Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Utrecht 23-07-2015 Nader onderzoek Definitief 04-08-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 5 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 5 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 8 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 8
2 van 8 Definitief inspectierapport dagopvang nader onderzoek 23-07-2015 Kinderopvang Moederskind te UTRECHT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing Kindercentrum Moederskind is een particulier kindercentrum en is sinds 5 juli 2011 gehuisvest aan de Balijelaan 54A te Utrecht. Het kindercentrum staat ingeschreven in het landelijk register Kinderopvang en Peuterspeelzalen met 50 kindplaatsen. Naast het kinderdagverblijf exploiteert de houder ook een BSO Moederskind in het pand met 10 kindplaatsen. Het
kindercentrum bestaat uit: 5 groepen, 2 babygroepen, een verticale groep en 2 peutergroepen. In het midden van het pand bevindt zich de buitenruimte. Er wordt gewerkt met de methodiek Puk&Ko Ruimtes zijn ingedeeld in speelhoeken Op dinsdag en donderdag krijgen de kinderen een warme maaltijd
Inspectiegeschiedenis In maart 2012 heeft er een regulier inspectie plaatsgevonden. Tijdens de reguliere inspectie is geconstateerd dat de houder niet voldeed aan de eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Bij het onderzoek zijn tekortkomingen geconstateerd bij de items: gezondheid en pedagogische praktijk. In november 2012 heeft er een nader onderzoek plaatsgevonden. Tijdens dat onderzoek is geconstateerd dat de houder alle overtredingen heeft opgelost. De houder voldeed hiermee aan de kwaliteitseisen van de wet Kinderopvang en Peuterspeelzalen. In mei 2013 heeft er een regulier inspectie plaatsgevonden. Tijdens de reguliere inspectie is geconstateerd dat de houder niet voldeed aan de eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Bij het onderzoek zijn tekortkomingen geconstateerd bij de items: veiligheid en de pedagogische praktijk. In augustus 2013 heeft er een nader onderzoek plaatsgevonden. Tijdens dat onderzoek is geconstateerd dat de houder niet alle overtredingen heeft opgelost. De tekortkomingen die in het voorafgaande onderzoek waren geconstateerd, waren niet allemaal verholpen. Er zijn tekortkomingen geconstateerd bij de items: veiligheid en pedagogische praktijk. De houder voldeed hiermee niet aan de kwaliteitseisen van de wet Kinderopvang en Peuterspeelzalen. In oktober 2014 heeft er een onaangekondigd regulier jaarlijks onderzoek plaats gevonden. Daarbij is geconstateerd dat de houder voldeed aan de eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. In maart 2015 heeft er een onaangekondigd regulier jaarlijks onderzoek plaats gevonden. Tijdens deze inspectie is geconstateerd dat de houder niet voldoet aan de eisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Bij het onderzoek zijn tekortkomingen geconstateerd op met name de volgende items: Pedagogisch beleid Pedagogische praktijk Verklaring omtrent gedrag Veiligheid Huidig inspectie onderzoek In juli 2015 heeft er een onaangekondigd nader onderzoek plaats gevonden op een paar punten uit het handhavingstraject. 3 van 8 Definitief inspectierapport dagopvang nader onderzoek 23-07-2015 Kinderopvang Moederskind te UTRECHT
Tijdens deze inspectie is geconcludeerd dat alle getoetste items voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
4 van 8 Definitief inspectierapport dagopvang nader onderzoek 23-07-2015 Kinderopvang Moederskind te UTRECHT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleid dient te leiden tot verantwoorde kinderopvang waarbij de volgende pedagogische basisdoelen gerealiseerd worden: 1. het bieden van voldoende emotionele veiligheid voor het kind; 2. het bieden van voldoende mogelijkheden voor de kinderen om persoonlijke competentie te ontwikkelen; 3. het bieden van voldoende mogelijkheden voor de kinderen voor het ontwikkelen van sociale competentie; 4. overdracht van normen en waarden. In het pedagogisch beleidsplan moet in duidelijke en observeerbare termen beschreven hoe het kindercentrum deze vier pedagogische basisdoelen in de praktijk brengt. Het pedagogisch beleid hoort een belangrijke leidraad voor beroepskrachten te zijn en een toetssteen voor ouders en dient naast de pedagogische basisdoelen de volgende items te bevatten: De werkwijze, samenstelling en de maximale omvang van de stamgroepen. Een beschrijving van de activiteiten waarbij kinderen de stamgroep verlaten. De wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep (het wenbeleid). Het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang op extra dagdelen of ruildagen. De wijze waarop invulling wordt gegeven aan het vierogenprincipe. Een beschrijving van de ondersteuning van de beroepskrachten door andere volwassenen De wijze waarop de ondersteuning door de achterwacht is geregeld. Kinderopvang Moederskind Kindercentrum hanteert een pedagogisch beleidsplan, versie 18 juni 2015, dat specifiek voor deze locatie geschreven is. Tijdens het onderzoek van 9 maart 2015 was geconstateerd dat het pedagogisch beleidsplan niet voldeed op de volgende punten: Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Tijdens de huidige inspectie is het beleidsplan beoordeeld op de bovenstaande punten. De wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven staat voldoende beschreven in het pedagogisch beleidsplan. De beschrijving hoe de ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is en/of indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio is niet beoordeeld. Dit komt omdat er in het pedagogisch beleidsplan staat beschreven dat er altijd minimaal 2 beroepskrachten aanwezig zijn.
Gebruikte bronnen: Pedagogisch beleidsplan (versie 18-06-2015) 5 van 8 Definitief inspectierapport dagopvang nader onderzoek 23-07-2015 Kinderopvang Moederskind te UTRECHT
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Medewerkers in de kinderopvang moeten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben. Een VOG toont aan dat hun gedrag in het verleden geen bezwaar oplevert voor het werken met kinderen. Kinderopvang Moederskind Tijdens de inspectie zijn de VOG’s getoetst twee medewerkers. De medewerkers die tijdens de inspectie van 9 maart niet in het bezit was van een geldige VOG. En van de invalkracht die tijdens de inspectie aanwezig was. Conclusie Er is voldaan aan de eisen die gesteld worden betreffende de verklaringen omtrent het gedrag.
Opvang in groepen Er zijn een aantal kinderen die worden opgevangen in twee stamgroepen. Hierbij is door de ouders vooraf wel schriftelijke toestemming verleend voor de opvang in een tweede stamgroep. Beroepskracht-kindratio Er zijn duidelijke regels voor het maximaal aantal kinderen dat één beroepskracht mag opvangen; het gaat dan om het aantal gelijktijdig aanwezige kinderen. Het aantal kinderen in verhouding tot het aantal beroepskrachten wordt de beroepskracht-kindratio genoemd. Kinderopvang Moederskind Tijdens het inspectiebezoek van 10 april 2015 is geconstateerd dat de beroepskracht-kindratio niet voldeed. Tijdens het huidige inspectiebezoek op 23 juli 2015 is de beroepskracht-kindratio getoetst. Groepen Welpjes Beertjes Tijgertjes Dolfijntjes Aapjes
Leeftijd kinderen 0-2 0-2 1,5-4 1,5-4 0-4
Aantal kinderen 7 6 12 4 10
aantal berroepskrachten 2 2 2 2 2
Conclusie Het gevoerde beleid van de houder omtrent de beroepskracht-kindratio voldoet aan de gestelde eisen.
6 van 8 Definitief inspectierapport dagopvang nader onderzoek 23-07-2015 Kinderopvang Moederskind te UTRECHT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 8 Definitief inspectierapport dagopvang nader onderzoek 23-07-2015 Kinderopvang Moederskind te UTRECHT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Postbus 2423 3500GK Utrecht 030-2863 227 I. Ernst N. van Straalen I. Ernst
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Utrecht : Postbus 2423 : 3500GK UTRECHT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
23-07-2015 Niet van toepassing Niet van toepassing 04-08-2015 05-08-2015 Niet van toepassing
: 05-08-2015
8 van 8 Definitief inspectierapport dagopvang nader onderzoek 23-07-2015 Kinderopvang Moederskind te UTRECHT