Inspectierapport Biebelebons (KDV) Voorveldselaan 2 3573PV UTRECHT Registratienummer 232498842
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Utrecht 19-02-2015 Incidenteel onderzoek Definitief 16-04-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 4 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 5 Accommodatie en inrichting .............................................................................................. 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 4 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd incidenteel onderzoek. Beschouwing Op 21-01-2015 heeft de houder van kinderdagverblijf Biebelebons, te weten Mini Stek een wijzigingsformulier ingediend met het verzoek om het aantal kindplaatsen op te hogen van 20 naar 36. Toezichthouder is tijdens dit inspectie onderzoek tot de conclusie gekomen dat, op basis van de door de houder verstrekte gegevens, voldoende binnen- en buitenruimte beschikbaar is voor de ophoging van de kindplaatsen. In het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen dient daarom het kindaantal opgehoogd te worden van 20 naar 36 kindplaatsen met de ingang van 20 maart 2014. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om het verzoek tot wijziging van gegevens in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) toe te wijzen. Aantal kindplaatsen ophogen van 20 naar 36.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT
Observaties en bevindingen Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Tijdens het onderzoek ten behoeve van de ophoging kindplaatsen is een steekproef uitgevoerd onder het personeel wat ingezet gaat worden na 1 april 2015. Hierbij is gebleken is dat alle VOG's voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Tijdens het inspectiebezoek d.d. 19-02-2015) Verklaringen omtrent het gedrag (Gezien tijdens het inspectiebezoek d.d. 19-02-2015) Diploma's beroepskrachten (Gezien tijdens het inspectiebezoek d.d. 19-02-2015) Personeelsrooster (Gezien tijdens het inspectiebezoek d.d. 19-02-2015)
4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Ten behoeve van het wijzigingsverzoek ophoging kindplaatsen van 20 naar 36 is een uitbreiding uitgevoerd van de risico inventarisatie veiligheid en gezondheid voor de nieuwe binnen- en buitenspeelruimte voor o.a.de peutergroep in februari/ maart 2015. Vw 2. Het inspectiebezoek heeft voor daadwerkelijk gebruik door het kinderdagverblijf van de nieuwe ruimte plaatsgevonden. Hierdoor kan niet beoordeeld worden of alle risico's geheel juist ingeschat zijn. De kans dat een ongeval zich voordoet betreft namelijk een samenspel tussen de fysieke ruimtes en het gebruik hiervan. Tijdens een volgend inspectiebezoek zal beoordeeld worden of risico's gereduceerd worden door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. Vw 5. deze voorwaarde is voor dit onderzoek niet beoordeeld.
Gebruikte bronnen: Observaties (Tijdens het inspectiebezoek d.d. 19 februari 2015) Risico-inventarisatie veiligheid (29-01-2015) Risico-inventarisatie gezondheid (19-02-2015) Actieplan veiligheid (maart 2015) Actieplan gezondheid (maart 2015) Huisregels/groepsregels (2015)
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT
Accommodatie en inrichting
Binnenruimte Kinderdagverblijf Biebelebons heeft een verzoek ophoging kindplaatsen van 20 naar 36 ingediend. Het kinderdagverblijf maakt gebruik van de ruimtes: Babygroep Dreumesgroep Peutergroep
max 8 kinderen max 12 kinderen max 16 kinderen
30 m2 54 m2 58 m2
3,75 m2 per kind 4,5 m2 per kind 3,6 m2 per kind
Het kinderdagverblijf beschikt over voldoende vierkante meter binnenspeelruimte voor het aantal kinderen dat maximaal tegelijkertijd kan worden opgevangen. Daarnaast zijn er voor de allerkleinste kinderen voldoende bedden aanwezig. Buitenspeelruimte Bij het kinderdagverblijf grenst een buitenruimte voor de dreumes groep van 72 vierkante meter. Voor de babygroep is er een buitenruimte van 28 vierkante meter. Ten behoeve van de peutergroep is een apart buitenspeelterrein opnieuw ingericht. Dit buitenspeelterrein voor de peuters bedraagt ongeveer 200m2. Hiermee wordt ruim aan de gestelde eisen voldaan. Gebruikte bronnen: Observaties (Tijdens het inspectiebezoek d.d. 19 februari 2015) Plattegrond (buitenspeelruimte peuters d.d. 25 februari 2015)
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT
Inspectie-items Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot registratie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij de inzet van beroepskrachten in opleiding wordt rekening gehouden met de opleidingsfase waarin zij zich op dat moment bevinden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Accommodatie en inrichting Binnenruimte Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 9 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Biebelebons : 20 : Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Kinderopvang Mini Stek B.V. Willem Schuylenburglaan 1W 3571SB UTRECHT www.mini-stek.nl 30234380
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Postbus 2423 3500GK Utrecht 030-2863 227 A. Spaapen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Utrecht : Postbus 2423 : 3500GK UTRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
19-02-2015 12-03-2015 Niet van toepassing 16-04-2015 16-04-2015
: Niet van toepassing : 16-04-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang incidenteel onderzoek 19-02-2015 Biebelebons te UTRECHT