Inspectierapport
Mama Mia kinderopvang (KDV) Hoefseweg 5 3821AE AMERSFOORT Registratienummer 196126459
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD regio Utrecht Amersfoort 10-07-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 04-08-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................8 Gegevens voorziening..................................................................................................... 10 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 11
2 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Beschouwing De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kinderdagverblijf, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Feiten Kinderdagverblijf Mama Mia is onderdeel van Mama Mia Services. Mama Mia is gevestigd op De Hoef in Amersfoort. Mama Mia heeft 86 kindplaatsen. Er is een grote speelhal die centraal is gelegen tussen de groepsruimtes. Recente inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspectie van 2013 voldeed de locatie aan de onderzochte kwaliteitseisen. Tijdens de jaarlijkse inspectie van 2014 is geconstateerd dat de locatie gebruik maakte van een toestemmingsformulier voor opvang buiten de eigen stamgroep die niet voldeed aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang. Tijdens het nader onderzoek van 23-4-2014 is geconstateerd dat de tekortkoming was opgeheven. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze jaarlijkse inspectie zijn relevante kwaliteitseisen binnen onderstaande domeinen onderzocht: ‘Pedagogisch klimaat’ ‘Personeel en groepen’ Uit het huidige onderzoek komt naar voren dat de houder voldoet aan de onderzochte eisen uit de Wet kinderopvang wat betreft het domein Pedagogisch klimaat. Echter binnen het domein personeel en groepen zijn twee tekortkomingen geconstateerd. Een beroepskracht was niet in het bezit van een geldige Verklaring omtrent het gedrag. Tevens werd de beroepskracht-kindratio overschreden. Schriftelijk bevel Tijdens de inspectie heeft de toezichthouder een schriftelijk bevel opgelegd. Het bevel is op 10 juli 2015 aangetekend aan de houder verzonden. De houder heeft de bevelen ter plekke opgevolgd. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het oordeel ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD Nederland, versie januari 2015). De beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Bij het beoordelen van de observaties is uitgegaan van 4 basiscompetenties vanuit de Wet Kinderopvang, waaraan de pedagogische praktijk minimaal moet voldoen, namelijk: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Pedagogische praktijk De vier basiscompetenties zijn beoordeeld en hiervan zijn twee voorbeelden die duidelijk in de praktijk naar voren komen beschreven. Observatie-moment Tijdens het inspectiebezoek zijn twee beroepskrachten aanwezig in het kinderdagverblijf. De pedagogische praktijk is geobserveerd op de enige aanwezige groep. De observatie van het pedagogisch handelen vindt plaats tijdens een drinkmoment en tijdens vrij spel. Emotionele veiligheid De beroepskrachten kennen ieder kind in de groep; ze kennen hun bij naam en weten persoonlijke bijzonderheden ( bv. Karakter, slaapritueel, lichamelijke conditie ). In het contact met het kind wordt die kennis gebruikt. Observaties Als de beroepskracht de kinderen verzamelt om naar buiten te gaan, is een kind aan het huilen. De beroepskracht troost hem, het kind stopt met huilen. De beroepskrachten hebben het er samen over dat het kind zich niet zo lekker voelt. Tijdens het buitenspelen begint het kind weer te huilen. De beroepskracht loopt naar het kind toe en neemt hem mee naar de zandbak. Ze gaan samen op het randje zitten, de beroepskracht neemt hem op schoot en spreekt hem troostend toe "Kijk eens, dan kom je even bij mij op schoot zitten. Mama is even boodschapjes doen, ze komt je zo weer ophalen". Conclusie De beroepskrachten weten wat er bij de kinderen speelt. Persoonlijke competentie De beroepskrachten herkennen de signalen van individuele kinderen, kunnen deze direct interpreteren en sluiten hier tijdig en op een gepaste manier op aan. Het kind voelt zich gezien en begrepen. Observaties Tijdens het buitenspelen pakt een kind zijn broek aan de voorkant en vervolgens aan de achterkant vast. De beroepskracht merkt dit op en heeft door dat het kind moet plassen. Ze roept snel de beroepskracht die binnen is en laat het kind met de beroepskracht naar de wc gaan. Conclusie De beroepskrachten herkennen de signalen en reageren responsief. Uit de observaties is gebleken dat de uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen vanuit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 4 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT
Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Observatie 10 juli 2015 vanaf 10.35 uur)
5 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de beroepskrachten gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kind-ratio is gecontroleerd door middel van roosters en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag Ten tijde van de inspectie is gebleken dat een beroepskracht niet in het bezit is van een geldige verklaring omtrent het gedrag. In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is opgenomen dat de houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de de houder het kindercentrum exploiteert in het bezit moeten zijn van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. De overlegde verklaring omtrent het gedrag is afgegeven in 2011. Schriftelijk bevel Tijdens de inspectie heeft de toezichthouder een schriftelijk bevel opgelegd. Het bevel is dezelfde dag, op 10 juli 2015, aangetekend aan de houder verzonden. In het bevel is onderstaande opgelegd aan de houder: U dient alleen medewerkers die in het bezit zijn van een geldige verklaring omtrent het gedrag in te zetten binnen de kinderopvang. Het schriftelijk bevel, afgegeven op 9 juli 2015, is direct door de houder opgevolgd. De medewerker zonder geldige verklaring omtrent het gedrag wordt niet op het kindercentrum ingezet totdat er een geldige verklaring omtrent het gedrag is overgelegd. De locatiemanager geeft ter plekken gehoor aan het bevel en roept een beroepskracht op om op de groep te staan in plaats van de naar huis gestuurde beroepskracht. Conclusie Het schriftelijk bevel is direct opgevolgd door de houder. De betreffende beroepskracht is van de groep gehaald. Het schriftelijk bevel van de GGD is een week van kracht vanaf de datum van afgifte. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie De beroepskwalificaties van de beroepskrachten zijn gecontroleerd. Deze voldoen aan de gestelde eisen. De beoordeling is gebaseerd op de feitelijke situatie tijdens de inspectie. Opvang in groepen Kinderdagverblijf Mama Mia heeft vier verticale groepen met maximaal 12 kinderen. Tevens beschikken ze over een peuterplusgroep, een groep voor kinderen vanaf 3 jaar met maximaal 14 kindplaatsen. Ten tijde van de inspectie waren alle groepen samengevoegd tot één groep. Beroepskracht-kindratio
6 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT
Uit de aanwezigheidslijst en het aantal aanwezige beroepskrachten tijdens de inspectie, blijkt dat er op de enige aanwezige, samengestelde groep minder beroepskrachten ingezet werden dan vereist gelet op het aantal én de leeftijd van de kinderen. Datum 10-72015
Aantal kinderen per leeftijd 1 van 0 jaar 6 van 1 jaar 6 van 2 jaar
Aantal aanwezige beroepskrachten 2 beroepskrachten
Aantal benodigde beroepskrachten 3 beroepskrachten
Schriftelijk bevel Tijdens de inspectie heeft de toezichthouder een schriftelijk bevel opgelegd. Het bevel is op dezelfde dag, 10 juli 2015, aangetekend aan de houder verzonden. In het bevel is onderstaande opgelegd aan de houder: U dient ervoor zorg te dragen dat de beroepskracht-kindratio te allen tijde op orde is. Het schriftelijk bevel, afgegeven op 10 juli 2015, is direct door de houder opgevolgd. De locatiemanager is zelf op de groep gaan staan om aan de beroepskracht-kindratio te voldoen. Tevens heeft zij een vervanger geregeld voor de beroepskracht die zonder geldige Verklaring omtrent het gedrag op de groep stond en het pand heeft moeten verlaten, om de beroepskrachtkindratio kloppend te houden. Conclusie Het schriftelijk bevel is direct opgevolgd door de houder. De locatiemanager is zelf op de groep gaan staan en heeft een vervanger geregeld voor de beroepskracht zonder geldige Verklaring omtrent het gedrag. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (Beroepskrachten) Observaties (Observatie 10 juli 2015 vanaf 10.35 uur) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten
7 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Mama Mia kinderopvang http://www.mamamia.nl 86 Nee
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Mama Mia Services Hoefseweg 5 3821AE AMERSFOORT www.mamamia.nl 30154429
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD regio Utrecht Postbus 51 3700AB ZEIST 030-6086086 F Schalekamp
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Amersfoort : Postbus 4000 : 3800EA AMERSFOORT
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
10-07-2015 20-07-2015 03-08-2015 04-08-2015 04-08-2015 04-08-2015
: 04-08-2015
10 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze inspectierapport Mama Mia kinderopvang 10 juli 2015. Op de bevindingen van de inspecteur geven we graag onze reactie. Onze pedagogisch medewerkster Nabiha is al 12 jaar in dienst van Mama Mia en beschikt over een Verklaring omtrent gedrag (VOG) uit 2011. In 2013 zijn voor alle medewerkers nieuwe VOG’s aangevraagd, in die periode was Nabiha met zwangerschapsverlof en hebben wij verzuimd een nieuwe VOG voor haar aan te vragen. Dit is vanzelfsprekend ondertussen gebeurd. Verder blijkt uit de observatie van de inspecteur dat de sfeer en de pedagogische kwaliteit van de medewerkers uitstekend is! Ons kleinschalige kinderdagverblijf heeft vaste medewerkers die elkaar én alle kinderen kennen. Hierdoor is er een sfeer van vertrouwen en gezelligheid. Je kind krijgt de kans zich optimaal en veilig te ontwikkelen. Mariëlle Smeets vestigingsmanager
11 van 11 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 10-07-2015 Mama Mia kinderopvang te AMERSFOORT