Inspectierapport KDV Zonnestraal (KDV) de Vlasakkers 9 5345BC OSS Registratienummer 166474186
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Oss 12-07-2016 Jaarlijks onderzoek Definitief 06-09-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Het rapport dat voor u ligt is tot stand gekomen aan de hand van onderzoek op basis van risico gestuurd toezicht. Om meer maatwerk bij het toezicht in de kinderopvang mogelijk te maken werken de GGD ’en in Nederland bij de inspectie volgens een model voor risico gestuurd toezicht. Dat betekent dat er intensiever geïnspecteerd zal worden waar nodig en minder intensief waar gebleken is dat dit kan. Bij risico gestuurd toezicht ligt de nadruk vooral op die zaken die het meest direct bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Beschouwing Algemeen Vestiging Zonnestraal is onderdeel van SPO (stichting peuterwerk Oss) en biedt peuterwerk aan voor kinderen van 2 tot 4 jaar. Zowel ouders die onder de wet Kinderopvang vallen, als voor ouders die dat niet doen is de mogelijkheid om hun kinderen te brengen voor peuterwerk. Vestiging Zonnestraal biedt Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) aan, dit met het doel om kinderen te stimuleren op verschillende ontwikkelingsgebieden. Kinderen die behoefte hebben aan extra stimulering op een of meerdere ontwikkelingsgebieden, kunnen extra dagdelen afnemen. Inspectiegeschiedenis 09-10-2012; onderzoek voor registratie; 'niet opnemen in het register' wegens het niet overleggen van de benodigde VOG's en diploma's van alle beroepskrachten. 21-11-2012; nader onderzoek; voorgaande overtredingen opgelost. 28-01-2013; onderzoek na registratie; aan alle getoetste voorwaarden wordt voldaan. 11-02-2014; jaarlijks onderzoek; één overtreding geconstateerd in het domein ouderrecht. Geen handhaving. 07-12-2015; jaarlijks onderzoek; aan alle getoetste voorwaarden wordt voldaan. Inspectie 12 juli 2016 Op dinsdag 12 juli 2016 heeft er een onaangekondigde inspectie plaatsgevonden bij KDV Zonnestraal. In dit onderzoek is de nadruk gelegd op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met het domein personeel en groepen. Tijdens de inspectie zijn er 7 kinderen en 2 beroepskrachten aanwezig. Er wordt begonnen met het kringmoment. De beroepskrachten weten de kinderen te boeien en te betrekken bij de avonturen van Floortje het varken. Tijdens het voorlezen is er continue interactie met de kinderen. Aansluitend gaan de kinderen om de beurt verven (zonneklep) en mogen daarna vrijspelen. Er is een aangename sfeer in de groep. De kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Overleg en overreding Naar aanleiding van de inspectie, heeft de toezichthouder het pedagogisch werkplan van deze locatie opgevraagd. De houder is in de gelegenheid gesteld dit document aan te leveren. Het document is binnen de afgesproken termijn opgestuurd en is meegenomen in de beoordeling. Conclusie: KDV Zonnestraal voldoet aan alle getoetste voorwaarden van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Wel heeft de toezichthouder twee aandachtspunt betreffende de Voorschoolse Educatie benoemd, die de houder adequaat dient op te lossen, anders kan het in de toekomst tot tekortkomingen leiden. Toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In dit domein wordt een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep(en). Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door middel van observatie tijdens het inspectiebezoek en door gesprekken met de beroepskrachten. Bij het beoordelen van de observatie en het pedagogisch beleidsplan is uitgegaan van de 4 basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. 2. 3. 4.
Het bieden van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Conclusie onderzoek: KDV Zonnestraal voldoet aan alle onderzochte voorwaarden met betrekking tot de pedagogische praktijk. Pedagogische praktijk Pedagogisch beleidsplan: Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan welke geldt voor alle locaties van Stichting Peuterwerk Oss. Daarnaast is een locatie specifiek pedagogisch werkplan, versie 18 januari 2016, voor KDV Zonnestraal. Per september 2016 komt er een nieuwe versie. Daarin zullen aanpassingen/aanvullingen op de volgende onderdelen zijn gemaakt: de breng- en haal- tijden het vierogenprincipe het VVE programma de samenwerking het ouderenbeleid Observatie praktijk: Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het ‘Veldinstrument observatie kindercentrum’ (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Ter illustratie van het oordeel worden voorbeeld(en) toegelicht per basisdoel. De observatie heeft plaats gevonden op een dinsdagochtend. Gedurende deze ochtend zijn de volgende activiteiten waargenomen: kring, een knutselactiviteit (verven van een zonneklep), vrijspelen en het fruitmoment. Uitvoering pedagogisch beleidsplan: De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan door tijdens de verschillende vergaderingen (eigen team overleg en gecombineerde overleg met alle teams van de vier groepen) het pedagogisch beleidsplan/werkplan te bespreken. Indien wenselijk wordt naar aanleiding van de vergadering, het pedagogisch beleidsplan/werkplan aangepast. Uit interviews met de beroepskrachten is gebleken, dat de beroepskrachten in hoofdlijnen weten, wat de vier competenties inhouden en voorbeelden kunnen benoemen hoe ze daar in de praktijk uitvoering aan geven.
4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS
Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid
communiceren met de kinderen; tijdens de kring worden alle kinderen persoonlijk welkom geheten. Ze worden met hun naam aangesproken. Wanneer een kind wordt genoemd, dan geeft het kind antwoordt. Kinderen die er niet zijn worden ook genoemd. De beroepskrachten geven aan waarom deze kinderen er niet zijn: ziek, vakantie, etc. Iedereen weet nu wie er vandaag is. vertrouwde relaties met de kinderen; er is te zien dat de kinderen elkaar goed kennen. Er zijn diverse kleine groepjes kinderen te zien die samen spelen. Het contact met de beroepskrachten oogt eveneens vertrouwd: kinderen zoeken de beroepskrachten op en zij reageren positief op elkaar (men lacht naar elkaar, kinderen gaan dicht bij de beroepskrachten zitten, soms wordt er geknuffeld, een toffe duim of een aai over de bol gegeven, enz.). er heerst een ontspannen, open sfeer op de groepen; de meeste kinderen tonen welbevinden in hun gedrag (zij lachen, maken contact met elkaar, spelen geconcentreerd, laten passend gedrag zien bij de situaties, enz.) vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes; op dit KDV is één stamgroep met vaste beroepskrachten werkzaam. De beroepskrachten zijn bekend bij kinderen en ouders. De kinderen hebben altijd op hun opvangdag vaste vertrouwde kinderen in de groep.
De ruimte bieden tot het ontwikkelen van persoonlijke competenties
mogelijkheid hebben om (leer) ervaringen op te doen door middel van de groep, spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting; de zelfredzaamheid van de kinderen wordt bevorderd door het spelmateriaal zichtbaar en bereikbaar te hebben. Tijdens het vrijspelen, is zichtbaar dat kinderen zelfstandig spelmateriaal pakken en er mee gaan spelen. Kinderen mogen zelf kiezen waar mee en met wie ze willen spelen. ondersteunen en stimuleren van de ontwikkeling van (individuele kinderen); aan het eind van de kring verteld de beroepskracht wat het programma voor de rest van de ochtend is. We gaan knutselen en vrijspelen, daarna opruimen en fruiteten. Aansluitend verschonen en vrijspelen en als het straks mooi weer is, gaan we buiten vrijspelen. F roept meteen: "Ik ga niet naar buiten." Een beroepskracht vraagt waarom F niet naar buiten wil. Het blijkt, dat F dan denkt, dat zijn mama hem niet ziet, als ze hem wil komen ophalen. De beroepskracht neemt F mee naar de dagritmekaarten en laat aan F zien, dat als de kinderen worden opgehaald, ze weer binnen zijn. F is gerustgesteld en wil nu wel buiten spelen. wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen; gedurende de observatie is er veel interactie te zien tussen de kinderen en beroepskrachten. De beroepskrachten hebben een luisterend oor voor de kinderen. Op vragen van de kinderen wordt adequaat gereageerd. Als P roept: "Hoe moet ik deze puzzel maken?" schuift een beroepskracht aan en legt uit hoe je de puzzel het beste kunt maken. P gaat aan de slag en regelmatig komt de beroepskracht langs om te zien hoe het gaat. Na een paar keer geholpen te zijn, heeft P het voor elkaar. "Ik heb de puzzel klaar", roept hij blij. De beroepskracht geeft hem een duim.
De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties
ondersteunen kinderen in onderlinge interactie; gedurende de observatie is te zien dat de beroepskrachten het onderlinge contact tussen kinderen bevorderen. Een kind loopt een beetje doelloos buiten. Een beroepskracht ziet dat en gaat naar het kind toe. Ze vraagt wat het wil gaan doen. Het kind weet het niet. "Zullen we bij de kinderen in de huishoek gaan kijken?" zegt de beroepskracht. Dat vindt A goed. De beroepskracht vraagt aan de kinderen in de huishoek of ze mee mogen doen. Dat mag. A en de beroepskracht gaan mee doen. Na een poosje trekt de beroepskracht zich terug en laat A en de andere kinderen samen verder spelen. deel van de groep; de beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Ook worden er momenten gecreëerd waarin het samen een groep zijn wordt onderstreept, zoals met zijn allen samen aan tafel om te eten/drinken, samen op te ruimen, samen spelen te doen, etc..
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS
De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken
afspraken en regels; in het beleidsplan staan algemene regels en omgangsvormen beschreven, daarnaast gelden er diverse afspraken. Enkele afspraken zijn: om de beurt met speelgoed, samen delen, niet rennen binnen, als je iets niet wilt zeg je: "stop, hou op'; handen wassen na het plassen, etc.. voorbeeldfunctie in spreken en handelen; de beroepskrachten en stagiaire geven de kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren naar de kinderen en elkaar, leven mee, troosten en helpen. Ze zijn consequent in hun handelen. gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn; er zijn onderling geen negatieve uitlatingen gezien tussen kinderen, er werd ontspannen naast en met elkaar gespeeld.
Conclusie: Op basis van de waarnemingen in de praktijk is te concluderen dat de 4 pedagogische basisdoelen tijdens de inspectie voldoende worden gewaarborgd. Voorschoolse educatie Kinderdagverblijf Zonnestraal biedt VE aan voor alle kinderen in de groep. Per week wordt er gedurende 7 dagdelen in totaal 25 uur Voorschoolse Educatie (VE) aangeboden. Op de groep zijn maximaal 14 kinderen met twee beroepskrachten aanwezig. Op het moment van de inspectie, zijn er 2 van de 7 aanwezig kinderen, die een VE indicatie hebben. VE uren Kinderen die VE indicatie hebben, komen drie dagdelen per week. Twee dagdelen van 8.15-12.15 uur en één dagdeel van 13.00 - 16.00. Echter kinderen kunnen zowel een halfuur later gebracht, als een halfuur eerder gehaald worden. Dit kan betekenen dat sommige VE kinderen niet aan de vereiste 10 uur (maar 8 uur) aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, reken, motoriek en de sociaal/emotionele ontwikkeling per week komen. Vanaf september 2016 wordt de inloop en ophaaltijd ingekort naar een kwartier. Dit betekent dat VE kinderen dan structureel 9,5 uur VE uren krijgen. Dit voldoet niet aan de voorwaarde. Kinderen dienen tenminste 10 uur aan VE te krijgen. Uit de interviews met de beroepskrachten is gebleken, dat veel ouders gebruik maken van de inloop om even met hun kind mee te spelen. Tijdens het halen vind dat nagenoeg niet plaats. Er is niet bijgehouden of ouders van de doelgroep kinderen, 's morgens gebruik maken van de inloop. De houder heeft wel het belang hiervan opgenomen in het pedagogisch werkplan. Conclusie: De inlooptijd (aan het begin van een dagdeel) is bedoelt om ouders van VE kinderen te betrekken bij de opvang van hun kind. Zij worden dan gestimuleerd om samen met hun kind een activiteit te doen. Derhalve concludeert de toezichthouder, dat deze inlooptijd mag worden meegeteld als zijnde VE uren. Met deze 3/4 uur per week erbij, voldoet de houder aan de 10 uurs norm. VE methode Gedurende de observatie is te zien dat VVE verweven is in het dagprogramma, er wordt spelenderwijs aandacht besteedt aan onder andere taalontwikkeling, rekenen, samenspel en spel op niveau. Er wordt gewerkt met de methode Piramide van Cito. Van alle kinderen worden de ontwikkelingen periodiek bijgehouden (handelingsplan) en gemonitord. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de methode KIJK. Aandachtspunt 1: Uit de interviews met de beroepskrachten is gebleken, dat zij de methode KIJK best lastig vinden. De toezichthouder heeft hun geadviseerd, om dit intern te bespreken, zodat de houder actie kan ondernemen. De beroepskrachten dienen namelijk goed met de methode om te gaan, want in het pedagogisch werkplan staat: "Wanneer leidsters bij peuters die de vestiging bezoeken merken dat een VVE-indicatie gewenst zou zijn, op basis van de verzamelde gegevens bij het observatiesysteem KIJK, dan treden zij in overleg met het consultatiebureau, waarna er eventueel alsnog een VVE-indicatie afgegeven kan worden." Houder dient dit adequaat op te lossen. 6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS
Geschoolde beroepskrachten Alle pedagogische medewerkers, werkzaam op deze locatie zijn geschoold en in het bezit van een VE-certificaat die voldoet aan de wettelijke eisen. (Certificaat Piramide 1,2 en 3). VE scholingsplan De houder heeft een opleidingsplan over de periode september 2015/september 2016 opgesteld. Daarin staan twee specifieke VE scholingen: Piramide: Een medewerker zal de cursus "train de trainer" van Piramide gaan volgen. Aansluitend erop zullen er "opfrismoment" plaatsvinden voor de leidsters. Op dit moment is nog niet bekend welke vorm dit krijgt. VVE totaal: De sectorcoördinatoren volgen in het najaar vier studieochtenden, daar wordt met name de integratie van de verschillende programma’s, KIJK! en Piramide behandeld. Door deze training zijn de sectorcoördinatoren beter in staat in te spelen op de vragen van de leidsters over de overeenkomsten tussen de programma’s. In de mail van 12 mei 2016 heeft de houder aangegeven dat de eerste 2 scholingsmomenten betreffende de VVE Totaal al ingepland zijn. Aandachtspunt 2: Uit de interviews met de beroepskrachten heeft de toezichthouder geconcludeerd, dat het voor de beroepskrachten onduidelijk is hoe zij worden bijgeschoold. De houder dient concreet aan te geven wanneer en hoe de scholing m.b.t de VE methode Piramide plaats vind. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (op de groep) Pedagogisch werkplan (versie januari 2016) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie (versie sept. 2015- sept. 2016)
Personeel en groepen Het kinderdagverblijf voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de Verklaring omtrent gedrag (VOG) van de twee aanwezige beroepskrachten beoordeeld. Uit de toetsing blijkt dat deze beroepskrachten beschikken over een geldig VOG, afgegeven op de juiste functie aspecten en vallend binnen de continue screening in de kinderopvang. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de diploma's van de twee aanwezige beroepskrachten beoordeeld. Uit de toetsing blijkt dat de beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie, zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Het kinderdagverblijf is 7 dagdelen per week geopend. Per dagdeel worden er maximaal 14 kinderen opgevangen. Een aantal kinderen, dat een VE indicatie heeft, gaan 3 dagdelen naar het kinderdagverblijf. Conclusie De getoetste voorwaarden met betrekking tot opvang in groepen voldoen aan de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie zijn er 7 kinderen met 2 beroepskrachten aanwezig. De kindplanning van week 28 is bekeken en de beroepskrachten zijn geïnterviewd: er worden nooit meer dan 14 kinderen opgevangen en er zijn altijd voldoende beroepskrachten ingepland. De beroepskracht-kindratio voldoet aan de voorwaarden (1ratio.nl). 7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS
De opvang geschiedt in dagdelen (van 8:15 tot 12:15 en van 13:00 tot 16:00 uur). Hierdoor valt de pauze van de pedagogisch medewerkers tussen de dagdelen door en hoeft er niet afgeweken te worden van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (op de groep) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: KDV Zonnestraal : 14 : Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer Aansluiting geschillencommissie
: : : : : :
Stichting Peuterwerk Oss Palestrinastraat 24 5344AA OSS www.spo-oss.nl 41086270 Ja
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA Tilburg 088-3686845 L.J. Procee
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Oss : Postbus 5 : 5340BA OSS
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
12-07-2016 08-08-2016 06-09-2016 06-09-2016 08-09-2016 08-09-2016
: 29-09-2016
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Fijn dat vanwege onze vakantiesluiting de periode waarin wij onze zienswijze mogen indienen verlengd is. We vinden het fijn om te lezen dat de kwaliteiten van onze leidsters en het peuterwerk ook door de GGD worden erkend en herkend. We zullen de aandachtspunten uiteraard meenemen. Met vriendelijke groet, Marieke Flobbe Hoofd Pedagogisch Beleid en Kwaliteit Stichting Peuterwerk Oss.
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 12-07-2016 KDV Zonnestraal te OSS