Inspectierapport. kdv de Appelboom (KDV) Purmerweg BB AMSTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport kdv de Appelboom (KDV) Purmerweg 86 1023 BB AMSTERDAM Registratienummer: 192669400

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 12-05-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 30-06-2015

kdv de Appelboom - Jaarlijks onderzoek 12-05-2015

1/13

Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht


2/13

Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 12 mei 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, aan de beroepskrachtkind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.

Beschouwing Het kinderdagverblijf KDV De Appelboom exploiteert één kinderdagverblijf in Amsterdam Noord, bestaande uit één verticale groep waarin dagelijks maximaal twaalf kinderen worden opgevangen. Er wordt gewerkt met vaste (inval)krachten en de eigenares (hierna leidinggevende) van het kinderdagverblijf staat zelf ook op de groep. Momenteel zijn er drie stagiaires op het kinderdagverblijf. Tijdens het inspectiebezoek waren er voor het aantal kinderen dat werd opgevangen veel personen aanwezig: naast de beroepskrachten en de leidinggevende waren er ook twee stagiaires. Tijdens het eetmoment aan tafel stond één beroepskracht bij de tafel, er zaten al drie personen aan tafel met de kinderen. De leidinggevende stond op deze dag officieel niet op de groep en heeft verklaard dat de wijze waarop de beroepskrachten en stagiaires worden ingezet prettig verloopt. Net als tijdens het vorige jaarlijks onderzoek is er een vertrouwenspersoon voor het personeel en de ouders aangesteld en is er ook een klachtencoördinator. De leidinggevende verklaart dat hierin niets is gewijzigd. Er is tijdens dit inspectieonderzoek een overtreding geconstateerd met betrekking tot het beleid veiligheid. De leidinggevende laat tijdens het inspectieonderzoek zien dat zij aandachtspunten direct oppakt. Tijdens het onderzoek zijn een aantal (beleids)punten met de leidinggevende besproken. Deze punten behoeven nog de nodige aandacht en zullen tijdens het volgende inspectieonderzoek opnieuw worden beoordeeld. Oudercommissie Op 8 juni 2015 heeft de toezichthouder telefonisch contact opgenomen met de voorzitter van de oudercommissie van kinderdagverblijf de Appelboom. De oudercommissie is tevreden over de kwaliteit en de inzet van de beroepskrachten. Over de binnenruimte is de oudercommissie ook tevreden, in de buitenruimte zou de oudercommissie graag nog wat aanpassingen zien in verband met de veiligheid. De oudercommissie is positief over het pedagogisch beleid en de uitvoering hiervan; er worden creatieve activiteiten aangeboden en de kinderen worden voorbereid op de basisschool.

Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om vanwege de geconstateerde overtredingen handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente.


3/13

Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens het inspectiebezoek is er geobserveerd in de groep. Er wordt tijdens dit inspectiebezoek voldoende invulling gegeven aan de pedagogische basisdoelen. Hieronder zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd. Persoonlijke competentie Tijdens het inspectiebezoek worden er activiteiten gedaan die gericht zijn op taalverrijking; er wordt op verschillende momenten voorgelezen en er worden veel liedjes gezongen. Voordat de kinderen brood gaan eten, leest de beroepskracht voor en worden er liedjes gezongen. De beroepskracht vraagt aan de kinderen welke liedjes zij willen zingen. De beroepskracht smeert voor alle kinderen een boterham. Als de kinderen een boterham hebben, begint een kind een liedje te zingen om elkaar smakelijk eten te wensen. De kinderen worden in hun zelfstandigheid gestimuleerd, bijvoorbeeld door de kinderen die daar (bijna) aan toe zijn te stimuleren om naar het toilet te gaan. Tijdens het buitenspelen geven een paar kinderen de planten water. Emotionele veiligheid De beroepskrachten dragen zorg voor het waarborgen van de emotionele veiligheid. Als de tweede beroepskracht binnenkomt, begroet zij de kinderen hartelijk. Loopt de beroepskracht bijvoorbeeld weg van de kinderen om brood te pakken, dan zegt zij dit tegen de kinderen. De beroepskracht benoemt haar eigen handelen wat duidelijkheid schept voor de kinderen. Ook krijgen de kinderen complimenten. Tijdens het verschonen richt de beroepskracht haar aandacht volledig op de kinderen die zij verschoont. Overdracht van normen en waarden Tijdens het eetmoment vindt overdracht van normen en waarden plaats. Zo worden de kinderen erop gewezen dat zij niet met hun mond vol mogen praten terwijl zij eten. Ook zegt de beroepskracht tegen een kind dat het eerst de mond leeg moet eten voordat het een volgende hap neemt. Er gelden duidelijke afspraken met de kinderen als zij buiten spelen. Voordat de kinderen naar buiten gaan, vraagt de beroepskracht steeds: 'We gaan niet?' waarop de kinderen antwoorden: 'Rennen, schreeuwen, duwen, vallen'. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Observaties in de groep


4/13

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Deze steekproef is gehouden onder het vaste personeel, het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden en de stagiaires. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef is gehouden onder de vaste (inval)krachten. Opvang in groepen Er is één stamgroep: een verticale groep van maximaal twaalf kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er negen kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 16 tot en met week 20 (t/m 12 mei) 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. Het kinderdagverblijf is dagelijks geopend van 07.00 tot 18.00 uur. De leidinggevende verklaart dat de locatie altijd geopend wordt door haar, haar man, of beiden. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: 08.00 tot 17.00 uur en 09.00 tot 18.00 uur. Zij pauzeren ieder 60 minuten, van 12.30 tot 13.30 uur en van 13.30 tot 14.30 uur. De leidinggevende verklaart dat zij bijna dagelijks ook aanwezig is tussen 17.00 en 18.00 uur. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten en de inzet van de beroepskrachten blijkt dat er wordt voldaan aan de voorwaarden met betrekking tot de afwijkijng van de beroepskracht-kind-ratio. Het komt voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Er is een achterwachtregeling voor de locatie ingesteld. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten van week 16 tot en met week 20 (t/m 12 mei) 2015 (ontvangen per e-mail, d.d. 18 mei 2015) - Presentielijsten kinderen week 16 tot en met week 20 2015 (ontvangen per e-mail, d.d. 18 mei 2015) - Website, www.kdvdeappelboom.nl - Pedagogisch beleid van de Appelboom, mei 2014 versie 2 (gedownload van site, d.d. 2 juni 2015)


5/13

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De leidinggevende verklaart dat de risico-inventarisaties Veiligheid en Gezondheid in juni 2014 zijn uitgevoerd. Het beleid veiligheid en gezondheid en de protocollen worden tijdens de teamvergaderingen besproken. Tijdens het inspectieonderzoek is de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid beoordeeld op basis van speerpunten. Hierbij is gefocust op verschonen, warme maaltijden en veilig slapen. Verschonen Er is één aankleedkussen waar twee kinderen tegelijk naast elkaar verschoond worden. Na elke verschoning wordt het kussen gereinigd met een mengsel van allesreiniger en water. Dit mengsel wordt dagelijks ververst. Na de verschoning van elk kind wassen de beroepskrachten hun handen. Er is een zeeppomp en er worden papieren doekjes gebruikt. Indien er gebruik wordt gemaakt van handschoentjes, bij (bloederige) diarree, wassen de beroepskrachten hun handen ook. Er hangt een instructie voor het handen wassen bij de commode. Dit is conform het eigen beleid. Warm eten Elke dag krijgen de kinderen een warme maaltijd op het kinderdagverblijf. De leidinggevende bereidt deze 's morgens elke dag vers. Zij verklaart dat het eten vervolgens afkoelt tot het de temperatuur heeft bereikt waarop het gegeten kan worden wat binnen anderhalf uur het geval is. Indien zij wat vroeger kookt, wordt de maaltijd in de koelkast bewaard en weer in de pan opgewarmd wanneer de kinderen gaan eten. De leidinggevende verklaart dat het eten dan, conform het eigen beleid, wordt opgewarmd tot een kerntemperatuur van minimaal 75 °C. Tijdens het inspectiebezoek heeft de leidinggevende echter verklaard dat de temperatuur van het eten niet wordt gecontroleerd. Om zeker te kunnen weten dat het eten voldoende verhit is, dient dit gecontroleerd te worden met een voedselthermometer. Dit is een aandachtspunt. Veilig slapen Conform het eigen beleid, dienen ouders schriftelijk toestemming te geven indien zij willen dat hun kind op de buik slaapt. Er is één kind dat op de buik slaapt; een beroepskracht verklaart dat ouders hiervoor schriftelijk toestemming hebben gegeven. De leidinggevende bevestigt dit en verklaart ook dat er geen kinderen zijn die ingebakerd of vastgelegd worden. De baby's slapen in een slaapzak van het kinderdagverblijf; de peuters slapen onder een dekentje. In het beleid van de locatie staat dat alle kinderen steeds gecontroleerd moeten worden als er een kind naar bed gebracht wordt, en dat, als het niet vaker kan, minimaal een keer per half uur gekeken moet worden. Ook staat beschreven dat de babyfoon aangezet moet worden indien een beroepskracht niet op de groep is. Deze maatregelen worden in de praktijk echter niet uitgevoerd. Zo vertelt de beroepskracht dat als de kinderen in bed liggen, zij na tien minuten in de slaapkamer gaan kijken, daarna niet meer. Als de kinderen buiten gaan spelen terwijl er kinderen in bed liggen, blijft één beroepskracht binnen voor de kinderen die in bed liggen. Tijdens het inspectiebezoek is de leidinggevende binnen waardoor zij de slaapkamer in de gaten kan houden. Ook verklaart de beroepskracht dat de babyfoon altijd aan moet staan maar dat dit ten tijde van het inspectiebezoek niet het geval is. Ook staat in het beleid van de locatie onder andere beschreven dat de temperatuur in de slaapkamer zo constant mogelijk gehouden wordt, tussen 15 en 18 graden, dat er een CO2-meter is waarmee gecontroleerd kan worden of er voldoende frisse lucht in de slaapruimtes is, dat de luchtkwaliteit dagelijks gecontroleerd wordt en dat er zo nodig direct wordt geventileerd. Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat er in de slaapkamer wel een thermometer met een luchtvochtigheidsmeter aanwezig is maar geen CO2-meter. Tijdens het inspectiebezoek heeft de toezichthouder in de slaapkamer een temperaratuur van rond de 20 °C gemeten en een CO2-waarde van boven de 1400 ppm, terwijl er kinderen sliepen. De leidinggevende geeft aan dat zij niet weet hoe het komt dat de temperatuur en deze waarde zo hoog zijn; er is een mechanische luchtafvoer in de slaapkamer, zij zet de vloerverwarming direct lager en verklaart dat de slaapkamerdeur 's morgens altijd openstaat voor de ventilatie en de temperatuur. Er is geen raam in de slaapkamer. Tijdens het inspectieonderzoek blijkt dat de temperatuur en CO2 niet structureel worden gecontroleerd in de slaapruimte en dat de temperatuur hoger is dan in het beleid beschreven staat. Hieruit blijkt dat de houder maatregelen treft om de risico's met betrekking tot wiegendood te reduceren, maar deze maatregelen blijken niet effectief genoeg omdat ze niet zo worden uitgevoerd en niet het beoogde resultaat behalen. Samenvattend De maatregelen in het plan van aanpak veiligheid hebben onvoldoende samenhang met de veiligheidsrisico's in de praktijk, omdat de beschreven maatregelen in de praktijk niet worden uitgevoerd en daardoor niet effectief zijn en de risico's onvoldoende reduceren. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de kdv de Appelboom - Jaarlijks onderzoek 12-05-2015

6/13

maatregelen. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a art 1.51 W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)

Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Deze wordt tweemaal per jaar besproken tijdens de teamvergadering. De beroepskrachten weten welke stappen zij moeten nemen bij een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld en kunnen enkele eventuele signalen noemen. De leidinggevende verklaart dat zij, samen met een andere beroepskracht, in oktober 2015 een cursus zal gaan volgen met betrekking tot opvallend gedrag bij kinderen. Daarnaast zal de leidinggevende ook een training Aandachtsfunctionaris Kindermishandeling gaan volgen, dit zal na de zomervakantie gebeuren. In het pedagogisch beleidsplan van de locatie staat beschreven dat de leidinggevende de aandachtsfunctionaris kindermishandeling is. De leidinggevende verklaart dat dit niet klopt en dat zij dit heeft aangepast. Momenteel is er geen aandachtsfunctionaris kindermishandeling aangesteld. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. De leidinggevende verklaart dat er bijna altijd door twee personen wordt geopend of afgesloten. Indien er één persoon op de locatie aanwezig is, wordt er gebruik gemaakt van een camera in de groepsruimte. De leidinggevende en haar man kunnen via een app op hun telefoon inloggen en kunnen zo meekijken op de locatie. De leidinggevende verklaart dat als een beroepskracht alleen in de slaapkamer is, de deur van de slaapkamer openblijft en dat de babyfoon via de camera te horen is. 's Ochtends komt het echter niet voor dat er kinderen naar bed gebracht moeten worden voordat de tweede beroepskracht gestart is. De leidinggevende verklaart ook dat de beroepskrachten tijdens de pauzes op de locatie blijven, dit staat echter niet zo opgenomen in het eigen beleid. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprekken met de beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek - Protocol Veilig slapen en wiegendoodpreventie kdv De Appelboom, geen versie (ontvangen per e-mail, d.d. 18 mei 2015) - Protocol verschonen en toilethygiëne 2015 De Appelboom (ontvangen per e-mail, d.d 18 mei 2015) - Voedingsbeleid en Hygiënecode Voedselveiligheid kinderdagverblijf de Appelboom, versie 2015 (ontvangen per e-mail, d.d. 18 mei 215) - E-mails leidinggevende, d.d. 18 mei 2015, 19 mei 2015 en 4 juni 2015 - Telefonisch contact leidinggevende, d.d. 3 juni en 5 juni 2015 - Pedagogisch beleid van de Appelboom, mei 2014 versie 2 (gedownload van site, d.d. 2 juni 2015)


7/13

Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte In het kinderdagverblijf is voldoende speelmateriaal aanwezig voor het aantal op te vangen kinderen. Voor de baby's staat er een hoge box, er is onder andere een keukentje, een laag tafeltje met stoeltjes waar de kinderen aan kunnen zitten en er zijn onder andere boeken, spelletjes en puzzels. Tijdens het inspectiebezoek staat er bijna geen speelgoed op pakhoogte voor de kinderen; alles staat hoog, waardoor de kinderen niet uitgedaagd en uitgenodigd worden tot spel. Dit is direct met de leidinggevende besproken; zij verklaart dat er, conform het eigen beleid, normaal gesproken meer speelgoed op pakhoogte staat en dat bepaald speelgoed waar de kinderen om vragen hoog staat. De leidinggevende heeft dit direct besproken met het team en met aanvullende docuementen, binnen de onderzoekstermijn, aangetoond dat er voldoende speelmateriaal op kindhoogte staat waarmee voldaan wordt aan de voorwaarde. Buitenspeelruimte De aangrenzende buitenruimte beschikt over een zand- en watertafel. Voor de baby's is een stuk aangelegd met kunstgras, hier is een hekje omheen geplaatst. Er is voldoende los buitenspeelmateriaal, zoals fietsjes en ballen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Telefonisch contact met de leidinggevende, d.d. 3 juni 2015 - E-mail leidinggevende, d.d. 4 juni 2015


8/13

Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin drie leden zitting hebben. Op 8 juni 2015 heeft de toezichthouder telefonisch contact gehad met de voorzitter van de oudercommissie. De oudercommissie vergadert ongeveer driemaal per jaar, daarnaast wordt er veel per e-mail gecommuniceerd en mede door de kleinschaligheid is er ook veel contact op de locatie. De houder heeft in het afgelopen jaar adviesaanvragen ingediend bij de oudercommissie met betrekking tot het voedingsbeleid en het dagschema. De oudercommissie is tevreden over de wijze waarop er uitvoering wordt gegeven aan het adviesrecht. Vorig jaar heeft de oudercommissie advies gegeven over het camerabeleid, uiteindelijk hebben de houder en de oudercommissie een middenweg gevonden om het gebruik van camera's uit te kunnen voeren. De oudercommissie heeft vorig jaar ongevraagd advies gegeven over de inrichting van de buitenruimte. De houder heeft al een aanpassing doorgevoerd en er wordt samen met de oudercommissie nagedacht over verdere aanpassingen. Gebruikte bronnen: - Overzicht leden van de oudercommissie (ontvangen per e-mail, d.d. 17 mei 2015) - Gesprek met de voorzitter van de oudercommissie, d.d. 8 juni 2015 - Adviesaanvragen oudercommissie (ontvangen per e-mail, d.d. 17 mei 2015)


9/13

Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. kdv de Appelboom - Jaarlijks onderzoek 12-05-2015

10/13

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.


11/13

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang

: : : : :

kdv de Appelboom 000014980045 http://www.kdvdeappelboom.nl 12 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website

: : : : :

KDV De Appelboom H. Cleyndertweg 549 1025 DW AMSTERDAM 60140836

: : : : :

GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. C. Géron

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats

: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM

Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport


: : : : :

12-05-2015 08-06-2015 29-06-2015 30-06-2015 03-07-2015

: 03-07-2015 :

12/13

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 12 mei 2015 heeft de inspecteur van de GGD ons bezocht voor een onaangekondigd inspectiebezoek. Dit is naar tevredenheid verlopen. Er zijn echter wel een aantal punten naar voren gekomen waar we op geattendeerd zijn. Toelichting: “Om zeker te kunnen weten dat het eten voldoende verhit is, dient dit gecontroleerd te worden met een voedselthermometer. Dit is een aandachtspunt”. Wij hebben n.a.v. de opmerking van de inspecteur meteen een voedselthermometer aangeschaft en onze voedingsbeleid aangepast. Gebruik van een voedselthermometer is met onze leidsters besproken. Veilig slapen Babyfoon: In het beleid ‘veilig slapen’ staat dat de babyfoon aangezet moet worden indien een beroepskracht niet op de groep is. Ten tijde van het inspectiebezoek zijn de kinderen met twee leidsters buiten gaan spelen. Doordat ik op de groep aanwezig was om de slaapkamer in gaten te houden hadden de leidsters de babyfoon niet aangezet. Volgens onze leidster heeft zij niet gezegd dat de babyfoon altijd aan moet staan omdat dit ook niet zo staat in ons beleid. Misschien was er een misscommunicatie tussen de leidster en de inspecteur maar deze maatregel wordt conform het beleid uitgevoerd. Slaapkamer: Wanneer de kinderen gaan slapen blijven we in de slaapkamer tot dat de meeste kinderen rustig in slaap kunnen vallen en tijdens het slapen worden ze ook altijd gecontroleerd. Wanneer een kindje huilt of niet kan slapen gaan wij ook in de slaapkamer kijken/controleren. Volgens ons beleid moet dit minimaal per half uur ( in de praktijk gebeurt dit vaker)en om deze maatregel efficiënter te kunnen uitvoeren hebben we afgesproken om een wekker op de groep te gebruiken. Wij hebben dit punt meteen opgepakt, met de leidsters besproken tijdens de teamvergadering, onze protocol veilig slapen hierop aangepast en een wekker aangeschaft. Temperatuur in de slaapkamer: In de zomer periode hebben we de vloerverwarming altijd uit staan alleen wanneer het buiten temp laag is zetten we het handmatig paar uurtjes aan om de vloer voor de kinderen met blote voetjes en voor de baby’s die kruipen . Op die dag was het ook het geval en de vloerverwarming was om 07.00 uur aangezet maar onze leidster was het vergeten om het om 09.00 uur uit te zetten. Tijdens het inspectieonderzoek was onze mechanische klimaat nog niet op de zomer stand wat inmiddels wel het geval is. Wij hebben n.a.v. uw opmerking voor de slaapkamer ook een CO2 meter opgehangen en een protocol gemaakt over kwaliteit klimaat op de groep en de slaapkamer. Leidster weten hoe te handelen wanneer de temperatuur en/of CO2 waarde hoog staat. De aanpassingen die zijn gedaan naar aanleiding van het inspectiebezoek, zijn direct met het team besproken.


13/13

Inspectierapport. kdv de Appelboom (KDV) Purmerweg BB AMSTERDAM Registratienummer:

Recommend Documents