Inspectierapport KDV De Melkfabriek (KDV) Ridderschapstraat 4 3512CP UTRECHT Registratienummer 178719961
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GG&GD Utrecht UTRECHT 10-01-2014 Onderzoek na registratie Definitief 13-02-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen....................................................................................................... 7 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 9 Ouderrecht ....................................................................................................................10 Inspectie-items ..................................................................................................................12 Gegevens voorziening .........................................................................................................18 Gegevens toezicht ..............................................................................................................18 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................19
2 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd onderzoek na registratie. Beschouwing Kinderdagverblijf (KDV) De Melkfabriek heeft twee vestigingen in Utrecht. Zij bieden opvang aan kindjes vanaf tien weken tot vier jaar. KDV De Melkfabriek Ridderschapstraat is afgelopen september geopend. Het KDV bevindt zich in een karakteristiek oud gebouw met moderne voorzieningen. Het KDV bestaat op dit moment uit één groep van maximaal 16 kinderen en zal vanaf maart een tweede groep openen van maximaal 12 kinderen. Er is een grote buitenspeelplaats aanwezig van ongeveer 300m2. Inspectiegeschiedenis: De laatste inspectie was een incidenteel onderzoek in oktober 2013 naar aanleiding van een wijziging in het kindaantal, van 16 naar 28 kinderen. Er zijn voldoende vierkante meters binnenen buitenspeelruimte voor de uitbreiding van het kindaantal. Voortgang: De aanleiding van dit onderzoek is een inspectie na opening, ongeveer drie maanden na het starten van de kinderopvang. Deze inspectie heeft onaangekondigd plaatsgevonden. KDV De Melkfabriek voldoet aan alle kwaliteitseisen bij en krachtens de Wet Kinderopvang.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens het inspectiebezoek heeft een observatie plaatsgevonden op vrijdag 10 januari, tijdens het lunchmoment en vóór het middagslaapje op één verticale groep, de Flesjes. Tijdens de observatie is naar voren gekomen dat de in het pedagogisch beleidsplan omschreven werkwijze in de praktijk wordt gebracht. Dit komt onder meer tot uiting in het feit dat er veel individuele aandacht wordt besteed aan de kinderen door de pedagogisch medewerkers. KDV De Melkfabriek hanteert een algemeen pedagogisch beleidsplan, waarin het binnen de organisatie geldende beleid verwoord is. De locatie heeft tijdens de inspectie één stamgroepsruimte van max. 16 kinderen in gebruik en zal vanaf maart 2014 een tweede stamgroepsruimte openen op de eerste verdieping.
Pedagogisch beleid Beroepskrachten op hoogte beleid: Tijdens het interview met de beroepskrachten blijkt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan. Dit kwam ook tot uiting tijdens de observatie op de groep: er werd aandacht aan ieder kind afzonderlijk gegeven. Verlaten stamgroep In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven bij welke activiteiten de stamgroep verlaten wordt. Groepen De houder heeft de opvang zo georganiseerd, dat de groep nooit groter is dan 16 kinderen. Ondersteuning In het pedagogisch beleidsplan staat beschreven op welke manier beroepskrachten worden ondersteund door invalkrachten. Achterwacht De achterwachtregeling is zodanig ingericht, dat er altijd een volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten in het kindercentrum aanwezig kan zijn bij calamiteiten. Verder geeft KDV De Melkfabriek aan altijd een leidinggevende of assistent-leidinggevende op locatie te hebben als er maar één pedagogische medewerker aanwezig is. Wenbeleid In het pedagogisch beleidsplan gaat de houder in op het wenbeleid. Daarnaast is het mogelijk om extra dagdelen af te nemen. Conclusie Op basis van de bovenstaande bevindingen is geconstateerd, dat het pedagogisch beleidsplan voldoet. Voorwaarde 7: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio is niet beoordeeld omdat er altijd meer dan één beroepskracht in het pand aanwezig is. Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek heeft een observatie plaatsgevonden op de groep De Flesjes binnen KDV De Melkfabriek. Er waren 16 kinderen aanwezig in een verticale groep met drie pedagogisch 4 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
medewerkers (PM'ers). Naar aanleiding van het interview met een PM'er blijkt dat de houder er voor zorgt dat zij voldoende op de hoogte zijn van het pedagogisch beleidsplan.
Emotionele veiligheid Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep De dagindeling verloopt via een vast stramien, hetgeen de kinderen houvast biedt. Het welbevinden van de kinderen is goed. Dit blijkt uit het feit dat de meeste kinderen ondernemend, energiek en vol aandacht zijn. De kinderen hebben plezier met elkaar. bijv. aan tafel wordt er gezellig met elkaar gekletst. Als de oudste kindjes zich gaan verkleden vóór hun slaapje, zitten ze op een mat, leuk samen te spelen. De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen De PM'ers zijn veel met de kinderen en baby's in gesprek. De kinderen worden zoveel mogelijk op ooghoogte aangesproken. De pedagogisch medewerkers leggen de kinderen steeds uit wat er staat te gebeuren. Als de kinderen klaar zijn met eten vertelt de PM'er dat zij eerst gaan opruimen en daarna de kinderen hun middagslaap gaan doen. Beroepskrachten laten respect zien voor ieder kind, ieder kind krijgt een eerlijke behandeling. Alle kinderen moeten aan tafel blijven wachten, ook die geen zin hebben, voordat ze in bed worden gestopt. Beroepskrachten reageren op signalen van de baby. Bijv. tijdens een verschoonmoment zoekt de baby oogcontact met de PM'er, de PM'er reageert hierop en gaat lacherig brabbelen samen met de baby. Een ander voorbeeld, tijdens het eetmoment ligt een baby op een mat te spelen, een PM'er gaat even naar de baby toe, kietelt hem en vraagt of alles goed gaat. Het schema voor slapen wordt, als nodig is, afgestemd op individuele behoeften van alle kinderen. Dit is mogelijk binnen KDV De Melkfabriek omdat er extra bedjes aanwezig zijn. Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen Kinderen worden waar mogelijk op hun zelfstandigheid aangesproken. Bijvoorbeeld de oudere kinderen worden gestimuleerd zelf hun kleren uit te trekken voordat zij gaan slapen. Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen Tijdens een verschoonmoment wordt er niet alleen functioneel schoongemaakt maar heeft de PM'er oogcontact en maakt geluidjes met de baby. Er wordt met regelmaat waardering voor de kinderen uitgesproken. Door het geven van complimentjes wordt het positief zelfbeeld versterkt. Bijvoorbeeld een PM'er gaat met een aantal kinderen oefenen met plassen, zij geeft hen complimentjes als zij op de w.c. zitten. Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes actief aan. Kinderen worden uitgenodigd om met elkaar te spelen. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk Men hanteert heldere regels op het kinderdagverblijf. Bijv. de oudere kinderen moeten op een mat zitten in de groepsruimte voordat zij naar bed mogen. Conclusie Op basis van de observatie is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk voldoet. 5 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Gebruikte bronnen: • Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (september 2013 ingevuld) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Interview met houder en • locatieverantwoordelijke) • Interview anderen (Interview met pedagogisch medewerker) • Observaties (Groep De Flesjes) • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan
6 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn zowel de pedagogisch medewerkers als het kantoorpersoneel gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Eveneens is binnen dit domein gekeken of de voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Opvang in groepen Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio Naam groep De Flesjes De Pakjes
Maximale groepsgrootte 16 12
Leeftijdsopbouw 0-4 0-4
Aantal beroepskrachten 3 2
Voorwaarde 3. Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode. In KDV de Melkfabriek is op dit moment nog maar één groep open. De houder is op de hoogte van deze regeling. Voorwaarde 4. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. KDV de Melkfabriek heeft vanaf maart 2014 pas twee groepsruimtes. Dit zal in de volgende inspectie beoordeeld worden. Gebruikte bronnen: • Verklaringen omtrent het gedrag (De houder heeft kopieën nagestuurd) Diploma's beroepskrachten (De houder heeft kopieën nagestuurd) • • Presentielijsten (Presentielijsten van de maand december en begin januari) • Personeelsrooster (roosters van de maand december)
7 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. Ook is binnen dit domein gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Het vierogenprincipe is in de praktijk gecontroleerd op uitvoering en beleid. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De Risico-inventarisatie is gemaakt op 16-1-2014 door de leidinggevende van KDV de Melkfabriek Ridderschapstraat. Voorwaarde 5. De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. Dit is niet beoordeeld omdat er nog geen ongeval heeft plaatsgevonden.
Vierogenprincipe De houder zorgt ervoor dat alle beroepskrachten en beroepskrachten in opleiding bij hun werkzaamheden gezien en gehoord kunnen worden door een andere volwassene. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een grote open ruimte met veel raampartijen en in de slaapkamer deuren zitten ook ramen. Verder bevinden de verschoonruimtes zich in de groepsruimte. Gebruikte bronnen: • Risico-inventarisatie veiligheid (door de leidinggevende gemaakt op 16-1-2014) Risico-inventarisatie gezondheid (door de leidinggevende gemaakt op 16-1-2014) • • Actieplan veiligheid (door de leidinggevende gemaakt op 16-1-2014) • Actieplan gezondheid (door de leidinggevende gemaakt op 16-1-2014) Ongevallenregistratie • • Huisregels/groepsregels • Meldcode kindermishandeling
8 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Accommodatie en inrichting Binnen dit domein zijn zowel de binnen- als de buitenruimte beoordeeld. Hierbij gaat het om het aantal vierkante meters beschikbaar per kind en de inrichting van de ruimten. Binnenruimte Binnenruimte Naam stamgroep De Flesjes De Pakjes
Oppervlak (m2) 56 42
Aantal kinderen 16 12
Op dit moment is er één groep open, de Flesjes. De houder geeft aan in maart de tweede groep te openen. Buitenspeelruimte Kdv De Melkfabriek beschikt over een buitenruimte van 300m2. De ruimte is goed ingericht en er is voldoende ruimte voor verschillende activiteiten. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (september 2013 ingevuld) • Observaties (Groep De Flesjes)
9 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Ouderrecht Binnen dit domein is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert inzake het beleid. Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum. Informatie De houder informeert de ouders via een informatieboekje, de website, een intakegesprek en telefonisch. De informatie is actueel. De houder plaatst de inspectierapporten op de eigen website. Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld, De houder heeft voor dit kindercentrum een oudercommissie ingesteld, bestaande uit vier leden. De oudercommissie is per 1 januari aangesteld. Omdat zij net aangesteld zijn, kunnen vw. 11 t/m 13 (zie hieronder) niet beoordeeld worden. Vw. 11: De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Vw. 12: De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. Vw. 13: Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. Klachten vw. 4 t/m 7 en vw. 11 en 12 (zie hieronder): zijn niet beoordeeld omdat KDV De Melkfabriek Ridderschapstraat pas sinds enkele maanden geopend is. Er zijn in deze periode geen klachten binnen gekomen. Bij de volgende inspectie zal dit onderdeel verder beoordeeld worden. Vw. 4: De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. Vw. 5: De houder leeft geheimhoudingsplicht na. Vw. 6: De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. Vw. 7: De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. Vw. 11: De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. Vw. 12: De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. Gebruikte bronnen: • Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (september 2013 ingevuld) • Vragenlijst oudercommissie (januari 2014 ingevuld door de OC) Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Interview met houder en • locatieverantwoordelijke) • Reglement oudercommissie (niet ondertekend exemplaar gezien tijdens inspectie) • Informatiemateriaal voor ouders Website • • Klachtenregeling 10 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
•
Klachtenregeling oudercommissie
11 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
12 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.50 lid 2 en 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo speodig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld. (art 1.59 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden. (art 1.59 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden. (art 1.59 lid 2 sub b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden. (art 1.59 lid 2 sub c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie. (art 1.59 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie. (art 1.59 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
16 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid. (art 1.58 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De leden worden gekozen uit en door de ouders. (art 1.58 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. (art 1.58 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
17 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Vestigingsnummer KvK Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : : :
KDV De Melkfabriek http://www.kdvdemelkfabriek.nl 000027497704 28 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kinderdagverblijf de Melkfabriek Biltstraat 154 3572BN UTRECHT 56993560
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GG&GD Utrecht Postbus 2423 3500GK UTRECHT 030-2863 227 S. Kam
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: UTRECHT : Postbus 2423 : 3500GK UTRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercomissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
10-01-2014 07-02-2014 13-02-2014 13-02-2014 17-02-2014
: Niet van toepassing : 17-02-2014
18 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. DE MELKFABRIEK KINDERDAGVERBLIJF DE MELKFABRIEK BEVINDT ZICH MIDDENIN HET MOOIE UTRECHT. DE EERSTE VESTIGING TUSSEN DE WIJKEN WITTEVROUWEN EN OUDWIJK OP DE ALOM BEKENDE BILTSTRAAT. DE TWEEDE VESTIGING BEVINDT ZICH IN HET CENTRUM, AAN DE RAND VAN WITTEVROUWEN EN DE VOGELENBUURT. IN EEN VAN DE MEEST HISTORISCHE STRAATJES VAN UTRECHT; DE RIDDERSCHAPSTRAAT. WIJ ZIJN IN 2010 GESTART MET ONZE VESTIGING OP DE BILTSTRAAT. IN HET OUDE PAND VAN DE APOTHEEK BEVINDT ZICH NU EEN RUIM EN LICHT OPGEZET KINDERDAGVERBLIJF. HIER BIEDEN WE PLEK AAN KINDJES VANAF 10 WEKEN TOT 4 JAAR OUD. VERDEELD OVER TWEE BABYGROEPEN, TWEE VERTICALE GROEPEN (ALLE LEEFTIJDEN) EN EEN PEUTERGROEP. AAN DE ACHTERKANT VAN HET PAND BEVINDT ZICH EEN ZEER RUIME BUITENRUIMTE, WELKE AVONTUURLIJK IS AANGELEGD OM HEERLIJK TE KUNNEN SPELEN, GLIJDEN, FIETSEN EN SCHEPPEN. WEGENS GROOT SUCCES IS DE MELKFABRIEK IN 2013 EEN TWEEDE VESTIGING GESTART. DIT KEER AAN DE RIDDERSCHAPSTRAAT, IN EEN PRACHTIG MONUMENTAAL PAND. HET PAND HEEFT ONDER ANDERE DIENST GEDAAN ALS KOETSHUIS EN IS IN DE JAREN ’70 VAN BINNEN VOLLEDIG VERBOUWD. HET RESULTAAT; EEN MOOIE COMBINATIE TUSSEN ORIGINELE BOUW EN MODERNE INDUSTRIËLE ASPECTEN. HET IS EEN KLEINSCHALIGE VESTIGING WELKE RUIMTE BIEDT AAN TWEE VERTICALE GROEPEN. EVENEENS HEBBEN WIJ OOK HIER DE BESCHIKKING TOT EEN GROTE BUITENRUIMTE. ONZE NAAM PAST BIJ DE RUSTIGE EN INDUSTRIËLE INRICHTING. VOOR EEN STOERE MAAR OOK WARME SFEER, WAAR RUST EN GEBORGENHEID CENTRAAL STAAN. DE MELKFABRIEK ONDERSCHEIDT ZICH ONDER ANDERE IN BIOLOGISCHE VOEDING, UITDAGEND ONTWIKKELINGSMATERIAAL, SPELEN MET MUZIEK, KENNISMAKEN MET DE ENGELSE TAAL EN KINDERYOGA VOOR EEN ENERGIEKE, HIPPE EN ONTSPANNEN OPVANG
NOËLLE VAN DEN BERGH PEDAGOOG EN EIGENARESSE VAN KINDERDAGVERBLIJF DE MELKFABRIEK
19 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang onderzoek na registratie 10-01-2014 KDV De Melkfabriek te UTRECHT