Inspectierapport Kiddy (KDV) Glorieux 5 5101XS DONGEN Registratienummer 299851710
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Dongen 24-08-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 31-08-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7 Inspectie-items ................................................................................................................... 8 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf Kiddy is een onderdeel van Stichting Kid kindercentra in Dongen. In hetzelfde pand van het kinderdagverblijf is de buitenschoolse opvang gehuisvest. Het kinderdagverblijf biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar oud. Er wordt opvang geboden in 3 stamgroepen voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 3 jaar oud. Er is één stamgroep waar opvang wordt geboden aan kinderen ouder dan 3 jaar. Naast de groepsruimtes en de 2 centrale hallen heeft het kinderdagverblijf de beschikking over diverse gemeenschappelijke ruimte's. Er zijn kinderateliers voor knutsel- en bouwactiviteiten, een gymzaal voor sport- en spelactiviteiten en een grote keuken waar kookactiviteiten plaats vinden. Rondom het kinderdagverblijf is een natuurlijke speeltuin waarin kinderen diverse uitdagingen krijgen aangeboden. De natuurtuin is aangelegd met verschillende hoeken waar kleinere groepjes kinderen ongestoord kunnen spelen. Er zijn in hutjes van wilgentakken, kinderen kunnen achter de heggen lopen, er is een zandbak en een speeltoestel. Daarnaast is er divers buiten spel-materiaal aanwezig zoals fietsen en ballen e.d. In november 2013 heeft kinderdagverblijf Kiddy het CITO keurmerk Pyramide ontvangen voor het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aan. Er wordt gewerkt met de erkende methode Pyramide. Deze methode is er op gericht om op een gestructureerd en samenhangend stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van; taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. Huidig inspectiebezoek: Tijdens het onaangekondigde jaarlijks inspectiebezoek is aan alle beoordeelde voorwaarden voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u teruglezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (schuin gedrukt) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De beroepskrachten weten wat de vier pedagogische basisdoelen inhouden. Ze weten in grote lijnen wat hierover in het pedagogisch beleid staat. Emotionele veiligheid: De beroepskrachten verwoorden in veel situaties hun gedrag. Zij passen hun lichaamshouding aan (op ooghoogte praten, door de knieën gaan als zij bij spelsituaties meekijken) en praten met taal (zinsbouw, woordkeuze) die past bij de leeftijdsgroep. Bijvoorbeeld: De beroepskracht benoemt wat zij gaat doen: "Ik pak jou uit de box, kun je lekker de fles opdrinken". Persoonlijke competentie: De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen De beroepskrachten organiseren en benutten het dagprogramma voor uitdaging, stimulans, avontuur en plezier voor kinderen. Kinderen krijgen de kans om zichzelf en elkaars kunnen te ontdekken. De beroepskrachten plannen ‘speelwerkactiviteiten’ met een doel (bv fantasie- en rollenspel, tellen & meten, ontdekken) Er is aandacht voor en overleg over kwaliteit en niveau van spel. Bijvoorbeeld: Binnen het kinderdagverblijf worden er aan de hand van thema's diverse activiteiten gepland. Uit de activiteiten planning blijkt dat diverse ontwikkelingsgebieden gestimuleerd wordt door het uiteenlopende activiteiten aanbod. Sociale competentie: De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken. Zij bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen, elkaar helpen, emoties delen. Bijvoorbeeld: De kinderen gaan aan tafel zitten. De beroepskracht leest een boekje voor. Elk kind mag op een knopje drukken wat bij het verhaaltje hoort. De beroepskracht stimuleert de kinderen om op elkaar te wachten tot ze aan de beurt zijn. Overdracht van normen en waarden: Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn De beroepskrachten geven steun bij het leren omgaan met elkaar (verschillen in leeftijd, karakter, cultuur, talent) en met elkaars emoties (empathie). Zij organiseren groepsactiviteiten om kennismaken en groepsvorming te stimuleren. Bijvoorbeeld: Een van de kinderen heeft net een broertje gekregen. De groep gaat samen aan tafel een tekening maken voor de baby. Ondertussen praat de beroepskracht met de kinderen over 'de baby en hoe spannend dit is voor hun groepsgenootje.
4 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
Conclusie: Op basis van de observatie is gebleken dat op kinderdagverblijf Kiddy de emotionele veiligheid, persoonlijke competentie, sociale competentie en overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd is. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (pedagogische praktijktoets)
5 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de medewerkers gecontroleerd op een geldige verklaring omtrent het gedrag en een passende beroepskwalificatie voor het werken in de kinderopvang. De beroepskracht-kindratio zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Beoordeeld is of de praktijk met de theorie overeenkomt. Verklaring omtrent het gedrag Uit de steekproef blijkt dat de beroepskrachten in het bezit zijn van een recente verklaring omtrent het gedrag. De VOG's voldoen aan de eisen vanuit de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en zijn opgenomen in de continue screening.
Passende beroepskwalificatie Uit de steekproef blijkt dat de beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er zijn 3 stamgroepen waar kinderen in de leeftijd van 0 tot 3 jaar worden opgevangen. De maximale grootte van de stamgroep is, afhankelijk van het aantal nul, één en twee- jarigen in de groep, 15 of 16 kinderen. Er is één stamgroep voor kinderen ouder dan 3 jaar, er worden maximaal 16 kinderen per stamgroep opgevangen.
Beroepskracht-kindratio Uit het personeelsrooster en de presentielijsten van de maand augustus blijkt dat er conform de beroepskracht-kind-ratio wordt gewerkt. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) Interview anderen (Beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (augustus 2015) Presentielijsten (augustus 2015) Personeelsrooster (augustus 2015)
6 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein zijn de risico-inventarisaties veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. In de praktijk wordt gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de risico-inventarisaties en de mogelijkheden die worden geboden om ervan kennis te kunnen nemen. De meldcode kindermishandeling wordt binnen dit domein beoordeeld. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder maakt voor het inventariseren van de veiligheids- en gezondheidsrisico's gebruik van de methode van consument en veiligheid. De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid zijn uitgevoerd in februari 2015 en betreffen de actuele situatie. In de risico-inventarisatie zijn alle groepsruimtes opgenomen daarnaast alle toegankelijke ruimtes voor de kinderen zoals: entree/gang, centrale hal, sanitaire ruimte, slaapkamers, speelzaal en de buitenruimte. De houder beschrijft de veiligheid- en gezondheidsrisico's volgens de vastgestelde thema's. De plannen van aanpak van beide risico-inventarisatie's zijn opgesteld. Er zijn huisregels, protocollen, formulieren en werkinstructies opgesteld. Deze documenten zijn in een digitaal kwaliteitshandboek in te zien door de beroepskrachten. Verschillende onderdelen van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid worden besproken met de beroepskrachten tijdens de teamvergaderingen eens in de 8 weken. Conclusie: De houder werkt volgens de gestelde eisen in de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen ten aanzien van: Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. Er wordt gebruik gemaakt van de meldcode van de brancheorganisatie kinderopvang. Conclusie: De houder werkt volgens de gestelde eisen in de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen ten aanzien van: Meldcode kindermishandeling. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) Interview anderen (Beroepskrachten) Risico-inventarisatie veiligheid (februari 2015) Risico-inventarisatie gezondheid (februari 2015) Actieplan veiligheid (februari 2015) Actieplan gezondheid (februari 2015) Ongevallenregistratie (februari 2015) Veiligheidsverslag (februari 2015) Gezondheidsverslag (februari 2015) Meldcode kindermishandeling (versie juli 2015)
7 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a en lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Kiddy http:// www.kinderopvangindongen.nl 128 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kiddy BV Glorieux 5 5101XS DONGEN 18089068
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 T. Butler
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Dongen : Postbus 10153 : 5100GE DONGEN
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
24-08-2015 24-08-2015 27-08-2015 31-08-2015 31-08-2015 31-08-2015
: 21-09-2015
11 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Het verheugt KID dat door de onafhankelijk inspecteur op een onaangekondigd moment is vastgesteld dat wij een rijke en stimulerende omgeving bieden aan, de aan onze zorg en opvoeding toevertrouwde, baby’s, dreumesen en peuters. Hiermee bieden wij aan ouders de garantie dat zij bij kindercentrum/kinderdagverblijf Kiddy de best mogelijke pedagogische begeleiding krijgen voor hun kind. Door de interacties in onze rijke en stimulerende opvoedomgeving wordt het potentieel van hun kind zo goed mogelijk ontwikkeld en hiermee de basis gelegd voor schoolsucces en maatschappelijke carrière. Veel ouders, onderwijzers en pedagogisch medewerkers wisten dit al, maar ook de wetenschap (neurobiologie) bevestigd onomstotelijke dat de ontwikkeling van ieder mens vanaf de geboorte vraagt om een rijke, stimulerende omgeving. Het brein ontwikkelt zich in de jonge jaren ongekend, afhankelijk van de interactie met de directe omgeving , en met name de opvoeders. Een goede pedagogische begeleiding in de periode van 0-6 jaar legt aantoonbaar de basis voor succes in het onderwijs, werk en sociale leven Met hartelijke groet, W(ilma).M.J.Hendrix MBA Directeur/bestuurder KID Kindercentra
12 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-08-2015 Kiddy te DONGEN