Inspectierapport Mirakel (KDV) Bovenkerkerweg 81 1187 XC AMSTELVEEN Registratienummer: 509227235
Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amstelveen Datum inspectie: 19-02-2015 Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: 25-03-2015
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
1/12
Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
2/12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 19 februari 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek is naar aanleiding van het risicoprofiel een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk de kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat, de eisen aan het personeel en aan de beroepskrachtkind-ratio, de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid, de accommodatie en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld.
Beschouwing Organisatie Mirakel B.V., Kinderopvang Mirakel VIII B.V., Naschoolse Opvang Mirakel V B.V. en Kinderdagverblijf Mirakel II B.V. exploiteren samen drie kinderdagverblijven en vijf buitenschoolse-opvanglocaties in Amsterdam en Amstelveen. Iedere locatie heeft een (assistent-)leidinggevende. De (assistent-)leidinggevende is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het kindercentrum en onderhoudt het contact met de ouders en de beroepskrachten. Op de meeste locaties is naast de beroepskrachten een huishoudelijk medewerker werkzaam. Voor de kinderdagverblijven en de buitenschoolse opvang zijn twee coördinatoren aangesteld die leidinggeven aan de (assistent-)leidinggevenden en die verantwoordelijk zijn voor een eenduidige werkwijze op de verschillende locaties. Om dit te bereiken, zorgen zij onder andere voor het implementeren van het beleid en het uitvoeren van interne kwaliteitscontroles. Vanuit het hoofdkantoor worden de coördinatoren en de (assistent)-leidinggevenden ondersteund door de afdelingen Plaatsing en planning en Personeelszaken. De dagelijkse leiding van het bedrijf is in handen van de pedagogisch beleidsmedewerker, die verantwoording aflegt aan de directeur. Het pedagogisch beleid van Mirakel is vastgelegd in een algemeen pedagogisch beleid voor de dagopvang. Voor de buitenschoolse opvang is per locatie een pedagogisch beleidsplan opgesteld. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is vastgelegd in centraal opgestelde protocollen en in huisregels die per locatie zijn opgesteld. De beroepskrachten worden door middel van werkoverleg, trainingen, studiedagen en groepsmappen op de hoogte gesteld van het beleid. Mirakel heeft twee aandachtsfunctionarissen kindermishandeling aangesteld en twee vertrouwenspersonen, een voor het personeel en een voor de ouders. De beleidsmedewerker is de coördinator voor klachten en maakt ieder jaar een jaarverslag klachten. Locatie Kinderdagverblijf Mirakel bestaat uit vier baby- en vier peutergroepen. Het team bestaat uit ruim 22 beroepskrachten en wordt aangestuurd door een leidinggevende en twee assistent-leidinggevenden. Er is sprake van een stabiel team; de meerderheid is langer dan vijf jaren werkzaam in het kinderdagverblijf.
Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen.
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
3/12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan opgesteld voor de kinderdagverblijven van de houder. Hierin is onder andere opgenomen op welke wijze de vier pedagogische basisdoelen (de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competenties en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt) worden gewaarborgd en op welke wijze de houder vormgeeft aan het vierogenprincipe. Pedagogische praktijk Op grond van onder andere onderstaande observaties is geconstateerd dat de beroepskrachten de vier pedagogische doelen ruim voldoende waarborgen. In de peutergroep Knorries wordt in de ochtend muziekles gegeven door een muziekdocent. De hele groep zit in een kring terwijl er verschillende liedjes gezongen worden. De muziekdocent begeleidt de liedjes met haar gitaar. Het welbevinden van de kinderen is zichtbaar en de kinderen hebben plezier. De kinderen mogen tijdens het zingen van liedjes ook dansen en springen. Wanneer er bijvoorbeeld gezongen wordt over een boom die omvalt, laten alle kinderen zich vallen. De beroepskrachten bieden voldoende emotionele veiligeheid tijdens het inspectiebezoek. Zo wordt een kind dat is komen wennen, door een van de beroepskrachten op schoot genomen. Wanneer een ouder van een kind belt om te informeren naar het welzijn van het kind neemt de beroepskracht de tijd om de ouder te informeren. Zij vertelt de ouder wat het kind op dat moment aan het doen is en laat weten dat deze zich geen zorgen hoeft te maken. In de peutergroep Rakkertjes worden de kinderen voorgelezen op het moment dat de toezichthouder binnenkomt. Een van de beroepskrachten zit op de grond met de kinderen om haar heen. Een aantal andere kinderen is naar het toilet. Een van de beroepskrachten neemt een stoel mee naar de sanitaire ruimte en ondersteunt waar nodig, maar herrinnert de kinderen ook aan regels zoals het wassen van de handen. Wanneer een kind de broek omhoog probeert te hijsen zonder de knoop los te maken, vraagt de beroepskracht of het niet handiger is om de knoop los te maken. Het kind antwoordt ontkennend en zegt dat het zo ook lukt. De beroepskracht kijkt toe hoe het kind nog een paar pogingen doet zelf de broek aan te trekken alvorens zij haar hulp aanbiedt. In het kader van het thema carnaval, zijn een groot aantal kinderen (peuters) geschminkt en verkleed op de dag van het inspectiebezoek. Er is een modeshow georganiseerd in de hal van kindercentrum, waaraan alle kinderen en beroepskrachten van de peutergroepen meedoen. De kinderen mogen zelf bepalen of zij over de catwalk willen lopen. Tijdens de modeshow worden er liedjes gezongen met ondersteuning van de muziekdocent die tevens op gitaar de liedjes begeleidt. In de babygroep Boefjes spelen de kinderen vrij, verspreid over de hele ruimte. Er heerst een ontspannen sfeer in de ruimte. De beroepskrachten communiceren veel met de kinderen en gebruiken hier veel humor bij. Evenals op de andere babygroepen, worden kinderen op schoot genomen wanneer zij een fles krijgen. Wanneer het tijd is om brood te eten vragen de beroepskrachten aan de kinderen of zij willen opruimen. Een van de beroepskrachten geeft het goede voorbeeld en gaat zelf ook op de grond zitten tussen de kinderen om op te ruimen. Tussendoor geven de beroepskrachten de kinderen kleine opdrachten als: 'Kan jij dit in de kast zetten?'. Wanneer de kinderen de taak volbrengen, krijgen zij een compliment. Gebruikte bronnen: - Pedagogisch beleidsplan, ontvangen op 3 juli 2014 - Observaties pedagogische praktijk tussen 10.00 en 12.30 uur
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
4/12
Personeel en groepen Het team bestaat uit ruim 22 vaste beroepskrachten. Het team wordt aangestuurd door een leidinggevende en twee assistent-leidinggevenden. Daarnaast is de coördinator minimaal twee dagen per week in het kindercentrum aanwezig. Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Het kinderdagverblijf bestaat uit acht groepen. De vier babygroepen: Boefjes, Pooh's wereld, Welpennest en Stampertjes bestaan uit maxmaal negen kinderen tussen de 0 en 2 jaar. De vier peutergroepen: Jungletuin, Rakkertjes, 'Mickey's en Minnies' en Knorries bestaan uit maximaal veertien kinderen tussen de 2 en 4 jaar. Aan het begin van de ochtend en aan het eind van de middag worden de kinderen van de babygroepen opgevangen in de groep 'Pooh's wereld' en de kinderen van de peutergroepen in de groep 'Jungletuin'. Op vrijdag zijn er zeven stamgroepen omdat er dan structureel minder kinderen worden geplaatst. De babygroepen Stampertjes en Pooh's wereld worden dan samengevoegd tot één vaste stamgroep en de peutergroepen Jungletuin en Mickey's en Minnies. Ieder kind is geplaatst in één van de vaste stamgroepen. Alle kinderen worden dagelijks in groepen opgevangen. Kinderen worden niet opgevangen in een tweede stamgroep indien er extra opvangdagen worden aangeboden. Bij de entree van de groepen hangen foto's van de beroepskrachten die op de betreffende dag werkzaam zijn op de groep. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er in de peutergroepen Knorries, Jungletuin en Rakkertjes dertien kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In de groep 'Mickey's en Minnies' worden elf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In de babygroepen Boefjes, Stampertjes, en Welpennest worden acht kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In de groep Pooh's wereld worden zeven kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dag van het inspectiebezoek worden er voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van februari 2015 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: 7.30 tot 16.30 uur, 8.00 tot 17.00 uur en 9.30 tot 18.30 uur. Zij pauzeren ieder dertig minuten tussen 13.00 en 14.30 uur. In de ochtenduren kan het voorkomen dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is. Op alle groepen hangt een overzicht met de telefoonnummers van de achterwacht. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten februari 2015 - Presentielijsten februari 2015 - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskrachten en coördinator
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
5/12
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Op grond van een steekproef is de uitvoering van het veiligheids- en gezondheidsbeleid beoordeeld. De beroepskrachten worden door middel van teamvergaderingen, groepsbesprekingen en studiedagen op de hoogte gehouden van, onder andere, het veiligheids- en gezondheidsbeleid. In de groepen ligt een 'protocollenmap' waarin de geldende protocollen gebundeld zijn. Ook notulen van de groepsbesprekingen worden in de groepen bewaard. Dagelijks is er minimaal één beroepskracht aanwezig met een EHBO-certificaat en één met een BHV-certificaat. In alle groepsruimtes en slaapkamers is zicht op de temperatuur. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de gewenste temperatuur en de maatregelen die zij dienen te treffen indien de temperatuur hiervan afwijkt. De slaapkamer van de groep Boefjes voelt warm aan tijdens het inspectiebezoek. De coördinator zegt dat deze ruimte het dichtst bij de centrale van de vloerverwarming ligt en daardoor het warmst is. Er zijn luikjes aangebracht in de slaapkamer die tijdens het bezoek openstaan. Daarnaast staat een luchtverkoelingssysteem in de slaapkamer. De coördinator zegt ook nog dat zij met de eigenaar van het pand aan het bekijken is in hoeverre er een soort mechanisch ventilatiesysteem kan worden geïnstalleerd, om zo het klimaat beter te kunnen beheersen. In het kindercentrum wordt de luchtkwaliteit ook gecontroleerd met behulp van een CO2-meter die rouleert. Elke groep krijgt een periode de CO2- meter en plaatst deze in de slaap- en groepsruimte. De CO2-waarden worden geregistreerd en indien de meter een indicatie geeft dat de luchtkwaliteit niet optimaal is (door middel van een groen, oranje of rood licht), worden maatregelen getroffen. Tijdens het inspectieonderzoek zijn de beroepskrachten op de hoogte van het veiligheids- en gezondheidsbeleid en zij handelen hiernaar. Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een eigen meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld in juli 2013. Er is hiervoor gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode door deze in ieder geval één keer per jaar in een teamvergadering te bespreken. Vierogenprincipe De groepsruimtes liggen allemaal aan een lange rechte gang die dwars door het hele kindercentrum loopt. Aan weerszijden van de gang bevinden zich groepen; aan de ene kant de vier peutergroepen en een babygroep, aan de andere kant drie babygroepen en de BSO van de houder. De peutergroepen zijn door middel van de sanitaire ruimtes met elkaar verbonden, waardoor de beroepskrachten elkaar kunnen horen en/of zien. Alle groepen grenzen tevens aan de buitenruimte waardoor er ook vanaf deze buitenruimtes zicht is op de groepen. Het kantoor van het management bevindt zich in de entree, aan het begin van de hal. De toezichthouder constateert tijdens het inspectiebezoek dat de leidinggevende en beroepskrachten geregeld door het kindercentrum lopen en onaangekondigd de groepen binnenlopen. Tevens staan alle deuren van de groepen open tijdens het inspectiebezoek waardoor er vanaf de gang zicht is op de groepen. De babygroep Stampertjes is de enige groep die niet direct grenst aan een andere groep. De coördinator verklaart dat een babyfoon zal worden aangeschaft voor de momenten waarop een beroepskracht alleen in de groep aanwezig is, zoals tijdens de pauze. Gebruikte bronnen: - Protocollenmap, ingezien op de locatie - Gesprek met de beroepskrachten, leidinggevende en de coördinator - Inspectieonderzoek - Pedagogisch beleidsplan, ontvangen op 3 juli 2014
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
6/12
Accommodatie en inrichting Het pand waarin het kinderdagverblijf is gehuisvest wordt gedeeld met andere ondernemers. Het kinderdagverblijf bevindt zich op de begane grond van het pand en beschikt over een eigen entree. Tevens wordt op de begane grond een buitenschoolse opvang van de houder geëxploiteerd. Het kinderdagverblijf bestaat uit acht groepsruimtes en acht slaapkamers. De peutergroepen bevinden zich aan de linkerkant van de centrale gang en de babygroepen aan de rechterkant met uitzondering van de babygroep Boefjes. Het kantoor van het management van het kinderdagverblijf bevindt zich vlakbij de entree van het kindercentrum alsook een ruimte waar de beroepskrachten kunnen pauzeren. Het kinderdagverblijf beschikt over drie buitenruimtes die direct aan de groepen grenzen; een voor de peuters, een voor de baby's en een aparte voor de babygroep Boefjes doordat deze zich bevindt aan de 'peuterkant' van de gang. Binnenspeelruimte De groepsruimtes zijn passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. In alle groepen ligt ruim voldoende speelmateriaal en dit verkeert in goede staat. De peutergroepen zijn ingericht met verschillende activiteitenhoeken waaronder een bouwhoek en een poppenhoek. Het aanwezige speelmateriaal is tevens gesorteerd naar functie. Tijdens het inspectiebezoek hangen er verschillende knutselwerkjes van de kinderen op verschillende plekken in de ruimtes. De babygroepen zijn allemaal ingericht met lage open kasten, speelmatten en boxen. De kinderen kunnen zelfstandig bij de grote hoeveelheid speelmateriaal. De centrale gang van het kindercentrum is tevens ingericht met ruim voldoende speelmateriaal waaronder fietsjes. Tijdens het inspectiebezoek is goed zichtbaar welk thema behandeld wordt. Iedere groep beschikt over een eigen slaapkamer met voldoende bedden voor het maximaal aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenruimtes zijn passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. De buitenruimte van de peutergroepen is ingericht met onder andere een houten speelhuis met glijbaan en een zandbak. De buitenruimte van de babygroepen is ingericht met een kleine zandbak, een grasveldje en los speelmateriaal. De buitenruimte van de babygroep Boefjes beschikt over een eigen omheinde buitenruimte die gelegen is in de buitenruimte van peutergroepen. Ook deze ruimte is ingericht met een speelhuis en een zandbak. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
7/12
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van de website, een informatieboekje en maandelijkse nieuwsbrieven. Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat de informatie op de website niet volledig was; zo ontbrak er informatie met betrekking tot de beroepskracht-kind-ratio. De houder is in de gelegenheid gesteld om de informatie aan te passen en heeft hiervan gebruikgemaakt. Ouders worden voldoende geïnformeerd over het te voeren beleid. Tevens heeft de houder een link op de website geplaatst die uitkomt op de locatiespecifieke pagina van het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen waar de inspectierapporten bekeken kunnen worden. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin vier leden zitting hebben. De houder heeft in het afgelopen jaar onder andere het prijsbeleid en het pedagogisch beleid gewijzigd. Alle voorgenomen beleidswijzigingen zijn ter advies aan de oudercommissie voorgelegd. Gebruikte bronnen: - Website www.kinderopvangmirakel.nl, geraadpleegd op 9 en 12 maart 2015 - Informatieboekje versie 2015, ontvangen op 10 maart 2015 - Gesprek met de pedagogisch beleidsmedewerker d.d. 12 maart 2015 - Adviesaanvraag 'Kinderdagverblijf 2015', ontvangen op 19 februari 2015 - Notulen oudercommissie d.d. 28 oktober 2014
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
8/12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
9/12
beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio.
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Ouderrecht Informatie De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
10/12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Vestigingsnummer Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse opvang
: : : : :
Mirakel 000000000000 http://www.kdvmirakel.nl 92 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcde en plaats KvK nummer Website
: : : : :
Mirakel Rooswijck 5 1081 AJ AMSTERDAM 33268115 www.kdvmirakel.nl
: : : : :
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM 020 555 55 75 Mw. G. Stelk
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Postadres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam Postadres Postcode en plaats
: Gemeente Amstelveen : Laan Nieuwer-Amstel 1 : 1182 JR AMSTELVEEN
Planning Datum inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststellen inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
: : : : :
19-02-2015 11-03-2015 25-03-2015 25-03-2015 01-04-2015
: 01-04-2015 :
11/12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen.
Mirakel - Jaarlijks onderzoek 19-02-2015
12/12