Inspectierapport. KDV Mirakel Merckenburg (KDV) Merckenburg BT AMSTERDAM Registratienummer:

Inspectierapport KDV Mirakel Merckenburg (KDV) Merckenburg 1 1082 BT AMSTERDAM Registratienummer: 163921532

Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: 16-06-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: concept Datum vaststellen inspectierapport:

KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek 16-06-2015

1/14

Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht


2/14

Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 16 juni 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel, aan de beroepskrachtkind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.

Beschouwing Organisatie Mirakel B.V., Kinderopvang Mirakel VIII B.V., Naschoolse Opvang Mirakel V B.V. en Kinderdagverblijf Mirakel II B.V. exploiteren samen drie kinderdagverblijven en vijf buitenschoolse-opvanglocaties in Amsterdam en Amstelveen. Iedere locatie heeft een (assistent-)leidinggevende. De (assistent-)leidinggevende is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het kindercentrum en onderhoudt het contact met de ouders en de beroepskrachten. Op de meeste locaties is naast de beroepskrachten een huishoudelijk medewerker werkzaam. Voor de kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang zijn twee coördinatoren aangesteld die leidinggeven aan de (assistent-)leidinggevenden en die verantwoordelijk zijn voor een eenduidige werkwijze op de verschillende locaties. Om dit te bereiken, zorgen zij onder andere voor het implementeren van het beleid en het uitvoeren van interne kwaliteitscontroles. Vanuit het hoofdkantoor worden de coördinatoren en de (assistent)-leidinggevenden ondersteund door de afdelingen Plaatsing en planning en Personeelszaken. De dagelijkse leiding van het bedrijf is in handen van de pedagogisch beleidsmedewerker, die verantwoording aflegt aan de directeur. Het pedagogisch beleid van Mirakel is vastgelegd in een algemeen pedagogisch beleid voor de dagopvang. Voor de buitenschoolse opvang is per locatie een pedagogisch beleidsplan opgesteld. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is vastgelegd in centraal opgestelde protocollen en in huisregels die per locatie zijn opgesteld. De beroepskrachten worden door middel van werkoverleg, trainingen, studiedagen en groepsmappen op de hoogte gesteld van het beleid. Mirakel heeft twee aandachtsfunctionarissen kindermishandeling aangesteld en twee vertrouwenspersonen, een voor het personeel en een voor de ouders. De beleidsmedewerker is de coördinator voor klachten en maakt ieder jaar een jaarverslag klachten. Locatie Kinderdagverblijf Mirakel Merckenburg bestaat uit vier stamgroepen: twee babygroepen en twee peutergroepen. Bij dit kinderdagverblijf heeft de houder naast de coördinator een assistent-leidinggevende aangesteld. De assistent-leidinggevende is drie dagen per week aanwezig. De coördinator is in ieder geval één keer per week aanwezig. Op vrijdag is de assistent-leidinggevende niet aanwezig. De beleidsmedewerker is als achterwacht aangesteld op vrijdag en de assistent-leidinggevende van het nabijgelegen kinderdagverblijf Mirakel Radboud kan worden ingeschakeld bij calamiteiten. Op deze locatie zijn twee huishoudelijk medewerkers werkzaam. Tot 1 januari 2015 is één van de twee huishoudelijk medewerkers twee dagen per week aanwezig. Er is een stabiel team. Het afgelopen jaar hebben er geen personeelswisselingen plaatsgevonden. Het beleid met betrekking tot veiligheid, gezondheid en pedagogiek wordt bij wijzigingen besproken tijdens het groepsoverleg dat maandelijks plaatsvindt. Overige teamgerelateerde zaken worden besproken op het teamoverleg dat vier keer per jaar plaatsvindt. Oudercommissie De oudercommissie bestaat tijdens het huidige inspectiebezoek uit vier leden. De toezichthouder heeft op 6 juli 2015 telefonisch contact gehad met één van de oudercommissieleden. Het oudercommissielid verklaart tevreden te zijn over de kwaliteit en de inzet van het personeel op het kinderdagverblijf, over de inrichting van de binnenen buitenruimte, het veiligheids- en gezondheidsbeleid en over het pedagogisch beleid.

Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.


3/14

Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De toezichthouder heeft het pedagogisch handelen van de beroepskrachten beoordeeld naar aanleiding van observaties op babygroep Dinsey en beide peutergroepen. Emotionele veiligheid Bij aanvang van de observaties op één van de babygroepen zijn er drie kinderen wakker. Eén kind wordt verschoond, één kind speelt in de ruimte en één kind zit aan tafel. De toezichthouder merkt op dat het kind dat aan tafel zit het bezoek van de toezichthouder niet fijn vindt. De beroepskracht benoemt dat de toezichthouders komen kijken en vertelt dat dit niet erg is. De beroepskracht tilt het kind op en wil het kind laten lopen. Het kind houdt zich vast aan de benen van de beroepskracht en de beroepskracht tilt het kind weer op. Op afstand van de toezichthouders vertelt de beroepskracht nogmaals tegen het kind dat het niet eng is en houdt het kind vast. Nadat het kind verschoond is, zet de beroepskracht het kind op de grond en neemt het aan de hand mee naar de kast waar speelgoed in staat. De beroepskracht vraagt of het kind bijvoorbeeld een boekje wil lezen of een puzzel wil maken en legt beide voor het kind neer. Na het spelen blijft het kind eenkennig en de beroepskracht neemt het op schoot. De beroepskracht die het kind verschoont, benoemt de handelingen die zij uitvoert. Zo zegt zij dat het kind even mag gaan liggen omdat hij een schone luier krijgt. Persoonlijke competentie De persoonlijke competentie wordt onder andere gestimuleerd doordat er gedurende de week diverse activiteiten worden aangeboden, zoals muziekles en peuterplusactiviteiten. Tevens wordt er gewerkt met thema's. Om de zes à acht weken is er een ander thema. Tijdens het inspectiebezoek hangen er knutselwerken gerelateerd aan het huidige thema 'landen' op de groep. Er worden zowel activititeiten aangeboden en er is ruimte voor vrij spel. Tijdens het inspectiebezoek wordt op één van de peutergroepen een knutselactiviteit aangeboden. De kinderen mogen zelf bepalen of ze hieraan mee willen doen. Een aantal kinderen speelt met de treinbaan. Op de andere peutergroep zitten de kinderen tijdens het inspectiebezoek aan tafel voor het fruitmoment. De kinderen mogen fruitspiezen rijgen en hierna het fruit opeten. De beroepskrachten geven complimenten aan de kinderen als het de kinderen lukt om het fruit aan de spies te rijgen. Als het een kind niet lukt, helpt de beroepskracht het kind. De beroepskracht neemt de handeling niet over, maar doet deze eerst voor en doet de handeling hierna samen met het kind. Dit is tevens een voorbeeld hoe de persoonlijke competentie wordt gestimuleerd. Uit bovenstaande beschrijvingen blijkt dat er invulling wordt gegeven aan de pedagogische basisdoelen. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, versie 15 januari 2015 (per e-mail ontvangen op 15 januari 2015) - Observatie: tussen 09.35 en 10.30 uur op één van de babygroepen en beide peutergroepen


4/14

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden. Dit is één persoon: de huishoudelijk medewerker. Er hebben geen wisselingen plaatsgevonden onder de vaste beroepskrachten. Bij het vorige reguliere inspectieonderzoek d.d. 12 december 2014 heeft de toezichthouder beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Sinds het laatste inspectiebezoek zijn er geen beroepskrachten in dienst getreden en worden er geen stagiaires ingezet. Bij het laatste reguliere inspectieonderzoek d.d. 12 december 2014 heeft de toezichthouder beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er zijn vier stamgroepen. Ieder kind is geplaatst in één van de stamgroepen. De babygroepen Bambi en Disneybaby's bestaan ieder uit maximaal negen kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 maanden. De peutergroepen Simba (voorheen Jip & Janneke) en Tijgertjes bestaan ieder uit maximaal dertien kinderen in de leeftijd van 18 maanden tot 4 jaar. Ieder kind is geplaatst in één van de vaste stamgroepen. Alle kinderen worden dagelijks in deze stamgroepen opgevangen. Tijdens het eerste en het laatste half uur van de opvang worden de babygroepen en de peutergroepen samengevoegd. De babygroepen worden tevens op dagen dat er één beroepskracht per stamgroep aanwezig is conform de beroepskracht-kind-ratio samengevoegd. Kinderen worden niet opgevangen in een tweede stamgroep indien er extra opvangdagen worden aangeboden. Uit de plaatsingslijsten van de babygroepen Bambi en Disneybaby's van juni 2015 blijkt dat de stamgroepen uit maximaal negen kinderen bestaan waarvan maximaal zes kinderen tot 1 jaar. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden in babygroep Bambi zeven kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In babygroep Disney worden vijf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In peutergroep Simba worden elf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten en in peutergroep Tijgertjes worden twaalf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dag van het inspectiebezoek worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 1 tot en met 16 juni 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: van 7.30 of 8.00 uur tot 17.00 uur en van 9.30 tot 18.00 of 18.30 uur. Zij pauzeren afhankelijk van het kindaantal ieder 30 of 60 minuten tussen 13.00 en 15.00 uur. De brengen haaltijden van de kinderen worden genoteerd. De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat er per dag maximaal drie uur wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio ondanks dat uit de verklaringen van de beroepskrachten blijkt dat zij ongeveer een uur per dag bezig zijn met schoonmaakwerkzaamheden. De toezichthouder heeft aan de hand van de agenda en gesprekken met de beroepskrachten geconstateerd dat de beroepskrachten op structurele basis in de tijd dat kinderen worden opgevangen een groot aantal schoonmaakwerkzaamheden verrichten. Er is een schema opgesteld van schoonmaakwerkzaamheden die de beroepskrachten moeten uitvoeren. Voorbeelden van deze taken op de checklist zijn het afnemen van handgrepen en deurklinken en planken in de groepsruimten. De beroepskrachten verklaren tijdens het inspectiebezoek dat zij proberen deze werkzaamheden tussen 12.30 en 13.00 uur en tussen 13.30 en 14.00 uur (tijdens de gebruikelijke middagpauze) uit te voeren. De beroepskrachten verklaren gezien de hoeveelheid taken, dat zij er niet altijd aan toekomen. De assistent-leidinggevende verklaart tijdens het inspectiebezoek dat het een leidraad is en dat hier wel flexibel mee om wordt gegaan. De tijd die de beroepskrachten per dag bezig zijn met deze schoonmaakwerkzaamheden gaat mogelijk ten koste van de tijd die de beroepskrachten aan de kinderen of kindgerelateerde zaken besteden. Het stofzuigen en dweilen van de groepsruimten wordt door de huishoudelijk medewerker uitgevoerd. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek 16-06-2015

5/14

Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de assistent-leidinggevende - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Jaarlijks inspectierapport, d.d. 12 december 2014 - Overzicht inzet beroepskrachten van 1 juni t/m 16 juni 2015 - Presentielijsten van 1 juni t/m 16 juni 2015 - Pedagogisch beleidsplan, versie 15 januari 2015 (per e-mail ontvangen op 15 januari 2015) - Notulen teamvergadering, d.d. 9 december 2014 (per e-mail ontvangen op 23 juni 2015)


6/14

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Op basis van een steekproef is de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid beoordeeld. De beroepskrachten worden door middel van teamvergaderingen, groepsbesprekingen en studiedagen op de hoogte gehouden van, onder andere, het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Dit blijkt uit de notulen van de teamvergadering. In de groepen ligt een 'protocollenmap' waarin de geldende protocollen gebundeld zijn. Dagelijks is er minimaal één beroepskracht aanwezig met een EHBO-certificaat en één met een BHV-certificaat. Veiligheid De toezichthouder heeft tijdens dit onderzoek gelet op veiligheidsmaatregelen die in de groepsruimten worden getroffen. De deuren zijn voorzien van vingerstrips, de deuren van de ruimten zijn voorzien van een hoge deurklink en de keukenkasten in de groepsruimten zijn voorzien van haakjes. In de babygoep Disney is een hangmat in de grondbox aanwezig. De beroepskrachten verklaren dat er altijd direct toezicht op de hangmat is, omdat er een beroepskracht naast zit als een kind in de hangmat ligt en alleen baby's die nog niet zelfstandig kunnen omdraaien in de hangmat mogen liggen. Gezondheid De toezichthouder heeft zich tijdens dit onderzoek gericht op het gezondheidsbeleid omtrent warm weer. Volgens de beroepskrachten zijn afspraken vastgelegd om de gezondheidsrisico's te reduceren in een warmteprotocol. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de afspraken. Tussen 12.00 en 15.00 uur gaan de beroepskrachten niet met de kinderen naar buiten. Als de kinderen naar buiten gaan wordt er een parasol meegenomen. De kinderen worden een half uur voordat zij naar buiten gaan ingesmeerd met zonnebrandcrème en krijgen extra drinken. Tevens worden er rustige activiteiten met hen ondernomen, zoals een activiteit waarbij ze met water speelgoed mogen schoonmaken. Tijdens het inspectieonderzoek zijn de beroepskrachten op de hoogte van de onderzochte items van het veiligheids- en gezondheidsbeleid en handelen zij hiernaar. Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een eigen meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld. Er is hiervoor gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode door deze in ieder geval één keer per jaar in een teamvergadering te bespreken. Tevens worden bijzonderheden over kinderen besproken tijdens groepsbesprekingen die één keer per maand plaatsvinden. Vierogenprincipe De groepsruimtes liggen allemaal aan een rechte gang die door het midden van het kindercentrum loopt. Aan weerszijden van de gang bevinden zich groepen; aan de ene kant één babygroep, aan de andere kant twee babygroepen aan het einde van de gang de tweede babygroep. De deuren van de groepsruimtes zijn voorzien van glas waardoor zij zichtbaar zijn vanaf de gang. Het kantoor van de assistent-leidinggevende bevindt aan het begin van de hal. De toezichthouder constateert tijdens het inspectiebezoek dat de assistent-leidinggevende, de beroepskrachten en de huishoudelijk medewerkster geregeld door het kindercentrum lopen en onaangekondigd de groepen binnenlopen. 's Ochtends is er tussen 07.30 en 08.00 uur één beroepskracht aanwezig voor de twee babygroepen en is er één beroepskracht voor de twee peutergroepen. Tussen 08.00 en 09.30 uur worden de kinderen op hun eigen groep opgevangen door één beroepskracht. Op twee groepen gaat om 16.30 uur één beroepskracht naar huis en op de andere twee groepen gaat één beroepskracht om 17.00 uur naar huis. In de slaapkamers wordt gebruikgemaakt van babyfoons, zodat de beroepskrachten elkaar kunnen horen als een andere beroepskracht in de slaapkamer is. Tijdens het huidige onderzoek verklaren de beroepskrachten dat er geen gebruik wordt gemaakt van babyfoons op de momenten dat er één beroepskracht op een groep wordt ingezet. In het onderzoek van 12 december 2014 is geconstateerd dat in het beleid is opgenomen dat als een beroepskracht alleen op een groep aanwezig is (zoals bij de vroege diensten en pauzetijden) er gebruikgemaakt wordt van een babyfoon, waarvan de ontvanger op een andere groep staat. De houder dient ervoor te zorgen dat de beroepskrachten handelen conform het vastgestelde beleid. Desondanks blijkt dat de opvang tijdens het huidige inspectiebezoek op zodanige wijze is georganiseerd dat beroepskrachten gezien of gehoord kunnen worden, omdat er tijdens het bezoek geregeld beroepskrachten binnenlopen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de assistent-leidinggevende - Gesprek met de beroepskrachten - Plan van aanpak - Pedagogisch beleidsplan, versie 15 januari 2015 (per e-mail ontvangen op 15 januari 2015) KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek 16-06-2015

7/14

- Notulen teamvergadering, d.d. 9 december 2014 en 24 maart 2015 (per e-mail ontvangen op 23 juni 2015)


8/14

Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte In het kinderdagverblijf zijn vier stamgroepsruimtes en een ruimte die 'de peuterplusruimte' wordt genoemd. De twee groepsruimtes van de peutergroepen, Simba en Teigertje, hebben een oppervlakte van ongeveer 43 m2. Daarmee is er voldoende oppervlakte voor maximaal twaalf kinderen. Naast de groepsruimte hebben de peutergroepen ook de beschikking over de 'peuterplusruimte' met een oppervlakte van ruim 15 m2. Deze ruimte is altijd beschikbaar voor de peutergroepen. In het jaarlijks inspectierapport (d.d. 16 december 2013) is opgenomen hoe de peutergroepen gebruikmaken van de peuterplusgroep. In het pedagogisch beleid is opgenomen dat op het moment dat er dertien kinderen of meer op de groep aanwezig zijn, de peuterplusruimte gebruikt moet worden. Tijdens het huidige inspectiebezoek is zowel met de beroepskrachten als de assistent-leidinggevende gesproken over het gebruik van deze ruimte. De beroepskrachten verklaren dat er in de praktijk weinig gebruik van de 'peuterplusruimte' wordt gemaakt als er meer dan twaalf kinderen aanwezig zijn. Daarbij verklaren de beroepskrachten dat er in de zomer ook met name buiten wordt gespeeld en dat het gebruik van de 'peuterplusruimte' minder nodig is tijdens de zomerperiode. De assistent-leidinggevende verklaart dat bovenstaande zal worden besproken met de beroepskrachten. De ruimtes zijn passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. In de babygroepen zijn er grondboxen met daarin zachte matten en in beide groepen zijn twee hoge boxen. Voor de oudere kinderen op de babygroep is in een lage open kast los speelmateriaal opgeborgen waar de kinderen zelf bij kunnen. De peutergroepen zijn ingericht met verschillende hoeken en in beide peuterruimtes is een speelverdieping aangebracht waar kinderen in kleine groepjes van maximaal vier kinderen kunnen spelen. Buitenspeelruimte Deze buitenruimte is ingericht als natuurtuin en er is een afgeschermd gedeelte voor de baby's. Er is een zandbak en er is divers los speelmateriaal aanwezig zoals zandspullen, fietsen en ballen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de assistent-leidinggevende - Gesprek met de beroepskrachten - Jaarlijks inspectierapport, d.d. 16 december 2013 - Jaarlijks inspectierapport, d.d. 14 december 2014 - Pedagogisch beleidsplan, versie 15 januari 2015 (per e-mail ontvangen op 15 januari 2015)


9/14

Ouderrecht Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin momenteel vier leden zitting hebben. Er zullen de komende tijd twee ouders de oudercommissie verlaten. Om deze reden worden er momenteel ouders geworven voor lidmaatschap van de oudercommissie. De houder heeft in het afgelopen jaar het prijsbeleid en het voedingsbeleid gewijzigd. De voorgenomen beleidswijzigingen zijn ter advies aan de oudercommissie voorgelegd. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de assistent-leidinggevende - Overzicht leden van de oudercommissie (toegestuurd per e-mail op 23 juni 2015) - Gesprek met een lid de oudercommissie, d.d. 6 juli 2015 - Nieuwsbrief over voedingsbeleid aan de ouders, d.d. 24 maart 2015


10/14

Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.

Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek 16-06-2015

11/14

De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.

Ouderrecht Oudercommissie De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.


12/14

Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang

: : : : :

KDV Mirakel Merckenburg 000016554000 http://www.kdvmirakel.nl 45 Nee

Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website

: : : : :

Mirakel Rooswijck 5 1081 AJ AMSTERDAM 33268115 www.kdvmirakel.nl

: : : : :

GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. M. Hollander

Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats

: Gemeente Amsterdam : Amstel 1 : 1011 PN AMSTERDAM

Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport

: 16-06-2015 : 08-07-2015 : : : : :


13/14

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. p.m.


14/14

Inspectierapport. KDV Mirakel Merckenburg (KDV) Merckenburg BT AMSTERDAM Registratienummer:

Recommend Documents