoeld. Om de twee à drie dagen wordt de melk opgehaald met een vrachtwagen, die ze naar de melkerij brengt. Daar wordt de melk verwerkt tot allerhande melkproducten of wordt ze in flessen gebotteld.
De koe en haar magen Typisch voor runderen (en alle herkauwers, trouwens) is dat ze vier magen hebben. Die hebben ze nodig om hun voedsel te kunnen verteren. Wetenschappers nemen aan dat dit komt omdat herkauwers die in het wild leven zoveel mogelijk gras in één keer aten. Gras staat meestal in open vlaktes en daardoor zijn grazende dieren kwetsbaarder voor roofdieren. Wanneer ze voldoende gegeten hadden, gingen ze op een beschutte plek gaan liggen om het eten stukje bij beetje terug op te hoesten en dan pas te gaan kauwen en verder te laten verteren. Dit proces heet herkauwen. Het gras wordt opgeslagen in de pens. Als het rund op haar gemak ligt, boert ze brokjes gras op om die dan volledig te kauwen. Die brokjes gras worden gemaakt in de netmaag. Na het kauwen slikt het rund die opnieuw door en belanden ze in de boekmaag. Die heeft een heleboel plooien, net als bladzijden van een boek. Vandaar de naam boekmaag. In de boekmaag wordt al het vocht aan het gras ontrokken. Dan komt het voedsel in de lebmaag terecht. Die werkt een beetje zoals een menselijke maag.
De koe en haar melk Net zoals alle vrouwelijke zoogdieren produceert een koe melk om haar kalfjes groot te kunnen brengen. Wij mensen hebben ontdekt dat die melk eigenlijk best lekker is om te drinken en dat je er allerhande melkproducten mee kan maken. Mensen zijn runderen gaan kweken ofwel voor het vlees ofwel voor de melk (zie ‘Het rund algemeen’).
- 14 -
De koe en haar oormerk Elk rund dat je in de wei ziet staan, heeft aan elk oor een oormerk. Ten laatste zeven dagen na de geboorte krijgt een kalf een oormerk met daarop het Sanitelnummer. Dat nummer bestaat uit verschillende delen. Bovenaan vind je bijvoorbeeld BE 2 3205. De BE staat voor België, de 2 is een controlegetal en 3 is het provinciecijfer. Onderaan zie je een groot cijfer staan, bijvoorbeeld 7893. Dit is het werknummer waarmee het dier wordt geïdentificeerd. Bij zo’n nummer hoort een paspoort. Daarop kan je lezen wanneer het dier geboren is, wie de eigenaar is, welk type dier het is, wie de moeder is, welk haarkleed het heeft (bijvoorbeeld rood, zwartbont, roodbont,…), gegevens over de overnemers, het bloedonderzoek,… ‘Waarom is dit nodig?’ zou je denken. Wanneer op een bedrijf bijvoorbeeld de gekkekoeienziekte uitbreekt, een gevaarlijke ziekte die kan overgedragen worden op de mens, kan men nagaan vanwaar de dieren komen. Stel dat de landbouwer de week ervoor een besmet rund heeft gekocht bij een andere boer. Via het oornummer en het paspoort kan men dan controleren van welke landbouwer de koe komt. Dan kan men nagaan of er bij die boer nog andere runderen besmet zijn. Het Sanitelnummer gaat mee tot na het slachten. Als er besmet vlees verkocht wordt, kan men via dit nummer achterhalen waar het dier vandaan komt en de oorzaak van de besmetting achterhalen. Het is een hele rompslomp voor de landbouwer, maar het draagt bij tot de volksgezondheid.
- 15 -
De koe en haar kalf Om melk te kunnen geven moet de koe eerst een kalfje krijgen, en daarvoor moet ze eerst bevrucht worden. Daar komt meestal geen stier aan te pas. De landbouwer kiest uit een catalogus het sperma van een stier die het best bij zijn koe past. Het centrum dat dit verkoopt, kiest de beste dieren uit met bepaalde goede eigenschappen (goede poten, goede uier, goede melkproductie, goede kalveren,…). Wanneer een stier zijn sperma heeft afgeleverd, wordt dit verdund en in rietjes gedaan. Die rietjes worden bewaard in vloeibare stikstof, waardoor ze diepgevroren zijn (-175°C) en het sperma heel lang vitaal blijft. Een centrum waar dit gebeurt, heet een KI-centrum. KI staat voor kunstmatige inseminatie. Wanneer het tijd is om de koe drachtig te maken, ledigt de landbouwer of de veearts een ontdooid rietje met sperma van een stier in de koe. Ongeveer negen maanden later wordt het kalfje geboren. Een kalf weegt bij de geboorte ongeveer 40 kg. De koe likt het kalfje helemaal af als ze daartoe de kans krijgt. Na enkele uren kan het kalf al stappen en kan het de biestmelk drinken. Biest of colostrum is de eerste melk die gevormd wordt als de koe bevallen is. Biest is dikker en geler dan gewone melk en bevat veel afweerstoffen. Een kalf dat net geboren is, heeft nog geen eigen afweer, dus is het heel belangrijk dat het biestmelk drinkt. Daarna mag het kalfje enkele dagen of weken in een kalverhutje wonen, waar het voldoende melk krijgt. Een kalf wordt een jaar lang een kalf genoemd. Na een jaar krijgt het de naam ‘pink’. Vanaf 12 tot 18 maanden is het dier geslachtsrijp. Wanneer het drachtig wordt, krijgt het de naam ‘vaars’. Na de geboorte heet de vaars een koe. Een stierkalf blijft een stier, tenzij hij gecastreerd wordt; dan is hij een os.
Bronnen Op de website kan je werkblaadjes en bijkomende foto’s downloaden en bestellen. Surf naar www.boerinbeeld.be.
Websites www.onthaalopdeboerderij.be www.plattelandsklassen.be www.grasspriet.be www.vilt.be www.hetvirtueleland.be www.lessenpakket.be www.zuivelonline.nl www.metdeklasdeboerop.be www.melk4kids.be
Nuttige adressen Provinciehuis Olympia Landbouweducatie Koning Leopold III-laan 66 8200 Sint-Andries
[email protected] T 050 40 71 69 Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingsinstituut voor Land- en Tuinbouw (POVLT) Ieperseweg 87 8800 Beitem/Rumbeke www.povlt.be T 051 27 32 00
- 16 -
- 17 -
Weetjes • Je kan allerhande lesmateriaal gratis lenen in de provinciale uitleendiensten landbouweducatie. Om te weten waar er een uitleendienst in je buurt is, surf je naar www.onthaalopdeboerderij.be. Je vindt er alle adressen en een overzicht van het beschikbare lesmateriaal. • Breng ook eens een bezoek aan een boerderij. In de brochure ‘Met de klas de boer op’ vind je zeker een boerderij in je buurt. Via de website onthaalopdeboerderij (zie websites) kan je de folder verkrijgen. Ook via
[email protected] vind je bijkomende informatie. • Via www.vilt.be krijg je actuele informatie en de laatste nieuwtjes over de landbouw. De website heeft ook een educatief luik, waar je lesmateriaal kan downloaden. • Plattelandsklassen vzw heeft een aantal Grassprietjes uitgewerkt over bepaalde dieren. Je kan ze gratis downloaden op hun website (zie hierboven). • Plattelandsklassen vzw heeft een uitgebreide lesbundel voor kleuters uitgewerkt over boerderijdieren, ‘Vlekje op vier poten’.
- 18 -
- 19 -
Dit lesmateriaal is ontwikkeld door WAVI vzw (erkend centrum voor landbouweducatie) in samenwerking met de Provincie West-Vlaanderen.
Voor algemene informatie over ‘Boer in Beeld’: Landbouweducatie Provinciehuis Olympia Koning Leopold III-laan 66 8200 Sint-Andries T 050 40 71 69 E
[email protected]
Colofon Redactie: Griet Dewaele, Bart Verhaeghen, Nele Dejonckheere Opmaak: Grafische Dienst, Provincie West-Vlaanderen Reclamebureau Magenta, Brugge Foto’s: Peter Cardoen, www.petercardoen.be Speciale dank aan: De familie Steven Rammant, Gino Nollet en Luc Dejonckheere voor de gastvrijheid om foto’s te mogen nemen op hun bedrijf Mia Verstraete, tekstchirurg, voor het vervolmaken van de eindteksten Isabelle Vuylsteke (Provinciaal Onderzoeks- en Voorlichtingsinstituut voor Land- en Tuinbouw) voor de inhoudelijke steun.
Meer info over de verschillende initiatieven van de provinciale dienst landbouweducatie vind je terug op de website www.onthaalopdeboerderij.be. Tekst en beeld van dit lespakket zijn uitsluitend bestemd voor gebruik in het onderwijs. Bij gebruik door uitgevers en andere organisaties, is vooraf schriftelijke toestemming nodig van de eigenaar van deze tekst en beelden: Provinciebestuur West-Vlaanderen, Provinciehuis Olympia, Koning Leopold III laan 66, 8200 Sint-Andries.
- 20 -
- 21 -
- 22 -